ChipirónPijlinktvis (jong)

MoluscoWeekdier sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
caparazónRugschild
Schaal
Schild
, de cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
alargadoAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Lange
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd
, en forma deIn de vorm van bolsaBeurs
Beursgebouw
Geldbuidel
Handelsbeurs
Handtas
Portemonnee
Tas
Zak
y de colorKleur grisGrauw
Grauwe
Grijs
Grijze
oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
. CalamarInktvis
Pijlinktvis
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
de carneVlees muy finaHeel fijn. Suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon
prepararseKlaarmaken
Zich gereedmaken
Zich klaarmaken
Zich opmaken
Zich voorbereiden
enharinadosIn meel verpakt
Met meel bedekt
Met meel bestrooid
y fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit
o en suHaar
Hun
Uw
Zijn
tintaInkt.

RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!
:


CalamaresInktvisringen
Inktvissen
Pijlinktvissen
a la paqui



Ingredientes:
CalamaresInktvisringen
Inktvissen
Pijlinktvissen
(debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
chiquititos, tipoDrukletter
Soort
Type
chipirónPijlinktvis (jong) terciadoAls bemiddelaar opgetreden
Als derde man aan
 iemands zijde gestaan
Bemiddeld
Dwars aangedaan
Dwars gelegd
Dwars omgedaan
Fluwelen
Gelijkelijk verdeeld
In drieën verdeeld
Tussenbeide gekomen
Voltallig gemaakt
Voor de derde keer
 bewerkt
) 11
Een
kg ó 11
Een
11
Een
/4Kg
Carne picadaGehakt de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf
11
Een
/22
Twee
Kg
22
Twee
HuevosEieren cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten

AjoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look

PerejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie

Pimienta negraZwarte peper
TomateTomaat
Tomaatplant

CebollaAjuin
Bloembol
Ui

Vino blancoWitte wijn
Pan ralladoPaneermeel (poquitoBeetje)
22
Twee
huevosEieren

Preparación:
Se limpianMen maakt schoon los calamaresDe inktvisringen
De inktvissen
De pijlinktvissen
y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften
las patasDe poten
De voeten
. Se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men
una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta
conDoor
Met
Per
Samen met
los huevosDe eier
De eieren
cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten
, la carneHet vlees y las patasDe poten
De voeten
, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
. Se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd
22
Twee
huevosEieren y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de pan ralladoPaneermeel (33
Drie
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
) y se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan
a la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
. EstaDeze
Dit
masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta
se introduceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluipt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft zich toegang
Men voert in
, con pacienciaGeduldig
Lijdzaam
y cucharitaLepeltje
Theelepel
chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje
en el calamarDe inktvis
De pijlinktvis
Se lesHen
Hun
U
pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
un palilloEen bosvogelmelk
Een e-100
Een geelwortel
Een kurkuma
Een tandenstoker
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cerrarlos. Se enharinanMen brengt meel aan
Men wentelt in meel
y se fríenBakt men (22
Twee
vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen
para queOpdat
Zodat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
salten(Zij) springen
Barst u!
Doet u een sprong!
Ontploft u!
Schiet u te binnen!
Schiet u uit!
Slaat u over!
Springt u in de
 lucht!
Springt u in het
 oog!
Springt u los!
Springt u op!
Springt u open!
Springt u van een
 hoogte!
Springt u!
Spuit u op!
Vaart u uit!
Valt u uit!
Zij/ze barsten
Zij/ze doen een sprong
Zij/ze ontploffen
Zij/ze schieten te binnen
Zij/ze schieten uit
Zij/ze slaan over
Zij/ze springen
Zij/ze springen in de
 lucht
Zij/ze springen in het
 oog
Zij/ze springen los
Zij/ze springen op
Zij/ze springen open
Zij/ze springen van een
 hoogte
Zij/ze spuiten op
Zij/ze vallen uit
Zij/ze varen uit
)
En el aceiteDe olie
De olijfolie
en queWaarin hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
los calamaresDe inktvisringen
De inktvissen
De pijlinktvissen
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
un sofritoEen baksel de cebollaAjuin
Bloembol
Ui
(22
Twee
gordasDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
) y tomateTomaat
Tomaatplant
(22
Twee
). Se le tuestaMen roostert harinaBloem
Meel
alNaar de
Naar het
sofritoBaksel
Gefruit
y se pasa porMen haalt door la batidoraDe blender
De mixer
. Se le añadeMen voegt er aan
 toe
Men voegt eraan toe
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
y se uneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aaneen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verenigt zich
Men verenigt
a los calamaresDe inktvisringen
De inktvissen
De pijlinktvissen
que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
vino blancoWitte wijn, laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer
, pimienta negraZwarte peper en granoGraan
Grein
Koren
Korrel
Kraal
Mee-eter
Pit
Puistje
Zaadje
Zaadkorrel
, azafránSaffraan
Saffraankrokus
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el colorDe kleur y un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier
de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
.
Se calientanMen verwarmt
Zij/ze raken opgewonden
en la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
3030
Dertig
/45 minutosMinuten, dependiendo deAfhangend van
Afhankelijk zijnd van
la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht
. Que estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Ajo   Ajo   Azafrán   Cebolla   Laurel   Perejil   Pimienta negra   Tomate   Tomate