He aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier el origenAanvang
Afkomst
Afstamming
Begin
Herkomst
Komaf
Ontstaan
Oorsprong de la embriaguezBeschonkenheid
Dronkenschap
Duizeligheid
Roes
Zatheid, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer. El mesMaand pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Lebeziatnikof golpeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hengstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel op a miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, y miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik
en modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere. ¿ComprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!? Permítame(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u! hacerleDoen
Laten
Maken una preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!. SimpleDom
Domme
Eenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemeen
Gemene
Gewone
Gewoon
Onnozel
Onnozele
Simpel
Simpele curiosidadBezienswaardigheid
Curiositeit
Nieuwsgierigheid. ¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere ustedGij
U algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere nocheAvond
Nacht en el Neva, en
una barcaBark
Hulk
Pink
Schuit de henoHooi?
-NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, nuncaNimmer
Nooit me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta en un tranceTrance asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig -repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
zijn plaats Raskolnikof.
-Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, yoEgo
Ik síJa
Jawel
Wel
Zich que me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds llevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer cinco5
Vijf nochesAvonden
Nachten durmiendoMaffend
Onder narcose brengend
Pittend
Slapend
Uitslapend en el Neva.
LlenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij suHaar
Hun
Uw
Zijn vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat, loDe
Hem
Het
U vacióHij ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde y quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was en una actitudDenkwijze
Gedrag
Houding
Pose
Stand soñadora. En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk, briznas de henoHooi se veíanZij/ze bezochten elkaar
Zij/ze bleken
Zij/ze lieten zich zien
Zij/ze ontmoetten elkaar
Zij/ze waren duidelijk aquíAlhier
Hier y alláDaar, sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn ropas y hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs en
susHaar
Hun
Uw
Zijn cabellosDuivelsnaaigaren
Haren
Klein warkruid. A juzgarBeoordelen
Berechten
Oordelen
Rechtspreken
Veroordelen
Vonnissen por las aparienciasAirs
Uiterlijken
Verschijningen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand desnudadoOntkleed
Uitgekleed niEn niet
Evenmin
Noch lavadoAfgewassen
Afwassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Logen
Uitgewassen
Uitwassen
Wassen desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit cinco5
Vijf díasDagen
Etmalen. SusHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden, gruesasCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige, rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood, de uñasNagelen
Nagels
negrasZwart
Zwarte, estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten cargadasBeladen
Belast
Berekend
Bestormd
Gegeid
Geladen
Geërgerd
In rekening gebracht
Ingeladen
Opgegeid
Tegengestaan
Vermoeid
Verveeld de suciedadViesheid
Viezigheid
Vuil
Vuilheid. Todos losAlle presentesAanwezig
Aanwezige
Cadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Jij/je belicht
Jij/je biedt aan
Jij/je brengt uit
Jij/je dient in
Jij/je etaleert
Jij/je presenteert
Jij/je schenkt
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt bloot
Jij/je stelt tentoon
Jij/je stelt voor
Jij/je vertoont
Jij/je zet uiteen
Present
Presente
Schenkingen
Tegenwoordig
Tegenwoordige leHaar
Hem
Het
U escuchabanZij/ze beluisterden
Zij/ze hoorden aan
Zij/ze hoorden toe
Zij/ze luisterden
Zij/ze luisterden toe, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al conDoor
Met
Per
Samen met bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije indiferenciaOnverschilligheid. Los chicosJongens
Kauwgomboomvruchten
Klein
Kleine
Knapen
Knullen
Luttel
Luttele
Papappels
Sapodilla's
Sapotes
Sawo's se reíanZij/ze lachten detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
del mostradorBalie
Toonbank. El tabernero habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had bajadoAfgedaald
Afgeslagen
Afgestapt
Afgetrokken
Gedaald
Gekort
Gezakt
Gezonken
Korting gegeven
Naar beneden gegaan
Naar beneden gegaan uitstappen
Neergelaten
Uitgestapt
Verlaagd
Verzakt
Weggezakt expresamente paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! oírHoren
Vernemen
Verstaan a aquelDat
Die tipoDrukletter
Soort
Type. Se sentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, bostezandoGapend
Geeuwend conDoor
Met
Per
Samen met indolenciaTraagheid, peroDoch
Echter
Maar
conDoor
Met
Per
Samen met aireLucht de personaMens
Personage
Persoon importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware. AlNaar de
Naar het parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen, Marmeladof eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer conocidoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennis
Kennisgemaakt
Relatie
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!. ElloDat
Het se debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had veel verplichtingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was te wijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was veel veplicht, sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker, a suHaar
Hun
Uw
Zijn costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede de trabarBinden (saus)
conversaciónConversatie
Gesprek conDoor
Met
Per
Samen met cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook desconocidoOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende que encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Ik bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond en la tabernaBar
Herberg
Kroeg
Tapperij
Uitspanning, hábitoGebruik
Gewoonte
Habitus
Usance que se convierte enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt verdaderaEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak, especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
en los alcohólicosAlcoholisch
Alcoholische que se venMen ziet
Zij/ze bezoeken elkaar
Zij/ze blijken
Zij/ze laten zich zien
Zij/ze ontmoeten elkaar
Zij/ze zijn duidelijk juzgadosBalies
Beoordeeld
Berecht
Geoordeeld
Gerechten
Gerechtsgebouwen
Gevonnist
Rechtbanken
Rechtgesproken
Tribunalen
Veroordeeld
Vierscharen severamente, eEn inclusoZelfs maltratadosMishandeld
Mishandelde
Toegetakeld
Toegetakelde, en suHaar
Hun
Uw
Zijn propiaEigen casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, tratan deZij/ze behandelen
Zij/ze beijveren zich
Zij/ze bepraten
Zij/ze bespreken
Zij/ze doen moeite
Zij/ze pogen
Zij/ze proberen te
Zij/ze streven
Zij/ze trachten
Zij/ze zoeken justificarseZich verantwoorden anteSuède
Ten overstaan van
Voor susHaar
Hun
Uw
Zijn
compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten de orgíaDrinkgelag
Orgie
Zwelgerij
Zwelgpartij y, de pasoTussen haakjes
À propos, atraerseAanhalen
Aanlokken
Aantrekken
Bekoren
Lokken
Toelachen
Trekken
Verlekkeren suHaar
Hun
Uw
Zijn consideraciónBeraad
Beschouwen
Nagaan
Overwegen
Overweging.
-PeroDoch
Echter
Maar diGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg!, so fantoche -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet el patrónAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Meester
Opperhoofd
Patroon
Sjabloon, conDoor
Met
Per
Samen met vozInspraak
Stem
Stemgeluid potenteKrachtig
Machtig
Machtige-. ¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank trabajasJij bewerkt
Jij/je arbeidt
Jij/je bewerkt
Jij/je werkt? SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats funcionarioAmbtenaar
Beambte
Functionaris
Official, ¿por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit en una
oficinaBureau
Bureel
Kantoor del Estado?
-Borderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden¿Que por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit en una oficinaBureau
Bureel
Kantoor, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer?-dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei Marmeladof, dirigiéndose aAanklampend
Aankloppend bij
Aansprekend
Toesprekend Raskolnikof, como siAlsof la preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag! la hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
ésteDeze
Dit- ¿Dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt ustedGij
U que por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken en una oficinaBureau
Bureel
Kantoor? ¿Cr ee ustedGij
U que estaDeze
Dit impotenciaOnmacht noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un sufrimientoGeduld
Leed
Lijden
Smart paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij? ¿CreeCree
Creëert u!
Denk!
Geloof!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze creëert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Houd voor!
Ik creëer
Ik maak
Ik richt op
Ik schep
Maakt u!
Meen!
Richt u op!
Schept u! ustedGij
U
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sufríIk doorstond
Ik droeg
Ik leed
Ik onderging
Ik ondervond
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg cuandoAls
Tijdens
Wanneer el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Lebeziatnikof golpeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bonsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hengstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel op a miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon el mesMaand pasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, en un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even en queWaarin yoEgo
Ik estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen?
DígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar, jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille: ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta ustedGij
U en el casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak... en el caso deIn het geval dat tener queBehoren
Dienen
Horen
Moeten pedirAanvragen
Bedelen
Bestellen
Inroepen
Verlangen
Verzoeken
Vragen
Vragen om un préstamoLening sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting?
-SíJa
Jawel
Wel
Zich... PeroDoch
Echter
Maar ¿quéWat
Welke quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! ustedGij
U decirOpgeven
Spreken
Zeggen conDoor
Met
Per
Samen met esoDat
Die
Zulks de 'sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting'?
-PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, alNaar de
Naar het decirOpgeven
Spreken
Zeggen 'sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting', quiero decirIk bedoel 'sabiendoKennend
Smakend
Wetend que vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één a un fracasoFiasco
Ik misluk
Mislukking
Strop
Échec'. Por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld, ustedGij
U estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! convencidoOvertuigd
Overtuigde por anticipadoGeanticipeerd
Geprejudicieerd
Vooruitgelopen
Vooruitgelopen op
de que ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, un ciudadanoBurger
Staatsburger íntegroEerlijk
Eerlijke
Integraal
Integrale
Onaangetast
Onaangetaste
Ongeschonden y útilBevorderlijk
Bevorderlijke
Bruikbaar
Bruikbare
Dienstig
Dienstige
Geschikt
Geschikte
Nuttig
Nuttige a suHaar
Hun
Uw
Zijn paísLand, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U prestaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lenen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitlenen dineroGeld
Poen nuncaNimmer
Nooit y por nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! del mundoAardrijk
Wereld... ¿Por quéWaarom se loDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de
prestarLenen
Uitlenen, dígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar? El sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt que yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U devolveríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hergeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou heruitzenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou reproduceren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou retourneren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugbezorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou teruggeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugsturen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou terugwijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergelden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weergeven
Ik zou hergeven
Ik zou heruitzenden
Ik zou reproduceren
Ik zou retourneren
Ik zou terugbezorgen
Ik zou terugbrengen
Ik zou teruggeven
Ik zou terugsturen
Ik zou terugwijzen
Ik zou vergelden
Ik zou weergeven jamásNimmer
Nooit. ¿Por compasiónMededogen
Medelijden? El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Lebeziatnikof, que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend alNaar de
Naar het
corrienteCourant
Courante
Elektrische stroom
Gangbaar
Gangbare
Gebruikelijk
Gebruikelijke
Gewone
Gewoon
Goed
Lopend
Lopende
Luchtstroom
Normaal
Normale
Stromend
Stromende
Stroming
Stroom
Tocht
Vloeiend
Vloeiende de las ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen nuevasNieuw
Nieuwe, decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één díaDag
Etmaal que la compasiónMededogen
Medelijden estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! vedadaBelemmerd
Belet
Verboden
Verhinderd a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten inclusoZelfs paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la cienciaWetenschap, y que asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig ocurre(Het) gebeurt
Ben aan de hand!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Kom voor!
Overkom!
Val voor!
Vind plaats! en
InglaterraEngeland, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin imperaGeld!
Heers als keizer!
Heers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst als keizer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woedt
Woed! la economíaEconomie
Spaarzaamheid
Volkshuishoudkunde
Zuinigheid políticaBeleid
Politiek
Politieke
Staatkunde. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke, dígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar, que esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent meMe
Mij presteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Ik leen
Ik leen uit
Leent u uit!
Leent u!
Priester dineroGeld
Poen? Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, aunKattenklauw
Nog
Zelfs sabiendoKennend
Smakend
Wetend
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se leHaar
Hem
Het
U puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt sacarAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!, uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg y...
-PeroDoch
Echter
Maar ¿por quéWaarom se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg? -leHaar
Hem
Het
U interrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interrumpeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schorste Raskolnikof.
-PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast adóndeWaarheen irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven, niEn niet
Evenmin
Noch a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand a quienDie
Wie dirigirseOmdraaien
Omkeren
Ronddraaien
Zich omkeren
Zich richten tot. Todos losAlle hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten necesitan(Zij) hebben nodig
Zij/ze behoeven
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze hoeven
Zij/ze zijn toe aan saberKennen
Smaken
Weten adóndeWaarheen irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank? PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even en queWaarin uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één sienteBoekt u!
Doet u zitten!
Gevoel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gewaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik boek
Ik doe zitten
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik zet neer
Merk!
Stelt u op!
Stelt u voorop!
Tekent u aan!
Voel aan!
Voel!
Word gewaar!
Zet u neer! la necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak de ir aGaan naar algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde, a cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde. Por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende, cuandoAls
Tijdens
Wanneer miMi
Mijn hijaDochter únicaAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke fue porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt a
la policíaAgent
Politie
Politieagent
Smeris paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! inscribirseZich inschrijven, yoEgo
Ik la acompañéIk accompagneerde
Ik begeleidde
Ik ging mee
Ik liep mee
Ik vergezelde... (porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl miMi
Mijn hijaDochter estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! registradaAangetekend
Afgezocht
Doorgezocht
Geboekt
Gefouilleerd
Geregistreerd
Opgeschreven
Vastgelegd comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals...) -añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen paréntesisParenthese
Parenthesen
Parentheses
Tussenzin
Tussenzinnen, mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend alNaar de
Naar het jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille conDoor
Met
Per
Samen met
expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze un tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer inquietaBeducht
Beduchte
Bekommerd
Bekommerde
Bezorgd
Bezorgde
Druk
Drukke
Gejaagd
Gejaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Ongerust
Ongeruste
Onrustig
Onrustige
Rusteloos
Rusteloze
Verontrust!
Verschrik!
Woelig
Woelige
Zorgelijk
Zorgelijke-. EsoDat
Die
Zulks noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer -se apresuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haastte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte haast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte spoed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoedde zich a decirOpgeven
Spreken
Zeggen cuandoAls
Tijdens
Wanneer los dosAlle twee de
Allebei
Beide muchachosJongens
Knapen
Knullen se echaron a reírZij/ze begonnen te lachen
Zij/ze schoten in de
lach detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin del
mostradorBalie
Toonbank, eEn inclusoZelfs el tabernero noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd de sonreírGlimlachen-. EsoDat
Die
Zulks noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!. Los gestosGebaren
Gestes de desaprobació n noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen turbarmeVan zijn stuk brengen,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende estoDeze
Dit loDe
Hem
Het
U sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el mundoAardrijk
Wereld, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand misterioGeheim
Mysterie
Raadsel que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank acabeBesluit u!
