CaramelPicarel
Zeeschijter

EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
una recetaEen recept:

Caramelos de zelandaZeeuwse babbelaars

Ingredientes:
75 gramosGrammen de azúcarSuiker
75 gramosGrammen de melazaKeukenstroop
Melasse
Suikerstroop

22
Twee
cucharadas soperasEetlepels
Soeplepels
de vinagreAzijn
Edik

11
Een
cucharada soperaSoeplepel de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!


Preparación:
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren
una tablaEen bord
Een deel
Een lijst
Een plank
Een tabel
Een tablet
Een tafel
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
con mantequillaMet boter. EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
el azúcarDe suiker, la melazaDe keukenstroop
De melasse
De suikerstroop
, el vinagreDe azijn
De edik
y el aguaHet water en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan
pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
y hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren
. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
que la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren
se reduzcaInkookt hasta queTot
Totdat
una gotaEen drop
Een droppel
Een druppel
Een jicht
Een lik
Een podagra
de la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
se endurezcaHet stevig wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt hard
totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal
en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
. EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
en la tablaDe deel
De lijst
De plank
De tabel
De tafel
De/het tablet
Het bord
untadoAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt
con mantequillaMet boter. EmpujarAanduwen
Douwen
Dringen
Duwen
Stoten
los bordesDe banden
De boorden
De kanten
De randen
De rands
De zomen
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden
utilizandoAanwendend
Benuttend
Gebruikend
Met behulp van
Te baat nemend
Toepassend
Waarnemend
un cuchilloEen mes untadoAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt
con mantequillaMet boter. FrotarseInwrijven las manosDe handen con mantequillaMet boter y, en cuantoZodra la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
a endurecerseHard worden, estirarlaRol het uit hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
lograrBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor
un cordónEen afzetting
Een band
Een kordon
Een lint
Een nestel
Een rijgveter
Een schoenveter
Een touwtje
Een veter
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
conDoor
Met
Per
Samen met
un grosorEen dikte de 11
Een
11
Een
/22
Twee
centímetroCentimeter
Cm
Cm.
aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
.
CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
el cordónDe afzetting
De nestel
De rijgveter
De schoenveter
De veter
Het kordon
Het lint
Het touwtje
en trocitosStukjes (más o menosMeer of minder
Ongeveer
cuadradosCarrés
Kwadraten
Ruitjes
Vakken
Vierkant
Vierkante
Vierkanten
) conDoor
Met
Per
Samen met
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
tijerasSchaar
Scharen
. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
que los caramelosDe hopjes
De karamels
De karamellen
De toffees
De ulevellen
se endurezcan(Zij) worden hard
Zij/ze worden hard
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua  


Salsa de carameloKaramelsaus

Ingredientes:
11
Een
tazaBeker
Kop
Kopje
de cremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla

22
Twee
tazasBekers
Kopjes
Koppen
de lecheMelk
½ tazaBeker
Kop
Kopje
de azúcarSuiker

Preparación:
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
conDoor
Met
Per
Samen met
el azúcarDe suiker un carameloEen e150a-d
Een hopje
Een karamel
Een toffee
Een ulevel
rubio(Gestreepte) poon
Blond
Blonde
Gestreepte poon
Poon
, una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
listoBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge
agregarBijmengen
Toevoegen
lecheMelk y cremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla
, dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
hasta queTot
Totdat
se disuelva(Hij) lost op el carameloDe karamel
De toffee
De ulevel
Het hopje
. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
.

PiñaAnanas caramelizadaGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd
en salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop
de kiwiChinese kruisbes
Kiwi
Kiwi (geel)

Ingredientes:
11
Een
piñaAnanas hawaianaVan hawaï maduraBelegen
Bezonken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt volwassen
Madoera
Rijp
Rijp!
Rijpe
Word volwassen!

88
Acht
kiwisChinese kruisbessen
Kiwi's
madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe

½ tazaBeker
Kop
Kopje
de jarabeSiroop
Stroop
simpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele

½ cáscara de naranjaSinaasappelschil
11
Een
onza30 gram
Jaguar
Ounce (28.3 gr.)
de Grand MarnierGrand marnier (de ventaTe koop en supermercadosSupermarkten)
MantequillaBoter
Roomboter
al gustoNaar smaak
11
Een
cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel
de azúcarSuiker

Preparación:
PeleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schilt
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil
Jast u!
Pelt u af!
Pelt u!
Schil
Schilt u!
y parta laVerdeel de piñaAnanas en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
retírele el corazónVerwijder het klokhuis, calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan
mantequillaBoter
Roomboter
y azúcarSuiker, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
esta mezclaDit mengsel esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
coloqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u!
las rodajasDe plakken
De radeermessen
De schijven
de piñaAnanas para queOpdat
Zodat
se caramelicenZe karamelliseren y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
resérvelas.

PreparaciónAanmaken
Bereiden
Bereiding
Bereidingswijze
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
de la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop
de kiwiChinese kruisbes
Kiwi
Kiwi (geel)
:
licueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vloeibaar
Ik maak vloeibaar
Maak vloeibaar
Maakt u vloeibaar!
kiwisChinese kruisbessen
Kiwi's
, agréguelesVoeg ze toe jarabeSiroop
Stroop
perfumadoGearomatiseerd
Geparfumeerd
conDoor
Met
Per
Samen met
cáscara de naranjaSinaasappelschil y Grand MarnierGrand marnier y póngalaPlaats het a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
sirvaBaat u!
Bedient u!
Bewijst u een dienst!
Deugt u!
Dien op
Dient u op!
Dient u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Ik baat
Ik bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
Is u geschikt!
Is u van dienst!
Kaart u aan!
Serveert u!
el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht
, coloqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u!
primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop
, en medioMiddenin pongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
 praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u!
piñaAnanas y decórelaVersier het conDoor
Met
Per
Samen met
almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels
tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's
y hoja de mentaMuntblad
Pepermuntblad
. Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop
heladaBevroren
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijskoud
Ijskoude
Rijp
Vorst
y la piñaDe ananas calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Almendra   Kiwi   Piña  


YemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels
caramelizadasGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd
del sr. obispoBisschop

Preparación:
A una docenaEen dozijn de yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels
, mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal
de azúcarSuiker clarificadoGeclarificeerd
Geclarificeerde
Geklaard
Geklaarde
Helder gemaakt
en puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
de bolillaBalletje. Se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd
las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
batidasDoorgeroerd
Drijfjachten
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjachten
Omgeroerd
y se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
 zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
 de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds
sobre elOp de
Op het
azúcarSuiker templadoBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige
. Se vuelven(Zij) worden
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
en el cacilloDe sauslepel
Het sauspannetje
y se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden
a cocerBakken
Koken
alNaar de
Naar het
fuego lentoLaag vuur, hasta queTot
Totdat
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
cuajadasDik gelaten worden
Gedaan stollen
Gestold
Gestolde
Kwarken
, por supuestoNatuurlijk
Uiteraard
Vanzelfsprekend
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
dejar deOphouden met
Stoppen met
menearlas -Hen te bewegen(en este puntoDienaangaande
In dat opzicht
Wat dat betreft
se percibeMen neemt waar un puntoEen gegeven
Een mespunt
Een oog
Een punt
Een spikkel
Een stip
Een tricot
de estremecimientoHuiveren
Huivering
Rillen
, -vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
Vd. a saberDat wil zeggen
Namelijk
Te weten
por quéWaarom, en la escrituraDe akte
De bijbel
De schrift
Het componeren
Het geschrift
Het neerschrijven
Het rapport
Het scheppen
Het schrijven
Het uitschrijven
de la hacendosaIjverig religiosaGelovig
Gelovige
Godsdienstig
Godsdienstige
Religieus
Religieuze
transcriptoraBewerkster de la recetaHet recept). En estandoLiggend
Zich bevindend
Zijnd
Zijnde
Zittend
cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
 zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
 de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds
sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
harinaBloem
Meel
y se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
bollitosBolletjes largosBreedvoerig
Breedvoerige
Lang
Lange
Largo's
Lengten
Lengtes
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
, de los queWie
Zij die
se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften
las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels
del tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid
que se quieranMen wilt y se redondeanMen maakt rond. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
una pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
de azúcarSuiker a puntoPrecies goed de carameloE150a-d
Hopje
Karamel
Toffee
Ulevel
y se van echandoMen gaat gooien, una a unaÉén voor één o dos2
Do's
Twee
Tweede
a dos2
Do's
Twee
Tweede
, y después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
bañarlasZe baden bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, se sacanMen haalt uit conDoor
Met
Per
Samen met
un tenedorEen dol
Een vork
y se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich
poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend
sobre laOp de
Op het
piedraHagel
Steen
, untadaAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt
conDoor
Met
Per
Samen met
un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier
de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
piedraHagel
Steen
, podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen
servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput
de pedernalStenen
Vuursteen
.

HojaldresBladerdegen de brieBrie conDoor
Met
Per
Samen met
cebollaAjuin
Bloembol
Ui
caramelizadaGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd



Ingredientes:
22
Twee
cuñasKeggen
Keilen
Spieën
Wiggen
de quesoKaas BrieBrie
22
Twee
cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere

44
Vier
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de mantequillaBoter
Roomboter

11
Een
planchaBord
Bout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt glad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt op
Pers op!
Pers!
Plaat
Plak
Plank
Strijk glad!
Strijk op!
Strijk!
Strijkbout
Strijkijzer
Tablet
de hojaldre
MostazaBruine mosterd
Gele mosterd
Herik
Junceamosterd
Krodde
Mostaard
Mosterd
Mosterdplant
Sarepta-mosterd
Sareptamosterd
Wilde mosterd
Witte mosterd
Zwarte mosterd

Huevo batidoGeklopt ei paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
barnizarVernissen

Preparación:
En un cazoEen sauspan ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
la mantequillaDe boter
De roomboter
y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen
las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien
, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van
que se haganZich vormen
Zij/ze raken
Zij/ze worden
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
lentamenteLangzaam duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de 45 minutosMinuten, hasta queTot
Totdat
la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal
caramelizadaGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd
. DejarlaHen laten
Laten
enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
las cuñasDe keggen
De keilen
De spieën
De wiggen
de BrieBrie verticalmenteVerticaal en dos2
Do's
Twee
Tweede
más pequeñasKleiner y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
en sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig
transversalDwars
Transversaal
Transversale
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
sándwiches. RellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen
cada unaElk conDoor
Met
Per
Samen met
la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
triánguloDriehoek
Triangel
sobre unBovenop een
Op een
trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje
de hojaldre pintadoAfgeschilderd
Beschilderd
Beschilderde
Geschilderd
Geverfd
Uitgeschilderd
por dentroVan binnen conDoor
Met
Per
Samen met
mostazaBruine mosterd
Gele mosterd
Herik
Junceamosterd
Krodde
Mostaard
Mosterd
Mosterdplant
Sarepta-mosterd
Sareptamosterd
Wilde mosterd
Witte mosterd
Zwarte mosterd
. EnvolverBakeren
Betrekken bij
Impliceren
Inbakeren
Inpakken
Insluiten
Inzwachtelen
Met zich meebrengen
Oprollen
Pakken
Strengelen
Verpakken
Wikkelen
Winden
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
cerraditoDicht
Gesloten
y reservarBespreken
Bestellen
Boeken
Intekenen
Openhouden
Reserveren
Vrijhouden
Wegzetten
en el frigoríficoDe koelkast duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
2020
Twintig
minutosMinuten. PintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven
conDoor
Met
Per
Samen met
huevoEi y cocerBakken
Koken
en hornoKachel
Oven
a 180º duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
20-25 minutosMinuten o hasta queTot
Totdat
el hojaldreHet bladerdeeg se haya dorado(Het) is gebruind. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
del hornoKachel
Oven
, dejarloHen laten
Laten
reposarLaten rusten
Rusten
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
10-15 minutosMinuten antes deAlvorens te
Voor
cortarloSnijd
Snijden




De los siguientes palabras hay una foto:
Cada   Cada   Cebolla   Mostaza   Mostaza   Triángulo  


Hojaldre conDoor
Met
Per
Samen met
frutasFruit
Vruchten
Vruchtenprodukten
caramelizadasGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd



Ingredientes:
11
Een
BaseBase
Baseert u!
Basis
Basis-
Grond
Grondslag
Grondt u!
Grondvlak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Ik baseer
Ik grond
Point-guard
de Hojaldre
azúcarSuiker
FrutasFruit
Vruchten
Vruchtenprodukten
: PeraGekweekte peer
Peer
, manzanaAppel
Huizenblok
y melocotónPerzik
CanelaKaneel molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
(11
Een
cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel
)

Preparación:
En el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
papel vegetalVetvrij papier que vieneAanstaand la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
se pinchaMen prikt y se espolvoreaMen bestrooit de azúcarSuiker y se mete al hornoMen plaats in de
 oven
hasta queTot
Totdat
el hojaldreHet bladerdeeg esté hechoKlaar is.
AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
, se quitaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Men verwijdert
el corazónHet hart
Het klokhuis
de las frutasDe vruchten
De vruchtenprodukten
Het fruit
y se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
a gajosParten muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
finosDelicaat
Delicate
Droge sherry's
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry's
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
. Se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
 de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
azúcarSuiker y la canelaDe/het kaneel y se van rebozandoMen gaat dopen en ellaHaar
Ze
Zij
las frutasDe vruchten
De vruchtenprodukten
Het fruit
y colocándolas en la baseDe base
De basis
De grond
De grondslag
Het grondvlak
de hojaldre yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
rellenaFarceer!
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze farceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Vul
Vul bij!
Vul in!
Vul op!
Vul!
Zet op!
de las frutasDe vruchten
De vruchtenprodukten
Het fruit
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
a gratinarGratineren
Paneren
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
minutosMinuten, hasta queTot
Totdat
se veaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet
que las frutasDe vruchten
De vruchtenprodukten
Het fruit
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
caramelizadasGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Canela   Manzana   Manzana   Manzana   Manzana   Melocotón   Pera  


Natilla de carameloE150a-d
Hopje
Karamel
Toffee
Ulevel



Ingredientes:
22
Twee
huevosEieren,
66
Zes
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de azúcarSuiker,
11
Een
cucharaditaTheelepeltje de harinaBloem
Meel

11
Een
/22
Twee
L. de lecheMelk.

Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
alNaar de
Naar het
fuegoVuur un cazoEen sauspan conDoor
Met
Per
Samen met
22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de azúcarSuiker removiendoRoerend
Verwijderend
conDoor
Met
Per
Samen met
una cuchara de maderaEen houten lepel hasta queTot
Totdat
se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
el carameloDe karamel
De toffee
De ulevel
Het hopje
, loDe
Hem
Het
U
retiramosVerwijderen we
Wij/we haalden uit
Wij/we halen uit
Wij/we trekken in
Wij/we trekken terug
Wij/we trokken in
Wij/we trokken terug
Wij/we verwijderden
Wij/we verwijderen
y loDe
Hem
Het
U
reservamosWij zetten weg
Wij/we bespraken
Wij/we bespreken
Wij/we bestelden
Wij/we bestellen
Wij/we boeken
Wij/we boekten
Wij/we hielden open
Wij/we hielden vrij
Wij/we houden open
Wij/we houden vrij
Wij/we reserveerden
Wij/we reserveren
Wij/we tekenden in
Wij/we tekenen in
Wij/we zetten weg
, batimosWij slaan
Wij/we hieuwen
Wij/we houwen
Wij/we klappen
Wij/we klapten
Wij/we kloppen
Wij/we klopten
Wij/we meppen
Wij/we mepten
Wij/we roerden
Wij/we roerden door
Wij/we roerden om
Wij/we roeren
Wij/we roeren door
Wij/we roeren om
Wij/we slaan
Wij/we sloegen
los huevosDe eier
De eieren
conDoor
Met
Per
Samen met
las otrasAnder
Andere
Nog één
dos2
Do's
Twee
Tweede
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de azúcarSuiker y la harinaDe bloem
Het meel
, (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se deseaMen wenst loDe
Hem
Het
U
podemosLaten we besnoeien
Laten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we besnoeien
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien
batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan
conDoor
Met
Per
Samen met
la batidoraDe blender
De mixer
), se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd
la leche calienteDe warme melk loDe
Hem
Het
U
batimosWij slaan
Wij/we hieuwen
Wij/we houwen
Wij/we klappen
Wij/we klapten
Wij/we kloppen
Wij/we klopten
Wij/we meppen
Wij/we mepten
Wij/we roerden
Wij/we roerden door
Wij/we roerden om
Wij/we roeren
Wij/we roeren door
Wij/we roeren om
Wij/we slaan
Wij/we sloegen
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
mezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
loDe
Hem
Het
U
echamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
 drijven met
Wij/we begonnen handel te
 drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
 lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
 lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
 deur
Wij/we zonden weg
sobre elOp de
Op het
cazoIk bejaag
Ik drijf voort
Ik jaag
Ik jaag na
Ik maak jacht op
Sauspan
que hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
el carameloDe karamel
De toffee
De ulevel
Het hopje
, loDe
Hem
Het
U
ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
 praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer
alNaar de
Naar het
baño maríaAu bain marie
Au bain-marie
, loDe
Hem
Het
U
mantenemosWij gaan door
Wij handhaven
Wij/we houden
Wij/we houden erop na
Wij/we onderhouden
moviendoBewegend
Roerend
Verroerend
hasta queTot
Totdat
espeseBindt u!
Het wordt dik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
Maakt u dikker!
Verdikt u!
, sin queZonder dat llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
(se cortaríaHet zou schiften
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou laten knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schiften
), loDe
Hem
Het
U
ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
 praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer
a enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
hondaDiep
Diepe
moviendoBewegend
Roerend
Verroerend
en vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
en cuandoAls
Tijdens
Wanneer
para queOpdat
Zodat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se formeZich vormt nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
, se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
 om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op
cubiertaAangezuiverd
Band
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel
por bizcocho de soletilla.