licorLikeur
Sterke drank de cortezasBasten
Boomschorsen
Doppen
Schalen
Schillen
Schorsen de naranjasAppelsienen
Oranjeappelen
Oranjeappels
Oranjes
Sinaasappelen
Sinaasappels verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes. esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte, de saborSmaak agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer aromáticoAromatisch
Aromatische
Geurig
Geurige. Se bebeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt op sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend en pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne vasitosGlaasjes o en vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime conDoor
Met
Per
Samen met hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen
EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
De los siguientes palabras hay una foto:
Naranja Verde
CremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla de cacaoCacao
Ingredientes:44
Vier onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.) de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn jerezJerez
Sherry
11
Een onza30 gram
Jaguar
Ounce (28.3 gr.) de cointreauCointreau
½ onza30 gram
Jaguar
Ounce (28.3 gr.) de brandyBrandewijn
Brandy
½ onza30 gram
Jaguar
Ounce (28.3 gr.) de cremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla de cacaoCacao
HieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
Preparación:
ViertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u! todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten en un vaso mezcladorEen cocktailshaker
Een mengbeker, agítelosSchud ze muy bienBest
Heel goed
Prima y sírvaloDien het op en un vasoEen drinkglas
Een glas
Een pot
Een pul
Een vaas
Een vat altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cacao
NegroNeger
Zwart
Zwarte en camisaCylindervoering
Hemd
Overhemd
Shirt
Ingredientes:
225 gr. de chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere,
11
Een/22
Twee cucharadita de caféKoffielepeltje instantáneoInstant,
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de Gran MarnierGran marnier o CointreauCointreau,
66
Zes huevosEieren grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime,
175 gr. de azúcarSuiker,
175 gr. de mantequillaBoter
Roomboter,
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout,
300300
Driehonderd ml. de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere,
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de jerezJerez
Sherry.
Preparación:
TrocearIn stukken snijden el chocolateDe chocola
De chocolade
De chocolademelk y ponerloDoe het in
Zetten en un cuencoEen kom. DisolverOplossen el café instantáneoDe instantkoffie
De oploskoffie en tres3
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! y añadirloVoeg toe alNaar de
Naar het chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el Gran MarnierDe gran marnier. DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken alNaar de
Naar het baño MaríaAu bain marie
Au bain-marie y separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen del calorHitte
Smoorhitte
Warmte. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels de las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere de los huevosDe eier
De eieren y batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan las primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker y la mantequillaDe boter
De roomboter. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen esta mezclaDit mengsel alNaar de
Naar het chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk fundidoGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt. Montar las clarasHet eiwit kloppen a punto de nieveStijfgeklopt (eiwit) conDoor
Met
Per
Samen met la salHet zout eEn incorporarInbouwen
Toevoegen alNaar de
Naar het chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam. UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven, verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten la preparaciónDe bereiding
De bereidingswijze
Het aanmaken
Het bereiden
Het klaarmaken
Het opleiden
Het toebereiden
Het voorbereiden en élDaaraan
Erin y apretarAandraaien
Aandringen
Aandrukken
Aanduwen
Beklemmen
Dringen
Drukken
Drukken op
Knellen
Persen
Pressen conDoor
Met
Per
Samen met una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una hondonadaVerdieping. TaparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen conDoor
Met
Per
Samen met papel de aluminioAlufolie y cocerBakken
Koken en el hornoDe kachel
De oven, alNaar de
Naar het baño MaríaAu bain marie
Au bain-marie (conDoor
Met
Per
Samen met el aguaHet water hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la mitadDe helft del moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm) duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 11
Een horaTijd
Uur y 11
Een/22
Twee. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude desmoldarUit de vorm halen en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput. BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan la mitadDe helft de la nataDe room
De slagroom
Het puikje sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te montarlaMonteren
Rijzen y agregarBijmengen
Toevoegen el jerezDe sherry. BañarBaden
Dompelen
In bad doen
Overgieten
Wassen el sufléDe soufflé conDoor
Met
Per
Samen met estaDeze
Dit salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
Vergezelde del restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de la nataDe room
De slagroom
Het puikje en una jarritaKannetje.
TrocearIn stukken snijden el chocolateDe chocola
De chocolade
De chocolademelk y ponerloDoe het in
Zetten en un cuencoEen kom. DisolverOplossen el café instantáneoDe instantkoffie
De oploskoffie en tres3
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! y añadirloVoeg toe alNaar de
Naar het chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el Gran MarnierDe gran marnier. DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken alNaar de
Naar het baño MaríaAu bain marie
Au bain-marie y separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen del calorHitte
Smoorhitte
Warmte. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels de las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere de los huevosDe eier
De eieren y batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan las primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker y la mantequillaDe boter
De roomboter. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen esta mezclaDit mengsel alNaar de
Naar het chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk fundidoGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt. Montar las clarasHet eiwit kloppen a punto de nieveStijfgeklopt (eiwit) conDoor
Met
Per
Samen met la salHet zout eEn incorporarInbouwen
Toevoegen alNaar de
Naar het chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam. UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven, verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten la preparaciónDe bereiding
De bereidingswijze
Het aanmaken
Het bereiden
Het klaarmaken
Het opleiden
Het toebereiden
Het voorbereiden en élDaaraan
Erin y apretarAandraaien
Aandringen
Aandrukken
Aanduwen
Beklemmen
Dringen
Drukken
Drukken op
Knellen
Persen
Pressen conDoor
Met
Per
Samen met una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una hondonadaVerdieping. TaparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen conDoor
Met
Per
Samen met papel de aluminioAlufolie y cocerBakken
Koken en el hornoDe kachel
De oven, alNaar de
Naar het baño MaríaAu bain marie
Au bain-marie (conDoor
Met
Per
Samen met el aguaHet water hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la mitadDe helft del moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm) duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 11
Een horaTijd
Uur y 11
Een/22
Twee. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude desmoldarUit de vorm halen en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput. BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan la mitadDe helft de la nataDe room
De slagroom
Het puikje sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te montarlaMonteren
Rijzen y agregarBijmengen
Toevoegen el jerezDe sherry. BañarBaden
Dompelen
In bad doen
Overgieten
Wassen el sufléDe soufflé conDoor
Met
Per
Samen met estaDeze
Dit salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
Vergezelde del restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de la nataDe room
De slagroom
Het puikje en una jarritaKannetje.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua