Caramelos de zelandaZeeuwse babbelaars

A los holandesesDe hollanders
De nederlanders
lesHen
Hun
U
encantanZij/ze bekoren
Zij/ze charmeren
Zij/ze vinden geweldig
Zij/ze vinden prachtig
Zij/ze zijn dol op
las golosinasDe lekkernijen
De versnaperingen
Het lekkers
Het snoepgoed
y se producenZij/ze ontstaan (uit) en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
tipoDrukletter
Soort
Type
de formasFormaliteiten
Gedaanten
Gedaantes
Jij/je formeert
Jij/je gaat aan
Jij/je paradeert
Jij/je praalt
Jij/je prijkt
Jij/je pronkt
Jij/je vormt
Manieren
Vormen
Wijzen
, coloresKleuren y saboresSmaken. Una golosinaEen lekkernij
Een versnapering
tradicionalTraditioneel
Traditionele
de ZelandaZeeland sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
los caramelosDe hopjes
De karamels
De karamellen
De toffees
De ulevellen
.

RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!
:


Caramelos de zelandaZeeuwse babbelaars

Ingredientes:
75 gramosGrammen de azúcarSuiker
75 gramosGrammen de melazaKeukenstroop
Melasse
Suikerstroop

22
Twee
cucharadas soperasEetlepels
Soeplepels
de vinagreAzijn
Edik

11
Een
cucharada soperaSoeplepel de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!


Preparación:
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren
una tablaEen bord
Een deel
Een lijst
Een plank
Een tabel
Een tablet
Een tafel
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
con mantequillaMet boter. EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
el azúcarDe suiker, la melazaDe keukenstroop
De melasse
De suikerstroop
, el vinagreDe azijn
De edik
y el aguaHet water en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan
pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
y hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren
. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
que la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren
se reduzcaInkookt hasta queTot
Totdat
una gotaEen drop
Een droppel
Een druppel
Een jicht
Een lik
Een podagra
de la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
se endurezcaHet stevig wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt hard
totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal
en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
. EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
 met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
en la tablaDe deel
De lijst
De plank
De tabel
De tafel
De/het tablet
Het bord
untadoAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt
con mantequillaMet boter. EmpujarAanduwen
Douwen
Dringen
Duwen
Stoten
los bordesDe banden
De boorden
De kanten
De randen
De rands
De zomen
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden
utilizandoAanwendend
Benuttend
Gebruikend
Met behulp van
Te baat nemend
Toepassend
Waarnemend
un cuchilloEen mes untadoAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt
con mantequillaMet boter. FrotarseInwrijven las manosDe handen con mantequillaMet boter y, en cuantoZodra la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
a endurecerseHard worden, estirarlaRol het uit hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
lograrBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor
un cordónEen afzetting
Een band
Een kordon
Een lint
Een nestel
Een rijgveter
Een schoenveter
Een touwtje
Een veter
largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
conDoor
Met
Per
Samen met
un grosorEen dikte de 11
Een
11
Een
/22
Twee
centímetroCentimeter
Cm
Cm.
aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
.
CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
el cordónDe afzetting
De nestel
De rijgveter
De schoenveter
De veter
Het kordon
Het lint
Het touwtje
en trocitosStukjes (más o menosMeer of minder
Ongeveer
cuadradosCarrés
Kwadraten
Ruitjes
Vakken
Vierkant
Vierkante
Vierkanten
) conDoor
Met
Per
Samen met
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
tijerasSchaar
Scharen
. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
que los caramelosDe hopjes
De karamels
De karamellen
De toffees
De ulevellen
se endurezcan(Zij) worden hard
Zij/ze worden hard
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Colores