(Zea mays)
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un granoEen graan
Een grein
Een koren
Een korrel
Een kraal
Een mee-eter
Een pit
Een puistje
Een zaadje
Een zaadkorrel sumamenteHoogst
Uiterst versátilVeelzijdig
Veelzijdige del que se extraenMen haalt uit muchosVeel
Vele
Zeer
Zere derivadosAfgeleid
Afgeleide
Afgetapt
Derivaten útilesBevorderlijk
Bevorderlijke
Bruikbaar
Bruikbare
Dienstig
Dienstige
Geschikt
Geschikte
Nuttig
Nuttige. Se obtieneVerkrijgt men enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige o en granosIn korrels partidosAchterbannen
Afgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Kampen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Partijen
Stemmen
Verdeeld
Vertrokken
Wedstrijden
Weggegaan, se encuentranZij/ze bevinden zich
Zij/ze komen elkaar tegen
Zij/ze maken het
Zij/ze treffen elkaar
Zij/ze zijn gesteld muchasVeel
Vele
Zeer
Zere variedadesAfwisselingen
Variaties
Variëteiten
Verscheidenheden y tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast variosDiverse
Ettelijke
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende derivadosAfgeleid
Afgeleide
Afgetapt
Derivaten: el maízDe maïs paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! forrajeFoerage
Voeder
Voer animalBeest
Dier, la variedadDe afwisseling
De variatie
De variëteit
De verscheidenheid
Het afwisselen
Het variëren
Het werken duraBeklijf!
Blijf aan!
Blijf!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
Taaie que se mueleMen maalt hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una harinaEen bloem
Een meel; las palomitasDe duifzwammen
De gele ridderzwammen
De popcorns
De witte duifridderzwammen, que tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast un revestimiento duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
Taaie que almacenaBerg!
Herberg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Sla op! aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! (esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats estoDeze
Dit lo queDat wat
Wat explotaBaat uit!
Buit uit!
Exploiteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exploiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze melkt uit
Melk uit! cuandoAls
Tijdens
Wanneer se calientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt opgewonden
Men verwarmt); el granoDe korrel
De kraal
De mee-eter
De zaadkorrel
Het graan
Het grein
Het koren
Het puistje
Het zaadje de maízMaïs que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast una finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere capaCastreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak exteriorAan de buitenkant
Buiten-
Buitenkant
Buitenste
Buitenzijde
Extern
Externe
Uiterlijk
Uiterlijke
Uitwendig
Uitwendige en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil a las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden que sirveBaat!
Bedien!
Ben geschikt!
Ben van dienst!
Bewijs een dienst!
Deug!
Dien op
Dien op!
Dien!
Dient
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Kaart aan!
Serveer! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren sémolaGort
Griesmeel
Grut
Grutten. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige nutritivoVoedzaam
Voedzame, peroDoch
Echter
Maar esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende agenteAgens
Agent
Broker
Dealer
Effectenmakelaar
Spion
Vertegenwoordiger espesanteDikmaker
Verdikkingsmiddel. La sémolaDe gort
Het griesmeel
Het grut
Het grutten esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una variedadEen afwisselen
Een afwisseling
Een variatie
Een variëren
Een variëteit
Een verscheidenheid
Een werken de harina de maízMaïsmeel
Maïzena muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finamenteFijn
Keurig molidaGekweld
Gemalen
Vermalen que se usaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gebruikelijk
Wordt gebruikt principalmenteHoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk en salsasDipsausen
Dipsauzen
Sausen
Sauzen
Soppen y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! espesarBinden
Dikker maken
Verdikken sopasSoepen y estofadosGesmoord
Gesmoorde
Gestoofd
Gestoofde
Stoofpotten. MezclándolaHet vermengend hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla eEn hirviéndolaHet kokend, se preparaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich op
Men bereidt una gelatinaEen e441
Een gelatine
Een gelei claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere. La harina de maízDe maïzena
Het maïsmeel, molidaGekweld
Gemalen
Vermalen en polvoIn poedervorm, sirveBaat!
Bedien!
Ben geschikt!
Ben van dienst!
Bewijs een dienst!
Deug!
Dien op
Dien op!
Dien!
Dient
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Kaart aan!
Serveer! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren papillaBrij
Moes
Pap
Papje y se usaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gebruikelijk
Wordt gebruikt en pastelesBaksels
Gebakjes
Pasteien
Pastels
Pastellen
Taarten
Taartjes y postresDesserten
Desserts
Nagerechten
Toespijzen
Toetjes. La polentaDe maïspap
De polenta esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats parecidaEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Toegeschenen
Voorgekomen a la harina de maízDe maïzena
Het maïsmeel, peroDoch
Echter
Maar suHaar
Hun
Uw
Zijn texturaStructuur
Textuur
Weefsel esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere y granulosaKorrelig
Korrelige comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la semolina. En ItaliaItalië se leHaar
Hem
Het
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam alNaar de
Naar het platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs basadoGebaseerd
Gegrond en estaDeze
Dit varianteAfwijkende lezing
Lezing
Variabele
Variant
Variatie
Variëteit. Se puedeMen kan servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals guarniciónBeslag
Bezetting
Garnering
Garnituur
Garnizoen
Stelletje de verdurasGroenten
Groentes, fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit o a la parrillaGegrild
Van de grill, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts conDoor
Met
Per
Samen met
cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop. El maíz dulceDe suikermaïs se usaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gebruikelijk
Wordt gebruikt comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals hortalizaGroente
Groenten. La harina integralHet volkorenmeel de maízMaïs tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast un contenidoEen inhoud bajo deIk haal van glutenGluten, de manera queZó dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fermentaFermenteer!
Gist!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fermenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat gisten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Laat gisten!
Werk! el panDe mik
Het brood. Se puedeMen kan usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken espolvoreadaBepoederd
Bestrooid
Bestrooide sobre elOp de
Op het panBrood
Mik
Pan antes deAlvorens te
Voor meterloStoppen en el hornoDe kachel
De oven o sobre laOp de
Op het superficieBuitenzijde
Oppervlak
Oppervlakte
Vlak untadaAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt de mantequillaBoter
Roomboter de la fuenteDe bron
De fontein
De schaal
De schotel
De welput
Het bekken
Het opdienbord o láminaBlad
Folie
Lamel
Mesje
Plaatje de reposteríaBanketbakkersvak
Desserts
Toetjes paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! facilitarBezorgen
Fourneren
Mogelijk maken
Vergemakkelijken
Verschaffen suHaar
Hun
Uw
Zijn vaciadoAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Geleegde
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Uitgehaald
Uitgehold posteriorAchter-
Achterste
Later
Latere
Plaats hebbend
Volgend
Volgende. -BajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware en grasasSmeren
Vet
Vette
Vetten. AltoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven contenidoAfgehouden
Bedwongen
Behelsd
Beteugeld
Betoomd
Bevat
Gehouden
Geïmpliceerd
In toom gehouden
Ingehouden
Ingetoomd
Inhoud
Onthouden
Onttrokken
Vervat
Weggehouden en fibraVezel, hidratos de carbonoKoolhydraten, proteínasEiwitten
Proteïnen
Proteïnes, hierroIjzer
Ik besla, niacinaE375
Niacine
Nicotinezuur
Vitamine b3 y vitamina B1Tiamine
Vitamine b1.
EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
- Maíz asado
- Tamales verdes de la ciudad de méxico
- Tamales de elote
- Pozole
- Tamales chiapanecos
- Arepa de Maíz
- Frangollo (locro de maíz triturado)
- Tamales de pollo
- Tamales de pipián
- Empanadas de pipián
- Natilla antioqueña
- Buñuelos
- Tamales tolimenses
- Almojábanas
- Natilla
- Tamales antioqueños
- Arroz "criollo" (o "paisa")
- Ensalada china
- Ensalada china
- Torta de elote o tarta de maíz
- Cocas de dacsa (maíz)
- Torta de jojoto
- Chupe de queso
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Maíz
MaízMaïs asadoBraadstuk
Gebraad
Gebraden
Gebraden vlees
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde
Ingredientes:66
Zes mazorcasMaïskolven
Pluimen de maízMaïs tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
66
Zes trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken de margarinaMargarine
Preparación:
11
Een. CalienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! el hornoDe kachel
De oven a fuego altoHoog vuur.
22
Twee. DeshojeOntblader, laveDoet u de was!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet de was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast uit
Ik doe de was
Ik loog
Ik was
Ik was af
Ik was uit
Loogt u!
Was
Wast u af!
Wast u uit!
Wast u! y sequeDroog
Droogt u af!
Droogt u uit!
Droogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
Maakt u droog!
Veegt u af!
Veegt u!
Wist u af!
Wist u! las mazorcasDe pluimen.
33
Drie. ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! las mazorcasDe pluimen sobre unBovenop een
Op een rectánguloRechthoek de papel aluminioAlufolie conDoor
Met
Per
Samen met un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de margarinaMargarine, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper. EnvuelvaBakert u in!
Bakert u!
Betrekt u bij!
Brengt u met zich
mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt met zich
mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strengelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt in
Ik baker
Ik baker in
Ik betrek bij
Ik breng met me
mee
Ik impliceer
Ik pak
Ik pak in
Ik rol op
Ik sluit in
Ik strengel
Ik verpak
Ik wikkel
Ik wind
Ik zwachtel in
Impliceert u!
Pakt u in!
Pakt u!
Rolt u op!
Sluit u in!
Strengelt u!
Verpakt u!
Wikkel
Wikkelt u!
Windt u!
Zwachtelt u in! completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig conDoor
Met
Per
Samen met el papelDe rol
Het papier.
44
Vier. ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! las mazorcasDe pluimen en una charola y horneeBak
Bakt u!
Doe in de oven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Ik bak unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 3030
Dertig minutosMinuten. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met chile piquínEs el chile más pequeño, más conocido y quizás más picoso. Es de color verde y se vuelve rojo al madurar. Se utiliza para muchas clases de salsas. o bañarBaden
Dompelen
In bad doen
Overgieten
Wassen conDoor
Met
Per
Samen met gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
Podagra's de limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon.
De los siguientes palabras hay una foto:
Limón Maíz Pimienta
TamalesTamales verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes de la ciudadDe plaats
De stad de méxicoMexico
Mexico-stad
Ingredientes:11
Een kg de harina de maízMaïsmeel
Maïzena preparadaAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid.
22
Twee cucharaditasTheelepeltjes de polvosGruizen
Poeders
Stoffen
Toiletpoeder paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hornearBakken.
½ kg de manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet.
11
Een polloKip
Kippenvlees
Kuiken en caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat.
½ kg de tomatesTomaatplanten
Tomaten verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes.
33
Drie chilesCayennepepers
Chilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Spaanse pepers
Tabascopepers verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes serranosSchriftbaarzen
Uit de bergen.
11
Een pedazoBonk
Brok
Eindje
Homp
Stuk
Stukje de cebollaAjuin
Bloembol
Ui.
11
Een dienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet van tanden
Ik voorzie van tanden
Tand
Teentje
Teentje (knoflook)
Voorziet u van tanden! ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look.
11
Een ramitoTakje de hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de cilantroChinese peterselie
Ketoembar
Koriander.
HojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de maízMaïs,(el númeroHet aantal
Het getal
Het lot
Het numero
Het nummer depende deBen afhankelijk van!
Hang af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk van la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte de tamalesTamales)
Preparación:
PonBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken a cocerBakken
Koken y déjalaLaat het enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! deshebrarloHet uit te rafelen. El pollo cocidoDe gekookte kip en caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat secarAfdrogen
Afvegen
Afwissen
Drogen
Droogmaken
Uitdrogen
Vegen
Wissen y enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! poderloHet te kunnen deshebrarUitrafelen. ReservarBespreken
Bestellen
Boeken
Intekenen
Openhouden
Reserveren
Vrijhouden
Wegzetten el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat.
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop:
Los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten se hiervenMen kookt y posteriormenteDaarna
Later se muelenMen maalt conDoor
Met
Per
Samen met el cilantroDe chinese peterselie
De ketoembar
De koriander, chileCayennepeper
Chili
Chilipeper
Lombok
Paprika
Pepperoni
Spaanse peper
Tabasco
Tabascopeper, cebollaAjuin
Bloembol
Ui y ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, todo estoDit alles bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen se fríeBakt men
Men bakt conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de mantecaReuzel
Spek y se le agregaMen voegt eraan toe
Men voegt toe un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat en el queWaarin se cocieronMen kookte los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de caldo de polloKippenbouillon; se sazonaMen brengt op smaak conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y se agregaMen voegt toe el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken deshebradoUitgerafeld
Uitgerafelde; dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! espesarBinden
Dikker maken
Verdikken un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat y apágaloZet het uit para queOpdat
Zodat enfríeAfkoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat afkoelen
Ik koel
Ik koel af
Ik laat afkoelen
Koelt u af!
Koelt u!
Laat u afkoelen!.
Por otro ladoOverkant
Overzijde, bateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houw!
Klap!
Klop
Klop!
Mep!
Roer door!
Roer om!
Roer!
Sla! la mantecaDe reuzel hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs cremarlaRomig worden, y agregaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Voeg toe
Voeg toe! poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan la harinaDe bloem
Het meel conDoor
Met
Per
Samen met el polvoHet gruis
Het pulver paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hornearBakken y el caldo de gallinaDe kippenbouillon; la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte de harinaBloem
Meel que añadirásJe zult toevoegen
Jij/je zal aanbrengen
Jij/je zal bijdoen
Jij/je zal bijleggen
Jij/je zal bijmengen
Jij/je zal bijvoegen
Jij/je zal toegeven
Jij/je zal toevoegen será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn la necesariaBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dejes deJij/je stopt met batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan.
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! saberKennen
Smaken
Weten siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! listaBand
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderel
Cedel
Ceel
Ceintuur
Deelnemerslijst
Gerede
Gereed
Keuzelijst
Klaar
Klare
Lijst
Loonstaat
Menu
Presentielijst
Rap
Rappe
Reep
Rol
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaart
Staat
Streep
Strook
Tabel
Vlug
Vlugge
Wapenbalk, ponBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! un pedacitoStukje de ellaHaar
Ze
Zij en un vasoEen drinkglas
Een glas
Een pot
Een pul
Een vaas
Een vat, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals flota(Het) drijft
Dobber!
Drijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dobbert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlot
Vloot
Vlot!, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en su puntoMedium gebakken.
Las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de maízMaïs se remojanMen weekt con anticipaciónVan tevoren y se escurrenMen laat afdruipen
Men laat uitdruipen, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se rellenanMen vult conDoor
Met
Per
Samen met una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg; despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de salsa verdeGroene saus conDoor
Met
Per
Samen met el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken y se envuelveMen wikkelt. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, conDoor
Met
Per
Samen met cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen de los tamalesDe tamales que se irán preparandoMen aan het bereiden
is. EstoDeze
Dit mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men conDoor
Met
Per
Samen met los demásDe anderen tamalesTamales que se deseeMen zich wenst prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden. FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte, los tamalesDe tamales se metenMen plaatst
Zij/ze mengen zich
Zij/ze stappen ergens in a cocerBakken
Koken en una olla al vaporEen hogedrukpan
Een snelkookpan.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Cebolla Chile Chile Chiles Maíz Pollo Verde
TamalesTamales de eloteSuikermaïs
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 1515
Vijftien tamalesTamales)
125 grs. de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees, cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
1010
Tien elotes tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
22
Twee ½ tazaBeker
Kop
Kopje del caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat en queWaarin se cocióMen kookte la carneHet vlees
22
Twee chiles anchosEs un chile seco de color rojo oscuro, de sabor poco picante; se puede usar cocido o crudo, tostado y sin semillas. En el mole constituye uno de los principales condimentos.
11
Een ramitaTakje chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje de epazoteAmerikaans wormzaad
Welriekende ganzenvoet
Wormkruid
Wormzaad
44
Vier ½ cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de azúcarSuiker
9090
Negentig grs. de mantecaReuzel
Spek
½ cebollaAjuin
Bloembol
Ui
½ diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de maízMaïs paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! tamalesTamales
Preparación:
DesgranarAfplukken
Doppen los elotes y molerlosTriturar un alimento, antes con el molinillo, antes con una piedra, ahora con un electrodoméstico.. PonerlosZe doen a freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten conDoor
Met
Per
Samen met 7070
Zeventig grs. de mantecaReuzel
Spek. Poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan agregarleToevoegen
Voeg hem toe dos2
Do's
Twee
Tweede tazasBekers
Kopjes
Koppen de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat, el azúcarDe suiker y la salHet zout, removiendoRoerend
Verwijderend la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren seguidoAangebleven
Bewandeld
Bewandelen
Bijgehouden
Bijhouden
Direct
Doorgaan
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Opvolgen
Overeind
Rechtdoor
Rechtop
Rechtuit
Vervolgens
Volgen
Voortgevloeid
Voortgezet
Voortvloeien
Voortzetten, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que se pegueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt aan
Vastbakt. CocinarBereiden
Koken sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dejar deOphouden met
Stoppen met removerRoeren
Verwijderen hasta queTot
Totdat se formeZich vormt una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje homogéneaGelijksoortig
Gelijksoortige
Homogeen
Homogene. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten estaDeze
Dit pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje en las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de maízMaïs, poniéndoleDoor aan te brengen en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm.
MOLEMole: Desflemar en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! el chileDe cayennepeper
De chilipeper
De lombok
De paprika
De pepperoni
De spaanse peper
De tabasco
De tabascopeper anchoBrede
Breed
Breedte
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde y molerloMaal het despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens conDoor
Met
Per
Samen met la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el ajoDe/het knoflook. FreírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en la mantecaDe reuzel restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere. AgregarBijmengen
Toevoegen ½ tazaBeker
Kop
Kopje de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat, la carneHet vlees partidaAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan en trocitosStukjes, el epazoteDe welriekende ganzenvoet
Het amerikaans wormzaad
Het wormkruid
Het wormzaad picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y la salHet zout. A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende cocinarBereiden
Koken hasta queTot
Totdat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten en una fuente refractariaEen ovenvaste schaal untadaAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt, eEn introducirAanbrengen
Binnendringen
Binnenlaten
Binnenvoeren
Inbrengen
Indoen
Inleiden
Inschuiven
Insteken
Introduceren
Invoeren
Invullen en el hornoDe kachel
De oven, precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a 280 °C., para queOpdat
Zodat se cuezaMen kookt hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af. LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de maízMaïs, untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren levementeEnigszins
Licht
Lichtelijk conDoor
Met
Per
Samen met mantecaReuzel
Spek. RellenarlasZe vullen conDoor
Met
Per
Samen met la preparaciónDe bereiding
De bereidingswijze
Het aanmaken
Het bereiden
Het klaarmaken
Het opleiden
Het toebereiden
Het voorbereiden y envolverlasRol ze op. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! servirlosDien ze op, puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen recalentarseWeer opwarmen a baño maríaAu bain marie
Au bain-marie.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Elote Epazote Maíz
Pozole
Ingredientes:11
Een KiloKilo
Kilogram de maízMaïs preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pozole
11
Een cabezaHoofd
Kop
Krop de ajosLoken
33
Drie kilosKilo's
Kilogrammen de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees mixtaGemengd
Gemengde de cabezaHoofd
Kop
Krop, macizaMassief
Massieve
Stevig
Stevige y patasPoten
Voeten
GuarniciónBeslag
Bezetting
Garnering
Garnituur
Garnizoen
Stelletje:
33
Drie limonesCitroenbladen
Citroenen
Limoenen rebanadosDwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de cebollaAjuin
Bloembol
Ui picada finaFijn gesneden
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de chile piquínEs el chile más pequeño, más conocido y quizás más picoso. Es de color verde y se vuelve rojo al madurar. Se utiliza para muchas clases de salsas. en polvoIn poedervorm
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout gruesaCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Preparación:
El maízDe maïs bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart lavadoAfgewassen
Afwassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Logen
Uitgewassen
Uitwassen
Wassen se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan a cocerBakken
Koken en 44
Vier litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met la cabezaDe kop
Het hoofd de ajosLoken machacadaFijngestampt
Fijngestampte
Gestampt
Verpletterd
Verpletterde.
La carneHet vlees se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt en trozosIn stukken regularesGaat wel
Gaat zijn gangetje
Gewoon
Jij/je zal regelen
Matig
Matige
Middelmatig
Middelmatige
Regelmatig
Regelmatige
Regulier
Reguliere. CuandoAls
Tijdens
Wanneer el maízDe maïs reviente(Het) ontploft
Barst u open!
Barst u!
Berst u open!
Berst u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barst open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berst open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Ik barst
Ik barst open
Ik berst
Ik berst open
Ik scheur
Ik spring
Scheurt u!
Springt u! comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals florBloei
Bloem
Bloesem y hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! espumaBruis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tintelt
Mousse
Schuim
Schuim af!
Schuim!
Tintel! se agregaMen voegt toe la carneHet vlees, se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, se bajaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bukt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Inzakt el fuegoHet vuur y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocerBakken
Koken hasta queTot
Totdat la carneHet vlees esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte.
Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op en tazonesBowls
Kommen. La cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, chileCayennepeper
Chili
Chilipeper
Lombok
Paprika
Pepperoni
Spaanse peper
Tabasco
Tabascopeper, oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein y limonesCitroenbladen
Citroenen
Limoenen se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden en los platitosDe bordjes y cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes comensalTafelgenoot se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op a suHaar
Hun
Uw
Zijn gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Cebolla Chile Chile Maíz Orégano
TamalesTamales chiapanecos
Ingredientes:Hojas de plátanohojas de chaquito.,
masa de maízMaíz pilado cocido, molido y amasado. Puede hacerse también con harina precocida de maíz.,
mantecaReuzel
Spek,
pasitasRozijntjes,
ciruela pasaPruimedant,
aceitunasOlijven,
chile morrónChilipeper
Spaanse peper
Spaanse peper (grove) (rajasJij/je klieft
Jij/je klieft door
Jij/je klooft
Jij/je splijt),
huevo duroHard gekookt ei
Hardgekookt ei
Hardgekookte ei,
moleMole
polloKip
Kippenvlees
Kuiken.
Preparación:
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan a cocerBakken
Koken la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg conDoor
Met
Per
Samen met la mantecaDe reuzel y se mueveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroert zich
Men roert paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que se pegueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt aan
Vastbakt, se coseMen naait aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat 45 min. se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens en cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst de tamalTamale se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan una porciónEen deel
Een gedeelte
Een onderdeel
Een part
Een portie
Een stuk aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat de una palaEen pannekoekmes
Een schep
Een schop
Een taartschep de cocinaBereid!
Fornuis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Keuken
Kook!
Kookgelegenheid
Oven, se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer una aceitunaEen olijf, variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende pasitasRozijntjes, ciruela pasaPruimedant, el huevo duroHet hard gekookt ei
Het hardgekookt ei
Het hardgekookte ei, se rebanaMen snijdt y se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer una rebanadaEen boterham
Een snede
Een snee
Een sneetje, una rajaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klieft door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splijt
Klief door!
Klief!
Kloof!
Splijt! de chile morón, se le agregaMen voegt eraan toe
Men voegt toe el pollo cocidoDe gekookte kip y deshebradoUitgerafeld
Uitgerafelde y por últimoTenslotte el moleMole encimaBovendien
Er bovenop, se envuelveMen wikkelt en la hoja de plátanoHet bananenblad
Het pisangblad y se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden a cocerBakken
Koken en una vaporeraEen stoompan de horaTijd
Uur y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! a 22
Twee horasTijden
Uren.
De los siguientes palabras hay una foto:
Aceituna Cada Cada Pollo
ArepaArepa
Maïsbroodje de MaízMaïs
Ingredientes:11
Een kg de maízMaïs enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
Preparación:
RemojarWeken el maízDe maïs blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte o amarilloGeel
Gele en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met lejíaBleekwater
Loog duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 24 horasEtmaal.
ColarFiltreren
Zeven, lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y restregarSchuren
Wrijven paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! sacarleEruit halen el afrechoHet schilletje (van graan) hasta queTot
Totdat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt peladoAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te impurezasOnzuiverheden.
CocinarBereiden
Koken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse que loDe
Hem
Het
U tape(Het) bedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Dicht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Ik bedek
Ik beleg
Ik dek
Ik dek toe
Ik dicht
Ik maak dicht
Ik stop
Ik stop toe
Ik stop vol
Ik verstop
Maakt u dicht!
Stopt u toe!
Stopt u vol!
Stopt u!
Verstopt u! duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 11
Een ½ horasTijden
Uren.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte sacarloEruit halen, escurrirloLaat het uitdruipen, molerloMaal het y amasarloKneden muy bienBest
Heel goed
Prima.
FormarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen las arepasDe arepa's
De maïsbroodjes planasEffen
Plat
Platte
Vlak
Vlakke o en botasJij/je dompelt in
Jij/je doopt in
Jij/je smijt eruit
Jij/je sopt
Laarzen y colocarlasPlaats ze sobre unaOp een parrillaBraadrooster
Grill
Grillrooster a fuego medioMatig vuur, volteándolas para queOpdat
Zodat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn asadasGebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde por ambos ladosAan beide kanten
Aan weerskanten
Aan weerszijden
Beiderzijds.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Amarillo Maíz
Frangollopoleo, planta parecida a la hierba buena. (locro de maízMaïs trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt)
Ingredientes:11
Een/22
Twee Kg. de frangollopoleo, planta parecida a la hierba buena. (maízMaïs trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt)
11
Een kg. de queperí (carne vacunaRundvlees conDoor
Met
Per
Samen met pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette)
11
Een kg. de zapalloBewaarpompoen
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Turkse muts
Winterpompoen amarilloGeel
Gele y secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
11
Een/44
Vier kg. de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap ahumadaGerookt
Gerookte o tocinoSpek
22
Twee kg. de batatasBataten
Yamswortels
Zoete aardappels.
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn, pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper, cebollaAjuin
Bloembol
Ui en cabezaHoofd
Kop
Krop, cebolla verdeUi, grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette pella.
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen el frangollopoleo, planta parecida a la hierba buena. y remojarWeken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens media horaEen half uur
Halfuur. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren el queperí en trozosIn stukken, pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen y cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren igualmenteDito
Eveneens
Gelijkelijk
Hetzelfde
In gelijke mate
Insgelijks
Ook
Op dezelfde wijze el zapalloDe bewaarpompoen
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De turkse muts
De winterpompoen, pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las batatasDe bataten
De zoete aardappels.
En una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten dos2
Do's
Twee
Tweede cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette pella; dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van derretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken; agregarBijmengen
Toevoegen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui en cabezaHoofd
Kop
Krop finamenteFijn
Keurig picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van dorarAanbraden
Doreren. CondimentarAssaisoner
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn, pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper, mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y agregarBijmengen
Toevoegen dos2
Do's
Twee
Tweede litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend. SecarAfdrogen
Afvegen
Afwissen
Drogen
Droogmaken
Uitdrogen
Vegen
Wissen el frangollopoleo, planta parecida a la hierba buena. que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat en remojoIn de week; agregarloToevoegen junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij la carneHet vlees y la mitadDe helft del zapalloBewaarpompoen
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Turkse muts
Winterpompoen. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!, revolverOmroeren
Roeren a ratosPoosjes
Pozen
Tijdjes conDoor
Met
Per
Samen met cuchara de maderaHouten lepel. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el tocinoSpek cortado enGesneden in tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken, las batatasDe bataten
De zoete aardappels y el restoDe rest
De stomp
De stronk del zapalloBewaarpompoen
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Turkse muts
Winterpompoen, cocinarBereiden
Koken aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat media horaEen half uur
Halfuur másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn, conDoor
Met
Per
Samen met cebolla verdeUi, finamenteFijn
Keurig picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Amarillo Cebolla Cebolla verde Cuchara de madera Maíz Pimentón Zapallo Zapallo Zapallo
TamalesTamales de polloKip
Kippenvlees
Kuiken
Ingredientes:11
Een paquetePak
Pakje
Pakket de hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de maízMaïs
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de caldo de polloKippenbouillon
450 grs. de harina de maízMaïsmeel
Maïzena
2525
Vijfentwintig grs. de mantecaReuzel
Spek
11
Een\44
Vier tazaBeker
Kop
Kopje de tequezquite
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
PARA EL RELLENOVoor de vulling:
11
Een polloKip
Kippenvlees
Kuiken
3030
Dertig grs. de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels
3030
Dertig grs. de mantecaReuzel
Spek
1515
Vijftien grs. de chile pasillaChile también seco, de la misma forma que el ancho, y de color un poco más oscuro que éste; es también uno de Los principales condimentos del mole.
1515
Vijftien grs. de chile mulatoDe color rojo intenso, proviene del poblano oscuro. Para adobos, salsas y moles. También se rellena. Otro nombre chino.
6060
Zestig grs. de chile anchoEs un chile seco de color rojo oscuro, de sabor poco picante; se puede usar cocido o crudo, tostado y sin semillas. En el mole constituye uno de los principales condimentos.
1515
Vijftien grs. de pan blancoWit brood
Witbrood
Wittebrood
1515
Vijftien grs. de ajonjolíEgyptische oliezaad
Sesam
Sesamzaad
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
22
Twee clavos de olorKruidnagels
11
Een\22
Twee cebollaAjuin
Bloembol
Ui
11
Een\22
Twee rajaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klieft door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splijt
Klief door!
Klief!
Kloof!
Splijt! de canelaKaneel
11
Een pimienta negraZwarte peper
11
Een\22
Twee diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
11
Een\22
Twee tortillaGevulde omelet
Omelet
Spaanse omelet
Struif
Tortilla
11
Een\22
Twee cucharaditaTheelepeltje de semillas de calabazaPompoenpitten
11
Een\22
Twee cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de chileCayennepeper
Chili
Chilipeper
Lombok
Paprika
Pepperoni
Spaanse peper
Tabasco
Tabascopeper
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Se obtienenVerkrijgt men 2424
Vierentwintig tamalesTamales.
Preparación:
BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan la mantecaDe reuzel hasta queTot
Totdat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt espumosaMousserend
Mousserende
Schuimig
Schuimige.
AgregarleToevoegen
Voeg hem toe la harinaDe bloem
Het meel, el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat tibioLauw
Lauwe
Zoel
Zoele, el tequezquite y la salHet zout. Seguir batiendoBlijf kloppen y cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! a puntoPrecies goed de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren la pruebaDe adstructie
De test
De toets
Het aanpassen
Het aantonen
Het adstrueren
Het beproeven
Het bewijs
Het bewijzen
Het bezoeken
Het onderzoek
Het passen
Het proberen
Het staven
Het teken
Het toetsen
Het uitproberen
Het uitwijzen
Het waarmaken de la bolitaHet bolletje en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude, (SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! listaBand
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderel
Cedel
Ceel
Ceintuur
Deelnemerslijst
Gerede
Gereed
Keuzelijst
Klaar
Klare
Lijst
Loonstaat
Menu
Presentielijst
Rap
Rappe
Reep
Rol
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaart
Staat
Streep
Strook
Tabel
Vlug
Vlugge
Wapenbalk, una bolitaEen bolletje de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! flotarDobberen
Drijven
Vlotten).
EntoncesDan
Dus
Toen extenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de estaDeze
Dit masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de maízMaïs, remojadasGeweekt
Geweekte y escurridasAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de pulpaPulp
Pulpa
Vruchtvlees
Weke massa de polloKip
Kippenvlees
Kuiken, previamente cocidoVooraf gekookt conDoor
Met
Per
Samen met los clavos de olorDe kruidnagels y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat del rellenoVan de vulling.
Se doblanMen vouwt
Zij/ze buigen
Zij/ze buigen door
Zij/ze buigen om
Zij/ze buigen zich
Zij/ze krommen zich las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten y se cuecenWorden gekookt los tamalesDe tamales a baño maríaAu bain marie
Au bain-marie, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat, es decirDat wil zeggen
Namelijk hasta queTot
Totdat se desprendanZij/ze vallen af
Zij/ze vallen uit
Zij/ze worden afvallig las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten.
el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen:
CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren los chilesDe cayennepepers
De chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De spaanse pepers
De tabascopepers, desvenarlosHen ontnerven y remojarlosHen weken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo molerlosTriturar un alimento, antes con el molinillo, antes con una piedra, ahora con un electrodoméstico.. FreírBakken
Braden
Frituren
Fruiten la tortillaDe gevulde omelet
De omelet
De spaanse omelet
De struif
De tortilla, el panDe mik
Het brood, y las semillas de calabazaDe pompoenpitten.
AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan, se tuestanMen roostert el ajonjolíDe sesam
Het egyptische oliezaad
Het sesamzaad y las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden de chileCayennepeper
Chili
Chilipeper
Lombok
Paprika
Pepperoni
Spaanse peper
Tabasco
Tabascopeper.
Se muelenMen maalt todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle estosDeze
Dezen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten conDoor
Met
Per
Samen met las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels, la pimienta negraDe zwarte peper, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el ajoDe/het knoflook, y se fríenBakt men en la mantecaDe reuzel.
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit, se agreganMen voegt toe los chilesDe cayennepepers
De chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De spaanse pepers
De tabascopepers molidosGekweld
Gemalen
Vermalen, el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere, deshebradosUitgerafeld
Uitgerafelde, el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat, la salHet zout y pimientaPeper; y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat espesarBinden
Dikker maken
Verdikken bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije.
Se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert, y conDoor
Met
Per
Samen met estoDeze
Dit se rellenanMen vult los tamalesDe tamales.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajonjolí Almendra Canela Cebolla Chile Chile Chile ancho Chile mulato Chile pasilla Maíz Pimienta Pimienta negra Pollo
TamalesTamales de pipián
Ingredientes:750 gr de masa de maízMaíz pilado cocido, molido y amasado. Puede hacerse también con harina precocida de maíz. añejoBelegen
Oud
Oude
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de manteca de cerdoVarkensreuzel
Varkensvet
11
Een pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel! de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Hojas de plátanohojas de chaquito. soasadasDichtgeschroeid.
