Alejandro Dumas -Alexandre dumas EL HOMBREGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent DE LA MASCARAHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kauwde
Ik kauwde DE HIERROIjzeren
INDICE
Tres3
Drie comensalesTafelgenoten admiradosBevreemd
Bewonderd
Verbaasd
Verwonderd de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
¡A palacioPaleis y a escape(Het) ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ik ontga
Ik ontkom
Ik ontsnap
Lekken
Ontgaan
Ontgaat u!
Ontkomen
Ontkomt u!
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontsnapt u!
Ontvluchten
Uitlaat
Uitlaatpijp!
Un negocioAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak arregladoAangericht
Gearrangeerd
Gemaakt
Geordend
Geregeld
Gerepareerd
Geruimd
Geschikt
Hersteld
In orde gemaakt
Ingericht
Opgeknapt
Opgeruimd
Terechtgebracht
Verholpen
Versteld por M. de D'Artagnan
En dondeWaarin Porthos se convenceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtuigt zich sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te haberBezitting
Hebben
Zijn comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan
La sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging de Baisemeaux
El presoGevangene
La colmenaBijenkorf, las abejasBijen
Honingbijen y la mielHonig
Honing
OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen en la Bastilla
El generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale de la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
El tentadorVerleidelijk
Verleidelijke
CoronaBekroon!
Corona
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Koningskroon
Krans
Kroon
Kroon!
Kroonwiel y tiaraTiara
El castilloBurcht
Kasteel
Slot de Vaux
El vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de Melún
NéctarNectar y ambrosíaAmbrosia
Ambrozijn
Amerikaans wormzaad
Godenspijs
Welriekende ganzenvoet
Wormkruid
Wormzaad
La habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning de Morfeo
Colbert
CelosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
Lesa majestadMajesteitsschennis
Una nocheAvond
Nacht en la Bastilla
La sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem de Fouquet
La mañanaMorgen
Ochtend
El amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je se respetaEerbiedig!
Heb respect voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerbiedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft respect voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze respecteert
Respecteer! la consignaBagageruim
Boek bij!
Boek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze registreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft in
Registreer!
Schrijf in! en la Bastilla
El reconocimientoDankbaarheid
Erkennen
Erkenning
Herkennen
Herkenning
Honoreren
Onderkennen
Toegeven del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
El falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst.
En el queWaarin Porthos cree queDenk dat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt dat correHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint! trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over un DucadoDukaat
Hertogdom
El últimoAchterste
Jongstleden
Laatste adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
BeaufortBeaufort
PreparativosGesteldheid
Wilsbeschikking de marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan
El inventarioBoedel
Inventaris de M. de BeaufortBeaufort La fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput de plataE174
Zilver
PrisioneroGevangen
Gevangene y carcelerosCipiers
Gevangenbewaarders
Las promesasBeloften
Beloftes
Toezeggingen
Uitlovingen
EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
La cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
ConsejosAdviezen
Raadgevingen
Raden de amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Luis XIV hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit suHaar
Hun
Uw
Zijn pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne papelPapier
Rol
El caballoKnol
Paard
Ros blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte y el caballoKnol
Paard
Ros negroNeger
Zwart
Zwarte
En el cualWaarop la ardillaEekhoorn cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval! y la culebraSlang vuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vliegt
Vlieg!
Belle-Isle-en-Mer
Las explicacionesExplicaties
Ophelderingen
Rekenschappen
Toelichtingen
Uitduidingen
Uiteenzettingen
Uitleggen
Uitleggingen
Verduidelijkingen
Verhelderingen
Verklaringen de Aramis
La despedidaAdieu
Afgedankt
Afgemonsterd
Afgezonden
Afscheid
Ontslag
Ontslagen
Uitgestuurd
Vaarwel
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden de Porthos
El hijoKind
Zoon de Biscarrat
La grutaGrot de Locmaria
En la grutaGrot
Un cantoIk zing
Zangkunst de Hornero
La muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden de un titánTitan
El epitafioEpitaaf
Grafschrift de Porthos
El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Luis XIV
Los amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden de M. Fouquet
El testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking de Porthos
¡PadrePater
Vader, padrePater
Vader!
El Angel de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
El últimoAchterste
Jongstleden
Laatste cantoIk zing
Zangkunst del poemaDichtwerk
Gedicht
Vers
EpílogoEpiloog
Narede
La muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden de D'Artagnan
TRES3
Drie COMENSALESTafelgenoten ADMIRADOSBevreemd
Bewonderd
Verbaasd
Verwonderd DE COMERBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten JUNTOSAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
AlNaar de
Naar het llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets anteSuède
Ten overstaan van
Voor la puertaDeur
Poort
Portier primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke de la Bastilla, se paróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam tot stilstand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte a intimación de un centinelaSchildwacht
Wacht, peroDoch
Echter
Maar en
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant D'Artagnan huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk dos2
Do's
Twee
Tweede palabrasBewoordingen
Woorden, levantóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer la consignaBagageruim
Boek bij!
Boek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze registreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft in
Registreer!
Schrijf in! y la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in y tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el patioBinnenplaats
Erf
Hof
Patio
Plaats
del gobiernoBesturen
Bestuur
Bewind
Gouvernement
Heerschappij
Heersen
Ik bestuur
Ik heers
Ik regeer
Ik zwaai de scepter
Overheid
Regeren
Regering.
D'Artagnan, cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien de linceLos
Lynx loDe
Hem
Het
U veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, aunKattenklauw
Nog
Zelfs alNaar de
Naar het través deDoor
Door ... heen
Doorheen
Via los murosMuren, exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet de repenteIneens
Opeens
Plotseling:
¿QuéWat
Welke veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie?
¿QuéWat
Welke veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij? --preguntó Athos con tranquilidadKalm.
MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! alláDaar abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder.
¿En el patioBinnenplaats
Erf
Hof
Patio
Plaats?
SíJa
Jawel
Wel
Zich, prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast.
VeoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie una carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets; habrán(Zij) zullen hebben
Zij/ze zullen hebben
Zij/ze zullen zijn traídoAangebracht
Aangedragen
Bezorgd
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander desventurado presoGevangene comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik.
ApostaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wedden
Ik zou wedden que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats élHem
Hij, Athos.
¿QuiénWie?
Aramis.
¡QuéWat
Welke! ¿Aramis presoGevangene? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn.
YoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg que esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! presoGevangene, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende en la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
¿QuéWat
Welke haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt aquíAlhier
Hier, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende?
Conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet! alNaar de
Naar het gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende Baisemeaux, --respondió D'Artagnan conDoor
Met
Per
Samen met socarronería: --llegamos a tiempoBijtijds
Op tijd
Tijdig.
¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! quéWat
Welke?
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! verBekijken
Kijken
Zien.
SientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer de verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting, --repuso Athos, --al vermeBekijken
Kijken
Zien, Aramis se sentiráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich voelen contrariadoGedwarsboomd
Gehinderd
Tegengewerkt, primeramenteAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst
de vermeBekijken
Kijken
Zien, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta.
Muy bienBest
Heel goed
Prima habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken.
Por desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval, cuandoAls
Tijdens
Wanneer uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één encuentraBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
Vind! a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand en la Bastilla, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze de retrocederAchteruitgaan
Terugdeinzen
Teruggaan.
Se meMe
Mij ocurre(Het) gebeurt
Ben aan de hand!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Kom voor!
Overkom!
Val voor!
Vind plaats! una ideaBegrip
Benul
Besef
Denkbeeld
Gewaarwording
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt een denkbeeld
omtrent
Idee
Inzicht
Notie
Opvatting
Voorstelling
Vorm een denkbeeld omtrent!, Athos, --repuso el mosqueteroMusketier; -- hagamosLaten we aanmaken
Laten we bedrijven
Laten we doen
Laten we maken
Laten we uitbrengen
Laten we uitrichten
Laten we uitvoeren
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit por evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen la contrariedadTegenslag de
Aramis.
¿De quéWat
Welke maneraManier
Trant
Wijze?
HaciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend lo queDat wat
Wat yoEgo
Ik osJe
Jullie digaGeeft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Ik geef op
Ik spreek
Ik zeg
Spreekt u!
Zeg
Zegt u!, o más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van que yoEgo
Ik me expliqueIk begrijp
Ik geef me rekenschap
van iets
Ik geef mijn mening
te kennen
Ik verklaar me nader a miMi
Mijn modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil recomendarosAanbevelen
Aanraden
Aantekenen
Recommanderen
que mintáisJullie liegen, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende osJe
Jullie sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten.
EntoncesDan
Dus
Toen?...
YoEgo
Ik mentiréIk zal liegen por dos2
Do's
Twee
Tweede,, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals gascónGascogner que soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats.
Athos se sonrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlachte.
EntretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets se detuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte alNaar de
Naar het pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet de la puertaDeur
Poort
Portier del gobiernoBesturen
Bestuur
Bewind
Gouvernement
Heerschappij
Heersen
Ik bestuur
Ik heers
Ik regeer
Ik zwaai de scepter
Overheid
Regeren
Regering.
¿De acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze? --preguntó D'Artagnan en vozInspraak
Stem
Stemgeluid queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt,
Athos hizo una señalHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een sein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze seinde afirmativaBevestigend
Bevestigende
Toestemmend
Toestemmende conDoor
Met
Per
Samen met la cabezaHoofd
Kop
Krop, y, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met D'Artagnan, echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg escaleraLadder
Opgang
Trap arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog.
¿Por quéWaarom casualidadToevalligheid?... --dijo Aramis. --Eso iba(Het) ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Ik begaf me
Ik ging
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer yoEgo
Ik a preguntarosVragen,--interrumpió D'Artagnan.
¿AcasoToeval
Toevalligheid nos(Aan) ons
Ons constituimosWij/we maakten uit
Wij/we maken uit
Wij/we stelden samen
Wij/we stellen samen
Wij/we vormden
Wij/we vormen presosGevangenen
Opgestoken todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle? --exclamó Aramis esforzándosePogend
Strevend
Zich inspannend en reírseLachen.
¡Je! ejeAs
Spil! --exclamó el mosqueteroMusketier, --la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid es queDat komt omdat
Want las paredesMuren
Wanden huelen aZij/ze rieken naar
Zij/ze ruiken naar prisiónBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet, que apestaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stinkt
Stink!. SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Baisemeaux, supongo queIk veronderstel dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habéisJullie hebben
Jullie zijn olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd que el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één díaDag
Etmaal meMe
Mij convidasteis a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten.
¡YoEgo
Ik! --exclamó el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende.
¡HombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! sinoDoch
Echter
Maar que osJe
Jullie tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen de sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering. ¿VosGe
Gij
Je
Jij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U recordáisJullie herdenken
Jullie herinneren
Jullie onthouden
Jullie weten nog?
Baisemeaux, miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe a Aramis, que a suHaar
Hun
Uw
Zijn vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt leHaar
Hem
Het
U miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook a élHem
Hij, y acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit por decirOpgeven
Spreken
Zeggen conDoor
Met
Per
Samen met tartamuda lenguaSchar
Taal
Tong:
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid... me alegroIk verheug me... peroDoch
Echter
Maar... palabraBewoording
Woord... que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank... ¡MalditaVervloekt
Vervloekte seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt miMi
Mijn memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling!
De esoDat
Die
Zulks tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast yoEgo
Ik la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld, --exclamó D'Artagnan haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend que se enfadabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd boos.
¿De quéWat
Welke?
De acordarmeAccorderen
Goedvinden
Herinneren aan
Het eens zijn
Overeenkomen
Stemmen
Toegeven
Toestemmen
Verzoenen por lo queDat wat
Wat se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie formalicéisJullie formaliseren, capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd, --dijo Baisemeaux abalanzándoseVoorwaarts stormend
Zich werpend op alNaar de
Naar het gascónGascogner; --soy el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus desmemoriado
del reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
uit
Koninkrijk
Rijk
Staat. SacadmeBehaal!
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Hoos!
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Put!
Schep!
Trek uit!
Zet af! de miMi
Mijn palomarDuiventil, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu para nadaVooral niet.
BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, el casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak es queDat komt omdat
Want ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans loDe
Hem
Het
U recordáisJullie herdenken
Jullie herinneren
Jullie onthouden
Jullie weten nog, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats esoDat
Die
Zulks? --repuso D'Artagnan conDoor
Met
Per
Samen met la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere impasibilidad.
SíJa
Jawel
Wel
Zich, loDe
Hem
Het
U recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir,--respondió Baisemeaux titubeandoAarzelend
Dubbend
Schoorvoetend
Schromend
Waggelend
Wankelend
Weifelend
Wiebelend
Zwichtend.
FueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was en palacioPaleis dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin meMe
Mij contasteisJullie berekenden
Jullie calculeerden
Jullie debiteerden
Jullie lazen voor
Jullie rekenden
Jullie rekenden uit
Jullie telden
Jullie telden af
Jullie telden neer
Jullie verhaalden
Jullie vertelden quéWat
Welke séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! yoEgo
Ik que cuentosAnekdoten
Anekdotes
Sprookjes
Verhalen de cuentas conJij/je hebt fiducie in
Jij/je stelt vertrouwen in
Jij/je vertrouwt los señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren Louvieres y
Tremblay.
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds. --Y respectoBetrekking
Ik behoor toe
Ik betref
Ik eerbiedig
Ik ga aan
Ik heb respect voor
Ik raak
Ik respecteer
Opzicht
Verhouding a las atencionesAchten
Affecties
Attenties
Genegenheden
Oplettendheden
Welwillendheden del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Herblay paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! conDoor
Met
Per
Samen met vosGe
Gij
Je
Jij.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! --exclamó Aramis mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend de hitoMijlpaal en hitoMijlpaal alNaar de
Naar het gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende, --¿y vosGe
Gij
Je
Jij decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast memoriaAandenken
Aantekening
Gedenkdienst
Gedenkteken
Geheugen
Herinnering
Herinneringsvermogen
Memorie
Nagedachtenis
Uiteenzetting
Verhandeling,
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Baisemeaux?
SíJa
Jawel
Wel
Zich, estoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats, tenéis razónJullie hebben gelijk, --dijo el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende interrumpiendoInterrumperend
Onderbrekend
Schorsend a D'Artagnan, --os pidoIk bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om mil1000
Duizend perdonesGratiën
Jij/je begenadigt
Jij/je vergeeft
Kwijtscheldingen
Vergiffenissen.
PeroDoch
Echter
Maar tenedHeb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd! por entendidoAangevoeld
Begrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Verstaan
Verstandig
Verstandige señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan que, convidadoGast
Introducé
Logé o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans y mañanaMorgen
Ochtend, y siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend, soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn el amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon
de miMi
Mijn casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook loDe
Hem
Het
U sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Herblay y el caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter que osJe
Jullie acompañaAccompagneer!
Begeleid!
Ga mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelt
Loop mee!
U begeleidt
Vergezel!.
EstoDeze
Dit yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds loDe
Hem
Het
U dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende yoEgo
Ik por sobreentendidoVerondersteld, --repuso D'Artagnan; --y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals esta tardeHedenavond
Vanavond
Vanmiddag nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren en palacioPaleis, veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! catar vuestraJullie
Uw
Van jullie comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal, cuandoAls
Tijdens
Wanneer por el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand encontradoAangetroffen
Bevonden
Getroffen
Gevonden
Ontmoet
Tegemoet getreden
Tegengekomen conDoor
Met
Per
Samen met el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
condeGraaf.
Athos asintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beaamde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stemde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde ja
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei ja conDoor
Met
Per
Samen met la cabezaHoofd
Kop
Krop.
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende síJa
Jawel
Wel
Zich, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf, que acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit de verBekijken
Kijken
Zien alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven una ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde que exigeEis op!
Eis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eist op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vordert
Reken!
Schrijf voor!
Vereis!
Verg!
Verlang!
Vorder! prontaGereed ejecuciónExecuteren
Executie
Gerechtelijke verkoop
Nakomen
Naleven
Opvoering
Terechtstellen
Terechtstelling
Uitvoeren
Uitvoering
Verrichten
Vervullen
Voltrekken
Volvoering;
y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals nos encontrábamosWij/we bevonden ons
Wij/we kwamen elkaar tegen
Wij/we maakten het
Wij/we troffen elkaar
Wij/we waren gesteld aquíAlhier
Hier cercaDichtbij
Nabij
Omheining
Omstreeks, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb entradoBinnengegaan
Binnengekomen
Binnengelopen
Binnengereden
Ingegaan
Ingekomen
Ingereden
Naar binnen gegaan paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! estrecharosReiken la manoDe hand y presentarosJullie te presenteren alNaar de
Naar het caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter,
de quienWiens meMe
Mij hablasteisJullie converseerden
Jullie praatten
Jullie spraken tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer ventajosamente en palacioPaleis la nocheAvond
Nacht mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve en queWaarin...
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!. El caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el condeGraaf de La Fere, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid?
El mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve.
BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf, --dijo Baisemeaux.
Se quedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt a comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten conDoor
Met
Per
Samen met vosotrosGijlieden
Je
Jullie, --prosiguió D'Artagnan, -- mientrasTerwijl yoEgo
Ik, voyIk begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop adondeWaar
Waarheen meMe
Mij llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur el servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet.
Y suspirandoHunkerend
Kreunend
Reikhalzend
Smachtend
Verlangend
Zuchtend
Zuchtend naar comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals Porthos pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht haberloHet te hebben hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe: --¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge vosotrosGijlieden
Je
Jullie, felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-!
¡QuéWat
Welke! ¿os vaisJullie gaan af
Jullie gaan weg
Jullie vertrekken
Jullie verwijderen je? --dijeron Aramis y Baisemeaux a una eEn impulsadosAangedreven
Aangezet tot
Bevorderd
Gestimuleerd
Overgebracht por la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde que lesHen
Hun
U proporcionaba(Het) verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte evenredig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af
Ik bezorgde
Ik bracht in orde
Ik fourneerde
Ik maakte evenredig
Ik mat af
Ik verschafte
Ik woog af
aquellaDat
Die
Diegene sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering, y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was echadaAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden en sacoIk behaal
Ik breng naar buiten
Ik doe af
Ik doe uit
Ik haal
Ik haal eruit
Ik haal te voorschijn
Ik haal uit
Ik haal van
Ik hoos
Ik krijg uit
Ik leg af
Ik ontleen
Ik put
Ik schep
Ik trek uit
Ik zet af
Tas
Zak rotoAfgebroken
Doorgebroken
Gebroken
Geschonden
Kapot
Kapot gemaakt
Kapotgemaakt
Kapotte
Stuk
Stukgebroken
Stukke
Verbroken por el gascónGascogner.
En miMi
Mijn lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel osJe
Jullie dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen un comensalTafelgenoot nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele y buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu.
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je! --exclamó el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende, ¿osJe
Jullie perdemosWij/we geven op
Wij/we lopen mis
Wij/we missen
Wij/we raken kwijt
Wij/we verbeuren
Wij/we verkwisten
Wij/we verliezen
Wij/we verspelen?
OsJe
Jullie pidoIk bedel
Ik bestel
Ik roep in
Ik verlang
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Ik vraag om una horaTijd
Uur uOf horaTijd
Uur y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!. EstaréIk zal liggen
Ik zal me bevinden
Ik zal zijn
Ik zal zitten de vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking a los postresDesserten
Desserts
Nagerechten
Toespijzen
Toetjes.
OsJe
Jullie aguardaremosWij/we zullen afwachten
Wij/we zullen te wachten
staan
Wij/we zullen verwachten
Wij/we zullen wachten, --dijo Baisemeaux.
MeMe
Mij disgustaríaisJullie zouden bedroeven
Jullie zouden ergeren.
¿VolveréisJullie zullen draaien
Jullie zullen keren
Jullie zullen omdraaien
Jullie zullen ronddraaien
Jullie zullen teruggaan
Jullie zullen terugkeren
Jullie zullen terugkomen
Jullie zullen teruglopen
Jullie zullen terugtrekken
Jullie zullen wederkeren
Jullie zullen wederkomen
Jullie zullen weer gaan
Jullie zullen weeromkomen
Jullie zullen wenden
Jullie zullen wentelen
Jullie zullen zwenken? --preguntó Athos conDoor
Met
Per
Samen met acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval de dudaAarzeling
Dub!
Geweifel
Hapering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in dubio
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twijfelt
Schroom
Sta in dubio!
Twijfel
Twijfel!
Weifeling.
SíJa
Jawel
Wel
Zich, --respondió D'Artagnan estrechandoReikend confidencialmente la manoDe hand a suHaar
Hun
Uw
Zijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind. Y en vozInspraak
Stem
Stemgeluid bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe:
AguardadmeSta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht!, ponedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle, y sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habléisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que de cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken trivialesAfgezaagd
Afgezaagde
Alledaags
Alledaagse
Banaal
Banale
Gewoontjes
Nietszeggend
Nietszeggende
Onbenullig
Onbenullige
Plat
Platte
Triviaal
Triviale
Vulgair
Vulgaire.
Baisemeaux condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde a D'Artagnan hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la puertaDeur
Poort
Portier. Aramis, decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen a sonsacar a Athos, leHaar
Hem
Het
U colmóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtrof de
halagosLoftuitingen, peroDoch
Echter
Maar Athos poseíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende grondig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was rijk
Ik beheerste
Ik bezat
Ik had
Ik hield erop na
Ik kende grondig
Ik was rijk en gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap eminentísimo todas lasAlle virtudesBraafheden
Courages
Dapperheden
Deugden
Eerbaarheden
Kuisheden
Machten
Reinheden
Vermogens
Zuiverheden. De exigirloEisen
Opeisen
Rekenen
Vereisen
Vergen
Verlangen
Voorschrijven
Vorderen la necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak, hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke oradorRedenaar del mundoAardrijk
Wereld, peroDoch
Echter
Maar tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te articularVerbinden una sílabaLettergreep
Syllabe, de requerirloAanmanen
Betekenen
Nodig hebben
Nodig maken
Onderzoeken
Overhalen
Overreden
Vereisen las circunstanciasOmstandigheden.
Los tres3
Drie comensalesTafelgenoten se sentaronZij/ze gingen zitten
Zij/ze namen plaats
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten zich, a una mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank servidaAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Geserveerde
Opgediend
Van dienst geweest conDoor
Met
Per
Samen met el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus substancialBelangrijk
Belangrijke lujoLuxe
Pracht
Weelde
Weelderigheid gastronómicoGastronomisch
Gastronomische.
Baisemeaux fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was el únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke que tragóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slokte de verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk; Aramis picóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakte fijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jeukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kriebelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krieuwelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze priemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snipperde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wriemelde todos losAlle platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen, Athos sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend comióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lunchte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrat sopaSoep y una
porcioncilla de los entremesesAmuses
Voorgerechten. La conversaciónConversatie
Gesprek fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was lo queDat wat
Wat debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer opuestosGesteld tegenover
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenover elkaar gesteld
Tegenovergesteld de carácterAard
Geaardheid
Karakter
y de proyectosBlauwdrukken
Concepten
Ontwerpen
Plannen
Projecten.
Aramis noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week de preguntarseZich afvragen por quéWaarom singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke coincidenciaOvereenkomen
Overeenstemmen
Samenvallen se encontrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gesteld Athos en casa deAan
Bij
Ten huize van Baisemeaux,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer D'Artagnan estaba ausenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet verstek gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik liet verstek gaan
Ik ontbrak
Ik was absent
Ik was afwezig, y por quéWaarom estaba ausenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet verstek gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik liet verstek gaan
Ik ontbrak
Ik was absent
Ik was afwezig D'Artagnan, y Athos se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt
Zich bevonden.
Athos sondeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze peilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze polste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sondeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vademde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viste naar hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus hondoDiep
Diepe el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje de Aramis, subterfugioUitvlucht eEn intrigaBekonkel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekonkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intrigeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze konkelt
Intrigeer!
Konkel! viviente, y vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en un libroBoek
Ik bevrijd abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige que el preladoKerkvoogd
Prelaat leHaar
Hem
Het
U ocupabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in beslag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Ik bekleedde
Ik besloeg
Ik betrok
Ik bewaarde
Ik bewoonde
Ik bezette
Ik hield bezig
Ik nam in beslag
Ik vervulde y preocupabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde zorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte ongerust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrustte
Ik baarde zorgen
Ik benauwde
Ik maakte ongerust
Ik verontrustte algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander proyectoBlauwdruk
Concept
Ik beraam
Ik ontwerp
Ik plan
Ontwerp
Plan
Project de importanciaBelang
Belangrijkheid
Betekenis
Gewicht
Zwaarwichtigheid. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo consideróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overwoog
en suHaar
Hun
Uw
Zijn corazónHart
Klokhuis, y se preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde zich af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg zich af a suHaar
Hun
Uw
Zijn vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt por quéWaarom D'Artagnan se salieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekte tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer aprisaSnel y por maneraManier
Trant
Wijze tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke de
la Bastilla, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds un presoGevangene tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte introducidoAangebracht
Binnengedrongen
Binnengelaten
Binnengevoerd
Geïntroduceerd
Ingebracht
Ingedaan
Ingeschoven
Ingestoken
Ingevoerd
Ingevuld y peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere inscritoAangetekend
Bijgeboekt
Geboekt
Geregistreerd
Ingeschreven
Vastgelegd en el registroAantekenen
Afzoeken
Boeken
Doorzoeken
Fouilleren
Ik boek
Ik fouilleer
Ik leg vast
Ik registreer
Ik schrijf op
Ik teken aan
Ik zoek af
Ik zoek door
Opschrijven
Register
Registreren
Rol
Vastleggen.
PeroDoch
Echter
Maar sigamosLaten we aanblijven
Laten we bewandelen
Laten we bijhouden
Laten we doorgaan
Laten we opvolgen
Laten we volgen
Laten we voortvloeien
Laten we voortzetten
Wij/we bewandelen
Wij/we blijven aan
Wij/we gaan door
Wij/we houden bij
Wij/we vloeien voort
Wij/we volgen
Wij/we volgen op
Wij/we zetten voort a D'Artagnan que, alNaar de
Naar het subirseBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer en suHaar
Hun
Uw
Zijn carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets, gritóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gierde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwde alNaar de
Naar het oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan del cocheroKoetsier
Rijtuigbouwer:
¡A PALACIOPaleis Y A ESCAPE(Het) ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ik ontga
Ik ontkom
Ik ontsnap
Lekken
Ontgaan
Ontgaat u!
Ontkomen
Ontkomt u!
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontsnapt u!
Ontvluchten
Uitlaat
Uitlaatpijp!
Lo queDat wat
Wat pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek en el Louvre duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen de la Bastilla
Saint-Aignán, por encargoAanvraag
Aanvragen
Bestellen
Bestelling
Ik belast met
Ik bestel
Ik draag op
Ik geef opdracht
Ik vraag aan
Opdragen
Order del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta a La Valiére: peroDoch
Echter
Maar por muchaVeel
Vele
Zeer
Zere que fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was suHaar
Hun
Uw
Zijn elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht persuadirBepraten
Overhalen
Overreden a Luisa de que el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst tuvieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast un protectorBegunstiger
Beschermend
Beschermende
Beschermer
Beschermheer
Beschermheilige
Patroon
Schutspatroon
Sponsor
Veiligheids- tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals esoDat
Die
Zulks, y de que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank necesitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was toe aan
Ik behoefde
Ik had nodig
Ik hoefde
Ik was toe aan de
personaMens
Personage
Persoon algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere en el mundoAardrijk
Wereld cuandoAls
Tijdens
Wanneer teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast de suHaar
Hun
Uw
Zijn parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde alNaar de
Naar het soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein.
En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was el confidenteVertrouweling manifestadoGelaten blijken
Gemanifesteerd
Getoond
Geuit que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat descubiertoOntdekt
Uitgevonden
Uitgevorst el famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte, cuandoAls
Tijdens
Wanneer Luisa,
deshechaGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen en llantoHuilen, empezóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan a lamentarseJammeren
Klagen y a darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen muestrasAdstructies
Betuigingen
Bewijzen
Blijken
Jij/je laat zien
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst uit
Monsters
Proefstukken
Proeven
Specimens
Specimina
Staaltjes
Stalen
Tekenen
Tekens de un dolorPijn
Smart
Wee
Zeer que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was podidoGekund
Gemogen presenciarAanwezig zijn bij
Bijwonen
Getuige zijn van
Tegenwoordig zijn bij la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel.
Saint-Aignán, embajadorAfgezant
Ambassadeur
Bode
Gezant, se loDe
Hem
Het
U contóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekende uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelde todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst conDoor
Met
Per
Samen met todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle suHaar
Hun
Uw
Zijn pelosBeharingen
Haardossen
Haren y señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens.
PeroDoch
Echter
Maar bien--repuso Luis cuandoAls
Tijdens
Wanneer Saint-Aignán se huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand explicadoBeduid
Duidelijk gemaakt
Toegelicht
Uiteengezet
Uitgelegd
Verhelderd
Verklaard, --¿quéWat
Welke haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is resueltoOpgelost Luisa? ¿La veréIk zal bekijken
Ik zal kijken
Ik zal zien a
loDe
Hem
Het
U menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd antes deAlvorens te
Voor cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen? ¿VendráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal meekomen o será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn menesterNodig que yoEgo
Ik vaya aGaat u naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Ik ga naar suHaar
Hun
Uw
Zijn cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning?
MeMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!, Sire, que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals deseáisJullie ambiëren
Jullie aspireren
Jullie begeren
Jullie dingen naar
Jullie haken naar
Jullie hebben trek in
Jullie hunkeren
Jullie jagen na
Jullie smachten
Jullie smachten naar
Jullie snakken naar
Jullie streven na
Jullie streven naar
Jullie verkiezen
Jullie verlangen
Jullie wensen verlaBekijken
Kijken
Zien, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend deberéisJullie zullen behoren te
Jullie zullen dienen
Jullie zullen horen
Jullie zullen in de
schuld staan
Jullie zullen moeten
Jullie zullen schuldig zijn
Jullie zullen te danken
hebben
Jullie zullen verplicht zijn
om te
Jullie zullen verschuldigd zijn darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen los primerosEerste
Eersten
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voorgerechten
Voortreffelijk
Voortreffelijke pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan, masDoch
Echter
Maar
Plus tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook recorrerAfleggen
Aflopen
Bereizen
Doorgaan
Doorreizen
Doortrekken
Gaan door
Rondreizen
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg.
¡NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij! ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! ¡muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer hondasDiep
Diepe raícesRadices
Stammen
Wortels
Wortels (deel van plant) tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast echadasAan het lot overgelaten
Aandeel gehad in
Aangekondigd
Begonnen handel te drijven
met
Bekend gemaakt
Buiten de deur gezet
Een partijtje gespeeld
Erop gegooid
Gedaan
Gedane
Gegooid
Gekeild
Gekregen
Genomen
Geschat
Gesmeten
Gestort
Gestrooid
Getankt
Geuit
Gewed
Gewedijverd
Geworpen
Gezegd
Ingeschonken
Opgelegd
Opgetreden in
Opgevoerd
Toegevoegd
Uitgeslagen
Uitgespeeld
Uitgesproken
Vastgemaakt
Weggejaagd
Weggestuurd
Weggezonden en suHaar
Hun
Uw
Zijn corazónHart
Klokhuis eseDat
Die Bragelonne! --dijo el soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn esoDat
Die
Zulks que decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen, Sire, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl --Sí, Sire, peroDoch
Echter
Maar...
¿QuéWat
Welke? --interrumpió con impacienciaOngeduldig el monarcaMonarch
Vorst.
PeroDoch
Echter
Maar advirtiéndome que, de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hacerloDoen
Laten
Maken yoEgo
Ik, loDe
Hem
Het
U arrestaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou arresteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in verzekerde
bewaring nemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inrekenen
Ik zou aanhouden
Ik zou arresteren
Ik zou in verzekerde
bewaring nemen
Ik zou inrekenen vuestroJullie
Uw
Van jullie capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd de guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten.
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde en buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en queWaarin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie obligabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplichtte
Ik drong op
Ik dwong
Ik forceerde
Ik noodzaakte
Ik verplichtte?
SíJa
Jawel
Wel
Zich a míMe
Mij, Sire, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank a miMi
Mijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind.
¿Por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank?
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere que la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was arrestadoAangehouden
Gearresteerd
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend por míMe
Mij o por el capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd de guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! miMi
Mijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind el
resultadoAfloop
Gebleken
Geresulteerd
Gevolg
Gevolgd
Resultaat
Uitgekomen
Uitgevallen
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortgekomen
Voortgesproten
Voortgevloeid
Voortvloeisel
Zich vertoond eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve.
¿Y esaDat
Die esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats vuestraJullie
Uw
Van jullie devociónDevotie
Toewijding
Vroomheid, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan? ¿una devociónDevotie
Toewijding
Vroomheid que razonaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redeneert
Redeneer! y escogeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!? VosGe
Gij
Je
Jij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn
soldadoGelast
Gesoldeerd
Krijgsman
Soldaat. --Espero que VuestraJullie
Uw
Van jullie MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit me digaIk noem me
Ik word gezegd
Ik zeg
Ik zeg bij zichzelf quéWat
Welke, soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats.
¡Un frondista!
En talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak desde queSinds se acabóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde la Fronda, Sire...
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals lo queDat wat
Wat decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere...
SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere lo queDat wat
Wat digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg. Sire.
¿A quéWat
Welke habéisJullie hebben
Jullie zijn venidoGekomen
Meegekomen? Vamos aWij/we gaan naar verBekijken
Kijken
Zien.
A decirosJullie zeggen que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf de La Fere estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en la Bastilla.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank por vuestroJullie
Uw
Van jullie gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak, a feFiducie
Geloof
Vertrouwen míaVan mij.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, Sire: peroDoch
Echter
Maar estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds, y puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!, importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in! que VuestraJullie
Uw
Van jullie MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit loDe
Hem
Het
U sepa(Hij/u) weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Kent u!
Smaakt u!
Weet u!.
¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan ¡estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten provocandoKotsend
Opwekkend
Overgevend
Provocerend
Tartend
Tergend
Uitbrakend
Uitdagend
Uitlokkend
Uittartend
Veroorzakend a vuestroJullie
Uw
Van jullie reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst!
Sire...
¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan! ¡estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten abusandoMisbruik makend van
Misbruikend de miMi
Mijn pacienciaGeduld
Lijdzaamheid!
AlNaar de
Naar het contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander, Sire.
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je! ¿alNaar de
Naar het contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen?
SíJa
Jawel
Wel
Zich, Sire: porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb venidoGekomen
Meegekomen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook meMe
Mij arrestenArresteert u!
Houdt u aan!
Neemt u in verzekerde
bewaring!
Rekent u in!
Zij/ze arresteren
Zij/ze houden aan
Zij/ze nemen in verzekerde
bewaring
Zij/ze rekenen in a míMe
Mij.
¡Para queOpdat
Zodat osJe
Jullie arrestenArresteert u!
Houdt u aan!
Neemt u in verzekerde
bewaring!
Rekent u in!
Zij/ze arresteren
Zij/ze houden aan
Zij/ze nemen in verzekerde
bewaring
Zij/ze rekenen in a vosGe
Gij
Je
Jij!
EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere. MiMi
Mijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar aburrirseZich vervelen en la Bastilla; por lo tantoDaarom
Derhalve
Dus
Ergo
Ook weer
Toch
Toch wel
Zodoende, suplicoIk smeek
Ik smeek af a VuestraJullie
Uw
Van jullie MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit me déIk doe me voor
Ik gebeur
Ik geef me gewonnen
Ik geef me over
Ik groei
Ik kom voor
Ik ontsta licenciaDank af!
Geef verlof aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dankt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft verlof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontslaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent graad van
licentie aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt naar huis
Licentie
Ontsla!
Vergunning
Verleen graad van licentie
aan!
Zend naar huis!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ir aGaan naar hacerleDoen
Laten
Maken compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm. BastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta! que VuestraJullie
Uw
Van jullie MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit pronuncieHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Ik spreek
Ik spreek uit
Ik uit
Spreekt u uit!
Spreekt u!
Uit u! una palabraBewoording
Woord para queOpdat
Zodat yoEgo
Ik meMe
Mij arresteArresteert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arresteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in verzekerde
bewaring
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent in
Houdt u aan!
Ik arresteer
Ik houd aan
Ik neem in verzekerde
bewaring
Ik reken in
Neemt u in verzekerde
bewaring!
Rekent u in!
a míMe
Mij mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve; yoEgo
Ik osJe
Jullie respondoIk antwoord
Ik antwoord op
Ik beantwoord
Ik ben aansprakelijk
Ik ben verantwoordelijk
Ik reageer
Ik verantwoord de que para esoDaartoe
Daarvoor
Ervoor noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tendréIk zal bijhouden
Ik zal erop nahouden
Ik zal hebben
Ik zal houden
Ik zal vasthouden necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak del capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd de guardiasBewakingen
Bewaringen
Gardes
Lijfwachten
Wachten. El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst se abalanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stormde voorwaarts
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp zich op
a suHaar
Hun
Uw
Zijn bufeteBar
Buffet
Tapkast y tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan la plumaPen
Pluim
Veder
Veer paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde de aprisionarGevangen nemen
Opsluiten a D'Artagnan,
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank olvidéisJullie leren af
Jullie vergeten
Jullie verleren que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la vidaHachje
Leven! --exclamó el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst conDoor
Met
Per
Samen met acentoAccent
Accentteken
Kapje
Klemtoon
Nadruk
Tongval de amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt.
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds loDe
Hem
Het
U supongoIk denk dat
Ik meen
Ik neem aan
Ik onderstel
Ik stel
Ik vermoed
Ik veronderstel --repuso el mosqueteroMusketier; --porque una vezEenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer hayáisJullie hebben
Jullie zijn cometidoBedreven
Begaan
Gebruikt
Gepleegd
Opdracht
Opgedragen
Plicht
Taak
Toevertrouwd
Zedelijke verplichting eseDat
Die abusoIk maak misbruik van
Ik misbruik
Misbruik
Misbruiken, nuncaNimmer
Nooit jamásNimmer
Nooit osJe
Jullie
atreveréisJullie zullen aanmoedigen a mirarmeAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle a caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle,
¡MarchaosGa weg!! --gritó el monarcaMonarch
Vorst, arrojandoErin gooiend
Gooiend
Smijtend
Uitgooiend
Uitsmijtend
Uitwerpend con violenciaHard la plumaPen
Pluim
Veder
Veer.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals osJe
Jullie placeBehaag!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt, Sire.
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank!
HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb venidoGekomen
Meegekomen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hablarConverseren
Praten
Spreken persuasivamente conDoor
Met
Per
Samen met el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige que el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen de la cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid;
peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende dejaré deIk zal stoppen met decir aZeggen tegen VuestraJullie
Uw
Van jullie MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit lo queDat wat
Wat tengo queIk behoor
Ik dien
Ik hoor
Ik moet decirleOpgeven
Spreken
Zeggen.
¡VuestraJullie
Uw
Van jullie dimisiónAftreding! ¡vuestraJullie
Uw
Van jullie dimisiónAftreding! --gritó el soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein.
Sire --replicó D'Artagnan, --ya sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit apegado a miMi
Mijn empleoAanwenden
Ambt
Baan
Benutten
Betrekking
Doorvoeren
Functie
Gebruiken
Ik benut
Ik breng in toepassing
Ik gebruik
Ik pas toe
Ik voer door
Ik wend aan
Plaats
Post
Toepassen
Toepassing
Werk
Werkkring; en BloisBlois osJe
Jullie ofrecíIk bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor miMi
Mijn dimisiónAftreding
01 díaDag
Etmaal en queWaarin negasteisJullie loochenden
Jullie ontkenden alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst CarlosKarel el millón1000000
Miljoen que leHaar
Hem
Het
U regalóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf cadeau
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk miMi
Mijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind el condeGraaf La Fere. '--Pues vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek!
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank Sire, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats miMi
Mijn dimisiónAftreding lo queDat wat
Wat ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten ventilandoLuchtend
Spuiend
Uitluchtend
Ventilerend
Wannend. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tomadoAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven VuestraJullie
Uw
Van jullie MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit
la plumaPen
Pluim
Veder
Veer paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! enviarmeAfzenden
Doen toekomen
Expediëren
Opsturen
Opzenden
Sturen
Uitsturen
Versturen
Verzenden
Wegsturen
Wegzenden
Zenden a la Bastilla? ¿Por quéWaarom, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, mudaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme
Verander!
Vermaak!
Vervelling
Wissel! de consejoAdvies
Raad
Raadgeving VuestraJullie
Uw
Van jullie MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit?
¡D'Artagnan! ¡gascónGascogner testarudoKoppig
Koppige! ¿quiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst aquíAlhier
Hier? ¿vosGe
Gij
Je
Jij o yoEgo
Ik?
VosGe
Gij
Je
Jij, Sire, por desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval.
¡Por desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval!
SíJa
Jawel
Wel
Zich, Sire, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn yoEgo
Ik el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst...
AplaudiríaisJullie zouden adhesie betuigen
Jullie zouden applaudisseren
Jullie zouden toejuichen la rebeliónOpstand del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig?
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had de aplaudirlaAdhesie betuigen
Applaudisseren
Toejuichen!
¿De verasEcht
Inderdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Werkelijk? --dijo Luis XIV encogiendoNauwer makend
Vernederend
Verootmoedigend los hombrosSchouders.
Y --continuó D'Artagnan, --diría a miMi
Mijn capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd de mosqueterosMusketiers, mirándole conDoor
Met
Per
Samen met ojosKijkers
Ogen humanosHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank conDoor
Met
Per
Samen met
esasDie ascuas: “SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd que soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst: heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb bajado deGehaald van miMi
Mijn tronoTroon paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ultrajarMeppen a un
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter'.
¿Y vosGe
Gij
Je
Jij estimáisJullie achten
Jullie achten hoog
Jullie begroten
Jullie dragen achting toe
Jullie hebben achting voor
Jullie hechten aan
Jullie houden van
Jullie mogen
Jullie schatten
Jullie stellen op prijs
Jullie taxeren
Jullie waarderen que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats excusarExcuseren
Verontschuldigen
Verschonen a vuestroJullie
Uw
Van jullie amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind el sobrepujarlo en insolenciaBrutaalheid
Onbeschaamdheid
Overmoed
Vermetelheid? --prorrumpió Luis.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! Sire --dijo D'Artagnan, --yo noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank me quedaréIk zal achterblijven
Ik zal blijven
Ik zal overblijven
Ik zal resten
Ik zal resteren
Ik zal toeven
Ik zal verblijven
Ik zal worden en los términosBegrippen
Besluiten
Bewoordingen
Beëindigingen
Einden
Eindes
Enden
Gezegden
Gezegdes
Leden
Spreekwijzen
Termen
Termijnen
Vaktermen
Zegswijzen
Zinswendingen que élHem
Hij, y vuestraJullie
Uw
Van jullie será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn la culpaBeschuldig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigt
Schuld. YoEgo
Ik
voy aIk ga naar decirosJullie zeggen lo queDat wat
Wat élHem
Hij, el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent delicadoDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde por excelenciaBij uitstek, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk; yoEgo
Ik osJe
Jullie diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen: Sire, habéisJullie hebben
Jullie zijn sacrificadoGeofferd
Opgeofferd
a suHaar
Hun
Uw
Zijn hijoKind
Zoon, y élHem
Hij defendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verweerde
Ik kwam op voor
Ik verdedigde
Ik verweerde a suHaar
Hun
Uw
Zijn hijoKind
Zoon; loDe
Hem
Het
U habéisJullie hebben
Jullie zijn sacrificadoGeofferd
Opgeofferd a élHem
Hij, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que osJe
Jullie hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de la
religiónGeloof
Geloofsleer
Godsdienst
Religie
Vroomheid y la virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid, y loDe
Hem
Het
U habéisJullie hebben
Jullie zijn apartadoAfgehouden
Afgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Alinea
Apart
Aparte
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Onthouden
Onttrokken
Opzij geschoven
Postbus
Weggehaald
Weggehouden
Weggezet, aprisionadoGevangen genomen
Opgesloten. YoEgo
Ik seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus inflexibleOnbuigzaam
Onbuigzame que élHem
Hij, Sire, y osJe
Jullie diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen: Sire,
elegidKies
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!. ¿QueréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden o lacayosHerenknechten
Herenknechts
Lakeien? ¿soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten o danzantes de reverenciasBuigingen
Nijgingen
Reverences
Strijkages? ¿grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten o muñecosPoppen?
¿queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen que osJe
Jullie sirvanBedient u!
Bewijst u een dienst!
Deugt u!
Dient u op!
Dient u!
Helpt u!
Is u geschikt!
Is u van dienst!
