RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!:

CroissantsCroissants

Ingredientes:
800800
Achthonderd gr. de harinaBloem
Meel fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
200200
Tweehonderd gr. de harinaBloem
Meel flojaLicht
Lichte
Los
Losse
Slap
Slappe
Week
Weke
Zacht
Zachte
Zwak
Zwakke
5050
Vijftig gr. de azúcarSuiker
2020
Twintig gr. salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
3030
Dertig gr. de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem prensadaGeperst
Geperste
Samengedrukt
Uitgeperst de panaderoBakkers-
350 gr. de manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet o mitadHelft manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet y mitadHelft de margarinaMargarine de hojaldre. AconsejoIk adviseer
Ik beveel aan
Ik geef raad
Ik raad
Ik raad aan soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet.
350 gr. de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!

Preparación:
El primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el desarrolloDe gang
De loop
De ontwikkeling
De ontwikkelingsgang
Het beduiden
Het evolueren
Het gaan
Het ontwikkelen
Het proces
Het toelichten
Het uiteenzetten
Het uitleggen
Het uitwerken
Het verklaren
Het verloop de estaDeze
Dit recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren los siguientesAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende ingredientesBestanddelen
Ingrediënten entre síOnderling: la harinaDe bloem
Het meel de fuerzaDoe geweld aan!
Dwang
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verkrachting
Verplicht!
Waarde
Weerstand, la harinaDe bloem
Het meel flojaLicht
Lichte
Los
Losse
Slap
Slappe
Week
Weke
Zacht
Zachte
Zwak
Zwakke, la salHet zout, el azúcarDe suiker y los 350 gr. de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. En periodoPeriode
Tijdvak de calorHitte
Smoorhitte
Warmte es preferibleHet is aan te
 bevelen añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el aguaHet water fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer logradaBehaald
Bereikt
Doorgekomen
Erin geslaagd
Gelukt
Gereikt tot
Geslaagd
Geslaagd in
Geslaagd voor
Ingehaald
Klaargespeeld una primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje, pondremosWij/we zullen aan de
 praat krijgen
Wij/we zullen aandoen
Wij/we zullen aantrekken
Wij/we zullen aanzetten
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen inschakelen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen neerleggen
Wij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen op gang
 brengen
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen opleggen
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vlijen
Wij/we zullen zetten
Zullen wij doen estaDeze
Dit en la amasadoraDe broodmachine
De kneedmachine eléctricaElektrisch
Elektrische, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin deberá(Er) zal moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de
 schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te danken
 hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verplicht zijn
 om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschuldigd zijn estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens un periodoEen periode
Een tijdvak de tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen 1515
Vijftien y 1818
Achttien minutosMinuten, hasta queTot
Totdat la texturaDe structuur
De textuur
Het weefsel de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg resultanteResulterend noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt niEn niet
Evenmin
Noch muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer duraBeklijf!
Blijf aan!
Blijf!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
Taaie niEn niet
Evenmin
Noch muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer blandaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze swingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait
Ik slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Slingert u!
Swingt u!
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
Zwaait u!. ComprobarBevinden
Bewijzen
Constateren
Controleren
Nagaan
Proberen
Vaststellen
Verifiëren al tactoBij het aanraken.
En el intervaloDe tussenpoos
De tussenruimte
De tussentijd
Het ad interim
Het interval del minutoMinuut 1515
Vijftien alNaar de
Naar het minutoMinuut 1818
Achttien y últimoAchterste
Jongstleden
Laatste del amasadoVan het kneedsel agregaremosWij zullen toevoegen
Wij/we zullen toevoegen la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel prensadaGeperst
Geperste
Samengedrukt
Uitgeperst, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook denominadaAangeduid
Genoemd
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem de panaderoBakkers-. A parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde tendremosWij zullen hebben
Wij/we zullen bijhouden
Wij/we zullen erop nahouden
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen houden
Wij/we zullen vasthouden preparadaAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid la manteca de cerdoDe varkensreuzel
Het varkensvet en forma deIn de vorm van cuadraditoVierkantje paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! incorporárseloToevoegen a la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje en el medioDe doorsnee
De helft
De matiging
De middelmaat
De omgeving
De tussenstof
De tweeling
De/het remedie
Het half
Het instrument
Het medium
Het middel
Het midden
Het milieu. La masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg tiene queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve texturaStructuur
Textuur
Weefsel que la mantecaDe reuzel que leHaar
Hem
Het
U vamos aWij/we gaan naar incorporarInbouwen
Toevoegen. ComprobarloProberen al tactoBij het aanraken.
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! introducirAanbrengen
Binnendringen
Binnenlaten
Binnenvoeren
Inbrengen
Indoen
Inleiden
Inschuiven
Insteken
Introduceren
Invoeren
Invullen la mantecaDe reuzel dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg originariaAfkomstig
Afkomstige
Geboortig
Geboortige
Herkomstig
Herkomstige
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Origineel
Originele, debemosWij moeten
Wij/we behoren te
Wij/we dienen
Wij/we hebben te danken
Wij/we horen
Wij/we moeten
Wij/we staan in de
 schuld
Wij/we zijn schuldig
Wij/we zijn verplicht om
 te
Wij/we zijn verschuldigd hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren una bolaEen bal
Een bol
Een dot
Een klomp
Een klont
Een kloot
Een kluit
Een kogel
Een prop conDoor
Met
Per
Samen met la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg a imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling y semejanzaEvenbeeld
Gelijkenis
Overeenkomst de un brioxBrioche. HaremosWij zullen maken
Wij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bedrijven
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen maken
Wij/we zullen uitbrengen
Wij/we zullen uitrichten
Wij/we zullen uitvoeren una cruzEen draagjuk
Een juk
Een kruis
Een kruisje en la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure de la bolaDe bal
De bol
De dot
De klomp
De klont
De kloot
De kluit
De kogel
De prop, y a partir deVanaf los 44
Vier extremosAangelegenheden
Buitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neuzen
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
Toppunten
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinden
Uiteindes
Uiterst
Uiterste
Uitersten
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde de la cruzHet draagjuk
Het juk
Het kruis
Het kruisje estiraremosWij zullen uitrollen
Wij/we zullen strekken
Wij/we zullen uitrekken
Wij/we zullen uitrollen (van
 deeg) la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg. En el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg estiradaGestrekt
Uitgerekt
Uitgerold (van deeg)
Uitgestrekt, de formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze uniformeEenvormig
Tenue
Uniform "meteremosWij zullen plaatsen
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen leggen in
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen steken in
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen zetten" la materiaDe materie
De zelfstandigheid grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette, en este casoIn dit geval, manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet.
EstiraremosWij zullen uitrollen
Wij/we zullen strekken
Wij/we zullen uitrekken
Wij/we zullen uitrollen (van
 deeg) el pastónGroot stuk deeg conDoor
Met
Per
Samen met un rodilloEen roller de pasteleroBanketbakker
Banketbakkers-
Koekbakker ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug enharinadoIn meel verpakt
Met meel bedekt
Met meel bestrooid, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen la supuraciónHet etteren
Het opgebruiken
Het verbruiken
Het verteren
Het zweren de la materiaDe materie
De zelfstandigheid grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette. HaremosWij zullen maken
Wij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bedrijven
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen maken
Wij/we zullen uitbrengen
Wij/we zullen uitrichten
Wij/we zullen uitvoeren un sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van reposarLaten rusten
Rusten la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg 1010
Tien minutosMinuten en la neveraDe koelkast tapadaBedekt
Bedekte
Belegd
Dichtgemaakt
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Toegedekt
Toegestopt
Verstopt
Volgestopt conDoor
Met
Per
Samen met un paño de cocinaEen theedoek muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren.
El sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele se realizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Wordt uitgevoerd primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle estirandoStrekkend
Uitrekkend
Uitrollend (van deeg)
Uitstrekkend la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg peroDoch
Echter
Maar sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a un grosorEen dikte inferiorBeneden-
Geringer
Geringere
Inferieur
Inferieure
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minderwaardig
Minderwaardige
Ondergeschikt
Ondergeschikte a los 33
Drie cmCentimeter
Cm
Cm.. SeguidamenteAanstonds
Vervolgens dividiremosWij zullen verdelen
Wij/we zullen afbreken
Wij/we zullen delen
Wij/we zullen opsplitsen
Wij/we zullen splitsen
Wij/we zullen verdelen visualmenteOp het oog el pastónGroot stuk deeg en 33
Drie partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort. La parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje que corresponde alHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strookt met
Strook met! extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde de la derechaDe rechterkant, deberá(Er) zal moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de
 schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te danken
 hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verplicht zijn
 om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschuldigd zijn doblarseBuigen
Doorbuigen
Dubbelvouwen
Ombuigen
Zich buigen
Zich krommen eEn ir aGaan naar pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten alNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde, y realizaremosWij zullen verwerkelijken
Wij/we zullen bewerkstelligen
Wij/we zullen doorvoeren
Wij/we zullen realiseren
Wij/we zullen tot stand
 brengen
Wij/we zullen uitvoeren
Wij/we zullen verrichten
Wij/we zullen verwerkelijken
Wij/we zullen verwezenlijken el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve procesoGeding
Gerechtszaak
Ik verwerk
Ontwikkelingsgang
Proces
Rechtsgeding
Rechtszaak
Verloop
Zaak conDoor
Met
Per
Samen met el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde, llevándoloHet brengend alNaar de
Naar het lado derechoRechterkant.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet el sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele dejaremosWij zullen laten
Wij/we zullen achterlaten
Wij/we zullen in de
 steek laten
Wij/we zullen laten
Wij/we zullen laten begaan
Wij/we zullen laten schieten
Wij/we zullen legateren
Wij/we zullen lenen
Wij/we zullen loslaten
Wij/we zullen nalaten
Wij/we zullen ons verlaten
 van
Wij/we zullen opleveren
Wij/we zullen overlaten
Wij/we zullen toestaan
Wij/we zullen toevertrouwen
Wij/we zullen verlaten
Wij/we zullen vermaken
Wij/we zullen verzuimen reposarLaten rusten
Rusten el pastónGroot stuk deeg 2020
Twintig minutosMinuten en la neveraDe koelkast. CuandoAls
Tijdens
Wanneer loDe
Hem
Het
U saquemosLaten we afdoen
Laten we afdwingen
Laten we afpersen
Laten we afzetten
Laten we behalen
Laten we eruit halen
Laten we halen
Laten we halen uit
Laten we halen van
Laten we hozen
Laten we knevelen
Laten we naar buiten
 brengen
Laten we ontlenen
Laten we putten
Laten we scheppen
Laten we te voorschijn
 halen
Laten we uitdoen
Laten we uithalen
Laten we uitkrijgen
Laten we uittrekken
Wij halen uit
Wij/we behalen
Wij/we brengen naar buiten
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we dwingen af
Wij/we halen
Wij/we halen eruit
Wij/we halen te voorschijn
Wij/we halen uit
Wij/we halen van
Wij/we hozen
Wij/we knevelen
Wij/we krijgen uit
Wij/we ontlenen
Wij/we persen af
Wij/we putten
Wij/we scheppen
Wij/we trekken uit
Wij/we zetten af daremosWij zullen geven
Wij/we zullen aangeven
Wij/we zullen geven
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen toebrengen
Wij/we zullen toekennen
Wij/we zullen verlenen un dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u! y dejaremosWij zullen laten
Wij/we zullen achterlaten
Wij/we zullen in de
 steek laten
Wij/we zullen laten
Wij/we zullen laten begaan
Wij/we zullen laten schieten
Wij/we zullen legateren
Wij/we zullen lenen
Wij/we zullen loslaten
Wij/we zullen nalaten
Wij/we zullen ons verlaten
 van
Wij/we zullen opleveren
Wij/we zullen overlaten
Wij/we zullen toestaan
Wij/we zullen toevertrouwen
Wij/we zullen verlaten
Wij/we zullen vermaken
Wij/we zullen verzuimen reposarLaten rusten
Rusten otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer en la neveraDe koelkast, estaDeze
Dit vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens media horaEen half uur
Halfuur. El dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u! se realizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Wordt uitgevoerd segmentandoSegmenterend visualmenteOp het oog el pastónGroot stuk deeg en 44
Vier partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes. LlamaremosWij zullen noemen
Wij/we zullen aanbellen
Wij/we zullen aanroepen
Wij/we zullen bellen
Wij/we zullen benoemen
Wij/we zullen heten
Wij/we zullen kloppen
Wij/we zullen luiden
Wij/we zullen noemen
Wij/we zullen opbellen
Wij/we zullen oproepen
Wij/we zullen praaien
Wij/we zullen roepen
Wij/we zullen schellen
Wij/we zullen telefoneren
Wij/we zullen uitmaken voor A alNaar de
Naar het 11
Eenº segmentoLijnstuk
Segment, B alNaar de
Naar het 22
Tweeº, C alNaar de
Naar het 33
Drieº y D alNaar de
Naar het 44
Vierº.