Beëindigt u!
Eindigt u!
Gebruikt u op!
Het raakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt uit
Ik besluit
Ik beëindig
Ik eindig
Ik gebruik op
Ik maak af
Ik maak op
Ik maak uit
Ik sluit af
Ik teer op
Ik verbruik
Ik verdoe
Ik verklungel
Ik verkwist
Ik vermors
Ik verspil
Ik voleindig
Ik werk af
Ik werk uit
Maakt u af!
Maakt u op!
Maakt u uit!
Sluit u af!
Teert u op!
Verbruikt u!
Verdoet u!
Verklungelt u!
Verkwist u!
Vermorst u!
Verspilt u!
Voleindigt u!
Werkt u af!
Werkt u uit! por descubrirseOntdekken
Uitvinden
Uitvorsen. Y yoEgo
Ik miroIk bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
op
Ik zie toe estasDeze
Dezen cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank con desprecioMinachtend
Schamper
Verachtend, sinoDoch
Echter
Maar conDoor
Met
Per
Samen met
resignaciónBerusting
Geduld
Gelatenheid... ¡SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt, seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende! Ecce Homo. Óigame, jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille: ¿podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen ustedGij
U...? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, hay queMen moet buscarAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken otraAnder
Andere
Nog een
Nog één expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
significativaBetekenis-
Krachtig
Krachtige
Nadrukkelijk
Nadrukkelijke
Significant
Significante
Van de betekenis
Veelbetekenend
Veelbetekenende. ¿Se atreveríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou brutaal worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou durven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou onbeschaamd worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wagen ustedGij
U a afirmarBetuigen
Bevestigen
Beweren
Stellen
Verzekeren, mirándomeMe bekijkend
Me beschouwend
Me spiegelend a los ojosKijkers
Ogen, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn?
El jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank contestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde.
-BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei el oradorRedenaar, y esperóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit conDoor
Met
Per
Samen met un aireLucht sosegadoBedaard
Bedaarde
Bezadigd
Bezadigde
Gekalmeerd
Gerust
Geruste
Gerustgesteld
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige y dignoWaardig
Waardige el finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding de las risasGelachen que acababanZij/ze besloten
Zij/ze beëindigden
Zij/ze eindigden
Zij/ze gebruikten op
Zij/ze maakten af
Zij/ze maakten op
Zij/ze maakten uit
Zij/ze sloten af
Zij/ze teerden op
Zij/ze verbruikten
Zij/ze verdeden
Zij/ze verklungelden
Zij/ze verkwistten
Zij/ze vermorsten
Zij/ze verspilden
Zij/ze voleindigden
Zij/ze werkten af
Zij/ze werkten uit de estallarBarsten
Bersten
Ontploffen
Openbarsten
Openbersten
Scheuren
Springen
Uitbarsten nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer-. BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, yoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un puercoVarken
Vuil
Vuile
Zwijn y ellaHaar
Ze
Zij una damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe. YoEgo
Ik parezcoIk heb het uiterlijk
van
Ik kom over
Ik kom voor
Ik lijk
Ik schijn
Ik schijn toe
Ik sta tegenover
Ik vind
Ik zie er uit
Ik zie er uit
als una bestiaBeest
Dier, y CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna, miMi
Mijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una personaMens
Personage
Persoon bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart educadaBeschaafd
Beschaafde
Gedresseerd
Gekweekt
Grootgebracht
Opgeleid
Opgevoed
Welopgevoed
Welopgevoede, hijaDochter de un oficialAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officier
Officiële
superiorBeter
Betere
Boven-
Bovenste
Hoger
Hogere
Opperste
Superieur
Superieure. DemosLaten we aangeven
Laten we geven
Laten we opbrengen
Laten we toebrengen
Laten we toekennen
Laten we verlenen
Wij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen por sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld que yoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un granujaBoef
Ellendeling
Loeder
Ploert
Rotzak
Schavuit
Schoelje
Schoft
Schurk
Smiecht
Spitsboef y que ellaHaar
Ze
Zij poseeBeheers!
Ben rijk!
Bezit!
Heb!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is rijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent grondig
Houd erop na!
Ken grondig! un granGroot
Grote corazónHart
Klokhuis, sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen elevadosBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd y una educaciónDresseren
Grootbrengen
Kweken
Onderwijs
Opleiden
Opleiding
Opvoeden
Opvoeding perfectaIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide.
Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch... ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ellaHaar
Ze
Zij se hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand compadecidoBeklaagd
Medelijden gehad
Medelijden gehad met de míMe
Mij! Y es queDat komt omdat
Want los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn compadecidosBeklaagd
Medelijden gehad
Medelijden gehad met por alguienEen of ander
Een zeker
Iemand.
Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots suHaar
Hun
Uw
Zijn grandezaGrootsheid de almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats injustaOnrechtvaardig
Onrechtvaardige
Onredelijk
Onredelijke..., aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al yoEgo
Ik comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt que cuandoAls
Tijdens
Wanneer meMe
Mij tiraBand
Gooi uit!
Gooi weg!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Paf!
Reep
Reepje
Schiet!
Smijt uit!
Streep
Strook
Trek!
Vuur!
Wapenbalk
Werp omver!
Werp uit!
del peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil loDe
Hem
Het
U haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt por miMi
Mijn bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. TeJe
Jou repitoIk herhaal
Ik neem door
Ik zeg na
Ik zeg nog eens sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande, jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille; ellaHaar
Ze
Zij meMe
Mij tiraBand
Gooi uit!
Gooi weg!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Paf!
Reep
Reepje
Schiet!
Smijt uit!
Streep
Strook
Trek!
Vuur!
Wapenbalk
Werp omver!
Werp uit! del peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil -insistió enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong aan op un tonoIntonatie
Toon
Toonaard
Toonsoort
Veerkracht másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus dignoWaardig
Waardige aúnNog
Nog altijd
Nog steeds, alNaar de
Naar het oírHoren
Vernemen
Verstaan nuevasNieuw
Nieuwe
risasGelachen-. ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, DiosGod
Godheid míoMijne
Van mij! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ellaHaar
Ze
Zij, solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer... PeroDoch
Echter
Maar, ¡bah!, vanasDoelloos
Doelloze
Hol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ijl
Ijle
Ingebeeld
Ingebeelde
Leeg
Lege
Loos
Loze
Nutteloos
Nutteloze
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane palabrasBewoordingen
Woorden... NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hablemosLaten we converseren
Laten we praten
Laten we spreken
Wij/we converseren
Wij/we praten
Wij/we spreken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de estoDeze
Dit... PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats loDe
Hem
Het
U ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere que miMi
Mijn
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta satisfechoBlij
Blije
Tevreden
Voldaan
Voldaan aan
Voldane
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de una vezIn één keer; síJa
Jawel
Wel
Zich, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de una vezIn één keer meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn compadecidoBeklaagd
Medelijden gehad
Medelijden gehad met. PeroDoch
Echter
Maar miMi
Mijn carácterAard
Geaardheid
Karakter... SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un brutoBeestachtig
Beestachtige
Bestiaal
Bestiale
Brute
Bruto
Brutus
Bruut
Onbewerkt
Onbewerkte
Onscherp
Onscherpe
Redeloos dier
Ruw
Ruwe rematadoAfgemaakt
Afgewerkt
Uitgewerkt.
-De acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze -observóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe el tabernero, bostezandoGapend
Geeuwend.
Marmeladof dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende un fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware puñetazoVuistslag en la mesaLa mesa.
-SíJa
Jawel
Wel
Zich, un brutoBeestachtig
Beestachtige
Bestiaal
Bestiale
Brute
Bruto
Brutus
Bruut
Onbewerkt
Onbewerkte
Onscherp
Onscherpe
Redeloos dier
Ruw
Ruwe... Sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u! ustedGij
U, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, que me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand bebidoGebruikt
Gedronken hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs susHaar
Hun
Uw
Zijn mediasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Gemiddelden
Gemiddeldes
Half
Half doorbakken
Halve
Jij/je bemiddelt
Jij/je rijmt
Kousen
Maillot
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Panty. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank los zapatosSchoenen, entiéndameBegrijpt u!
Beseft u!
Bevat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt aan
Ik begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
Ik voel aan
Snapt u!
Vat u!
Verstaat u!
Voelt u aan!, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, estoDeze
Dit
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn una cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak en ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank los zapatosSchoenen, sinoDoch
Echter
Maar las mediasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Gemiddelden
Gemiddeldes
Half
Half doorbakken
Halve
Jij/je bemiddelt
Jij/je rijmt
Kousen
Maillot
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Panty. Y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand bebidoGebruikt
Gedronken suHaar
Hun
Uw
Zijn esclavinaPelerine de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel de cabraGeit, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
de suHaar
Hun
Uw
Zijn propiedadBezit
Bezitting
Boerderij
Eigendom
Eigendomsrecht
Goed
Landgoed, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende se la habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren regaladoCadeau gegeven
Geschonken antes deAlvorens te
Voor nuestroOns
Onze
Van ons casamientoTrouwpartij. EntoncesDan
Dus
Toen vivíamosWij/we leefden
Wij/we woonden en un heladoBevroren
Consumptie-ijs
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijs
Ijs (consumptie)
Ijsco
Ijsje
Ijskoud
Ijskoude cuchitril. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats inviernoWinter; ellaHaar
Ze
Zij se
enfríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat afkoelen
Koel af!
Koel!
Laat afkoelen!; empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Snijd aan!
Vang aan! a toserHoesten y a escupirAfscheiden
Rochelen
Spugen
Spuwen
Uitspugen sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!. TenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast tres3
Drie niñosJongens
Kinderen pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, y CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna trabajaArbeid!
Bewerk
Bewerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arbeidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Werk! de solSol
Zon a solSol
Zon. FriegaBoen!
Droog af!
Dweil!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dweilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrobt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Schrob!
Veeg af!
Veeg!
Was af!
Wis af!
Wis!, lavaDoe de was!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet de was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast uit
Lava
Loog!
Was
Was af!
Was uit!
Was! la ropaKleding
Kleren,
lavaDoe de was!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet de was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast uit
Lava
Loog!
Was
Was af!
Was uit!
Was! a los niñosJongens
Kinderen. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk a la limpiezaHelderheid
Kuisheid
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Reiniging
Schoonmaak
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijkheid
Zuiveren
Zuiverheid desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit suHaar
Hun
Uw
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte infanciaJeugd
Kinderjaren
Kindsheid... Todo estoDit alles conDoor
Met
Per
Samen met un pechoBoezem
Borst delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde, conDoor
Met
Per
Samen met una
predisposiciónAanleg
Gesteldheid
Wilsbeschikking a la tisisFtisis
Longtering
Tbc
Tering
Tuberculose. YoEgo
Ik lo sientoHet spijt me de verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk. ¿Creen queZij/ze denken dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank lo sientoHet spijt me? CuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus beboIk drink
Ik gebruik, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus sufroIk doorsta
Ik draag
Ik lijd
Ik onderga
Ik ondervind
Ik sta uit
Ik veel
Ik verdraag. Por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! sentirAanvoelen
Gevoelen
Gewaarworden
Merken
Voelen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, me entregoIk aanvaard
Ik geef me over
Ik neem aan
Ik neem gevangen a la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken. YoEgo
Ik beboIk drink
Ik gebruik paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus profundamenteDiepgaand
Grondig.
InclinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed overhellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neigde la cabezaHoofd
Kop
Krop conDoor
Met
Per
Samen met un gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester de desesperaciónVertwijfeling
Wanhoop.
-JovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille -continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort mientrasTerwijl volvía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
Ik ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar erguirseNeerzetten
Oprichten
Opslaan
Vestigen-, creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep leerLezen en suHaar
Hun
Uw
Zijn semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht la expresiónBetuiging
Bewoording
Gezegde
Persen
Uitdrukken
Uitdrukking
Uiting
Uitknijpen
Uitpersen
Zegswijze de un dolorPijn
Smart
Wee
Zeer. ApenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood leHaar
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
estaDeze
Dit impresiónAfdruk
Afdrukken
Boekdrukken
Drukken
Indruk
Printen
Spoor
Voetspoor. Por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende leHaar
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dirigidoBestuurd
Geadresseerd
Gechauffeerd
Gedirigeerd
Gemend
Gereden
Gericht
Gestuurd
Vervoerd la palabraBewoording
Woord. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals leHaar
Hem
Het
U cuentoAnekdote
Ik bereken
Ik calculeer
Ik debiteer
Ik lees voor
Ik reken
Ik reken uit
Ik tel
Ik tel af
Ik tel neer
Ik verhaal
Ik vertel
Sprookje
Verhaal la historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal de miMi
Mijn vidaHachje
Leven noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! divertirAmuseren
Onderhouden
Opvrolijken
Vermaken a estosDeze
Dezen ociososDoelloos
Doelloze, que, ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
la conocen(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze leren kennen
Zij/ze maken kennis
Zij/ze weten
Zij/ze zijn bekend met, sinoDoch
Echter
Maar porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht que meMe
Mij escucheBeluistert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoort u aan!
Hoort u toe!
Ik beluister
Ik hoor aan
Ik hoor toe
Ik luister
Ik luister toe
Luistert u toe!
Luistert u! un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent instruidoBijgebracht
Geleerd
Geschoold
Geïnstrueerd. Sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u! ustedGij
U, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, que miMi
Mijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw se educóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht groot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kweekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voedde op en un pensionadoGepensioneerd
Gepensioneerde
In ruste
Rustend
Rustende
aristocráticoAristocratisch
Aristocratische provincialGewestelijk
Gewestelijke, y que el díaDag
Etmaal en queWaarin salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit bailóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danste la danzaBeweeg je snel!
Dans
Dans!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich snel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst del chalBouffante
Das
Halsdoek
Sjaal anteSuède
Ten overstaan van
Voor el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende de la provinciaGewest
Gouw
Provincie y otrasAnder
Andere
Nog één altasHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven personalidadesPersonaliteiten
Persoonlijkheden.
FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was premiadaBekroond
Een prijs toegekend conDoor
Met
Per
Samen met una medallaMedaille
Penning de oroE175
Goud
Ik bid y un diplomaAkte
Brevet
Bul
Diploma. La medallaMedaille
Penning... se vendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervreemdde hace tiempoAllang
Sinds lang
Vanouds. En cuantoZodra alNaar de
Naar het diplomaAkte
Brevet
Bul
Diploma, miMi
Mijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw loDe
Hem
Het
U tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
guardadoBehoed
Bewaakt
Bewaard
De wacht gehad
Gehoed
Gelet op
Gepast op
Gewaakt over
Opgeborgen en suHaar
Hun
Uw
Zijn baúlHutkoffer
Koffer
Kofferbak. ÚltimamenteDe laatste tijd
Onlangs se loDe
Hem
Het
U enseñaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde aan
Ik leerde aan nuestraOns
Onze
Van ons patronaBazin. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat a matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten conDoor
Met
Per
Samen met estaDeze
Dit mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, loDe
Hem
Het
U hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
experimentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ervoer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze experimenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervond
Ik beleefde
Ik ervoer
Ik experimenteerde
Ik maakte door
Ik ondervond la necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak de vanagloriarse anteSuède
Ten overstaan van
Voor alguienEen of ander
Een zeker
Iemand de susHaar
Hun
Uw
Zijn éxitosAflopen
Einden
Eindes
Hits
Resultaten
Successen pasadosAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verledens
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere y de evocarDoen denken aan
Naar buiten roepen
Oproepen
Ten gevolge hebben
Uitlokken susHaar
Hun
Uw
Zijn tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke. YoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U censuroIk beknor
Ik berisp
Ik censureer
Ik gisp
Ik keur
Ik keur af
Ik laak
Ik verwijt
Ik wijs terecht
Ik wraak,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende loDe
Hem
Het
U únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn estosDeze
Dezen recuerdosAandenkens
Gedachtenissen
Gedenkschriften
Geheugens
Herinneringen
Heugenissen
Souvenirs: todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle lo demásHet overige se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand desvanecidoVerdwenen
Vervaagd... SíJa
Jawel
Wel
Zich, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una damaDame
Jonkvrouw
Vrouw
Vrouwe enérgicaEnergiek
Energieke, orgullosaFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane, intratable. Se
friegaBoen!
Droog af!
Dweil!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dweilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrobt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Schrob!
Veeg af!
Veeg!
Was af!
Wis af!
Wis! ella mismaHaarzelf el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem y come(U) eet
Bik!
Eet!
Gebruik het middagmaal!
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luncht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreet
Lunch!
Nuttig!
Vreet! pan negroDonker brood
Tarwebrood
Weitebrood, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank toleraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanzien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou dulden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou pikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toelaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tolereren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou velen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdragen
Ik zou aanzien
Ik zou dulden
Ik zou pikken
Ik zou toelaten
Ik zou tolereren
Ik zou velen
Ik zou verdragen de nadieNiemands la menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste falta de respetoBrutaalheid
Onbeschaamdheid. AquíAlhier
Hier tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U explicadoBeduid
Duidelijk gemaakt
Toegelicht
Uiteengezet
Uitgelegd
Verhelderd
Verklaard por quéWaarom
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank consintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koesterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze troetelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertroetelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was het eens las groseríasGrofheden
Lompheden de Lebeziatnikof; y cuandoAls
Tijdens
Wanneer ésteDeze
Dit, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! vengarseZich wreken, leHaar
Hem
Het
U pegóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naaide vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ranselde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan ellaHaar
Ze
Zij tuvo queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank a causa deDoor
Met
Om
Uit
Vanwege
Voor
Wegens los golpesBeroerten
Beroertes
Flappen
Houwen
Klappen
Meppen
Shocks
Slagen
recibidosAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen, sinoDoch
Echter
Maar por razonesAanleidingen
Jij/je redeneert
Redenen
Redes
Verstanden de ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde sentimentalDweperig
Dweperige
Sentimenteel
Sentimentele. CuandoAls
Tijdens
Wanneer me caséIk trad in het
huwelijk
Ik trouwde con ellaDaarmee, eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was viudaOester
Weduwe y teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast tres3
Drie hijosKinderen
Zonen
Zoons de cortaBreek af!
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verricht sectie! edadLeeftijd
Ouderdom. SuHaar
Hun
Uw
Zijn primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
matrimonioEcht
Echtpaar
Echtverbintenis
Huwelijk
Huwelijkse staat habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sido deBehoord
Behoord tot
Gekomen uit
Toebehoord amorAffectie
Liefde
Min. El maridoEchtgenoot
Gemaal
Man eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un oficialAmbtelijk
Ambtelijke
Officieel
Officier
Officiële de infanteríaInfanterie
Voetvolk conDoor
Met
Per
Samen met el queDat
Die
Hij die
Wie huyó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vluchtte voor la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! paternaVan vaders kant. CatalinaCatalina
Katrijn adorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanbad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adoreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verafgoodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereerde
Ik aanbad
Ik adoreerde
Ik verafgoodde
Ik vereerde a suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man, peroDoch
Echter
Maar élHem
Hij se entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanvaardde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam gevangen alNaar de
Naar het juegoIk speel
Ik speel voor
Ik voer uit
Spel
Spelen
Speling
Spelletje
Uitvoeren
Voorspelen, tuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast asuntosAangelegenheden
Affaires
Dingen
Kwesties
Onderwerpen
Stoffen
Thema's
Zaken conDoor
Met
Per
Samen met la justiciaBillijkheid
Gerechtigheid
Justitie
Kan jang
Malabarnoot
Rechtvaardigheid y murióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte. En los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden, élHem
Hij leHaar
Hem
Het
U pegaba(Het) plakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hechtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hieuw
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naaide vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ranselde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Ik bakte aan
Ik beukte
Ik hechtte
Ik hieuw
Ik klapte
Ik klopte
Ik lijmde
Ik mepte
Ik naaide vast
Ik plakte
Ik plakte vast
Ik ranselde af
Ik sloeg
Ik tuigde af
Ik zette aan. EllaHaar
Ze
Zij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U perdonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaf, loDe
Hem
Het
U
séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! positivamente; sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, inclusoZelfs ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans lloraBejammer!
Betreur!
Beween!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weent
Huil!
Krijt!
Schrei!
Ween! cuandoAls
Tijdens
Wanneer loDe
Hem
Het
U recuerdaDenk eraan
Herdenk!
Herinner!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet nog
Onthoud!
Weet nog!, y estableceBepaal!
Beschik!
Beveel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Richt in!
Richt op!
Stel in!
Stel vast!
Sticht!
Vestig! entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen élHem
Hij y yoEgo
Ik comparacionesVergelijkingen nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! halagadoras paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
miMi
Mijn amorAffectie
Liefde
Min propioEigen; peroDoch
Echter
Maar yoEgo
Ik la dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig ellaHaar
Ze
Zij se imaginaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor, al menosAlthans
Tenminste, que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander díaDag
Etmaal felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden de suHaar
Hun
Uw
Zijn maridoEchtgenoot
Gemaal
Man,
quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn tres3
Drie hijitos en una regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek lejanaAfgelegen
Ver
Ver verwijderd
Ver verwijderde
Verafgelegen
Verre
Verwijderd
Verwijderde y salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin yoEgo
Ik me encontrabaIk bevond me
Ik maakte het
Ik was gesteld entoncesDan
Dus
Toen. VivíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde
Ik leefde
Ik woonde en una miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer espantosaVerschrikkelijk
Verschrikkelijke,
que yoEgo
Ik, que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta los cuadrosBedden
Bloembedden
Bloemperken
Doeken
Kaders
Perken
Schema's
Schemata
Schilderijen
Schilderingen
Schilderstukken
Tabellen
Tuinbedden
Vierkanten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus tristesAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me sientoIk ga zitten
Ik neem plaats
Ik voel me
Ik zet
Ik zet me capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige de describirlaBeschrijven. TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle susHaar
Hun
Uw
Zijn parientesBloedverwanten
Familieleden
Verwanten la habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren abandonadoErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke. EraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
orgullosaFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane, demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste orgullosaFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane. FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was entoncesDan
Dus
Toen, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, entoncesDan
Dus
Toen, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds leHaar
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk, cuandoAls
Tijdens
Wanneer yoEgo
Ik, viudoWeduwe
Weduwnaar tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook y conDoor
Met
Per
Samen met una hijaDochter de
catorce14
Veertien añosJaren, leHaar
Hem
Het
U ofrecíIk bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor miMi
Mijn manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht verlaBekijken
Kijken
Zien sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen de aquelDat
Die modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze. El hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet de que siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon instruidaBijgebracht
Geleerd
Geschoold
Geïnstrueerd y de una familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke aceptaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Ik accepteerde
Ik nam aan
Ik ontving casarseIn het huwelijk treden
Trouwen conmigoMet mij
Met mij mee, leHaar
Hem
Het
U permitirá(Het) zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gedogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal niet beletten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal permitteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toelaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veroorloven comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan a quéWat
Welke extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde llegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef suHaar
Hun
Uw
Zijn miseriaArmoe
Ellende
Misère
Narigheid
Nood
Schamelheid. AceptóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving llorandoBejammerend
Betreurend
Bewenend
Huilend
Krijtend
Schreiend
Wenend, sollozandoSnikkend,
retorciéndose las manosDe handen; peroDoch
Echter
Maar aceptóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving. Y es queDat komt omdat
Want noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast adóndeWaarheen irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven. ¿Se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat ustedGij
U cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat ustedGij
U cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen exactaAccuraat
Accurate
Exact
Exacte
Getrouw
Getrouwe
Goed
Goede
Juist
Juiste
Nauwgezet
Nauwgezette
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Precies
Prompt
Prompte
Punctueel
Punctuele
Recht
Rechte
Stipt
Stipte
Trouw
Trouwe
Zorgvuldig
Zorgvuldige de lo queDat wat
Wat
significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden dóndeWaar
Waarheen irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, ustedGij
U noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt comprenderBegrijpen
Beseffen
Bevatten
Omvatten
Snappen
Vatten
Verstaan todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch... DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens un añoJaar enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige cumplíIk keek toe
Ik kwam na
Ik leefde na
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik verrichtte
Ik vervulde
Ik voerde uit
Ik volbracht
Ik voltrok
Ik was jarig
Ik zag toe conDoor
Met
Per
Samen met miMi
Mijn deberBehoren te
Dienen
Horen
In de schuld staan
Moeten
Plicht
Schuld
Schuldig zijn
Te danken hebben
Verplicht zijn om te
Verplichting
Verschuldigd zijn honestamenteFatsoenlijk,
santamenteHeilig, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken esoDat
Die
Zulks -y señalabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte opmerkzaam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze signaleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik duidde aan
Ik duidde uit
Ik gaf aan
Ik liet zien
Ik maakte opmerkzaam
Ik merkte op
Ik signaleerde
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees aan
Ik wees uit conDoor
Met
Per
Samen met el dedoTeen
Vinger la mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! botellaFles que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer-, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende yoEgo
Ik soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen. PeroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conseguíIk behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf atraérmelaAanhalen
Aanlokken
Aantrekken
Bekoren
Lokken
Toelachen
Trekken
Verlekkeren. EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, quedéIk bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was cesanteZij/ze houden op
Zij/ze laten af
Zij/ze scheiden uit
Zij/ze stoppen
Zij/ze wijken, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank por culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld míaVan mij, sinoDoch
Echter
Maar a causa deDoor
Met
Om
Uit
Vanwege
Voor
Wegens ciertosGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere cambiosAfwisselingen
Beursnoteringen
Koersen
Noteringen
Overgangen
Prijsnoteringen
Variaties
Variëteiten
Veranderingen
Wisselgelden burocráticosBureaucratisch
Bureaucratische. EntoncesDan
Dus
Toen meMe
Mij
entreguéIk bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe a la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken... YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt añoJaar y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling que, trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over mil1000
Duizend sinsabores y peregrinacionesBedevaarten
Pelgrimages
Pelgrimstochten continuasAanhoudend
Aanhoudende
Blijvend
Blijvende
Continu
Continue
Doorlopend
Doorlopende
Gedurig
Gedurige
Onafgebroken
Ononderbroken
Onophoudelijk
Onophoudelijke
Vast
Vaste
Voortdurend
Voortdurende, nos instalamosWij/we installeerden ons
Wij/we installeren ons
Wij/we vestigden ons
Wij/we vestigen ons en estaDeze
Dit capitalHoofdstad
Kapitaal
Vermogen
magníficaBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende, embellecidaVerfraaid por incontablesOntelbaar
Ontelbare monumentosGedenktekens
Monumenten. AquíAlhier
Hier encontréIk bevond
Ik kwam tegen
Ik ontmoette
Ik trad tegemoet
