Pieper
(Solanum tuberosum)
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals van aZij/ze gaan naar utilizarseGebruik maken
Gebruiken paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! guarniciónBeslag
Bezetting
Garnering
Garnituur
Garnizoen
Stelletje, se pelanMen schilt antes deAlvorens te
Voor hervirlasHen koken; en cambioDaarentegen
Ertegenover
Integendeel, las queWie
Zij die estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn destinadasBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd a la preparaciónDe bereiding
De bereidingswijze
Het aanmaken
Het bereiden
Het klaarmaken
Het opleiden
Het toebereiden
Het voorbereiden de ñoquisKnoedels
Knödels
Spätzle, croquetas, papasAardappelen
Aardappels
Pausen duquesaHertogin o rellenasGedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Jij vult
Jij/je farceert
Jij/je vult
Jij/je vult bij
Jij/je vult in
Jij/je vult op
Jij/je zet op, debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd cocinarseBakken conDoor
Met
Per
Samen met cáscara. -Bolster
Dop
Schaal
Schil
Schors paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! freírlasBak ze, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd, debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd dejarseTerneergeslagen worden
Zich aan iets wijden
Zich overgeven
Zich verwaarlozen en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! por un tiempoEen poos
Een tijd
Een weder
Een weer
Een werkwoordstijd, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! eliminarAfschaffen
Elimineren
Opdoeken
Uitmaken
Uitschakelen
Uitsluiten
Verwijderen
Wegdoen
Wegwerken el almidónDe/het stijfsel
Het zetmeel y evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que se peguenZe plakken
Zij/ze branden aan. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren papas fritasPatates frites en apenasAmper
Jij/je bedroeft
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood segundosHoofdgerechten
Seconden
Secondes
Sekonden, hay queMen moet tenerlasHebben "marcadasAangeduid
Aangegeven
Aangekruist
Aangewezen
Een teken gegeven
Gebrandmerkt
Gedraaid
Gekenmerkt
Gemarkeerd
Gemerkt
Getekend", que consiste enBen gegrond op!
Ben het gevolg van!
Ben opgesloten in!
Berust op!
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is opgesloten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt op
Lig aan!
Steun op! freírlasBak ze hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! apenasAmper
Jij/je bedroeft
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood doradasAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Goudbrasems
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Verguld
Vergulde
Zeebrasems y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo escurrirlasLaat ze uitdruipen sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! papel absorbenteAbsorberend papier
Vloeipapier. Antes deAlvorens te
Voor llevarlas a la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa, se lesHen
Hun
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! otroAnder
Andere
Nog een
Nog één golpe de calorHyperthermie
Zonnesteek friéndolas nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer a temperaturaTemperatuur máximaGrondregel
Grootste
Kernspreuk
Maximaal
Maximale
Maximum-
Spreuk
Stelregel
Zedenspreuk
Zinspreuk, hasta queTot
Totdat se doren(Zij) worden bruin
Zij/ze worden bruin. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank las sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u! hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el momentoDe oogwenk
De tel
De wijl
De wip
Het moment
Het ogenblik
Het tijdstip de servirlasDien ze op para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se ablanden. -(Zij) week worden
Maakt u zacht!
Zij/ze maken zacht paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden puréBrij
Moes
Pap
Puree, chafe las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers hervidasGeborreld
Gekookt
Gekookte
Gesudderd
Gezied
Gezoden
Op het kookpunt geweest conDoor
Met
Per
Samen met un tenedorEen dol
Een vork o prénselas conDoor
Met
Per
Samen met el pasa-puré, peroDoch
Echter
Maar nuncaNimmer
Nooit utiliceBenut u!
Gebruik
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt te baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt aan
Ik benut
Ik gebruik
Ik neem te baat
Ik neem waar
Ik pas toe
Ik wend aan
Neemt u te baat!
Neemt u waar!
Past u toe!
Wendt u aan! un procesadorEen processor porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl quedanZij worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn gomosas.
EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
- Tocino con manzanas
- Acelgas a la vasca
- Hervido valenciano
- Zarangollo
- Calabacines rellenos
- Flan de calabacín
- Porrusalda
- Tumbet
- Marmitako (joan)
- Pastel de atún
- Pato a la naranja
- Calabacines y patatas con carne
- Ternasco asado a la turolense
- Buñuelos de bacalao
- Huevos al plato con puré de patata
- Huevos fritos
- Cocido andaluz
- Panallets
- Albóndigas de patatas y "foie-gras" vegetal
- Brazo de gitano de patata
- Gratén de patatas y cebollas
- Gratinado de patatas con salchichas
- Patatas a la burgalesa
- Patatas con ajo en puré (enamorados)
- Patatas con almejas
- Patatas con carne picada
- Patatas en pimentón
- Patatas en salsa verde
- Patatas en salsa verde con chirlas
- Patatas en salsa verdes con chirlas
- Patatas gratinadas con dos quesos
- Patatas guisadas con arroz
- Patatas guisadas en sartén
- Patatas mimosas
- Patatas revolconas con torreznitos
- Patatas rocieras y olé
- Caldeirada de pescado
- Fideuà
- Greixonera de sepia
- Merluza a la gallega
- Pescado a la mallorquina
- Picadillo de cangrejo con huevos escalfados y salsa holandesa de naranja (enamorados)
- Cocido a la catalana (olla exprés)
- El cocido maragato
- Vichysoise
- Borrajas rellenas de foie
- Croquetas de espinacas
- Ensalada de espinacas y salmón
- Pastel tricolor
- Patatas revolconas
- Patatas revolconas
- Ensalada rusa
- Flan de calabaza
- Crema de calabaza
- Crema de puerros suave
- Sopa de calabacín con hinojo
- Consomé vegetal
- Pytt i panna sueca
- Patapizza
- Tortilla de verduras
- Puré de verduras
- Chupe de queso
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Patata Salar
Tocino con manzanasHete bliksem
Ingredientes:400400
Vierhonderd gramosGrammen de tocinoSpek ahumadoGerookt
Gerookte entreveradoDoorregen
500500
Vijfhonderd gramosGrammen de manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken ácidasZure
Zuur
500500
Vijfhonderd gramosGrammen de manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid
11
Een 11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde
11
Een/22
Twee cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
pimientaPeper
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de melazaKeukenstroop
Melasse
Suikerstroop
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen el tocinoSpek y hervirloKoken a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! por espacio deGedurende 2525
Vijfentwintig minutosMinuten. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y quitarles el corazónHaal bij hen het
klokhuis eruit. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en trozosIn stukken y agregarlosToevoegen alNaar de
Naar het tocinoSpek. A los 1515
Vijftien minutosMinuten, cuandoAls
Tijdens
Wanneer las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken el tocinoSpek de la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht y cortarloSnijd
Snijden en tiras deJij/je trekt aan 11
Een centímetroCentimeter
Cm
Cm. de grosorDikte aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat. CondimentarAssaisoner
Kruiden
Op smaak brengen las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers conDoor
Met
Per
Samen met pimientaPeper, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y la melazaDe keukenstroop
De melasse
De suikerstroop. MachacarFijnstampen
Stampen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime y adornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren conDoor
Met
Per
Samen met las tirasDe banden
De reepjes
De repen
De strepen
De stroken
De wapenbalken de tocinoSpek.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimienta
AcelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen a la vascaDe baskische
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
11
Een,55
Vijf kg de acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen
11
Een,22
Twee kg de patataAardappel
Pieper
200200
Tweehonderd gr de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
33
Drie dl de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
44
Vier dientes de ajoKnoflookteentjes
33
Drie huevosEieren
100100
Honderd gr de harinaBloem
Meel
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten y quitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen las fibrasDe vezels a las pencasDe geselen
De gesels (separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen loDe
Hem
Het
U verdeGroen
Groene de loDe
Hem
Het
U blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte). PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a cocerBakken
Koken por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen; el verdeGroen
Groene cambiarAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen dos vecesTwee keer
Tweemaal de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. La cocciónHet bakken
Het koken se realizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Wordt uitgevoerd conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! se cuecenWorden gekookt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men puréBrij
Moes
Pap
Puree y añadiremosWij/we zullen aanbrengen
Wij/we zullen bijdoen
Wij/we zullen bijleggen
Wij/we zullen bijmengen
Wij/we zullen bijvoegen
Wij/we zullen toegeven
Wij/we zullen toevoegen
Zullen wij toevoegen loDe
Hem
Het
U verdeGroen
Groene de la acelgaDe biet
De kroot
De snijbiet
De snijbietribben
De strandbiet
De warmoes bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridoAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen y picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. Se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men un refrito de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look conDoor
Met
Per
Samen met la mitadDe helft del aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! anteriormenteDaarvoor
Eerder
Hiervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Vroeger
Weleer indicadoAangeduid
Aangegeven
Aangewezen
Beduid
Een sein gegeven
Een teken gegeven
Gekenmerkt
Gelaten zien
Gemerkt
Geseind
Getekend
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgeduid
Uitgewezen
Vertoond, mezclándoloHet vermengend alNaar de
Naar het puréBrij
Moes
Pap
Puree anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere. Dar punto de salOp smaak brengen met
zout.
AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! freiremosWij/we zullen bakken
Wij/we zullen braden
Wij/we zullen frituren
Wij/we zullen fruiten
Zullen wij bakken las pencasDe geselen
De gesels rebozadasBedekt (vaak met ei
en meel)
Gepaneerd de harinaBloem
Meel y huevoEi conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk del aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y un diente de ajoEen knoflookteentje
Een teen knoflook
Een teentje knoflook. ConDoor
Met
Per
Samen met ellasHen
Ze
Zij se guarneceVersiert men el puréDe brij
De pap
De puree.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Patata Verde
Hervido valencianoValenciaanse bonenhutspot
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen y grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
44
Vier cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de 'bajoqueta' (judíaBoon
Herenboon
Joods
Joodse
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte)
11
Een/22
Twee litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
Aceite de olivaOlijfolie, vinagreAzijn
Edik y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien; se lesHen
Hun
U da aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit op
Zie uit op! las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien un corteEen coupon
Een scherp van een
mes
Een snee
Een snit en susHaar
Hun
Uw
Zijn extremosAangelegenheden
Buitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neuzen
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
Toppunten
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinden
Uiteindes
Uiterst
Uiterste
Uitersten
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde; se despuntanMen dopt las judías verdesDe sperziebonen y se limpianMen maakt schoon de hilosDraden
Garens si fuera necesarioIndien nodig. Se pone a calentarMen verwarmt el aguaHet water en un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees o cacerolaBraadpan
Degenkrab
Kasserol
Kastrol
Pan
Sauspan
Steelpan y cuandoAls
Tijdens
Wanneer rompe a hervir(Het) begint te koken se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Todo estoDit alles se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken de veinte20
Twintig a veinticinco25
Vijfentwintig minutosMinuten, pasado este tiempoDaarna se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan las 'bajoquetas' (judías verdesSperziebonen o vainasBladscheden
Bladschedes
Doppen
Kokers
Peulen
Scheden
Schedes
Schillen) y se prolongaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt lang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gerekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt verlengd
Men zet voort la cocciónHet bakken
Het koken alNaar de
Naar het mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve ritmoRitme
Tempo lentoLangzaam
Langzame
Traag
Trage hasta queTot
Totdat las judías verdesDe sperziebonen estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte. Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op en el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht y cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes comensalTafelgenoot lo aliñaMarineert het a suHaar
Hun
Uw
Zijn gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y vinagreAzijn
Edik. MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele, baratoGoedkoop
Goedkope y sanoFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Ik genees
Ik heel
Ik word beter
Valide imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se tienenMen heeft
Zij/ze beheersen zich
Zij/ze houden stil
Zij/ze houden zich
Zij/ze houden zich in
Zij/ze houden zich op
de been
Zij/ze staan stil
Zij/ze worden gehandhaafd
Zij/ze worden in stand
gehouden
Zij/ze zetten zich schrap judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen se puedenMen kan sustituirAflossen
Vervangen por 'bledes' (acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen)
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Judía
ZarangolloZarangollo
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
250 gramosGrammen de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
200200
Tweehonderd gramosGrammen de calabazaBewaarpompoen
Boletus aereus
Boletus edulis
Bronskleurig eekhoorntjesbrood
Courgette
Eekhoorntjesbrood
Eikelkalebas
Gele courgette
Gewoon eekhoorntjesbrood
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Mergpompoen
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Sierpompoen
Spaghettikalebas
Turkse muts
Winterpompoen
Zucchini
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
11
Een Pimiento rojoLombok
Paprika
Pepperoni
Rode paprika
Spaanse peper, grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
200200
Tweehonderd GramosGrammen de tomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
11
Een decilitroDeciliter
Maatje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen al gustoNaar smaak
Preparación:
En la sarténIn de pan gebakken, puestaAan de praat gekregen
Aandoen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Inschakelen
Insmeren
Leggen
Neergelegd
Neergezet
Neerleggen
Neerzetten
Op gang gebracht
Opbrengen
Opdoen
Opgebracht
Opgelegd
Opleggen
Plaatsen
Smeren
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Worden
Zetten alNaar de
Naar het fuegoVuur, se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit el aceiteDe olie
De olijfolie, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper troceadoIn stukjes gesneden
In stukken gesneden a cuadrosBedden
Bloembedden
Bloemperken
Doeken
Kaders
Perken
Schema's
Schemata
Schilderijen
Schilderingen
Schilderstukken
Tabellen
Tuinbedden
Vierkanten. CuandoAls
Tijdens
Wanneer todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde, sin queZonder dat tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik pak aan
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u aan!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u! colorKleur, se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, la calabazaDe bewaarpompoen
De courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! tortillaGevulde omelet
Omelet
Spaanse omelet
Struif
Tortilla.
Se va friendoMen gaat door met
bakken mientrasTerwijl se remueveMen roert conDoor
Met
Per
Samen met la espumaderaDe schuimspaan de hierroIjzeren hasta queTot
Totdat todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté cocido(Het) is gekookt
Is gekookt y empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a tomarAannemen
Aanpakken
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten un ligero color rubioLichtblonde kleur. LlegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot, se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe el tomateDe tomaat
De tomaatplant peladoAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden y picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
Se sazonaMen brengt op smaak conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper, y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat reducirBeperken
Herleiden
Inkoken
Inkrimpen
Reduceren
Réduire
Vereenvoudigen
Zetten despacioLangzaam
Zachtjes, hasta queTot
Totdat el tomateDe tomaat
De tomaatplant quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde, alNaar de
Naar het perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen la acuosidadDe waterachtigheid
De waterigheid por efecto deDoor het effekt van la reducciónDe afslag
De korting
De vermindering
Het herleiden
Het inkoken
Het inkrimpen
Het rabat
Het reduceren
Het terugdringen
Het vereenvoudigen
Het zetten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Calabaza Calabaza Calabaza Calabaza Calabaza Cebolla Pimienta Pimiento rojo
CalabacinesCourgettes
Zucchini's rellenosAanvullingen
Farcen
Farces
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Opvulsels
Voleindingen
Vulsels
Vullingen
Ingredientes:1010
Tien calabacinesCourgettes
Zucchini's (11
Een por personaMens
Personage
Persoon)
33
Drie/44
Vier de Kg de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
44
Vier yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels de huevoEi
100100
Honderd gr de quesoKaas gruyereGruyère ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
100100
Honderd gr de piñonesPijnboompitten
Rondsels
200200
Tweehonderd gr de mantequillaBoter
Roomboter
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen y lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, cocerlasKoken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte (2020
Twintig min). LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen los calabacinesDe courgettes
De zucchini's y cortarlesSnijd ze el pedúnculoDe bloemsteel
De steel
Het steeltje, cortarlosSnijd ze a lo largoDe lengte y vaciarlosMaak ze leeg conDoor
Met
Per
Samen met una cucharillaEen lepeltje
Een theelepeltje, procurandoBezorgend
Moeite doend
Pogend
Proberend
Strevend
Trachtend
Uitreikend
Verschaffend
Verstrekkend
Zich beijverend
Zoekend
Zorgend dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank romperAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel RehogarlosWarm ze weer op en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de mantequillaBoter
Roomboter dándolesZe gevend unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 55
Vijf min, colocarlosPlaats ze en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de hornoKachel
Oven enmantequilladaMet boter ingesmeerd. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree conDoor
Met
Per
Samen met las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, mezclarloMengen conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter, las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels, el quesoDe kaas y la pulpaDe pulp
De pulpa
De weke massa
Het vruchtvlees de los calabacinesDe courgettes
De zucchini's. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen. Se llenaMen vult conDoor
Met
Per
Samen met el puréDe brij
De pap
De puree una manga pasteleraEen roomspuit
Een spuitzak conDoor
Met
Per
Samen met la boquilla anchaDe wijde spuitmond y rellenaFarceer!
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze farceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Vul
Vul bij!
Vul in!
Vul op!
Vul!
Zet op! conDoor
Met
Per
Samen met el los calabacinesDe courgettes
De zucchini's. EspolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met los piñonesDe pijnboompitten
De rondsels y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten a hornoKachel
Oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a 180º duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien min.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Piñones
FlanFlan
Karamelpudding
Karamelpuddinkje
Vla
Vlaai
Vlade de calabacínCourgette
Zucchini
Ingredientes:11
Een Kg aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat de calabacínCourgette
Zucchini, una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer peladoAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y quitadasAfgedaan
Afgehaald
Afgenomen
Afgetrokken
Afgezet
Beroofd
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen las simientesDe zaadjes
De zaden.
300300
Driehonderd gr de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, a poder serAls het zou kunnen variedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken spunta o kennebec.
100100
Honderd gr mantequillaBoter
Roomboter.
100100
Honderd gr quesoKaas gruyereGruyère, ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
100100
Honderd gr queso parmesanoParmezaanse kaas, ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
66
Zes huevosEieren
Pulgarada de nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala.
Pan ralladoPaneermeel
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden en un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds conDoor
Met
Per
Samen met la salHet zout, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el aguaHet water yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen el calabacínDe courgette
De zucchini y la todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle partido enVerdeeld in trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken. CuandoAls
Tijdens
Wanneer termineBesluit u!
Beëindigt u!
Eindigt
Eindigt u!
Handelt u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Ik besluit
Ik beëindig
Ik eindig
Ik handel af
Ik loop af
Ik maak af
Ik maak uit
Ik sluit af
Ik voleindig
Loopt u af!
Maakt u af!
Maakt u uit!
Sluit u af!
Voleindigt u! la cocciónHet bakken
Het koken, escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart estosDeze
Dezen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! eliminarAfschaffen
Elimineren
Opdoeken
Uitmaken
Uitschakelen
Uitsluiten
Verwijderen
Wegdoen
Wegwerken la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. PasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle por el pasapurésDe pureerzeef
De pureerzeven
De pureestamper
De zeef (om puree
te maken)
De zeven (om puree
te maken) y salpimentarMet zout en peper
kruiden esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puréBrij
Moes
Pap
Puree, probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt necesariaBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl en el hervidoHet borrelen
Het koken
Het zieden yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds habíamosHadden wij
Wij/we hadden
Wij/we waren puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la nuez moscadaDe foelie
De muskaatnoot
De nootmuskaat
De pala, 5050
Vijftig gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter y los quesosDe kazen ralladosGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte. BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart los huevosDe eier
De eieren y añadirlosVoeg ze toe alNaar de
Naar het puréBrij
Moes
Pap
Puree. ConDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt, untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm en el queWaarin vayamos aLaten we gaan naar
Wij/we gaan naar hornearBakken esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind flanFlan
Karamelpudding
Karamelpuddinkje
Vla
Vlaai
Vlade, que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de hornoKachel
Oven o una flaneraEen flanvorm etcEnzovoorts. y pasaremosWij zullen passeren
Wij/we zullen aangeven
Wij/we zullen aanreiken
Wij/we zullen doorbrengen
Wij/we zullen doorlaten
Wij/we zullen gebeuren
Wij/we zullen inhalen
Wij/we zullen langsgaan
Wij/we zullen langskomen
Wij/we zullen omkomen
Wij/we zullen overgaan
Wij/we zullen overkomen
Wij/we zullen oversteken
Wij/we zullen passeren
Wij/we zullen verdrijven
Wij/we zullen vergaan
Wij/we zullen verlopen
Wij/we zullen verstrijken
Wij/we zullen voorbijgaan pan ralladoPaneermeel para queOpdat
Zodat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt adheridoErbij gekomen
Vastgekleefd
Vastgekleefde
Vastgeplakt
Vastgeplakte a la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak. LlenaremosWij zullen vullen
Wij/we zullen aanvullen
Wij/we zullen bijwerken
Wij/we zullen completeren
Wij/we zullen dempen
Wij/we zullen invullen
Wij/we zullen spekken
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vol maken
Wij/we zullen voleinden
Wij/we zullen volmaken
Wij/we zullen volschenken
Wij/we zullen vullen el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm conDoor
Met
Per
Samen met el puréDe brij
De pap
De puree, y la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve loDe
Hem
Het
U regaremosWij zullen besproeien
Wij/we zullen arroseren
Wij/we zullen begieten
Wij/we zullen besprenkelen
Wij/we zullen besproeien
Wij/we zullen bevloeien
Wij/we zullen gieten
Wij/we zullen sproeien
Wij/we zullen water geven
Wij/we zullen wateren conDoor
Met
Per
Samen met la pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige mantequillaBoter
Roomboter que nos(Aan) ons
Ons quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven y espolvorearemosWij zullen bestrooien
Wij/we zullen bepoederen
Wij/we zullen bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met pan ralladoPaneermeel. HornearemosWij zullen bakken
Wij/we zullen bakken el flan a temperaturaTemperatuur mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!/altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven y loDe
Hem
Het
U consideraremosWij zullen beschouwen
Wij/we zullen beschouwen
Wij/we zullen beschouwen als
Wij/we zullen nagaan
Wij/we zullen overwegen
Wij/we zullen rekening houden
met que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bien cocidoGoed gekookt cuandoAls
Tijdens
Wanneer la agujaDe geep
De naald nos(Aan) ons
Ons salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! limpiaHelder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loutert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert
Louter
Louter!
Loutere
Maak schoon!
Netto-
Poets!
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinig!
Schone
Schoon
Snoei!
Veeg af!
Wrijf op!
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuiver!
Zuivere. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se os tostase(Het) werd bruin muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch consideráisJullie beschouwen
Jullie beschouwen als
Jullie gaan na
Jullie houden rekening met
Jullie overwegen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bien cocidoGoed gekookt, loDe
Hem
Het
U cubrísJullie bedekken
Jullie beleggen
Jullie beschermen
Jullie dekken
Jullie dekken toe
Jullie zuiveren aan conDoor
Met
Per
Samen met un papelEen papier
Een rol de barba humedecidoBevochtigd
Nat gemaakt
Vochtig gemaakt. OtrosAnder
Andere
Anderen
Nog één quesosKazen tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedenMen kan usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken, peroDoch
Echter
Maar que seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Calabacín Calabacín Nuez moscada Pimienta
PorrusaldaPorrusalda
Ingredientes:11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de puerrosOerpreien
Preien
11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
un vasoEen drinkglas
Een glas
Een pot
Een pul
Een vaas
Een vat (de los de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige) de aceite de olivaOlijfolie
dos2
Do's
Twee
Tweede dientes de ajoKnoflookteentjes y una hoja de laurelEen laurier
Een laurierblad
un pellizcoEen afplukken
Een klemmen
Een knijpen
Een nijpen
Een oprapen
Een plukken
Een snufje
Een snuifje
Een tokkelen de pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Preparación:
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan hondaDiep
Diepe el aceiteDe olie
De olijfolie a calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen, a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende se fríeBakt men
Men bakt el ajoDe/het knoflook (pelado pero no cortadoGeschild maar niet gesneden) y se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert cuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a dorarAanbraden
Doreren. Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los puerrosDe oerpreien
De preien lavadosAfgewassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Uitgewassen, secadosAfgedroogd
Afgeveegd
Afgewist
Drooggemaakt
Gedroogd
Gedroogde
Geveegd
Gewist
Uitgedroogd, quitadasAfgedaan
Afgehaald
Afgenomen
Afgetrokken
Afgezet
Beroofd
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen las raícesDe radices
De stammen
De wortels
De wortels (deel van
plant) y cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven, y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd a cuadritosVierkantjes. Se rehogaMen verwarmt weer todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle sin queZonder dat tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik pak aan
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u aan!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u! demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste colorKleur, y se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la pimientaDe peper y el laurelDe laurier
De lauwer
Het laurierblad y se le dan un par de vueltasRoert een paar keer
om.
AñadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe un litroEen liter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 45 minutosMinuten. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! majamosWij stampen fijn
Wij/we stampen fijn
Wij/we stampten fijn
Wij/we vermaalden
Wij/we vermalen el ajoDe/het knoflook conDoor
Met
Per
Samen met el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat del caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat de la cocciónHet bakken
Het koken, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo vertimosGieten wij
Wij/we goten
Wij/we goten in
Wij/we plengden
Wij/we schonken
Wij/we schonken in
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we vergoten estoDeze
Dit alNaar de
Naar het guisoGerecht
Ik bekokstoof
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot, rectificamosBrengen wij op smaak
Wij/we brachten op smaak
Wij/we brengen op smaak
Wij/we richten gelijk
Wij/we richtten gelijk
Wij/we zuiverden door herhaalde
destillatie
Wij/we zuiveren door herhaalde
destillatie, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node, de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y servimosDienen wij op
Wij/we baatten
Wij/we baten
Wij/we bedienden
Wij/we bedienen
Wij/we bewezen een dienst
Wij/we bewijzen een dienst
Wij/we deugden
Wij/we deugen
Wij/we dienden
Wij/we dienden op
Wij/we dienen
Wij/we dienen op
Wij/we helpen
Wij/we hielpen
Wij/we kaarten aan
Wij/we kaartten aan
Wij/we serveerden
Wij/we serveren
Wij/we waren geschikt
Wij/we waren van dienst
Wij/we zijn geschikt
Wij/we zijn van dienst.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cuadritos Pimentón dulce Pimienta
Tumbet
Ingredientes:PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
berenjenasAubergines
Eierplanten
pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers
tomatesTomaatplanten
Tomaten
ajosLoken
laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer.
Preparación:
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, se salanMen zout y se fríenBakt men. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad. ConDoor
Met
Per
Samen met el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige, se van tratandoGaat men behandelen el restoDe rest
De stomp
De stronk de las verdurasDe groenten
De groentes. Las berenjenasDe aubergines
De eierplanten, cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven (sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig redondoGevuld
Gevulde
Rond
Ronde), sazonadasGeassaisoneerd
Gekruid
Gekruide
Goed gekruid
Op smaak gebracht conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se fríenBakt men y se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden encima deAan
Boven op
Bovenop
Op las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers, troceadosIn stukjes gesneden
In stukken gesneden a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei, el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve tratoBehandeling
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handelen
Handelwijze
Hanteren
Ik bejegen
Ik beredeneer
Ik betitel
Ik drijf handel
Ik ga om met
Ik handel
Ik handel over
Ik hanteer
Ik heb in handen
Ik maak in orde
Ik maak uit
Ik omga met
Ik poog
Ik probeer
Ik scheld uit
Ik spreek aan
Ik tracht
Ik verzorg
Ik zet uiteen
Omgang
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen. AlNaar de
Naar het terminarAfhandelen
Aflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el aceiteDe olie
De olijfolie de la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats excesivoOvercompleet
Overcomplete
Overdadig
Overdreven
Overmatig, escurrirloLaat het uitdruipen. Los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde, cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd, se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich conDoor
Met
Per
Samen met unos cuantosEnige ajosLoken y conDoor
Met
Per
Samen met el laurelDe laurier
De lauwer
Het laurierblad y se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men una salsaEen braadjus
Een dipsaus
Een jus
Een jus (lichte, bruine)
Een salsamuziek
Een saus
Een sop, sazonadaGeassaisoneerd
Gekruid
Gekruide
Goed gekruid
Op smaak gebracht conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) hasta queTot
Totdat se espeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt dik. EstaDeze
Dit salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop se vierteMen giet encima deAan
Boven op
Bovenop
Op la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad que contenía(Het) bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervatte
Ik bedwong
Ik behelsde
Ik beteugelde
Ik betoomde
Ik bevatte
Ik hield
Ik hield af
Ik hield in
Ik hield in toom
Ik hield weg
Ik impliceerde
Ik onthield
Ik onttrok
Ik toomde in
Ik vervatte los pisosDe appartementen
De etages
De flats
De verdiepingen
De vloeren del restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu conDoor
Met
Per
Samen met chuletasKarbonaden
Karbonades
Koteletten
Ribben
Ribstukken
Spiekbrieven de corderoLam
Lam van god
Lamsvlees fritasGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit. Y un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de Binisalem.
De los siguientes palabras hay una foto:
Laurel Pimientos Pimientos
Marmitako (joan)
Ingredientes: (44
Vier/55
Vijf personasMensen
Personages
Personen)
½ kg. de atúnGewone tonijn
Rode tonijn
Tonijn limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel y espinasDoornen
Doorns
Graten
Jij/je ontgraat
Visgraten y cortado a dadosIn dobbelsteentjes gesneden
½ kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd a dados +/-Aangegeven
Blokken
Dobbelsteentjes
Dobbelstenen
Gegeven
Klontjes
Kubussen
Opgebracht
Teerlingen
Toegebracht
Toegekend
Verleend comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el atúnDe gewone tonijn
De rode tonijn
De tonijn
200200
Tweehonderd g. de tomateTomaat
Tomaatplant trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd menuditaKlein
Kleine
11
Een pimiento verdeGroene paprika cortado menuditoFijn gesneden
11
Een pimiento rojoLombok
Paprika
Pepperoni
Rode paprika
Spaanse peper cortado menuditoFijn gesneden
½ litroLiter de caldo de pescadoVisbouillon
Aceite de oliva virgen extraExtra vierge olijfolie
Olijfolie eerste persing
Olijfolie extra vierge
Pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper y picanteGekruid
Gekruide
Gepeperd
Gepeperde
Heet
Hete
Pikant
Pikante
Pittig
Pittige
Prikkelend
Prikkelende
Scherp
Scherpe
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
En una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan alNaar de
Naar het fuegoVuur conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers, cuandoAls
Tijdens
Wanneer la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! blandaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze swingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait
Ik slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Slingert u!
Swingt u!
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
Zwaait u! añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, el tomateDe tomaat
De tomaatplant, ½ cucharaditaTheelepeltje de pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper y pimentón picantePaprika pikant
Spaanse peper al gustoNaar smaak, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, removemosWij roeren
Wij/we roeren
Wij/we verwijderen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens un parEen duo
Een koppel
Een paar
Een span
Een stel
Een stelletje
Een tweetal de minutosMinuten y añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat, dejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen cocerBakken
Koken a fuego medioMatig vuur unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten, incorporamosWij nemen op
Wij/we bouwden in
Wij/we bouwen in
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe el atúnDe gewone tonijn
De rode tonijn
De tonijn, tapamosWij bedekken
Wij/we bedekken
Wij/we bedekten
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we dekken
Wij/we dekken toe
Wij/we dekten
Wij/we dekten toe
Wij/we dichten
Wij/we dichtten
Wij/we maakten dicht
Wij/we maken dicht
Wij/we stoppen
Wij/we stoppen toe
Wij/we stoppen vol
Wij/we stopten
Wij/we stopten toe
Wij/we stopten vol
Wij/we verstoppen
Wij/we verstopten la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht y dejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen cocerBakken
Koken 44
Vier/55
Vijf minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, vigilandoIn de gaten houdend
Lettend op
Wakend el guisoDe stoofpot
Het gerecht
Het stoofgerecht para queOpdat
Zodat el atúnDe gewone tonijn
De rode tonijn
De tonijn quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt jugosoSappig
Sappige. RectificarAssaisoner
Door herhaalde destillatie zuiveren
Gelijkrichten
Op smaak brengen de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla Pimentón dulce Pimentón picante Pimiento rojo Tomate Tomate
PastelBaksel
Gebak
Gebakje
Kleurkrijt
Pastei
Pastel
Taart
Taartje
Tekenkrijt de atúnGewone tonijn
Rode tonijn
Tonijn
Ingredientes:
11
Een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de atúnGewone tonijn
Rode tonijn
Tonijn
11
Een tomateTomaat
Tomaatplant
11
Een/22
Twee pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper o ají dulceAsí denominado en Venezuela el ají no picante, de pequeño tamaño, unos 5 centímetros de forma irregular, un poco redondeado y de colores variados dependiendo de su grado de maduración: verde, amarillo, rojo, lo que no modifica apreciablemente su sabor.
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes
CilantroChinese peterselie
Ketoembar
Koriander
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout al gustoNaar smaak
11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de papasAardappelen
Aardappels
Pausen
mantequillaBoter
Roomboter al gustoNaar smaak
Queso parmesanoParmezaanse kaas
Preparación:
CocinasFornuizen
Jij/je bereidt
Jij/je kookt
Keukens
Kookgelegenheden
Ovens las papasAardappelen
Aardappels
Pausen, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer blandasJij/je slingert
Jij/je swingt
Jij/je zwaait
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo las triturasJij pureert
Jij/je pureert
Jij/je stampt
Jij/je stampt fijn y colocasJij plaatst
Jij/je belegt
Jij/je brengt onder
Jij/je doet
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je plaatst
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je verplaatst
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet neer
Jij/je zet uit un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de mantequillaBoter
Roomboter y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, peroDoch
Echter
Maar recuerdaDenk eraan
Herdenk!
Herinner!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet nog
Onthoud!
Weet nog! que el atúnDe gewone tonijn
De rode tonijn
De tonijn tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer! salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje.
MientrasTerwijl reposanZij rusten
Zij/ze laten rusten
Zij/ze rusten, picas enJij/je nipt aan
Jij/je proeft van cuadritosVierkantjes el tomateDe tomaat
De tomaatplant, pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper o el ajíDe cayennepeper
De chilipeper
De lombok
De paprika
De pepperoni
De rode peper
De spaanse peper
De tabasco
De tabascopeper dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el cilantroDe chinese peterselie
De ketoembar
De koriander, yoEgo
Ik trituroIk pureer
Ik stamp
Ik stamp fijn el ajoDe/het knoflook, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedeMen kan picarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen o usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look de botellaFles, colocasJij plaatst
Jij/je belegt
Jij/je brengt onder
Jij/je doet
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je plaatst
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je verplaatst
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet neer
Jij/je zet uit todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan loDe
Hem
Het
U sofríesJij fruit
Jij/je fruit un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo colocasJij plaatst
Jij/je belegt
Jij/je brengt onder
Jij/je doet
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je plaatst
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je verplaatst
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet neer
Jij/je zet uit el atúnDe gewone tonijn
De rode tonijn
De tonijn y loDe
Hem
Het
U cocinasFornuizen
Jij/je bereidt
Jij/je kookt
Keukens
Kookgelegenheden
Ovens por 55
Vijf o 66
Zes minutosMinuten. LeHaar
Hem
Het
U pruebasAdstructies
Bewijzen
Jij probeert
Jij/je adstrueert
Jij/je beproeft
Jij/je bewijst
Jij/je bezoekt
Jij/je maakt waar
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je proeft
Jij/je staaft
Jij/je stelt op de
proef
Jij/je toetst
Jij/je toont aan
Jij/je wijst uit
Onderzoeken
Tekenen
Tekens
Testen
Tests
Toetsen la salHet zout.
En un refractarioHittebestendig
Hittebestendige colocasJij plaatst
Jij/je belegt
Jij/je brengt onder
Jij/je doet
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je plaatst
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je verplaatst
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet neer
Jij/je zet uit una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de papasAardappelen
Aardappels
Pausen, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo una de atúnGewone tonijn
Rode tonijn
Tonijn, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo una de papasAardappelen
Aardappels
Pausen y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hasta queTot
Totdat el finalDe beëindiging
De voleinding
Het besluit
Het eind
Het einde
Het end seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt la capaDe jas
De laag
De mantel de papasAardappelen
Aardappels
Pausen. LeHaar
Hem
Het
U colocasJij plaatst
Jij/je belegt
Jij/je brengt onder
Jij/je doet
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je plaatst
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je verplaatst
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet neer
Jij/je zet uit un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de queso parmesanoParmezaanse kaas y loDe
Hem
Het
U llevasJij/je berekent
Jij/je brengt
Jij/je brengt in rekening
Jij/je brengt mede
Jij/je brengt mee
Jij/je brengt weg
Jij/je draagt
Jij/je hebt aan
Jij/je hebt op
Jij/je hebt voor
Jij/je neemt mee
Jij/je vervoert el HornoDe kachel
De oven para que gratineOpdat het gratineert.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Cebolla Cuadritos Pimentón Tomate Tomate
Pato a la naranjaCanard á l'orange
Eend met sinaasappelsaus
Ingredientes:
11
Een patoEend
Terrine van ganzen- of
eendenlever jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
150 gr. de mantequillaBoter
Roomboter
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de harinaBloem
Meel
44
Vier naranjasAppelsienen
Oranjeappelen
Oranjeappels
Oranjes
Sinaasappelen
Sinaasappels
11
Een copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
Wijnglas de coñacCognac
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
22
Twee huevosEieren
harinaBloem
Meel
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
Preparación:
PedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om en alNaar de
Naar het carniceríaSlachterij
Slachting
Slager
Slagerij
Slagerswinkel que nos(Aan) ons
Ons limpienLoutert u!
Maakt u schoon!
Poetst u!
Reinigt u!
Snoeit u!
Veegt u af!
Wrijft u op!
Zij maken schoon
Zij/ze louteren
Zij/ze maken schoon
Zij/ze poetsen
Zij/ze reinigen
Zij/ze snoeien
Zij/ze vegen af
Zij/ze wrijven op
Zij/ze zuiveren
Zuivert u! el patoDe eend bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y nos(Aan) ons
Ons loDe
Hem
Het
U preparenBereidt u toe!
Bereidt u voor!
Bereidt u!
Leidt u op!
Maakt u aan!
Maakt u klaar!
Zij bereiden
Zij/ze bereiden
Zij/ze bereiden toe
Zij/ze bereiden voor
Zij/ze leiden op
Zij/ze maken aan
Zij/ze maken klaar paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! asarBraden
Branden
Roosteren.
SalamosWij zouten
Wij/we legden in
Wij/we legden in het
zout
Wij/we leggen in
Wij/we leggen in het
zout
Wij/we maakten in
Wij/we maken in
Wij/we pekelden
Wij/we pekelen
Wij/we zouten
Wij/we zoutten bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el pavoDe kalkoen por dentroVan binnen y por fueraVan buiten.
RallamosWij raspen
Wij/we raspen
Wij/we raspten dos2
Do's
Twee
Tweede de las naranjasDe appelsienen
De oranjeappelen
De oranjeappels
De sinaasappelen
De sinaasappels y reservamosWij zetten weg
Wij/we bespraken
Wij/we bespreken
Wij/we bestelden
Wij/we bestellen
Wij/we boeken
Wij/we boekten
Wij/we hielden open
Wij/we hielden vrij
Wij/we houden open
Wij/we houden vrij
Wij/we reserveerden
Wij/we reserveren
Wij/we tekenden in
Wij/we tekenen in
Wij/we zetten weg la ralladuraDe geraspte snippers. A esasDie dos2
Do's
Twee
Tweede naranjasAppelsienen
Oranjeappelen
Oranjeappels
Oranjes
Sinaasappelen
Sinaasappels lesHen
Hun
U sacamosWij halen uit
Wij/we behaalden
Wij/we behalen
Wij/we brachten naar buiten
Wij/we brengen naar buiten
Wij/we deden af
Wij/we deden uit
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we dwingen af
Wij/we dwongen af
Wij/we haalden
Wij/we haalden eruit
Wij/we haalden te voorschijn
Wij/we haalden uit
Wij/we haalden van
Wij/we halen
Wij/we halen eruit
Wij/we halen te voorschijn
Wij/we halen uit
Wij/we halen van
Wij/we hoosden
Wij/we hozen
Wij/we knevelden
Wij/we knevelen
Wij/we kregen uit
Wij/we krijgen uit
Wij/we ontleenden
Wij/we ontlenen
Wij/we persen af
Wij/we persten af
Wij/we putten
Wij/we scheppen
Wij/we schepten
Wij/we trekken uit
Wij/we trokken uit
Wij/we zetten af los gajosDe parten sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel y se los introducimosWij
Wij/we brengen aan
Wij/we brengen in
Wij/we doen in
Wij/we dringen binnen
Wij/we introduceren
Wij/we laten binnen
Wij/we leiden in
Wij/we schuiven in
Wij/we steken in
Wij/we voeren binnen
Wij/we voeren in
Wij/we vullen in dentroBinnen
Daarbinnen
Erin del patoEend
Terrine van ganzen- of
eendenlever.
PonemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer el patoDe eend en una placa de hornoEen bakblik
Een bakplaat y loDe
Hem
Het
U untamosWij smeren
Wij/we besmeerden
Wij/we besmeren
Wij/we maakten nat
Wij/we maken nat
Wij/we smeerden
Wij/we smeerden aan
Wij/we smeerden door
Wij/we smeerden in
Wij/we smeren
Wij/we smeren aan
Wij/we smeren door
Wij/we smeren in bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart por todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter.
EchamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg la ralladuraDe geraspte snippers de las naranjasDe appelsienen
De oranjeappelen
De oranjeappels
De sinaasappelen
De sinaasappels por encimaBovendien
Er bovenop.
EchamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg el coñacDe cognac por encimaBovendien
Er bovenop y el zumoHet vruchtensap de las otrasAnder
Andere
Nog één dos2
Do's
Twee
Tweede naranjasAppelsienen
Oranjeappelen
Oranjeappels
Oranjes
Sinaasappelen
Sinaasappels.
MetemosWij stoppen
Wij/we doen
Wij/we leggen
Wij/we leggen in
Wij/we plaatsen
Wij/we steken
Wij/we steken in
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we zetten a cocerBakken
Koken en el hornoDe kachel
De oven a 180ºC de 45 a 6060
Zestig min. regandoArroserend
Begietend
Besprenkelend
Besproeiend
Bevloeiend
Gietend
Sproeiend
Water gevend
Waterend de vez en cuandoAf en toe
Bijwijlen
Van tijd tot tijd el patoDe eend conDoor
Met
Per
Samen met el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus que sueltaDat hij loslaat.
MientrasTerwijl asamosWij braden
Wij/we braadden
Wij/we braden
Wij/we brandden
Wij/we branden
Wij/we roosterden
Wij/we roosteren el patoDe eend cocemosWij koken
Wij/we bakken
Wij/we koken las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven de un cmCentimeter
Cm
Cm.. de grosorDikte en una pota conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y un chorroEen scheut de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 88
Acht min. después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over romperAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken el hervorHet borrelen
Het koken
Het zieden.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, las sacamosWij halen uit
Wij/we behaalden
Wij/we behalen
Wij/we brachten naar buiten
Wij/we brengen naar buiten
Wij/we deden af
Wij/we deden uit
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we dwingen af
Wij/we dwongen af
Wij/we haalden
Wij/we haalden eruit
Wij/we haalden te voorschijn
Wij/we haalden uit
Wij/we haalden van
Wij/we halen
Wij/we halen eruit
Wij/we halen te voorschijn
Wij/we halen uit
Wij/we halen van
Wij/we hoosden
Wij/we hozen
Wij/we knevelden
Wij/we knevelen
Wij/we kregen uit
Wij/we krijgen uit
Wij/we ontleenden
Wij/we ontlenen
Wij/we persen af
Wij/we persten af
Wij/we putten
Wij/we scheppen
Wij/we schepten
Wij/we trekken uit
Wij/we trokken uit
Wij/we zetten af, las enfriamosWij laten afkoelen
Wij/we koelden
Wij/we koelden af
Wij/we koelen
Wij/we koelen af
Wij/we laten afkoelen
Wij/we lieten afkoelen y las recudimosWij koken in. Las pasamos porWij halen door harinaBloem
Meel, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo por huevo batidoGeklopt ei y las freímosWij bakken
Wij/we bakken
Wij/we bakten
Wij/we braadden
Wij/we braden
Wij/we frituren
Wij/we frituurden
Wij/we fruiten
Wij/we fruitten.
SacamosWij halen uit
Wij/we behaalden
Wij/we behalen
Wij/we brachten naar buiten
Wij/we brengen naar buiten
Wij/we deden af
Wij/we deden uit
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we dwingen af
Wij/we dwongen af
Wij/we haalden
Wij/we haalden eruit
Wij/we haalden te voorschijn
Wij/we haalden uit
Wij/we haalden van
Wij/we halen
Wij/we halen eruit
Wij/we halen te voorschijn
Wij/we halen uit
Wij/we halen van
Wij/we hoosden
Wij/we hozen
Wij/we knevelden
Wij/we knevelen
Wij/we kregen uit
Wij/we krijgen uit
Wij/we ontleenden
Wij/we ontlenen
Wij/we persen af
Wij/we persten af
Wij/we putten
Wij/we scheppen
Wij/we schepten
Wij/we trekken uit
Wij/we trokken uit
Wij/we zetten af el patoDe eend del hornoKachel
Oven, loDe
Hem
Het
U colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit en un largueroEen gording
Een ligger
Een vleugelligger y colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom.
EspolvoreamosWij bestrooien
Wij/we bepoederden
Wij/we bepoederen
Wij/we bestrooiden
Wij/we bestrooien un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige por todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo echamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop por encimaBovendien
Er bovenop.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere en una salseraEen sauskom
Een sjukom por siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand leHaar
Hem
Het
U apeteceHeb zin in!
Heb zin om!
Het smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft zin in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft zin om un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Naranja Pato Perejil Salar
CalabacinesCourgettes
Zucchini's y patatasAardappelen
Aardappels
Piepers conDoor
Met
Per
Samen met carneVlees
Ingredientes:
250 grs carne picadaGehakt
11
Een calabacínCourgette
Zucchini
22
Twee patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat vino blancoWitte wijn
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y azafránSaffraan
Saffraankrokus
Preparación:
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! pochamosWij pocheren la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el ajoDe/het knoflook picaditos. AñadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe la carne picadaHet gehakt. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd la carneHet vlees, incorporamosWij nemen op
Wij/we bouwden in
Wij/we bouwen in
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe el calabacínDe courgette
De zucchini y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers troceadasIn stukjes gesneden
In stukken gesneden. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el vinoDe wijn. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met el azafránDe saffraankrokus, rectificarAssaisoner
Door herhaalde destillatie zuiveren
Gelijkrichten
Op smaak brengen de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y cocerBakken
Koken a fuego medioMatig vuur.
De los siguientes palabras hay una foto:
Azafrán Calabacín Calabacín Cebolla
Ternasco asadoBraadstuk
Gebraad
Gebraden
Gebraden vlees
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde a la turolenseOp de wijze van
turuel
Ingredientes:
11
Een 11
Een/22
Twee kg. de cordero lechalMelklam de Teruel, 22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet, 22
Twee ramitasTakjes de romeroRosmarijn
Rozemarijn, 11
Een kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, 22
Twee copa de vinoGlas wijn blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte, 66
Zes dientes de ajoKnoflookteentjes, 44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie, 22
Twee ramitasTakjes de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden el hornoDe kachel
De oven bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! y metemosWij stoppen
Wij/we doen
Wij/we leggen
Wij/we leggen in
Wij/we plaatsen
Wij/we steken
Wij/we steken in
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we zetten el corderoHet lam
Het lamsvlees cortado enGesneden in 11
Een/44
Vier yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds sazonadoGeassaisoneerd
Gekruid
Gekruide
Goed gekruid
Op smaak gebracht y frotandoAanstrijkend
Boenend
Inwrijvend
Uitschurend
Uitwrijvend
Wrijvend conDoor
Met
Per
Samen met dos2
Do's
Twee
Tweede dientes de ajoKnoflookteentjes, loDe
Hem
Het
U colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit sobre unBovenop een
Op een lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd gruesasCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven y salpicadasBespat
Bespatte
Besprenkeld
Bestrooid conDoor
Met
Per
Samen met un vasoEen drinkglas
Een glas
Een pot
Een pul
Een vaas
Een vat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, en una placa de hornoEen bakblik
Een bakplaat, se rocíaBesprenkelt men todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met la manteca de cerdoDe varkensreuzel
Het varkensvet fundidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt y el romeroDe rosmarijn
De rozemarijn, cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde por ambos ladosAan beide kanten
Aan weerskanten
Aan weerszijden
Beiderzijds, se riegaMen besproeit conDoor
Met
Per
Samen met un majadoFijngestampt
Vermalen hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet en el morteroDe houwitser
De metselkalk
De mortel
De specie
De vijzel
De/het mortier conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk de los ajosDe loken, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, el aceiteDe olie
De olijfolie y el vinoDe wijn, loDe
Hem
Het
U servimosDienen wij op
Wij/we baatten
Wij/we baten
Wij/we bedienden
Wij/we bedienen
Wij/we bewezen een dienst
Wij/we bewijzen een dienst
Wij/we deugden
Wij/we deugen
Wij/we dienden
Wij/we dienden op
Wij/we dienen
Wij/we dienen op
Wij/we helpen
Wij/we hielpen
Wij/we kaarten aan
Wij/we kaartten aan
Wij/we serveerden
Wij/we serveren
Wij/we waren geschikt
Wij/we waren van dienst
Wij/we zijn geschikt
Wij/we zijn van dienst conDoor
Met
Per
Samen met una escarolaEen andijvie
Een bladcichorei
Een cichorei
Een chikorei
Een frisee
Een groene suikerij
Een groenlof
Een krulandijvie
Een radicchio rosso
Een rode suikerij
Een roodlof
Een suikerbrood
Een witlof
Een witloof de la tierraDe aarde
De bodem
De grond
Het aardrijk
Het land. EsoDat
Die
Zulks osJe
Jullie loDe
Hem
Het
U dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen a vuestroJullie
Uw
Van jullie gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Perejil Romero
Buñuelos de bacalaoStokvisbeignets
Ingredientes:
11
Een/44
Vier kg de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis desmigadoGekruimeld
Verbrokkeld
Verkruimeld
Verkruimelde
11
Een kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een/22
Twee cebollaAjuin
Bloembol
Ui
33
Drie dientes de ajoKnoflookteentjes
PerejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
11
Een huevo batidoGeklopt ei
Pan ralladoPaneermeel
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de mantequillaBoter
Roomboter
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de lecheMelk
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie
Preparación:
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan a desalarOntzouten el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n tres3
Drie horasTijden
Uren antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y troceadasIn stukjes gesneden
In stukken gesneden. CuandoAls
Tijdens
Wanneer las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte se pasan porMen haalt door el pasapurésDe pureerzeef
De pureerzeven
De pureestamper
De zeef (om puree
te maken)
De zeven (om puree
te maken) y se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe una cucharaditaEen theelepeltje de mantequillaBoter
Roomboter y la lecheDe melk.
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met el aceiteDe olie
De olijfolie se doranMen bruint
Zij/ze worden bruin las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y los dientesDe tanden
De teentjes de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis, se leHaar
Hem
Het
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! una vueltaEen aswenteling
Een draai
Een draaiing
Een keer
Een omloop
Een omwenteling
Een rondrit
Een rotatie
Een terugkeer
Een terugreis
Een toer
Een wending
Een wenteling
Een wieling
Een zwenk
Een zwenking y se apartaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit de
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert zich af
Men haalt weg
Men zet apart. Se agregaMen voegt toe el sofritoHet baksel
Het gefruite alNaar de
Naar het puré de patatasAardappelpuree
Puree y se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
Se líanMen rolt los buñuelosDe beignets
De donuts en redondoGevuld
Gevulde
Rond
Ronde y se pasan porMen haalt door el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem batidoDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshake
Omgeroerd y por el pan ralladoHet paneermeel. se fríenBakt men en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! y cuandoAls
Tijdens
Wanneer estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn doradosAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakrelen
Plevieren
Pluvieren
Verguld
Vergulde se sacanMen haalt uit
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Bacalao Cebolla Perejil
Huevos al plato conDoor
Met
Per
Samen met puré de patataAardappelpuree
Ingredientes:
88
Acht huevosEieren
11
Een kg de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de lecheMelk templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige
100100
Honderd grs de queso ralladoGeraspte kaas (gruyereGruyère preferiblementeBij voorkeur
Liever)
Aceite de olivaOlijfolie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
CocemosWij koken
Wij/we bakken
Wij/we koken las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, las pelamosWij pellen
Wij schillen
Wij/we jassen
Wij/we jasten
Wij/we pelden
Wij/we pelden af
Wij/we pellen
Wij/we pellen af
Wij/we schilden
Wij/we schillen y las pasamos porWij halen door el pasapurésDe pureerzeef
De pureerzeven
De pureestamper
De zeef (om puree
te maken)
De zeven (om puree
te maken). AñadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe la lecheDe melk y mezclamosWij mengen
Wij/we gooiden door elkaar
Wij/we gooien door elkaar
Wij/we mengden
Wij/we mengen
Wij/we mixen
Wij/we mixten
Wij/we temperden
Wij/we temperen
Wij/we vermengden
Wij/we vermengen
Wij/we verwarden
Wij/we verwarren bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven el puréDe brij
De pap
De puree. LoDe
Hem
Het
U vertemosWij gieten
Wij/we gieten
Wij/we gieten in
Wij/we plengen
Wij/we schenken
Wij/we schenken in
Wij/we storten
Wij/we strooien
Wij/we vergieten en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de hornoKachel
Oven y conDoor
Met
Per
Samen met el dorsoDe achterkant
De keerzijde
De rugzijde de una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel soperaSoep-
Soepbord hacemosMaken wij
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit 88
Acht huecosDenkbeeldig
Denkbeeldige
Fantasierijk
Fantasierijke
Fantastisch
Fantastische
Gaten
Hersenschimmig
Hersenschimmige
Hol
Holen
Holten
Holtes
Holle
Ideëel
Ideële
Ijdel
Ijdele
Imaginair
Imaginaire
Ingebeeld
Ingebeelde
Ingevallen
Kuilen
Openingen
Putten
Uithollingen
Verdicht
Verdichte
Verwaand
Verwaande en el puréDe brij
De pap
De puree. Se casanMen verenigt
Zij/ze treden in het
huwelijk
Zij/ze trouwen los huevosDe eier
De eieren encima deAan
Boven op
Bovenop
Op cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes huecoDenkbeeldig
Denkbeeldige
Fantasierijk
Fantasierijke
Fantastisch
Fantastische
Gat
Hersenschimmig
Hersenschimmige
Hol
Holte
Holle
Ideëel
Ideële
Ijdel
Ijdele
Imaginair
Imaginaire
Ingebeeld
Ingebeelde
Ingevallen
Kuil
Opening
Put
Uitholling
Verdicht
Verdichte
Verwaand
Verwaande. Se salanMen zout ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug y se cubrenBedekt men
Zij/ze beschermen zich
Zij/ze betrekken
Zij/ze dekken zich conDoor
Met
Per
Samen met el queso ralladoDe geraspte kaas. GratinarGratineren
Paneren.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada
HuevosEieren fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit
Ingredientes:
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
22
Twee huevosEieren por personaMens
Personage
Persoon
22
Twee lonchasPlakken de sobrasadaSobra=
(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref!
carne de membrilloKweepeervruchtvlees
Preparación:
Se preparaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich op
Men bereidt un puré de patataEen aardappelpuree espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom y mantequillaBoter
Roomboter.
Se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden los huevosDe eier
De eieren fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit.
Se pasan porMen haalt door la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan las lonchasDe plakken de sobrasadaSobra=
(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref! que quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn doraditasGoudbruin
Goudbruine.
PresentaciónAanbieden
Aanbieding
Aanmelding
Belichten
Etaleren
Indienen
Maria opdracht
Opdracht
Optreden
Presentatie
Presenteren
Schenken
Tentoonstellen
Toetreding
Uitbrengen
Uiteenzetten
Uitstallen
Uitvoering
Verschijnen
Vertonen
Voorstellen
Voorstelling: colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten una baseEen base
Een basis
Een grond
Een grondslag
Een grondvlak de puréBrij
Moes
Pap
Puree, encimaBovendien
Er bovenop el huevo fritoHet gebakken ei
Het spiegelei conDoor
Met
Per
Samen met puntillitas y sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind la sobrasadaSobra=
(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref! y en un ladoEen flank
Een kant
Een zij
Een zijde
Een zijkant el membrilloDe kwee
De kweeappel
De kweepeer
De kweeperengelei en tiritasJij/je beeft van de
kou
Jij/je bibbert
Jij/je huivert
Pleisters
Reepjes.
CocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten andaluzAndalucïer
Andalusisch
Andalusiër
Ingredientes:
11
Een/22
Twee Kg. de garbanzosKikkererwten
11
Een/44
Vier Kg. de habichuelasBonen
Herenbonen
Kidneybonen
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen
Tuinbonen verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
11
Een/44
Vier Kg. de calabazasBewaarpompoenen
Courgettes
Eikelkalebassen
Grote pompoenen
Kalebassen
Kürbissen
Mergpompoenen
Muskaatpompoenen
Muskuskalebassen
Muskuspompoenen
Pompoenen
Pompoentoppen
Reuzenpompoenen
Sierpompoenen
Spaghettikalebassen
Turkse mutsen
Winterpompoenen
Zucchini's
200200
Tweehonderd grs. de tocinoSpek
200200
Tweehonderd grs. de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees
200200
Tweehonderd grs. de morcillaBloedworst
Geestigheid.
11
Een/44
Vier Kg. de polloKip
Kippenvlees
Kuiken
11
Een/44
Vier de tocinoSpek añejoBelegen
Oud
Oude
11
Een/44
Vier kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
Preparación:
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van en remojoIn de week los garbanzosDe kikkererwten la nocheDe avond
De nacht anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. Por la mañanaMorgen
Ochtend ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten 11
Een litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los garbanzosDe kikkererwten, el tocinoSpek, la carneHet vlees, la morcillaDe bloedworst
De geestigheid y el tocinoSpek añejoBelegen
Oud
Oude. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden una horaEen tijd
Een uur. CuandoAls
Tijdens
Wanneer los garbanzosDe kikkererwten estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte se le agreganMen voegt eraan toe las habichuelasDe bonen
De herenbonen
De kidneybonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen
De tuinbonen, las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, las calabazasDe bewaarpompoenen
De courgettes
De eekhoorntjesbroden
De eikelkalebassen
De grote pompoenen
De kalebassen
De kürbissen
De mergpompoenen
De muskaatpompoenen
De muskuskalebassen
De muskuspompoenen
De pompoenen
De pompoentoppen
De reuzenpompoenen
De sierpompoenen
De spaghettikalebassen
De turkse mutsen
De winterpompoenen
De zucchini's y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocerBakken
Koken un cuarto de horaEen kwartier.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn recién hechoVers gemaakt.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pollo Verde
Panallets
Ingredientes:
IngredientesBestanddelen
Ingrediënten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje baseBase
Baseert u!
Basis
Basis-
Grond
Grondslag
Grondt u!
Grondvlak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Ik baseer
Ik grond
Point-guard:
500g. de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels crudasBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige trituradasFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere (harina de almendraAmandelmeel)
500g. de azúcarSuiker
250g. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers (papasAardappelen
Aardappels
Pausen)
ralladuraGeraspte snippers de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel de limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
Panallets de piñonesPijnboompitten
Rondsels:
PiñonesPijnboompitten
Rondsels enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
huevoEi
Preparación:
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren bolasBallen
Bollen
Dotten
Klompen
Klonten
Kloten
Kluiten
Kogels
Proppen de pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje baseBase
Baseert u!
Basis
Basis-
Grond
Grondslag
Grondt u!
Grondvlak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Ik baseer
Ik grond
Point-guard y se pasan porMen haalt door clara de huevoEiwit ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug batidaDoorgeroerd
Drijfjacht
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjacht
Omgeroerd, se rebozanMen bedekt (door wentelen) conDoor
Met
Per
Samen met los piñonesDe pijnboompitten
De rondsels, se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el hornoDe kachel
De oven y se pintanMen beschildert
Zij/ze lakken, utilizandoAanwendend
Benuttend
Gebruikend
Met behulp van
Te baat nemend
Toepassend
Waarnemend un pincelEen kwast
Een penseel, conDoor
Met
Per
Samen met la yemaDe bot
De eidooier
De knop
Het uitspruitsel del huevoEi.
Panallets de almendraAmandel
Zoete amandel:
AlmendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige en trocitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
huevoEi
Preparación:
Igual queEvenals
Zoals los panallets de piñonesPijnboompitten
Rondsels
Panallets de caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis:
Café liofilizadoGevriesdroogde koffie
Oploskoffie (tipoDrukletter
Soort
Type Nescafé)
Preparación:
Se tomaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert zich
Men neemt una parteEen aandeel
Een bonk
Een brok
Een deel
Een eindje
Een gedeelte
Een homp
Een onderdeel
Een part
Een portie
Een rantsoen
Een stuk
Een stukje
Een taks
Een zijde de pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje baseBase
Baseert u!
Basis
Basis-
Grond
Grondslag
Grondt u!
Grondvlak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Ik baseer
Ik grond
Point-guard, se leHaar
Hem
Het
U mezclaArtsenijmengsel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Melange
Meng!
Mengeling
Mengelmoes
Mengen
Mengsel
Mix
Mix!
Mixen
Mixtuur
Temper!
Temperen
Vermeng!
Vermengen
Vermenging
Verwar!
Verwarren una cucharadita de caféEen koffielepeltje liofilizadoGevriesdroogd
Gevriesdroogde y tomamosWij nemen
Wij/we accepteerden
Wij/we accepteren
Wij/we drinken
Wij/we dronken
Wij/we gebruiken
Wij/we gebruikten
Wij/we kregen binnen
Wij/we krijgen binnen
Wij/we namen
Wij/we namen aan
Wij/we namen af
Wij/we namen in
Wij/we nemen
Wij/we nemen aan
Wij/we nemen af
Wij/we nemen in
Wij/we nuttigden
Wij/we nuttigen
Wij/we ontvangen
Wij/we ontvingen
Wij/we pakken
Wij/we pakken aan
Wij/we pakten
Wij/we pakten aan
Wij/we raapten op
Wij/we rapen op
Wij/we slaan in
Wij/we slikken in
Wij/we slikten in
Wij/we sloegen in
Wij/we snoven op
Wij/we snuiven op
Wij/we vatten
Wij/we vatten aan porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darleGeef het formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze de grano de caféKoffieboon y osJe
Jullie colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit en la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad del hornoKachel
Oven.
Panallets de chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk:
TipoDrukletter
Soort
Type 11
Een, igual queEvenals
Zoals los de caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis peroDoch
Echter
Maar utilizandoAanwendend
Benuttend
Gebruikend
Met behulp van
Te baat nemend
Toepassend
Waarnemend cacao en polvoCacaopoeder en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel de caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis.
TipoDrukletter
Soort
Type 22
Twee, tomamosWij nemen
Wij/we accepteerden
Wij/we accepteren
Wij/we drinken
Wij/we dronken
Wij/we gebruiken
Wij/we gebruikten
Wij/we kregen binnen
Wij/we krijgen binnen
Wij/we namen
Wij/we namen aan
Wij/we namen af
Wij/we namen in
Wij/we nemen
Wij/we nemen aan
Wij/we nemen af
Wij/we nemen in
Wij/we nuttigden
Wij/we nuttigen
Wij/we ontvangen
Wij/we ontvingen
Wij/we pakken
Wij/we pakken aan
Wij/we pakten
Wij/we pakten aan
Wij/we raapten op
Wij/we rapen op
Wij/we slaan in
Wij/we slikken in
Wij/we slikten in
Wij/we sloegen in
Wij/we snoven op
Wij/we snuiven op
Wij/we vatten
Wij/we vatten aan porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken de pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje baseBase
Baseert u!
Basis
Basis-
Grond
Grondslag
Grondt u!
Grondvlak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Ik baseer
Ik grond
Point-guard, leHaar
Hem
Het
U damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen la formaDe formaliteit
De gedaante
De manier
De vorm
De wijze que másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus nos(Aan) ons
Ons guste(Het) bevalt
Behaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houdt u van!
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zint u! y las colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit en la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad del hornoKachel
Oven. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over horneadosGebakken los pasamosWij passeren
Wij/we brachten door
Wij/we brengen door
Wij/we gaan langs
Wij/we gaan over
Wij/we gaan voorbij
Wij/we gaven aan
Wij/we gebeurden
Wij/we gebeuren
Wij/we geven aan
Wij/we gingen langs
Wij/we gingen over
Wij/we gingen voorbij
Wij/we haalden in
Wij/we halen in
Wij/we komen langs
Wij/we komen om
Wij/we kwamen langs
Wij/we kwamen om
Wij/we laten door
Wij/we lieten door
Wij/we overkomen
Wij/we overkwamen
Wij/we passeerden
Wij/we passeren
Wij/we reiken aan
Wij/we reikten aan
Wij/we staken over
Wij/we steken over
Wij/we verdreven
Wij/we verdrijven
Wij/we vergaan
Wij/we vergingen
Wij/we verliepen
Wij/we verlopen
Wij/we verstreken
Wij/we verstrijken, parcialmenteGedeeltelijk
Partieel
Partijdig o enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige, por cobertura de chocolateChocolate rico en manteca de cacao, que se emplea para cubrir o envolver diversas preparaciones..
Panallets de CocoCopra
Groene taro
Kalapa
Klapper
Klapperboom
Klappernoot
Kokos
Kokosnoot
Kokospalm
Kopra
Olifantsoor
Olifantsplant
Taro:
PrepararemosWij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bereiden
Wij/we zullen klaarmaken
Wij/we zullen opleiden
Wij/we zullen toebereiden
Wij/we zullen voorbereiden
Zullen we bereiden una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje baseBase
Baseert u!
Basis
Basis-
Grond
Grondslag
Grondt u!
Grondvlak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Ik baseer
Ik grond
Point-guard SustituyendoAflossend
Vervangend la almendraDe amandel
De zoete amandel por coco ralladoGeraspte kokos, tomamosWij nemen
Wij/we accepteerden
Wij/we accepteren
Wij/we drinken
Wij/we dronken
Wij/we gebruiken
Wij/we gebruikten
Wij/we kregen binnen
Wij/we krijgen binnen
Wij/we namen
Wij/we namen aan
Wij/we namen af
Wij/we namen in
Wij/we nemen
Wij/we nemen aan
Wij/we nemen af
Wij/we nemen in
Wij/we nuttigden
Wij/we nuttigen
Wij/we ontvangen
Wij/we ontvingen
Wij/we pakken
Wij/we pakken aan
Wij/we pakten
Wij/we pakten aan
Wij/we raapten op
Wij/we rapen op
Wij/we slaan in
Wij/we slikken in
Wij/we slikten in
Wij/we sloegen in
Wij/we snoven op
Wij/we snuiven op
Wij/we vatten
Wij/we vatten aan porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken y leHaar
Hem
Het
U damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen la formaDe formaliteit
De gedaante
De manier
De vorm
De wijze que queramosLaten we beminnen
Laten we houden van
Laten we liefhebben
Laten we willen
Wij willen
Wij/we beminnen
Wij/we hebben lief
Wij/we houden van
Wij/we willen, bolasBallen
Bollen
Dotten
Klompen
Klonten
Kloten
Kluiten
Kogels
Proppen, volcanesVulkanen etcEnzovoorts. y a la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad del hornoKachel
Oven
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hornearBakken:
PonemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad en el hornoDe kachel
De oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a 180º duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien / 2020
Twintig minutosMinuten.
Las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals son deZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen uit las redonditas, por aquíAlhier
Hier se llamanZij/ze heten
Zij/ze worden genoemd Marcona.
De los siguientes palabras hay una foto:
Almendra Café Coco Coco Limón Piñones
AlbóndigasBitterballen
Gehaktballetjes
Vleesballetjes de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers y "foie-grasFoie gras" vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische
Ingredientes:
500500
Vijfhonderd grs. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een huevoEi
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
5050
Vijftig grs. de "foie-grasFoie gras" (patéPastei
Paté vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische o patéPastei
Paté de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons)
1515
Vijftien grs. de margarinaMargarine "salsa de tomateKetchup
Tomatensaus II"
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
sal marinaZeezout
aceite de olivaOlijfolie
Preparación:
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden la salsa de tomateDe ketchup
De tomatensaus.
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y cocerlaKoken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y cocerlasKoken aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! sin pelarIn de schil
Ongepeld
Ongeschild.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen y aplastarUitrollen (van deeg) las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers conDoor
Met
Per
Samen met un tenedorEen dol
Een vork. La cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui se escurreDruip af!
Druip uit!
Giet af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wringt uit
Laat afdruipen
Laat uitlekken!
Wring uit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y se aplastaMen prakt
Men verplettert juntamente conBenevens
Mitsgaders
Samen met las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen alNaar de
Naar het puréBrij
Moes
Pap
Puree, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dejar deOphouden met
Stoppen met trabajarloBewerken, el patéDe pastei
De paté vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische, la mantequillaDe boter
De roomboter, la nataDe room
De slagroom
Het puikje líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere y los huevosDe eier
De eieren batidosDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshakes
Omgeroerd. AgregarBijmengen
Toevoegen un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie picaditoFijngehakt
Heel fijn gesneden.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward, se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend las albóndigasDe bitterballen
De gehaktballetjes
De vleesballetjes y se fríenBakt men en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan, procurandoBezorgend
Moeite doend
Pogend
Proberend
Strevend
Trachtend
Uitreikend
Verschaffend
Verstrekkend
Zich beijverend
Zoekend
Zorgend dat que quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn uniformementeUniform
Éénvormig doradasAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Goudbrasems
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Verguld
Vergulde
Zeebrasems. Sacarlas conDoor
Met
Per
Samen met una espumaderaEen schuimspaan y colocarlasPlaats ze sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! papel absorbenteAbsorberend papier
Vloeipapier para queOpdat
Zodat escurran(Zij) druipen af
Druipt u af!
Druipt u uit!
Giet u af!
Laat u uitlekken!
Wringt u uit!
Zij/ze druipen af
Zij/ze druipen uit
Zij/ze gieten af
Zij/ze laten uitlekken
Zij/ze wringen uit el aceiteDe olie
De olijfolie.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme y acompañadasBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
Vergezelde conDoor
Met
Per
Samen met la salsa de tomateDe ketchup
De tomatensaus.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Perejil
Brazo de gitano de patataAardappel
Pieper
Ingredientes:
33
Drie latasBlikjes
Blikken
Bussen
Jij/je klopt
Latten
Trommels
Trommeltjes de atún en aceite-Tonijn in olie
11
Een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de atúnGewone tonijn
Rode tonijn
Tonijn en escabecheHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in (in
azijn)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marineert
Ik leg in
Ik leg in (in
azijn)
Ik maak in
Ik marineer
Inlegazijn
Legt u in (in
azijn)!
Legt u in!
Maakt u in!
Marineert u!-
250 gr. de tomate frito-Tomatensaus
11
Een kg de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers- SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
Se cuecenWorden gekookt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se espachurranMen prakt conDoor
Met
Per
Samen met tenedorDol
Vork. Se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst un trapoEen doek
Een flard
Een lap
Een lomp
Een lor
Een tod
Een vod
Een vodje húmedoKlam
Klamme
Mottig
Mottige
Vochtig
Vochtige dobladoDoorgebogen
Dubbel gevouwen
Dubbelgevouwen
Gebogen
Gekromd
Geplooid
Gevouwen
Kromgebogen
Nagesynchroniseerd
Omgebogen
Omgevouwen
Verbogen
Verdubbeld
Verdubbelde por la mitadDe helft sobre laOp de
Op het mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank y sobre elOp de
Op het papel albalAlufolie
Aluminiumpapier, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin se extenderánMen zal uitspreiden
Zij/ze zullen zich rekken
Zij/ze zullen zich uitrekken
Zij/ze zullen zich uitstrekken las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers que hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn aplastadoGeplet
Uitgerold (van deeg) antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger. En el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden de las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit el tomateDe tomaat
De tomaatplant mezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward conDoor
Met
Per
Samen met el atúnDe gewone tonijn
De rode tonijn
De tonijn y loDe
Hem
Het
U enrollamosWij rollen
Wij/we hulden
Wij/we hullen
Wij/we omhulden
Wij/we omhullen
Wij/we rolden op
Wij/we rollen op
Wij/we stoppen toe
Wij/we stopten toe
Wij/we strengelden
Wij/we strengelen
Wij/we wikkelden
Wij/we wikkelden in
Wij/we wikkelen
Wij/we wikkelen in
Wij/we winden
Wij/we woelden
Wij/we woelen
Wij/we wonden todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. LoDe
Hem
Het
U meteremos enWij/we zullen doen in
Wij/we zullen stoppen in la neveraDe koelkast 22
Twee o 33
Drie horasTijden
Uren. AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger LeHaar
Hem
Het
U habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn quitadoAfgedaan
Afgehaald
Afgenomen
Afgetrokken
Afgezet
Beroofd
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen el papel albalHet alufolie y listoBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten.
NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: AyudándonosOns (be)helpend del trapoDoek
Flard
Lap
Lomp
Lor
Tod
Vod
Vodje húmedoKlam
Klamme
Mottig
Mottige
Vochtig
Vochtige desenrollaremosWij zullen uitrollen el brazoDe arm y leHaar
Hem
Het
U daremosWij zullen geven
Wij/we zullen aangeven
Wij/we zullen geven
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen toebrengen
Wij/we zullen toekennen
Wij/we zullen verlenen la formaDe formaliteit
De gedaante
De manier
De vorm
De wijze.
EsperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op que osJe
Jullie guste(Het) bevalt
Behaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houdt u van!
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zint u!, leHaar
Hem
Het
U podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien decorarDecoreren
Onderscheiden
Versieren conDoor
Met
Per
Samen met mayonesa, aceitunasOlijven comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals osJe
Jullie guste(Het) bevalt
Behaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houdt u van!
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zint u! y leHaar
Hem
Het
U podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet de un díaEen dag
Een etmaal paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! otroAnder
Andere
Nog een
Nog één.
De los siguientes palabras hay una foto:
Aceituna Papel albal Patata
Gratén de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers y cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
Ingredientes:
11
Een kiloKilo
Kilogram de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte conDoor
Met
Per
Samen met pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel, en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
22
Twee cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
Un sobreEen briefomslag
Een couvert
Een enveloppe de quesoKaas "mezclaArtsenijmengsel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Melange
Meng!
Mengeling
Mengelmoes
Mengen
Mengsel
Mix
Mix!
Mixen
Mixtuur
Temper!
Temperen
Vermeng!
Vermengen
Vermenging
Verwar!
Verwarren tres3
Drie quesosKazen"
3030
Dertig gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper.
Preparación:
PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finitasEindig
Eindige, pasarlasHaal ze
Passeren por una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan
hasta queTot
Totdat hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn cogidoAangegrepen
Aangepakt
Aangevat
Afgeplukt
Beetgenomen
Beetgepakt
Gegaan halen
Gegrepen
Gehaald
Genomen
Gepakt
Geplukt
Getokkeld
Gevat
Opgeraapt
Vastgegrepen
Verkregen colorKleur.
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, y pasarlasHaal ze
Passeren por un ralladorEen rasp paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! verdurasGroenten
Groentes.
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren con mantequillaMet boter una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad de hornoKachel
Oven, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer
la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers y cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien, aplastandoUitrollend (van deeg)
Verpletterend conDoor
Met
Per
Samen met una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel o una
espátulaBakspatel
Lepelaar
Plamuurmes
Roerspaan
Spaan
Spatel
Verfmes.
SalpimentarMet zout en peper
kruiden.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten el queso ralladoDe geraspte kaas por encima deAan
Boven
Over la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren, aplastandoUitrollend (van deeg)
Verpletterend de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
PonerlasZe doen en el hornoDe kachel
De oven, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1010
Tien minutosMinuten a cocerBakken
Koken y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, gratinarGratineren
Paneren.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimienta
GratinadoGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd
Gratineren
Paneren de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers conDoor
Met
Per
Samen met salchichasBraadworsten
Saucijsjes
Saucijzen
Worsten
Worstjes
Ingredientes:
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers hermosasFraai
Fraaie
Knap
Knappe
Mooi
Mooie
Net
Nette
Schone
Schoon
1010
Tien salchichasBraadworsten
Saucijsjes
Saucijzen
Worsten
Worstjes Frankfurt
22
Twee huevosEieren
11
Een lonchaPlak de beiconBacon de 5050
Vijftig gr.
125 gr. de quesoKaas de fundirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken en lonchasPlakken
3030
Dertig gr. de mantequillaBoter
Roomboter
22
Twee dl. de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
pimientaPeper
5050
Vijftig g. de queso ralladoGeraspte kaas
Preparación:
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, se aclaranZij/ze beduiden
Zij/ze helderen op
Zij/ze leggen uit
Zij/ze lichten toe
Zij/ze maken duidelijk
Zij/ze verdunnen
Zij/ze verhelderen
Zij/ze verklaren
Zij/ze verlichten
Zij/ze zetten uiteen y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften en trozosIn stukken hermososFraai
Fraaie
Knap
Knappe
Mooi
Mooie
Net
Nette
Schone
Schoon. Se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude, sazonadaGeassaisoneerd
Gekruid
Gekruide
Goed gekruid
Op smaak gebracht conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. Se enciendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloost
Men ontsteekt el fuegoHet vuur y se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 3030
Dertig minutosMinuten desde queSinds empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Pak aan!
Snijd aan!
Vang aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden.
TranscurridoNaar verloop van
Omgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd, se pasaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat heel ver
weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te ver
in figuurlijke zin
Men passeert
Slap wordt la patataDe aardappel
De pieper por el pasapurésDe pureerzeef
De pureerzeven
De pureestamper
De zeef (om puree
te maken)
De zeven (om puree
te maken), alNaar de
Naar het tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd que se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe la mantequillaDe boter
De roomboter en trozosIn stukken. Se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart conDoor
Met
Per
Samen met una cuchara de maderaEen houten lepel y se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la nataDe room
De slagroom
Het puikje, poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dejar deOphouden met
Stoppen met mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren. Se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt el beiconBacon en bastones pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y se doraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bruin
Men bruint en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y a fuegoVuur muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware. Se incorporanMen voegt toe
Zij/ze sluiten zich aan
Zij/ze treden in dienst los bastonesDe staven
De stokken
De terpentijnpistaches fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit alNaar de
Naar het puré de patataAardappelpuree.
A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende, se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd los huevosDe eier
De eieren y se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan a la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere. Se untaMen besmeert una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput con mantequillaMet boter y se tapizaMen bekleedt el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds conDoor
Met
Per
Samen met lonchasPlakken de quesoKaas. Se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich el quesoDe kaas conDoor
Met
Per
Samen met una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de puréBrij
Moes
Pap
Puree y sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! ellaHaar
Ze
Zij se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de las salchichasDe braadworsten
De saucijsjes
De saucijzen
De worsten
De worstjes, cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven. Se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer conDoor
Met
Per
Samen met una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de puréBrij
Moes
Pap
Puree y, seguidamenteAanstonds
Vervolgens, se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst otraAnder
Andere
Nog een
Nog één de salchichasBraadworsten
Saucijsjes
Saucijzen
Worsten
Worstjes. Para terminarTen slotte, se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met el puréDe brij
De pap
De puree. Se reparteMen verdeelt por encimaBovendien
Er bovenop unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken de mantequillaBoter
Roomboter y queso ralladoGeraspte kaas. Se mete al hornoMen plaats in de
oven, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!, hasta queTot
Totdat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt ligeramente doradoLicht goudgeel.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimienta
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers a la burgalesa
Ingredientes:
11
Een kg de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een/22
Twee de tomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
33
Drie puerrosOerpreien
Preien
100100
Honderd gr de chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst
22
Twee huevosEieren
ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren los puerrosDe oerpreien
De preien, lavarlosHen wassen y partirlos en arosAronskelken
Hoepels
Ringen. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten (previamenteEerst
Vooraf escaldadosGeblancheerd
Geblancheerde
Gepocheerd
Ijzer roodgloeiend gemaakt), quitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden y partirlos. PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen el ajoDe/het knoflook (un dienteEen tand
Een teentje llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!). CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren el chorizoDe chorizo
De knoflookworst
De pikante paprikaworst
De spaanse worst en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven. CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen más o menosMeer of minder
Ongeveer 22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan y freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten los puerrosDe oerpreien
De preien hasta queTot
Totdat se doren(Zij) worden bruin
Zij/ze worden bruin, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, el ajoDe/het knoflook y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt hasta queTot
Totdat se vayaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich reduciendoBeperkend
Herleidend
Inkokend
Inkrimpend
Reducerend
Vereenvoudigend
Verminderend
Zettend el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag que los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen soltandoLoslatend
Losmakend. MientrasTerwijl, cocerBakken
Koken los huevosDe eier
De eieren, pelarlosSchil ze y picarlosCortar cualquier alimento finamente de diferentes formas. Dar repetidos golpes con el machete, piedra o cuchillo hasta reducir el alimento a un picadillo.. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen y lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, cortarlasSnijd ze en dadosAangegeven
Blokken
Dobbelsteentjes
Dobbelstenen
Gegeven
Klontjes
Kubussen
Opgebracht
Teerlingen
Toegebracht
Toegekend
Verleend y echarlasToevoegen a la cazuelaIn de kookpot, rehogarlasWarm ze weer op unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n cinco5
Vijf minutosMinuten. EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen el chorizoDe chorizo
De knoflookworst
De pikante paprikaworst
De spaanse worst, 11
Een litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 3030
Dertig minutosMinuten a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius). Antes deAlvorens te
Voor terminarAfhandelen
Aflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los huevosDe eier
De eieren picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y espolvorearBepoederen
Bestrooien de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Perejil Pimienta
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers con ajoMet knoflook en puréGepureerd (enamoradosHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde)
Ingredientes:
450 grs. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trozosIn stukken
11
Een/33
Drie cabeza de ajoConjunto de las partes o dientes que forman el bulbo de la planta.
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
11
Een ½ cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime de mantequillaBoter
Roomboter
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Preparación:
CubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude y llevar aMeenemen naar
Meenemen voor hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, rebajarVerlagen
Verminderen el fuegoHet vuur y cocinarlasZe te koken hasta queTot
Totdat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten.
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen los dientesDe tanden
De teentjes de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y cocinarlosZe te koken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! igual queEvenals
Zoals las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, hasta queTot
Totdat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte, escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen y dejarlosHen laten enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen.
EscurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, peroDoch
Echter
Maar devolverlasBreng ze terug a la cacerolaDe braadpan
De degenkrab
De kasserol
De kastrol
De pan
De sauspan
De steelpan y dejarlasHen laten secarAfdrogen
Afvegen
Afwissen
Drogen
Droogmaken
Uitdrogen
Vegen
Wissen sobre elOp de
Op het fuegoVuur otroAnder
Andere
Nog een
Nog één ratitoOgenblikje másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! secarlasHen drogen. Sacarlas
QuitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen la cáscaraDe bolster
De dop
De schaal
De schil
De schors de los dientesDe tanden
De teentjes de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, y hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree del ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y la nataDe room
De slagroom
Het puikje.
BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend el ajoDe/het knoflook, mantequillaBoter
Roomboter salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper. Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt hacerseMaken
Raken
Worden una guarniciónEen beslag
Een bezetting
Een garnering
Een garnituur
Een garnizoen
Een stelletje de un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de albahacaBasilicum
Baziel
Bazielkruid
Koningskruid frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en confetti encimaBovendien
Er bovenop.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Albahaca Pimienta
Patatas con almejasAardappelen met schelpen
Aardappelen met venusschelpen
Ingredientes:
11
Een,55
Vijf kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers de buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende calidadAard
Allooi
Eigenschap
Kwaliteit
11
Een cabezaHoofd
Kop
Krop de merluza(Atlantische) heek
Atlantische heek
Heek
Mooie meid y suHaar
Hun
Uw
Zijn espinazoRuggengraat
Wervelkolom
400400
Vierhonderd gr. de almejasHartschelpen
Mosselen
Mossels
Strandgapers
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui
11
Een puerroOerprei
Prei
11
Een zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
22
Twee huevos durosHardgekookte eieren
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes
11
Een ramitoTakje de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
11
Een hoja de laurelLaurier
Laurierblad
5050
Vijftig gr. de harinaBloem
Meel
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de vino blancoWitte wijn
aceite de olivaOlijfolie
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
pimienta blancaWitte peper.
Preparación:
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan y se introducenMen voert in
Zij/ze dringen binnen
Zij/ze sluipen in
Zij/ze verschaffen zich toegang el espinazoDe ruggengraat
De wervelkolom y la cabezaDe kop
Het hoofd de merluza(Atlantische) heek
Atlantische heek
Heek
Mooie meid, así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts el puerroDe oerprei
De prei, la zanahoriaDe peen
De wortel y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! cebollaAjuin
Bloembol
Ui. Se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe la hoja de laurelDe laurier
Het laurierblad y el vino blancoDe witte wijn, y se sazonaMen brengt op smaak todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimienta blancaWitte peper. Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht alNaar de
Naar het fuegoVuur. CuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, se pruebaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Men probeert
Men proeft de sazonamientoKruiden y se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend a fuego medioMatig vuur, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten.
TranscurridoNaar verloop van
Omgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken eseDat
Die tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd, se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert del fuegoVuur y se reservaMen zet weg. En otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cazuelaBraadpan
Eenpansgerecht
Kasserol
Lage kookpot
Ovenschotel
Steelpan se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan aceite de olivaOlijfolie y se sofríeMen fruit la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! cebollaAjuin
Bloembol
Ui, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met dos2
Do's
Twee
Tweede dientes de ajoKnoflookteentjes, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. CuandoAls
Tijdens
Wanneer la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! blandaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze swingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait
Ik slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Slingert u!
Swingt u!
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
Zwaait u!, se incorporanMen voegt toe
Zij/ze sluiten zich aan
Zij/ze treden in dienst las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd "estiloStijl
Trant
Wijze madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding". Se rehogaMen verwarmt weer bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el conjuntoDe inrichting
De set
De troep
De verzameling
De/het complet
Het complex
Het ensemble
Het geheel
Het samenspel
Het stel
Het stelletje. Se espolvoreaMen bestrooit harinaBloem
Meel por encimaBovendien
Er bovenop y se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart rehogadoGesauteerd
Gesauteerde
Gesmoord
Gesmoord (in vet)
Gesmoorde, se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de vino blancoWitte wijn y el caldo de pescadoDe visbouillon y verdurasGroenten
Groentes pasado porGehaald door un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef. Se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden y se pruebaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Men probeert
Men proeft de sazonamientoKruiden. Se espolvoreaMen bestrooit abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend, a fuego moderadoMatig vuur, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2525
Vijfentwintig minutosMinuten. CuandoAls
Tijdens
Wanneer falten(Zij) ontbreken
Is u absent!
Is u afwezig!
Ontbreekt u!
Scheelt u!
Zij/ze ontbreken
Zij/ze schelen
Zij/ze zijn absent
Zij/ze zijn afwezig 1010
Tien minutosMinuten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el finalDe beëindiging
De voleinding
Het besluit
Het eind
Het einde
Het end de la cocciónHet bakken
Het koken, se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan las almejasDe hartschelpen
De mosselen
De mossels
De strandgapers y se tapaMen bedekt la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht. Se repartenMen verdeelt sobre elOp de
Op het guisoGerecht
Ik bekokstoof
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot los huevos durosDe hardgekookte eieren cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. El guisoDe stoofpot
Het gerecht
Het stoofgerecht debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug caldoso y la patataDe aardappel
De pieper bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank deshechaGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Hoja de laurel Perejil Pimienta blanca Puerro Zanahoria
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers conDoor
Met
Per
Samen met carne picadaGehakt
Ingredientes:
11
Een Kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
½ Kg. de carne picadaGehakt (11
Een/44
Vier de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn y ¼ de polloKip
Kippenvlees
Kuiken)
vino blancoWitte wijn
ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look (66
Zes dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes a rodajitasSchijfjes)
11
Een cucharaditaTheelepeltje rasaAfgestreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt af
Strijk af! de pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
pimientaPeper
11
Een cucharaditaTheelepeltje colmadaOvergelopen
Overlopen
Overtroffen
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Vol
Volle de oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! tortillaGevulde omelet
Omelet
Spaanse omelet
Struif
Tortilla (a rodajitasSchijfjes noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere) se fríenBakt men (peroDoch
Echter
Maar que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn crujientesKrokant
Krokante).
MientrasTerwijl en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan freiremosWij/we zullen bakken
Wij/we zullen braden
Wij/we zullen frituren
Wij/we zullen fruiten
Zullen wij bakken los ajosDe loken añadiremosWij/we zullen aanbrengen
Wij/we zullen bijdoen
Wij/we zullen bijleggen
Wij/we zullen bijmengen
Wij/we zullen bijvoegen
Wij/we zullen toegeven
Wij/we zullen toevoegen
Zullen wij toevoegen la carneHet vlees, la salHet zout, la pimientaDe peper, el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper y el oréganoDe oregano
De wilde majoraan
De wilde marjolein, cuandoAls
Tijdens
Wanneer la carneHet vlees esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd leHaar
Hem
Het
U vertemosWij gieten
Wij/we gieten
Wij/we gieten in
Wij/we plengen
Wij/we schenken
Wij/we schenken in
Wij/we storten
Wij/we strooien
Wij/we vergieten un chorreónScheut de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn y a todo estoDit alles las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds fritasGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit, leHaar
Hem
Het
U daremos vueltasWij/we zullen omdraaien
Wij/we zullen omkeren
Wij/we zullen ons omkeren
Wij/we zullen ronddraaien hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart unidoAaneengevoegd
Samengebracht
Verbonden
Verenigd y listoBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge!
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Orégano Pimentón Pimienta Pollo
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers en pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
Ingredientes:
11
Een/22
Twee kg. de tomatesTomaatplanten
Tomaten.
11
Een pimientoChilipeper
Lombok
Paprika
Peper
Pepperoni
Peruaanse peper
Roze peper
Roze peperkorrels
Spaanse peper.
11
Een/22
Twee cabezaHoofd
Kop
Krop de ajosLoken.
11
Een/22
Twee cebollaAjuin
Bloembol
Ui.
11
Een kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers.
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
Se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper, el ajoDe/het knoflook, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper.
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan todo estoDit alles en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el aceiteDe olie
De olijfolie y se refríeMen bakt op.
LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se le añadenMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel y picaditos.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle refrito se trituraMen pureert todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
Se pelanMen schilt y cortanSnijden
Zij/ze breken af
Zij/ze doorsnijden
Zij/ze hakken
Zij/ze houwen
Zij/ze kappen
Zij/ze knippen
Zij/ze onthoofden
Zij/ze plukken
Zij/ze plukken af
Zij/ze rukken af
Zij/ze schakelen uit
Zij/ze scheren
Zij/ze scheuren weg
Zij/ze slaan het hoofd
af
Zij/ze snerpen
Zij/ze snijden
Zij/ze snijden af
Zij/ze snijden door
Zij/ze snoeien
Zij/ze verrichten sectie las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan a la cacerolaDe braadpan
De degenkrab
De kasserol
De kastrol
De pan
De sauspan
De steelpan cubriéndoloHet bedekkend todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!.
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) hasta queTot
Totdat las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el puntoDe spikkel
De stip
De/het mespunt
Het gegeven
Het oog de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer termineBesluit u!
Beëindigt u!
Eindigt
Eindigt u!
Handelt u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Ik besluit
Ik beëindig
Ik eindig
Ik handel af
Ik loop af
Ik maak af
Ik maak uit
Ik sluit af
Ik voleindig
Loopt u af!
Maakt u af!
Maakt u uit!
Sluit u af!
Voleindigt u! de hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit estasDeze
Dezen patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cuandoAls
Tijdens
Wanneer tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige ingredientesBestanddelen
Ingrediënten eseDat
Die díaDag
Etmaal en la cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis, cuandoAls
Tijdens
Wanneer terminaBesluit!
Beëindig!
Eindig
Eindig!
Handel af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Loop af!
Maak af!
Maak uit!
Sluit af!
Voleindig! la cocciónHet bakken
Het koken se puedeMen kan cuajarDik laten worden
Doen stollen un huevoEen ei por comensalTafelgenoot, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook queda(Het) blijft over
Ben!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende. PeroDoch
Echter
Maar siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! la casualidadDe toevalligheid de que tampocoEvenmin
Ook niet tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast huevosEieren, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!, talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt la recetaHet recept y puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Pimentón Pimiento Pimiento
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers en salsa verdeGroene saus
Ingredientes:
6-7 patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen.
aceite de olivaOlijfolie suficienteVoldoende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds de la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht, y que permita(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u! rehogarSauteren
Smoren (in vet) las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook.
250 gr. de guisantesDoperwten
Erwten (FrescosBrutaal
Brutale
Fresco's
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koeltes
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse o congeladosBevroren
Diepgevroren
Ingevroren; NUNCANimmer
Nooit de lataBlikken
Uit blik).
11
Een ramitaTakje de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie o bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af de boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Sloep
Smijt u eruit!
Sopt u!.
11
Een huevoEi.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
11
Een) PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y lavarlasHen wassen.
22
Twee) CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven gorditasMollig
Mollige (de un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd que un dedoEen teen
Een vinger de espesorConsistentie
Dichtheid
Dikte, aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat).
33
Drie) EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen el aceiteDe olie
De olijfolie en la cazuela -De braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht o bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, en la olla a presiónDe hogedrukpan
De snelkookpan rápidaGauw
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge, peroDoch
Echter
Maar en la baja -De achteruitgang
De lage
De ondergang
De verflauwing
De vermindering
De/het debacle
Het verval y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen (fuego medioMatig vuur, niEn niet
Evenmin
Noch muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware niEn niet
Evenmin
Noch muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele).
44
Vier) CuandoAls
Tijdens
Wanneer el aceiteDe olie
De olijfolie empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a calentarseOpgewonden raken
Opwarmen, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el diente de ajoDe teen knoflook
Het knoflookteentje
Het teentje knoflook, dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que coja(Het) neemt (aan)
Gaat u halen!
Grijpt u aan!
Grijpt u vast!
Grijpt u!
Haalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Hinkend
Hinkende
Ik ga halen
Ik grijp
Ik grijp aan
Ik grijp vast
Ik haal
Ik neem
Ik neem beet
Ik pak
Ik pak aan
Ik pak beet
Ik pak ik neem
Ik pluk
Ik pluk af
Ik raap op
Ik tokkel
Ik vat
Ik vat aan
Kreupel
Kreupele
Mank
Manke
Neemt u beet!
Neemt u!
Pakt u aan!
Pakt u beet!
Pakt u!
Plukt u af!
Plukt u!
Raapt u op!
Tokkelt u!
Vat u aan!
Vat u! colorKleur, ¡ ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op! que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se quemeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt zich!
55
Vijf) Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que el diente de ajoDe teen knoflook
Het knoflookteentje
Het teentje knoflook esté dorado(Het) is goudbruin
Goudgeel is, sacarloEruit halen y echarloEraan toevoegen
Toevoegen alNaar de
Naar het morteroHouwitser
Metselkalk
Mortel
Mortier
Specie
Vijzel.
66
Zes) EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers a la cazuelaIn de kookpot (uOf olla a presiónHogedrukpan
Snelkookpan). RehogarlasWarm ze weer op: O seaDat wil zeggen
Dus
Namelijk
Oftewel, dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que se vayanZij gaan
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend, dándolesZe gevend vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen conDoor
Met
Per
Samen met una espumaderaEen schuimspaan de vez en cuandoAf en toe
Bijwijlen
Van tijd tot tijd: UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 55
Vijf minutosMinuten. ¡atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid!: RehogarSauteren
Smoren (in vet) las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers a fuego medioMatig vuur.
77
Zeven) Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer rehogadasGesauteerd
Gesauteerde
Gesmoord
Gesmoord (in vet)
Gesmoorde las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude: JustoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Goeie
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige la suficienteVoldoende para queOpdat
Zodat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn cubiertasAangezuiverd
Banden
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslagen
Buitenbanden
Couverten
Daken
Dekken
Donker
Donkere
Enveloppen
Gedekt
Repen
Scheepsdekken
Somber
Sombere
Strippen
Strips
Stroken
Toegedekt
Verdekken
Windselen
Windsels las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers.
MoverBewegen
Roeren
Verroeren la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht (uOf olla a presiónHogedrukpan
Snelkookpan) suavementeZacht
Zachtjes
99
Negen) EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen los guisantesDe doperwten
De erwten y volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar moverBewegen
Roeren
Verroeren la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht suavementeZacht
Zachtjes.
1010
Tien) EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
1111
Elf) EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout alNaar de
Naar het morteroHouwitser
Metselkalk
Mortel
Mortier
Specie
Vijzel y majarFijnstampen
Vermalen el ajoDe/het knoflook, echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! alNaar de
Naar het morteroHouwitser
Metselkalk
Mortel
Mortier
Specie
Vijzel y echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind majadoFijngestampt
Vermalen a las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers.
1212
Twaalf) LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem: meterloStoppen (conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn cáscaraBolster
Dop
Schaal
Schil
Schors) con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers.
1313
Dertien) TaparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen la olla a presiónDe hogedrukpan
De snelkookpan.
1414
Veertien) DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken: 55
Vijf minutosMinuten.
1515
Vijftien) ApagarBlussen
Dempen
Doven
Uitblazen
Uitblussen
Uitdoen
Uitdoven
Uitmaken
Uitschakelen
Uitzetten el fuegoHet vuur y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van reposarLaten rusten
Rusten sobre laOp de
Op het placa vitrocerámicaKeramische plaat hasta queTot
Totdat salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! la presiónDe aandrang
De drang
De druk
De knel
De pressie
Het aandraaien
Het aandrukken
Het dringen
Het drukken
Het ineendringen
Het ineendrukken
Het knellen
Het persen
Het pressen
Het samendrukken
Het samenknijpen.
1616
Zestien) Se mueveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroert zich
Men roert suavementeZacht
Zachtjes la olla exprésDe snelkookpan.
1717
Zeventien) Se abreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opent de rij
Opengaat y se sacaMen haalt eruit
Men haalt uit el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem.
1818
Achttien) Se meteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt ergens in
Men plaatst el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude, se pelaMen schilt y se picaHakt men
Men prikt (con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig, quema(Het) brandt aan
Aanbranden
Afbranden
Brand af!
Brand!
Branden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschroeit
Verbrand!
Verbranden
Verbranding
Verschroei!
Verschroeien muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere) sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers.
1919
Negentien) Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op.
VARIANTESLezingen
Variabelen
Varianten
Variaties
Variëteiten QUE SE PUEDENMen kan HACERAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren CONDoor
Met
Per
Samen met ESTEDeze
Dit
Oosten
Oostenwind PLATOBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs:
EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs queda(Het) blijft over
Ben!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe:
a) unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n chirlasGestreepte venusschelpen
Venusschelpen o almejasHartschelpen
Mosselen
Mossels
Strandgapers: se le añadenMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe: 11
Een) siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals las chirlasDe gestreepte venusschelpen
De venusschelpen estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn frescasBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse: cuandoAls
Tijdens
Wanneer las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn hechasAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd, darles un hervorEen borrelen
Een koken
Een zieden hasta queTot
Totdat se abranZij/ze beginnen
Zij/ze gaan open
Zij/ze openen de rij. 22
Twee) SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals las chirlasDe gestreepte venusschelpen
De venusschelpen estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn congeladasBevroren
Diepgevroren
Ingevroren: cuandoAls
Tijdens
Wanneer se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds los guisantesDe doperwten
De erwten: ATENCIÓNAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid, hay queMen moet lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las chirlasDe gestreepte venusschelpen
De venusschelpen antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger.
b) UnasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n gambasGamba's
Garnalen
Grote garnalen peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde congeladasBevroren
Diepgevroren
Ingevroren: se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan cuandoAls
Tijdens
Wanneer las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn hechasAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd, se lesHen
Hun
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! un simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele hervorBorrelen
Koken
Zieden.
c) ChirlasGestreepte venusschelpen
Venusschelpen y gambasGamba's
Garnalen
Grote garnalen peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde: cada unaElk de las cosasDe aangelegenheden
De affaires
De dingen
De voorwerpen
De zaken comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk en el puntoDe spikkel
De stip
De/het mespunt
Het gegeven
Het oog anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere.
d) Un lomoEen kruis
Een lende
Een lendenstuk
Een rug
Een rugstuk de merluza(Atlantische) heek
Atlantische heek
Heek
Mooie meid congeladaBevriezen
Bevroren
Diepgevroren
Diepvriezen
Ingevroren
Invriezen por personaMens
Personage
Persoon+ unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n chirlasGestreepte venusschelpen
Venusschelpen: SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la merluzaDe (atlantische) heek
De heek
De mooie meid y las chirlasDe gestreepte venusschelpen
De venusschelpen estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn congeladasBevroren
Diepgevroren
Ingevroren, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen cuandoAls
Tijdens
Wanneer se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds los guisantesDe doperwten
De erwten. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la merluzaDe (atlantische) heek
De heek
De mooie meid y las chirlasDe gestreepte venusschelpen
De venusschelpen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn congeladasBevroren
Diepgevroren
Ingevroren (porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn frescosBrutaal
Brutale
Fresco's
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koeltes
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse o los hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt descongeladoOntdooid
Ontdooide) añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen cuandoAls
Tijdens
Wanneer las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers estén hechasKlaar zijn y darles un hervorEen borrelen
Een koken
Een zieden (55
Vijf minutosMinuten).
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Perejil
Patatas en salsa verde conDoor
Met
Per
Samen met chirlasGestreepte venusschelpen
Venusschelpen
Ingredientes:
11
Een 11
Een/22
Twee kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers,
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!,
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes,
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui,
harinaBloem
Meel,
11
Een/44
Vier kg. de chirlasGestreepte venusschelpen
Venusschelpen,
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie,
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y trocearlasIn stukjes snijden en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat gruesasCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige, o en dadosAangegeven
Blokken
Dobbelsteentjes
Dobbelstenen
Gegeven
Klontjes
Kubussen
Opgebracht
Teerlingen
Toegebracht
Toegekend
Verleend grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime, ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y los dientesDe tanden
De teentjes de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finosDelicaat
Delicate
Droge sherry's
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry's
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, cuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! un poco doradoEnigszins goudgeel se le agreganMen voegt eraan toe las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se espolvoreaMen bestrooit conDoor
Met
Per
Samen met harinaBloem
Meel y el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, o machacadoFijngestampt
Fijngestampte
Gestampt
Verpletterd
Verpletterde en un morteroEen houwitser
Een metselkalk
Een mortel
Een mortier
Een specie
Een vijzel, lesHen
Hun
U damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking y se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe el aguaHet water, loDe
Hem
Het
U sazonamosWij kruiden
Wij/we assaisoneerden
Wij/we assaisoneren
Wij/we brachten op smaak
Wij/we brengen op smaak
Wij/we kruidden
Wij/we kruiden dejándolo(Erop) latend cocerBakken
Koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 3030
Dertig min, seguidamenteAanstonds
Vervolgens leHaar
Hem
Het
U añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe las chirlasDe gestreepte venusschelpen
De venusschelpen que debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout para queOpdat
Zodat sueltenLaat u los!
Loslaten
Maakt u los!
Zij/ze laten los
Zij/ze maken los la arenaDe arena
De kampplaats
De piste
Het krijt
Het strijdperk
Het worstelperk
Het zand, dejándolo(Erop) latend hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden por espacio deGedurende unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 66
Zes min. másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Cebolla Perejil
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers en salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes conDoor
Met
Per
Samen met chirlasGestreepte venusschelpen
Venusschelpen
Ingredientes:
11
Een 11
Een/22
Twee kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, 22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes, 11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui, harinaBloem
Meel, 11
Een/44
Vier kg. de chirlasGestreepte venusschelpen
Venusschelpen, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y cortarlasSnijd ze en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat gruesaCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige, o en dadosAangegeven
Blokken
Dobbelsteentjes
Dobbelstenen
Gegeven
Klontjes
Kubussen
Opgebracht
Teerlingen
Toegebracht
Toegekend
Verleend grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, los ajosDe loken cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finosDelicaat
Delicate
Droge sherry's
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry's
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! un poco doradoEnigszins goudgeel se le agreganMen voegt eraan toe las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers espolvoreadasBepoederd
Bestrooid
Bestrooide conDoor
Met
Per
Samen met harinaBloem
Meel y se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie machacadoFijngestampt
Fijngestampte
Gestampt
Verpletterd
Verpletterde en un morteroEen houwitser
Een metselkalk
Een mortel
Een mortier
Een specie
Een vijzel conDoor
Met
Per
Samen met 11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook, se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat una vueltaEen aswenteling
Een draai
Een draaiing
Een keer
Een omloop
Een omwenteling
Een rondrit
Een rotatie
Een terugkeer
Een terugreis
Een toer
Een wending
Een wenteling
Een wieling
Een zwenk
Een zwenking y se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe el aguaHet water, loDe
Hem
Het
U sazonamosWij kruiden
Wij/we assaisoneerden
Wij/we assaisoneren
Wij/we brachten op smaak
Wij/we brengen op smaak
Wij/we kruidden
Wij/we kruiden y loDe
Hem
Het
U dejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden por espacio deGedurende unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 3030
Dertig min. seguidamenteAanstonds
Vervolgens leHaar
Hem
Het
U añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe las chirlasDe gestreepte venusschelpen
De venusschelpen que debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout para queOpdat
Zodat sueltenLaat u los!
Loslaten
Maakt u los!
Zij/ze laten los
Zij/ze maken los la arenaDe arena
De kampplaats
De piste
Het krijt
Het strijdperk
Het worstelperk
Het zand que tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast, loDe
Hem
Het
U dejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 66
Zes min. másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus y loDe
Hem
Het
U serviremosWij zullen opdienen
Wij/we zullen aankaarten
Wij/we zullen baten
Wij/we zullen bedienen
Wij/we zullen deugen
Wij/we zullen dienen
Wij/we zullen een dienst
bewijzen
Wij/we zullen geschikt zijn
Wij/we zullen helpen
Wij/we zullen opdienen
Wij/we zullen serveren
Wij/we zullen van dienst
zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Perejil Verde
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers gratinadasGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd conDoor
Met
Per
Samen met dos2
Do's
Twee
Tweede quesosKazen
Ingredientes:
88
Acht patatasAardappelen
Aardappels
Piepers grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
100100
Honderd gr. de mantequillaBoter
Roomboter
5050
Vijftig gr. de queso gruyèreGruyère ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
1515
Vijftien cl. de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik!
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
pimientaPeper
Preparación:
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Se lavanMen wast
Zij/ze wassen zich y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. Se metenMen plaatst
Zij/ze mengen zich
Zij/ze stappen ergens in a remojarWeken, en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal, conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude. MientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, se enciendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloost
Men ontsteekt el hornoDe kachel
De oven a unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 180º. Se untaMen besmeert bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart una tarteraEen taartvorm de hornoKachel
Oven con mantequillaMet boter. Se extiendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt zich uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt zich uit
Men strekt uit un papel absorbenteEen absorberend papier
Een vloeipapier en la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa o un pañoEen doek
Een laken
Een stof
Een theedoek
Een weefsel limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren, y se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich colocandoBeleggend
Doend
Door te plaatsen
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Onderbrengend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Uitzettend
Verplaatsend
Vlijend
Zettend las rodajasDe plakken
De radeermessen
De schijven de bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridasAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! secarlasHen drogen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat. Se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers en el fondoEigenlijk
Strikt genomen de la tarteraDe taartvorm. Se extiendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt zich uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt zich uit
Men strekt uit sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! ellaHaar
Ze
Zij un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom y se espolvoreanBestrooi ze los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's quesosKazen ralladosGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte y mezcladosDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward por encimaBovendien
Er bovenop. Se le añadenMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken de mantequillaBoter
Roomboter, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart repartidosBezorgd
Gedistribueerd
Rondgedeeld
Rondgegeven
Uitgedeeld
Uitgereikt
Verdeeld, y se sazonaMen brengt op smaak todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper. De nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer, se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan otraAnder
Andere
Nog een
Nog één capaCastreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak de un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom, etcEnzovoorts, , asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs completarAanvullen
Afmaken
Bijwerken
Completeren
Voleinden 33
Drie capasJassen
Jij/je castreert
Jij/je ontmant
Lagen
Mantels
Pakken, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van la superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure conDoor
Met
Per
Samen met queso ralladoGeraspte kaas.
Se mete al hornoMen plaats in de
oven, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin tiene queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten una horaEen tijd
Een uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat, para queOpdat
Zodat se haganZich vormen
Zij/ze raken
Zij/ze worden bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la capaDe jas
De laag
De mantel superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure se doraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bruin
Men bruint antes deAlvorens te
Voor tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd, se puedeMen kan cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken la tarteraDe taartvorm, a mitadHelft de cocciónBakken
Koken, conDoor
Met
Per
Samen met papel de aluminioAlufolie. Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve tarteraTaartvorm de hornoKachel
Oven, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimienta Tartera
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers guisadasBekokstoofd
Gekookt
Gekookte
Gesmoord
Gestoofd conDoor
Met
Per
Samen met arrozRijst
Ingredientes:
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers, cebollaAjuin
Bloembol
Ui, chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst, arrozRijst, aceite de olivaOlijfolie y unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n cubitosBlokjes de caldo de carne.
Preparación:
En una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de aceite de olivaOlijfolie pochamosWij pocheren la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui picaditaFijngehakt. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer pochadaGepocheerd
Gepocheerde
Gesauteerd
Gesmoord (in vet), añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n rodajitasSchijfjes de chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers troceadasIn stukjes gesneden
In stukken gesneden. RehogarSauteren
Smoren (in vet) unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los cubitosDe blokjes de caldo de carne y cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!. CuandoAls
Tijdens
Wanneer rompa(Het) breekt
Breekt u af!
Breekt u door!
Breekt u stuk!
Breekt u!
Doorbreekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Ik breek
Ik breek af
Ik breek door
Ik breek stuk
Ik doorbreek
Ik maak kapot
Ik schend
Ik verbreek
Maakt u kapot!
Schendt u!
Verbreekt u! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen una tacitaBekertje
Kopje de arrozRijst. CocerBakken
Koken.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Arroz Cebolla
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers guisadasBekokstoofd
Gekookt
Gekookte
Gesmoord
Gestoofd en sarténBraadpan
Koekenpan
Pan
Ingredientes: (44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
11
Een Kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een tomateTomaat
Tomaatplant maduritoRijp
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Una cucharaditaEen theelepeltje de pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper.
UnasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n bolitasBolletjes de pimienta negraZwarte peper
UnasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n hojitasBlaadjes de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y aceite de olivaOlijfolie
Preparación:
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime echamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg un dedoEen teen
Een vinger de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, calentamosWij verwarmen
Wij/we stoken
Wij/we stookten
Wij/we verhitten
Wij/we verwarmden
Wij/we verwarmen
Wij/we warmden
Wij/we warmen y doramosWij maken goudbruin
Wij/we braadden aan
Wij/we braden aan las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers que tendremosWij zullen hebben
Wij/we zullen bijhouden
Wij/we zullen erop nahouden
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen houden
Wij/we zullen vasthouden partidasAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven de 22
Twee ó 33
Drie mm. aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat, añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper (fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg del fuegoVuur) y, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que ésteDeze
Dit se quemeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt zich, rehogamosWij warmen weer op
Wij/we sauteerden
Wij/we sauteren
Wij/we smoorden (in vet)
Wij/we smoren (in vet) bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. AñadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! que las cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan!, sin pasarnosZonder overdrijven, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y el tomateDe tomaat
De tomaatplant enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige, dejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen cocerBakken
Koken; cuandoAls
Tijdens
Wanneer la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel del tomateTomaat
Tomaatplant se desprendaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt afvallig fácilmenteAllicht
Gemakkelijk
Makkelijk
Met gemak, loDe
Hem
Het
U sacamosWij halen uit
Wij/we behaalden
Wij/we behalen
Wij/we brachten naar buiten
Wij/we brengen naar buiten
Wij/we deden af
Wij/we deden uit
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we dwingen af
Wij/we dwongen af
Wij/we haalden
Wij/we haalden eruit
Wij/we haalden te voorschijn
Wij/we haalden uit
Wij/we haalden van
Wij/we halen
Wij/we halen eruit
Wij/we halen te voorschijn
Wij/we halen uit
Wij/we halen van
Wij/we hoosden
Wij/we hozen
Wij/we knevelden
Wij/we knevelen
Wij/we kregen uit
Wij/we krijgen uit
Wij/we ontleenden
Wij/we ontlenen
Wij/we persen af
Wij/we persten af
Wij/we putten
Wij/we scheppen
Wij/we schepten
Wij/we trekken uit
Wij/we trokken uit
Wij/we zetten af, pelamosWij pellen
Wij schillen
Wij/we jassen
Wij/we jasten
Wij/we pelden
Wij/we pelden af
Wij/we pellen
Wij/we pellen af
Wij/we schilden
Wij/we schillen y echamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg en el almirezDe vijzel
De/het mortier en el queWaarin habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn majadoFijngestampt
Vermalen el ajoDe/het knoflook fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde, la pimientaDe peper y el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie. AñadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe esta mezclaDit mengsel a las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y dejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen que de un hervorEen borrelen
Een koken
Een zieden.
NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals queremosWij willen
Wij/we beminnen
Wij/we hebben lief
Wij/we houden van
Wij/we willen convertirloHet veranderen en platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke, añadiremosWij/we zullen aanbrengen
Wij/we zullen bijdoen
Wij/we zullen bijleggen
Wij/we zullen bijmengen
Wij/we zullen bijvoegen
Wij/we zullen toegeven
Wij/we zullen toevoegen
Zullen wij toevoegen 44
Vier huevosEieren en el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste hervorBorrelen
Koken
Zieden y dejaremosWij zullen laten
Wij/we zullen achterlaten
Wij/we zullen in de
steek laten
Wij/we zullen laten
Wij/we zullen laten begaan
Wij/we zullen laten schieten
Wij/we zullen legateren
Wij/we zullen lenen
Wij/we zullen loslaten
Wij/we zullen nalaten
Wij/we zullen ons verlaten
van
Wij/we zullen opleveren
Wij/we zullen overlaten
Wij/we zullen toestaan
Wij/we zullen toevertrouwen
Wij/we zullen verlaten
Wij/we zullen vermaken
Wij/we zullen verzuimen cuajarDik laten worden
Doen stollen al gustoNaar smaak.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Perejil Pimentón dulce Pimienta negra Tomate Tomate
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers mimosasAanhalig
Aanhalige
Mimosa's
Vertroeteld
Vertroetelde
Verwend
Verwende
Verwijfd
Verwijfde
Ingredientes:
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
11
Een pimiento morrónSpaanse peper
Spaanse peper (grove)
22
Twee cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
200200
Tweehonderd grs bonito(Atlantische) boniet
Aardig
Aardige
Atlantische boniet
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Bonito
Bonito (vis)
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
Mooie en aceiteIn olie
88
Acht aceitunas negrasZwarte olijven
MahonesaMayonaise
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
CocerBakken
Koken las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers conDoor
Met
Per
Samen met pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y un chorritoEen scheutje de vinagreAzijn
Edik en el aguaHet water para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se rompaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat kapot la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel. Las pelamosWij pellen
Wij schillen
Wij/we jassen
Wij/we jasten
Wij/we pelden
Wij/we pelden af
Wij/we pellen
Wij/we pellen af
Wij/we schilden
Wij/we schillen y partimosWij verdelen
Wij/we braken af
Wij/we breken af
Wij/we deelden
Wij/we delen
Wij/we gaan op weg
Wij/we gaan weg
Wij/we gingen op weg
Wij/we gingen weg
Wij/we splitsen
Wij/we splitsen op
Wij/we splitsten
Wij/we splitsten op
Wij/we stappen op
Wij/we stapten op
Wij/we starten
Wij/we startten
Wij/we tijgen
Wij/we togen
Wij/we verdeelden
Wij/we verdelen
Wij/we vertrekken
Wij/we vertrokken por la mitadDe helft, a lo largoDe lengte.
VaciamosWij ledigen
Wij/we gieten
Wij/we gieten af
Wij/we goten
Wij/we goten af
Wij/we haalden uit
Wij/we halen uit
Wij/we holden uit
Wij/we hollen uit
Wij/we ledigden
Wij/we ledigen
Wij/we leegden
Wij/we legen
Wij/we lensden
Wij/we lenzen
Wij/we lichten
Wij/we lichtten
Wij/we ruimden
Wij/we ruimen cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! patataAardappel
Pieper conDoor
Met
Per
Samen met una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel.
MezclamosWij mengen
Wij/we gooiden door elkaar
Wij/we gooien door elkaar
Wij/we mengden
Wij/we mengen
Wij/we mixen
Wij/we mixten
Wij/we temperden
Wij/we temperen
Wij/we vermengden
Wij/we vermengen
Wij/we verwarden
Wij/we verwarren en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal el bonitoDe (atlantische) boniet
De atlantische boniet
De bonito conDoor
Met
Per
Samen met la cebolletaDe amsterdamse uitjes
De inmaakuitjes
De japanse bladui
De japanse bosui
De pijplook
De schaluun
De snijlook
De stengelajuin
De stengelui
De stengellook
De ui
De zilveruitjes
De/het fijn bieslook
De/het grof bieslook
De/het grove bieslook
Het zilveruitje picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige muy finaHeel fijn y la mahonesaDe mayonaise. RellenamosWij vullen
Wij/we farceerden
Wij/we farceren
Wij/we vulden
Wij/we vulden bij
Wij/we vulden in
Wij/we vulden op
Wij/we vullen
Wij/we vullen bij
Wij/we vullen in
Wij/we vullen op
Wij/we zetten op las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers conDoor
Met
Per
Samen met esta mezclaDit mengsel.
CubrimosWij bedekken
Wij/we bedekken
Wij/we bedekten
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we beschermden
Wij/we beschermen
Wij/we dekken
Wij/we dekken toe
Wij/we dekten
Wij/we dekten toe
Wij/we zuiverden aan
Wij/we zuiveren aan las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk de la mahonesaDe mayonaise. AdornamosWij versieren
Wij/we decoreerden
Wij/we decoreren
Wij/we dossen uit
Wij/we dosten uit
Wij/we sierden
Wij/we sierden op
Wij/we sieren
Wij/we sieren op
Wij/we tooiden
Wij/we tooien
Wij/we versierden
Wij/we versieren conDoor
Met
Per
Samen met tiras deJij/je trekt aan pimiento morrónSpaanse peper
Spaanse peper (grove) asadoBraadstuk
Gebraad
Gebraden
Gebraden vlees
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde y conDoor
Met
Per
Samen met las aceitunas negrasDe zwarte olijven. EspolvoreamosWij bestrooien
Wij/we bepoederden
Wij/we bepoederen
Wij/we bestrooiden
Wij/we bestrooien con perejilMet peterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. GratinarGratineren
Paneren unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cada Cada Patata Pimiento morrón
Patatas revolconas conDoor
Met
Per
Samen met torreznitos
Preparación:
Se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden 55
Vijf o 66
Zes patatasAardappelen
Aardappels
Piepers peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trocitosStukjes medianosDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden- conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y un chorritoEen scheutje de aceite de olivaOlijfolie. CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte se pasan porMen haalt door un pasapurésEen pureerzeef
Een pureestamper
Een zeef (om puree
te maken) y se reservanMen zet weg.
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met aceite de olivaOlijfolie se sofríenMen fruit 33
Drie dientes de ajoKnoflookteentjes, cuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat doradosAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakrelen
Plevieren
Pluvieren
Verguld
Vergulde se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper y otroAnder
Andere
Nog een
Nog één poquitoBeetje del pimentón picantePaprika pikant
Spaanse peper con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se quemeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt zich, se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe el puréDe brij
De pap
De puree que tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast y se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, se fríenBakt men bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart los torreznitos o la pancetaDe doorregen varkenslap
Het doorregen spek y a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimentón dulce Pimentón picante
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers rocieras y olé
Ingredientes:
750 g. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
44
Vier huevosEieren
RestosResten
Stompen
Stronken de carneVlees del cocidoVan de stamppot o
bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis desaladoOntzout
Ontzoute o
jamón serranoRauwe ham
Serranoham y huevo duroHard gekookt ei
Hardgekookt ei
Hardgekookte ei o
atún en aceiteTonijn in olie escurridoAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen.
Nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
pimientaPeper
pan ralladoPaneermeel
aceite de olivaOlijfolie
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
EstasDeze
Dezen patatasAardappelen
Aardappels
Piepers se conocenMen kent
Zij/ze kennen elkaar
Zij/ze kennen zich
Zij/ze leren elkaar kennen
Zij/ze worden bekend comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals rocieras porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl probablementeAllicht
Vast
Waarschijnlijk
Wel
Zeker seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn un apañoGesjoemel de algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander cocineroKok en la RomeríaDe bedevaart
De pelgrimage
De pelgrimstocht del RocíoDauw
Ik bedruip
Ik begiet
Ik besprenkel
Ik besproei
Ik sprenkel
Ik sproei.
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se cuecenWorden gekookt enterasCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Integer
Integere
Jij/je deelt mede
Jij/je deelt mee
Jij/je kondigt aan
Jij/je stelt in kennis
Jij/je verwittigt
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug saladaGepekeld
Gezouten
Hartig
Hartige
In het zout gelegd
Ingelegd
Ingemaakt
Zilt
Zilte
Ziltig
Ziltige
Zout
Zout-
Zoutachtig
Zoutachtige
Zoute hasta queTot
Totdat se puedan(Zij) kunnen
Kan u!
Mag u!
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen atravesar(Zij) doorsnijden
Afleggen
Aflopen
Doorgaan
Doorkomen
Doorkruisen
Doormaken
Doortrekken
Er door gaan
Gaan door
Overgaan
Overlopen
Oversteken
Te boven gaan sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te resistenciaDoorstaan
Muiten
Rebelleren
Resistentie
Tegenspartelen
Tegenstreven
Verdragen
Verzet
Weerstaan
Weerstand conDoor
Met
Per
Samen met un pinchoEen brochette
Een canapé
Een hapje
Een loogkruid
Een spies
Een stalen pen
Een stekel
Een stekend loogkruid
Een tapa. Se sacanMen haalt uit, se pasanMen passeert
Zij/ze gaan heel ver
weg in ruimtelijke zin
Zij/ze gaan te ver
in figuurlijke zin a un cuencoEen kom, se les añadenMen voegt aan hen
toe los huevosDe eier
De eieren batidosDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshakes
Omgeroerd, se espolvoreanBestrooi ze conDoor
Met
Per
Samen met la pimientaDe peper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen y nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala y se chafanMen prakt conDoor
Met
Per
Samen met un tenedorEen dol
Een vork hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs lograrBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree en el queWaarin los huevosDe eier
De eieren se hayanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand incorporadoIngebouwd
Toegevoegd totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank uséisJullie benutten
Jullie beschikken over
Jullie disponeren
Jullie gebruiken
Jullie wenden aan la batidoraDe blender
De mixer para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt correosoTaai
Taaie. Se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd entoncesDan
Dus
Toen, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer migaditoKruimelig
Kruimelige, el ingredienteHet bestanddeel
Het ingrediënt elegidoGekozen
Geselecteerd
Uitgekozen
Uitgelezen
Uitgepikt
Uitgezocht
Uitverkoren
Verkorenª
Verkozen. Se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden bolitasBolletjes del tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid de albóndigasBitterballen
Gehaktballetjes
Vleesballetjes, se pasan porMen haalt door huevoEi y pan ralladoPaneermeel y se fríenBakt men.
Se acompañanMen begeleidt de un falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde alioliAlioli
Aïoli
Knoflookmayonaise
Knoflookolie
Knoflooksaus: se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en el vasoDe pot
De pul
De vaas
Het drinkglas
Het glas de la batidoraDe blender
De mixer 11
Een huevoEi, 11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook, un vasoEen drinkglas
Een glas
Een pot
Een pul
Een vaas
Een vat de aceite de olivaOlijfolie de bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga af!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware graduaciónDiploma
Graderen (00
Nul,44
Vierº) y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y se bateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Men klopt suavementeZacht
Zachtjes de abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog, cuidandoBewakend
Bezorgd zijnd
Ervoor zorgend
Oplettend
Oppassend
Passend op
Verplegend
Verzorgend
Zich bekommerend
Zorg dragend
Zorgend
Zorgend voor que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se corteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedenMen kan hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren conDoor
Met
Per
Samen met carne picadaGehakt salteadaGesauteerd
Gesauteerde
Roergebakken conDoor
Met
Per
Samen met un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de cebollaAjuin
Bloembol
Ui ralladitaGeraspt.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Bacalao Cebolla Nuez moscada Pimienta Rocío Salar
Caldeirada de pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht
Ingredientes:
11
Een kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een,22
Twee kg. de pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht (merluza(Atlantische) heek
Atlantische heek
Heek
Mooie meid, rodaballoTarbot, rapeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt kaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt weg
Hozemond
Ik knip kaal
Ik knip weg
Knipt u kaal!
Knipt u weg!
Lotte
Zeeduivel, abadejoKabeljauw
Pollak
Vlaswijting
Witte koolvis)
CebollaAjuin
Bloembol
Ui
AjoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
PimientoChilipeper
Lombok
Paprika
Peper
Pepperoni
Peruaanse peper
Roze peper
Roze peperkorrels
Spaanse peper
PerejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
PimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
GuindillaChilipeper
Juut
Lombok
Rode peper
Smeris
Spaanse peper
Una hoja de laurelEen laurier
Een laurierblad
Preparación:
CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven de 11
Een cmCentimeter
Cm
Cm.. de grosorDikte.
En una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y encimaBovendien
Er bovenop el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht.
A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, el ajoDe/het knoflook, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper, guindillaChilipeper
Juut
Lombok
Rode peper
Smeris
Spaanse peper y laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer.
Se espolvoreaMen bestrooit generosamenteOvervloedig conDoor
Met
Per
Samen met pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper.
Se bañaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt een bad
Men baadt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y se agregaMen voegt toe aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat (de pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht) hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a fuego fuerteHoog vuur hasta queTot
Totdat empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo bajarAfdalen
Afgaan
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken a fuegoVuur mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige para queOpdat
Zodat cuezaBakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Ik bak
Ik kook
Kook
Kookt u! lentamenteLangzaam moviendoBewegend
Roerend
Verroerend la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Cebolla Guindilla Guindilla Laurel Perejil Pimentón Pimentón dulce Pimiento Pimiento
Fideuà
Ingredientes:
22
Twee huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken de meroEnkel
Enkele
Grote zaagbaars
Louter
Loutere
Niets anders dan
Tandbaars
Zaagbaars
un huesoEen been
Een bot
Een graat
Een kern
Een knok
Een pit
Een schonk de rapeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt kaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt weg
Hozemond
Ik knip kaal
Ik knip weg
Knipt u kaal!
Knipt u weg!
Lotte
Zeeduivel
trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken de rapeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt kaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt weg
Hozemond
Ik knip kaal
Ik knip weg
Knipt u kaal!
Knipt u weg!
Lotte
Zeeduivel
½ Kg de pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! sopaSoep
dos2
Do's
Twee
Tweede patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
dos2
Do's
Twee
Tweede cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
dos2
Do's
Twee
Tweede tomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
mejillonesMosselen
Mossels, cigalasLangoesten
Langoestines
Langoustines
Noorse kreeften
Rivierkreeftjes, gambasGamba's
Garnalen
Grote garnalen, sepiaInktvis
Sepiakleur
Zeekat
½ Kg de fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's de Fideuà
Preparación:
Se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men un caldoEen bouillon
Een consommé
Een heldere soep
Een ongebonden soep
Een vleesnat conDoor
Met
Per
Samen met los huesosDe beenderen
De benen
De botten
De graten
De kernen
De knokken
De pitten
De schonken, el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! sopaSoep y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers.
En una paellaEen paella
Een pilaf
Een rijstgerecht, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank 'paelleraPan voor de paella', se fríeBakt men
Men bakt el mariscoDe zeevrucht
Het schaaldier
Het schelpdier conDoor
Met
Per
Samen met aceite de olivaOlijfolie. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui ralladaGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte y el tomateDe tomaat
De tomaatplant tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat y cuandoAls
Tijdens
Wanneer empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Pak aan!
Snijd aan!
Vang aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden los fideosDe deegwaren
De vermicelli
De vermicelli's.
La proporciónDe evenredigheid
De proportie
De ratio
De verhouding de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat y fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats: ½ Kg de fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cuatro4
Vier vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat.
De los siguientes palabras hay una foto:
Mero
Greixonera de sepiaInktvis
Sepiakleur
Zeekat
Ingredientes:
11
Een Kg. de sepiaInktvis
Sepiakleur
Zeekat
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
22
Twee tomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes
200200
Tweehonderd gr. de guisantesDoperwten
Erwten
800800
Achthonderd gramosGrammen de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
33
Drie alcachofasArtisjokken
200200
Tweehonderd gr. de coliflorBloemkool
100100
Honderd ml. de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
100100
Honderd ml. de vino blancoWitte wijn
11
Een limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
PerejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, LaurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer y SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren la sepiaInktvis
Sepiakleur
Zeekat y cortarlaSnijd
Snijden a dadosAangegeven
Blokken
Dobbelsteentjes
Dobbelstenen
Gegeven
Klontjes
Kubussen
Opgebracht
Teerlingen
Toegebracht
Toegekend
Verleend. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la coliflorDe bloemkool en cogollos pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne. LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren las alcachofasDe artisjokken y frotarlas conDoor
Met
Per
Samen met limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon.
SofreírFruiten por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen en aceiteIn olie, las alcachofasDe artisjokken y la coliflorDe bloemkool. ReservarBespreken
Bestellen
Boeken
Intekenen
Openhouden
Reserveren
Vrijhouden
Wegzetten alNaar de
Naar het calorHitte
Smoorhitte
Warmte. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y cortarlasSnijd ze a dadosAangegeven
Blokken
Dobbelsteentjes
Dobbelstenen
Gegeven
Klontjes
Kubussen
Opgebracht
Teerlingen
Toegebracht
Toegekend
Verleend pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten alNaar de
Naar het fuegoVuur una cazuela de barroEen aardewerk schaaltje conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. SofreírFruiten la sepiaInktvis
Sepiakleur
Zeekat duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd muy finaHeel fijn y una hoja de laurelEen laurier
Een laurierblad. AgregarBijmengen
Toevoegen los guisantesDe doperwten
De erwten y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. IncorporarInbouwen
Toevoegen el tomateDe tomaat
De tomaatplant picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van rehogarSauteren
Smoren (in vet) lentamenteLangzaam. CasiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat al finalTenslotte de la cocciónHet bakken
Het koken, incorporarInbouwen
Toevoegen la coliflorDe bloemkool y las alcachofasDe artisjokken. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden un majadoFijngestampt
Vermalen conDoor
Met
Per
Samen met 22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes y perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, agregarleToevoegen
Voeg hem toe el vinoDe wijn y añadirloVoeg toe a la cazuelaIn de kookpot en los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste momentosMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen. Retirar del fuegoVan het vuur halen y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van reposarLaten rusten
Rusten. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve cazuela de barroAardewerk schaaltje.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla Coliflor Laurel Limón Perejil
Merluza(Atlantische) heek
Atlantische heek
Heek
Mooie meid a la gallegaOp de wijze van
galicia
Op z'n galicisch
Ingredientes:
66
Zes rodajas de merluzaKabeljauwmoten de 250 gramosGrammen cada unaElk.
11
Een/22
Twee cebollaAjuin
Bloembol
Ui.
11
Een dl. de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!.
UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n dientes de ajoKnoflookteentjes.
11
Een kiloKilo
Kilogram y 11
Een/22
Twee de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers.
200200
Tweehonderd gramosGrammen de guisantes cocidosGekookte doperwten.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
IngredientesBestanddelen
Ingrediënten de la ajadaGefrommeld
Gekreukeld
Verfomfaaid
Verfrommeld
Verkreukeld
Verlept
Verlepte
22
Twee ajosLoken.
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper.
11
Een/44
Vier litroLiter de aceite de olivaOlijfolie.
UnasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
Podagra's de vino blancoWitte wijn o vinagreAzijn
Edik.
Preparación:
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak alNaar de
Naar het fuegoVuur conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, los ajosDe loken, la salHet zout, el aceiteDe olie
De olijfolie y echamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd. CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! a medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling cocerBakken
Koken, se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe la merluzaDe (atlantische) heek
De heek
De mooie meid y los guisantesDe doperwten
De erwten para queOpdat
Zodat cuezan(Zij) koken
Bakt u!
Kookt u!
Zij/ze bakken
Zij/ze koken al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens que las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Una vez cocidoEenmaal gekookt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, escurrimosWij laten afdruipen
Wij/we dropen af
Wij/we dropen uit
Wij/we druipen af
Wij/we druipen uit
Wij/we gieten af
Wij/we goten af
Wij/we laten uitlekken
Wij/we lieten uitlekken
Wij/we wringen uit
Wij/we wrongen uit bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el aguaHet water y echamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg por encimaBovendien
Er bovenop la ajadaGefrommeld
Gekreukeld
Verfomfaaid
Verfrommeld
Verkreukeld
Verlept
Verlepte y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden lentamenteLangzaam duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens un parEen duo
Een koppel
Een paar
Een span
Een stel
Een stelletje
Een tweetal de minutosMinuten.
ElaboraciónBereiden
Bewerken
Bewerking
Ontwikkelen
Produceren
Uitwerken
Vervaardigen
Verwerken
Verwerking de la ajadaGefrommeld
Gekreukeld
Verfomfaaid
Verfrommeld
Verkreukeld
Verlept
Verlepte:
DoramosWij maken goudbruin
Wij/we braadden aan
Wij/we braden aan el ajoDe/het knoflook laminadoGelaagd
Gelaagde. Se apagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blust uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dooft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Men dooft el fuegoHet vuur y cuandoAls
Tijdens
Wanneer pierdaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Ik geef op
Ik loop mis
Ik mis
Ik raak kwijt
Ik verbeur
Ik verkwist
Ik verlies
Ik verspeel
Loopt u mis!
Mist u!
Raakt u kwijt!
Verbeurt u!
Verkwist u!
Verliest
Verliest u!
Verspeelt u! parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del calorHitte
Smoorhitte
Warmte se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper y una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de vino blancoWitte wijn o vinagreAzijn
Edik. Se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat reposarLaten rusten
Rusten y se cuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergist zich
Men zeeft.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Pimentón
PescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht a la mallorquinaVan mallorca
Ingredientes:
500500
Vijfhonderd gr. de filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën de meroEnkel
Enkele
Grote zaagbaars
Louter
Loutere
Niets anders dan
Tandbaars
Zaagbaars, merluza(Atlantische) heek
Atlantische heek
Heek
Mooie meid o cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook otroAnder
Andere
Nog een
Nog één pescado blancoWitvis
150 gr. de acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen
100100
Honderd gr. de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige bastamenteGrof
22
Twee puerrosOerpreien
Preien
33
Drie ó 44
Vier cebolletasJapanse bladuien
Japanse bosuien
Stengelajuinen
Stengeluien
Uien
Zilveruitjes
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes (hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand quienDie
Wie las cueceBak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Kook
Kook! previamenteEerst
Vooraf)
22
Twee tomatesTomaatplanten
Tomaten maduritos
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes
aceite de olivaOlijfolie
un vasitoEen glaasje de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! o caldo de pescadoVisbouillon (tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedeMen kan utilizarAanwenden
Benutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen vino blancoWitte wijn secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af)
Preparación:
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el aceiteDe olie
De olijfolie, cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los puerrosDe oerpreien
De preien y las cebolletasDe biesloken
De bieslooks
De japanse bladuien
De japanse bosuien
De stengelajuinen
De stengeluien
De uien
De zilveruitjes cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en julianaDamastbloem
Julienne gruesaCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige conDoor
Met
Per
Samen met la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje verdeGroen
Groene tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte. RehogarlasWarm ze weer op. En una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hornoKachel
Oven, colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn finitasEindig
Eindige no hace faltaHet is niet nodig cocerlasKoken previamenteEerst
Vooraf), encimaBovendien
Er bovenop colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten los filetesDe biefstukken
De filets
De lijsten
De moten
De plakken
De randen
De rands
De richels
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën de pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht y encima deAan
Boven op
Bovenop
Op ésteDeze
Dit colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten la verduraDe groente: primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke el rehogadoGesauteerd
Gesauteerde
Gesmoord
Gesmoord (in vet)
Gesmoorde, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y por últimoTenslotte taparloDe deksel erop doen todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten. RegarArroser
Arroseren
Begieten
Besprenkelen
Besproeien
Bevloeien
Gieten
Sproeien
Water geven
Wateren conDoor
Met
Per
Samen met el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat (aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats estrictamenteStrikt necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node, yoEgo
Ik sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem ponerleDoe het in
Zetten vino blancoWitte wijn, peroDoch
Echter
Maar siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast, dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen que el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht se cuezaMen kookt en suHaar
Hun
Uw
Zijn propioEigen jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus y el aguaHet water que sueltan(Zij) laten los
Zij/ze laten los
Zij/ze maken los las verdurasDe groenten
De groentes) PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a hornoKachel
Oven medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling (unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 170-180º C)unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten. HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand quienDie
Wie leHaar
Hem
Het
U añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! una picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's y leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen a la verduraDe groente, yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere, piñonesPijnboompitten
Rondsels algunas vecesBijwijlen. LógicamenteVanzelfsprekend el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht se salpimientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruidt met zout
en peper
Kruid met zout en
peper!, así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts las verdurasDe groenten
De groentes. Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve fuenteBekken
Bron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput (generalmenteDoorgaans
In het algemeen
Over het algemeen
Überhaupt una cazuela de barroEen aardewerk schaaltje)
Me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand OlvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd de los ajitosKnoflookjes, que los rehogarásJe zult sauteren
Jij/je zal sauteren
Jij/je zal smoren (in
vet) conDoor
Met
Per
Samen met la cebolletaDe amsterdamse uitjes
De inmaakuitjes
De japanse bladui
De japanse bosui
De pijplook
De schaluun
De snijlook
De stengelajuin
De stengelui
De stengellook
De ui
De zilveruitjes
De/het fijn bieslook
De/het grof bieslook
De/het grove bieslook
Het zilveruitje y el puerroDe oerprei
De prei
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Almendra Mero Perejil Piñones Verde
PicadilloGehakt vlees
Gehakt vlees met tomaten
Soort gehakt de cangrejoKrab
Kreeft
Rivierkreeft
Zoetwaterkreeft conDoor
Met
Per
Samen met huevos escalfadosGepocheerde eieren y salsa holandesa de naranja (enamoradosHet hof gemaakt aan
Verliefd
Verliefd gemaakt
Verliefde)
Ingredientes:
140 grs. patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime de aceite vegetalPlantaardige olie
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime de mantequillaBoter
Roomboter sin salOngezouten
Zoutloos
¼ tazaBeker
Kop
Kopje de cebollaAjuin
Bloembol
Ui, cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trocitosStukjes
¼ tazaBeker
Kop
Kopje de pimiento rojoLombok
Paprika
Pepperoni
Rode paprika
Spaanse peper, cortado enGesneden in trocitosStukjes
11
Een/88
Acht tazaBeker
Kop
Kopje de pimiento verdeGroene paprika, cortado enGesneden in trocitosStukjes
11
Een/88
Acht tazaBeker
Kop
Kopje de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij, cortado enGesneden in trocitosStukjes
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes, finamenteFijn
Keurig picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
85 ml nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
½ cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
¼ cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne de pimienta blancaWitte peper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen 325 grs. de carneVlees de cangrejoKrab
Kreeft
Rivierkreeft
Zoetwaterkreeft
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een ½ cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime de mantequillaBoter
Roomboter sin salOngezouten
Zoutloos 2-4 huevosEieren muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer frescosBrutaal
Brutale
Fresco's
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koeltes
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
Salsa holandesa de naranja
Preparación:
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan, cocinarBereiden
Koken las rodajas de patataDe aardappelschijfjes en el aceiteDe olie
De olijfolie hasta queTot
Totdat queden doradasGoudgeel worden. En otraAnder
Andere
Nog een
Nog één sarténBraadpan
Koekenpan
Pan, calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen la mantequillaDe boter
De roomboter y cocinarBereiden
Koken los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers, apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij, cebollaAjuin
Bloembol
Ui y ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look hasta queTot
Totdat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn blandosMals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 55
Vijf minutosMinuten. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la cremaDe custard
De room
De vla
Het deelteken
Het puikje
Het trema, especiasKruiden
Kruiderijen
Specerijen y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug, QuitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen del fuegoVuur y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal para queOpdat
Zodat se enfríeAfkoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoelt. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen entoncesDan
Dus
Toen el cangrejoDe krab
De kreeft
De rivierkreeft
De zoetwaterkreeft y perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. HazloMaak erin comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals en empanadas.
CocinarBereiden
Koken las empanadasDe empanada's
De pasteien
De vleespasteien en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan, dorándolasZe goudbruinend por los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in! siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se deshacenZij vallen uit elkaar
Zij/ze geven af un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats normalGewone
Gewoon
Normaal
Normale
Standaard-. MientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, escalfarPocheren los huevosDe eier
De eieren en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend lentamenteLangzaam, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n tres3
Drie minutosMinuten (añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de vinagreAzijn
Edik blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte alNaar de
Naar het aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!) ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn los huevosDe eier
De eieren por encimaBovendien
Er bovenop del picadilloGehakt vlees
Gehakt vlees met tomaten
Soort gehakt, conDoor
Met
Per
Samen met salsa holandesaBotersaus
Hollandaise saus
Hollandaisesaus
Hollandse saus por encimaBovendien
Er bovenop.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Apio Apio Cangrejo Cebolla Especias Perejil Pimienta blanca Pimiento rojo
CocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten a la catalanaDe catalaanse (olla exprésSnelkookpan)
Ingredientes:
150 gramosGrammen de carneVlees magraMager
Mager (van vlees)
Magere de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn
100100
Honderd gramosGrammen de butifarraButifarra blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
100100
Honderd gramosGrammen de butifarraButifarra negraZwart
Zwarte
400400
Vierhonderd gramosGrammen de gallinaHen
Hoen
Kip en un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje
100100
Honderd gramosGrammen de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
100100
Honderd gramosGrammen de carne de terneraKalfsvlees picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf
11
Een huesoBeen
Bot
Graat
Kern
Knok
Pit
Schonk
11
Een/44
Vier kiloKilo
Kilogram de garbanzosKikkererwten
11
Een patataAardappel
Pieper
11
Een zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
11
Een puerroOerprei
Prei
11
Een branquitaStengeltje de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij
22
Twee litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
una colEen kool
Een wilde kool verdeGroen
Groene
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
11
Een huevoEi
panBrood
Mik
Pan
ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
lecheMelk
pimientaPeper
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
harinaBloem
Meel
5050
Vijftig gramosGrammen de arrozRijst
5050
Vijftig gramosGrammen de fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's medianosDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-.
Preparación:
EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten se basa enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert zich op ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el aguaHet water indicadaAangeduid
Aangegeven
Aangewezen
Beduid
Een sein gegeven
Een teken gegeven
Gekenmerkt
Gelaten zien
Gemerkt
Geseind
Getekend
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgeduid
Uitgewezen
Vertoond en la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met la terneraHet kalf
Het kalfsvlees
Het rundvlees (soms kalfsvlees)
Het vrouwelijk kalf, el huesoDe graat
De kern
De knok
De schonk
Het been
Het bot, la gallinaDe hen
De kip
Het hoen
Kip-en-eiprobleem, la zanahoriaDe peen
De wortel, el puerroDe oerprei
De prei y el apioDe bladselderij
De bleekselder
De bleekselderij
De eppe
De groene selderij
De knolselderij
De selder
De selderie
De selderij
De snijselderij
De struikselderij
De wilde selderie
De wilde selderij
De witte selderij
Het juffrouwmerk
Het selderiezaad
Het selderijzaad, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart peladoAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren. CuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los garbanzosDe kikkererwten (previamenteEerst
Vooraf remojadosGeweekt
Geweekte el díaDe dag
Het etmaal anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere) y se tapaMen bedekt la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat Dejándola(Erop) latend cocerBakken
Koken.
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! la pelotaDe bal
De speelbal de la siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze: En un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten la carne picadaHet gehakt de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn y la de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf, el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de migaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkruimelt
Kruimel
Verkruimel!
Zacht deel van het
brood de panBrood
Mik
Pan remojadaGeweekt
Geweekte en lecheMelk, 11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de harinaBloem
Meel. Todo estoDit alles se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y se leHaar
Hem
Het
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! una formaEen formaliteit
Een gedaante
Een manier
Een vorm
Een wijze alargadaAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Lange
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un rolloEen gedoe
Een gezeur
Een rol
Een rollade
Een rond broodje
Een toestand gruesoCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikte
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Hoofdmacht
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheid, envolviéndoloHet omrollend conDoor
Met
Per
Samen met unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de colKool
Wilde kool.
Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over que los otrosDe anderen alimentosAlimentatie
Kosten
Levensmiddelen
Voeders
Voedingen
Voedingsmiddelen
Voeren llevenBerekent u!
Brengt u in rekening!
Brengt u mede!
Brengt u mee!
Brengt u weg!
Brengt u!
Draagt u!
Heeft u aan!
Heeft u op!
Heeft u voor!
Neemt u mee!
Vervoert u!
Zij/ze berekenen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen in rekening
Zij/ze brengen mede
Zij/ze brengen mee
Zij/ze brengen weg
Zij/ze dragen
Zij/ze hebben aan
Zij/ze hebben op
Zij/ze hebben voor
Zij/ze nemen mee
Zij/ze vervoeren 2020
Twintig minutosMinuten hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend, destaparDe deksel afnemen
Ontkurken
Openen la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat y agregarBijmengen
Toevoegen la "pelotaBal
Speelbal", las dos2
Do's
Twee
Tweede clasesKlassen
Lessen
Lestijden
Soorten
Standen de butifarraButifarra, las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trozosIn stukken grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime, la colDe kool
De wilde kool en hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y la salHet zout necesariaBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node. Volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar taparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat y que termineBesluit u!
Beëindigt u!
Eindigt
Eindigt u!
Handelt u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Ik besluit
Ik beëindig
Ik eindig
Ik handel af
Ik loop af
Ik maak af
Ik maak uit
Ik sluit af
Ik voleindig
Loopt u af!
Maakt u af!
Maakt u uit!
Sluit u af!
Voleindigt u! suHaar
Hun
Uw
Zijn cocciónBakken
Koken por espacio deGedurende 1010
Tien minutosMinuten.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat se puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken, escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat y hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren con élDaarmee una sopaEen soep en la queDat
Die
Wie
Zij die se herviráMen zal koken, en primer lugarAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst, el arrozDe rijst (55
Vijf minutosMinuten) y a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds los fideosDe deegwaren
De vermicelli
De vermicelli's, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs suHaar
Hun
Uw
Zijn totalAlgeheel
Algehele
Alles bij elkaar
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gezamenlijk bedrag
Heel
Hele
In het geheel genomen
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle cocciónBakken
Koken. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn la sopaDe soep y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens los garbanzosDe kikkererwten juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met la carneHet vlees, gallinaHen
Hoen
Kip, butifarrasButifarra's y "pelotaBal
Speelbal".
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Apio Apio Arroz Col Patata Perejil Pimienta Puerro Verde Zanahoria
El cocidoDe spaanse stoofschotel
De stamppot
De stamppot van aardappelen
met vlees en erwten
Het bakken
Het eenpansgerecht
Het koken maragato
Ingredientes: (66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
300300
Driehonderd gr. de morcillo
300300
Driehonderd gr. de lacon
250 gr. de cecinaRookvlees
MediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! gallinaHen
Hoen
Kip
Una orejaEen oor, una manitaEen pootje y un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de morroSnuit de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn
100100
Honderd gr. de tocinoSpek
22
Twee chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst de León
11
Een/22
Twee Kg. de garbanzosKikkererwten
11
Een/22
Twee Kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
MedioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling repolloSluitkool
11
Een zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
100100
Honderd gr. de fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en remojoIn de week el díaDe dag
Het etmaal anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere los garbanzosDe kikkererwten en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele, y la cecinaHet rookvlees y el lacón siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats saladoGepekeld
Gezouten
Hartig
Hartige
In het zout gelegd
Ingelegd
Ingemaakt
Zilt
Zilte
Ziltig
Ziltige
Zout
Zout-
Zoutachtig
Zoutachtige
Zoute. En una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak conDoor
Met
Per
Samen met abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, introducirAanbrengen
Binnendringen
Binnenlaten
Binnenvoeren
Inbrengen
Indoen
Inleiden
Inschuiven
Insteken
Introduceren
Invoeren
Invullen las carnesDe vlezen y los embutidosDe beulingen
De mozaïeken
De worsten, cocerBakken
Koken 1515
Vijftien minutosMinuten, desespumarAfschuimen y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los garbanzosDe kikkererwten conDoor
Met
Per
Samen met el aguaHet water hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend, la gallinaDe hen
De kip
Het hoen
Kip-en-eiprobleem y la zanahoriaDe peen
De wortel. Cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken al menosAlthans
Tenminste 33
Drie horasTijden
Uren.
En otraAnder
Andere
Nog een
Nog één ollaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak cocerBakken
Koken el repolloDe sluitkool troceadoIn stukjes gesneden
In stukken gesneden. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Una vez cocidoEenmaal gekookt se puedeMen kan rehogarSauteren
Smoren (in vet) ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug el repolloDe sluitkool conDoor
Met
Per
Samen met unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n ajosLoken y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper.
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen batiendoDoorroerend
Houwend
Klappend
Kloppend
Meppend
Omroerend
Roerend
Slaand dos2
Do's
Twee
Tweede huevosEieren y añadirles un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de jamónHam y chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, pan ralladoPaneermeel y dos2
Do's
Twee
Tweede dientes de ajoKnoflookteentjes. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta y formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n pelotasBallen
Pelotas
Speelballen que se añadiránMen zal toevoegen
Zij/ze zullen zich aansluiten a la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat 1010
Tien minutosMinuten antes deAlvorens te
Voor servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
TerminandoAfhandelend
Aflopend
Afmakend
Afsluitend
Besluitend
Beëindigend
Eindigend
Uitmakend
Voleindigend la cocciónHet bakken
Het koken sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden la sopaDe soep conDoor
Met
Per
Samen met unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's gruesosCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikten
Diktes
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Hoofdmachten
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheden, hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn en primer lugarAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst las carnesDe vlezen y embutidosBeulingen
Gevuld
Mozaïeken
Worst gemaakt
Worsten, a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende las verdurasDe groenten
De groentes y por últimoTenslotte la sopaDe soep, acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
Vergezelde todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle de un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de El Bierzo.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimentón Repollo Salar Zanahoria
Vichysoise
Ingredientes:
44
Vier puerrosOerpreien
Preien (soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten loDe
Hem
Het
U blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte)
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de mantequillaBoter
Roomboter
33
Drie patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
11
Een/22
Twee litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de lecheMelk
11
Een/44
Vier litroLiter de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere
Preparación:
Se limpianMen maakt schoon los puerrosDe oerpreien
De preien bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenganHeeft u!
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ze hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast ArenaArena
Kampplaats
Krijt
Piste
Strijdperk
Worstelperk
Zand, se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften en trozosIn stukken pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen, lo mismoDito
Hetzelfde
Idem conDoor
Met
Per
Samen met la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, se pelaMen schilt y se picaHakt men
Men prikt en trocitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne. Se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan y se rehogaMen verwarmt weer conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter sin queZonder dat se llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u! a dorarAanbraden
Doreren, a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd el aguaHet water y una pastilla de caldoEen bouillonblokje de verdurasGroenten
Groentes, se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit la salHet zout y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocerBakken
Koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens al menosAlthans
Tenminste 45 minutosMinuten. UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1010
Tien minutosMinuten antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la lecheDe melk.
RetiramosVerwijderen we
Wij/we haalden uit
Wij/we halen uit
Wij/we trekken in
Wij/we trekken terug
Wij/we trokken in
Wij/we trokken terug
Wij/we verwijderden
Wij/we verwijderen la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht de fuegoVuur se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la nataDe room
De slagroom
Het puikje líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere y se pasa porMen haalt door el pasapurésDe pureerzeef
De pureerzeven
De pureestamper
De zeef (om puree
te maken)
De zeven (om puree
te maken).
El trucoDe kneep
De kunstgreep
De streek
De stunt
De toer
De truc
Het foefje estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en las cantidadesDe boelen
De grootheden
De hoeveelheden
De kwantiteiten
De sterkten
De sterktes leHaar
Hem
Het
U aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, lecheMelk y nataCrème
Puikje
Room
Slagroom, para queOpdat
Zodat teJe
Jou quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele y sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk cremosaRomig
Romige. Se sueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegt
Pleegt servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn en veranoZomer fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, peroDoch
Echter
Maar yoEgo
Ik tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit en inviernoWinter calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! y estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! igualmenteDito
Eveneens
Gelijkelijk
Hetzelfde
In gelijke mate
Insgelijks
Ook
Op dezelfde wijze RIQUÍSIMAHeel lekker
Overheerlijk
Overheerlijke
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Perejil
Borrajas rellenasGedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Jij vult
Jij/je farceert
Jij/je vult
Jij/je vult bij
Jij/je vult in
Jij/je vult op
Jij/je zet op de foieLever
Ingredientes:
22
Twee Kg de borrajas limpiasHelder
Heldere
Jij/je loutert
Jij/je maakt schoon
Jij/je poetst
Jij/je reinigt
Jij/je snoeit
Jij/je veegt af
Jij/je wrijft op
Jij/je zuivert
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere y cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
44
Vier lonchasPlakken de foieLever de 3030
Dertig grs.
Un manojoEen bosje
Een bundeltje
Een handvol
Een wis de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
5050
Vijftig ml. de aceite de olivaOlijfolie
3030
Dertig ml. de aceite de girasolZonnebloemolie
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
Preparación:
CocemosWij koken
Wij/we bakken
Wij/we koken tres3
Drie patatasAardappelen
Aardappels
Piepers conDoor
Met
Per
Samen met pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 4040
Veertig minutosMinuten. Las pelamosWij pellen
Wij schillen
Wij/we jassen
Wij/we jasten
Wij/we pelden
Wij/we pelden af
Wij/we pellen
Wij/we pellen af
Wij/we schilden
Wij/we schillen y pasamos porWij halen door el pasapurésDe pureerzeef
De pureerzeven
De pureestamper
De zeef (om puree
te maken)
De zeven (om puree
te maken) conDoor
Met
Per
Samen met el aceite de olivaDe olijfolie, obteniendoBehalend
Buitmakend
Genietend
Krijgend
Ontvangend
Toucherend
Verkrijgend
Verwervend un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree gordoDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige.
En la planchaDe bout
De plaat
De plak
De plank
De strijkbout
De/het tablet
Het bord
Het strijkijzer o en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan marcamosWij markeren
Wij/we brandmerken
Wij/we brandmerkten
Wij/we draaiden
Wij/we draaien
Wij/we duidden aan
Wij/we duiden aan
Wij/we gaven aan
Wij/we gaven een teken
Wij/we geven aan
Wij/we geven een teken
Wij/we kenmerken
Wij/we kenmerkten
Wij/we kruisen aan
Wij/we kruisten aan
Wij/we markeerden
Wij/we markeren
Wij/we merken
Wij/we merkten
Wij/we tekenden
Wij/we tekenen
Wij/we wezen aan
Wij/we wijzen aan el foieDe lever salpimentadoGekruid met zout en
peper
Met zout en peper
gekruid, vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking y vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking.
Una vez cocidoEenmaal gekookt, trituramosWij pureren
Wij/we pureerden
Wij/we pureren
Wij/we stampen
Wij/we stampen fijn
Wij/we stampten
Wij/we stampten fijn el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y reducimosWij koken in
Wij/we beperken
Wij/we herleiden
Wij/we koken in
Wij/we krimpen in
Wij/we reduceren
Wij/we vereenvoudigen
Wij/we zetten suHaar
Hun
Uw
Zijn jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus mezclándoloHet vermengend conDoor
Met
Per
Samen met el aceite de girasolDe zonnebloemolie.
MontajeMontage
Opmaak
Opzet
ForramosWij bekleden
Wij/we bekleden
Wij/we bekleedden
Wij/we trekken over
Wij/we trokken over
Wij/we voerden
Wij/we voeren cuatro4
Vier flanerasFlanvormen conDoor
Met
Per
Samen met la borrajaDe bernagie
De borage
Het komkommerkruid y las rellenamosWij vullen
Wij/we farceerden
Wij/we farceren
Wij/we vulden
Wij/we vulden bij
Wij/we vulden in
Wij/we vulden op
Wij/we vullen
Wij/we vullen bij
Wij/we vullen in
Wij/we vullen op
Wij/we zetten op conDoor
Met
Per
Samen met el puré de patatasDe aardappelpuree
De puree y las lonchasDe plakken de foieLever. CubrimosWij bedekken
Wij/we bedekken
Wij/we bedekten
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we beschermden
Wij/we beschermen
Wij/we dekken
Wij/we dekken toe
Wij/we dekten
Wij/we dekten toe
Wij/we zuiverden aan
Wij/we zuiveren aan conDoor
Met
Per
Samen met másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus borrajaBernagie
Borage
Komkommerkruid y vertimosGieten wij
Wij/we goten
Wij/we goten in
Wij/we plengden
Wij/we schonken
Wij/we schonken in
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we vergoten un refrito de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look.
LoDe
Hem
Het
U introducimosWij
Wij/we brengen aan
Wij/we brengen in
Wij/we doen in
Wij/we dringen binnen
Wij/we introduceren
Wij/we laten binnen
Wij/we leiden in
Wij/we schuiven in
Wij/we steken in
Wij/we voeren binnen
Wij/we voeren in
Wij/we vullen in en el hornoDe kachel
De oven a temperaturaTemperatuur de 160 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd (33
Drie minutosMinuten). InmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Rechtstreeks
Schielijk
Subiet
Zo despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, volcamosWij draaien om
Wij/we brachten ten val
Wij/we brengen ten val
Wij/we gooiden om
Wij/we gooiden omver
Wij/we gooien om
Wij/we gooien omver
Wij/we kantelden
Wij/we kantelen
Wij/we keerden om
Wij/we keren om
Wij/we slaan om
Wij/we sloegen om
Wij/we storten uit
Wij/we stortten uit
Wij/we vallen om
Wij/we vielen om las flanerasFlanvormen en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput y cubrimosWij bedekken
Wij/we bedekken
Wij/we bedekten
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we beschermden
Wij/we beschermen
Wij/we dekken
Wij/we dekken toe
Wij/we dekten
Wij/we dekten toe
Wij/we zuiverden aan
Wij/we zuiveren aan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met patatasAardappelen
Aardappels
Piepers pajaRietje
Stro fritasGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit. FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte, ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom del platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs un cordónEen afzetting
Een band
Een kordon
Een lint
Een nestel
Een rijgveter
Een schoenveter
Een touwtje
Een veter de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Borraja Borrajas Perejil
Croquetas de espinacasSpinazie
Spinazies
Ingredientes:
11
Een kg. de espinacasSpinazie
Spinazies
400400
Vierhonderd grs. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
33
Drie huevosEieren
pan ralladoPaneermeel
ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
hierbas aromáticasKruiden
Specerijen
Preparación:
Se limpianMen maakt schoon las espinacasDe spinazie y se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden a cocerBakken
Koken sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius), sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y conDoor
Met
Per
Samen met una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! se hiervenMen kookt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, se pelanMen schilt y se aplastanMen prakt
Men verplettert conDoor
Met
Per
Samen met el tenedorDe dol
De vork.
La proporciónDe evenredigheid
De proportie
De ratio
De verhouding de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste que la de espinacasSpinazie
Spinazies, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl la patataDe aardappel
De pieper soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darleGeef het consistenciaConsistentie
Samenhang
Stevigheid
Vastheid
Verband.
Se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich las espinacasDe spinazie, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridasAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen, conDoor
Met
Per
Samen met las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, el ajoDe/het knoflook picado finoFijn gesneden, las hierbas aromáticasDe specerijen
Het kruiden y el pan ralladoHet paneermeel. Se ligaMen bindt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met huevo batidoGeklopt ei, se formanVormt men las croquetasDe kroketten y se fríenBakt men. PuedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen sustituirseVervangen las espinacasDe spinazie por acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo
EnsaladaSalade
Slaatje de espinacasSpinazie
Spinazies y salmónZalm
Ingredientes:
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte (fríasAfgekoeld
Afgekoelde
Jij/je bakt
Jij/je braadt
Jij/je frituurt
Jij/je fruit
Kil
Kille
Koud
Koude)
44
Vier lonchasPlakken de salmón ahumadoGerookte zalm
11
Een/44
Vier kiloKilo
Kilogram de espinacasSpinazie
Spinazies frescasBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte (se debenZij/ze hebben veel verplichtingen
Zij/ze zijn te danken
Zij/ze zijn te wijten
Zij/ze zijn veel veplicht dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen)
11
Een/22
Twee de tarrinaTerrine de quesoKaas philadelphia
11
Een cucharaditaTheelepeltje de eneldoDille
Preparación:
CortamosWij snijden
Wij/we braken af
Wij/we breken af
Wij/we doorsneden
Wij/we doorsnijden
Wij/we hakken
Wij/we hakten
Wij/we hieuwen
Wij/we houwen
Wij/we kappen
Wij/we kapten
Wij/we knippen
Wij/we knipten
Wij/we onthoofdden
Wij/we onthoofden
Wij/we plukken
Wij/we plukken af
Wij/we plukten
Wij/we plukten af
Wij/we rukken af
Wij/we rukten af
Wij/we schakelden uit
Wij/we schakelen uit
Wij/we scheren
Wij/we scheurden weg
Wij/we scheuren weg
Wij/we schoren
Wij/we slaan het hoofd
af
Wij/we sloegen het hoofd
af
Wij/we sneden
Wij/we sneden af
Wij/we sneden door
Wij/we snerpen
Wij/we snerpten
Wij/we snijden
Wij/we snijden af
Wij/we snijden door
Wij/we snoeiden
Wij/we snoeien
Wij/we verrichten sectie
Wij/we verrichtten sectie las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en cubitosBlokjes.
CortamosWij snijden
Wij/we braken af
Wij/we breken af
Wij/we doorsneden
Wij/we doorsnijden
Wij/we hakken
Wij/we hakten
Wij/we hieuwen
Wij/we houwen
Wij/we kappen
Wij/we kapten
Wij/we knippen
Wij/we knipten
Wij/we onthoofdden
Wij/we onthoofden
Wij/we plukken
Wij/we plukken af
Wij/we plukten
Wij/we plukten af
Wij/we rukken af
Wij/we rukten af
Wij/we schakelden uit
Wij/we schakelen uit
Wij/we scheren
Wij/we scheurden weg
Wij/we scheuren weg
Wij/we schoren
Wij/we slaan het hoofd
af
Wij/we sloegen het hoofd
af
Wij/we sneden
Wij/we sneden af
Wij/we sneden door
Wij/we snerpen
Wij/we snerpten
Wij/we snijden
Wij/we snijden af
Wij/we snijden door
Wij/we snoeiden
Wij/we snoeien
Wij/we verrichten sectie
Wij/we verrichtten sectie el salmónZalm en tiritasJij/je beeft van de
kou
Jij/je bibbert
Jij/je huivert
Pleisters
Reepjes
MezclamosWij mengen
Wij/we gooiden door elkaar
Wij/we gooien door elkaar
Wij/we mengden
Wij/we mengen
Wij/we mixen
Wij/we mixten
Wij/we temperden
Wij/we temperen
Wij/we vermengden
Wij/we vermengen
Wij/we verwarden
Wij/we verwarren el quesoDe kaas philadelphia conDoor
Met
Per
Samen met el eneldoDe dille.
En una ensaladeraEen slakom ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en el fondoEigenlijk
Strikt genomen, poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend por encimaBovendien
Er bovenop la mitadDe helft del quesoKaas. SeguidamenteAanstonds
Vervolgens, las espinacasDe spinazie, de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer el quesoDe kaas y por últimoTenslotte el salmónZalm.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn como siAlsof fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg un pastelEen baksel
Een gebak
Een gebakje
Een kleurkrijt
Een pastei
Een pastel
Een taart
Een taartje
Een tekenkrijt, cortandoAfbrekend
Afplukkend
Afrukkend
Afsnijdend
Doorsnijdend
Hakkend
Het hoofd afslaand
Houwend
Kappend
Knippend
Onthoofdend
Plukkend
Scherend
Sectie verrichtend
Snerpend
Snijdend
Snoeiend
Uitschakelend
Wegscheurend para queOpdat
Zodat los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn "en capasJassen
Jij/je castreert
Jij/je ontmant
Lagen
Mantels
Pakken"
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever consumirlaHet te consumeren enseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meterlaStoppen en el frigoríficoDe koelkast. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, la patataDe aardappel
De pieper excesivamenteOverdadig
Overmatig
Uitermate fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan correosaTaai
Taaie.
De los siguientes palabras hay una foto:
Eneldo Tarrina
PastelBaksel
Gebak
Gebakje
Kleurkrijt
Pastei
Pastel
Taart
Taartje
Tekenkrijt tricolorDriekleur
Driekleurig
Ingredientes:
11
Een/22
Twee coliflorBloemkool pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
300300
Driehonderd gr. de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
33
Drie patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen.
33
Drie ramasAfdelingen
Branches
Geslachten
Linies
Takken de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
MantequillaBoter
Roomboter.
33
Drie huevosEieren
200200
Tweehonderd ml. de leche evaporadaGeconcentreerde melk
Ingedikte melk
Melkconcentraat.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
CocerBakken
Koken la coliflorDe bloemkool, dejándola(Erop) latend un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige. EscurrirlaLaat het uitdruipen, cortarlaSnijd
Snijden en ramosBoeketten
Branches
Risten
Ruikers
Takjes
Takken
Trossen
Twijgen y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes ramoBoeket
Branche
Rist
Ruiker
Tak
Takje
Tros
Twijg en cuatro4
Vier trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken a lo largoDe lengte. PelamosWij pellen
Wij schillen
Wij/we jassen
Wij/we jasten
Wij/we pelden
Wij/we pelden af
Wij/we pellen
Wij/we pellen af
Wij/we schilden
Wij/we schillen, troceamosWij snijden in stukken
Wij/we sneden in stukken
Wij/we snijden in stukken y cocemosWij koken
Wij/we bakken
Wij/we koken las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, conDoor
Met
Per
Samen met el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo loDe
Hem
Het
U escurrimosWij laten afdruipen
Wij/we dropen af
Wij/we dropen uit
Wij/we druipen af
Wij/we druipen uit
Wij/we gieten af
Wij/we goten af
Wij/we laten uitlekken
Wij/we lieten uitlekken
Wij/we wringen uit
Wij/we wrongen uit y trituramosWij pureren
Wij/we pureerden
Wij/we pureren
Wij/we stampen
Wij/we stampen fijn
Wij/we stampten
Wij/we stampten fijn y añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de mantequillaBoter
Roomboter a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puréBrij
Moes
Pap
Puree verdeGroen
Groene. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. Las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels se raspanMen raspt y se cuecenWorden gekookt enterasCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Integer
Integere
Jij/je deelt mede
Jij/je deelt mee
Jij/je kondigt aan
Jij/je stelt in kennis
Jij/je verwittigt
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, se reservanMen zet weg tres3
Drie paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree, y se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt el restoDe rest
De stomp
De stronk en lonchasPlakken a lo largoDe lengte. ForramosWij bekleden
Wij/we bekleden
Wij/we bekleedden
Wij/we trekken over
Wij/we trokken over
Wij/we voerden
Wij/we voeren conDoor
Met
Per
Samen met papel de aluminioAlufolie un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm alargadoAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Lange
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd amplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde. PonemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer, de formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze alternaAfwisselend
Afwisselende
Alterneer!
Alternerend
Alternerende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alterneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt af
Wissel af!, una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de lonchasPlakken de zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één de coliflorBloemkool, terminandoAfhandelend
Aflopend
Afmakend
Afsluitend
Besluitend
Beëindigend
Eindigend
Uitmakend
Voleindigend conDoor
Met
Per
Samen met la zanahoriaDe peen
De wortel. Se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd los huevosDe eier
De eieren y se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich conDoor
Met
Per
Samen met la leche evaporadaDe geconcentreerde melk
De ingedikte melk
Het melkconcentraat. SazonamosWij kruiden
Wij/we assaisoneerden
Wij/we assaisoneren
Wij/we brachten op smaak
Wij/we brengen op smaak
Wij/we kruidden
Wij/we kruiden conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de pimienta blancaWitte peper. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens loDe
Hem
Het
U metemosWij stoppen
Wij/we doen
Wij/we leggen
Wij/we leggen in
Wij/we plaatsen
Wij/we steken
Wij/we steken in
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we zetten duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 4040
Veertig minutosMinuten en el hornoDe kachel
De oven alNaar de
Naar het baño MaríaAu bain marie
Au bain-marie a 175ºC. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! templadoBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige, desmoldamosWij halen uit de
vorm
Wij/we haalden uit de
vorm
Wij/we halen uit de
vorm en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput resistente alBestand tegen calorHitte
Smoorhitte
Warmte. Se adornaMen versiert el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm conDoor
Met
Per
Samen met puré de patatasAardappelpuree
Puree y la ayudaDe assistentie
De bijstand
De hulp
De steun
De toeverlaat
Het toedoen de la manga pasteleraDe roomspuit
De spuitzak conDoor
Met
Per
Samen met boquilla rizadaGeribbelde spuitmond. PrecalentarVoorverwarmen el hornoDe kachel
De oven a 250ºC, en grillGrill, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo dorarAanbraden
Doreren ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug el puré de patataDe aardappelpuree. FueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg del hornoKachel
Oven, se adornaMen versiert conDoor
Met
Per
Samen met puréBrij
Moes
Pap
Puree de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels (usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken la manga pasteleraDe roomspuit
De spuitzak). Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Rechtstreeks
Schielijk
Subiet
Zo, acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
Vergezelde conDoor
Met
Per
Samen met salsa de tomateKetchup
Tomatensaus fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude, calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! o una salsa españolaEen spaanse saus.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Coliflor Perejil Pimienta blanca Verde Zanahoria
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers revolconas
HeBen!Heb!
Ik ben
Ik heb encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen estaDeze
Dit recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! de las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers revolconas, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer típicasEigenaardig
Eigenaardige
Typisch
Typische en el ValleDe vallei
Het dal, y la pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer aquíAlhier
Hier puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker que a másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één leHaar
Hem
Het
U interesará(Het) zal interesseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal belang inboezemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal interesseren:
Ingredientes:
11
Een kiloKilo
Kilogram de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, 22
Twee ajosLoken, pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper, aceite de olivaOlijfolie, unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n tiras deJij/je trekt aan tocinoSpek paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren torreznosGebakken spekjes
Spekjes (puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap o similarGelijksoortig
Gelijksoortige), guindillaChilipeper
Juut
Lombok
Rode peper
Smeris
Spaanse peper rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie secaDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
En una cazuela de barroEen aardewerk schaaltje, se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe el tocinoSpek cortado enGesneden in tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl encojen(Zij) krimpen, se fríeBakt men
Men bakt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert. EseDat
Die mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden los ajosDe loken cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en 44
Vier partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes y se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper, bajándoseLager zettend
Uitstappend
Zich bukkend el fuegoHet vuur para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se quemenVerbranden
Zij/ze branden
Zij/ze branden aan
Zij/ze branden zich.
A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd una puntitaPuntje de la guindillaDe rode peper más o menosMeer of minder
Ongeveer grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals el gustoDe lust
De smaak
Het genoegen de cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se incorporanMen voegt toe
Zij/ze sluiten zich aan
Zij/ze treden in dienst las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trozosIn stukken pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, se subeMen verhoogt el fuegoHet vuur y cuandoAls
Tijdens
Wanneer empiecenBegint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
Ze beginnen
Zij/ze beginnen
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze pakken aan
Zij/ze snijden aan
Zij/ze vangen aan a cocerBakken
Koken fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware se revuelvenMen roert hasta queTot
Totdat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal deshechasGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen, como siAlsof fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree a medio hacerHalf af. Por últimoTenslotte se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden encimaBovendien
Er bovenop los torreznitos.
MuyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware: NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon cocerBakken
Koken las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank saben(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze smaken
Zij/ze weten igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Guindilla Guindilla Pimentón dulce Rojo Torreznos
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers revolconas
Ingredientes:11
Een kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers.
11
Een/44
Vier de torreznitos cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd pequeñitosKleintjes, pequeñitosKleintjes.
AjoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper, laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y caldo de carne.
Preparación:
Se pelanMen schilt y se lavanMen wast
Zij/ze wassen zich las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden a cocerBakken
Koken troceadasIn stukjes gesneden
In stukken gesneden conDoor
Met
Per
Samen met la hoja de laurelDe laurier
Het laurierblad, el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat y la salHet zout.
Hay queMen moet dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que se deshagan(Zij) vallen uit elkaar
Zij/ze geven af solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals las pasamos porWij halen door el pasapuréDe pureerzeef
De zeef (om puree
te maken) se convertirían enZij/ze zouden worden puré de patatasAardappelpuree
Puree.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat hechasAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd, se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men un sofritoEen baksel conDoor
Met
Per
Samen met el ajoDe/het knoflook cortado enGesneden in láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes y el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats picanteGekruid
Gekruide
Gepeperd
Gepeperde
Heet
Hete
Pikant
Pikante
Pittig
Pittige
Prikkelend
Prikkelende
Scherp
Scherpe mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever). Se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd a las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat que se consumaOpraakt el aguaHet water. Tiene que quedar(Er) moet (over)blijven una especieEen aangelegenheid
Een soort de puréBrij
Moes
Pap
Puree "caldoso" conDoor
Met
Per
Samen met trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken, peroDoch
Echter
Maar se comenMen eet
Zij/ze eten op conDoor
Met
Per
Samen met tenedorDol
Vork.
Se sirvenMen dient ze op
Zij/ze bedienen zich
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gelieven
Zij/ze schenken zichzelf in
Zij/ze tasten toe
Zij/ze zijn zo goed
om te conDoor
Met
Per
Samen met unos cuantosEnige torreznitos encimaBovendien
Er bovenop.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Laurel Pimentón
Ensalada rusaHuzarensalade
Russische salade
Ingredientes:22
Twee PapasAardappelen
Aardappels
Pausen (patatasAardappelen
Aardappels
Piepers) grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime.
44
Vier ZanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels.
11
Een LataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de arvejasDoperwten
Voederwikkes.
Mayonesa.
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen, cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren en daditosDobbelsteentjes chiquitosHeel klein
Jongentjes y hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout (por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen) las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels y las papasAardappelen
Aardappels
Pausen. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, se retiranMen verwijdert
Zij/ze blazen de aftocht
Zij/ze krabbelen terug
Zij/ze maken zich uit
de voeten
Zij/ze trekken af
Zij/ze trekken zich terug, se cuelanMen zeeft
Zij/ze dringen voor
Zij/ze vergissen zich y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen muy bienBest
Heel goed
Prima. Se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met las arvejasDe doperwten
De voederwikkes y se aliñanMen marineert conDoor
Met
Per
Samen met mayonesa.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua
FlanFlan
Karamelpudding
Karamelpuddinkje
Vla
Vlaai
Vlade de calabazaBewaarpompoen
Boletus aereus
Boletus edulis
Bronskleurig eekhoorntjesbrood
Courgette
Eekhoorntjesbrood
Eikelkalebas
Gele courgette
Gewoon eekhoorntjesbrood
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Mergpompoen
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Sierpompoen
Spaghettikalebas
Turkse muts
Winterpompoen
Zucchini
Ingredientes:11
Een,55
Vijf kg de calabazaBewaarpompoen
Boletus aereus
Boletus edulis
Bronskleurig eekhoorntjesbrood
Courgette
Eekhoorntjesbrood
Eikelkalebas
Gele courgette
Gewoon eekhoorntjesbrood
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Mergpompoen
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Sierpompoen
Spaghettikalebas
Turkse muts
Winterpompoen
Zucchini
22
Twee patatasAardappelen
Aardappels
Piepers grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
3030
Dertig g de mantequillaBoter
Roomboter
125g de queso emmenthalElaborado con leche de vaca en el valle del emme, en el cantón de Berna (Suiza). Su forma es de disco o rueda, llegando a pesar los 100 kilos. La pasta es suave y compacta, tierna y mantecosa, de color amarillo pajizo y con grandes agujeros (como ojos). Ideal para preparar la fondue suiza. . ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
11
Een l de lecheMelk
2020
Twintig cl de cremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
11
Een pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel! de nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala
66
Zes huevosEieren
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y la calabazaDe bewaarpompoen
De courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood, quitandoAfdoend
Afhalend
Afnemend
Aftrekkend
Afzettend
Berovend
Eraf halend
Opgevend
Prijsgevend
Rissend
Ritsend
Uitdoend
Uitkrijgend
Uittrekkend
Verwijderend
Weghalend
Weglatend
Wegnemend los granosDe granen
De greinen
De korrels
De kralen
De mee-eters
De pitten
De puistjes
De zaadjes
De zaadkorrels y los filamentosDe dun metaaldraden
De gloeidraden
De helmdraden.
CortarlasSnijd ze en cubosBlokjes
Blokken
Dobbelstenen
Emmers
Klontjes
Kubussen
Naven
Wijnemmers.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten la lecheDe melk a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los cubitosDe blokjes.