Kaart u aan!
Serveert u!
Zij/ze bedienen
Zij/ze bewijzen een dienst
Zij/ze deugen
Zij/ze dienen
Zij/ze dienen op
Zij/ze helpen
Zij/ze kaarten aan
Zij/ze serveren
Zij/ze zijn geschikt
Zij/ze zijn van dienst o que anteSuède
Ten overstaan van
Voor vosGe
Gij
Je
Jij se dobleguenZij/ze buigen
Zij/ze buigen door
Zij/ze buigen om
Zij/ze buigen zich
Zij/ze krommen zich? ¿que osJe
Jullie amenBemint u!
Heeft u lief!
Houdt u van!
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van o que osJe
Jullie temanDucht u!
Is u bang voor!
Schrikt u terug voor!
Schroomt u!
Vreest u!
Zij/ze duchten
Zij/ze schrikken terug voor
Zij/ze schromen
Zij/ze vrezen
Zij/ze zijn bang voor? SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals preferísJullie doen liever
Jullie geven de voorkeur
aan
Jullie geven voorkeur aan
Jullie prefereren
Jullie trekken voor
Jullie verkiezen
Jullie willen liever la bajezaKleinheid
Laaghartigheid
Laagheid
Zwaarheid, la
intrigaBekonkel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekonkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intrigeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze konkelt
Intrigeer!
Konkel!, la cobardíaLafheid, decidloGeef op!
Spreek!
Zeg!, Sire; nosotrosOns
We
Wij, los únicosAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke restosResten
Stompen
Stronken, quéWat
Welke digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg, los únicosAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke modelosMallen
Mannequins
Maquettes
Modellen
Originelen
Toonbeelden
Voorbeelden de la valentíaDapperheid
Moed
pasadaAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, nos retiraremosWij/we zullen aftrekken
Wij/we zullen de aftocht
blazen
Wij/we zullen ons terugtrekken
Wij/we zullen ons uit
de voeten maken
Wij/we zullen terugkrabbelen, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest y quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht sobrepujado en valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde y méritoVerdienste a hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds resplandecientes
en el cieloHemel
Lucht de la posteridad. ElegidKies
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!, Sire, y prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast. Los contadosAfgeteld
Berekend
Gecalculeerd
Gedebiteerd
Gerekend
Geteld
Neergeteld
Schaars
Schaarse
Uitgerekend
Verhaald
Verteld
Voorgelezen
Zeldzaam
Zeldzame grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren que osJe
Jullie quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn,
guardadlosBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaar!
Heb de wacht!
Hoed!
Let op!
Pas op!
Waak over! bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware llaveAccolade
Kraan
Moersleutel
Schroefsleutel
Sleutel; nuncaNimmer
Nooit osJe
Jullie faltaránZij/ze zullen absent zijn
Zij/ze zullen afwezig zijn
Zij/ze zullen ontbreken
Zij/ze zullen schelen cortesanos. ApresuraosHaast je!
Maak haast!
Maak spoed!
Maak voort!
Spoed je!, Sire, y enviadmeDoe toekomen!
Expedieer!
Stuur op!
Stuur uit!
Stuur weg!
Stuur!
Verstuur!
Verzend!
Zend af!
Zend op!
Zend weg!
Zend! a la Bastilla conDoor
Met
Per
Samen met miMi
Mijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habéisJullie hebben
Jullie zijn escuchadoAangehoord
Beluisterd
Geluisterd
Toegehoord
Toegeluisterd alNaar de
Naar het condeGraaf de La Fere, es decirDat wil zeggen
Namelijk la vozInspraak
Stem
Stemgeluid más suaveZachter y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus nobleAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele del
honorEer
Hulde, niEn niet
Evenmin
Noch escucháisJullie beluisteren
Jullie horen aan
Jullie horen toe
Jullie luisteren
Jullie luisteren toe a D'Artagnan, estoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats, la vozInspraak
Stem
Stemgeluid másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus francaBevoorrecht
Bevoorrechte
Eenvoudig
Eenvoudige
Eerlijk
Eerlijke
Franco
Frankisch
Frankische
Frans
Franse
Naïef
Naïeve
Ongehinderd
Ongehinderde
Openhartig
Openhartige
Oprecht
Oprechte
Vrij
Vrij van rechten
Vrije
Vrijgevig
Vrijgevige
Vrijmoedig
Vrijmoedige y rudaGrimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Scherp
Scherpe
Wijnruit de la sinceridadOprechtheid, soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, y mañanaMorgen
Ochtend
seréisJullie zullen gebeuren
Jullie zullen plaatshebben
Jullie zullen plaatsvinden
Jullie zullen zijn un reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst irresoluto; y a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten se lesHen
Hun
U aborreceHaat!
Heb een afkeer van!
Heb een afschuw van!
Heb een hekel aan!
Heb een weerzin tegen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een afkeer
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een afschuw
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een hekel
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een weerzin
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze minacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verafschuwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verfoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmaadt
Minacht!
Verafschuw!
Verfoei!
Versmaad!, y a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten irresolutos se les echaMen gooit erbij. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
lo queDat wat
Wat tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest decirosJullie zeggen, Sire: muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte habéisJullie hebben
Jullie zijn hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet alNaar de
Naar het llevarmeAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs eseDat
Die extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde. Luis XIV se dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloosde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd terneergeslagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan
iets caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
fríoAfgekoeld
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude y pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale en suHaar
Hun
Uw
Zijn sillónArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zorgstoel; eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was evidenteAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende que un rayoEen spaak que leHaar
Hem
Het
U hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen a los dosAlle twee de
Allebei
Beide noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn causadoAangedaan
Aangericht
Berokkend
Gedaan
Gelaten
Gelaten doen
Gemaakt
Gesticht
Teweeggebracht
Veroorzaakt másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als sinoDoch
Echter
Maar que iba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar expirarAflopen
Eindigen
Ophouden
Uitgaan
Uitlopen
Uitraken
Verjaren
Verlopen. AquellaDat
Die
Diegene rudaGrimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Scherp
Scherpe
Wijnruit vozInspraak
Stem
Stemgeluid de la sinceridadOprechtheid, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
D'Artagnan, leHaar
Hem
Het
U entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in en el corazónHart
Klokhuis cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals la hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst de un puñalDolk.
D'Artagnan habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant tenía queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Ik behoorde
Ik diende
Ik hoorde
Ik moest decirOpgeven
Spreken
Zeggen, y haciéndoseRakend
Wordend cargoAangifte
Aanklacht
Ambt
Baan
Beladen
Belasten
Berekenen
Beschuldiging
Bestormen
Betrekking
Ergeren
Functie
Geien
Graad
Ik belaad
Ik belast
Ik bereken
Ik bestorm
Ik breng in rekening
Ik erger
Ik gei
Ik gei op
Ik laad
Ik laad in
Ik sta tegen
Ik vermoei
Ik verveel
Inladen
Laden
Lading
Maté
Opgeien
Plaats
Post
Tegenstaan
Telastlegging
Tenlastelegging
Trap
Vermoeien
Vervelen
Wachtpost
Werkkring de la cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, desenvainóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit de
schede lentamenteLangzaam,
se acercóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was in aantocht conDoor
Met
Per
Samen met el mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect a Luis XIV, y dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde sobre elOp de
Op het bufeteBar
Buffet
Tapkast suHaar
Hun
Uw
Zijn espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard, que casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat alNaar de
Naar het mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip rodó porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolde over el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem impelidaAangedreven
Gedreven
Opgejaagd
Voortgedreven por un ademánGebaar
Geste
Houding de furiaFurie
Wraakgodin del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs los piesPoten
Voeten de D'Artagnan.
Por muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere que fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was el dominioBeheersing que sobre élEr bovenop teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast, el mosqueteroMusketier palidecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd bleek a suHaar
Hun
Uw
Zijn vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt, y temblandoBevend
Bibberend
Huiverend
Rillend
Trillend de indignaciónVerontwaardiging,
exclamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kraaide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaakte een kreet: --Un reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt retirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen suHaar
Hun
Uw
Zijn favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst a un soldadoGelast
Gesoldeerd
Krijgsman
Soldaat, desterrarloUitbannen
Verbannen, condenarloVeroordelen a muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden; peroDoch
Echter
Maar
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was cien100
Honderd vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse a insultarloAffronteren
Beledigen
Beschimpen
Krenken
Schimpen deshonrando suHaar
Hun
Uw
Zijn espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard. Sire, nuncaNimmer
Nooit en FranciaFrankrijk haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
habidoGehad
Geweest reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! repelidoAfgestoten
Afgeweerd
Gescholen voor
Geschuild voor
Verdrongen
Verduwd
Weggedrongen
Weggeduwd
Weggestoten con desprecioMinachtend
Schamper
Verachtend la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard de un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals yoEgo
Ik. EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard mancilladaBevlekt
Onteerd
Ontluisterd
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast otraAnder
Andere
Nog een
Nog één vainaDop
Peul
Schil que miMi
Mijn corazónHart
Klokhuis o el vuestroJullie
Uw
Van jullie, y dad gracias aBedank!
Betuig dank!
Dank!
Heb te danken! DiosGod
Godheid y a miMi
Mijn pacienciaGeduld
Lijdzaamheid de que escojaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Ik kies
Ik kies uit
Ik lees uit
Ik pik uit
Ik selecteer
Ik verkies
Ik zoek uit
Kiest u uit!
Kiest u!
Leest u uit!
Pikt u uit!
Selecteert u!
Verkiest u!
Zoekt u uit! el
míoMijne
Van mij. Y abalanzándoseVoorwaarts stormend
Zich werpend op a suHaar
Hun
Uw
Zijn espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard, añadióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe: Sire, caiga(Het) valt
Geraakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Ik geraak
Ik laat vallen
Ik val
Ik val af
Ik val neer
Ik verschiet
Ik verval
Laat u vallen!
Valt u af!
Valt u neer!
Valt u!
Verschiet u!
Vervalt u! miMi
Mijn sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! vuestraJullie
Uw
Van jullie cabezaHoofd
Kop
Krop.
Y apoyandoOndersteunend
Rugsteunend
Schragend
Stavend
Steunend
Stuttend en el sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem la empuñaduraGreep
Handvat de suHaar
Hun
Uw
Zijn espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard, D'Artagnan se precipitóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed neerslaan con rapidezSnel sobre laOp de
Op het puntaA point
Bit
Landhoofd
Neus
Piek
Precies goed
Punt
Spits
Tip
Top
Topje,
dirigidaBestuurd
Geadresseerd
Gechauffeerd
Gedirigeerd
Gemend
Gereden
Gericht
Gestuurd
Vervoerd contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus suHaar
Hun
Uw
Zijn pechoBoezem
Borst. El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit un movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus velozSnel
Snelle que el de D'Artagnan, rodeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde el cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek
de ésteDeze
Dit conDoor
Met
Per
Samen met el brazoArm derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse, y tomandoAannemend
Aanvattend
Accepterend
Afnemend
Binnenkrijgend
Drinkend
Gebruikend
Innemend
Inslaand
Inslikkend
Nemend
Nuttigend
Ontvangend
Oprapend
Opsnuivend
Pakkend
Vattend conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse la espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard por la mitadHelft de la hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst, la envainóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak in de
schede
silenciosamente, sin queZonder dat el mosqueteroMusketier, envarado, pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch temblorosoBevend
Bevende
Trillend
Trillende, leHaar
Hem
Het
U ayudaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond ter zijde
Ik baatte
Ik hielp
Ik stond bij
Ik stond ter zijde para nadaVooral niet.
EntoncesDan
Dus
Toen, Luis XIV, enternecidoVertederd, se sentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette zich de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer en el bufeteBar
Buffet
Tapkast, tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan la plumaPen
Pluim
Veder
Veer, trazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees aan algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige líneasLijnen
Linies
Regelen
Regels
Schreven
Strepen
Toeren,
echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg suHaar
Hun
Uw
Zijn firmaFirma
Handelsfirma
Handelshuis
Handtekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Krabbel
Onderschrijf!
Onderteken!
Ondertekening
Teken! alNaar de
Naar het pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet de ellasHen
Ze
Zij, y tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit la manoDe hand alNaar de
Naar het capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd.
¿QuéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats eseDat
Die papelPapier
Rol, Sire? --preguntó el mosqueteroMusketier.
La ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan de que inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo ponga en libertadBevrijdt u!
Helpt u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlost
Ik bevrijd
Ik help af
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik maak vrij
Ik verlos
Laat u los!
Laat u vrij!
Maakt u vrij!
Verlost u! alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf de La Fere.
D'Artagnan asióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan la manoDe hand del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst y se la besóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoende; luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo doblóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boog om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseerde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verboog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwde om la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde, la metió enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte in suHaar
Hun
Uw
Zijn pechera y salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit, sin queZonder dat
élHem
Hij niEn niet
Evenmin
Noch suHaar
Hun
Uw
Zijn majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit hubiesenZij/ze hadden
Zij/ze waren articuladoGelede
Geleed
Verbonden palabraBewoording
Woord.
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge corazónHart
Klokhuis humanoHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke! ¡norteNoorden de los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten! --murmuró Luis cuandoAls
Tijdens
Wanneer estuvo(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten. --¿CuándoNu eens ... dan
weer
Wanneer leeréIk zal lezen en
tusJe
Jouw senosBaarmoeders
Bochten
Boezems
Borsten
Holten
Holtes
Schoten
Sinussen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals en un libroBoek
Ik bevrijd abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige? NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst maloBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten niEn niet
Evenmin
Noch irresoluto, peroDoch
Echter
Maar todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats un niñoJongen
Kind.
UN NEGOCIOAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak ARREGLADOAangericht
Gearrangeerd
Gemaakt
Geordend
Geregeld
Gerepareerd
Geruimd
Geschikt
Hersteld
In orde gemaakt
Ingericht
Opgeknapt
Opgeruimd
Terechtgebracht
Verholpen
Versteld POR M. DE D'ARTAGNAN
D'Artagnan habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had prometido aBeloofd aan Baisemeaux estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten de vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking a los postresDesserten
Desserts
Nagerechten
Toespijzen
Toetjes, y cumplióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe suHaar
Hun
Uw
Zijn palabraBewoording
Woord.
Athos y Aramis se habíanZij/ze gedroegen zich
Zij/ze kregen het met
iemand aan de stok
Zij/ze maten zich met
iemand mostradoGelaten zien
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer cautosBehoedzaam
Behoedzame
Omzichtig
Omzichtige
Voorzichtig
Voorzichtige, que ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand de los dosAlle twee de
Allebei
Beide pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht leerLezen en el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje del
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één. CenaronZij/ze aten
Zij/ze aten 's avonds
Zij/ze dineerden
Zij/ze gebruikten het avondmaal
Zij/ze soupeerden, hablaronZij/ze converseerden
Zij/ze praatten
Zij/ze spraken largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig y tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken de la Bastilla, del últimoAchterste
Jongstleden
Laatste viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht a FontainebleauFontainebleau y de la próximaAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
fiestaFeest
Festiviteit
Fuif
Partij que Fouquet debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd dar enHalen
Inslaan
Raken
Teisteren
Treffen Vaux.
D'Artagnan llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef en loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus recioKrachtig
Krachtige
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige de la conversaciónConversatie
Gesprek, todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch pálidoBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale y conmovidoAangedaan
Aangedane
Aangegrepen
Bewogen
Geroerd
Geroerde
Geëmotioneerd
Geëmotioneerde
Ontroerd
Ontroerde de la suyaVan haar
Van hem
Van hen
Van u conDoor
Met
Per
Samen met el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst.
Athos y Aramis notaronZij/ze bemerkten
Zij/ze merkten
Zij/ze merkten op
Zij/ze noteerden
Zij/ze schreven op
Zij/ze stelden te boek
Zij/ze tekenden aan la emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel de D'Artagnan; peroDoch
Echter
Maar Baisemeaux solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag alNaar de
Naar het capitánAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Gezagvoerder
Hoofd
Hopman
Kapitein
Opperhoofd de los
mosqueterosMusketiers del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, y se apresuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haastte zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte haast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte spoed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoedde zich a agasajarloOnthalen
Trakteren
Vergasten
Vrijhouden porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende, el codearseElkaar aanraken
Op voet van gelijkheid
omgaan
Op voet van gelijkheid
samenleven conDoor
Met
Per
Samen met el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst implicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot in
Ik hield in
Ik impliceerde
Ik sloot in
un derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse a todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle susHaar
Hun
Uw
Zijn atencionesAchten
Affecties
Attenties
Genegenheden
Oplettendheden
Welwillendheden.
ConDoor
Met
Per
Samen met todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al Aramis notóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan la emociónAandoening
Bewogenheid
Emotie
Ontroering
Roersel de D'Artagnan, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht calarBinnendringen
Doorweken la causaDe oorzaak de ellaHaar
Ze
Zij. SolamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend a Athos
leHaar
Hem
Het
U parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als haberlaHet te hebben profundizadoUitgediept. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ésteDeze
Dit el regresoIk keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Terugkeer
Terugtocht de D'Artagnan y sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk el trastornoBepraten
Ik bepraat
Ik breng in beroering
Ik breng in de
war
Ik breng in opstand
Ik keer om
Ik keer ondersteboven
Ik overreed
Ik overtuig
Ik werp om
Omkeren
Omwerpen
Overreden
Overtuigen
Verwarring
Wanorde
Wanordelijkheid del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
impasibleOnaandoenlijk
Onaandoenlijke
Onbewogen
Ongevoelig
Ongevoelige, significabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond voor
Ik beduidde
Ik betekende
Ik stond voor que suHaar
Hun
Uw
Zijn amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had pedidoAangevraagd
Aanvraag
Aanvragen
Bedelen
Besteld
Bestellen
Bestelling
Gebedeld
Gevraagd
Gevraagd om
Ingeroepen
Inroepen
Order
Verlangd
Verlangen
Verzocht
Verzoeken
Vragen algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, peroDoch
Echter
Maar en vanoTevergeefs Athos, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, plenamenteVolledig
convencidoOvertuigd
Overtuigde de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten en loDe
Hem
Het
U firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige, se levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker de la mesaLa mesa, y conDoor
Met
Per
Samen met fazAangezicht risueña hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit una señaAfgesproken teken
Herkenningsteken
Kenmerk
Merk
Merkteken
Overblijfsel
Spoor
Teken
Wenk a D'Artagnan, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! recordarleHerdenken
Herinneren
Nog weten
Onthouden que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak que hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd.
D'Artagnan comprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond y correspondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste conDoor
Met
Per
Samen met otraAnder
Andere
Nog een
Nog één señaAfgesproken teken
Herkenningsteken
Kenmerk
Merk
Merkteken
Overblijfsel
Spoor
Teken
Wenk, mientrasTerwijl Aramis y Baisemeaux, alNaar de
Naar het presenciarAanwezig zijn bij
Bijwonen
Getuige zijn van
Tegenwoordig zijn bij
aquelDat
Die mudoIk verander
Ik vermaak
Ik wissel
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme diálogoDialoog
Tweegesprek
Tweespraak, se interrogabanZij/ze ondervraagden
Zij/ze ondervroegen mutuamenteOnderling
Over en weer
Wederkerig
Wederzijds conDoor
Met
Per
Samen met la miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien.
Athos pensóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht que leHaar
Hem
Het
U tocabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat aan
Ik beroerde
Ik ging
Ik ging over
Ik klepte
Ik klonk
Ik kwam aan
Ik raakte
Ik raakte aan
Ik roerde aan
Ik sloeg
Ik speelde
Ik speelde voor
Ik toucheerde
Ik voerde uit
Ik zat aan explicarBeduiden
Duidelijk maken
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verhelderen
Verklaren lo queDat wat
Wat pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek, y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei sonriéndose conDoor
Met
Per
Samen met dulzuraZoetheid
Zoetigheid: --La verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
míosVan mij, que vosGe
Gij
Je
Jij, Aramis, acabáisJullie besluiten
Jullie beëindigen
Jullie eindigen
Jullie gebruiken op
Jullie maken af
Jullie maken op
Jullie maken uit
Jullie sluiten af
Jullie teren op
Jullie verbruiken
Jullie verdoen
Jullie verklungelen
Jullie verkwisten
Jullie vermorsen
Jullie verspillen
Jullie voleindigen
Jullie werken af
Jullie werken uit de cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen conDoor
Met
Per
Samen met un reoZeeforel de EstadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden y vosGe
Gij
Je
Jij, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Baisemeaux, conDoor
Met
Per
Samen met uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de
vuestrosJullie
Van jullie presosGevangenen
Opgestoken.
Baisemeaux lanzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingerde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stiet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stootte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp weg una exclamaciónUitroep de sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering y casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat de alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde; talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was el amorAffectie
Liefde
Min propioEigen que de suHaar
Hun
Uw
Zijn fortalezaVesting,
de suHaar
Hun
Uw
Zijn Bastilla, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast el buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende sujetoIk bevestig
Ik bind vast
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik verstevig
Ik zet vast
Onderwerp
Stof
Subject.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle Athos --repuso Aramis poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend una caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle apropiadaAangepast
Geschikt
Geschikte a las circunstanciasOmstandigheden, --casi meMe
Mij
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb temidoBang geweest voor
Geducht
Geschroomd
Gevreesd
Teruggeschrikt voor
Teruggeschrokken voor lo queDat wat
Wat decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen. AlgunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere indiscreciónIndiscretie de Raúl o de La Valiére, ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid? Y vosGe
Gij
Je
Jij, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals granGroot
Grote
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer que soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn, olvidandoAflerend
Vergetend
Verlerend que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand sinoDoch
Echter
Maar cortesanos, os habéisJullie gedragen je
Jullie krijgen het met
iemand aan de stok
Jullie meten je met
iemand vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta conDoor
Met
Per
Samen met el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst y leHaar
Hem
Het
U habéisJullie hebben
Jullie zijn dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk cuántasHoelang
Hoeveel
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn cinco5
Vijf.
AdivinadoBeduid
Doorzien
Gegist
Geraden
Gewaarzegd
Verwacht
Voorgezegd
Voorspeld
Waargezegd, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij.
De maneraManier
Trant
Wijze --dijo Baisemeaux, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank teniéndolasHen doend todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle consigoIk behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik krijg
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik slaag erin om
Ik verkrijg
Ik vervolg
Ik verwerf por haberBezitting
Hebben
Zijn cenado'S avonds gegeten
Gedineerd
Gegeten
Gesoupeerd
Het avondmaal gebruikt tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer familiarmente conDoor
Met
Per
Samen met
un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst de SuHaar
Hun
Uw
Zijn MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit; --de maneraManier
Trant
Wijze que, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf...
De maneraManier
Trant
Wijze, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende --repuso Athos, --que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar entregarosAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afleveren
Bestellen
Bezorgen
Doorbrengen
Inleveren
Leveren
Overgeven
Overhandigen
Overleggen
Ter hand stellen
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijven
eseDat
Die papelPapier
Rol que asomaBegin je te vertonen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint zich te
vertonen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont voor een
opening
Kom te voorschijn!
Vertoon voor een opening! por suHaar
Hun
Uw
Zijn coleto, y que, de fijoBepalend
Bepalende
Ik bepaal
Ik bevestig
Ik fixeer
Ik maak vast
Ik plak vast
Ik stel vast
Onbeweeglijk
Onbeweeglijke
Star
Starre
Vast
Vaste, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats miMi
Mijn auto de prisiónBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet.
Baisemeaux tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit la manoDe hand con agilidadBedreven
Handig
Vaardig
Vlug.
En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk, D'Artagnan sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af dos2
Do's
Twee
Tweede papelesPapieren
Rollen de suHaar
Hun
Uw
Zijn pechera y entregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één alNaar de
Naar het gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind loDe
Hem
Het
U desdoblóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde uit y loDe
Hem
Het
U
leyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! vozInspraak
Stem
Stemgeluid, mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens y por encima deAan
Boven
Over élHem
Hij a Athos eEn interrumpiéndose a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot.
OrdenoIk bestel
Ik beveel
Ik gelast
Ik ruim op
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden y mandoAandrijving
Bestuur
Bevel
Bewind
Commando
Heerschappij
Ik beveel
Ik commandeer
Ik gelast
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
Ik voer aan
Ik voer het bevel
Regering que encierrenSluit u op!
Zet u vast!
Zij/ze sluiten op
Zij/ze zetten vast en miMi
Mijn fortalezaVesting de la Bastilla.' Muy bienBest
Heel goed
Prima... “En miMi
Mijn fortalezaVesting, de la
Bastilla... alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf de La Fer'. ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter, ¡quéWat
Welke dolorosaPijnlijk
Pijnlijke
Smartelijk
Smartelijke honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij el tenerosBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware miMi
Mijn guardiaBewaking
Bewaring
Garde
Hoede
Lijfwacht
Point-guard
Wacht!
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podíaisJullie konden
Jullie mochten hallarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Treffen
Vinden
Waarnemen
Zien un presoGevangene másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus pacienteGeduldig
Geduldige
Patiënt
Patiënte --contestó Athos conDoor
Met
Per
Samen met vozInspraak
Stem
Stemgeluid suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele y tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille.
PresoGevangene que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank permanecerá(Het) zal verblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal resten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal resteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verblijven muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd aquíAlhier
Hier --exclamó D'Artagnan exhibiendoBlootstellend
Etalerend
Exposerend
Tentoonstellend
Uitbrengend
Uitstallend el segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede auto,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Baisemeaux, osJe
Jullie toca(Het) hoort
Beroer!
Ga over!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Kap
Klep!
Klink!
Kom aan!
Kornet
Muts
Raak aan!
Raak!
Roer aan!
Sla!
Speel voor!
Speel!
Toucheer!
Voer uit!
Zit aan! copiarAfdrukken
Kopiëren
Nabootsen
Namaken
Overschrijven esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind otroAnder
Andere
Nog een
Nog één papelPapier
Rol y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo en libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid alNaar de
Naar het
condeGraaf.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! meMe
Mij ahorráisJullie besparen
Jullie bezuinigen
Jullie sparen
Jullie sparen uit
Jullie winnen uit
Jullie zuinigen uit trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken, D'Artagnan --dijo Aramis estrechandoReikend de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze significativoBetekenis-
Krachtig
Krachtige
Nadrukkelijk
Nadrukkelijke
Significant
Significante
Van de betekenis
Veelbetekenend
Veelbetekenende la manoDe hand del
mosqueteroMusketier y la de Athos.
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je! --exclamó con admiraciónBewonderend
Verwonderd ésteDeze
Dit últimoAchterste
Jongstleden
Laatste, --¿el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst meMe
Mij daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid?
LeedLees!, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind --dijo D'Artagnan.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid --repuso el condeGraaf después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn leídoBelezen
Gelezen el documentoAkte
Bescheid
Document
Papier
Schriftuur
Stuk.
¿OsJe
Jullie dueleDoe pijn!
Doe zeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet pijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zeer? --preguntó el gascónGascogner.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, loDe
Hem
Het
U contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, y el peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte que uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt desear aVerlangen naar los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten, es queDat komt omdat
Want
cometanBedrijft u!
Begaat u!
Draagt u op!
Gebruikt u!
Pleegt u!
Vertrouwt u toe!
Zij/ze bedrijven
Zij/ze begaan
Zij/ze dragen op
Zij/ze gebruiken
Zij/ze plegen
Zij/ze vertrouwen toe una injusticiaOnrechtvaardigheid. PeroDoch
Echter
Maar habéisJullie hebben
Jullie zijn sufridoDoorstaan
Gedragen
Geleden
Geveeld
Ondergaan
Ondervonden
Uitgestaan
Verdragen un disgustoIk bedroef
Ik erger
Smart, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U neguéisJullie loochenen
Jullie ontkennen.
¿YoEgo
Ik? --dijo el mosqueteroMusketier riéndoseLachend, --ni por asomoIk begin me te
vertonen
Ik kom te voorschijn
Ik vertoon voor een
opening. El haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil.
Aramis miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe a D'Artagnan y vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag que mentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loog
Ik loog, peroDoch
Echter
Maar Baisemeaux noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que alNaar de
Naar het hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, y se quedóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze restte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd
pasmadoVerbaasd
Verbaasde, mudoIk verander
Ik vermaak
Ik wissel
Sprakeloos
Sprakeloze
Stom
Stomme de admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering anteSuède
Ten overstaan van
Voor aquelDat
Die que conseguíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagde erin om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierf
Ik behaalde
Ik bereikte
Ik haalde in
Ik kreeg
Ik maakte buit
Ik reikte tot
Ik slaagde erin om
Ik verkreeg
Ik vervolgde
Ik verwierf del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst lo queDat wat
Wat se leHaar
Hem
Het
U antojaba.
¿DestierraBan uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Verban! a Athos SuHaar
Hun
Uw
Zijn MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit? --preguntó Aramis.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank; sobre elOp de
Op het particularAangelegenheid
Besloten
Bijzonder
Bijzondere
Particularistisch
Particularistische
Particulier
Particuliere
Privé-
Speciaal
Speciale el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk una palabraBewoording
Woord --repuso D'Artagnan; --pero tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij que
loDe
Hem
Het
U mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren el condeGraaf, a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn que se empeñeBeleent u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent tegen een
onderpand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpandt
Ik beleen
Ik leen tegen een
onderpand
Ik verpand
Leent u tegen een
onderpand!
Verpandt u! en darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen las graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen a SuHaar
Hun
Uw
Zijn MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit...
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank --respondió Athos.
Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo, loDe
Hem
Het
U mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que, en miMi
Mijn conceptoBegrip
Concept
Denkbeeld
Gedachte
Idee
Mening
Oordeel
Opzicht
Spreuk
Vernuftig
Vernuftige, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren el condeGraaf --continuó D'Artagnan, --es retirarseAftrekken
De aftocht blazen
Terugkrabbelen
Zich terugtrekken
Zich uit de voeten
maken a
suHaar
Hun
Uw
Zijn castilloBurcht
Kasteel
Slot. Por lo demásOverigens
Trouwens
Verder
Voor de rest, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle Athos, habladConverseer!
Praat!
Spreek!, pedidBedel!
Bestel!
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag!; siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals preferísJullie doen liever
Jullie geven de voorkeur
aan
Jullie geven voorkeur aan
Jullie prefereren
Jullie trekken voor
Jullie verkiezen
Jullie willen liever una residenciaResidentie
Resideren
Verblijfplaats
Wonen a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één me comprometoIk compromitteer
Ik verbind me
a dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cumplidosComplimenten
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtplegingen
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen vuestrosJullie
Van jullie deseosBegeerten
Begeertes
Begerigheden
Lusten
Verlangens
Wensen
Zinnen
Zuchten.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen --contestó Athos; --lo másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten a miMi
Mijn soledadEenzaamheid
Verlatenheid a la sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem de los
árbolesBomen
Masten, a orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen del LoiraLoire. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals DiosGod
Godheid esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el médicoArts
Dokter
Geneesheer
Medicus
Medisch
Medische supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste de los malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes del almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel, la naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie
soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein. ¿ConqueDus estoy libreIk ben vacant
Ik sta open
Ik vaceer, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter? --añadió Athos volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Baisemeaux.
SíJa
Jawel
Wel
Zich, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf, a lo menosAlthans
Minimaal
Minstens
Ten minste asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig loDe
Hem
Het
U creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep y esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Ik zie vooruit --añadió el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend y revolviendoOmroerend
Roerend los
dos2
Do's
Twee
Tweede papelesPapieren
Rollen; --a noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan traigaBezorgt u!
Brengt u aan!
Brengt u mee!
Brengt u!
Draagt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Ik bezorg
Ik breng
Ik breng aan
Ik breng mee
Ik draag aan
Ik neem mee
Neemt u mee! otroAnder
Andere
Nog een
Nog één auto.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende Baisemeaux --dijo el mosqueteroMusketier, --hay que atenernos alNaar de
Naar het segundo2e
Hoofdgerecht
Seconde
Tweede y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan por ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf --dijo el gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende dirigiéndose aAanklampend
Aankloppend bij
Aansprekend
Toesprekend Athos, --no sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten loDe
Hem
Het
U que--perdéis. OsJe
Jullie hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring a treinta30
Dertig librasJij/je bevrijdt
Ponden comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los generalesAlgemeen
Algemene
Generaal
Generaals
Generale; ¡quéWat
Welke digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg! a cincuenta50
Vijftig, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los príncipesKoningszonen
Koningszoons
Prinsen
Vorsten, y habríaisJullie zouden hebben
Jullie zouden zijn cenado'S avonds gegeten
Gedineerd
Gegeten
Gesoupeerd
Het avondmaal gebruikt
todas lasAlle nochesAvonden
Nachten comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals habéisJullie hebben
Jullie zijn cenado'S avonds gegeten
Gedineerd
Gegeten
Gesoupeerd
Het avondmaal gebruikt ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans.
DejadLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que prefiera(U) verkiest
Doet u liever!
Geeft u de voorkeur
aan!
Geeft u voorkeur aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet liever
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft de voorkeur
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voorkeur aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prefereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil liever
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever
Prefereert u!
Trekt u voor!
Verkiest u!
Wil u liever! miMi
Mijn medianía, caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter --replicó Athos. Y volviéndoseOmdraaiend
Omkerend
Ronddraaiend
Zich omkerend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor D'Artagnan, dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij,.
VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen --repuso D'Artagnan.
¿MeMe
Mij cabríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aannemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bevatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou iemand toebehoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou iemand toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogelijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou natuurlijk zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou omvatten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontvangen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaats hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou te beurt
vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ten deel
vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toegang hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toelaten
Ik zou aannemen
Ik zou bevatten
Ik zou iemand toebehoren
Ik zou iemand toekomen
Ik zou mogelijk zijn
Ik zou natuurlijk zijn
Ik zou omvatten
Ik zou ontvangen
Ik zou passen
Ik zou plaats hebben
Ik zou te beurt
vallen
Ik zou ten deel
vallen
Ik zou toegang hebben
Ik zou toelaten la inefable dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven de tenerosBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden por compañero de viajeReisgenoot, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij? --preguntó Athos alNaar de
Naar het mosqueteroMusketier.
TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la puertaDeur
Poort
Portier --respondió el gascónGascogner; --después de lo cualDat wat
Hetgeen
Wat osJe
Jullie diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen lo queDat wat
Wat heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats, que estoy de servicioIk heb dienst
Ik heb wacht.
Y vosGe
Gij
Je
Jij, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle Aramis --preguntó alNaar de
Naar het condeGraaf sonriéndose, --me acompañáisJullie accompagneren
Jullie begeleiden
Jullie gaan mee
Jullie lopen mee
Jullie vergezellen? La Fere estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
de Vannes.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij --respondió el preladoKerkvoogd
Prelaat; --esta nocheAvond
Nacht tengo una citaIk heb een afspraak en ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedoIk kan
Ik mag alejarmeVerwijderen
Verwijderen van
Weghouden van sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
que se resientan gravesBedenkelijk
Bedenkelijke
Belangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Jij/je slaat aan
Voornaam
Voorname
Zorgbarend
Zorgbarende
Zorgwekkend
Zorgwekkende
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes.
EntoncesDan
Dus
Toen, --dijo Athos, --dejad que osJe
Jullie abraceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademt
Ik omarm
Ik omhels
Ik omvadem
Omarmt u!
Omhelst u!
Omvademt u! y me vayaIk ga af
Ik ga weg
Ik vertrek
Ik verwijder me. SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Baisemeaux, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen por vuestraJullie
Uw
Van jullie
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin, y, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk, por la muestraAdstructie
Betuiging
Bewijs
Blijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Monster
Proef
Proefstuk
Specimen
Spreid tentoon!
Staal
Staaltje
Teken
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs! que de lo queDat wat
Wat se comeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet op
Men eet en la Bastilla meMe
Mij habéisJullie hebben
Jullie zijn dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend.
Athos abrazóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademde a Aramis y estrechóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte la manoDe hand del gobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende, que leHaar
Hem
Het
U desearonZij/ze ambieerden
Zij/ze aspireerden
Zij/ze begeerden
Zij/ze dongen naar
Zij/ze haakten naar
Zij/ze hadden trek in
Zij/ze hunkerden
Zij/ze jaagden na
Zij/ze joegen na
Zij/ze smachtten
Zij/ze smachtten naar
Zij/ze snakten naar
Zij/ze streefden na
Zij/ze streefden naar
Zij/ze verkozen
Zij/ze verlangden
Zij/ze wensten el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht, y salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit conDoor
Met
Per
Samen met
D'Artagnan.
MientrasTerwijl en la Bastilla teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast suHaar
Hun
Uw
Zijn desenlaceOntknoping la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel iniciadaBegonnen
De stoot gegeven tot
Het initiatief genomen tot
Ingewijd en palacioPaleis, digamosLaten we opgeven
Laten we spreken
Laten we zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen lo queDat wat
Wat pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek en casa deAan
Bij
Ten huize van
Athos y en la de Bragelonne.
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta, Grimaud acompañóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelde a suHaar
Hun
Uw
Zijn amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon a ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs, asistió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woonde bij la salidaAfgereden
Afname
Afrit
Aftrek
Afvaart
Afzet
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Omzet
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgang
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Uitweg
Verschenen
Vertrek
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden de Athos, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je D'Artagnan
se mordíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knauwde
Ik beet
Ik beitste
Ik hapte
Ik knauwde los bigotesBaarddraden
Knevels
Snorren, y cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je suHaar
Hun
Uw
Zijn amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon subía aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Ik beklom
Ik besteeg
Ik ging naar boven
Ik klom
Ik rees
Ik stapte in
Ik steeg la carrozaKoets
Praalwagen
Roef
Statiekoets, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn interrogadoOndervraagd la fisonomíaAangezicht
Gelaatstrekken de
los dosAlle twee de
Allebei
Beide amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden, a quienesDie
Personen
Wie conocíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik leerde kennen
Ik maakte kennis
Ik was bekend met
Ik wist
Ik/hij kende de fechaDagteken!
Dagtekening
Dateer!
Datering
Datum
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dagtekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dateert bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! haberBezitting
Hebben
Zijn comprendidoBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan alNaar de
Naar het través deDoor
Door ... heen
Doorheen
Via la máscaraDekmantel
Gemaskerde
Masker
Mom
Mombakkes
de suHaar
Hun
Uw
Zijn impasibilidad, que pasabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat gravísimo.
Grimaud recordóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist nog la singularEnig
Enige
Enkelvoud
Singulier
Singuliere
Uniek
Unieke
Wonderlijk
Wonderlijke maneraManier
Trant
Wijze conDoor
Met
Per
Samen met que suHaar
Hun
Uw
Zijn amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon leHaar
Hem
Het
U dijeraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei adiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel, la turbaciónBenardheid
Hinder
Knelpunt
Penarie
Verlegenheid, imperceptibleNiet waarneembaar paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
cualquieraWat dan ook
Wie dan ook otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, de aquelDat
Die hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent de tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere entendimientoBegrip
Denkvermogen
Menselijke rede
Verstand y de voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer inquebrantable. Grimaud
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist que Athos noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand llevadoAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que la ropaKleding
Kleren puestaAan de praat gekregen
Aandoen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Inschakelen
Insmeren
Leggen
Neergelegd
Neergezet
Neerleggen
Neerzetten
Op gang gebracht
Opbrengen
Opdoen
Opgebracht
Opgelegd
Opleggen
Plaatsen
Smeren
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Worden
Zetten, y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, leHaar
Hem
Het
U parecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als que Athos noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank partíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Ik brak af
Ik deelde
Ik ging op weg
Ik ging weg
Ik splitste
Ik splitste op
Ik stapte op
Ik startte
Ik toog
Ik verdeelde
Ik vertrok
por una horaTijd
Uur, niEn niet
Evenmin
Noch por un díaDag
Etmaal.
ComprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta el enigmaPuzzel
Raadsel --dijo Grimaud. --La muchachaGriet
Meid
Meisje
Wicht haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet de las suyasVan haar
Van hem
Van hen
Van u. Lo queDat wat
Wat dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen de ellaHaar
Ze
Zij y
del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid. MiMi
Mijn jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille amoAanvoerder
Baas
Chef
Gebieder
Heer
Hoofd
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Meester
Opperhoofd
Patroon haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden engañadoBedot
Bedrogen
Beduveld
Beetgenomen
Gesmokkeld
Misleid
Om de tuin geleid
Verlakt. ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge! ¡DiosGod
Godheid míoMijne
Van mij! El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer condeGraaf haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ido aGegaan naar verBekijken
Kijken
Zien alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst y leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk de una hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs ciento100
Honderd, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is enviadoAfgezonden
Gedaan toekomen
Gestuurd
Gezonden
Geëxpedieerd
Opgestuurd
Opgezonden
Uitgestuurd
Verstuurd
Verzonden
Weggestuurd
Weggezonden alNaar de
Naar het señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de D'Artagnan para queOpdat
Zodat arreglaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arrangeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht terecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstelde
Ik arrangeerde
Ik bracht terecht
Ik herstelde
Ik knapte op
Ik maakte
Ik maakte in orde
Ik ordende
Ik regelde
Ik repareerde
Ik richtte aan
Ik richtte in
Ik ruimde
Ik ruimde op
Ik schikte
Ik verhielp
Ik verstelde el asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak...
¡el condeGraaf haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is regresadoTeruggekeerd
Teruggekomen
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weeromgekomen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard!
SemejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke descubrimientoOntdekking hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit subirBeklimmen
Bestijgen
Hoger zetten
In de trein stappen
Instappen
Klimmen
Naar boven brengen
Naar boven dragen
Naar boven gaan
Omhoog gaan
Opgaan
Opkomen
Opstaan
Rijzen
Stijgen
Verrijzen
Wassen el sudorGeploeter
Zweet a la frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde del honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd Grimaud; el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat, dejándoseTerneergeslagen wordend
Zich aan iets wijdend
Zich overgevend
Zich verwaarlozend de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
conjeturaGis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedt
Vermoed!
Vermoeden, se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd el sombreroHoed y se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich volandoVliegend a casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! de Raúl.
EN DONDEWaarin PORTHOS SE CONVENCEHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtuigt zich SINGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te HABERBezitting
Hebben
Zijn COMPRENDIDOBegrepen
Beseft
Bevat
Gesnapt
Gevat
Omvat
Verstaan
El dignoWaardig
Waardige Porthos, fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe a las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten de la caballeríaCavalerie
Paardenvolk
Ruiterij
Wisselruiterij antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude, se decidióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besliste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam zich voor a aguardarAfwachten
Te wachten staan
Verwachten
Wachten a Saint-Aignán hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la
puesta del solZonsondergang. Y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals Saint-Aignán noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond in de
schuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verschuldigd
Ik behoorde te
Ik diende
Ik had te danken
Ik hoorde
Ik moest
Ik stond in de
schuld
Ik was schuldig
Ik was verplicht om
te
Ik was verschuldigd comparecerVerschijnen y Raúl se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
iemand olvidadoAfgeleerd
Vergeten
Verleerd de avisarMelden
Waarschuwen a suHaar
Hun
Uw
Zijn padrinoDoopgetuige
Doopheffer
Peet
Peetoom
Peetvader
Peter,
y la centinelaSchildwacht
Wacht empezabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
Ik begon
Ik brak aan
Ik ging in
Ik sneed aan
Ik ving aan a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde y penosaSmartelijk
Smartelijke, Porthos se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd servirAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn por el guardaBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaakster
Bewaar
Bewaar!
Bewaarder
Bewaarster
Bewaker
Heb de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoed!
Hoeder
Hoedster
Let op!
Pas op!
Waak over!
Wacht
Wachter de una puertaDeur
Poort
Portier algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
botellasFlessen de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn y carneVlees, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden a lo menosAlthans
Minimaal
Minstens
Ten minste la distracciónAfleiden
Afleiding
Ontspanning
Verstrooien
Verstrooiing
Verzet
Verzetje de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren saltarBarsten
Een sprong doen
In de lucht springen
In het oog springen
Losspringen
Ontploffen
Openspringen
Opspringen
Opspuiten
Overslaan
Springen
Te binnen schieten
Uitschieten
Uitvallen
Uitvaren
Van een hoogte springen de tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd en tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd un
corchoKurk y tirarGooien
Omverwerpen
Paffen
Schieten
Trekken
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen
Vuren
Weggooien un bocadoBit
Gebit
Hap
Mondstuk. Y habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven a las últimasAchterste
Jongstleden
Laatste migajasKruimels, cuandoAls
Tijdens
Wanneer Raúl y Grimaud llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven a escape(Het) ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ik ontga
Ik ontkom
Ik ontsnap
Lekken
Ontgaan
Ontgaat u!
Ontkomen
Ontkomt u!
Ontsnappen
Ontsnapping
Ontsnapt u!
Ontvluchten
Uitlaat
Uitlaatpijp.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |