Gesmoorde
Gestoofd
Gestoofd vlees
Gestoofde
Stoofpot
DefiniciónBepalen
Bepaling
Definitie
Definiëren
Omschrijven
Omschrijving. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un cocimientoEen bakken
Een koken casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort alNaar de
Naar het braceadoGebraiseerd
Gebrast, peroDoch
Echter
Maar la diferenciaHet onderscheid
Het verschil es queDat komt omdat
Want el productoDe oogstopbrengst
De opbrengst
De productie
Het beschot
Het gewrocht
Het product
Het voortbrengsel estaDeze
Dit cortado enGesneden in piezasBonken
Brokken
Damschijven
Eindjes
Hompen
Kamers
Muntstukken
Muziekstukken
Onderdelen
Schaakstukken
Stukjes
Toneelstukken
Vertrekken
Vissen
Werktuigen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus chicasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisjes y contiene(Hij) bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus líquidoNetto bedrag
Netto-
Vloeibaar
Vloeibare
Vloeistof
Zuiver
Zuivere que en el braceadoGebraiseerd
Gebrast.
PRODUCTOSBeschotten
Gewrochten
Oogstopbrengsten
Opbrengsten
Producten
Producties
Voortbrengselen
Voortbrengsels QUE SE PUEDENMen kan ESTOFARSmoren
Stoven.
Blanquette.
Fricassée GoulashGoulash RagoutRagout Navarin Matelote CARNESVlezen QUE USAMOSWij gebruiken
Wij/we benutten
Wij/we beschikken over
Wij/we beschikten over
Wij/we disponeerden
Wij/we disponeren
Wij/we gebruiken
Wij/we gebruikten
Wij/we wendden aan
Wij/we wenden aan PARABaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ESTOFARSmoren
Stoven.
ResBruut
Re's
Stuk vee TerneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf AnimalesBeesten
Dieren de cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild VíscerasIngewanden PASOSBergpassen
Doorgangen
Doortochten
Overgangen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Voetstappen PARABaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ESTOFARSmoren
Stoven.
11
Een. SellarAanmunten
Afdrukken
Bezegelen
Dichtschroeien
Slaan
Stempelen
Verzegelen
Zegelen
Zijn stempel drukken op el productoDe oogstopbrengst
De opbrengst
De productie
Het beschot
Het gewrocht
Het product
Het voortbrengsel.
22
Twee. SacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken el productoDe oogstopbrengst
De opbrengst
De productie
Het beschot
Het gewrocht
Het product
Het voortbrengsel.
33
Drie. SudarSuéren
Transpireren
Zweten el mirepoixMirepoix.
44
Vier. RegresarTerugbrengen
Terugkeren
Terugkomen
Wederkeren
Wederkomen
Weeromkomen el productoDe oogstopbrengst
De opbrengst
De productie
Het beschot
Het gewrocht
Het product
Het voortbrengsel alNaar de
Naar het mirepoixMirepoix.
55
Vijf. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen líquidoNetto bedrag
Netto-
Vloeibaar
Vloeibare
Vloeistof
Zuiver
Zuivere.
66
Zes. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van el productoDe oogstopbrengst
De opbrengst
De productie
Het beschot
Het gewrocht
Het product
Het voortbrengsel hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden.
77
Zeven. TerminarAfhandelen
Aflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen el productoDe oogstopbrengst
De opbrengst
De productie
Het beschot
Het gewrocht
Het product
Het voortbrengsel a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen por dos2
Do's
Twee
Tweede horasTijden
Uren.
88
Acht. SacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag y la carneHet vlees.
99
Negen. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren la carneHet vlees conDoor
Met
Per
Samen met el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag.
1010
Tien. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen guarnicionesBezettingen
Garneringen
Garnituren
Garnizoenen
Stelletjes.
1111
Elf. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
NOTASAantekeningen
Cijfers
Jij/je bemerkt
Jij/je bespeurt
Jij/je merkt
Jij/je merkt op
Jij/je noteert
Jij/je schrijft op
Jij/je stelt te boek
Jij/je tekent aan
Muzieknoten
Nota's
Noten
Notities
Opmerkingen DE PRECAUcIÓNVoorzorg.
SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! sellarAanmunten
Afdrukken
Bezegelen
Dichtschroeien
Slaan
Stempelen
Verzegelen
Zegelen
Zijn stempel drukken op los productosDe beschotten
De gewrochten
De oogstopbrengsten
De opbrengsten
De producten
De producties
De voortbrengselen
De voortbrengsels paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen colorKleur y saborSmaak.
SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! sudarSuéren
Transpireren
Zweten el mirepoixMirepoix paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! empezarAanbreken
Aanpakken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan la acciónDe actie
De daad
De eis
De handeling
De prestatie
De strijd
De veldslag
De verrichting
De werking
De zet
Het aandeel
Het gedoe
Het gevecht
Het optreden
Het toedoen
Het treffen de cocimientoBakken
Koken.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocinarBereiden
Koken el productoDe oogstopbrengst
De opbrengst
De productie
Het beschot
Het gewrocht
Het product
Het voortbrengsel en fuego altoHoog vuur.
SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! taparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen el productoDe oogstopbrengst
De opbrengst
De productie
Het beschot
Het gewrocht
Het product
Het voortbrengsel para queOpdat
Zodat hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen adentroBinnen
Binnenwaarts
Naar binnen.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op el mirepoixMirepoix conDoor
Met
Per
Samen met el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve productoBeschot
Gewrocht
Oogstopbrengst
Opbrengst
Product
Productie
Produkt
Voortbrengsel.
Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt cocinarBereiden
Koken la guarniciónDe bezetting
De garnering
Het beslag
Het garnizoen
Het stelletje antes deAlvorens te
Voor servirlaDien op.
RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!:
EstofadoGesmoord
Gesmoorde
Gestoofd
Gestoofd vlees
Gestoofde
Stoofpot norteñoNoordelijk
Noordelijke
Uit het noorden
Ingredientes:22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de grasa de pella
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
11
Een/22
Twee kg de carne vacunaRundvlees
11
Een/22
Twee kg de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees
11
Een/44
Vier de kg de maízMaïs remojado desde la víspera y cocidoSinds de vooravond geweekt
en gekookt
22
Twee zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
22
Twee papasAardappelen
Aardappels
Pausen
66
Zes orejonesGedroogde abrikozen
Gedroogde perziken de duraznoPerzik o pelonesNectarines
Perziken
Perzikken (optativoFacultatief
Facultatieve
Naar keuze
Optatief)
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de vino blancoWitte wijn
11
Een ajíCayennepeper
Chilipeper
Lombok
Paprika
Pepperoni
Rode peper
Spaanse peper
Tabasco
Tabascopeper, 11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui
22
Twee tomatesTomaatplanten
Tomaten
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
ají molidoGemalen spaanse peper
oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
Preparación:
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan la grasaDe/het smeer
Het vet y la mitadDe helft del aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. DorarAanbraden
Doreren las carnesDe vlezen cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trozosIn stukken, agregarBijmengen
Toevoegen el maízDe maïs, las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels y las papasAardappelen
Aardappels
Pausen cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en cubosBlokjes
Blokken
Dobbelstenen
Emmers
Klontjes
Kubussen
Naven
Wijnemmers. IncorporarInbouwen
Toevoegen los orejonesDe gedroogde abrikozen
De gedroogde perziken previamenteEerst
Vooraf remojadosGeweekt
Geweekte, el vinoDe wijn, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y continuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten la cocciónHet bakken
Het koken a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius). FreírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met el aceiteDe olie
De olijfolie restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere el ajíDe cayennepeper
De chilipeper
De lombok
De paprika
De pepperoni
De rode peper
De spaanse peper
De tabasco
De tabascopeper, las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten previamenteEerst
Vooraf picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen al estofadoAan de stoofpot y condimentarAssaisoner
Kruiden
Op smaak brengen a gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak. ContinuarAanhouden
Doorgaan
Verder gaan
Verder gaan met
Vervolgen
Voortgaan
Voortzetten la cocciónHet bakken
Het koken hasta queTot
Totdat esté cocido(Het) is gekookt
Is gekookt y espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ají Ají Cebolla Durazno Durazno Durazno Haya Maíz Orégano Perejil