EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
TorrijasSuikertoastjes
Toasten
Toasts
Wentelteefjes
Ingredientes:11
Een huevoEi
2525
Vijfentwintig gramosGrammen de azúcarSuiker
11
Een cucharillaLepeltje
Theelepeltje de canela en polvoKaneelpoeder
22
Twee 11
Een/22
Twee decilitrosDeciliters
Maatjes de lecheMelk
1010
Tien rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën de pan blancoWit brood
Witbrood
Wittebrood duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
Taaie
5050
Vijftig gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter o margarinaMargarine
azúcarSuiker
Preparación:
BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem conDoor
Met
Per
Samen met la canelaDe/het kaneel, la lecheDe melk y el azúcarDe suiker. QuitarleVerwijderen la cortezaDe bast
De boomschors
De dop
De schaal
De schil
De schors a las rebanadasDe boterhammen
De sneden
De sneetjes
De sneeën de panBrood
Mik
Pan y cortarlasSnijd ze en formaZodanig diagonalDiagonaal
Diagonale
Hoeklijn. PasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan los triángulosDe driehoeken
De triangels uno a unoÉén voor één por la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren de huevoEi. AmontonarOpstapelen las rebanadasDe boterhammen
De sneden
De sneetjes
De sneeën y echarlesDoe er bij el restoDe rest
De stomp
De stronk de la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren de huevoEi hasta queTot
Totdat el panDe mik
Het brood esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart empapadoDoordrenkt
Doorweekt
Doorweekte
Gesopt
Ingedompeld
Ingedoopt
Opgeslorpt. DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de mantequillaBoter
Roomboter o margarinaMargarine en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan y cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!, freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten las rebanadasDe boterhammen
De sneden
De sneetjes
De sneeën por ambos ladosAan beide kanten
Aan weerskanten
Aan weerszijden
Beiderzijds, hasta queTot
Totdat se doren(Zij) worden bruin
Zij/ze worden bruin. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten las torrijasDe suikertoastjes
De toasten
De wentelteefjes en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput y servirlasDien ze op calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme conDoor
Met
Per
Samen met azúcarSuiker.
TorrijasSuikertoastjes
Toasten
Toasts
Wentelteefjes
Ingredientes:PanBrood
Mik
Pan
LecheMelk de chufaAardamandel
Cypergras
Knolcyperus
Tijgernoot o sojaSoja
HuevoEi
FructosaFructose o concentradoAaneengesloten
Concentraat
Gebonden
Geconcentreerd
Geconcentreerde
Verdicht de manzanaAppel
Huizenblok o mielHonig
Honing
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal lecheMelk de chufaAardamandel
Cypergras
Knolcyperus
Tijgernoot o siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se prefiereMen prefereert de sojaSoja. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren el panDe mik
Het brood en rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y mojarBetten
Bevochtigen
Deppen
Indompelen
Indopen
Mouilleren
Nat maken
Soppen en la lecheDe melk, pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan por huevoEi y freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren conDoor
Met
Per
Samen met fructosaFructose o conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de concentradoAaneengesloten
Concentraat
Gebonden
Geconcentreerd
Geconcentreerde
Verdicht de manzanaAppel
Huizenblok para queOpdat
Zodat seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus digestivasDigestief
Digestieve. El panDe mik
Het brood mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt del día anteriorVoorgaande dag.
De los siguientes palabras hay una foto:
Manzana Manzana Manzana Manzana