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que cuezaBakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Ik bak
Ik kook
Kook
Kookt u! unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten. Retirarlos del fuegoVuur y colarlosSumergir alimentos en agua hirviendo durante un tiempo determinado para que, de esta manera, se ablande y resulte comestible.. ReservarBespreken
Bestellen
Boeken
Intekenen
Openhouden
Reserveren
Vrijhouden
Wegzetten un vasoEen drinkglas
Een glas
Een pot
Een pul
Een vaas
Een vat de lecheMelk de la cocciónHet bakken
Het koken.
PrecalentarVoorverwarmen el hornoDe kachel
De oven a 210°C (termostatoThermostaat 77
Zeven).
MachacarFijnstampen
Stampen la calabazaDe bewaarpompoen
De courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers conDoor
Met
Per
Samen met un tenedorEen dol
Een vork.
BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan los huevosDe eier
De eieren y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la cremaDe custard
De room
De vla
Het deelteken
Het puikje
Het trema y el quesoDe kaas.
SalpimentarMet zout en peper
kruiden.
EspolvorearBepoederen
Bestrooien la nuez moscadaDe foelie
De muskaatnoot
De nootmuskaat
De pala y mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart para queOpdat
Zodat la preparaciónDe bereiding
De bereidingswijze
Het aanmaken
Het bereiden
Het klaarmaken
Het opleiden
Het toebereiden
Het voorbereiden quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt homogéneaGelijksoortig
Gelijksoortige
Homogeen
Homogene.
AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de lecheMelk siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se consideraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt zich
Men beschouwt necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node. ExtenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken 1515
Vijftien gr de mantequillaBoter
Roomboter en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el hornoDe kachel
De oven.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten la preparaciónDe bereiding
De bereidingswijze
Het aanmaken
Het bereiden
Het klaarmaken
Het opleiden
Het toebereiden
Het voorbereiden de calabazaBewaarpompoen
Boletus aereus
Boletus edulis
Bronskleurig eekhoorntjesbrood
Courgette
Eekhoorntjesbrood
Eikelkalebas
Gele courgette
Gewoon eekhoorntjesbrood
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Mergpompoen
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Sierpompoen
Spaghettikalebas
Turkse muts
Winterpompoen
Zucchini, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de mantequillaBoter
Roomboter y ponerloDoe het in
Zetten en el hornoDe kachel
De oven duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 2525
Vijfentwintig minutosMinuten.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Calabaza Calabaza Calabaza Calabaza Calabaza Nuez moscada Pimienta
CremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla de calabazaBewaarpompoen
Boletus aereus
Boletus edulis
Bronskleurig eekhoorntjesbrood
Courgette
Eekhoorntjesbrood
Eikelkalebas
Gele courgette
Gewoon eekhoorntjesbrood
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Mergpompoen
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Sierpompoen
Spaghettikalebas
Turkse muts
Winterpompoen
Zucchini
La calabazaDe bewaarpompoenDe courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una hortalizaEen groente de inviernoWinter, comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan! en septiembreHerfstmaand
September y duraBeklijf!
Blijf aan!
Blijf!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
Taaie hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la primaveraDe lente
De sleutelbloem
De stengelloze primula
De stengelloze sleutelbloem
Het voorjaar.
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! aquellasDie
Diegene personasMensen
Personages
Personen que sigan(Zij) volgen
Bewandelt u!
Blijft u aan!
Doorgaat u!
Gaat u door!
Houdt u bij!
Vloeit u voort!
Volgt u op!
Volgt u!
Zet u voort!
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze doorgaan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort dietasDiëten bajasAchteruitgangen
Debacles
Gemeen
Gemene
Jij/je daalt
Jij/je daalt af
Jij/je gaat af
Jij/je gaat naar beneden
Jij/je geeft korting
Jij/je kort
Jij/je laat neer
Jij/je slaat af
Jij/je stapt af
Jij/je stapt uit
Jij/je trekt af
Jij/je verlaagt
Jij/je verzakt
Jij/je zakt
Jij/je zakt weg
Jij/je zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Ondergangen
Verflauwingen
Verminderingen
Zwaar
Zware en caloríasCalorieën esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer interesanteBelangrijk
Belangrijke
Belangwekkend
Belangwekkende
Interessant
Interessante, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pocasGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige caloríasCalorieën y, en cambioDaarentegen
Ertegenover
Integendeel, tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast muchaVeel
Vele
Zeer
Zere fibraVezel. (Y conDoor
Met
Per
Samen met las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden o pipasPijpen
Pitten
Tabakspijpen
Zonnebloemen
Zonnebloempitten horneadasGebakken en papel de aluminioAlufolie podemosLaten we besnoeien
Laten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we besnoeien
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan una tardeEen avond
Een middag
Een namiddag entretenidísimaHeel onderhoudend).
Ingredientes:
11
Een/22
Twee kg. de calabazaBewaarpompoen
Boletus aereus
Boletus edulis
Bronskleurig eekhoorntjesbrood
Courgette
Eekhoorntjesbrood
Eikelkalebas
Gele courgette
Gewoon eekhoorntjesbrood
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Mergpompoen
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Sierpompoen
Spaghettikalebas
Turkse muts
Winterpompoen
Zucchini rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie
22
Twee cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
22
Twee zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
11
Een puerroOerprei
Prei
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
11
Een/22
Twee pimiento verdeGroene paprika
11
Een vasitoGlaasje de tomateTomaat
Tomaatplant naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
22
Twee patatasAardappelen
Aardappels
Piepers nuevasNieuw
Nieuwe
11
Een/22
Twee vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
PicamosWij hakken
Wij/we hakken
Wij/we hakken fijn
Wij/we hakten
Wij/we hakten fijn
Wij/we jeuken
Wij/we jeukten
Wij/we kriebelden
Wij/we kriebelen
Wij/we krieuwelden
Wij/we krieuwelen
Wij/we pikken
Wij/we pikten
Wij/we priemden
Wij/we priemen
Wij/we prikken
Wij/we prikten
Wij/we snipperden
Wij/we snipperen
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we wriemelden
Wij/we wriemelen la verduraDe groente y la ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer a rehogarSauteren
Smoren (in vet) en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met el vasoDe pot
De pul
De vaas
Het drinkglas
Het glas de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius).
MientrasTerwijl, pelamosWij pellen
Wij schillen
Wij/we jassen
Wij/we jasten
Wij/we pelden
Wij/we pelden af
Wij/we pellen
Wij/we pellen af
Wij/we schilden
Wij/we schillen la calabazaDe bewaarpompoen
De courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood y la cortamosWij snijden
Wij/we braken af
Wij/we breken af
Wij/we doorsneden
Wij/we doorsnijden
Wij/we hakken
Wij/we hakten
Wij/we hieuwen
Wij/we houwen
Wij/we kappen
Wij/we kapten
Wij/we knippen
Wij/we knipten
Wij/we onthoofdden
Wij/we onthoofden
Wij/we plukken
Wij/we plukken af
Wij/we plukten
Wij/we plukten af
Wij/we rukken af
Wij/we rukten af
Wij/we schakelden uit
Wij/we schakelen uit
Wij/we scheren
Wij/we scheurden weg
Wij/we scheuren weg
Wij/we schoren
Wij/we slaan het hoofd
af
Wij/we sloegen het hoofd
af
Wij/we sneden
Wij/we sneden af
Wij/we sneden door
Wij/we snerpen
Wij/we snerpten
Wij/we snijden
Wij/we snijden af
Wij/we snijden door
Wij/we snoeiden
Wij/we snoeien
Wij/we verrichten sectie
Wij/we verrichtten sectie en trozosIn stukken comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la verduraDe groente. Lo mismoDito
Hetzelfde
Idem hacemosMaken wij
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit conDoor
Met
Per
Samen met las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer la verduraDe groente se empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a dorarAanbraden
Doreren, se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan la calabazaDe bewaarpompoen
De courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, se rehogan(Zij) worden warm un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat conDoor
Met
Per
Samen met las verdurasDe groenten
De groentes y se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hasta queTot
Totdat loDe
Hem
Het
U cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan!. Se sazonaMen brengt op smaak y leHaar
Hem
Het
U añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe el vasitoHet glaasje de tomateTomaat
Tomaatplant.
LoDe
Hem
Het
U mantenemosWij gaan door
Wij handhaven
Wij/we houden
Wij/we houden erop na
Wij/we onderhouden a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté hechoKlaar is loDe
Hem
Het
U pasamos porWij halen door el turmix y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo por el chinoDe chinees
De chinois
Het chinees, para queOpdat
Zodat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele alNaar de
Naar het paladarGehemelte
Verhemelte.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Calabaza Calabaza Calabaza Calabaza Calabaza Puerro Rojo Tomate Tomate
CremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla de puerrosOerpreien
Preien suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele
Ingredientes:66
Zes o 77
Zeven puerrosOerpreien
Preien
11
Een bulboBloembol
Bol
Radiobuis de hinojoBladvenkel
Knolvenkel
Tuinvenkel
Venkel
Venkelknol
Venkelzaad
22
Twee o 33
Drie patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui (opcionalFacultatief
Facultatieve
Naar keuze, dado queAangenomen dat
Aangezien
Gesteld dat
Verondersteld dat se trata deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over puerrosOerpreien
Preien)
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! (opcionalFacultatief
Facultatieve
Naar keuze)
Preparación:
Se lavaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast zich
Men wast todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle muy bienBest
Heel goed
Prima, se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se introduceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluipt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft zich toegang
Men voert in todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige. Se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte, entoncesDan
Dus
Toen se pasa porMen haalt door la batidoraDe blender
De mixer y se salpimentaKruid met zout en
peper al gustoNaar smaak.
Se puedeMen kan añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen un chorritoEen scheutje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! o mantequillaBoter
Roomboter fundidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats recomendableAanbevelenswaard
Aanbevelenswaardig
Aanbevelenswaardige
Aanbevelingswaardig trocearIn stukken snijden las verdurasDe groenten
De groentes para queOpdat
Zodat la cocciónHet bakken
Het koken seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt masDoch
Echter
Maar
Plus rápidaGauw
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge y seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan la batidoraDe blender
De mixer.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook recomiendoBeveel ik aan
Ik beveel aan
Ik raad aan
Ik recommandeer
Ik teken aan que paséisJullie brengen door
Jullie gaan langs
Jullie gaan over
Jullie gaan voorbij
Jullie gebeuren
Jullie geven aan
Jullie halen in
Jullie komen langs
Jullie komen om
Jullie laten door
Jullie overkomen
Jullie passeren
Jullie reiken aan
Jullie steken over
Jullie verdrijven
Jullie vergaan
Jullie verlopen
Jullie verstrijken parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del líquidoVan de vloeistof de cocciónBakken
Koken a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één recipienteBak
Kom
Pot
Pul
Schaal
Vaas
Vat antes deAlvorens te
Voor batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren y que, de acuerdo conIn overeenstemming met loDe
Hem
Het
U espesasDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Jij/je bindt
Jij/je maakt dikker
Jij/je verdikt que osJe
Jullie gusten(Zij) bevallen
Behaagt u!
Bevalt u!
Houdt u van!
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zij/ze behagen
Zij/ze bevallen
Zij/ze houden van
Zij/ze proeven
Zij/ze staan aan
Zij/ze vinden leuk
Zij/ze zinnen
Zint u! las cremasDe crèmes
De custards
De deeltekens
De puikjes
De trema's
De vla's, vayáis añadiendoJullie gaan toevoegen (o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank) líquidoNetto bedrag
Netto-
Vloeibaar
Vloeibare
Vloeistof
Zuiver
Zuivere de cocciónBakken
Koken. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo, conDoor
Met
Per
Samen met el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag de cocciónBakken
Koken sobranteOvergebleven
Overgeblevene
Rest siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un arrozEen rijst o unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Hinojo Pimienta
Sopa de calabacínCourgettesoep conDoor
Met
Per
Samen met hinojoBladvenkel
Knolvenkel
Tuinvenkel
Venkel
Venkelknol
Venkelzaad
Ingredientes:66
Zes o 77
Zeven calabacinesCourgettes
Zucchini's
33
Drie patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
22
Twee o 33
Drie cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
LecheMelk (o nataCrème
Puikje
Room
Slagroom siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast problemasOpgaven
Problemen
Vraagpunten
Vraagstukken conDoor
Met
Per
Samen met las caloríasDe calorieën)
11
Een bulboBloembol
Bol
Radiobuis de hinojoBladvenkel
Knolvenkel
Tuinvenkel
Venkel
Venkelknol
Venkelzaad
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! o mantequillaBoter
Roomboter ( a gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak del consumidorConsument
Gebruiker
Verbruiker)
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
(ConDoor
Met
Per
Samen met estoDeze
Dit obtenemosWij verkrijgen
Wij/we behalen
Wij/we genieten
Wij/we krijgen
Wij/we maken buit
Wij/we ontvangen
Wij/we toucheren
Wij/we verkrijgen
Wij/we verwerven una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 6-8 personasMensen
Personages
Personen, ¡o una
semanaWeek siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd! Se conservaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Men bewaart muy bienBest
Heel goed
Prima en la neveraDe koelkast, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend que
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U añadáisJullie brengen aan
Jullie doen bij
Jullie geven toe
Jullie leggen bij
Jullie mengen bij
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe la lecheDe melk)
Preparación:
Se hierveMen kookt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren y juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen (calabacinesCourgettes
Zucchini's, patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, cebollaAjuin
Bloembol
Ui y bulboBloembol
Bol
Radiobuis).
LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se pasa porMen haalt door la batidoraDe blender
De mixer y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals queremosWij willen
Wij/we beminnen
Wij/we hebben lief
Wij/we houden van
Wij/we willen añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe lecheMelk y aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!.
Se puedeMen kan servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! o fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats recomendableAanbevelenswaard
Aanbevelenswaardig
Aanbevelenswaardige
Aanbevelingswaardig trocearIn stukken snijden las verdurasDe groenten
De groentes para queOpdat
Zodat la cocciónHet bakken
Het koken seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus rápidaGauw
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge y seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan la batidoraDe blender
De mixer. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook recomiendoBeveel ik aan
Ik beveel aan
Ik raad aan
Ik recommandeer
Ik teken aan que paséisJullie brengen door
Jullie gaan langs
Jullie gaan over
Jullie gaan voorbij
Jullie gebeuren
Jullie geven aan
Jullie halen in
Jullie komen langs
Jullie komen om
Jullie laten door
Jullie overkomen
Jullie passeren
Jullie reiken aan
Jullie steken over
Jullie verdrijven
Jullie vergaan
Jullie verlopen
Jullie verstrijken parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del líquidoVan de vloeistof de cocciónBakken
Koken a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één recipienteBak
Kom
Pot
Pul
Schaal
Vaas
Vat antes deAlvorens te
Voor batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren y que, de acuerdo conIn overeenstemming met loDe
Hem
Het
U espesasDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Jij/je bindt
Jij/je maakt dikker
Jij/je verdikt que osJe
Jullie gusten(Zij) bevallen
Behaagt u!
Bevalt u!
Houdt u van!
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zij/ze behagen
Zij/ze bevallen
Zij/ze houden van
Zij/ze proeven
Zij/ze staan aan
Zij/ze vinden leuk
Zij/ze zinnen
Zint u! las cremasDe crèmes
De custards
De deeltekens
De puikjes
De trema's
De vla's, vayáis añadiendoJullie gaan toevoegen (o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank) líquidoNetto bedrag
Netto-
Vloeibaar
Vloeibare
Vloeistof
Zuiver
Zuivere de cocciónBakken
Koken. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat a añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen lecheMelk o nataCrème
Puikje
Room
Slagroom, tened en cuentaJullie houden er rekening
mee que esoDat
Die
Zulks hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren que la sopaDe soep seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo, conDoor
Met
Per
Samen met el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag de cocciónBakken
Koken sobranteOvergebleven
Overgeblevene
Rest siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un arrozEen rijst o unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla Hinojo Pimienta
Consomé vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische
Ingredientes:CebollasAjuinen
Bloembollen
Uien o puerrosOerpreien
Preien
11
Een tomateTomaat
Tomaatplant
11
Een zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
11
Een ramaAfdeling
Branche
Geslacht
Linie
Tak de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij
11
Een patataAardappel
Pieper
VerdurasGroenten
Groentes del tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
SémolaGort
Griesmeel
Grut
Grutten
11
Een huevo duroHard gekookt ei
Hardgekookt ei
Hardgekookte ei
11
Een trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje de quesoKaas
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren todas lasAlle hortalizasGroenten
Groentes
Tuingroente y ponerlasZe doen en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak llenaCompleet
Complete
Completeer!
Demp!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Voleind!
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij! de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en el fuegoHet vuur y llevar aMeenemen naar
Meenemen voor hervorBorrelen
Koken
Zieden. CocerBakken
Koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 33
Drie/44
Vier de horaTijd
Uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat. RetirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen las verdurasDe groenten
De groentes y reservarlasDejar en un aparte una preparación ya terminada o a medio hacer para concentrarse en otra.. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat alNaar de
Naar het fuegoVuur y agregarBijmengen
Toevoegen unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n cucharaditasTheelepeltjes de sémolaGort
Griesmeel
Grut
Grutten (noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank demasiadasAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te erg
Te veel
Uiterst
Uiterste, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik). CuandoAls
Tijdens
Wanneer hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Overloper
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Verflenste
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere de 66
Zes a 88
Acht minutosMinuten, retirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat del fuegoVuur. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn conDoor
Met
Per
Samen met huevo duroHard gekookt ei
Hardgekookt ei
Hardgekookte ei ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte y daditosDobbelsteentjes de quesoKaas.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Apio Apio Patata Tomate Tomate Zanahoria
Pytt i panna suecaZweeds
Zweedse
Ingredientes:PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
ZanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
LentejasLinzen
ApioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij
Preparación:
Se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle en trocitosStukjes muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y se refríeMen bakt op en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan (las lentejasLinzen previamenteEerst
Vooraf cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte) conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! hasta queTot
Totdat las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! blanditas. Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs llanoEenvoudig
Eenvoudige
Effen
Plat
Platte
Simpel
Simpele
Vlak
Vlakke
Vlakte conDoor
Met
Per
Samen met un huevo fritoEen gebakken ei
Een spiegelei encimaBovendien
Er bovenop (opcionalFacultatief
Facultatieve
Naar keuze) y remolachaBeetwortel
Biet
Kroot
Mangelwortel
Rode bietjes a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven alNaar de
Naar het ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant. AcompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen conDoor
Met
Per
Samen met una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende sidraAppelwijn
Appelwijn (alcoholvrij)
Cider o una cervezaEen bier.
De los siguientes palabras hay una foto:
Apio Apio Remolacha
Patapizza
Ingredientes:PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
Aceite de olivaOlijfolie
AjoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, romeroRosmarijn
Rozemarijn, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, tomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm y sal marinaZeezout
CebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
CurryCurry
Kerrie
Preparación:
RallaGroef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raspt
Rasp
Rasp!
Streep patataAardappel
Pieper conDoor
Met
Per
Samen met un ralladorEen rasp pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, fríelaBak het en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime conDoor
Met
Per
Samen met aceite de olivaOlijfolie (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals previamenteEerst
Vooraf loDe
Hem
Het
U hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt maceradoGekneed
Gemacereerd
Gemacereerde
Geweekt
Zacht gemaakt con ajoMet knoflook y romeroRosmarijn
Rozemarijn, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, etcEnzovoorts... mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever). CháfaloVerpletter het para queOpdat
Zodat teJe
Jou quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt tipoDrukletter
Soort
Type pizzaPizza, vesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet dándoleHet gevend la vueltaDe aswenteling
De draai
De draaiing
De keer
De omloop
De omwenteling
De rondrit
De rotatie
De terugkeer
De terugreis
De toer
De wending
De wenteling
De wieling
De zwenk
De zwenking, hasta queTot
Totdat se haganZich vormen
Zij/ze raken
Zij/ze worden los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten. AñadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! hierbasGrassen
Kruiden, romeroRosmarijn
Rozemarijn, tomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm y sal marinaZeezout, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen.
En otraAnder
Andere
Nog een
Nog één sarténBraadpan
Koekenpan
Pan, cortaBreek af!
Doorsnijd!
Gebrekkig
Gebrekkige
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schaars
Schaarse
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd af!
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verlegen
Verricht sectie! cebollaAjuin
Bloembol
Ui a trocitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y cocínalaKook het conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, aceite de olivaOlijfolie, hierbasGrassen
Kruiden y curryCurry
Kerrie.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, meteDoe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Leg in!
Leg!
Plaats!
Steek in!
Steek!
Stel!
Stop
Stop!
Zet! las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te la patapizza y ciérralaSluit het.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren calabacínCourgette
Zucchini, berenjenaAubergine
Eierplant, etcEnzovoorts..
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Berenjena Calabacín Calabacín Cebolla Patata Perejil Romero Tomillo
TortillaGevulde omelet
Omelet
Spaanse omelet
Struif
Tortilla de verdurasGroenten
Groentes
Ingredientes:PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
CalabacínCourgette
Zucchini
BerenjenaAubergine
Eierplant
CebollaAjuin
Bloembol
Ui
Pimiento verdeGroene paprika
HuevosEieren
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
LevaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
Preparación:
Se fríeBakt men
Men bakt todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la verduraDe groente juntaBestuur
Breng bijeen!
Breng samen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt aaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet ineen
Junta
Naad
Pakking
Samen
Stel samen!
Verenig!
Vergadering
Voeg
Voeg aaneen!
Voeg bijeen!
Voeg samen!
Zet ineen!
Zitting en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!.
Se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd los huevosDe eier
De eieren conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem Royal. CuandoAls
Tijdens
Wanneer la verduraDe groente estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! blanditaZacht y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit, se escurreDruip af!
Druip uit!
Giet af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wringt uit
Laat afdruipen
Laat uitlekken!
Wring uit! del aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt conDoor
Met
Per
Samen met los huevosDe eier
De eieren, conDoor
Met
Per
Samen met un tenedorEen dol
Een vork formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta conDoor
Met
Per
Samen met la queDat
Die
Wie
Zij die se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men la tortillaDe gevulde omelet
De omelet
De spaanse omelet
De struif
De tortilla a fuego muy lentoZeer laag vuur.
De los siguientes palabras hay una foto:
Berenjena Calabacín Calabacín Cebolla
PuréBrij
Moes
Pap
Puree de verdurasGroenten
Groentes
Ingredientes:33
Drie patatasAardappelen
Aardappels
Piepers grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
55
Vijf zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
11
Een puerroOerprei
Prei
11
Een/22
Twee cebollaAjuin
Bloembol
Ui
33
Drie tomatesTomaatplanten
Tomaten peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde
22
Twee calabacinesCourgettes
Zucchini's grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
22
Twee ó 33
Drie dientes de ajoKnoflookteentjes
11
Een pastilla de caldoBouillonblokje
Un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceite de olivaOlijfolie
Una ramaEen afdeling
Een branche
Een geslacht
Een linie
Een tak de apio verdeGroenselderij muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
Preparación:
Se pelaMen schilt y troceaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt in stukken
Snijd in stukken
Snijd in stukken! todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la verduraDe groente, y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en una
ollaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el aceiteDe olie
De olijfolie y la pastilla de caldoHet bouillonblokje. Se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
cocerBakken
Koken hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle tiernoGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte.
Se pasa porMen haalt door la batidoraDe blender
De mixer y se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op conDoor
Met
Per
Samen met trocitosStukjes de panBrood
Mik
Pan fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Puerro
ChupeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lurkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuigt op
Ik lurk
Ik zuig
Ik zuig op
Lurkt u!
Zuigt u op!
Zuigt u! de quesoKaas
Ingredientes:PapasAardappelen
Aardappels
Pausen (patatasAardappelen
Aardappels
Piepers), zapalloBewaarpompoen
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Turkse muts
Winterpompoen (calabacínCourgette
Zucchini), zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel, arvejasDoperwten
Voederwikkes (guisantesDoperwten
Erwten), chocloJonge maïskolf (maízMaïs), todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle picado enGenipt aan
Geproefd van cuadritosVierkantjes, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde las papasAardappelen
Aardappels
Pausen en mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte que las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder verdurasGroenten
Groentes.
QuesoKaas picado enGenipt aan
Geproefd van cuadritosVierkantjes.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, pimiento morrónSpaanse peper
Spaanse peper (grove), pimientaPeper.
Preparación:
FríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak la salHet zout, el ajoDe/het knoflook, el oréganoDe oregano
De wilde majoraan
De wilde marjolein y el pimiento morrónDe spaanse peper
De spaanse peper (grove) y la pimientaDe peper hasta queTot
Totdat déBrengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u! un olorcitoLuchtje agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige.
EstosDeze
Dezen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn a gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak.
AgregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! todas lasAlle verdurasGroenten
Groentes y revuelvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Ik roer
Ik roer om
Roer
Roert u om!
Roert u! suavementeZacht
Zachtjes.
AgregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude, coloqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer el aguaHet water se estéHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft consumiendoConsumerend
Etend
Gebruikend
Opetend
Opgebruikend
Opmakend
Opterend
Slopend
Verbruikend
Verorberend
Verterend agregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! el quesoDe kaas y espereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hoopt u!
Ik ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Is u bedacht op!
Staat u te wachten!
Verwacht u!
Voorziet u!
Wacht
Wacht u af!
Wacht u op!
Wacht u! que se cuezan(Zij) garen las verdurasDe groenten
De groentes.
CómaloEet het calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Calabacín Calabacín Choclo Cuadritos Maíz Orégano Pimienta Pimiento morrón Zanahoria Zapallo Zapallo Zapallo