750 gr de pipián
500500
Vijfhonderd gr de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees pulpaPulp
Pulpa
Vruchtvlees
Weke massa cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trozosIn stukken muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
22
Twee huevosEieren cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten y cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën
CabuyaKoordje
Preparación:
IncorporarInbouwen
Toevoegen muy bienBest
Heel goed
Prima la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg conDoor
Met
Per
Samen met la mantecaDe reuzel y la salHet zout.
FreírBakken
Braden
Frituren
Fruiten la carneHet vlees conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 2020
Twintig minutosMinuten.
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! armar los tamalesDe tamales echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen una porciónEen deel
Een gedeelte
Een onderdeel
Een part
Een portie
Een stuk de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta en una hoja de plátanoEen bananenblad
Een pisangblad, adelgazarlaHet dun maken
Het uitrollen conDoor
Met
Per
Samen met los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers, colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken de pipián, carneVlees y huevoEi, envolverBakeren
Betrekken bij
Impliceren
Inbakeren
Inpakken
Insluiten
Inzwachtelen
Met zich meebrengen
Oprollen
Pakken
Strengelen
Verpakken
Wikkelen
Winden conDoor
Met
Per
Samen met la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta, cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen tapandoBedekkend
Beleggend
Dekkend
Dichtend
Dichtmakend
Stoppend
Toedekkend
Toegedekt
Toestoppend
Verstoppend
Volstoppend un bordeEen band
Een boord
Een kant
Een rand
Een zoom de las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten conDoor
Met
Per
Samen met el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één y doblarBuigen
Doorbuigen
Dubbelvouwen
Krombuigen
Krommen
Nasynchroniseren
Ombuigen
Omvouwen
Plooien
Verbuigen
Vouwen los extremosDe aangelegenheden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen
De toppunten
De uiteinden
De uiteindes
De uitersten hacia atrásAchteruit
Achterwaarts
Rugwaarts y amarrarlosVastbinden conDoor
Met
Per
Samen met cabuyaKoordje.
CocinarlosZe te koken en pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat tapadaBedekt
Bedekte
Belegd
Dichtgemaakt
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Toegedekt
Toegestopt
Verstopt
Volgestopt duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 3030
Dertig minutosMinuten a fuego medioMatig vuur.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cabuya Pipián
Empanadas de pipián
Ingredientes:11
Een kg de masa de maízMaíz pilado cocido, molido y amasado. Puede hacerse también con harina precocida de maíz. añejaBelegen
Oud
Oude
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de almidón de yucaTapioca
Tapiocameel
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout al gustoNaar smaak
hojas de plátanohojas de chaquito. soasadasDichtgeschroeid
22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de pipián
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
Preparación:
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg conDoor
Met
Per
Samen met el almidónDe/het stijfsel
Het zetmeel y la salHet zout hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele y homogéneaGelijksoortig
Gelijksoortige
Homogeen
Homogene.
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren bolasBallen
Bollen
Dotten
Klompen
Klonten
Kloten
Kluiten
Kogels
Proppen pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y aplanarlasMaak ze plat conDoor
Met
Per
Samen met los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers sobre unaOp een hoja de plátanoBananenblad
Pisangblad soasadaDichtgeschroeid y engrasadaBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette, ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden una cucharaditaEen theelepeltje de pipián, doblarBuigen
Doorbuigen
Dubbelvouwen
Krombuigen
Krommen
Nasynchroniseren
Ombuigen
Omvouwen
Plooien
Verbuigen
Vouwen la hojaDe klep
De kling
De lamel
De schuif
De vragenlijst
Het blaadje
Het blad
Het formulier
Het lemmer
Het lemmet
Het mesje
Het plaatje
Het plantenblad
Het vel
Het vragenformulier y cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen la empanadaDe empanada
De pastei
De vleespastei presionandoAanduwend
Dringend
Druk uitoefenend
Drukkend
Knellend
Persend
Pressend los bordesDe banden
De boorden
De kanten
De randen
De rands
De zomen de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg conDoor
Met
Per
Samen met los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers.
FreírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en aceiteIn olie muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! hasta queTot
Totdat doren(Zij) worden bruin
Braadt u aan!
Zij/ze braden aan.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn conDoor
Met
Per
Samen met ají de maní.
De los siguientes palabras hay una foto:
Almidón de yuca Hoja de plátano Pipián
Natilla antioqueña
Ingredientes:22
Twee KilosKilo's
Kilogrammen de maízMaïs blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte.
99
Negen LitrosLiters de lecheMelk.
11
Een LitroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!.
44
Vier LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de panelaBruine suiker
Populierblad
Soort koek blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte.
CanelaKaneel en astillasJij/je versplintert
Scherven
Splinters.
Preparación:
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan a cocerBakken
Koken el maízDe maïs dejándolo(Erop) latend un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat duro5-pesetamunt
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Ik beklijf
Ik blijf
Ik blijf aan
Ik duur
Ik duur voort
Ik houd aan
Ik houd stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Spaanse muntje
Stug
Stugge
Taai
Taaie. Al díaPer dag siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende se mueleMen maalt y se disuelveMen lost op en la lecheDe melk y el aguaHet water, se pasa porMen haalt door un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef y el afrechoHet schilletje (van graan) que quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt se mueleMen maalt nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer. Se disuelveMen lost op en la lecheDe melk y se cuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergist zich
Men zeeft. EstoDeze
Dit se repiteMen herhaalt hasta queTot
Totdat el afrechoHet schilletje (van graan) quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren. La masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg que quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt asentadaAfgezet
Afgezette
Gevestigd
Gezeten
Neergezet
Permanent
Permanente
Stabiel
Stabiele
Verstandig
Verstandige se escurreDruip af!
Druip uit!
Giet af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wringt uit
Laat afdruipen
Laat uitlekken!
Wring uit!, se mueleMen maalt tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook, se disuelveMen lost op en un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de lecheMelk y se cuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergist zich
Men zeeft hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van residuosAfbraakproducten
Bezinksels
Overblijfselen
Overblijfsels
Overschotten
Residu's
Residuen
Resten.
HechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet estoDeze
Dit se agregaMen voegt toe la panelaDe bruine suiker
Het populierblad, partidaAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan en pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks, se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en una pailaEen wok grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, revolviendoOmroerend
Roerend constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken. Un ratoEen poos
Een poosje
Een tijdje
Eventjes antes deAlvorens te
Voor bajarlaHet te verlagen se le ponenMen doet erop astillas de canelaKaneelstokjes.