El segmentoHet lijnstuk
Het segment A, se doblaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt zich
Men vouwt sobre elOp de
Op het segmentoLijnstuk
Segment B. Por el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde, el segmentoHet lijnstuk
Het segment D, se doblaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt zich
Men vouwt sobre elOp de
Op het segmentoLijnstuk
Segment cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel El resultadoDe afloop
De uitkomst
Het gevolg
Het resultaat
Het uitvloeisel
Het voortvloeisel será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn los segmentosDe segmenten AB y DC paralelosEvenwijdig
Evenwijdige
Parallel
Parallelle entre síOnderling. SeguidamenteAanstonds
Vervolgens estirarStrekken
Uitrekken
Uitrollen (van deeg) el pastónGroot stuk deeg a unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 33
Drie cmCentimeter
Cm
Cm. de grosorDikte. CortaremosWij zullen snijden
Wij/we zullen afbreken
Wij/we zullen afplukken
Wij/we zullen afrukken
Wij/we zullen afsnijden
Wij/we zullen doorsnijden
Wij/we zullen hakken
Wij/we zullen het hoofd
 afslaan
Wij/we zullen houwen
Wij/we zullen kappen
Wij/we zullen knippen
Wij/we zullen onthoofden
Wij/we zullen plukken
Wij/we zullen scheren
Wij/we zullen sectie verrichten
Wij/we zullen snerpen
Wij/we zullen snijden
Wij/we zullen snoeien
Wij/we zullen uitschakelen
Wij/we zullen wegscheuren triángulosDriehoeken
Triangels de 5050
Vijftig gr. cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen. ConDoor
Met
Per
Samen met estaDeze
Dit fórmulaFormule básicaBasaal
Basale
Basis-
Essentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele nos saldránHet zal ons opleveren unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 33 croissantsCroissants.
EntrandoBinnengaand
Binnenkomend
Binnenlopend
Binnenrijdend
Ingaand
Inkomend
Inrijdend
Naar binnen gaand en el procesoDe gerechtszaak
De ontwikkelingsgang
De rechtszaak
De zaak
Het geding
Het proces
Het rechtsgeding
Het verloop de moldeadoVan het vormen del croissant, empezaremosWij zullen beginnen
Wij/we zullen aanbreken
Wij/we zullen aanpakken
Wij/we zullen aansnijden
Wij/we zullen aanvangen
Wij/we zullen beginnen
Wij/we zullen ingaan enrollandoHullend
Inwikkelend
Omhullend
Oprollend
Strengelend
Toestoppend
Wikkelend
Windend
Woelend los triángulosDe driehoeken
De triangels y los estiraremosWij zullen uitrollen
Wij/we zullen strekken
Wij/we zullen uitrekken
Wij/we zullen uitrollen (van
 deeg) conDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen. LoDe
Hem
Het
U haremosWij zullen maken
Wij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bedrijven
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen maken
Wij/we zullen uitbrengen
Wij/we zullen uitrichten
Wij/we zullen uitvoeren partiendoAfbrekend
Delend
Op weg gaand
Opsplitsend
Opstappend
Splitsend
Startend
Tijgend
Uitgaand
Verdelend
Vertrekkend
Weggaand de las puntasDe landhoofden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen y estiraremosWij zullen uitrollen
Wij/we zullen strekken
Wij/we zullen uitrekken
Wij/we zullen uitrollen (van
 deeg) haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder estasDeze
Dezen, conDoor
Met
Per
Samen met el finDe beëindiging
De doelstelling
De voleinding
Het besluit
Het doel
Het doeleinde
Het doelwit
Het eind
Het einde
Het end
Het honk de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren el TriánguloDe driehoek
De triangel largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig. EnrollaremosWij zullen rollen
Wij/we zullen hullen
Wij/we zullen inwikkelen
Wij/we zullen omhullen
Wij/we zullen oprollen
Wij/we zullen strengelen
Wij/we zullen toestoppen
Wij/we zullen wikkelen
Wij/we zullen winden
Wij/we zullen woelen la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje tantasZo groot
Zoveel
Zovele vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals podamosLaten we kunnen
Laten we mogen
Wij kunnen
Wij/we besnoeiden
Wij/we besnoeien
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeiden
Wij/we snoeien dado queAangenomen dat
Aangezien
Gesteld dat
Verondersteld dat cuantasHoeveel ook
Van allen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen demosLaten we aangeven
Laten we geven
Laten we opbrengen
Laten we toebrengen
Laten we toekennen
Laten we verlenen
Wij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus migaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkruimelt
Kruimel
Verkruimel!
Zacht deel van het
 brood tendremosWij zullen hebben
Wij/we zullen bijhouden
Wij/we zullen erop nahouden
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen houden
Wij/we zullen vasthouden en el medioDe doorsnee
De helft
De matiging
De middelmaat
De omgeving
De tussenstof
De tweeling
De/het remedie
Het half
Het instrument
Het medium
Het middel
Het midden
Het milieu. Antes deAlvorens te
Voor hornearBakken los croissantsCroissants los dejaremosWij zullen laten
Wij/we zullen achterlaten
Wij/we zullen in de
 steek laten
Wij/we zullen laten
Wij/we zullen laten begaan
Wij/we zullen laten schieten
Wij/we zullen legateren
Wij/we zullen lenen
Wij/we zullen loslaten
Wij/we zullen nalaten
Wij/we zullen ons verlaten
 van
Wij/we zullen opleveren
Wij/we zullen overlaten
Wij/we zullen toestaan
Wij/we zullen toevertrouwen
Wij/we zullen verlaten
Wij/we zullen vermaken
Wij/we zullen verzuimen fermentarFermenteren
Gisten
Laten gisten
Werken en un sitioEen beleg
Een belegeren
Een belegering
Een buitenhuis
Een landhuis
Een ligging
Een locatie
Een lokaal
Een lokaliteit
Een oord
Een plaats
Een plek
Een ruimte
Een website adecuadoAangepast
Adequaat
Adequate
Afdoend
Afdoende
Bruikbaar
Bruikbare
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Geschikt
Geschikte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! calorHitte
Smoorhitte
Warmte.
En el caso deIn het geval dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn profesionalesBeroeps-
Professioneel
Professionele los guardaremosWij zullen bewaren
Wij/we zullen behoeden
Wij/we zullen behouden
Wij/we zullen bewaken
Wij/we zullen bewaren
Wij/we zullen de wacht
 hebben
Wij/we zullen hoeden
Wij/we zullen letten op
Wij/we zullen opbergen
Wij/we zullen passen op
Wij/we zullen waken over dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te un muebleEen meubel
Een meubelstuk y en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind, pondremosWij/we zullen aan de
 praat krijgen
Wij/we zullen aandoen
Wij/we zullen aantrekken
Wij/we zullen aanzetten
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen inschakelen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen neerleggen
Wij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen op gang
 brengen
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen opleggen
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vlijen
Wij/we zullen zetten
Zullen wij doen alNaar de
Naar het ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak llenaCompleet
Complete
Completeer!
Demp!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Voleind!
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij! de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! levantadoAangeworven
Gebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven el hervorHet borrelen
Het koken
Het zieden. ConDoor
Met
Per
Samen met el vaporDe damp
De stoom
De stoomboot
De wasem del aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend subirán(Zij) zullen hoger zetten
Zij/ze zullen beklimmen
Zij/ze zullen bestijgen
Zij/ze zullen in de
 trein stappen
Zij/ze zullen instappen
Zij/ze zullen klimmen
Zij/ze zullen naar boven
 brengen
Zij/ze zullen naar boven
 dragen
Zij/ze zullen naar boven
 gaan
Zij/ze zullen omhoog gaan
Zij/ze zullen opgaan
Zij/ze zullen opkomen
Zij/ze zullen opstaan
Zij/ze zullen rijzen
Zij/ze zullen stijgen
Zij/ze zullen verrijzen
Zij/ze zullen wassen los croissantsCroissants.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer los croissantsCroissants estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn formadosAangegaan
Geformeerd
Geparadeerd
Gepraald
Geprijkt
Gepronkt
Gevormd adecuadamenteGeschikt los pintaremosWij zullen beschilderen
Wij/we zullen afschilderen
Wij/we zullen schilderen
Wij/we zullen uitschilderen
Wij/we zullen verven conDoor
Met
Per
Samen met huevo batidoGeklopt ei por la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak conDoor
Met
Per
Samen met el finDe beëindiging
De doelstelling
De voleinding
Het besluit
Het doel
Het doeleinde
Het doelwit
Het eind
Het einde
Het end
Het honk de abrillantarlosZe laten glimmen. CuandoAls
Tijdens
Wanneer el tamañoDe afmeting
De grootheid
De grootte
De omvang
De uitgebreidheid
Het bestek
Het formaat de los croissantsCroissants hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! subidoBeklommen
Bestegen
Geklommen
Gerezen
Gestegen
Gewassen
In de trein gestapt
Ingestapt
Naar boven gebracht
Naar boven gedragen
Naar boven gegaan
Omhoog gegaan
Opgegaan
Opgekomen
Opgestaan
Opgezwollen
Verrezen unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n tres vecesDrie keer
Driemaal suHaar
Hun
Uw
Zijn volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn el momentoDe oogwenk
De tel
De wijl
De wip
Het moment
Het ogenblik
Het tijdstip en el queWaarin yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds los podremosWij zullen kunnen
Wij/we zullen kunnen
Wij/we zullen mogen hornearBakken. LoDe
Hem
Het
U haremosWij zullen maken
Wij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bedrijven
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen maken
Wij/we zullen uitbrengen
Wij/we zullen uitrichten
Wij/we zullen uitvoeren en un hornoEen kachel
Een oven a 200200
Tweehonderd gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen, vigilandoIn de gaten houdend
Lettend op
Wakend el sueloDe aarde
De bodem
De grond
De ondergrond
De vloer
De voedingsbodem
De/het fond.
En el caso de queIn het geval dat nuestrosOnze
Van ons croissantsCroissants nos(Aan) ons
Ons cojan(Zij) krijgen
Gaat u halen!
Grijpt u aan!
Grijpt u vast!
Grijpt u!
Haalt u!
Neemt u beet!
Neemt u!
Pakt u aan!
Pakt u beet!
Pakt u!
Plukt u af!
Plukt u!
Raapt u op!
Tokkelt u!
Vat u aan!
Vat u!
Zij/ze gaan halen
Zij/ze grijpen
Zij/ze grijpen aan
Zij/ze grijpen vast
Zij/ze halen
Zij/ze nemen
Zij/ze nemen beet
Zij/ze pakken
Zij/ze pakken aan
Zij/ze pakken beet
Zij/ze plukken
Zij/ze plukken af
Zij/ze rapen op
Zij/ze tokkelen
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem, se loDe
Hem
Het
U quitaremosWij zullen verwijderen
Wij/we zullen afdoen
Wij/we zullen afhalen
Wij/we zullen afnemen
Wij/we zullen aftrekken
Wij/we zullen afzetten
Wij/we zullen beroven
Wij/we zullen opgeven
Wij/we zullen prijsgeven
Wij/we zullen rissen
Wij/we zullen ritsen
Wij/we zullen uitdoen
Wij/we zullen uitkrijgen
Wij/we zullen uittrekken
Wij/we zullen verwijderen
Wij/we zullen weghalen
Wij/we zullen weglaten
Wij/we zullen wegnemen. CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén doradosGoudgeel zijn, transcurridosOmgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn el momentoDe oogwenk
De tel
De wijl
De wip
Het moment
Het ogenblik
Het tijdstip en el queWaarin los croissantsCroissants yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten. PintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven conDoor
Met
Per
Samen met jarabe de azúcarSiroop o conDoor
Met
Per
Samen met huevoEi otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer, a gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! acaramelarKaramelliseren la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak o paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! abrillantarlaLaat het glimmen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Haya