EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
una recetaEen recept:

EmpanadillasBladerdeegpakketjes
Pasteitjes

Ingredientes:
masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta
:
11
Een
/22
Twee
kg de harinaBloem
Meel

55
Vijf
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette
derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt
tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele

salmueraPekel
Saumure

el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen
:
11
Een
/22
Twee
kg de dulce de membrilloKweepeergelei
Kweepeerpasta

canelaKaneel o clavo de olorKruidnagel
Kruidnagelboom
molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen

azúcarSuiker molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
o azúcar impalpablePoedersuiker

Preparación:
ConDoor
Met
Per
Samen met
los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten
de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje
elásticaElastisch
Elastische
Rekbaar
Rekbare
Soepel
Soepele
Veerkrachtig
Veerkrachtige
que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
amasarseKneden sobre laOp de
Op het
mesadaAanrecht enharinadaIn meel verpakt
Met meel bedekt
Met meel bestrooid
hasta queTot
Totdat
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
bien lisaHeel glad. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
un bolloEen bolletje
Een broodje
Een kadet
Een kadetje
y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten
tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen
conDoor
Met
Per
Samen met
un repasadorEen theedoek duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
2020
Twintig
minutosMinuten. RepartirBezorgen
Distribueren
Ronddelen
Rondgeven
Uitdelen
Uitreiken
Verdelen
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
en bollosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten
pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
, estirarStrekken
Uitrekken
Uitrollen (van deeg)
conDoor
Met
Per
Samen met
el palote dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
redondaGevuld
Gevulde
Rond
Ronde
y algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
. DisolverOplossen en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan
el dulceDe lekkernij
De versnapering
De zoetigheid
Het snoepgoed
conDoor
Met
Per
Samen met
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
apenasAmper
Jij/je bedroeft
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
lograrBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor
una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla
espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik!
y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se deseaMen wenst, perfumarAromatiseren conDoor
Met
Per
Samen met
la canelaDe/het kaneel o el clavo de olorDe kruidnagel
De kruidnagelboom
. DistribuirDistribueren
Rondbrengen
Verdelen
sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los discosDe cd's
De discussen
De grammofoonplaten
De kiesschijven
De platen
De schijven
de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta
, pintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven
el bordeDe band
De boord
De kant
De rand
De zoom
conDoor
Met
Per
Samen met
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
y cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen
formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend
las empanadillasDe bladerdeegpakketjes
De pasteitjes
. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
el repulgoZoom, distribuirDistribueren
Rondbrengen
Verdelen
en una placaEen aanrecht
Een bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een fotografische plaat
Een plaat
Een plak
Een tablet
y cocinarBereiden
Koken
en hornoKachel
Oven
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
espolvoreadasBepoederd
Bestrooid
Bestrooide
conDoor
Met
Per
Samen met
el azúcarDe suiker molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
o azúcar impalpablePoedersuiker.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Canela   Clavo de olor  


Empanadillas de dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
de cayoteChayote

Ingredientes:
400400
Vierhonderd
g de harinaBloem
Meel
comúnAlgemeen
Algemene
Bestekamer
Gemeen
Gemeenschappelijk
Gemeenschappelijke
Gemene
Gemene volk
Gewoon
Gezamenlijk
Gezamenlijke
Grote hoop

11
Een
cucharaditaTheelepeltje de polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hornearBakken
11
Een
pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel!
de sal finaFijn zout
350 g de mantecaReuzel
Spek
o margarinaMargarine
22
Twee
yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels

vino dulceZoete wijn
dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
de cayoteChayote
azúcar impalpablePoedersuiker

Preparación:
DistribuirDistribueren
Rondbrengen
Verdelen
sobre laOp de
Op het
mesadaAanrecht en forma deIn de vorm van coronaBekroon!
Corona
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Koningskroon
Krans
Kroon
Kroon!
Kroonwiel
la harinaDe bloem
Het meel
previamenteEerst
Vooraf
tamizadaGeselecteerd
Gezeefd
Gezeefde
conDoor
Met
Per
Samen met
el polvoHet gruis
Het pulver
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hornearBakken y la salHet zout. En el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden
colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
la mantecaDe reuzel o la margarinaDe margarine y las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels
. UnirAaneenvoegen
Samenbrengen
Verbinden
Verenigen
los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten
añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend
22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de vino dulceZoete wijn y, si fuera necesarioIndien nodig, aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
. FormarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen
un bolloEen bolletje
Een broodje
Een kadet
Een kadetje
lisoEffen
Gelijk
Gelijke
Glad
Gladde
Sluik
Sluike
Stijl
Stijle
Vlak
Vlakke
Vlot
Vlotte
Zonder moeilijkheden
, taparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen
conDoor
Met
Per
Samen met
un repasadorEen theedoek y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
11
Een
/22
Twee
horaTijd
Uur
. EstirarStrekken
Uitrekken
Uitrollen (van deeg)
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
sobre laOp de
Op het
mesadaAanrecht enharinadaIn meel verpakt
Met meel bedekt
Met meel bestrooid
, cortar con un cortapasta tapas medianasSnijd met een deegsnijder
 lapjes van gemiddelde grootte
y distribuirDistribueren
Rondbrengen
Verdelen
en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden
el dulceDe lekkernij
De versnapering
De zoetigheid
Het snoepgoed
de cayoteChayote aligeradoLichter gemaakt conDoor
Met
Per
Samen met
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de vino dulceZoete wijn. PintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven
los bordesDe banden
De boorden
De kanten
De randen
De rands
De zomen
conDoor
Met
Per
Samen met
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
o huevo batidoGeklopt ei, cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen
formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend
las empanadasDe empanada's
De pasteien
De vleespasteien
y marcarAanduiden
Aangeven
Aankruisen
Aanwijzen
Brandmerken
Draaien
Een teken geven
Kenmerken
Markeren
Merken
Tekenen
conDoor
Met
Per
Samen met
la ruedaHet wiel de raviolesRavioli
Raviolis
. DistribuirDistribueren
Rondbrengen
Verdelen
en una placaEen aanrecht
Een bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een fotografische plaat
Een plaat
Een plak
Een tablet
y llevarAanhebben
Berekenen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
dorarAanbraden
Doreren
. ServirlasDien ze op fríasAfgekoeld
Afgekoelde
Jij/je bakt
Jij/je braadt
Jij/je frituurt
Jij/je fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten
o espolvoreadasBepoederd
Bestrooid
Bestrooide
conDoor
Met
Per
Samen met
el azúcar impalpableDe poedersuiker.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Cayote  


EmpanadillasBladerdeegpakketjes
Pasteitjes

Ingredientes:
11
Een
/22
Twee
Kg. de harinaBloem
Meel

11
Een
Kg. de batatasBataten
Yamswortels
Zoete aardappels

11
Een
/22
Twee
de azúcarSuiker
88
Acht
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette
pella

Preparación:
DisponerBeschikken
Beschikken over
Bevelen
Disponeren
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
la harinaDe bloem
Het meel
en una mesaEen bank
Een bok
Een ezel
Een rek
Een schraag
Een stander
Een stellage
Een tafel
Een werkbank
de maderaHouten
Van hout
y formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen
una coronaEen corona
Een koningskroon
Een krans
Een kroon
Een kroonwiel
, colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
alNaar de
Naar het
centroBinnenste
Centreren
Centrum
Ik bepaal de middelas
 van
Ik breng tot het
 middelpunt
Ik centreer
Middelmaat
Middelpunt
Midden
de la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
, la grasaDe/het smeer
Het vet
y salmueraPekel
Saumure
(aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
hervidaGeborreld
Gekookt
Gekookte
Gesudderd
Gezied
Gezoden
Op het kookpunt geweest
conDoor
Met
Per
Samen met
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
).
IntegrarIntegreren
Samenvoegen
Tezamen vormen
Uitmaken
Vormen
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
y amasarDeeg kneden
Kneden
, hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
bollitosBolletjes y estirarStrekken
Uitrekken
Uitrollen (van deeg)
formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend
discosCd's
Discotheken
Discussen
Grammofoonplaten
Kiesschijven
Platen
Schijven
parejos.
DulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
(para el rellenoVoor de vulling): CocinarBereiden
Koken
las batatasDe bataten
De zoete aardappels
conDoor
Met
Per
Samen met
cáscaraBolster
Dop
Schaal
Schil
Schors
, en pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
, pelarlasSchil ze y pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
por el tamizDe zeef ó PrensapuréPureepers. TenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
listoBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge
el almíbar conDoor
Met
Per
Samen met
la vainillaDe vanille, a puntoPrecies goed de hiloDraad
Garen
Hilo
Hyllus
Ik span
Ik spin
; verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten
el puréDe brij
De pap
De puree
de batatasBataten
Yamswortels
Zoete aardappels
. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
entibiarLauw maken
Lauw worden
y rellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen
las empanadillasDe bladerdeegpakketjes
De pasteitjes
. CocinarBereiden
Koken
a hornoKachel
Oven
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
1515
Vijftien
'. RetirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen
blanquearBlancheren
Bleken
o ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
conDoor
Met
Per
Samen met
azúcarSuiker estandoLiggend
Zich bevindend
Zijnd
Zijnde
Zittend
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
las empanadillasDe bladerdeegpakketjes
De pasteitjes
.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
se puedenMen kan rellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen
las empanadillasDe bladerdeegpakketjes
De pasteitjes
conDoor
Met
Per
Samen met
dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
de cayoteChayote.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Cayote   Prensapuré  