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond un empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring, peroDoch
Echter
Maar prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast loDe
Hem
Het
U perdíIk gaf op
Ik liep mis
Ik miste
Ik raakte kwijt
Ik verbeurde
Ik verkwistte
Ik verloor
Ik verspeelde. ¿ComprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer? EstaDeze
Dit vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt fuiIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
yoEgo
Ik el culpableDader
Schuldig
Schuldige: yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds meMe
Mij dominabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze domineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schitterde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde de boventoon
Ik bedwong
Ik beheerste
Ik domineerde
Ik overheerste
Ik schitterde uit
Ik voerde de boventoon el vicioGebrek
Ondeugd
Slechte gewoonte de la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans vivimosWij/we leefden
Wij/we leven
Wij/we wonen
Wij/we woonden en un rincónHoek que nos(Aan) ons
Ons tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast alquiladoAfgehuurd
Gecharterd
Gehuurd
Verhuurd AmaliaAmalia Ivanovna
Lipevechsel. PeroDoch
Echter
Maar ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je vivimosWij/we leefden
Wij/we leven
Wij/we wonen
Wij/we woonden, cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je pagamosWij/we betaalden
Wij/we betaalden uit
Wij/we betalen
Wij/we betalen uit
Wij/we dokken
Wij/we dokten
Wij/we keerden uit
Wij/we keren uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we voldeden
Wij/we voldoen el alquilerAfhuren
Charteren
Huren
Huur
Verhuren? EsoDat
Die
Zulks loDe
Hem
Het
U ignoroIk negeer
Ik weet niet. En la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één muchosVeel
Vele
Zeer
Zere inquilinosHuurders: aquelloDat
Die
Diegene
Zulks esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un
verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke infiernoHel
Inferno
Onderwereld. EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, la hijaDochter que tuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast de miMi
Mijn primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is crecidoAangegroeid
Aangewassen
Gedijd
Gegroeid
Gewassen
Toegenomen. En cuantoZodra a lo queDat wat
Wat suHaar
Hun
Uw
Zijn madrastraStiefouder la haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen,
prefiero(Ik) verkies
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever pasarloHaal het door
Het passeren por altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna, a pesar deIn weerwil van
Niettegenstaande
Ondanks
Ten spijt van
Trots susHaar
Hun
Uw
Zijn sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen magnánimosGrootmoedig
Grootmoedige, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon irascible eEn incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte de
contenerAfhouden
Bedwingen
Behelzen
Beteugelen
Betomen
Bevatten
Houden
Impliceren
In toom houden
Inhouden
Intomen
Onthouden
Onttrekken
Vervatten
Weghouden susHaar
Hun
Uw
Zijn impulsosAandriften
Impulsen
Opwellingen
Stuwingen... SíJa
Jawel
Wel
Zich, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats. PeroDoch
Echter
Maar ¿a quéWat
Welke mencionarGewag maken van
Melden
Noemen
Vermelden estasDeze
Dezen cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken? YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds comprenderáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begrijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beseffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal omvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal snappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verstaan ustedGij
U que Sonia noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is recibidoAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen una educaciónDresseren
Grootbrengen
Kweken
Onderwijs
Opleiden
Opleiding
Opvoeden
Opvoeding
esmerada. HaceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt muchosVeel
Vele
Zeer
Zere añosJaren intentéIk beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens enseñarleBijbrengen
Instrueren
Laten zien
Leren
Onderwijzen
Scholen
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen geografíaAardrijkskunde
Geografie eEn historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal universalAlgemeen
Algemene
Universeel
Universele, peroDoch
Echter
Maar comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware en estasDeze
Dezen materiasMateries
Materiën
Stoffen
Zelfstandigheden y,
ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teníamosWij hadden
Wij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende librosBoeken, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende los librosBoeken que hubiéramosWij/we hadden
Wij/we waren podidoGekund
Gemogen tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden..., puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende..., ¡buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank los teníamosWij hadden
Wij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast!, se acabaronZij/ze eindigden
las leccionesLessen. Nos quedamosWij/we bleven
Wij/we bleven achter
Wij/we bleven over
Wij/we blijven
Wij/we blijven achter
Wij/we blijven over
Wij/we resteerden
Wij/we resten
Wij/we resteren
Wij/we restten
Wij/we toefden
Wij/we toeven
Wij/we verbleven
Wij/we verblijven
Wij/we werden
Wij/we worden en CiroCyrus, reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst de los persasPerzen. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens leyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige novelasRomans, y últimamenteDe laatste tijd
Onlangs Lebeziatnikof leHaar
Hem
Het
U prestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit La
FisiologíaFysiologie, de LewisLewis. Conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet! ustedGij
U estaDeze
Dit obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid, ¿verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid? A ellaHaar
Ze
Zij leHaar
Hem
Het
U parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer interesanteBelangrijk
Belangrijke
Belangwekkend
Belangwekkende
Interessant
Interessante, eEn inclusoZelfs nos(Aan) ons
Ons leyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige pasajesOvergangen en vozInspraak
Stem
Stemgeluid
altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven. A estoDeze
Dit se reduceMen kookt in suHaar
Hun
Uw
Zijn culturaBeschaving
Bouw
Cultuur
Teelt
Verbouwing intelectualGeestelijk
Geestelijke
Intellectueel
Intellectuele
Ontwikkeld
Ontwikkelde
Verstandelijk
Verstandelijke. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, me dirijo aIk klamp aan
Ik klop aan bij
Ik spreek aan
Ik spreek toe ustedGij
U, por miMi
Mijn propiaEigen iniciativaInitiatief
Ondernemingslust, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerleDoen
Laten
Maken una preguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag! de
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde privadoBeroofd
Besloten
Particulier
Particuliere
Privé-
Uitgeplunderd. Una muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele peroDoch
Echter
Maar honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke, ¿puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ganarseVoor zich verkrijgen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart la vidaHachje
Leven conDoor
Met
Per
Samen met un trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken honestoEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank ganaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal winnen niEn niet
Evenmin
Noch quince15
Vijftien kopeks alNaar de
Naar het
díaDag
Etmaal, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer míoMijne
Van mij, y esoDat
Die
Zulks trabajandoArbeidend
Bewerkend
Werkend hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la extenuaciónUitputting, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats honestaEerlijk
Eerlijke
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank poseeBeheers!
Ben rijk!
Bezit!
Heb!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is rijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent grondig
Houd erop na!
Ken grondig! ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei talentoAanleg
Begaafdheid
Gave
Talent. HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus: el consejeroAdviseur
Assessor
Bijzitter
Consulent
Mentor
Raadgever
Raadsheer
Raadslid
Raadsman de EstadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden
Klopstock IvánIvan Ivanovitch..., ¿haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan ustedGij
U hablar deBehandelen
Bepraten
Bespreken
Discuteren
Van gedachten wisselen élHem
Hij...?, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is pagadoBetaald
Gedokt
Gestort
Uitbetaald
Uitgekeerd
Voldaan a Sonia mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! docenaDozijn de camisasHemden
Overhemden
Shirts de HolandaHolland
Nederland
que leHaar
Hem
Het
U encargóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastte met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf opdracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan, sinoDoch
Echter
Maar que la despidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dankte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monsterde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg ferozmenteWreed conDoor
Met
Per
Samen met el pretextoDekmantel
Pretext
Smoes
Uitvlucht
Voorwendsel de que leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte las medidasAfgemeten
Gemeten
Grootten
Groottes
Maatregelen
Maatregels
Maten
Opgemeten
Opgenomen
Uitgemeten y el cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek leHaar
Hem
Het
U quedabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was torcidoAfgeslagen
Getwijnd
Gewrongen
Scheef
Scheve
Spinnijdig
Spinnijdige
Verbogen
Verbolgen
Verdraaid
Vertrokken
Verwrongen
Woedend
Woedende
Woest
Woeste.
'Y los niñosJongens
Kinderen, hambrientosHongerig
Hongerige...
'CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt y viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee por la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning, retorciéndose las manosDe handen, las mejillasKonen
Wangen teñidasGekleurd
Gekleurde
Geverfd
Geverfde de manchasJij/je bekladt
Jij/je bevlekt
Jij/je bevuilt
Jij/je bezoedelt
Jij/je maakt vuil
Jij/je smet
Jij/je verontreinigt
Jij/je vlekt
Kladden
Moeten
Moppen
Plekjes
Smetten
Vlekken rojasBlozend
Blozende
Rode
Rood, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats propioEigen de
la enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte que padeceDoorsta!
Duld!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd aan!
Lijd!
Onderga!
Sta uit!
Veel!
Verdraag!. ExclamaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraait uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakt een kreet
Kerm uit!
Kraai uit!
Roep uit!
Slaak een kreet!:
'-En estaDeze
Dit casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! comesJij/je bikt
Jij/je eet
Jij/je gebruikt
Jij/je gebruikt het middagmaal
Jij/je luncht
Jij/je nuttigt
Jij/je vreet, bebesJij/je drinkt
Jij/je gebruikt, estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart abrigadoBehoed
Beschermd
Beschut, y loDe
Hem
Het
U únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que hacesBossen
Bundels
Jij neemt
Jij/je bedrijft
Jij/je brengt uit
Jij/je doet
Jij/je maakt
Jij/je maakt aan
Jij/je richt uit
Jij/je voert uit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats holgazanear.
'Y yoEgo
Ik leHaar
Hem
Het
U preguntoIk vraag: ¿quéWat
Welke podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht beberDrinken
Gebruiken niEn niet
Evenmin
Noch comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten, cuandoAls
Tijdens
Wanneer inclusoZelfs los niñosJongens
Kinderen llevabanZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de tres3
Drie díasDagen
Etmalen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken bocadoBit
Gebit
Hap
Mondstuk? En aquelDat
Die
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip, yoEgo
Ik estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat acostadoIn bed gestopt
Naar bed gebracht
Naast elkaar
Naderbij gebracht
Neergelegd
Neergevlijd
Op bed gelegd y, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in! decirloOpgeven
Spreken
Zeggen, borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte. Pude(Het) kon
Ik kon
Ik mocht oírHoren
Vernemen
Verstaan una de las respuestasAntwoorden
Bescheiden
Wederwoorden
Weerwoorden que miMi
Mijn hijaDochter (tímidaBedeesd
Bedeesde
Beschroomd
Beschroomde
Bevangen
Schroomvallig
Schroomvallige
Schuchter
Schuchtere
Schuw
Schuwe
Timide
Verlegen
Vreesachtig
Vreesachtige, vozInspraak
Stem
Stemgeluid dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid, rubiaBlond
Blonde
Krap
Mede
Meekrap,
delgadaDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere, pálidaBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale carita) daba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op
Ik zag uit op suHaar
Hun
Uw
Zijn madrastraStiefouder.
'-Yo noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren esoDat
Die
Zulks, CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna.
'HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de saberKennen
Smaken
Weten que DaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlenen
Ik zou aangeven
Ik zou geven
Ik zou opbrengen
Ik zou toebrengen
Ik zou toekennen
Ik zou verlenen Frantzevna, una malaBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon a la queDat
Die
Wie
Zij die la policíaAgent
Politie
Politieagent
Smeris conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet! perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had venidoGekomen
Meegekomen tres vecesDrie keer
Driemaal a hacerleDoen
Laten
Maken
proposicionesAanbiedingen
Biedingen
Hoofdzinnen
Proposities
Stellingen
Volzinnen
Voorslagen
Voorstellen
Zinnen por medio deDoor
Met
Per la dueñaEigenares
Meesteres de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!.
'-Yo noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren esoDat
Die
Zulks -repitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nog eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nog eens, remedándola, CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna-. ¡VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u! un tesoroSchat para queOpdat
Zodat loDe
Hem
Het
U guardesJij/je behoedt
Jij/je bergt op
Jij/je bewaakt
Jij/je bewaart
Jij/je hebt de wacht
Jij/je hoedt
Jij/je let op
Jij/je past op
Jij/je waakt over conDoor
Met
Per
Samen met tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid!
'PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la acuseBeschuldigt u!
Beticht u!
Duidt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst aan
Ik beschuldig
Ik beticht
Ik duid aan
Ik klaag aan
Ik toon
Ik verraad
Ik wijs aan
Klaagt u aan!
Toont u!
Verraadt u!
Wijst u aan!, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se dabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen del alcance(Het) bereikt
Achterhaalt u!
Behaalt u!
Bereik
Bereikt u!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
Maakt u buit!
Reikt u tot!
Reikwijdte
Verkrijgt u!
Verwerft u! de susHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden. Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat trastornadaBepraat
In beroering gebracht
In de war gebracht
In opstand gebracht
Omgekeerd
Omgeworpen
Ondersteboven gekeerd
Overreed
Overtuigd, enfermaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt ziek
Word ziek!
Ziek
Ziek geworden
Zieke. OíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond los gritosKreten
Roepen
Schreeuwen de los niñosJongens
Kinderen
hambrientosHongerig
Hongerige y, ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, suHaar
Hun
Uw
Zijn deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was mortificarBesterven (van wild) a Sonia, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank inducirlaInduceren... CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig. CuandoAls
Tijdens
Wanneer oyeHallo
Hé
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen a los niñosJongens
Kinderen, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
sea deBehoort u toe!
Behoort u tot!
Behoort u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Ik behoor
Ik behoor toe
Ik behoor tot
Ik kom uit
Komt u uit! hambreHonger, se irritaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsteekt in toorn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt geprikkeld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt ontstoken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt opgewekt y lesHen
Hun
U pegaBak aan!
Beuk!
Hecht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ranselt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tuigt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Houw!
Klap!
Klop!
Lijm!
Mep!
Naai vast!
Plak vast!
Plak!
Plaksel
Ransel af!
Sla!
Tuig af!
Zet aan!.
'EranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat las cinco5
Vijf cuandoAls
Tijdens
Wanneer, de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast, viIk bekeek
Ik keek
Ik zag que Sonetchka se levantabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker, se poníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd un pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek en la cabezaHoofd
Kop
Krop, cogíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
Ik bemachtigde
Ik ging halen
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik haalde
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik plukte
Ik plukte af
Ik raapte op
Ik tokkelde
Ik vatte
Ik vatte aan un chalBouffante
Das
Halsdoek
Sjaal y salíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
Ik ging buiten
Ik ging naar buiten
Ik ging op weg
Ik ging uit
Ik ging weg
Ik kwam er mee
weg
Ik kwam uit
Ik liep uit
Ik reed af
Ik reed uit
Ik reed weg
Ik stapte op
Ik stapte uit
Ik startte
Ik steeg uit
Ik toog
Ik trad uit
Ik verscheen
Ik vertrok
Ik voer uit
de la habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning. EranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de las ocho8
Acht cuandoAls
Tijdens
Wanneer regresóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom. EntróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in, se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse a CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna y, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te desplegarOntplooien
Ontwarren
Ontwikkelen los labiosLippen, depositóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deponeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf in bewaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde in
anteSuède
Ten overstaan van
Voor ellaHaar
Ze
Zij, en la mesaLa mesa, treinta30
Dertig rublosRoebels. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pronuncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte niEn niet
Evenmin
Noch una palabraBewoording
Woord, ¿sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! ustedGij
U?, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand; se limitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknotte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde beperkingen op
aan a cogerAangrijpen
Aanvatten
Afplukken
Beetnemen
Beetpakken
Bemachtigen
Gaan halen
Grijpen
Halen
Nemen
Oprapen
Pakken
Plukken
Tokkelen
Vastgrijpen
Vatten nuestroOns
Onze
Van ons granGroot
Grote chalBouffante
Das
Halsdoek
Sjaal de
pañoDoek
Laken
Stof
Theedoek
Weefsel verdeGroen
Groene (tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast un granGroot
Grote chalBouffante
Das
Halsdoek
Sjaal de pañoDoek
Laken
Stof
Theedoek
Weefsel verdeGroen
Groene que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats propiedadBezit
Bezitting
Boerderij
Eigendom
Eigendomsrecht
Goed
Landgoed comúnAlgemeen
Algemene
Bestekamer
Gemeen
Gemeenschappelijk
Gemeenschappelijke
Gemene
Gemene volk
Gewoon
Gezamenlijk
Gezamenlijke
Grote hoop), a cubrirseBedekken
Betrekken
Zich beschermen
Zich dekken con élDaarmee la cabezaHoofd
Kop
Krop y el rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet y a echarseAlles in de war
sturen
Beginnen
Broeds worden
Gaan liggen
Nemen
Springen
Wedden
Wedijveren
Zich door zijn toorn
laten meeslepen
Zich storten
Zich werpen
Zich wijden en la
camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, de caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle a la paredMuur
Wand. LevesJij/je rijst
Licht
Lichte estremecimientosHuiveringen recorríanZij/ze bereisden
Zij/ze gingen door
Zij/ze legden af
Zij/ze liepen af
Zij/ze reisden door
Zij/ze reisden rond
Zij/ze trokken door susHaar
Hun
Uw
Zijn frágilesBreekbaar
Breekbare
Broos
Broze
Fragiel
Fragiele
Zwak
Zwakke hombrosSchouders y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf... Y yoEgo
Ik seguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik bewandelde
Ik bleef aan
Ik ging door
Ik hield bij
Ik vloeide voort
Ik volgde
Ik volgde op
Ik zette voort acostadoIn bed gestopt
Naar bed gebracht
Naast elkaar
Naderbij gebracht
Neergelegd
Neergevlijd
Op bed gelegd, ebrioBeschonken
Dronken
Zat
Zatte
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch. De prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast, jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille, de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast viIk bekeek
Ik keek
Ik zag que CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen, se acercabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht a la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde de Sonetchka. LeHaar
Hem
Het
U besóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoende los
piesPoten
Voeten, los abrazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademde y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la nocheAvond
Nacht, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen levantarseGaan staan
Opstaan
Verrijzen
Wakker worden. Al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte se durmieronZij/ze gingen onder zeil
Zij/ze sliepen in
Zij/ze vielen in slaap, las dos2
Do's
Twee
Tweede, las dos2
Do's
Twee
Tweede se durmieronZij/ze gingen onder zeil
Zij/ze sliepen in
Zij/ze vielen in slaap juntasAaneengevoegd
Besturen
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je stelt samen
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Jij/je voegt bijeen
Jij/je voegt samen
Jij/je zet ineen
Junta's
Naden
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
Vergaderingen
Voegen
Zittingen, enlazadas...
AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U... Y yoEgo
Ik... yoEgo
Ik estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte.
Marmeladof se detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte como siAlsof se hubieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te vozInspraak
Stem
Stemgeluid. TrasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over una pausaPauze
Rust, llenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij el vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat súbitamentePlotseling, loDe
Hem
Het
U vacióHij ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde y continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort suHaar
Hun
Uw
Zijn relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal.
-DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit entoncesDan
Dus
Toen, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, a causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak del desgraciadoOngelukkig
Ongelukkige hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet que leHaar
Hem
Het
U acaboIk besluit
Ik beëindig
Ik eindig
Ik gebruik op
Ik maak af
Ik maak op
Ik maak uit
Ik sluit af
Ik teer op
Ik verbruik
Ik verdoe
Ik verklungel
Ik verkwist
Ik vermors
Ik verspil
Ik voleindig
Ik werk af
Ik werk uit de referirBerichten
Citeren
Melden
Noemen
Refereren
Verhalen
Verslaan
Verslag uitbrengen
Vertellen, y por efecto deDoor het effekt van una denunciaAanbrengen
Aangeven
Aangifte
Aanklacht
Aanklagen
Aanzeggen
Afkondigen
Beschuldig!
Beschuldigen
Beticht!
Betichten
Breng aan!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan de
kaak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaardigt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorspelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt aan
Klaag aan!
Klik!
Klikken
Kondig af!
Stel aan de kaak!
Uitvaardigen
Vaardig uit!
Verklik!
Verklikken
Voorspel!
Voorspellen
Zeg aan! procedente deAfkomstig uit personasMensen
Personages
Personen
malvadasPervers
Perverse
Verdorven (DaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlenen
Ik zou aangeven
Ik zou geven
Ik zou opbrengen
Ik zou toebrengen
Ik zou toekennen
Ik zou verlenen Frantzevna haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tomado parteDeelgenomen activaAccelereer!
Actief
Actieve
Afdoend
Afdoende
Arbeidzaam
Arbeidzame
Bedrijvend
Bedrijvende
Bedrijvig
Bedrijvige
Bespoedig!
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Ga vooruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wint veld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Ijverig
Ijverige
Nijver
Nijvere
Overgankelijk
Overgankelijke
Schiet op!
Transitief
Transitieve
Verhaast!
Verlevendig!
Versnel!
Vlijtig
Vlijtige
Vlot!
Vorder!
Vuur aan!
Werkdadig
Werkdadige
Werkend
Werkende
Werkzaam
Werkzame
Win veld!
Zet aan! en elloDat
Het, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt que la hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn engañadoBedot
Bedrogen
Beduveld
Beetgenomen
Gesmokkeld
Misleid
Om de tuin geleid
Verlakt), desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit entoncesDan
Dus
Toen, miMi
Mijn hijaDochter Sonia
Simonovna figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor! en el registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen de la policíaAgent
Politie
Politieagent
Smeris y se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta obligadaGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht a dejarnosAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van. La dueñaEigenares
Meesteres de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, AmaliaAmalia Feodorovna, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
toleradoAangezien
Geduld
Gepikt
Getolereerd
Geveeld
Toegelaten
Verdragen suHaar
Hun
Uw
Zijn presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl ayudabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
Ik baatte
Ik hielp
Ik stond bij
Ik stond ter zijde a DaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toebrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toekennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlenen
Ik zou aangeven
Ik zou geven
Ik zou opbrengen
Ik zou toebrengen
Ik zou toekennen
Ik zou verlenen Frantzevna en susHaar
Hun
Uw
Zijn manejosBedieningen. Y en lo queDat wat
Wat concierneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Lebeziatnikof..., puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende...
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend leHaar
Hem
Het
U diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen que suHaar
Hun
Uw
Zijn incidenteIncident conDoor
Met
Per
Samen met CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna se produjoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond (uit) a causa deDoor
Met
Om
Uit
Vanwege
Voor
Wegens Sonia. Al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cesabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Ik hield op
Ik liet af
Ik scheed uit
Ik scheidde uit
Ik stopte
Ik week de perseguirAchtervolgen
Najagen
Vervolgen a Sonetchka.
DespUésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, de repenteIneens
Opeens
Plotseling, salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit a relucirBlinken
Glimmen
Glinsteren
In het oog vallen
Schitteren suHaar
Hun
Uw
Zijn amorAffectie
Liefde
Min propioEigen heridoBezeerd
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Verwond. 'Un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de miMi
Mijn condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt vivirLeven
Wonen en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! que una
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon de esaDat
Die especieAangelegenheid
Soort.' CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit entoncesDan
Dus
Toen en defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren de Sonia, y la cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ustedGij
U sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans Sonia sueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegt
Pleegt
venirKomen
Meekomen a vernosBekijken
Kijken
Zien alNaar de
Naar het atardecerAvond worden
Avondschemering
Schemeren y traeBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Neem mee! algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander dineroGeld
Poen a CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna. Tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast alquiladaAfgehuurd
Gecharterd
Gehuurd
Verhuurd una habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning en casaIn huis
Thuis del sastreKleermaker
Snijder
Tailleur Kapernaumof.
EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats cojoHinkend
Hinkende
Ik bemachtig
Ik ga halen
Ik grijp
Ik grijp aan
Ik grijp vast
Ik haal
Ik neem
Ik neem beet
Ik pak
Ik pak beet
Ik pak ik neem
Ik pluk
Ik pluk af
Ik raap op
Ik tokkel
Ik vat
Ik vat aan
Kreupel
Kreupele
Mank
Manke y tartamudo, y todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn numerosaMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin tartamudeaHakkel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stottert
Stamel!
Stotter!... SuHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer tartamuda comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals élHem
Hij. TodaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
amontonadaOpgestapeld en una habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning, y la de Sonia estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! separadaAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald de éstaDeze
Dit por un tabiqueBeschot
Schot
Schut
Tussenschot
Wand... ¡GenteLieden
Lui
Mensen
Volk miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige y tartamuda...! Una mañanaMorgen
Ochtend meMe
Mij
levantoIk beur
Ik haal op
Ik hef
Ik hef op
Ik kook op
Ik richt op
Ik sla op
Ik til
Ik til op
Ik verhef
Ik vestig
Ik zet neer, me pongoIk doe aan
Ik doe op
Ik kleed me aan
Ik smeer
Ik smeer in
Ik stel me aan
Ik trek aan
Ik word misMi's
Mijn haraposFlarden
Lappen
Lompen
Lorren
Todden
Vodden
Vodjes, levantoIk beur
Ik haal op
Ik hef
Ik hef op
Ik kook op
Ik richt op
Ik sla op
Ik til
Ik til op
Ik verhef
Ik vestig
Ik zet neer los brazosArmen alNaar de
Naar het cieloHemel
Lucht y voy aIk ga naar visitarAfgaan
Bezoeken
Opzoeken a suHaar
Hun
Uw
Zijn excelenciaExcellentie IvánIvan Afanassievitch. ¿Conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet! ustedGij
U a suHaar
Hun
Uw
Zijn
excelenciaExcellentie IvánIvan Afanassievitch? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank? EntoncesDan
Dus
Toen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet! ustedGij
U alNaar de
Naar het santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un cirioWaskaars, un cirioWaskaars que se fundeMen smelt anteSuède
Ten overstaan van
Voor la imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling
del SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer... SusHaar
Hun
Uw
Zijn ojosKijkers
Ogen estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten llenosAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige de lágrimasTranen después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over escucharAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren miMi
Mijn relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el principioHet begin hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding.
'-Bien, Marmeladof -meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei-. HasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt defraudadoGefraudeerd
Geknoeid
Gezwendeld una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer las esperanzasHopen
Uitzichten
Verwachtingen que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had depositado enGestort op tiJe
Jou. Voy aIk ga naar tomarteAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware miMi
Mijn
protecciónBegunstiging
Behoeden
Beschermen
Bescherming
Beschutten
Beveiligen
Schild
Toeverlaat.
'ÉstasDeze fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren susHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden.
'-Procura noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank olvidarloAfleren
Vergeten
Verleren -añadió -Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe. PuedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt retirarteIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen.
'YoEgo
Ik beséIk kuste
Ik zoende el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof de susHaar
Hun
Uw
Zijn botasJij/je dompelt in
Jij/je doopt in
Jij/je smijt eruit
Jij/je sopt
Laarzen..., peroDoch
Echter
Maar sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend mentalmenteIn gedachten
Uit het hoofd, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende élHem
Hij, altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven funcionarioAmbtenaar
Beambte
Functionaris
Official y hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent imbuido de ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen modernasBijdetijds
Bijdetijdse
Modern
Moderne
Nieuwerwets
Nieuwerwetse y
esclarecidasDag geworden
Gedaagd
Verduidelijkt, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me habríaIk zou het met
iemand aan de stok krijgen
Ik zou me gedragen
Ik zou me met
iemand meten permitidoGedoogd
Geoorloofd
Geoorloofde
Gepermitteerd
Niet belet
Toegelaten
Toegestaan
Toegestane
Vergund
Veroorloofd que se las besaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoende
Ik kuste
Ik zoende de verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid. Volví aIk ging terug naar
Ik keerde terug naar
Ik kwam terug naar casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag describirleBeschrijven el efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking que produjoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp af miMi
Mijn noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de que iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken alNaar de
Naar het servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet activoActief
Actieve
Afdoend
Afdoende
Arbeidzaam
Arbeidzame
Bedrijvend
Bedrijvende
Bedrijvende vorm
Bedrijvig
Bedrijvige
Bezit
Doeltreffend
Doeltreffende
Effect
Effectief
Effectieve
Ijverig
Ijverige
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik ga vooruit
Ik schiet op
Ik verhaast
Ik verlevendig
Ik versnel
Ik vlot
Ik vorder
Ik vuur aan
Ik win veld
Ik zet aan
Nijver
Nijvere
Overgankelijk
Overgankelijke
Tegoed
Transitief
Transitieve
Vlijtig
Vlijtige
Werkdadig
Werkdadige
Werkend
Werkende
Werkzaam
Werkzame y a cobrarInnen
Ontvangen
Verdienen un sueldoIk las
Ik soldeer
Salaris
Soldij
Sou
Stuiver.
Marmeladof hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit una nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws pausaPauze
Rust, profundamenteDiepgaand
Grondig conmovidoAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde. En eseDat
Die momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip invadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukte binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel binnen la tabernaBar
Herberg
Kroeg
Tapperij
Uitspanning un grupoDrift
Groep
Groepering
Hoop
Kudde
Schare
School
Set
Stel
Troep
Vlucht
Zwerm de bebedoresDrinkers en los
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken. En la puertaDeur
Poort
Portier del establecimientoBepalen
Beschikken
Bevelen
Café
Etablissement
Inrichten
Instellen
Oprichten
Oprichting
Stichten
Vaststellen
Vaststelling
Vestigen
Vestiging
Winkel
Zaak resonaronZij/ze galmden
Zij/ze resoneerden
Zij/ze weergalmden
Zij/ze weerklonken las notasAantekeningen
Cijfers
Jij/je bemerkt
Jij/je merkt
Jij/je merkt op
Jij/je noteert
Jij/je schrijft op
Jij/je stelt te boek
Jij/je tekent aan
Muzieknoten
Nota's
Noten
Notities
Opmerkingen de un organilloOrgeltje, y una vozInspraak
Stem
Stemgeluid de niñoJongen
Kind, frágilBreekbaar
Breekbare
Broos
Broze
Fragiel
Fragiele
Kwetsbaar
Zwak
Zwakke y
trémula, entonóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief een lied
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette in la Petite Ferme. La salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! se llenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij de ruidosGeluiden
Kabalen
Levens
Rumoeren. El tabernero y los dosAlle twee de
Allebei
Beide muchachosJongens
Knapen
Knullen acudieronZij/ze gingen af op
Zij/ze gingen naar
Zij/ze kwamen af op
Zij/ze liepen toe
Zij/ze schoten toe
Zij/ze snelden toe presurososGehaast
Gehaaste a servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn a los
reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet llegadosAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven. Marmeladof continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort suHaar
Hun
Uw
Zijn relatoIk verhaal
Ik vertel
Relaas
Verhaal sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te prestarlesLenen
Uitlenen atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid. Parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer débilLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke, peroDoch
Echter
Maar, a medida queNaarmate crecía(Het) groeide
(Het) rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies aan
Ik gedijde
Ik groeide
Ik groeide aan
Ik nam toe
Ik wies
Ik wies aan suHaar
Hun
Uw
Zijn embriaguezBeschonkenheid
Dronkenschap
Duizeligheid
Roes
Zatheid, se
iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer mostrandoLatend zien
Tentoonspreidend
Tonend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus expansivo. El recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir de suHaar
Hun
Uw
Zijn últimoAchterste
Jongstleden
Laatste éxitoAfloop
Einde
Hit
Resultaat
Succes, el nuevoNieuw
Nieuwe empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven, leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had reanimadoBijgebracht y daba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op
Ik zag uit op suHaar
Hun
Uw
Zijn
semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht una especieAangelegenheid
Soort de resplandorFlonkering
Glans
Praal
Pracht
Schittering. Raskolnikof leHaar
Hem
Het
U escuchabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luisterde toe
Ik beluisterde
Ik hoorde aan
Ik hoorde toe
Ik luisterde
Ik luisterde toe atentamenteAandachtig
Hoogachtend.
