RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!
:


MoleMole poblanoVan de stad puebla
 (mexico)

Ingredientes:
11
Een
pavoKalkoen tiernoGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
y pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne

88
Acht
chiles anchosEs un chile seco de color rojo oscuro, de sabor poco picante; se puede usar cocido o crudo, tostado y sin semillas. En el mole constituye uno de los principales condimentos.
1515
Vijftien
chiles mulatosEs un chile seco de forma alargada delgado y casi de color negro; es, en comparación con los dos chiles antes mencionado el más picante y también otro de los principales Ingredientes del mole.
22
Twee
chiles pasillasChile también seco, de la misma forma que el ancho, y de color un poco más oscuro que éste; es también uno de Los principales condimentos del mole.
11
Een
chipotle
33
Drie
jitomatesTomaten grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
, madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe

5050
Vijftig
grs. de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels

5050
Vijftig
grs. de pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen

22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de ajonjolíEgyptische oliezaad
Sesam
Sesamzaad
tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde

11
Een
/22
Twee
bolillo de panBrood
Mik
Pan
, fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde

11
Een
pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel!
de clavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers
, molidosGekweld
Gemalen
Vermalen

11
Een
pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel!
de canelaKaneel, molidaGekweld
Gemalen
Vermalen

perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie

11
Een
pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel!
de pimientaPeper, molidaGekweld
Gemalen
Vermalen

11
Een
cebollaAjuin
Bloembol
Ui
medianaDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Grote keu
Mediaan
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijn
, fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit

33
Drie
dientes de ajoKnoflookteentjes, asadosBraadstukken
Gebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde

11
Een
cucharaditaTheelepeltje de azúcarSuiker
11
Een
/44
Vier
de tablillaPlankje de chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk

11
Een
tortillaGevulde omelet
Omelet
Spaanse omelet
Struif
Tortilla
fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit

11
Een
tazaBeker
Kop
Kopje
de mantecaReuzel
Spek

salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout


Preparación:
El díaDe dag
Het etmaal
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
, tostarBraden
Branden
Brood roosteren
Bruinen
Roosteren
y quitarleVerwijderen las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden
a los chilesDe cayennepepers
De chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De spaanse pepers
De tabascopepers
, desvenarOntnerven y remojarWeken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
conDoor
Met
Per
Samen met
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la nocheDe avond
De nacht
.
Al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
, escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
los chilesDe cayennepepers
De chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De spaanse pepers
De tabascopepers
y molerlosTriturar un alimento, antes con el molinillo, antes con una piedra, ahora con un electrodoméstico. conDoor
Met
Per
Samen met
las especiasDe kruiden
De kruiderijen
De specerijen
Het kruiden
, el ajonjolíDe sesam
Het egyptische oliezaad
Het sesamzaad
, el panDe mik
Het brood
, la tortillaDe gevulde omelet
De omelet
De spaanse omelet
De struif
De tortilla
fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit
, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
y 22
Twee
dientes de ajoKnoflookteentjes.
AsarBraden
Branden
Roosteren
, quitarlesVerwijderen la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel
y las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden
a los jitomatesDe tomaten y molerlosTriturar un alimento, antes con el molinillo, antes con una piedra, ahora con un electrodoméstico. conDoor
Met
Per
Samen met
el chipotle. LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren
, flamearDoor vlam halen
Flakkeren
Flikkeren
Schitteren
Vonken schieten
Wapperen
y lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen
perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt
el guajolote trozadoVerbrokkeld
Verbrokkelde
y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
a cocinarBereiden
Koken
las menudencias y el pescuezoNek en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
conDoor
Met
Per
Samen met
cebollaAjuin
Bloembol
Ui
, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
, 11
Een
diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven
un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
.
FreírBakken
Braden
Frituren
Fruiten
las piezasDe bonken
De brokken
De damschijven
De eindjes
De hompen
De kamers
De muntstukken
De muziekstukken
De schaakstukken
De stukjes
De toneelstukken
De vertrekken
De vissen
De werktuigen
De wilder
del pavoKalkoen conDoor
Met
Per
Samen met
mantecaReuzel
Spek
, en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
fritasGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit
, agregarleToevoegen
Voeg hem toe
el jitomateDe tomaat molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen
conDoor
Met
Per
Samen met
el chipotle. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Pak aan!
Snijd aan!
Vang aan!
a secarseDrogen
Zich afdrogen
, añadirleAan hem toevoegen caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
vuelva aGaat u terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Ik ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Weer
secarseDrogen
Zich afdrogen
otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer
, agregarleToevoegen
Voeg hem toe
el chileDe cayennepeper
De chilipeper
De lombok
De paprika
De pepperoni
De spaanse peper
De tabasco
De tabascopeper
molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen
conDoor
Met
Per
Samen met
lo demásHet overige.
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
refreírWeer bakken un ratoEen poos
Een poosje
Een tijdje
Eventjes
, y añadirleAan hem toevoegen caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
hasta queTot
Totdat
el guajolote esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se necesitaraMen had nodig, agregarBijmengen
Toevoegen
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
o caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
. IncorporarleEr aan toevoegen el azúcarDe suiker y el chocolateDe chocola
De chocolade
De chocolademelk
, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van
hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden
un ratoEen poos
Een poosje
Een tijdje
Eventjes
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.
DecorarloHet te versieren conDoor
Met
Per
Samen met
las pasasDe rozijnen y las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels
. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
, acompañandoAccompagnerend
Begeleidend
Meegaand
Meelopend
Vergezellend
conDoor
Met
Per
Samen met
un platilloEen bordje
Een schotel
Een schoteltje
de ajonjolíEgyptische oliezaad
Sesam
Sesamzaad
tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
, para queOpdat
Zodat
los comensalesDe tafelgenoten, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
desean(Zij) wensen
Zij/ze ambiëren
Zij/ze aspireren
Zij/ze begeren
Zij/ze dingen naar
Zij/ze haken naar
Zij/ze hebben trek in
Zij/ze hunkeren
Zij/ze jagen na
Zij/ze smachten
Zij/ze smachten naar
Zij/ze snakken naar
Zij/ze streven na
Zij/ze streven naar
Zij/ze verkiezen
Zij/ze verlangen
Zij/ze wensen
puedan(Zij) kunnen
Kan u!
Mag u!
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
espolvorearBepoederen
Bestrooien
con élDaarmee el guajolote.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Ajonjolí   Almendra   Canela   Cebolla   Chipotle   Perejil   Pimienta