El puntoDe spikkel
De stip
De/het mespunt
Het gegeven
Het oog se conoceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bekend
Men kent
Men kent het cuandoAls
Tijdens
Wanneer alNaar de
Naar het ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs, alNaar de
Naar het enfriarseAfkoelen
Bekoelen despegue(Het) laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Ik maak los
Maakt u los!
Opstijgen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. Se vacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt leeg
Ledigt men
Men haalt leeg en moldesAfdrukken
Gietvormen
Vormen o bandejasBakblikken
Bakplaten
Bladen
Dienbladen
Presenteerbladen
Schenkbladen
Theebladen secasDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Jij/je droogt
Jij/je droogt af
Jij/je droogt uit
Jij/je maakt droog
Jij/je veegt
Jij/je veegt af
Jij/je wist
Jij/je wist af. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! hacerseMaken
Raken
Worden a fuego vivoHoog vuur porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ahumarseRoken. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedeMen kan reemplazarAflossen
De plaats innemen van
In de plaats stellen
Inspringen
Substitueren
Vervangen la panelaDe bruine suiker
Het populierblad por azúcar morenaBasterdsuiker
Bruine suiker.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Canela Maíz Panela
BuñuelosBeignets
Donuts
Ingredientes:22
Twee LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de queso frescoVerse kaas.
44
Vier HuevosEieren.
11
Een/22
Twee LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de harina de maízMaïsmeel
Maïzena.
11
Een CucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de almidónStijfsel
Zetmeel.
Preparación:
Se mueleMen maalt el quesoDe kaas, se le mezclanMen mengt erbij los huevosDe eier
De eieren, la harina de maízDe maïzena
Het maïsmeel y la cucharadaDe eetlepel (maat)
De soeplepel de almidónStijfsel
Zetmeel. Se amasaMen kneedt un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat y se armanMen zet in elkaar los buñuelosDe beignets
De donuts suavementeZacht
Zachtjes sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te apretarlosDruk ze aan. Se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden a freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en aceiteIn olie templadoBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige aumentandoAangroeiend
Aanwakkerend
Doend toenemen
Groeiend
Sterker wordend
Stijgend
Toenemend
Vergrotend
Verhogend
Vermeerderend el fuegoHet vuur cuandoAls
Tijdens
Wanneer empiecenBegint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
Ze beginnen
Zij/ze beginnen
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze pakken aan
Zij/ze snijden aan
Zij/ze vangen aan a crecerAangroeien
Aanwassen
Aarden
Gedijen
Groeien
Tieren
Toenemen
Wassen.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! se puedeMen kan hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un almíbarEen siroop
Een stroop y se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds en élDaaraan
Erin.
TamalesTamales tolimenses
Ingredientes:11
Een, 11
Een/22
Twee LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de arveja secaCapucijner
Grauwe erwt
Kapucijner remojadaGeweekt
Geweekte.
11
Een LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de arrozRijst secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten.
11
Een, 11
Een/22
Twee LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de maízMaïs blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte trilladoAfgeranseld
Afgerost
Afgezaagd
Afgezaagde
Gedorst
Gedorste.
22
Twee GallinasHennen
Hoenderen
Hoenders
Kippen partidasAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan en trozosIn stukken.
22
Twee LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de tocinoSpek sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te el gordoHet vette spek.
44
Vier LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de carneVlees o costillaNerf
Rib
Ribbe
Ribbel
Ribstuk de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn.
11
Een LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven.
44
Vier LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de papaAardappel
Paus crudaBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven.
77
Zeven HuevosEieren cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen.
22
Twee AtadosAangesloten
Bosjes
Gebonden
Geknoopt
Gestrikt
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden (librasJij/je bevrijdt
Ponden) de cebollaAjuin
Bloembol
Ui largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde.
66
Zes Dientes de ajoKnoflookteentjes picaditos.
55
Vijf LitrosLiters de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn y pimientaPeper.
AchioteAchiote
Anatto
Anattozaad
Annattozaad
Annotto
E-160b
Orleaan
Orleaan e-160b
Rocou al gustoNaar smaak.
Hojas de plátanohojas de chaquito. soasadasDichtgeschroeid.
CabuyaKoordje.
Preparación:
El maízDe maïs se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste 22
Twee díasDagen
Etmalen, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se mueleMen maalt muy bienBest
Heel goed
Prima finitoEindig
Eindige
Heel fijn, se mojaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt nat
Men doopt in un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg conDoor
Met
Per
Samen met un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y se vuelve aMen herhaalt molerKwellen
Malen
Vermalen, hasta queTot
Totdat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! gruesoCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikte
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Hoofdmacht
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheid. Se adobanMen marineert las gallinasDe henne
De hennen
De hoenderen
De hoenders
De hoenen
De kippen, la carne de cerdoHet varkensvlees
Het zwijnenvlees y el tocinoSpek picaditos en trozosIn stukken, conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper, cominos. El cueroDe huid
Het leder del cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn y la carneHet vlees se sancochanMen kookt (halfgaar) en 55
Vijf litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! por 2020
Twintig minutosMinuten y se guardaBewaart men
Men bewaart el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat. ConDoor
Met
Per
Samen met los gordosDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige que se leHaar
Hem
Het
U quitaron(Zij) verwijderden
Zij/ze beroofden
Zij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze gaven op
Zij/ze gaven prijs
Zij/ze haalden af
Zij/ze haalden weg
Zij/ze kregen uit
Zij/ze lieten weg
Zij/ze namen af
Zij/ze namen weg
Zij/ze risten
Zij/ze ritsten
Zij/ze trokken af
Zij/ze trokken uit
Zij/ze verwijderden
Zij/ze zetten af alNaar de
Naar het tocinoSpek, se fríeBakt men
Men bakt la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, los ajosDe loken y el achioteDe achiote
De annotto
De orleaan
De orleaan e-160b
Het anatto
Het anattozaad
Het annattozaad.
