Herenboon
Joods
Joodse
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon
(Phaseolus vulgaris, Piliostigma reticulate)
La judíaDe boon
De herenboon
De prinsessenboon
De slaboon
De snijboon
De sperzieboon
De suikerboon, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook llamadaAanbellen
Aangebeld
Aangeroepen
Aanroepen
Appel
Bellen
Benoemd
Benoemen
Convocatie
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Opgebeld
Opgeroepen
Oproepen
Praaien
Roepen
Samenscholing
Schellen
Telefoneren
Telefoongesprek
Telefoontje
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde fríjolWitte boon, caraota o poroto en muchosVeel
Vele
Zeer
Zere paísesLanden de lenguaSchar
Taal
Tong hispana, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una plantaEen etage
Een plant
Een verdieping
Een voetzool
Een zool hortícola por excelenciaBij uitstek. Se consumenMen gebruikt conDoor
Met
Per
Samen met la vainaDe dop
De peul
De schil tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte (judías verdesSperziebonen) o desgranadasAfgeplukt
Gedopt
Gedopte comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals legumbrePeul
Peulvrucht maduraBelegen
Bezonken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt volwassen
Madoera
Rijp
Rijp!
Rijpe
Word volwassen! (habichuelasBonen
Herenbonen
Kidneybonen
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen
Tuinbonen o judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen secasDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Jij/je droogt
Jij/je droogt af
Jij/je droogt uit
Jij/je maakt droog
Jij/je veegt
Jij/je veegt af
Jij/je wist
Jij/je wist af). TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals otrasAnder
Andere
Nog één pertenecen aZij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren tot la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve especieAangelegenheid
Soort, y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend se seleccionanZij/ze kiezen
Zij/ze selecteren determinadasBepaald
Bepalend
Bepalende
Beslist
Besliste
Gedetermineerd
Nauwkeurig bepaald
Overtuigd
Overtuigde
Vastberaden variedadesAfwisselingen
Variaties
Variëteiten
Verscheidenheden dependiendo deAfhangend van
Afhankelijk zijnd van los diferentesAfwijkend
Afwijkende
Andere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende usosGebruiken
Zeden. Las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen, además deBehalve
Benevens
Buiten
Naast
Ongerekend una importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware fuenteBekken
Bron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput de proteínasEiwitten
Proteïnen
Proteïnes, constituyenZij/ze maken uit
Zij/ze stellen samen
Zij/ze vormen juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met otrasAnder
Andere
Nog één leguminosasFabaceae
Leguminosae
Peulgewassen
Vlinderbloemenfamilie
Vlinderbloemigen, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los guisantesDe doperwten
De erwten, una granGroot
Grote ventajaBaat
Belang
Nut
Voordeel
Winst paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los cultivosDe aanplantingen
De bebouwingen
De beschavingen
De bewerkingen
De culturen
De gewassen
De teelten
De verbouwingen de huertaBoomgaard
Groentetuin
Moestuin, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende estaDeze
Dit plantaEtage
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poot
Plant
Plant aan!
Plant!
Poot!
Verdieping
Voetzool
Zool tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast la capacidadDe aanleg
De bekwaamheid
De capaciteit
De geschiktheid
De inhoud
De kundigheid
De ruimte
De vaardigheid
Het laadvermogen
Het talent
Het vermogen de fijarBepalen
Bevestigen
Fixeren
Vastmaken
Vastplakken
Vaststellen en las raícesDe radices
De stammen
De wortels
De wortels (deel van
plant) el nitrógenoE941
Stikstof atmosféricoAtmosferisch
Atmosferische, enriqueciendoVerrijkend el sueloDe aarde
De bodem
De grond
De ondergrond
De vloer
De voedingsbodem
De/het fond paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! posterioresAchter-
Achterste
Later
Latere
Plaats hebbend
Volgend
Volgende cultivosAanplantingen
Bebouwingen
Beschavingen
Bewerkingen
Culturen
Gewassen
Teelten
Verbouwingen; obviamenteKlaarblijkelijk hay queMen moet rotar éstosDeze, por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend tomatesTomaatplanten
Tomaten, pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers, etcEnzovoorts. ; dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand cosechadoGeoogst judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen o cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook otraAnder
Andere
Nog een
Nog één leguminosaPeulgewas
Vlinderbloemige noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debemosWij moeten
Wij/we behoren te
Wij/we dienen
Wij/we hebben te danken
Wij/we horen
Wij/we moeten
Wij/we staan in de
schuld
Wij/we zijn schuldig
Wij/we zijn verplicht om
te
Wij/we zijn verschuldigd volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar plantarAanplanten
Plantair
Plantaire
Planten
Poten nuevasNieuw
Nieuwe leguminosasFabaceae
Leguminosae
Peulgewassen
Vlinderbloemenfamilie
Vlinderbloemigen, al menosAlthans
Tenminste hasta queTot
Totdat pase(Het) gaat over
Brengt u door!
Gaat u langs!
Gaat u over!
Gaat u voorbij!
Gebeurt u!
Geeft u aan!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Komt u langs!
Komt u om!
Komt u verder!
Laat u door!
Overkomt u!
Passeert u!
Reikt u aan!
Steekt u over!
Verdrijft u!
Vergaat u!
Verloopt u!
Verstrijkt u! una temporadaEen jaargetij
Een jaargetijde
Een seizoen. La judíaDe boon
De herenboon
De prinsessenboon
De slaboon
De snijboon
De sperzieboon
De suikerboon esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una planta anualEen eenjarige plant, de tallosStengels volubles, hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten compuestasAsteraceae
Bijeengevoegd
Composietenfamilie
Compositae
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samengesteldbloemigen trifoliadas, floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem blancasBlank
Blanke
Wit
Witte agrupadasGegroepeerd
Gegroepeerde en racimosRissen
Risten
Trossen, y legumbresPeulen
Peulvruchten alargadasAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd, generalmenteDoorgaans
In het algemeen
Over het algemeen
Überhaupt aplastadasUitgerold (van deeg) (tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand variedadesAfwisselingen
Variaties
Variëteiten
Verscheidenheden redondasGevuld
Gevulde
Rond
Ronde). Las legumbresDe peulen
De peulvruchten contienen(Het) bevat
Zij/ze bedwingen
Zij/ze behelzen
Zij/ze beteugelen
Zij/ze betomen
Zij/ze bevatten
Zij/ze houden
Zij/ze houden af
Zij/ze houden in
Zij/ze houden in toom
Zij/ze houden weg
Zij/ze impliceren
Zij/ze onthouden
Zij/ze onttrekken
Zij/ze tomen in
Zij/ze vervatten variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden en suHaar
Hun
Uw
Zijn interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot, que puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn consumidasGeconsumeerd
Gegeten
Gesloopt
Opgebruikt
Opgegeten
Opgemaakt
Opgeteerd
Verbruikt
Verorberd
Verteerd inmaduras dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te suHaar
Hun
Uw
Zijn vainaBladschede
Dop
Foudraal
Koker
Peul
Schede
Schil tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals judía verdeBoon
Herenboon
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debemosWij moeten
Wij/we behoren te
Wij/we dienen
Wij/we hebben te danken
Wij/we horen
Wij/we moeten
Wij/we staan in de
schuld
Wij/we zijn schuldig
Wij/we zijn verplicht om
te
Wij/we zijn verschuldigd confundirBeschamen
Overtuigen
Verlegen maken
Vermengen
Vernietigen
Verslaan
Verwarren
Verwisselen la judíaDe boon
De herenboon
De prinsessenboon
De slaboon
De snijboon
De sperzieboon
De suikerboon del géneroGenre
Genrestuk
Geslacht
Handelswaar
Klasse
Stijl
Waar
Woordgeslacht phaseolus conDoor
Met
Per
Samen met otrasAnder
Andere
Nog één actualmenteMomenteel
Nou
Nu
Tegenwoordig
Thans utilizadasAangewend
Benut
Gebruikt
Te baat genomen
Toegepast
Waargenomen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! forrajeFoerage
Voeder
Voer, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la judía de EgiptoDe katjang bado
De lablab
De lablab-boon
De sim, la judía espárragoDe kousenband (vigna sinensis), o la judíaDe boon
De herenboon
De prinsessenboon
De slaboon
De snijboon
De sperzieboon
De suikerboon carita o caretaDekmantel
Masker
Mom
Mombakkes (dolichos lablab), que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
especiesAangelegenheden
Soorten pertenecientesBehorend
Behorende
Toebehorend
Toebehorende a génerosGenres
Genrestukken
Geslachten
Handelswaren
Klassen
Stijlen
Waren
Woordgeslachten diferentesAfwijkend
Afwijkende
Andere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende. ExistenEr bestaan
Zij/ze bestaan dos2
Do's
Twee
Tweede gruposDriften
Groepen
Groeperingen
Hopen
Kudden
Kuddes
Scharen
Scholen
Sets
Stellen
Troepen
Vluchten
Zwermen de variedadesAfwisselingen
Variaties
Variëteiten
Verscheidenheden de judíaBoon
Herenboon
Joods
Joodse
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart definidasBepaald
Bepaalde
Gedefinieerd
Omschreven: las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen de enrame o mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven y las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen de mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga af!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware. Las de enrame emitenZij/ze brengen in omloop
Zij/ze emitteren
Zij/ze geven af
Zij/ze geven uit
Zij/ze roepen om
Zij/ze spreken uit
Zij/ze sturen rond
Zij/ze uiten unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n tallosStengels muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer largosBreedvoerig
Breedvoerige
Lang
Lange
Largo's
Lengten
Lengtes
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde que precisanZij/ze hebben nodig entutorarse medianteDoor
Door middel van palosMasten
Palen
Stokken, varillasGardes
Kloppers o alambresDraden
Ijzerdraden
Jij/je omrastert
Metaaldraden, conDoor
Met
Per
Samen met objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Strekking
Voorwerp de que se sujetenBevestigt u!
Bindt u vast!
Fixeert u!
Maakt u vast!
Verstevigt u!
Zet u vast!
Zij/ze bevestigen
Zij/ze binden vast
Zij/ze fixeren
Zij/ze maken vast
Zij/ze verstevigen
Zij/ze zetten vast a ellosHen
Ze
Zij duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens suHaar
Hun
Uw
Zijn desarrolloBeduiden
Evolueren
Gaan
Gang
Ik beduid
Ik leg uit
Ik licht toe
Ik ontwikkel
Ik verklaar
Ik werk uit
Ik zet uiteen
Loop
Ontwikkelen
Ontwikkeling
Ontwikkelingsgang
Proces
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Uitwerken
Verklaren
Verloop; los de mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga af!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook llamadasAangebeld
Aangeroepen
Appels
Benoemd
Convocaties
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Opgebeld
Opgeroepen
Samenscholingen
Telefoongesprekken
Telefoontjes
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde enanasDwergen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank necesitan(Zij) hebben nodig
Zij/ze behoeven
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze hoeven
Zij/ze zijn toe aan tutoresConservatoren
Conservators
Curatoren
Curators
Trustees
Verzorgers
Voogden, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn capacesBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Kundig
Kundige de sostenerseBeweren
Rusten
Verzekeren
Zich staande houden por síJa
Jawel
Wel
Zich solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten dadaAangegeven
Gegeven
Gemaakt
Opgebracht
Toegebracht
Toegekend
Verleend suHaar
Hun
Uw
Zijn escasaDun
Gering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame alturaHoogte
Verhevenheid. TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals otrasAnder
Andere
Nog één tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast susHaar
Hun
Uw
Zijn peculiaridadesEigenheden, no obstanteDesalniettemin
Desniettegenstaande
Desondanks
Echter
Maar
Niettemin
Toch, los de enrame suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus productivasProductief
Productieve en relaciónBetrekking
Omgang
Opzicht
Relatie
Verband
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding alNaar de
Naar het espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim ocupadoBekleed
Beslagen
Betrokken
Bewaard
Bewoond
Bezet
Bezette
Bezig
Bezig gehouden
Bezige
Beziggehouden
In beslag genomen
In gesprek
Vervuld, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl suHaar
Hun
Uw
Zijn progresiónAnticiperen
Reeks
Voortbewegen
Vooruitgaan
Vooruitkomen
Vorderen esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog, y siguen(Zij) gaan door
Zij/ze bewandelen
Zij/ze blijven aan
Zij/ze doorgaan
Zij/ze gaan door
Zij/ze houden bij
Zij/ze vloeien voort
Zij/ze volgen
Zij/ze volgen op
Zij/ze zetten voort dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend frutoOpbrengst
Vrucht duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens un tiempoEen poos
Een tijd
Een weder
Een weer
Een werkwoordstijd mientrasTerwijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se rompanStuk gaan
Zij/ze gaan kapot los zarcillos dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin nacenZij/ze ontluiken
Zij/ze ontstaan
Zij/ze spruiten
Zij/ze worden geboren las floresDe bloemen
De bloesems (comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op! conDoor
Met
Per
Samen met los guisantesDe doperwten
De erwten).
EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
- Alubias blancas con judías verdes
- Judías a la añoranza
- Hervido valenciano
- Mousse de tomate
- Repollo relleno de "fritadillas"
- Verduras horneadas a la naranja
- Teppanyaki steak daruma
- Judías con champiñones
- Fantasía de frijoles
- Terrina de merluza con verduras
- Judías verdes con bechamel
- Judías verdes con bechamel
- Ensalada china aliñada con salsa de cacahuetes
- Filetes de gluten al horno
- Soja a la sartén
De los siguientes palabras hay una foto:
Capaces Caraota Fríjol Fríjol Judía Judía verde Pimientos Pimientos Poroto Tallos
Alubias blancas con judías verdesBlote billetjes in het
groene gras
Ingredientes:150 gramosGrammen de alubias blancasCannellinibonen
Witte bonen
500500
Vijfhonderd gramosGrammen de judías verdesSperziebonen
11
Een decilitroDeciliter
Maatje de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
2020
Twintig gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter o margarinaMargarine
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las alubias blancasDe cannellinibonen
De witte bonen y ponerlas a remojoLaten weken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 8-24 horasTijden
Uren en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende hervirlasHen koken en el agua de remojoHet weekwater hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! en su puntoMedium gebakken, 11
Een horaTijd
Uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat. LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las judías verdesDe sperziebonen, quitarlesVerwijderen los rabosDe staarten y los hilosDe draden
De garens y cortarlasSnijd ze en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren que las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen hiervan(Zij) koken
Borrelt u!
Is u op het
kookpunt!
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u!
Zij/ze borrelen
Zij/ze koken
Zij/ze sudderen
Zij/ze zieden
Zij/ze zijn op het
kookpunt rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug y dejarlasHen laten cocerBakken
Koken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten. EscurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen las alubias blancasDe cannellinibonen
De witte bonen y las judías verdesDe sperziebonen y mezclarlasMengen. CondimentarAssaisoner
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, mantequillaBoter
Roomboter o margarinaMargarine.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua
JudíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen a la añoranzaDe nostalgie
Het verlangen
Ingredientes:400400
Vierhonderd g. de judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen (de las blancasBlank
Blanke
Wit
Witte)
44
Vier dientes de ajoKnoflookteentjes
6-8 granos de pimienta negraZwarte peperkorrels
5-6 hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de salviaBlauwe salie
Echte salie
Franse thee
Salie
Salvia
Selft
Selve
Tuinsalie
11
Een/22
Twee (mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!) guindillaChilipeper
Juut
Lombok
Rode peper
Smeris
Spaanse peper vascaBaskisch
Baskische (me refiero aIk beroep me op
Ik steun op
Ik verwijs naar esasDie alargadasAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd, finitasEindig
Eindige, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picantesGekruid
Gekruide
Gepeperd
Gepeperde
Heet
Hete
Pikant
Pikante
Pittig
Pittige
Prikkelend
Prikkelende
Scherp
Scherpe, que en el NorteHet noorden se preparan paraZij/ze bereiden zich voor
op
Zij/ze maken zich klaar
voor encurtidosAtjars
Ingelegd
Ingelegd (in azijn)
Ingelegde
Mixed pickles
Piccalilly
Tafelzuren
Zoet-zuren
Zoet-zuur
11
Een/22
Twee (mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!) tazaBeker
Kop
Kopje de aceite de oliva virgenOlijfolie vierge
Vierge olijfolie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
La nocheDe avond
De nacht antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger meMe
Mij ponéisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen en remojoIn de week, conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! que apenasAmper
Jij/je bedroeft
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood meMe
Mij las cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan!. Los toscanosInwoner van toscane
Toscaners meMe
Mij guisan(Zij) bereiden
Zij/ze bekokstoven
Zij/ze koken
Zij/ze smoren
Zij/ze stoven estaDeze
Dit recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! en una frascaFles vacíaGiet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze de 11
Een,55
Vijf litrosLiters de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de ChiantiChianti (de bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater anchaBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde y barrigonaDikbuikig
Dikbuikige). ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals nosotrosOns
We
Wij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke frascasFlessen (quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast vinosWijnen muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere, muchísimoZeer veel másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus mejoresBest
Beste
Beter
Betere
Jij/je maakt beter
Jij/je overtreft
Jij/je verbetert
Jij/je veredelt) usadmeGebruik un tarroEen pot
Een potje de vidrioGlazen
Van glas de bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater anchaBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde y de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste capacidadAanleg
Bekwaamheid
Capaciteit
Geschiktheid
Inhoud
Inhoudsgrootte
Kundigheid
Laadvermogen
Ruimte
Talent
Vaardigheid
Vermogen (¿puedoIk kan
Ik mag sugerirosJullie suggereren que uséisJullie benutten
Jullie beschikken over
Jullie disponeren
Jullie gebruiken
Jullie wenden aan uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de esosDie en los queWie
Zij die vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee los melocotones en almíbarDe perziken in stroop enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige).
TiráisJullie gooien
Jullie gooien uit
Jullie gooien weg
Jullie paffen
Jullie schieten
Jullie smijten uit
Jullie trekken
Jullie vuren
Jullie werpen omver
Jullie werpen uit el aguaHet water del día anteriorVoorgaande dag, y echáisJullie beginnen handel te
drijven met
Jullie gooien
Jullie gooien erop
Jullie hebben aandeel in
Jullie jagen weg
Jullie keilen
Jullie kondigen aan
Jullie krijgen
Jullie laten aan het
lot over
Jullie leggen op
Jullie maken bekend
Jullie maken vast
Jullie nemen
Jullie schatten
Jullie schenken in
Jullie slaan uit
Jullie smijten
Jullie spelen een partijtje
Jullie spelen uit
Jullie spreken uit
Jullie storten
Jullie strooien
Jullie sturen weg
Jullie tanken
Jullie treden op in
Jullie uiten
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe
Jullie voeren op
Jullie wedden
Jullie wedijveren
Jullie werpen
Jullie zeggen
Jullie zenden weg
Jullie zetten buiten de
deur en el frascoDe flacon
De fles
Het flesje las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen, el ajoDe/het knoflook machacaditoFijn geplet, la pimientaDe peper (dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend un golpecitoKlapje, simplementeEenvoudig
Eenvoudigweg
Gewoonweg
Onnozel
Simpel, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! quebrarlaHet te breken), la guindillaDe rode peper cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finitaDun
Eindig
Eindige
Heel fijn, las hojitasDe blaadjes de salviaBlauwe salie
Echte salie
Franse thee
Salie
Salvia
Selft
Selve
Tuinsalie y un parEen duo
Een koppel
Een paar
Een span
Een stel
Een stelletje
Een tweetal de pellizcosSnufjes
Snuifjes de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. LeHaar
Hem
Het
U añadísJullie brengen aan
Jullie doen bij
Jullie geven toe
Jullie leggen bij
Jullie mengen bij
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe el aceiteDe olie
De olijfolie y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude. MeMe
Mij tapáisJullie bedekken
Jullie beleggen
Jullie dekken
Jullie dekken toe
Jullie dichten
Jullie maken dicht
Jullie stoppen
Jullie stoppen toe
Jullie stoppen vol
Jullie verstoppen el frascoDe flacon
De fles
Het flesje conDoor
Met
Per
Samen met lienzosDoeken
Lijnwaden
Linnens
Schilderijen
Schildersdoeken
Zakdoeken limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere que amarráis aJullie binden vast aan
Jullie maken vast aan la bocaDe bek
De mond
De monding
De snater del frascoFlacon
Fles
Flesje conDoor
Met
Per
Samen met una cuerdaEen koord
Een koorde
Een lijn
Een snaar
Een snoer
Een stemband
Een touw para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se salgaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekt nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de aromaAroma
Boeket
Geur. Y meMe
Mij loDe
Hem
Het
U metéis enJullie doen in
Jullie stoppen in el hornoDe kachel
De oven a una temperaturaEen temperatuur MÍNIMAGeringst
Geringste
Heel klein stukje
Kleinst
Kleinste
Minimum-
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige (digamosLaten we opgeven
Laten we spreken
Laten we zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen 120 º y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten, al puntoHalf doorbakken
Zo mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige del termostatoThermostaat). Y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds meMe
Mij loDe
Hem
Het
U dejáisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
Laat estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak de tres3
Drie (33
Drie) horasTijden
Uren (vigilandoIn de gaten houdend
Lettend op
Wakend, claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere, a partir deVanaf la horaDe tijd
Het uur y media) -Bemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats menesterNodig, añadidleVoeg eraan toe aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! MUYBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer CALIENTEGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!. Las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el aguaHet water se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand evaporadoVerdampt
Verdampte.
Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee loDe
Hem
Het
U mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever. MeMe
Mij sacáisJullie behalen
Jullie brengen naar buiten
Jullie doen af
Jullie doen uit
Jullie dwingen af
Jullie halen
Jullie halen eruit
Jullie halen te voorschijn
Jullie halen uit
Jullie halen van
Jullie hozen
Jullie knevelen
Jullie krijgen uit
Jullie ontlenen
Jullie persen af
Jullie putten
Jullie scheppen
Jullie trekken uit
Jullie zetten af las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen (conDoor
Met
Per
Samen met el mejunjeMengsel que las rodea(Het) omringt
Begrijp!
Ga om!
Ga rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringt
Omga!
Omgeef met!
Omgeef!
Omring!) y meMe
Mij las ponéisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer en una fuentecitaSchaal. Las dejáisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
Laat enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen. PuedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen comerseOpeten conDoor
Met
Per
Samen met:
A) Una lataEen blik
Een blikje
Een bus
Een lat
Een trommel
Een trommeltje comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals de 150 grs. de atún en aceiteTonijn in olie (de olivaOlijf
Olijfboom, ¡por DiosGod
Godheid!), a la queDat
Die
Wie
Zij die meMe
Mij habréisJullie zullen hebben
Jullie zullen zijn añadidoAangebracht
Bijgedaan
Bijgelegd
Bijgemengd
Bijgevoegd
Toegegeven
Toegevoegd una cebollaEen ajuin
Een bloembol
Een ui picaditaFijngehakt muy finaHeel fijn, la cortezaDe bast
De boomschors
De dop
De schaal
De schil
De schors ralladaGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen y una cucharaditaEen theelepeltje de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picado finoFijn gesneden.
B) Un parEen duo
Een koppel
Een paar
Een span
Een stel
Een stelletje
Een tweetal de lonchasPlakken de jamón serranoRauwe ham
Serranoham (bueno -Braaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu quiero decirIk bedoel jamón ibérico -Iberico-ham
Iberische ham salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! que compartirloHet delen conDoor
Met
Per
Samen met los suegrosDe schoonpapa's
De schoonvaders).
Los italianosDe italianen llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren a estaDeze
Dit cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak "FAGIOLI AL FIASCO" (judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen alNaar de
Naar het frascoFlacon
Fles
Flesje).
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Aroma Dios Granos de pimienta negra Guindilla Guindilla Haya Oliva Perejil Salvia
Hervido valencianoValenciaanse bonenhutspot
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen y grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
44
Vier cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de 'bajoqueta' (judíaBoon
Herenboon
Joods
Joodse
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte)
11
Een/22
Twee litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
Aceite de olivaOlijfolie, vinagreAzijn
Edik y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien; se lesHen
Hun
U da aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit op
Zie uit op! las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien un corteEen coupon
Een scherp van een
mes
Een snee
Een snit en susHaar
Hun
Uw
Zijn extremosAangelegenheden
Buitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neuzen
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
Toppunten
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinden
Uiteindes
Uiterst
Uiterste
Uitersten
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde; se despuntanMen dopt las judías verdesDe sperziebonen y se limpianMen maakt schoon de hilosDraden
Garens si fuera necesarioIndien nodig. Se pone a calentarMen verwarmt el aguaHet water en un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees o cacerolaBraadpan
Degenkrab
Kasserol
Kastrol
Pan
Sauspan
Steelpan y cuandoAls
Tijdens
Wanneer rompe a hervir(Het) begint te koken se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Todo estoDit alles se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken de veinte20
Twintig a veinticinco25
Vijfentwintig minutosMinuten, pasado este tiempoDaarna se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan las 'bajoquetas' (judías verdesSperziebonen o vainasBladscheden
Bladschedes
Doppen
Kokers
Peulen
Scheden
Schedes
Schillen) y se prolongaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt lang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gerekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt verlengd
Men zet voort la cocciónHet bakken
Het koken alNaar de
Naar het mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve ritmoRitme
Tempo lentoLangzaam
Langzame
Traag
Trage hasta queTot
Totdat las judías verdesDe sperziebonen estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte. Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op en el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht y cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes comensalTafelgenoot lo aliñaMarineert het a suHaar
Hun
Uw
Zijn gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y vinagreAzijn
Edik. MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele, baratoGoedkoop
Goedkope y sanoFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Ik genees
Ik heel
Ik word beter
Valide imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se tienenMen heeft
Zij/ze beheersen zich
Zij/ze houden stil
Zij/ze houden zich
Zij/ze houden zich in
Zij/ze houden zich op
de been
Zij/ze staan stil
Zij/ze worden gehandhaafd
Zij/ze worden in stand
gehouden
Zij/ze zetten zich schrap judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen se puedenMen kan sustituirAflossen
Vervangen por 'bledes' (acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen)
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Judía
MousseMousse de tomateTomaat
Tomaatplant
Ingredientes:750 g TomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
11
Een CebollaAjuin
Bloembol
Ui
44
Vier HuevosEieren
44
Vier HojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de cola de pescadoGelatine
Vislijm (un sobrecitoEnvelopje de gelatinaE441
Gelatine
Gelei en polvoIn poedervorm)
11
Een CucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel harinaBloem
Meel
11
Een CucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel JerezJerez
Sherry
500500
Vijfhonderd gr GuisantesDoperwten
Erwten
250 gr PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
250 gr Judías verdesSperziebonen
11
Een ZanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
11
Een LataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne de puntas de espárragosAspergepunten
11
Een tazónBowl
Kom mayonesa.
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel mantequillaBoter
Roomboter
Preparación:
Se fríeBakt men
Men bakt en el aceiteDe olie
De olijfolie y la mantequillaDe boter
De roomboter la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a tomarAannemen
Aanpakken
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten colorKleur se le echaMen gooit erbij la harinaDe bloem
Het meel dejándola(Erop) latend dorarAanbraden
Doreren un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat. Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen cocerBakken
Koken lentamenteLangzaam hasta queTot
Totdat se consumeMen gebruikt
Opraakt el aguaHet water. EntoncesDan
Dus
Toen se pasan porMen haalt door un tamizEen zeef agregándolesAan hun toevoegend a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels de huevoEi batidasDoorgeroerd
Drijfjachten
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjachten
Omgeroerd y unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
Podagra's de carmínCochenille
E120
Karmijn
Karmijnzuur
Rood vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darleGeef het colorKleur vivoIk beleef
Ik leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige. Esta mezclaDit mengsel se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en un cazoEen sauspan alNaar de
Naar het baño maríaAu bain marie
Au bain-marie moviéndoloRoerend sin cesarOnophoudelijk hasta queTot
Totdat espeseBindt u!
Het wordt dik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
Maakt u dikker!
Verdikt u!, y entoncesDan
Dus
Toen se agregaráMen zal toevoegen la cola de pescadoDe gelatine
De vislijm disueltaOpgelost
Opgeloste en un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!, la cucharadaDe eetlepel (maat)
De soeplepel de jerezJerez
Sherry, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y una cucharaditaEen theelepeltje de azúcarSuiker. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert del fuegoVuur uniéndoleEraan toevoegend las claras a punto de nieveDe eisneeuw
De stijfgeklopte eiwitten y, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart mezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward, se vierteMen giet en un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm en forma deIn de vorm van roscaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schroefdraad
Krans (brood of taart)
Kransje
Maak schroefdraad!
Tulband, conDoor
Met
Per
Samen met dibujoDesign
Dessin
Ik beschrijf
Ik schets
Ik teken
Ik teken af
Ik teken uit
Ik trek
Ontwerp
Sketch
Tekening
Tekenkunst o lisoEffen
Gelijk
Gelijke
Glad
Gladde
Sluik
Sluike
Stijl
Stijle
Vlak
Vlakke
Vlot
Vlotte
Zonder moeilijkheden, humedecidoBevochtigd
Nat gemaakt
Vochtig gemaakt conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft en hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen (buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien utilizarAanwenden
Benutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen el frigoríficoDe koelkast) por espacio deGedurende una horaEen tijd
Een uur. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! desmoldarloHem uit de vorm
halen se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan un momentoEen moment
Een ogenblik
Een oogwenk
Een tel
Een tijdstip
Een wijl
Een wip
Even
Eventjes
Wacht even sobre unBovenop een
Op een pañoDoek
Laken
Stof
Theedoek
Weefsel mojadoBetten
Bevochtigd
Deppen
Gebet
Gedept
Gesopt
Indompelen
Indopen
Ingedompeld
Ingedoopt
Nat
Nat gemaakt
Natte
Soppen conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend y se vuelcaMen keert om
Men stort en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs. Se rellenaMen vult el huecoDe holte
De kuil
De opening
De put
De uitholling
Het gat centralCentraal
Centrale
Essentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Hoofd-
Hoofdkantoor
Middelste
Van het middelpunt conDoor
Met
Per
Samen met la mayonesaDe mayonaise (sic) adicionada deAlsmede las judías verdesDe sperziebonen cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte y picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels y patatasAardappelen
Aardappels
Piepers tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte y picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de guisantesDoperwten
Erwten. Las puntas de espárragosDe aspergepunten se rocíanBesprenkelt men de zumo de limónCitroensap y se introducen enZij/ze bemoeien zich met
Zij/ze mengen zich in la mayonesaDe mayonaise, sirviendoAankaartend
Batend
Bedienend
Deugend
Dienend
Een dienst bewijzend
Geschikt zijnd
Helpend
Opdienend
Serverend
Van dienst zijnd al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! decorarDecoreren
Onderscheiden
Versieren. Alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom la mousseMousse se pondránZal men aanbrengen
Zij/ze zullen aandoen
Zij/ze zullen aantrekken
Zij/ze zullen insmeren
Zij/ze zullen opdoen
Zij/ze zullen smeren
Zij/ze zullen worden
Zij/ze zullen zich aankleden
Zij/ze zullen zich aanstellen los guisantesDe doperwten
De erwten restantesOverig
Overige
Verder
Verdere.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Tomate Tomate Zanahoria
RepolloSluitkool relleno deGevuld met "fritadillas"
Ingredientes:11
Een repolloSluitkool de 800800
Achthonderd grs.
150 grs. de carneVlees de magroMager
Mager (van vlees)
Magere de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finitaDun
Eindig
Eindige
Heel fijn
MediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! tazaBeker
Kop
Kopje de vino finoSherry de JerezJerez
Sherry
33
Drie chalotasSjalotten
MediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! tazaBeker
Kop
Kopje de aceite de oliva virgen extraExtra vierge olijfolie
Olijfolie eerste persing
Olijfolie extra vierge
150 grs. de tocinoSpek de cerdo IBÉRICOIberisch varken, picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finitoEindig
Eindige
Heel fijn. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats cerdo ibéricoIberisch varken, sustituidLos af!
Vervang
Vervang! por pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap.
150 grs. de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn, cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus largasBreedvoerig
Breedvoerige
Jij/je dient toe
Jij/je geeft
Jij/je hijst
Jij/je laat los
Jij/je laat vrij
Jij/je viert
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever (sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn -comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals veréisJullie zullen bekijken
Jullie zullen kijken
Jullie zullen zien- paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! envolverBakeren
Betrekken bij
Impliceren
Inbakeren
Inpakken
Insluiten
Inzwachtelen
Met zich meebrengen
Oprollen
Pakken
Strengelen
Verpakken
Wikkelen
Winden)
11
Een cucharaditaTheelepeltje de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie finamenteFijn
Keurig picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
PimientaPeper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
Nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala ralladaGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
22
Twee litrosLiters de caldo de polloKippenbouillon (valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon Avecrem, peroDoch
Echter
Maar...)
150 grs. de nabosConsumptieknollen
Herfstrapen
Kabu's
Knolrapen
Knollen
Koolrapen
Meirapen
Rapen
Tuinrapen
150 grs. de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels DelgadasDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere
150 grs. de judías verdesSperziebonen tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
150 grs. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers (elegidKies
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! las más pequeñasKleiner)
Preparación:
TrasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen el repolloDe sluitkool, conDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes alargadoAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Lange
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer afiladoAangezet
Aanzetten
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Gescherpt
Geslepen
Gewet
Gure
Guur
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Scherpen
Schril
Schrille
Slijpen
Snerpend
Snerpende
Wetten quitadBeroof!
Doe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Krijg uit!
Laat weg!
Neem af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek af!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af!, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje de atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug -el tallo-De stengel un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje del troncoBoomstam
Romp
Stam sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te desbaratarloHet in de war
te maken. DepositadloPlaats het en un pucherete y cubridloBedek het de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude. AlNaar de
Naar het fuegoVuur, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, retiradloHaal het eraf. En un lebrilloEen kom
Een schaal
Een vont ponedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! la carneHet vlees de magroMager
Mager (van vlees)
Magere picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, el tocinoSpek de cerdo ibéricoIberisch varken picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, las chalotasSjalotten picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finitasEindig
Eindige, la salHet zout, la pimientaDe peper, la nuez moscadaDe foelie
De muskaatnoot
De nootmuskaat
De pala, el vino finoDe sherry y el aceiteDe olie
De olijfolie. AmasadKneed
Kneed deeg!
Kneed! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
SacadBehaal!
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Dwing af!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Hoos!
Knevel!
Krijg uit!
Ontleen!
Pers af!
Put!
Schep!
Trek uit!
Zet af! el repolloDe sluitkool del pucheroEenpansgerecht met groenten
Eenpansgerecht met groenten en
vlees y, sobre laOp de
Op het pilaAanrecht
Batterij
Boel
Cel
Depot
Drom
Element
Entrepot
Hoop
Keukenaanrecht
Massa
Menigte
Opslagplaats
Schare
Stapel
Tas
Troep
Veem, apretadloDuw aan conDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen cubiertasAangezuiverd
Banden
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslagen
Buitenbanden
Couverten
Daken
Dekken
Donker
Donkere
Enveloppen
Gedekt
Repen
Scheepsdekken
Somber
Sombere
Strippen
Strips
Stroken
Toegedekt
Verdekken
Windselen
Windsels conDoor
Met
Per
Samen met un paño de cocinaEen theedoek para queOpdat
Zodat suelteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Ik laat los
Ik maak los
Laat u los!
Loslaat
Maakt u los! todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el aguaHet water (vuelvo a deciros que procuréisNogmaals zeg ik jullie
te trachten noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank desbaratarloHet in de war
te maken). ConDoor
Met
Per
Samen met la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg del picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, y empezandoAanbrekend
Aanpakkend
Aansnijdend
Aanvangend
Beginnend
Ingaand por el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden, id rellenandoGa vullen entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten recomponiendoReparerend
Verhelpend
Weer in orde brengend
Weer samenstellend la formaDe formaliteit
De gedaante
De manier
De vorm
De wijze del repolloSluitkool. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!, más o menosMeer of minder
Ongeveer, redonditoRond, colocadBeleg!
Breng onder!
Doe!
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet! periféricamenteAan de rand las tirasDe banden
De reepjes
De repen
De strepen
De stroken
De wapenbalken de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap, cruzándolasZe kruisend, y atadBind vast
Bind vast!
Bind!
Knoop!
Maak vast!
Sluit aan!
Strik!
Verbind! -apoyándoosJe steunend
Leunend en ellasHen
Ze
Zij- el convoluto (nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se desbarateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt onbezonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt onbezonnen op) conDoor
Met
Per
Samen met un bramantitoTouwtje. En el pucherete antedichoVoornoemd, colocadBeleg!
Breng onder!
Doe!
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet! el convoluto y añadidBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! los 22
Twee litrosLiters de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat. CocedBak!
Kook
Kook!, tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen y a fuego suaveKlein vuur, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens dos2
Do's
Twee
Tweede horasTijden
Uren. DestapadHaal de deksel eraf
Neem de deksel af!
Ontkurk!
Open! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans y dejad que siga cociendoLaat verder koken. PasadosAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Overlopers
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Verflenste
Vergaan
Verleden
Verledens
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere 33
Drie/44
Vier de horaTijd
Uur, añadidBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels (peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde, claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere). Pasado 1/4 de hora de este último añadidoEen kwartier na deze
laatste toevoeging, ponedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! las judías verdesDe sperziebonen, los nabosDe consumptieknollen
De herfstrapen
De kabu's
De knolrapen
De knollen
De koolrapen
De meirapen
De rapen
De tuinrapen y las patatitasAardappeltjes debidamenteBehoorlijk
Op de juiste wijze peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde/osJe
Jullie. Dejad que cuezaLaat koken, aúnNog
Nog altijd
Nog steeds, media horaEen half uur
Halfuur másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. SacadBehaal!
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Dwing af!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Hoos!
Knevel!
Krijg uit!
Ontleen!
Pers af!
Put!
Schep!
Trek uit!
Zet af! el convoluto y ponedloDoe
Zet en una fuente de servirEen opdienschaal hondaDiep
Diepe. QuitadBeroof!
Doe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Krijg uit!
Laat weg!
Neem af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek af!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af! las cuerdecitasKoordjes y las lonchasDe plakken de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap. ColocadBeleg!
Breng onder!
Doe!
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet! las verdurasDe groenten
De groentes -loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus artísticamenteArtistiek que sepáisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten- alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom. RociadBedruip!
Begiet!
Besprenkel!
Besproei
Besproei!
Sprenkel!
Sproei! el todoDe de gehele hoeveelheid
De de hele hoeveelheid
Het alles
Het geheel
Het totaal conDoor
Met
Per
Samen met el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat de la cocciónHet bakken
Het koken (desengrasadoOntvet
Van vet ontdaan siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals vieraisJullie bekeken
Jullie keken
Jullie zagen que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was menesterNodig).
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Nuez moscada Patatita Perejil Pimienta Repollo Tronco
VerdurasGroenten
Groentes horneadasGebakken a la naranjaDe appelsien
De oranjeappel
De sinaasappel
RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een receptvoor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! exclusivamenteAlleen
Enkel en alleen
Uitsluitend vegetarianaVegetarisch
Vegetarische
Ingredientes: (paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! seis6
Zes personasMensen
Personages
Personen)
Dos2
Do's
Twee
Tweede cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mermeladaConfiture
Confituur
Jam
Marmelade de naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel, preferiblementeBij voorkeur
Liever noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank amargaBitter
Bittere
Dos2
Do's
Twee
Tweede puñadosHandvollen de zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en cubitosBlokjes
Dos2
Do's
Twee
Tweede puñadosHandvollen de judía verdeBoon
Herenboon
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon limpiaHelder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loutert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert
Louter
Louter!
Loutere
Maak schoon!
Netto-
Poets!
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinig!
Schone
Schoon
Snoei!
Veeg af!
Wrijf op!
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuiver!
Zuivere y cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rombosRuiten
Tarbotten
Dos2
Do's
Twee
Tweede puñadosHandvollen de arbolitosBoompjes de coliflorBloemkool o brécolBroccoli
Italiaanse bloemkool
Dos2
Do's
Twee
Tweede puñadosHandvollen de naboConsumptieknol
Herfstraap
Japanse raapjes
Kabu
Knol
Knolraap
Koolraap
Meiraap
Raap
Tuinraap cortado enGesneden in cubitosBlokjes
Un cucharónOpscheplepel
Pollepel y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de caldo de verdurasGroentebouillon
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus
Aceite de olivaOlijfolie
Las verdurasDe groenten
De groentes puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn otrasAnder
Andere
Nog één que las reseñadasBesproken
Gerecenseerd. CondiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde: todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
Preparación:
En una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan, ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten las dos2
Do's
Twee
Tweede cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mermeladaConfiture
Confituur
Jam
Marmelade de naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met un chorroEen scheut bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart generosoGenereus
Genereuze
Gul
Gulle
Kwistig
Kwistige
Mild
Milde
Overvloedig
Rijkelijk
Rijkelijke
Royaal
Royale
Scheutig
Scheutige
Vrijgevig
Vrijgevige de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen someramenteSummier y verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten todas lasAlle verdurasGroenten
Groentes. SaltearlasBak ze
Rooster ze un minutoEen minuut. RemoverRoeren
Verwijderen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y salpimentarMet zout en peper
kruiden. RociarArrosseren
Bedruipen
Begieten
Besprenkelen
Besproeien
Sprenkelen
Sproeien
Tremperen de salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus y echarleEraan toevoegen el cucharónOpscheplepel
Pollepel y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de caldo de verdurasGroentebouillon. CerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart la cacerolaDe braadpan
De degenkrab
De kasserol
De kastrol
De pan
De sauspan
De steelpan y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven a 200200
Tweehonderdº alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom media horaEen half uur
Halfuur o másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, muy bienBest
Heel goed
Prima tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen. Depende deBen afhankelijk van!
Hang af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk van comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals se quieranMen wilt las verdurasDe groenten
De groentes, al denteAl dente
Beetgaar o másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus hechasAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd.
SacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken del hornoKachel
Oven y muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid alNaar de
Naar het emplatarOp het bord schikken para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se rompanStuk gaan
Zij/ze gaan kapot por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld los arbolitosBoompjes de coliflorBloemkool o brécolBroccoli
Italiaanse bloemkool. SalsearMet saus begieten conDoor
Met
Per
Samen met el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus de la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht y acompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen de arroz blancoWitte rijst.
De los siguientes palabras hay una foto:
Brécol Coliflor Cucharón Judía verde Nabo Naranja Pimienta Zanahoria
Teppanyaki steakSteak daruma
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cuatro4
Vier personasMensen
Personages
Personen)
½ libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de carneVlees paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! bistecBief
Bieflap
Biefstuk (parcialmenteGedeeltelijk
Partieel
Partijdig congeladaBevriezen
Bevroren
Diepgevroren
Diepvriezen
Ingevroren
Invriezen)
44
Vier berenjenasAubergines
Eierplanten pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
44
Vier onza30 gram
Jaguar
Ounce (28.3 gr.) de shiitakeLentinula edodes
Lentinus edodes
Shiitake frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
44
Vier onza30 gram
Jaguar
Ounce (28.3 gr.) de judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen baby verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
66
Zes calabazasBewaarpompoenen
Courgettes
Eikelkalebassen
Grote pompoenen
Kalebassen
Kürbissen
Mergpompoenen
Muskaatpompoenen
Muskuskalebassen
Muskuspompoenen
Pompoenen
Pompoentoppen
Reuzenpompoenen
Sierpompoenen
Spaghettikalebassen
Turkse mutsen
Winterpompoenen
Zucchini's pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne amarillasGeel
Gele o verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
66
Zes cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
66
Zes onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.) de brotes de bambúBamboe reboeng
Bamboescheuten
Bamboespruiten secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite vegetalPlantaardige olie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper al gustoNaar smaak
IngredientesBestanddelen
Ingrediënten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! mojarBetten
Bevochtigen
Deppen
Indompelen
Indopen
Mouilleren
Nat maken
Soppen la carneHet vlees y vegetalesGroeisels
Plantaardig
Plantaardige
Planten
Vegetarisch
Vegetarische: salsa de soyaKetjap
Shoyu
Sojasaus y de jengibreDjahé
Gember
Gemberwortel o salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop de semillaBron
Korrel
Oorsprong
Oorzaak
Pit
Zaad
Zaadje
Zaadkorrel de ajonjolíEgyptische oliezaad
Sesam
Sesamzaad
Preparación:
CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren en capasJassen
Jij/je castreert
Jij/je ontmant
Lagen
Mantels
Pakken finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere la carneHet vlees, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo macérelaMacereer het conDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes, salpimiéntelaKruid het met zout
en peper a suHaar
Hun
Uw
Zijn gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak y colóquelaPlaats hem en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad. CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren las berenjenasDe aubergines
De eierplanten y pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer gruesasCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige, al igualNet zoals que los shiitakeLentinula edodes
Lentinus edodes
Shiitake, peroDoch
Echter
Maar a EstosDeze
Dezen retírelesHaal ze van
Verwijder bij hen la raízDe radix
De stam
De wortel
De wortel (deel van
plant). A las judías verdesDe sperziebonen quíteles las puntasDe landhoofden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen. CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren las calabazasDe bewaarpompoenen
De courgettes
De eekhoorntjesbroden
De eikelkalebassen
De grote pompoenen
De kalebassen
De kürbissen
De mergpompoenen
De muskaatpompoenen
De muskuskalebassen
De muskuspompoenen
De pompoenen
De pompoentoppen
De reuzenpompoenen
De sierpompoenen
De spaghettikalebassen
De turkse mutsen
De winterpompoenen
De zucchini's en cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen; las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y brotes de bambúBamboe reboeng
Bamboescheuten
Bamboespruiten, en pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks medianosDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-. ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad. CalienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! muy bienBest
Heel goed
Prima un grill eléctricoEen elektrische grill o una planchaEen bord
Een bout
Een plaat
Een plak
Een plank
Een strijkbout
Een strijkijzer
Een tablet, colóquelePlaats hem aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! eEn inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Rechtstreeks
Schielijk
Subiet
Zo fría laBak de
Bak het carneVlees de ambosAlle twee de
Allebei
Beide ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten; yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit, colóquelaPlaats hem a un ladoOpzij! de la planchaDe bout
De plaat
De plak
De plank
De strijkbout
De/het tablet
Het bord
Het strijkijzer paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! mantenerlaHet te houden calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo fría losBak de vegetalesGroeisels
Plantaardig
Plantaardige
Planten
Vegetarisch
Vegetarische. ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! en pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne recipientesBakken
Kommen
Potten
Pullen
Schalen
Vaten
Vazen individualesIndividueel
Individuele la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! mojarBetten
Bevochtigen
Deppen
Indompelen
Indopen
Mouilleren
Nat maken
Soppen la carneHet vlees; y los vegetalesDe groeisels
De planten, en platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen individualesIndividueel
Individuele.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajonjolí Amarillo Jengibre Jengibre Pimienta Pimientos Pimientos Verde
JudíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen conDoor
Met
Per
Samen met champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
Ingredientes:11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de judías verdesSperziebonen (frijoles verdesjudías verdes) cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter
ChampiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
½ copa de vinoGlas wijn blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
Preparación:
SofríaFruit
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik fruit en mantequillaBoter
Roomboter y a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie; agrégueleVoeg het toe las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, mézclelosMeng ze muy bienBest
Heel goed
Prima y continúeDoorgaat u!
Ga door
Gaat u door!
Gaat u verder met!
Gaat u verder!
Gaat u voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houdt u aan!
Ik doorga
Ik ga door
Ik ga verder
Ik ga verder met
Ik ga voort
Ik houd aan
Ik vervolg
Ik zet voort
Vervolgt u!
Zet u voort! cocinándolosZe koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1010
Tien minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo añádaleVoeg aan het toe vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper; revuélvalosRoer ze muy bienBest
Heel goed
Prima y sirvaBaat u!
Bedient u!
Bewijst u een dienst!
Deugt u!
Dien op
Dient u op!
Dient u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Ik baat
Ik bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
Is u geschikt!
Is u van dienst!
Kaart u aan!
Serveert u! estaDeze
Dit deliciaGenot
Heerlijkheid
Lekkernij calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Perejil Pimienta
FantasíaFantasie
Verbeeldingskracht de frijolesBonen
Witte bonen
Ingredientes:11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de frijolesBonen
Witte bonen rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten y fríosAfgekoeld
Afgekoelde
Kil
Kille
Koud
Koude
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de frijolesBonen
Witte bonen negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten y fríosAfgekoeld
Afgekoelde
Kil
Kille
Koud
Koude
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de frijolesBonen
Witte bonen o judías verdesSperziebonen cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten y fríosAfgekoeld
Afgekoelde
Kil
Kille
Koud
Koude (chícharosErwten de ventaTe koop en los supermercadosDe supermarkten)
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een/33
Drie de tazaBeker
Kop
Kopje de pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje de tomateTomaat
Tomaatplant (adelgazadaAfgevallen
Dun gemaakt
Gelouterd
Gereinigd
Gezuiverd
Minder geworden
Schoongemaakt
Uitgerold
Verdund
Verdunde
Vermagerd
Verminderd
Verzwakt conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!)
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de vino blancoWitte wijn
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper al gustoNaar smaak
Preparación:
HagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren de frijolesBonen
Witte bonen, cebollaAjuin
Bloembol
Ui, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje de tomateTomaat
Tomaatplant, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo añádale un aderezoVoeg er een dressing
aan toe elaboradoBereid
Bewerkt
Gemaakt
Geproduceerd
Ontwikkeld
Uitgewerkt
Vervaardigd
Verwerkt de aceite de olivaOlijfolie, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper y vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn. DecórelaVersier het a suHaar
Hun
Uw
Zijn gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Cebolla Pimienta Rojo Tomate Tomate
TerrinaCocotte
Terrien de merluza(Atlantische) heek
Atlantische heek
Heek
Mooie meid conDoor
Met
Per
Samen met verdurasGroenten
Groentes
Ingredientes:
500500
Vijfhonderd g. filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën de merluza(Atlantische) heek
Atlantische heek
Heek
Mooie meid
22
Twee zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
5050
Vijftig g. de judías verdesSperziebonen
5050
Vijftig g. de guisantesDoperwten
Erwten
22
Twee huevosEieren + 22
Twee clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
200200
Tweehonderd g. de queso blancoWitte kaas
33
Drie cucharaditasTheelepeltjes de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Preparación:
Se picanHakt men los filetesDe biefstukken
De filets
De lijsten
De moten
De plakken
De randen
De rands
De richels
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën de merluzasHeken
Mooie meiden y se salpimentaKruid met zout en
peper, se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd uno a unoÉén voor één los huevosDe eier
De eieren y a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dejar deOphouden met
Stoppen met batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan. Se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd el queso blancoDe witte kaas y la nataDe room
De slagroom
Het puikje, se rectificaMen brengt op smaak de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout si fuera necesarioIndien nodig.
Se incorporanMen voegt toe
Zij/ze sluiten zich aan
Zij/ze treden in dienst a la mousseMousse de pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht, las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels, las judías verdesDe sperziebonen cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en dadosAangegeven
Blokken
Dobbelsteentjes
Dobbelstenen
Gegeven
Klontjes
Kubussen
Opgebracht
Teerlingen
Toegebracht
Toegekend
Verleend y los guisantesDe doperwten
De erwten. Se vierteMen giet en un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm engrasadoBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette
Smering con mantequillaMet boter y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan alNaar de
Naar het baño maríaAu bain marie
Au bain-marie en el hornoDe kachel
De oven a 175º cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 4040
Veertig min. Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude.
De los siguientes palabras hay una foto:
Pimienta
Judías verdesSperziebonen con bechamelIn bechamelsaus
Ingredientes:
33
Drie/44
Vier Kg de judías verdesSperziebonen (puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn congeladasBevroren
Diepgevroren
Ingevroren)
un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de jamón serranoRauwe ham
Serranoham
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de harinaBloem
Meel
11
Een 11
Een/22
Twee cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de margarinaMargarine o mantequillaBoter
Roomboter
11
Een 11
Een/22
Twee o 22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de lecheMelk (segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals loDe
Hem
Het
U espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik! que osJe
Jullie guste(Het) bevalt
Behaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houdt u van!
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zint u! la bechamelDe bechamel
De bechamelsaus
De béchamelsaus
De bloemkoolsaus)
queso ralladoGeraspte kaas
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens, prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden una bechamelEen bechamel
Een bechamelsaus
Een béchamelsaus
Een bloemkoolsaus.
PocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige antes deAlvorens te
Voor terminarAfhandelen
Aflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen la bechamelDe bechamel
De bechamelsaus
De béchamelsaus
De bloemkoolsaus, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el jamónDe ham cortado enGesneden in trocitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte, escurrirlasLaat ze uitdruipen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, mezclarlasMengen conDoor
Met
Per
Samen met la
bechamelBechamel
Bechamelsaus
Béchamelsaus
Bloemkoolsaus y ponerlasZe doen en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el hornoDe kachel
De oven.
EspolvorearBepoederen
Bestrooien el quesoDe kaas por encimaBovendien
Er bovenop y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! gratinarGratineren
Paneren.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Nuez moscada
Judías verdesSperziebonen con bechamelIn bechamelsaus
Ingredientes:
500500
Vijfhonderd grs. de judías verdesSperziebonen planasEffen
Plat
Platte
Vlak
Vlakke y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd.
AjoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look picaditoFijngehakt
Heel fijn gesneden pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
BechamelBechamel
Bechamelsaus
Béchamelsaus
Bloemkoolsaus.
11
Een pimiento del piquilloPaprika bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridoAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen.
Queso ralladoGeraspte kaas.
Preparación:
Las judías verdesDe sperziebonen planasEffen
Plat
Platte
Vlak
Vlakke que yoEgo
Ik teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren congeladasBevroren
Diepgevroren
Ingevroren, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que las hervíIk borrelde
Ik kookte
Ik sudderde
Ik was op het
kookpunt
Ik ziedde
Ik zood duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten.
Las escurríIk droop af
Ik droop uit
Ik goot af
Ik liet uitlekken
Ik wrong uit.
PuseIk bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
Zette un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan y ajosLoken muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige (vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt al gustoNaar smaak de cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look a ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten)
AlNaar de
Naar het momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip echéIk begon handel te
drijven met
Ik gooide
Ik gooide erop
Ik had aandeel in
Ik jaagde weg
Ik joeg weg
Ik keilde
Ik kondigde aan
Ik kreeg
Ik legde op
Ik liet aan het
lot over
Ik maakte bekend
Ik maakte vast
Ik nam
Ik schatte
Ik schonk in
Ik sloeg uit
Ik smeet
Ik speelde een partijtje
Ik speelde uit
Ik sprak uit
Ik stortte
Ik strooide
Ik stuurde weg
Ik tankte
Ik trad op in
Ik uitte
Ik voegde toe
Ik voerde op
Ik wedde
Ik wedijverde
Ik wierp
Ik zegde
Ik zei
Ik zette buiten de
deur
Ik zond weg las judías verdesDe sperziebonen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridasAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen y las rehoguéIk sauteerde
Ik smoorde (in vet)
Ik warmde op un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat mientrasTerwijl se hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
Men maakte la bechamelDe bechamel
De bechamelsaus
De béchamelsaus
De bloemkoolsaus.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd la bechamelDe bechamel
De bechamelsaus
De béchamelsaus
De bloemkoolsaus leHaar
Hem
Het
U añadíIk bracht aan
Ik deed bij
Ik gaf toe
Ik legde bij
Ik mengde bij
Ik voegde bij
Ik voegde toe un pimiento del piquilloEen paprika bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridoAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen y a la batidoraDe blender
De mixer. Se quedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt de un colorcitoKleurtje naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel muuuuu chuli.
PuseIk bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
Zette en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad de hornoKachel
Oven las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen rehogadasGesauteerd
Gesauteerde
Gesmoord
Gesmoord (in vet)
Gesmoorde, la bechamelDe bechamel
De bechamelsaus
De béchamelsaus
De bloemkoolsaus color naranjaOranje por encimaBovendien
Er bovenop y el queso ralladoDe geraspte kaas.
A gratinarGratineren
Paneren hasta queTot
Totdat tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik pak aan
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u aan!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u! colorKleur.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Naranja
Ensalada china aliñadaAangemaakt (sla, saus)
Gemarineerd
Gemarineerde conDoor
Met
Per
Samen met salsa de cacahuetesPindasaus
Satésaus
Ingredientes:250 g de col blancaWitte kool, desmenuzadaUitgerafeld
Uitgerafelde
Verbrokkeld
Verbrokkelde
Verkruimeld
Verkruimelde
125 g de judías verdesSperziebonen finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trozosIn stukken de 22
Twee,55
Vijf cmCentimeter
Cm
Cm.
11
Een/22
Twee coliflorBloemkool pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, divididaAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Opgesplitst
Verdeeld en floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem
125 g de brotes de alubiasBonenspruiten de sojaSoja
½ pepinoAugurk
Augurkje
Cornichon
Eivormige komkommer
Komkommer
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels aceite de cacahueteAardnootolie
Arachide-olie
Arachideolie
Pinda-olie
Pindaolie
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! decorarDecoreren
Onderscheiden
Versieren
AliñoDressing
Ik maak aan (sla,
saus)
Ik marineer de cacahueteAardnoot
Pinda
Preparación:
SalteeBak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sauteert
Ik sauteer
Roerbak
Sauteert u! unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n segundosHoofdgerechten
Seconden
Secondes
Sekonden la colDe kool
De wilde kool, las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen y la coliflorDe bloemkool en un wokEen wok conDoor
Met
Per
Samen met aceite de cacahueteAardnootolie
Arachide-olie
Arachideolie
Pinda-olie
Pindaolie y una cucharillaEen lepeltje
Een theelepeltje de salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus. ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! las verdurasDe groenten
De groentes en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput o repartaBezorgt u!
Deelt u rond!
Deelt u uit!
Distribueert u!
Geeft u rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distribueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Ik bezorg
Ik deel rond
Ik deel uit
Ik distribueer
Ik geef rond
Ik reik uit
Ik verdeel
Reikt u uit!
Verdeel
Verdeelt u! entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen 44
Vier platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen. DistribuyaBrengt u rond!
Distribueert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distribueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Ik breng rond
Ik distribueer
Ik verdeel
Verdeel
Verdeelt u! por encimaBovendien
Er bovenop los brotesDe loten
De scheuten
De spruiten
De uitlopers
De uitspruitsels de judíaBoon
Herenboon
Joods
Joodse
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon.
ConDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes peleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schilt
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil
Jast u!
Pelt u af!
Pelt u!
Schil
Schilt u! tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken del pepinoAugurk
Augurkje
Cornichon
Eivormige komkommer
Komkommer, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde de la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo córteloSnijd het en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven y colóqueloPlaats hem sobre laOp de
Op het ensaladaSalade
Slaatje.
SazoneAssaisoneert u!
Breng op smaak
Brengt u op smaak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assaisoneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op smaak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruidt
Ik assaisoneer
Ik breng op smaak
Ik kruid
Kruidt u! conDoor
Met
Per
Samen met el aliñoDe dressing de cacahueteAardnoot
Pinda. AdorneDecoreert u!
Dost u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze decoreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dost uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze siert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze siert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versiert
Ik decoreer
Ik dos uit
Ik sier
Ik sier op
Ik tooi
Ik versier
Siert u op!
Siert u!
Tooit u!
Versier
Versiert u! la ensaladaDe salade
Het slaatje conDoor
Met
Per
Samen met hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de coriandroChinese peterselie
Ketoembar
Koriander
Korianderzaad
Verse koriander o perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cacahuete Coliflor Judía Pepino Perejil
FiletesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën de glutenGluten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
Ingredientes:11
Een kg de harina de trigoTarwemeel
HortalizasGroenten
Groentes
Tuingroente del tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd (apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij, cebollaAjuin
Bloembol
Ui, puerroOerprei
Prei, alcachofasArtisjokken, judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen...)
VariosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende dientes de ajoKnoflookteentjes
22
Twee tomatesTomaatplanten
Tomaten
Una cebollaEen ajuin
Een bloembol
Een ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
OréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
Pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren la harinaDe bloem
Het meel conDoor
Met
Per
Samen met una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. AmasarDeeg kneden
Kneden duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1010
Tien minutosMinuten aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat hasta queTot
Totdat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta consistenteDicht
Dichte
Stevig
Stevige (que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se pegueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt aan
Vastbakt a las manosDe handen). PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat y lavarlaWas debajoBeneden
Eronder
Onder del grifoKraan
Tap
Tapkraan hasta queTot
Totdat el aguaHet water salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! limpiaHelder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loutert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert
Louter
Louter!
Loutere
Maak schoon!
Netto-
Poets!
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinig!
Schone
Schoon
Snoei!
Veeg af!
Wrijf op!
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuiver!
Zuivere.
EscurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg y cocerlaKoken juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met las hortalizasDe groenten
De groentes
De tuingroente duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat (media horaEen half uur
Halfuur siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats en olla a presiónHogedrukpan
Snelkookpan).
SacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg del caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat y dejarlaHen laten
Laten enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen. CortarlaSnijd
Snijden en filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën y ponerlaDoe het in
Zetten en adoboAanmaken
Bereiden
Blanketsel
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leg in
Ik looi
Ik maak aan
Ik maak in
Ik marineer
Ik taan
Inleggen
Inmaken
Leerlooien
Looien
Make-up
Marinade
Marineren
Pekel
Schmink
Tanen
Toebereiden
Voorbereiden con ajoMet knoflook, oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 24 horasEtmaal comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige.
En el fondoEigenlijk
Strikt genomen de una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de hornoKachel
Oven, disponerBeschikken
Beschikken over
Bevelen
Disponeren
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien una cebollaEen ajuin
Een bloembol
Een ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten encimaBovendien
Er bovenop los filetesDe biefstukken
De filets
De lijsten
De moten
De plakken
De randen
De rands
De richels
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën de glutenGluten juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el adoboDe make-up
De marinade
De pekel
De schmink
Het aanmaken
Het bereiden
Het blanketsel
Het inleggen
Het inmaken
Het leerlooien
Het looien
Het marineren
Het tanen
Het toebereiden
Het voorbereiden y, por últimoTenslotte, los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven. CocerBakken
Koken en el hornoDe kachel
De oven hasta queTot
Totdat la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! asadaGebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Apio Apio Cebolla Orégano Pimentón Pimentón dulce Puerro
SojaSoja a la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan
Ingredientes:11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en julianaDamastbloem
Julienne (rodajitasSchijfjes finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere)
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een tallo de apioSelderiestengel verdeGroen
Groene cortado enGesneden in rodajitasSchijfjes finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
½ cucharaditaTheelepeltje de oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
11
Een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de granosGranen
Greinen
Korrels
Kralen
Mee-eters
Pitten
Puistjes
Zaadjes
Zaadkorrels de sojaSoja (soyaSoja)
11
Een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de judías verdesSperziebonen (chauchas tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte, vainitasBonen
Peultjes, ejotesBonen, chinasChinees
Chinese en suHaar
Hun
Uw
Zijn vainaBladschede
Dop
Foudraal
Koker
Peul
Schede
Schil)
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus (soyaSoja)
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout al gustoNaar smaak
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen el aceiteDe olie
De olijfolie en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan, agregarBijmengen
Toevoegen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, el diente de ajoDe teen knoflook
Het knoflookteentje
Het teentje knoflook y el apioDe bladselderij
De bleekselder
De bleekselderij
De eppe
De groene selderij
De knolselderij
De selder
De selderie
De selderij
De snijselderij
De struikselderij
De wilde selderie
De wilde selderij
De witte selderij
Het juffrouwmerk
Het selderiezaad
Het selderijzaad. SofreírFruiten a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) (suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele)
removiendoRoerend
Verwijderend (mezclandoMengend
Mixend
Temperend
Vermengend
Verwarrend) conDoor
Met
Per
Samen met cuchara de maderaHouten lepel. AgregarBijmengen
Toevoegen el oréganoDe oregano
De wilde majoraan
De wilde marjolein y la salsa de sojaDe ketjap
De shoyu
De sojasaus. TaparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen y seguir cocinandoBlijf doorkoken a
fuego lentoLaag vuur, revolviendoOmroerend
Roerend 2-3 vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten. CuandoAls
Tijdens
Wanneer las verdurasDe groenten
De groentes estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, agregarBijmengen
Toevoegen las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen y los granosDe granen
De greinen
De korrels
De kralen
De mee-eters
De pitten
De puistjes
De zaadjes
De zaadkorrels de sojaSoja bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridosAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen, salpimentarMet zout en peper
kruiden, esparcirBestrooien
Uitspreiden
Verdelen el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y cocinarBereiden
Koken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, mezclandoMengend
Mixend
Temperend
Vermengend
Verwarrend bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn enseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla Cuchara de madera Orégano Perejil Verde