-De estoDeze
Dit haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt cinco5
Vijf semanasWeken. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende síJa
Jawel
Wel
Zich, cuandoAls
Tijdens
Wanneer CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna y Sonetchka se enteraron deZij/ze informeerden zich over loDe
Hem
Het
U de miMi
Mijn empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring, me sentíIk voelde me comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
transportadoGetransponeerd
Getransporteerd
Gevoerd
Overgebracht
Vervoerd alNaar de
Naar het paraísoGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Paradijs
Trans. AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, cuandoAls
Tijdens
Wanneer tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven acostadoIn bed gestopt
Naar bed gebracht
Naast elkaar
Naderbij gebracht
Neergelegd
Neergevlijd
Op bed gelegd, se me mirabaIk bekeek me
Ik beschouwde me
Ik spiegelde me comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a una bestiaBeest
Dier y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank oíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik hoorde
Ik vernam
Ik verstond másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que injuriasAffronten
Beledigingen
Jij/je beschimpt
Jij/je schimpt
Krenkingen
Smaden;
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans andabanZij/ze gingen
Zij/ze gingen te voet
Zij/ze gingen voort
Zij/ze legden af
Zij/ze liepen
Zij/ze namen deel aan
Zij/ze wandelden (snel)
Zij/ze werkten de puntillasKanten y hacíanZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit callarVerzwijgen
Zwijgen a los niñosJongens
Kinderen. '¡SilencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen! SimónHuurrijtuig
Simon
Vigilante Zaharevitch haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is trabajadoBewerkt
Bewerkte
Gearbeid
Gewerkt muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere y estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld. Hay queMen moet
dejarloHen laten
Laten descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten.' MeMe
Mij dabanZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis antes deAlvorens te
Voor salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el despachoAfdoen
Afhandelen
Afwikkelen
Afzenden
Bureau
Depêche
Expediëren
Ik doe af
Ik doe toekomen
Ik expedieer
Ik handel af
Ik stuur
Ik stuur op
Ik stuur uit
Ik stuur weg
Ik verstuur
Ik verzend
Ik wikkel af
Ik zend
Ik zend af
Ik zend op
Ik zend weg
Kantoor
Opsturen
Opzenden
Sturen
Telegram
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Werkkamer
Zenden, eEn inclusoZelfs nataCrème
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Puikje
Room
Slagroom. ComprabanZij/ze deden boodschappen
Zij/ze kochten
Zij/ze kochten aan
Zij/ze kochten in
Zij/ze namen af
Zij/ze namen over
Zij/ze schaften aan nataCrème
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Puikje
Room
Slagroom de verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, ¿sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! ustedGij
U? lo queDat wat
Wat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
comprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit dóndeWaar
Waarheen pudieronZij/ze konden
Zij/ze mochten sacarAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken los once11
Elf rublosRoebels y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling que se gastaron enZij/ze besteedden aan aprovisionarProvianderen
Ravitailleren miMi
Mijn guardarropaGarderobe
Kleedkamer
Vestiaire. BotasJij/je dompelt in
Jij/je doopt in
Jij/je smijt eruit
Jij/je sopt
Laarzen, soberbiosBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
puñosKnuisten
Manchetten
Vuisten, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle un uniformeEenvormig
Tenue
Uniform en perfectoIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden, por once11
Elf rublosRoebels y cincuenta50
Vijftig kopeks. En miMi
Mijn primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke jornadaWerkdag de trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken, alNaar de
Naar het volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! alNaar de
Naar het
mediodíaMiddag
Noen
Twaalf uur 's middags, ¿quéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat vieron(Zij) zagen
U zag
Zij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen misMi's
Mijn ojosKijkers
Ogen? CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid dos2
Do's
Twee
Tweede platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen: sopaSoep y lechónBig
Speenvarken en salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop, manjarEtenswaar
Gerecht
Spijs del que niEn niet
Evenmin
Noch
siquieraAlthans teníamosWij hadden
Wij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!. VestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast, ni siquieraZelfs niet uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand compuestoBijeengevoegd
Composiet
Compost
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samenstelling comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven de visitaAfgaan
Bezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op!. AunKattenklauw
Nog
Zelfs noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teniendoBijhoudend
Erop nahoudend
Hebbend
Houdend
Vasthoudend
ropaKleding
Kleren, se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand arregladoAangericht
Gearrangeerd
Gemaakt
Geordend
Geregeld
Gerepareerd
Geruimd
Geschikt
Hersteld
In orde gemaakt
Ingericht
Opgeknapt
Opgeruimd
Terechtgebracht
Verholpen
Versteld. EllasHen
Ze
Zij saben(Zij) weten
Zij/ze kennen
Zij/ze smaken
Zij/ze weten arreglarseIn orde komen
Voor elkaar krijgen
Zich klaarmaken conDoor
Met
Per
Samen met nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!. Un peinadoAanrichten
Arrangeren
Gekamd
Herstellen
Inrichten
Kapsel
Maken
Opknappen
Opruimen
Ordenen
Regelen
Repareren
Ruimen
Schikken
Terechtbrengen
Uitgekamd
Verhelpen
Verstellen graciosoAardig
Aardige
Bevallig
Bevallige
Gracieus
Gracieuze
Grappig
Grappige
Lief
Lieve
Sierlijk
Sierlijke, un cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n puñosKnuisten
Manchetten
Vuisten, y parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één; estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus bonitaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi. Sonetchka, miMi
Mijn palomaDuif
Houtduif
Ringduif
Woudduif, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend pensaba enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na over
Ik dacht aan
Ik dacht na over ayudarnosBaten
Bijstaan
Helpen
Ter zijde staan conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn dineroGeld
Poen, peroDoch
Echter
Maar nos(Aan) ons
Ons dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei: 'MeMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! que
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank es convenienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt quéWat
Welke osJe
Jullie vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek! a verEens kijken
Even kijken con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds. VendréIk zal komen
Ik zal meekomen algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt de nocheAvond
Nacht, cuandoAls
Tijdens
Wanneer nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! vermeBekijken
Kijken
Zien.' ¿ComprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!,
comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta! ustedGij
U? Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten me fuiIk ging af
Ik ging weg
Ik vertrok
Ik verwijderde me a acostarIn bed stoppen
Naar bed brengen
Naderbij brengen
Neerleggen
Neervlijen
Op bed leggen, y entoncesDan
Dus
Toen CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht contenerseGevat worden
Tegengehouden worden
Vervat zijn
Zich bedwingen
Zich beheersen
Zich inhouden. HacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood una semanaWeek
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden una violentaAbnormaal
Abnormale
Doe geweld aan!
Driftig
Driftige
Forceer!
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Rand aan!
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
Verkracht! disputaBedil!
Bedillen
Disputeer!
Disputeren
Haarkloof!
Haarkloven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disputeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haarklooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krakeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt het lastig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muggenzift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redetwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vit
Kift!
Kiften
Kijf!
Kijven
Krakeel!
Krakelen
Maak het lastig!
Maak ruzie!
Muggenzift!
Muggenziften
Redetwist!
Redetwisten
Ruzie!
Ruziën
Strijd voor!
Strijd!
Strijden
Twist!
Twisten
Vit!
Vitten conDoor
Met
Per
Samen met AmaliaAmalia Ivanovna, la dueñaEigenares
Meesteres de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!; sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, la invitó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trakteerde op tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis. EstuvieronZij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten dos2
Do's
Twee
Tweede horasTijden
Uren
charlandoBabbelend
Keuvelend
Kletsend
Pratend en vozInspraak
Stem
Stemgeluid bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware.
'-Simón Zaharevitch -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna- tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans un empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring y recibeAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer! un sueldoIk las
Ik soldeer
Salaris
Soldij
Sou
Stuiver. Se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand presentado aVoorgesteld aan suHaar
Hun
Uw
Zijn excelenciaExcellentie, y suHaar
Hun
Uw
Zijn
excelenciaExcellentie haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden de suHaar
Hun
Uw
Zijn despachoAfdoen
Afhandelen
Afwikkelen
Afzenden
Bureau
Depêche
Expediëren
Ik doe af
Ik doe toekomen
Ik expedieer
Ik handel af
Ik stuur
Ik stuur op
Ik stuur uit
Ik stuur weg
Ik verstuur
Ik verzend
Ik wikkel af
Ik zend
Ik zend af
Ik zend op
Ik zend weg
Kantoor
Opsturen
Opzenden
Sturen
Telegram
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Werkkamer
Zenden, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken la manoDe hand a SimónHuurrijtuig
Simon
Vigilante Zaharevitch, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dicho aGezegd tegen todos losAlle demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder que esperasenZij/ze hoopten
Zij/ze stonden te wachten
Zij/ze verwachtten
Zij/ze voorzagen
Zij/ze wachtten
Zij/ze wachtten af
Zij/ze wachtten op
Zij/ze waren bedacht op
Zij/ze zagen vooruit y loDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan delante deVoor
Vóór todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. ¿ComprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!, comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta! ustedGij
U? "NaturalmenteNatuurlijk
Uiteraard
Van nature -leHaar
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk suHaar
Hun
Uw
Zijn excelenciaExcellentie-, me acuerdoIk denk terug
Ik herdenk
Ik herinner me de susHaar
Hun
Uw
Zijn serviciosBedieningen
Bedieningsgelden
Diensten
Dienstverleningen
Eetserviezen
Erediensten
Godsdienstoefeningen
Kerkdiensten
Services
Serviezen
Toiletten,
SimónHuurrijtuig
Simon
Vigilante Zaharevitch, y, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al ustedGij
U noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se portóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad behoorlijk op como es debidoBehoorlijk
Fatsoenlijk
Naar behoren
Netjes
Passend, suHaar
Hun
Uw
Zijn promesaBelofte
Toezegging
Uitloving de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank reincidir y, por otra parteAan de andere kant
Anderzijds
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest, el hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet de que aquíAlhier
Hier haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens suHaar
Hun
Uw
Zijn ausenciaAbsentie
Afwezigheid
Mangel
Uitstedigheid
Verstek
Verzuim (¿se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat ustedGij
U cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen de lo queDat wat
Wat estoDeze
Dit significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor!?), meMe
Mij induceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze induceert
Induceer! a creer enGeloven in suHaar
Hun
Uw
Zijn palabraBewoording
Woord."
'HuelgaDoe niets!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet niets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust
Rust!
Staking
Werkstaking decirOpgeven
Spreken
Zeggen -continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort Marmeladof- que todo estoDit alles loDe
Hem
Het
U inventóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekokstoofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit miMi
Mijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank por ligerezaLichtzinnigheid, niEn niet
Evenmin
Noch paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darseGebeuren
Geven
Groeien
Ontstaan
Voorkomen
Zich gewonnen geven
Zich overgeven
Zich voordoen importanciaBelang
Belangrijkheid
Betekenis
Gewicht
Zwaarwichtigheid. Es queDat komt omdat
Want
ella mismaHaarzelf loDe
Hem
Het
U creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende y se consolabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze troostte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertroostte
Ik troostte
Ik vertroostte conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn propiasEigen invencionesInventies
Uitvindingen, palabra de honorErewoord. YoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U reprochoIk beknor
Ik berisp
Ik verwijt
Ik wijs terecht, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se loDe
Hem
Het
U puedoIk kan
Ik mag reprocharBeknorren
Berispen
Terechtwijzen
Verwijten. Y
cuandoAls
Tijdens
Wanneer, haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt seis6
Zes díasDagen
Etmalen, leHaar
Hem
Het
U entreguéIk bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe íntegroEerlijk
Eerlijke
Integraal
Integrale
Onaangetast
Onaangetaste
Ongeschonden miMi
Mijn primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke sue ldo, veintitrés23
Drieëntwintig rublosRoebels y cuarenta40
Veertig kopeks, meMe
Mij llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde cariñito. "¡Cariñito míoMijne
Van mij!",
meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei, y tuvimosWij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast un íntimoGezellig
Gezellige
Innig
Innige
Intiem
Intieme
Knus
Knusse
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke coloquioColloquium, ¿comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!? Y dígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar, se loDe
Hem
Het
U ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede: ¿quéWat
Welke encantoBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Gratie
Ik bekoor
Ik ben dol op
Ik charmeer
Ik vind geweldig
Ik vind prachtig puedoIk kan
Ik mag tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden yoEgo
Ik y quéWat
Welke papelPapier
Rol puedoIk kan
Ik mag hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals esposoEchtgenoot
Gemaal
Man? Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, ellaHaar
Ze
Zij meMe
Mij pellizcóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde la caraDe kant
De zijde y meMe
Mij llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde cariñito.
Marmeladof se detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte. IntentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens sonreírGlimlachen, peroDoch
Echter
Maar suHaar
Hun
Uw
Zijn barbillaKin empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a temblarBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Trillen. Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, logróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde klaar contenerseGevat worden
Tegengehouden worden
Vervat zijn
Zich bedwingen
Zich beheersen
Zich inhouden. AquellaDat
Die
Diegene tabernaBar
Herberg
Kroeg
Tapperij
Uitspanning, aquelDat
Die
rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet de hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent acabadoAfgemaakt
Afgesloten
Afgewerkt
Afwerking
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Opgebruikt
Opgemaakt
Opgeteerd
Uitgemaakt
Uitgewerkt
Verbruikt
Verdaan
Verklungeld
Verkwist
Vermorst
Verspild
Voleindigd, las cinco5
Vijf nochesAvonden
Nachten pasadasAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere en las barcasBarken
Hulken
Pinken
Schuiten de henoHooi, aquellaDat
Die
Diegene botellaFles y, unidoAaneengevoegd
Bijeengebracht
Samengebracht
Verbonden
Verenigd a estoDeze
Dit, la ternuraGevoeligheid
Malsheid
Murwheid
Tederheid
Weekheid
Zachtheid enfermizaZiekelijk
Ziekelijke de
aquelDat
Die hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent por suHaar
Hun
Uw
Zijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw y suHaar
Hun
Uw
Zijn familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin, tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast perplejoBenard
Benarde
In verlegenheid
Ontdaan
Ontdane
Onthutst
Onthutste
Perplex
Perplexe
Verbluft
Verblufte
Verslagen
Verstomd
Verstomde a suHaar
Hun
Uw
Zijn interlocutorGesprekspartner. Raskolnikof estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat pendienteAanhangig
Aanhangige
Hanger
Helling
Oorbel
Oorhanger
Oorring de susHaar
Hun
Uw
Zijn labiosLippen, peroDoch
Echter
Maar
experimentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ervoer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze experimenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervond
Ik beleefde
Ik ervoer
Ik experimenteerde
Ik maakte door
Ik ondervond una sensaciónGevoel
Gewaarwording
Indruk
Sensatie
Zintuiglijke waarneming penosaSmartelijk
Smartelijke y se arrepentía deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had berouw van haberBezitting
Hebben
Zijn entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan en aquelDat
Die lugar.
-Aanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer! -exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet Marmeladof, algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat repuestoGeantwoord
Hernomen
Hersteld
Tegengesproken
Vervangen
Vervangingsonderdeel
Weder opgevoerd
Weer op zijn plaats
gezet-. Tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht a ustedGij
U le parezcaHet u dunkt todo estoDit alles tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer cómicoAardig
Aardige
Amusant
Amusante
Grappig
Grappige
Koddig
Koddige
Komiek
Komisch
Komische
Leuk
Leuke
Moppig
Moppige
Vermakelijk
Vermakelijke comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
los demásDe anderen; tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht leHaar
Hem
Het
U esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! fastidiandoErgerend
Hinderend
Tegenstaand
Vermoeiend
Vervelend conDoor
Met
Per
Samen met todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle estosDeze
Dezen pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein, miserablesBeroerd
Beroerde
Ellendelingen
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige y estúpidosDom
Domme
Stompzinnig
Stompzinnige, de miMi
Mijn vidaHachje
Leven domésticaHuis-
Huiselijk
Huiselijke
Huishoudelijk
Huishoudelijke. PeroDoch
Echter
Maar leHaar
Hem
Het
U aseguroIk assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast
que yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast ganasJij/je behaalt
Jij/je verdient
Jij/je wint de reírLachen, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer todo estoDit alles. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aquelDat
Die díaDag
Etmaal inolvidableOnvergetelijk
Onvergetelijke y todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aquellaDat
Die
Diegene nocheAvond
Nacht estuveIk bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat urdiendoBeramend
De schering makend van
Ontwerpend
Scherend en miMi
Mijn menteGeest
Verstand los
sueñosDromen
Slapen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fantásticosFantastisch
Fantastische: soñabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mijmerde
Ik droomde
Ik mijmerde en cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je reorganizaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou reorganiseren
Ik zou reorganiseren nuestraOns
Onze
Van ons vidaHachje
Leven, en los vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed que pondríanZij/ze zouden aan de
praat krijgen
Zij/ze zouden aandoen
Zij/ze zouden aantrekken
Zij/ze zouden aanzetten
Zij/ze zouden doen
Zij/ze zouden inschakelen
Zij/ze zouden leggen
Zij/ze zouden neerleggen
Zij/ze zouden neerzetten
Zij/ze zouden op gang
brengen
Zij/ze zouden opbrengen
Zij/ze zouden opleggen
Zij/ze zouden plaatsen
Zij/ze zouden steken
Zij/ze zouden stellen
Zij/ze zouden stoppen
Zij/ze zouden vlijen
Zij/ze zouden zetten a los niñosJongens
Kinderen, en la tranquilidadBedaardheid
Gerustheid
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilheid que iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
a tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden miMi
Mijn esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw, en queWaarin arrancaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aan de
praat krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afbreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afplukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afrukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontlokken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op gang
brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou op weg
gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou scheuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou starten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te voorschijn
trekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou tijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou trekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uithalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitrukken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uittrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vertrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou weggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wegscheuren
Ik zou aan de
praat krijgen
Ik zou aanzetten
Ik zou afbreken
Ik zou afplukken
Ik zou afrukken
Ik zou ontlokken
Ik zou op gang
brengen
Ik zou op weg
gaan
Ik zou opstappen
Ik zou plukken
Ik zou rijten
Ik zou scheuren
Ik zou starten
Ik zou tappen
Ik zou te voorschijn
trekken
Ik zou tijgen
Ik zou trekken
Ik zou uithalen
Ik zou uitrukken
Ik zou uittrekken
Ik zou vertrekken
Ik zou weggaan
Ik zou wegscheuren a miMi
Mijn hijaDochter de la vidaHachje
Leven de oprobio que llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde y la restituiríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou reconstrueren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou restitueren
Ik zou reconstrueren
Ik zou restitueren alNaar de
Naar het senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus de la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin... Y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch soñéIk droomde
Ik mijmerde
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus... PeroDoch
Echter
Maar he aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter -y Marmeladof se estremecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huiverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg plotseling een
schok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rilde de súbitoPlotseling
Plotselinge, levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer la cabezaHoofd
Kop
Krop y miró fijamente aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staarde naar suHaar
Hun
Uw
Zijn
interlocutorGesprekspartner-, he aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier que alNaar de
Naar het mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve díaDag
Etmaal siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende a aquelDat
Die en queWaarin acariciéIk aaide
Ik liefkoosde
Ik streelde todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle estosDeze
Dezen sueñosDromen
Slapen (de estoDeze
Dit haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt exactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe cinco5
Vijf díasDagen
Etmalen), por
la nocheAvond
Nacht, inventéIk bedacht
Ik bekokstoofde
Ik dacht uit
Ik kiende uit
Ik verzon
Ik vond uit una mentiraLeugen
Onwaarheid y, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un ladrónDief
Steler nocturnoNacht-
Nachtactief
Nachtactieve
Nachtelijk
Nachtelijke
Nocturne, robéIk beroofde
Ik bestal
Ik maakte buit
Ik plunderde
Ik roofde
Ik stal
Ik stroopte
Ik vergreep me aan la llaveDe sleutel del baúlHutkoffer
Koffer
Kofferbak de CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna y me apoderéIk maakte me meester del restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk del
dineroGeld
Poen que leHaar
Hem
Het
U habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven. ¿CuántoHoelang
Hoeveel habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir. PeroDoch
Echter
Maar... ¡miradmeBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle! HaceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt cinco5
Vijf díasDagen
Etmalen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring los piesPoten
Voeten en
miMi
Mijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, y los míosVan mij meMe
Mij buscanZij/ze gaan halen
Zij/ze halen
Zij/ze halen af
Zij/ze halen op
Zij/ze kijken uit
Zij/ze snorren
Zij/ze zien uit
Zij/ze zoeken
Zij/ze zoeken op, y heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen miMi
Mijn empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring. El uniformeEenvormig
Tenue
Uniform loDe
Hem
Het
U cambiéIk denatureerde
Ik kenterde
Ik ruilde
Ik varieerde
Ik veranderde
Ik verkeerde
Ik vermaakte
Ik werkte
Ik wisselde
Ik wisselde af por esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind trajeDracht
Gewaad
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee
Kostuum
Pak en una tabernaBar
Herberg
Kroeg
Tapperij
Uitspanning del puenteBrug
Dek
Dwarsbalk (van een boerenwagen)
Kam (van een viool)
Scheepsbrug
Scheepsdek
Verdek de EgiptoAigyptos
Egypte.
TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is terminadoAfgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd.
Se dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstond un puñetazoVuistslag en la cabezaHoofd
Kop
Krop, apretóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze preste los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes, cerróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af los ojosKijkers
Ogen y se acodó en la mesaLa mesa pesadamenteMoeizaam. PocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, suHaar
Hun
Uw
Zijn semblanteAangezicht
Air
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Uiterlijk
Uitzicht
se transformóHet veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herschiep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde van gedrag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervormde y, mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend a Raskolnikof conDoor
Met
Per
Samen met una especieAangelegenheid
Soort de maliciaBoosaardigheid
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Kwaadaardigheid
Snoodheid
Valsheid
Vermoed!
Virulentie intencionadaBedoeld
Bedoelde
Overwogen, de cinism o fingidoGedaan alsof
Gefingeerd
Gesimuleerd
Geveinsd
Voorgegeven
Voorgewend, se echó a reírHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon te lachen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot in de
lach y exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet:
-HoyHeden
Vandaag heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden en casa deAan
Bij
Ten huize van Sonia. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb ido aGegaan naar pedirleBestellen
Vragen dineroGeld
Poen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! beberDrinken
Gebruiken.¡Ja, ja, ja!
-¿Y ellaHaar
Ze
Zij teJe
Jou loDe
Hem
Het
U haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend? -preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los queWie
Zij die habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan últimamenteDe laatste tijd
Onlangs, echándoseAlles in de war
sturend
Beginnend
Broeds wordend
Gaand liggen
Nemend
Springend
Weddend
Wedijverend
Zich door zijn toorn
latend meeslepen
Zich stortend
Zich werpend
Zich wijdend tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook a reírLachen.
-EstaDeze
Dit mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! botellaFles que veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!
Vé
Verloop!
Zie! ustedGij
U aquíAlhier
Hier estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! pagadaBetaald
Gedokt
Gestort
Uitbetaald
Uitgekeerd
Voldaan conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn dineroGeld
Poen -continuóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort Marmeladof, dirigiéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend
Zich richtend tot exclusivamenteAlleen
Enkel en alleen
Uitsluitend a
Raskolnikof -. MeMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend treinta30
Dertig kopeks, los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste, todo lo queHoeveel ook teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast: loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta conDoor
Met
Per
Samen met misMi's
Mijn propiosEigen ojosKijkers
Ogen. EllaHaar
Ze
Zij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!; se
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is limitadoBegrensd
Begrensde
Beknot
Beperkingen opgelegd aan
Beperkt
Beperkte
Eindig
Eindige
Weinig
Weinige a mirarmeAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien en silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen... HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pertenecía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land, sinoDoch
Echter
Maar alNaar de
Naar het cieloHemel
Lucht. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend alláDaar arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog se puedeMen kan sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
por los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten y llorar porHuilen om ellosHen
Ze
Zij sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te condenarlosVeroordelen. SíJa
Jawel
Wel
Zich, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te condenarlosVeroordelen... PeroDoch
Echter
Maar esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus amargoBitter
Bittere
Bitterheid que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se nos(Aan) ons
Ons condeneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroordeelt
Ik veroordeel
Veroordeelt u!. Treinta30
Dertig
kopeks... ¿AcasoToeval
Toevalligheid ellaHaar
Ze
Zij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank los necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef!? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! a ustedGij
U, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, que ellaHaar
Ze
Zij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de conservarBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden una limpiezaHelderheid
Kuisheid
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Reiniging
Schoonmaak
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijkheid
Zuiveren
Zuiverheid atrayenteAanlokkelijk
Aanlokkelijke
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke? EstaDeze
Dit
limpiezaHelderheid
Kuisheid
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Reiniging
Schoonmaak
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijkheid
Zuiveren
Zuiverheid cuesta(Het) kost
Glooiing
Helling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt iets moeilijk
Kost!
Vind iets moeilijk! dineroGeld
Poen; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una limpiezaHelderheid
Kuisheid
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Reiniging
Schoonmaak
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijkheid
Zuiveren
Zuiverheid especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!? Hacen faltaZij/ze zijn nodig cremasCrèmes
Custards
Puikjes
Vla's, enaguas almidonadasGesteven, elegantesBevallig
Bevallige
Chic
Chique
Elegant
Elegante
Esthetisch
Esthetische
Geraffineerd
Geraffineerde
Gracieus
Gracieuze
Modieus
Modieuze
Net
Nette
Piekfijn
Piekfijne
Sierlijk
Sierlijke
Sjiek
Sjieke
Smaakvol
Smaakvolle
Stijlvol
Stijlvolle
Verfijnd
Verfijnde
Zwierig
Zwierige zapatosSchoenen que
embellezcanVerfraait u!
Zij/ze verfraaien el pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet en el momentoHet ogenblik de saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen sobre unBovenop een
Op een charcoPlas
Poel
Regenplas. ¿ComprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!, comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta! ustedGij
U la importanciaBelang
Belangrijkheid
Betekenis
Gewicht
Zwaarwichtigheid de estaDeze
Dit limpiezaHelderheid
Kuisheid
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Reiniging
Schoonmaak
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijkheid
Zuiveren
Zuiverheid? PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart; he aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier que yoEgo
Ik, suHaar
Hun
Uw
Zijn propioEigen padrePater
Vader, leHaar
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb arrancadoAan de praat gekregen
Aangezet
Afgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Geplukt
Gereten
Gescheurd
Gestart
Getapt
Getogen
Getrokken
Ontlokt
Op gang gebracht
Op weg gegaan
Opgestapt
Te voorschijn getrokken
Uitgehaald
Uitgerukt
Uitgetrokken
Vertrokken
Weggegaan
Weggescheurd los treinta30
Dertig kopeks que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast. Y meMe
Mij los beboIk drink
Ik gebruik, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds meMe
Mij los heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb bebidoGebruikt
Gedronken. DígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar ustedGij
U:
¿quiénWie puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt apiadarseMedelijden hebben de un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik? DígameHallo
Hallo, zeg het maar
Zeg het maar
Zegt u het maar, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer: ¿tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ustedGij
U piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid de míMe
Mij o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast? ConDoor
Met
Per
Samen met franquezaOpenhartigheid, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer: ¿meMe
Mij
compadeceBeklaag!
Heb medelijden met!
Heb medelijden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden met o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij compadeceBeklaag!
Heb medelijden met!
Heb medelijden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden met? ¡Ja, ja, ja!
IntentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens llenarseAanvullen
Bijwerken
Completeren
Dempen
Invullen
Spekken
Stoppen
Vol maken
Voleinden
Volmaken
Volschenken
Vullen el vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat, peroDoch
Echter
Maar la botellaFles estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat vacíaAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Giet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze.
-PeroDoch
Echter
Maar ¿por quéWaarom teJe
Jou hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn de compadecerBeklagen
Medelijden hebben
Medelijden hebben met? -pregu ntó el tabernero, acercándoseDichterbij komend
In aantocht zijnd
Naderend a Marmeladof.
La salaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Leg in het zout!
Leg in!
Lounge
Maak in!
Pekel!
Salon
Zaal
Zout! se llenóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte bij de risasGelachen mezcladasDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward conDoor
Met
Per
Samen met insultosAffronten
Beledigingen
Smaden. Los primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke en reírLachen eEn insultarAffronteren
Beledigen
Beschimpen
Krenken
Schimpen fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren los queWie
Zij die escuchabanZij/ze beluisterden
Zij/ze hoorden aan
Zij/ze hoorden toe
Zij/ze luisterden
Zij/ze luisterden toe alNaar de
Naar het funcionarioAmbtenaar
Beambte
Functionaris
Official. Los otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één,
los queWie
Zij die noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren prestadoGeleend
Uitgeleend atenciónAandacht
Acht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid, lesHen
Hun
U hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit coroCoro
Koor
Rei
Zangkoor, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende lesHen
Hun
U bastabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voldoende
Ik reikte toe
Ik voldeed
Ik volstond
Ik was genoeg
Ik was toereikend
Ik was voldoende verBekijken
Kijken
Zien la caraDe kant
De zijde del charlatán.
-Bedrieger
Charlatan
Kwakzalver
Praatjesmaker¿CompadecermeBeklagen
Medelijden hebben
Medelijden hebben met? ¿Por quéWaarom meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn de compadecerBeklagen
Medelijden hebben
Medelijden hebben met? -bramóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bulderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde van woede de prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast Marmeladof, levantándoseGaand staan
Opstaand
Verrijzend
Wakker wordend, abriendoBeginnend
Graverend
Open makend
Opendoend
Openend
Openmakend los brazosArmen conDoor
Met
Per
Samen met un gestoGebaar
Geste
Ik ben zwanger van
Ik draag
Ik koester
de exaltaciónVerheerlijken, como siAlsof sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend esperaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip-. ¿Por quéWaarom meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn de compadecerBeklagen
Medelijden hebben
Medelijden hebben met?, meMe
Mij preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen. Tienes razónJij/je hebt gelijk: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank merezcoIk ben waard
Ik ben waardig
Ik kom toe
Ik verdien que
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand meMe
Mij compadezcaBeklaagt u!
Heeft u medelijden met!
Heeft u medelijden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden met
Ik beklaag
Ik heb medelijden
Ik heb medelijden met; lo queDat wat
Wat merezcoIk ben waard
Ik ben waardig
Ik kom toe
Ik verdien es queDat komt omdat
Want meMe
Mij crucifiquenKruisigt u!
Kruist u!
Zij/ze kruisen
Zij/ze kruisigen. ¡SíJa
Jawel
Wel
Zich, la cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la compasiónMededogen
Medelijden...! ¡CrucifícameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruisigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruist
Kruis!
Kruisig!, juezRechter
Richter! ¡HazloMaak erin y, alNaar de
Naar het
crucificarmeKruisen
Kruisigen, tenHeb
Heb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd! piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid del crucificadoGekruisigd
Gekruist! Yo mismoIkzelf me encaminaréIk zal gericht zijn
Ik zal me begeven
Ik zal me instellen
Ik zal me op
weg begeven alNaar de
Naar het suplicioBezoeking
Kwelling, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende tengo sedIk dorst naar
Ik heb dorst de dolorPijn
Smart
Wee
Zeer y de lágrimasTranen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank de alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde.
¿CreesJij/je creëert
Jij/je denkt
Jij/je gelooft
Jij/je houdt voor
Jij/je maakt
Jij/je meent
Jij/je richt op
Jij/je schept acasoToeval
Toevalligheid, comercianteHandelaar
Koopman
Winkelier
Zakenman, que la mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! botellaFles meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is proporcionadoAfgemeten
Afgewogen
Bezorgd
Evenredig gemaakt
Gefourneerd
In orde gebracht
Verschaft algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin? SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend dolorPijn
Smart
Wee
Zeer, dolorPijn
Smart
Wee
Zeer y lágrimasTranen heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb buscadoAfgehaald
Gegaan halen
Gehaald
Gesnord
Gezocht
Opgehaald
Opgezocht
Uitgekeken
Uitgezien en el
fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind frascoFlacon
Fles
Flesje... SíJa
Jawel
Wel
Zich, dolorPijn
Smart
Wee
Zeer y lágrimasTranen... Y los heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen, y los heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb saboreadoGenoten van
Geproefd
Gesavoureerd
Gesmaakt. PeroDoch
Echter
Maar nosotrosOns
We
Wij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren la piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid sinoDoch
Echter
Maar
de AquelDat
Die que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden piadosoDevoot
Devote
Godsdienstig
Godsdienstige
Godvrezend
Godvrezende
Vrome
Vroom conDoor
Met
Per
Samen met todos losAlle hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten; de AquelDat
Die que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle loDe
Hem
Het
U comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!, del únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke, de nuestroOns
Onze
Van ons únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke JuezRechter
Richter. ÉlHem
Hij vendráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meekomen el
día del JuicioDag des oordeels y preguntaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vragen: '¿DóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! esaDat
Die jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille que se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand sacrificadoGeofferd
Opgeofferd por una madrastraStiefouder tísica y cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige y por unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n niñosJongens
Kinderen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
susHaar
Hun
Uw
Zijn hermanosBroederen
Broeders
Broers
Broers en zussen
Fraters
Zussen? ¿DóndeWaar
Waarheen estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! esaDat
Die jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid de suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen la caraDe kant
De zijde conDoor
Met
Per
Samen met horrorAfgrijzen
Afschrik
Afschuw
Verschrikking
Weerzin
Zielsangst anteSuède
Ten overstaan van
Voor eseDat
Die bebedorDrinker
despreciable?' Y dirá aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zeggen tegen Sonia: 'VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien. YoEgo
Ik teJe
Jou perdonéIk begenadigde
Ik vergaf..., teJe
Jou perdonéIk begenadigde
Ik vergaf..., y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans teJe
Jou redimoIk koop af
Ik koop los
Ik koop vrij de todosAller-
Ieders tusJe
Jouw pecadosGezondigd
Zonde gedaan, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl túGe
Gij
Je
Jij hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt amadoBemind
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Lief
Liefgehad
Lieve
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere.' SíJa
Jawel
Wel
Zich, ÉlHem
Hij perdonaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begenadigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergeven a miMi
Mijn Sonia, El la perdonaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begenadigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergeven, yoEgo
Ik séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! que ÉlHem
Hij la perdonaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begenadigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergeven. LoDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig en miMi
Mijn corazónHart
Klokhuis haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n horasTijden
Uren, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat en suHaar
Hun
Uw
Zijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!... TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle seremosWij/we zullen gebeuren
Wij/we zullen plaatshebben
Wij/we zullen plaatsvinden
Wij/we zullen zijn juzgadosBalies
Beoordeeld
Berecht
Geoordeeld
Gerechten
Gerechtsgebouwen
Gevonnist
Rechtbanken
Rechtgesproken
Tribunalen
Veroordeeld
Vierscharen por ÉlHem
Hij, los buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende y los malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten. Y nosotrosOns
We
Wij oiremosWij zullen horen
Wij/we zullen horen
Wij/we zullen vernemen
Wij/we zullen verstaan tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook suHaar
Hun
Uw
Zijn verboWerkwoord. ÉlHem
Hij nos(Aan) ons
Ons diráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zeggen:
'AcercaosBen in aantocht!
Kom dichterbij!
Nader!, acercaosBen in aantocht!
Kom dichterbij!
Nader! tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook vosotrosGijlieden
Je
Jullie, los bebedoresDrinkers; acercaosBen in aantocht!
Kom dichterbij!
Nader!, débilesLicht
Lichte
Slap
Slappe
Zwak
Zwakke y desvergonzadasBrutaal
Brutale
Driest
Drieste
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Schaamteloos
Schaamteloze criaturasCreaturen
Schepselen
Schepsels.' Y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle avanzaremosWij/we zullen anticiperen
Wij/we zullen voortbewegen
Wij/we zullen vooruitgaan
Wij/we zullen vooruitkomen
Wij/we zullen vorderen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te temorAngst
Beduchtheid
Vrees ynosEn detendremosWij/we zullen aanhouden
Wij/we zullen afhouden
Wij/we zullen arresteren
Wij/we zullen in verzekerde
bewaring nemen
Wij/we zullen inrekenen
Wij/we zullen onthouden
Wij/we zullen onttrekken
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen weghouden anteSuède
Ten overstaan van
Voor ÉlHem
Hij. Y ÉlHem
Hij diráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zeggen: '¡SoisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n cerdosBeren
Mannetjesvarkens
Varkens
Varkensvlezen
Zwijnen, lleváisJullie berekenen
Jullie brengen
Jullie brengen bijeen
Jullie brengen in rekening
Jullie brengen mede
Jullie brengen mee
Jullie brengen weg
Jullie dragen
Jullie hebben aan
Jullie hebben op
Jullie hebben voor
Jullie nemen mee
Jullie vervoeren el selloAfdruk
Cachet
Frankeerzegel
Ik bezegel
Ik druk af
Ik druk mijn stempel
op
Ik munt aan
Ik schroei dicht
Ik sla
Ik stempel
Ik verzegel
Ik zegel
Lakzegel
Merk
Muntstempel
Postzegel
Stempel de la bestiaBeest
Dier y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals bestiasBeesten
Dieren soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn, peroDoch
Echter
Maar venidKom mee!
Kom! conmigoMet mij
Met mij mee tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook!'
EntoncesDan
Dus
Toen, los inteligentesBevattelijk
Bevattelijke
Intelligent
Intelligente
Knap
Knappe
Snugger
Snuggere
Verstandig
Verstandige y los austerosStreng
Strenge se volveránZij/ze zullen omdraaien
Zij/ze zullen omkeren
Zij/ze zullen ronddraaien
Zij/ze zullen zich omkeren haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor ÉlHem
Hij y exclamaránZij/ze zullen een kreet
slaken
Zij/ze zullen uitkermen
Zij/ze zullen uitkraaien
Zij/ze zullen uitroepen: 'SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, ¿por quéWaarom recibesJij/je accepteert
Jij/je begroet
Jij/je geniet
Jij/je krijgt
Jij/je neemt aan
Jij/je ontvangt
Jij/je toucheert a éstosDeze?' Y ÉlHem
Hij responderáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aansprakelijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal antwoorden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal antwoorden op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beantwoorden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal reageren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verantwoordelijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verantwoorden: 'Losrecibo, ¡ohAllemachtig
O
Och
Tjonge sabiosLeerzaam
Leerzame!, los reciboAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Ik accepteer
Ik begroet
Ik geniet
Ik krijg
Ik neem aan
Ik ontvang
Ik toucheer
Krijgen
Kwitantie
Ontvangbewijs
Ontvangen
Ontvangstbewijs
Reçu
Toucheren, ¡ohAllemachtig
O
Och
Tjonge personasMensen
Personages
Personen sensatasVerstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze!, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand de ellosHen
Ze
Zij se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand consideradoBeschouwd
Beschouwd als
Nagegaan
Overwogen
Rekening gehouden met jamásNimmer
Nooit dignoWaardig
Waardige de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst.' Y ÉlHem
Hij nos(Aan) ons
Ons
tenderáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontvouwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spreiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal strekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbreiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitspreiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitsteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstrekken susHaar
Hun
Uw
Zijn divinosGoddelijk
Goddelijke brazosArmen y nosotrosOns
We
Wij nos(Aan) ons
Ons arrojaremosWij/we zullen gooien
Wij/we zullen smijten
Wij/we zullen uitgooien
Wij/we zullen uitsmijten
Wij/we zullen uitwerpen en ellosHen
Ze
Zij, deshechosGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen en lágrimasTranen..., y loDe
Hem
Het
U comprenderemosWij/we zullen begrijpen
Wij/we zullen beseffen
Wij/we zullen bevatten
Wij/we zullen omvatten
Wij/we zullen snappen
Wij/we zullen vatten
Wij/we zullen verstaan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, entoncesDan
Dus
Toen loDe
Hem
Het
U
comprenderemosWij/we zullen begrijpen
Wij/we zullen beseffen
Wij/we zullen bevatten
Wij/we zullen omvatten
Wij/we zullen snappen
Wij/we zullen vatten
Wij/we zullen verstaan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle..., y entoncesDan
Dus
Toen todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle comprenderán(U) zult begrijpen
Zij/ze zullen begrijpen
Zij/ze zullen beseffen
Zij/ze zullen bevatten
Zij/ze zullen omvatten
Zij/ze zullen snappen
Zij/ze zullen vatten
Zij/ze zullen verstaan... TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook comprenderáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begrijpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beseffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal omvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal snappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verstaan CatalinaCatalina
Katrijn Ivanovna... ¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek! a nos(Aan) ons
Ons el reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
uit
Koninkrijk
Rijk
Staat!
Se dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd terneergeslagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan
iets caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen en un asientoEen zitting, agotadoAfgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geput uit
Opgebruikt
Uitgeput, sin mirarZonder te kijken a nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand, como siAlsof, en la profundidadDiepte de suHaar
Hun
Uw
Zijn delirioDelirium
Ijlen
Waan, se hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd de todo lo queHoeveel ook
leHaar
Hem
Het
U rodeabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde
Ik begreep
Ik ging om
Ik ging rond
Ik omgaf
Ik omgaf met
Ik omringde.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |