En tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, que los dosAlle twee de
Allebei
Beide
estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten
transportadosGetransponeerd
Getransporteerd
Gevoerd
Overgebracht
Vervoerd
, el padrePater
Vader
de
Leonora envió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde aan llamarAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
a un escribanoKlerk
Schrijver
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
suyoVan haar
Van hem
Van hen
Van u
, el cualDat
De welke
Die
Hij die
Wat
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
a
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
hijaDochter y yernoSchoonzoon en suHaar
Hun
Uw
Zijn
acuerdoAfspraak
Akkoord
Beslissing
Besluit
Betrekking
Dunk
Ik accordeer
Ik ben het eens
Ik geef toe
Ik herinner aan
Ik kom overeen
Ik stem
Ik stem toe
Ik verzoen
Ik vind goed
Inrichting
Maat
Maatregel
Mening
Omgang
Opinie
Overeenkomst
Overeenstemming
Regeling
Schikking
Uitspraak
Verband
Verbintenis
Verdrag
Verhouding
Verkeer
Verstandhouding
Visie
Wijzing
Zetting
Zienswijze
. HizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit

CarrizalesEcht riet suHaar
Hun
Uw
Zijn
testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking
en la maneraManier
Trant
Wijze
que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
declararAangeven
Bekennen
Betuigen
Declareren
Een verklaring afleggen
Erkennen
Toegeven
Verklaren
el
yerroAbuis
Dwaling
Fout
Ik dool
Ik dool rond
Ik dwaal
Ik dwaal rond
Ik maak een fout
Ik vergis me
Ik waar
Ik zit ernaast
Ik zwerf
Vergissing
de Leonora, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de que por buenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
respectosBetrekkingen
Verhoudingen
leHaar
Hem
Het
U
pedía(Hij) vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
Ik bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vraagde om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om
y rogabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Ik riep in
Ik smeekte
Ik verzocht
Ik vraagde
Ik vraagde aan
Ik vroeg
Ik vroeg aan


se casaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in het
 huwelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwde
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
acasoToeval
Toevalligheid
élHem
Hij
murieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overleed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stierf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmachtte
Ik ging dood
Ik overleed
Ik stierf
Ik verscheidde
Ik versmachtte
, conDoor
Met
Per
Samen met
aquelDat
Die
mancebo que élHem
Hij
la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
en secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
estoDeze
Dit
oyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Leonora, se arrojóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit
a los piesPoten
Voeten
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
y, saltándole el corazónHart
Klokhuis
en el pechoBoezem
Borst
, leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

-VividLeef!
Woon!
vosGe
Gij
Je
Jij
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
añosJaren, miMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
y miMi
Mijn
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, que, puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak

que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht
a creermeDenken
Geloven
Houden voor
Menen
ninguna cosaNiemendal
Niets
Nihil
Niks
de las queWie
Zij die
osJe
Jullie
dijereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zeggen
Ik zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
,
sabedKen!
Smaak!
Weet!
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ofendidoBeledigd
Gegriefd
Gekrenkt
Verongelijkt
sinoDoch
Echter
Maar
conDoor
Met
Per
Samen met
el pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje
.

Y, comenzandoAanbindend
Aanbrekend
Aanvangend
Beginnend
Beginnend met
Ingaand
a disculparseZich verontschuldigen y a contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
por extensoGroot
Grote
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
del
casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
 echt
Naamval
Zaak
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
moverBewegen
Roeren
Verroeren
la lenguaSchar
Taal
Tong
y volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
desmayarseBewusteloos raken
Bezwijmen
Flauwvallen
In zwijm vallen
. AbrazólaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademde
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig

desmayadaBewusteloos
Bewusteloze
De moed verloren
Een flauwte gedaan krijgen
In zwijm gedaan vallen
Versaagd
el lastimadoGekwetst
Gewond
Pijn gedaan
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
; abrazáronla susHaar
Hun
Uw
Zijn
padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders
; lloraronZij/ze bejammerden
Zij/ze betreurden
Zij/ze beweenden
Zij/ze huilden
Zij/ze kreten
Zij/ze schreiden
Zij/ze weenden
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
amargamente, que obligaronZij/ze drongen op
Zij/ze dwongen
Zij/ze forceerden
Zij/ze noodzaakten
Zij/ze verplichtten
y aunKattenklauw
Nog
Zelfs
forzaronZij/ze deden geweld aan
Zij/ze dwongen
Zij/ze forceerden
Zij/ze noodzaakten
Zij/ze randden aan
Zij/ze verkrachtten
Zij/ze verplichtten
a que en ellasHen
Ze
Zij
lesHen
Hun
U

acompañaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelde
Ik accompagneerde
Ik begeleidde
Ik ging mee
Ik liep mee
Ik vergezelde
el escribanoKlerk
Schrijver
que hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
el testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking
, en el cualWaarop dejó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte met
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
a todas lasAlle criadasDienaressen
Dienstboden
Dienstbodes
Dienstmaagden
Dienstmeisjes
Gefokt
Kameniers
Kameniersters
Kamermeisjes
Meiden
Opgefokt
Opgevoed
Soubrettes
de casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, horras las esclavasSlavinnen y el negroHet donkere
Het zwarte
, y a
la falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
de Marialonso noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
que la pagaBetaal uit!
Betaal!
Dok!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Keer uit!
Stort!
Voldoe!
de suHaar
Hun
Uw
Zijn

salarioBezoldiging
Gage
Loon
Salaris
Traktement
Verdienste
Wedde
; masDoch
Echter
Maar
Plus
, seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
lo queDat wat
Wat
fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn
, el dolorPijn
Smart
Wee
Zeer
leHaar
Hem
Het
U
apretóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze preste
de manera queZó dat alNaar de
Naar het

seteno díaDag
Etmaal
leHaar
Hem
Het
U
llevaron aZij/ze namen mee naar
Zij/ze namen mee voor
la sepulturaBegrafenis
Begraven
Graf
Grafkuil
Grafstede
Teraardebestelling
.

Quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Leonora viudaOester
Weduwe
, llorosaHuilerig
Huilerige
y ricaFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
; y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
Loaysa esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit

que cumplieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volbracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was jarig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik keek toe
Ik kwam na
Ik leefde na
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik verrichtte
Ik vervulde
Ik voerde uit
Ik volbracht
Ik voltrok
Ik was jarig
Ik zag toe
lo queDat wat
Wat
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
élHem
Hij
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking

dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
 steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde
mandadoAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven
, vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
que dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
una semanaWeek se entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
monjaNonvlinder en
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
recogidosBinnengehaald
Geraapt
Opgehaald
Opgeraapt
Teruggetrokken
Verzameld
monasteriosKloosters de la ciudadPlaats
Stad
. ÉlHem
Hij
, despechado y
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
corridoGehold
Geracet
Gerend
Gesneld
Gesprint
Hardgelopen
, se pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging heel ver
 weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te ver
 in figuurlijke zin
a las IndiasBlauw
Blauwe
Indiaans
Indiaanse
Indisch
Indische
Indië
. QuedaronZij/ze bevonden zich
Zij/ze bleven
Zij/ze pasten
Zij/ze raakten in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spraken af
Zij/ze stonden
Zij/ze waren
los padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders
de Leonora
tristísimos, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
se consolaronZij/ze troostten
Zij/ze vertroostten
conDoor
Met
Per
Samen met
lo queDat wat
Wat
suHaar
Hun
Uw
Zijn
yernoSchoonzoon lesHen
Hun
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van

y mandadoAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
testamentoTestament
Uiterste wil
Verbond
Wilsbeschikking
. Las criadasDienaressen
Dienstboden
Dienstbodes
Dienstmaagden
Dienstmeisjes
Gefokt
Kameniers
Kameniersters
Kamermeisjes
Meiden
Opgefokt
Opgevoed
Soubrettes
se consolaronZij/ze troostten
Zij/ze vertroostten
conDoor
Met
Per
Samen met
loDe
Hem
Het
U

mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
, y las esclavasSlavinnen y esclavoSlaaf conDoor
Met
Per
Samen met
la libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
; y la malvadaPervers
Perverse
Verdorven
de la
dueñaEigenares
Meesteres
, pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
y defraudadaGefraudeerd
Geknoeid
Gezwendeld
de todosAller-
Ieders
susHaar
Hun
Uw
Zijn
malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes
.

Y yoEgo
Ik
quedéIk bevond me
Ik bleef
Ik paste
Ik raakte in een
 bepaalde toestand
Ik sprak af
Ik stond
Ik was
conDoor
Met
Per
Samen met
el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
al finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
desteJij/je brengt op
Jij/je brengt toe
Jij/je geeft
Jij/je geeft aan
Jij/je kent toe
Jij/je verleent
sucesoBelangrijke gebeurtenis
Belevenis
Evenement
Feit
Gebeurde
Gebeurtenis
Voorgevallene
: ejemploExempel
Toonbeeld
Voorbeeld
y
espejoSpiegel de loDe
Hem
Het
U
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
que hay queMen moet fiarBorg blijven voor
Borg zijn voor
In vertrouwen mededelen
Op krediet verkopen
Toevertrouwen
de llavesAccolades
Moersleutels
Schroefsleutels
Sleutels
, tornosDraaibanken
Draaischijven
Gangspillen
Lieren
Windassen
Windspillen
y paredesMuren
Wanden
cuandoAls
Tijdens
Wanneer

queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
; y de loDe
Hem
Het
U
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
que hay queMen moet confiarToevertrouwen
Vertrouwen
Vertrouwen hebben in
de verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
y
pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
añosJaren, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
lesHen
Hun
U
andanZij/ze gaan
Zij/ze gaan te voet
Zij/ze gaan voort
Zij/ze leggen af
Zij/ze lopen
Zij/ze nemen deel aan
Zij/ze wandelen (snel)
Zij/ze werken
alNaar de
Naar het
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
exhortacionesAanmaningen
Aansporingen
Vermaningen
Waarschuwingen
destasDe=
Aan
Dat van
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
dueñasEigenaressen
Meesteressen
de
monjil negroNeger
Zwart
Zwarte
y tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
, y tocasJij/je beroert
Jij/je gaat
Jij/je gaat over
Jij/je klept
Jij/je klinkt
Jij/je komt aan
Jij/je raakt
Jij/je raakt aan
Jij/je roert aan
Jij/je slaat
Jij/je speelt
Jij/je speelt voor
Jij/je toucheert
Jij/je voert uit
Jij/je zit aan
Kappen
Kornetten
Mutsen
blancasBlank
Blanke
Wit
Witte
y luengas. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Ben!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats!
quéWat
Welke
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was

la causaDe oorzaak que Leonora noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ahínco enIk blijf bij
Ik volhard in
desculparse, y dar aUitzien op
entenderAanvoelen
Begrijpen
Beseffen
Bevatten
Snappen
Vatten
Verstaan
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
celosoJaloers
Jaloerse
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
cuánHoe limpiaGelouterd
Gepoetst
Gereinigd
Gesnoeid
Gezuiverd
Helder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loutert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert
Louter
Louter!
Loutere
Maak schoon!
Netto-
Opgewreven
Poets!
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinig!
Schone
Schoon
Schoongemaakt
Snoei!
Wrijf op!
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuiver!
Zuivere
y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ofensaAffront
Beledigen
Belediging
Grieven
Krenken
Krenking
Smaad
Verongelijken
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
 geraakt
Zich bevonden

en aquelDat
Die
sucesoBelangrijke gebeurtenis
Belevenis
Evenement
Feit
Gebeurde
Gebeurtenis
Voorgevallene
; peroDoch
Echter
Maar
la turbaciónBenardheid
Hinder
Knelpunt
Penarie
Verlegenheid
leHaar
Hem
Het
U
atóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbond
la lenguaSchar
Taal
Tong
, y la priesa que se
dio aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit op morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
suHaar
Hun
Uw
Zijn
maridoEchtgenoot
Gemaal
Man
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dio lugar aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakte
suHaar
Hun
Uw
Zijn
disculpaExcuseer!
Excuus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze excuseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontschuldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschoont
Verontschuldig!
Verontschuldiging
Verschoning
Verschoon!
.

El celosoJaloers
Jaloerse
extremeñoUit extremadura
Van extremadura


CervantesCervantes Saavedra, MiguelMichaël de

DiseñoDesign
Ik ontwerp
Ontwerp
y digitalización: Copyright © UniversidadAcademie
Algemeenheid
Universeelheid
Universiteit
de AlicanteAlicante, BancoBank
Bok
Ezel
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Werkbank

SantanderSantander CentralCentraal
Centrale
Essentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Hoofd-
Hoofdkantoor
Middelste
Van het middelpunt
Hispano 1999-2001

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->