CarnazaOnderhuids vlees

CaraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
de las pielesDe bonten
De dierenvellen
De doppen
De huiden
De leren
De pelzen
De schalen
De schillen
De schorsen
De vachten
De vellen
que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
estado en contactoAangekomen
Aangeraakt
Beroerd
Geraakt
Getoucheerd
conDoor
Met
Per
Samen met
la carneHet vlees y opuestaGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergelegen
Tegenovergesteld
a la florDe bloei
De bloem
De bloesem
.

RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!
:


ConsoméBouillon
Consomé
Consommé

Ingredientes:
22
Twee
l de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
desgrasadoOntvet
Ontvette
Van vet ontdaan

11
Een
/22
Twee
kg de carnazaOnderhuids vlees sin grasaMager (van vlees)
Zonder vet
y picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige

11
Een
zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd

11
Een
apio cortadoGesneden selderij
11
Een
puerro cortadoGesneden prei
22
Twee
nabosConsumptieknollen
Herfstrapen
Kabu's
Knolrapen
Knollen
Koolrapen
Meirapen
Rapen
Tuinrapen
cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd

11
Een
rodajaPlak
Radeermes
Schijf
de cebollaAjuin
Bloembol
Ui

11
Een
clavo de olorKruidnagel
Kruidnagelboom

44
Vier
clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
de huevoEi
11
Een
cucharaditaTheelepeltje de azúcarSuiker quemadaAangebrand
Aangebrande
Afgebrand
Gebrand
Gebrande
Verbrand
Verschroeid
líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere

salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout

11
Een
/22
Twee
tazaBeker
Kop
Kopje
de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude


Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan
la carneHet vlees juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
conDoor
Met
Per
Samen met
la zanahoriaDe peen
De wortel
, el apioDe bladselderij
De bleekselder
De bleekselderij
De eppe
De groene selderij
De knolselderij
De selder
De selderie
De selderij
De snijselderij
De struikselderij
De wilde selderie
De wilde selderij
De witte selderij
Het juffrouwmerk
Het selderiezaad
Het selderijzaad
, el puerroDe oerprei
De prei
y los nabosDe consumptieknollen
De herfstrapen
De kabu's
De knolrapen
De knollen
De koolrapen
De meirapen
De rapen
De tuinrapen
. PincharDoorprikken
Pikken
Priemen
Prikken
Steken
la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
conDoor
Met
Per
Samen met
un tenedorEen dol
Een vork
, colocarlaPlaats hem
Plaats het
sobre laOp de
Op het
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
tostarBraden
Branden
Brood roosteren
Bruinen
Roosteren
eEn incorporarInbouwen
Toevoegen
a la preparaciónDe bereiding
De bereidingswijze
Het aanmaken
Het bereiden
Het klaarmaken
Het opleiden
Het toebereiden
Het voorbereiden
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen
el clavo de olorDe kruidnagel
De kruidnagelboom
, las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
batidasDoorgeroerd
Drijfjachten
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjachten
Omgeroerd
y el aguaHet water. RemoverRoeren
Verwijderen
conDoor
Met
Per
Samen met
cuchara de maderaHouten lepel, agregarBijmengen
Toevoegen
el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat
y hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
 (85 graden celsius)
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
11
Een
11
Een
/44
Vier
horaTijd
Uur
. ComprobarBevinden
Bewijzen
Constateren
Controleren
Nagaan
Proberen
Vaststellen
Verifiëren
la sazónDe gunstige gelegenheid
De rijpheid
De smaak
, agregarBijmengen
Toevoegen
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
, darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
colorKleur agregandoToevoegend el azúcarDe suiker quemadaAangebrand
Aangebrande
Afgebrand
Gebrand
Gebrande
Verbrand
Verschroeid
y colarFiltreren
Zeven
a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via
una servilletaEen servet humedecidaBevochtigd
Nat gemaakt
Vochtig gemaakt
en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
caliente o heladoWarm of koud en tazonesBowls
Kommen
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Cebolla   Clavo de olor   Cuchara de madera   Zanahoria