ReinetaGoudreinet

VariedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken de la manzanaDe appel
Het huizenblok conDoor
Met
Per
Samen met la queDat
Die
Wie
Zij die se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever compotaBowl
Compote
Jam
Moes.

EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:

Compota de manzanaAppelgelei

Ingredientes: (paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
11
Een Kg. de manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken reinetaGoudreinet,
la cortezaDe bast
De boomschors
De dop
De schaal
De schil
De schors de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen,
5050
Vijftig gr. de mantequillaBoter
Roomboter.

Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y quitarles el corazónHaal bij hen het
 klokhuis eruit y cortarlasSnijd ze en trozosIn stukken. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken en un cazoEen sauspan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! sin queZonder dat llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u! a cubrirlasBedek ze. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la corteza de limónDe citroenschil y la mantequillaDe boter
De roomboter y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken a fuego suave con tapaMet deksel op een
 zacht vuurtje hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte. escurrirlasLaat ze uitdruipen, retirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen la corteza de limónDe citroenschil y triturarlasMoler, desmenuzar un alimento sin reducirlo a polvo. hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree finoDelicaat
Delicate
Droge sherry
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puréBrij
Moes
Pap
Puree esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende acompañanteBegeleidend
Begeleidende
Begeleider paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! carnesVlezen asadosBraadstukken
Gebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! acompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere postresDesserten
Desserts
Nagerechten
Toespijzen
Toetjes.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua  


Manzanas salteadas con semillas de sésamoGebakken appels met sesamzaad

Ingredientes:
CantidadesBoelen
Grootheden
Hoeveelheden
Kwantiteiten
Sterkten
Sterktes de acuerdo aIn overeenstemming met los comensalesDe tafelgenoten
SemillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de sésamoSesam
Sesamzaad.
ManzanasAppelen
Appels
Huizenblokken reinetasGoudreinetten
Goudrenetten
AzúcarSuiker
MantequillaBoter
Roomboter
UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n berrosBitterkersen
Hofkersen
Kersen
Mosterdkersen
Sterrekersen
Sterrenkersen
Tuinkersen
Waterkers
Waterkersen
Witte waterkersen

Preparación:
TostarBraden
Branden
Brood roosteren
Bruinen
Roosteren las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden de sésamoSesam
Sesamzaad (ajonjolíEgyptische oliezaad
Sesam
Sesamzaad). Quitar el corazónHet klokhuis verwijderen a las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank pelarlasSchil ze y cortarlasSnijd ze en arosAronskelken
Hoepels
Ringen de 11
Een centímetroCentimeter
Cm
Cm.. CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen la mantequillaDe boter
De roomboter en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan, que quepan(Zij) passen
Behoort u iemand toe!
Bevat u!
Heeft u plaats!
Heeft u toegang!
Is u mogelijk!
Is u natuurlijk!
Komt u iemand toe!
Laat u toe!
Neemt u aan!
Omvat u!
Ontvangt u!
Past u!
Valt u te beurt!
Valt u ten deel!
Zij/ze behoren iemand toe
Zij/ze bevatten
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze hebben toegang
Zij/ze komen iemand toe
Zij/ze laten toe
Zij/ze nemen aan
Zij/ze omvatten
Zij/ze ontvangen
Zij/ze passen
Zij/ze vallen te beurt
Zij/ze vallen ten deel
Zij/ze zijn mogelijk
Zij/ze zijn natuurlijk todos losAlle arosAronskelken
Hoepels
Ringen de manzanaAppel
Huizenblok en una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak o usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken 22
Twee sartenesBraadpannen
Koekenpannen
Pannen si fuera necesarioIndien nodig. AzucararZoeten un ladoEen flank
Een kant
Een zij
Een zijde
Een zijkant de los arosDe aronskelken
De hoepels y ponerlosZe doen en la sarténIn de pan gebakken, la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje azucaradaGesuikerd
Gesuikerde
Gezoet paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder, tenerlaTe doen
Te hebben a fuego medioMatig vuur duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 22
Twee ó 33
Drie minutosMinuten, espolvorearBepoederen
Bestrooien los arosDe aronskelken
De hoepels conDoor
Met
Per
Samen met azúcarSuiker y darles la vueltaOmkeren, tenerlosHebben otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd o hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte y ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug caramelizadosGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd. PasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan los arosDe aronskelken
De hoepels a una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet conDoor
Met
Per
Samen met una paletaEen blad van een
 roeiriem
Een palet
Een schoep
Een troffel, para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank se rompanStuk gaan
Zij/ze gaan kapot, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
 geraakt muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer engrasadasBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette ponerlasZe doen sobre unBovenop een
Op een papel absorbenteAbsorberend papier
Vloeipapier. EspolvorearBepoederen
Bestrooien los arosDe aronskelken
De hoepels conDoor
Met
Per
Samen met las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden de sésamoSesam
Sesamzaad tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde adornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes aroAronskelk
Hoepel
Ik beploeg
Ik ploeg
Ik ploeg om
Italiaanse aronskelk
Jan-op-de-preekstoel
Ring conDoor
Met
Per
Samen met una ramitaEen takje de berroBitterkers
Cresson
Hofkers
Kers
Mosterdkers
Sterrenkers
Tuinkers
Waterkers
Witte waterkers y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn acompañandoAccompagnerend
Begeleidend
Meegaand
Meelopend
Vergezellend un salmisSustancia cristalina, blanca. Químicamente es cloruro de sodio, con sabor áspero y picante, acre y salado. Soluble en agua y condimento esencial para los alimentos. Además de existir dentro de la tierra en masas sólidas, abunda en el agua del mar y salinas, conociéndose ésta como sal marina. Existe la triturada, o sal fina; la doble triturada, o sal extrafina; y la choa, o sal gorda. En las salinas, en la superficie del tajo se forma la sal de espuma o flor de la sal. La sal de grano es la que se extrae de la salina, y la sal molida es la sal en grano ya molida para su consumo. o carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees asadaGebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde.



De los siguientes palabras hay una foto:
Ajonjolí   Aro   Aro   Berro   Cada   Cada   Manzana   Manzana   Manzana   Manzana   Sésamo  


Strudel de manzanaAppelstroedel
Appelstrudel

Ingredientes:
450 gr. de harinaBloem
Meel
100100
Honderd gr. de mantequillaBoter
Roomboter
11
Een Kg. de manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken reinetaGoudreinet
11
Een limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
100100
Honderd gr. de pasas de CorintoPasas que proceden de Corinto, región griega
11
Een huevoEi
11
Een copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
Wijnglas de jerezJerez
Sherry dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de lecheMelk
350 gr. de azúcarSuiker

Preparación:
VerterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten la harinaDe bloem
Het meel formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend un volcánEen vulkaan
Een vuurspuwende berg, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen 100100
Honderd gr. de azúcarSuiker, un pellizcoEen afplukken
Een klemmen
Een knijpen
Een nijpen
Een oprapen
Een plukken
Een snufje
Een snuifje
Een tokkelen de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem, la mantequillaDe boter
De roomboter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt y el vasoDe pot
De pul
De vaas
Het drinkglas
Het glas de lecheMelk. TrabajarArbeiden
Bewerken
Werken la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd hasta queTot
Totdat quede lisa(Het) wordt glad y elásticaElastisch
Elastische
Rekbaar
Rekbare
Soepel
Soepele
Veerkrachtig
Veerkrachtige. FormarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un panEen brood
Een mik, dejarloHen laten
Laten reposarLaten rusten
Rusten en un lugarEen aanleiding
Een dorp
Een lokaliteit
Een oord
Een plaats
Een ruimte
Een zetel cálidoWarm
Warme cubierto con unBedekt met een pañoDoek
Laken
Stof
Theedoek
Weefsel duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a remojoIn de week las pasasDe rozijnen en el jerezDe sherry. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken, quitarles el corazónHaal bij hen het
 klokhuis eruit y cortarlasSnijd ze en lonchasPlakken finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. PonerlasZe doen en un cazoEen sauspan conDoor
Met
Per
Samen met un vasoEen drinkglas
Een glas
Een pot
Een pul
Een vaas
Een vat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, cinco5
Vijf cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de azúcarSuiker, cáscara de limónCitroenrasp
Citroenschil y las pasasDe rozijnen. CocerBakken
Koken a fuego moderadoMatig vuur hasta queTot
Totdat se evaporeHet verdampt el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag. EstirarStrekken
Uitrekken
Uitrollen (van deeg) la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg sobre unaOp een servilletaServet, ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden y con ayuda deMet behulp van la servilletaHet servet formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen un panEen brood
Een mik rectangularRechthoekig. PintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven conDoor
Met
Per
Samen met un huevoEen ei batidoDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshake
Omgeroerd y cocerBakken
Koken en hornoKachel
Oven muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat.
Se leHaar
Hem
Het
U puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen piñonesPijnboompitten
Rondsels a la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren eEn inclusoZelfs un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de cacaoCacao.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Cacao   Limón   Piñones  


MacedoniaFruitsalade
Macedoine
Macedonisch
Macedonische
Macedonië

Ingredientes:
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier gastrónomosFijnproevers
Gastronomen
Smulpapen necesitadosBehoefd
Behoeftig
Behoeftige
Berooid
Berooide
Gehoefd
Gehoeven
Nodig gehad
Nooddruftig
Nooddruftige
Toe geweest aan de vitaminasVitaminen
Vitamines
22
Twee manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken reinetasGoudreinetten
Goudrenetten
22
Twee naranjasAppelsienen
Oranjeappelen
Oranjeappels
Oranjes
Sinaasappelen
Sinaasappels grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime (variedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken navel)
33
Drie kiwisChinese kruisbessen
Kiwi's
1616
Zestien fresonesAardbeien
Gekweekte aardbeien
Tuinaardbeien, de los almeriensesVan almería/onubenses grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
33
Drie limonesCitroenbladen
Citroenen
Limoenen
11
Een tacitaBekertje
Kopje de caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis de aceite de oliva virgenOlijfolie vierge
Vierge olijfolie 00
Nul,44
Vier º

Preparación:
CortadBreek af!
Doorsnijd!
Hak!
Houw!
Kap!
Knip!
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd af!
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie!, de los fresonesDe aardbeien
De gekweekte aardbeien
De tuinaardbeien, la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje traseraAchter- (incluidaBevat
Inclusief
Ingesloten
Omvat la hojitaHet blaadje que los remata(Het) werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Maak af!
Werk af!
Werk uit!): partidBreek af!
Deel!
Ga op weg!
Ga weg!
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Tijg!
Verdeel
Verdeel!
Vertrek! -longitudinalmenteIn de lengte- en 44
Vier cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes frutoOpbrengst
Vrucht. Ponedlos en el bowlBowl dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin hayamos deWij moeten servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn. PeladJas!
Pel af!
Pel!
Schil
Schil! los kiwisDe chinese kruisbessen
De kiwi's y sacadBehaal!
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Dwing af!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Hoos!
Knevel!
Krijg uit!
Ontleen!
Pers af!
Put!
Schep!
Trek uit!
Zet af! luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven transversalesDwars
Transversaal
Transversale de cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes frutoOpbrengst
Vrucht. PeladJas!
Pel af!
Pel!
Schil
Schil! las naranjasDe appelsienen
De oranjeappelen
De oranjeappels
De sinaasappelen
De sinaasappels y sacadBehaal!
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Dwing af!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Hoos!
Knevel!
Krijg uit!
Ontleen!
Pers af!
Put!
Schep!
Trek uit!
Zet af! asimismoEvenzo
Ook
Op dezelfde wijze rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven transversalesDwars
Transversaal
Transversale. QuitadBeroof!
Doe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Krijg uit!
Laat weg!
Neem af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek af!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af! las partesDe aandelen
De bonken
De brokken
De delen
De eindjes
De gedeelten
De gedeeltes
De hompen
De onderdelen
De parten
De porties
De rantsoenen
De stukjes
De stukken
De taksen
De zijden
De zijdes blancasBlank
Blanke
Wit
Witte interioresAan de binnenkant
Binnenkanten
Binnenlanden
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Binnensten
Binnenstes
Boezems
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieuren
Interieurs
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoten y troceadSnijd in stukken
Snijd in stukken! aquellasDie
Diegene. VertedGiet
Giet in!
Giet!
Pleng!
Schenk in!
Schenk!
Stort!
Strooi!
Vergiet! en el bowlBowl el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! podidoGekund
Gemogen producirseOntstaan (uit)
Produceren duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens el troceoIk snijd in stukken
Opdelen. PeladJas!
Pel af!
Pel!
Schil
Schil! las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken. HacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit! de ellasHen
Ze
Zij cuatro4
Vier partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes -excluyendo el corazón-Zonder klokhuis y troceadSnijd in stukken
Snijd in stukken! asimismoEvenzo
Ook
Op dezelfde wijze. CortadBreek af!
Doorsnijd!
Hak!
Houw!
Kap!
Knip!
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd af!
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie! los limonesDe citroenbladen
De citroenen
De limoenen por la mitadDe helft y exprimidDruk uit!
Knijp uit!
Pers uit
Pers uit!
Pers! suHaar
Hun
Uw
Zijn zumoSap
Vruchtensap sobre elOp de
Op het restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk de las frutasDe vruchten
De vruchtenprodukten
Het fruit. VertedGiet
Giet in!
Giet!
Pleng!
Schenk in!
Schenk!
Stort!
Strooi!
Vergiet! el aceite de olivaDe olijfolie sobre elOp de
Op het conjuntoComplet
Complex
Ensemble
Geheel
Inrichting
Samenspel
Set
Stel
Stelletje
Troep
Verzameling. RemovedRoer
Roer!
Verwijder! el todoDe de gehele hoeveelheid
De de hele hoeveelheid
Het alles
Het geheel
Het totaal con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig para queOpdat
Zodat cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes fragmento frutalVruchtstukje puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! impregnarseDoordringen del zumoSap
Vruchtensap de los limonesDe citroenbladen
De citroenen
De limoenen y del de las olivasDe olijfbomen
De olijven.

NOTAAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: EstaDeze
Dit recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook realizarseAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Realiseren
Voorkomen
Voorvallen sustituyendoAflossend
Vervangend el aceite de oliva virgenDe olijfolie vierge
De vierge olijfolie por aceite de girasolZonnebloemolie, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! de pepitasZaadjes
Zaden de uvaDruif
Wijndruif, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! de güitos de duraznoPerzik, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! de sasafrásSassafras, aceite de cañamonesHennepolie, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! de algarrobasCarobes
Johannesbroden
Sint-jansbroden, y... ¡aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! de cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook otraAnder
Andere
Nog een
Nog één plantaEtage
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poot
Plant
Plant aan!
Plant!
Poot!
Verdieping
Voetzool
Zool oleaginosaOliehoudend
Oliehoudende (linoLijnzaad
Vezelvlas
Vlas, pacanasHickorynoten
Pecannoten, cártamoSaffloer
Saffloerdistel
Valse saffraan, sojaSoja, algodónKatoen
Ruwe katoen, germen de maízMaïskiem, orujoBezinksel
Brandewijn (soort)
Drab
Droesem
Druivenmoer
Moer, etcEnzovoorts.)!



De los siguientes palabras hay una foto:
Algarroba   Cada   Cada   Café   Cártamo   Durazno   Durazno   Durazno   Haya   Lino   Naranja   Uva  


Tarta de manzana: (conDoor
Met
Per
Samen met panBrood
Mik
Pan moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm)



Ingredientes:
Pan de molde
44
Vier huevosEieren
11
Een/22
Twee l de lecheMelk
1010
Tien cucharasEetlepels
Lepels
Soeplepels de azúcarSuiker
44
Vier manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken reinetasGoudreinetten
Goudrenetten

Preparación:
Se untaMen besmeert el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm con mantequillaMet boter, y se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich conDoor
Met
Per
Samen met el panDe mik
Het brood.
Se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd los huevosDe eier
De eieren conDoor
Met
Per
Samen met la lecheDe melk y el azúcarDe suiker.
EncimaBovendien
Er bovenop del panBrood
Mik
Pan se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere y una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cubiertoAangezuiverd
Bedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, se le echaMen gooit erbij encimaBovendien
Er bovenop la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere.
Se mete al hornoMen plaats in de
 oven y una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! cuajadoDik gelaten worden
Gedaan stollen
Gestold
Gestolde
Gestremde melk
Wrongel, se sacaMen haalt eruit
Men haalt uit y se le echaMen gooit erbij encimaBovendien
Er bovenop mermeladaConfiture
Confituur
Jam
Marmelade de melocotónPerzik o otroAnder
Andere
Nog een
Nog één saborSmaak.



De los siguientes palabras hay una foto:
Melocotón