TruchasBeekforellen
Forellen
rellenasGedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Jij vult
Jij/je farceert
Jij/je vult
Jij/je vult bij
Jij/je vult in
Jij/je vult op
Jij/je zet op
de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels
(dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
de navidadKerstfeest
Kerstmis
Kersttijd
)

Ingredientes:
ObleasDunne wafels
Oblaten
Oublies
Ouwels
Wafers
(sirven(Zij) dienen
Zij/ze baten
Zij/ze bedienen
Zij/ze bewijzen een dienst
Zij/ze deugen
Zij/ze dienen
Zij/ze dienen op
Zij/ze helpen
Zij/ze kaarten aan
Zij/ze serveren
Zij/ze zijn geschikt
Zij/ze zijn van dienst
las de las empanadillasDe bladerdeegpakketjes
De pasteitjes
)
½ vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat
de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!

¾ vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat
de azúcarSuiker
250 gr. AlmendraAmandel
Zoete amandel
(crudasBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige
)
44
Vier
yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels

Ralladura de limónCitroenrasp (verdeGroen
Groene
)

Preparación:
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
un almíbarEen siroop
Een stroop
conDoor
Met
Per
Samen met
el aguaHet water y el azúcarDe suiker, ponerloDoe het in
Zetten
alNaar de
Naar het
fuegoVuur, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
rompa(Het) breekt
Breekt u af!
Breekt u door!
Breekt u stuk!
Breekt u!
Doorbreekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Ik breek
Ik breek af
Ik breek door
Ik breek stuk
Ik doorbreek
Ik maak kapot
Ik schend
Ik verbreek
Maakt u kapot!
Schendt u!
Verbreekt u!
a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
loDe
Hem
Het
U
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
1515
Vijftien
minutosMinuten alNaar de
Naar het
fuego lentoLaag vuur.
Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan
las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels
(peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde
y molidasGekweld
Gemalen
Vermalen
). Se revuelveMen roert y se la vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend
las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels
, la ralladura de limónDe citroenrasp, se revuelveMen roert bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
alNaar de
Naar het
fuego lentoLaag vuur hasta queTot
Totdat
se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
una masita.
Se rellenanMen vult y se fríenBakt men.
Se espolvoreanBestrooi ze conDoor
Met
Per
Samen met
azúcarSuiker y se guardanMen bewaart cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam
en una lataEen blik
Een blikje
Een bus
Een lat
Een trommel
Een trommeltje
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
tapaditasAfgedekt para queOpdat
Zodat
duren(Zij) blijven goed
Beklijft u!
Blijft u aan!
Blijft u!
Duurt u voort!
Duurt u!
Houdt u aan!
Houdt u stand!
Zij/ze beklijven
Zij/ze blijven
Zij/ze blijven aan
Zij/ze duren
Zij/ze duren voort
Zij/ze houden aan
Zij/ze houden stand
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Almendra   Verde