Se revuelveMen roert esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind guisoGerecht
Ik bekokstoof
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot conDoor
Met
Per
Samen met el arrozDe rijst, las arvejasDe doperwten
De voederwikkes, el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat y la harina de maízDe maïzena
Het maïsmeel. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se deseaMen wenst menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik! la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer una tazaEen beker
Een kop
Een kopje másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat. Se revuelveMen roert todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle muy bienBest
Heel goed
Prima y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat reposarLaten rusten
Rusten. Se preparanMen bereidt
Zij/ze bereiden zich voor
Zij/ze maken zich gereed
Zij/ze maken zich klaar
Zij/ze maken zich op las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de plátanoBanaan
Bananenboom
Pisang soasadasDichtgeschroeid y engrasadasBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette. Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan una camaEen bed
Een legerstede
Een slaapkamer
Een slaapplaats
Een sponde de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta, un pedazoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een homp
Een stuk
Een stukje de gallinaHen
Hoen
Kip, carneVlees o costillaNerf
Rib
Ribbe
Ribbel
Ribstuk y tocinoSpek, una rodajaEen plak
Een radeermes
Een schijf de papaAardappel
Paus, una de huevoEi, zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel, asegurándose deZich verzekerend van que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart distribuidoDecentraal
Decentrale
Gedistribueerd
Rondgebracht
Verdeeld. Se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta por encimaBovendien
Er bovenop y se recogenMen voegt erbij las puntasDe landhoofden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen de las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend un moñoEen haarknot
Een haarwrong
Een kornet
Een kuif
Een muts
Een strik van linten
Een toet
Een vlinderdas
Een wrong que se amarraMen bindt vast fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware por la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje de arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog. Se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt el excesoDe buitensporigheid
De overdaad
De uitspatting
De/het uitwas
Het exces de hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan una camaEen bed
Een legerstede
Een slaapkamer
Een slaapplaats
Een sponde de palosMasten
Palen
Stokken en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak, se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich conDoor
Met
Per
Samen met hojas de plátanohojas de chaquito. y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden. CuandoAls
Tijdens
Wanneer hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! a borbotonesBellen
Bobbels
Bulten
Gezwellen
Oneffenheden
Opzwellingen
Zwellingen se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend los tamalesDe tamales a cocinarBereiden
Koken por 44
Vier o 55
Vijf horasTijden
Uren.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank los cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan! el aguaHet water, sinoDoch
Echter
Maar que se cocinenMen kookt al vaporGestoomd y se lesHen
Hun
U vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt echandoAan het lot overlatend
Aandeel hebbend in
Aankondigend
Beginnend handel te drijven
met
Bekend makend
Buiten de deur zettend
Door te gooien
Een partijtje spelend
Erop gooiend
Gooiend
Inschenkend
Keilend
Krijgend
Nemend
Opleggend
Optredend in
Opvoerend
Schattend
Smijtend
Stortend
Strooiend
Tankend
Toevoegend
Uitend
Uitslaand
Uitspelend
Uitsprekend
Vastmakend
Weddend
Wedijverend
Wegjagend
Wegsturend
Wegzendend
Werpend
Zeggend aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! a medida queNaarmate loDe
Hem
Het
U necesiteBehoeft u!
Heeft u nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoeft u!
Ik behoef
Ik ben toe aan
Ik heb nodig
Ik hoef
Is u toe aan!
U hebt nodig.
De los siguientes palabras hay una foto:
Achiote Agua Arroz Cabuya Casco Cebolla Maíz Papa Pimienta Plátano Zanahoria
Almojábanas
Ingredientes:11
Een LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de maízMaïs blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte, trilladoAfgeranseld
Afgerost
Afgezaagd
Afgezaagde
Gedorst
Gedorste, remojadoGeweekt
Geweekte y molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen.
22
Twee LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de cuajadaDik gelaten worden
Gedaan stollen
Gestold
Gestolde
Gestremde melk
Kwark
Wrongel molidaGekweld
Gemalen
Vermalen.
11
Een CucharaditaTheelepeltje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
11
Een CucharaditaTheelepeltje de polvo de hornearpolvo de levadura, polvo leudante..
22
Twee HuevosEieren batidosDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshakes
Omgeroerd.
Preparación:
Se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich muy bienBest
Heel goed
Prima todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten y se amasanMen kneedt hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele. Se divideBreek af!
Deel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Splits op!
Splits!
Verdeel
Verdeel! en 2525
Vijfentwintig porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken conDoor
Met
Per
Samen met las queWie
Zij die se formanVormt men bolitasBolletjes que luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se aplananMen maakt vlak un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat, se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden sobre unaOp een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje engrasadaBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette y se llevanMen brengt
Zij/ze kunnen overweg
Zij/ze nemen mee al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven a 300300
Driehonderd° C por unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1515
Vijftien minutosMinuten hasta queTot
Totdat crezcan(Zij) groeien
Aardt u!
Gedijt u!
Groeit u aan!
Groeit u!
Neemt u toe!
Tiert u!
Wast u aan!
Wast u!
Zij/ze aarden
Zij/ze gedijen
Zij/ze groeien
Zij/ze groeien aan
Zij/ze nemen toe
Zij/ze tieren
Zij/ze wassen
Zij/ze wassen aan y doren(Zij) worden bruin
Braadt u aan!
Zij/ze braden aan.
De los siguientes palabras hay una foto:
Maíz
NatillaCrème
Puikje
Spaanse vla
Vla
Ingredientes: (1515Vijftien porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken)
22
Twee librasJij/je bevrijdt
Ponden de maízMaïs blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el díaDe dag
Het etmaal anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
2020
Twintig tazasBekers
Kopjes
Koppen de lecheMelk
22
Twee librasJij/je bevrijdt
Ponden de panelaBruine suiker
Populierblad
Soort koek
44
Vier astillas de canelaKaneelstokjes
Preparación:
Se mueleMen maalt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el maízDe maïs, se disuelveMen lost op en la lecheDe melk y se cuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergist zich
Men zeeft; el afrechoHet schilletje (van graan)
se mueleMen maalt nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer se repiteMen herhaalt esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind procesoGeding
Gerechtszaak
Ik verwerk
Ontwikkelingsgang
Proces
Rechtsgeding
Rechtszaak
Verloop
Zaak hasta queTot
Totdat el afrechoHet schilletje (van graan) quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt
limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren. Se agregaMen voegt toe la panelaDe bruine suiker
Het populierblad y se cocinaMen kookt a fuego medioMatig vuur, revolviendoOmroerend
Roerend
constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker conDoor
Met
Per
Samen met cuchara de maderaHouten lepel hasta queTot
Totdat se veaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds de la
pailaWok y alNaar de
Naar het echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude despegue(Het) laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Ik maak los
Maakt u los!
Opstijgen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. Se agregaMen voegt toe
la canelaDe/het kaneel antes deAlvorens te
Voor retirarlaVerwijder del fuegoVuur. Se vacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt leeg
Ledigt men
Men haalt leeg en un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af y se
espolvoreaBepoeder!
Bestrooi
Bestrooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepoedert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrooit conDoor
Met
Per
Samen met canela en polvoKaneelpoeder.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cuchara de madera Maíz Paila Panela
TamalesTamales antioqueños
Ingredientes: (88Acht porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken)
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de costillaNerf
Rib
Ribbe
Ribbel
Ribstuk de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn en trocitosStukjes
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de lomo de cerdoVarkenscarré
Varkenslende
Varkenslendenstuk en trocitosStukjes
11
Een/22
Twee libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de tocinoSpek en trocitosStukjes
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
33
Drie tazasBekers
Kopjes
Koppen de papaAardappel
Paus en rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën delgadasDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere
11
Een/22
Twee tazaBeker
Kop
Kopje de cebolla en ramaBieslook
Fijn bieslook
Snijlook picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een/44
Vier cucharaditaTheelepeltje de cominos
11
Een/44
Vier cucharaditaTheelepeltje de colorKleur de azafránSaffraan
Saffraankrokus
11
Een cucharaditaTheelepeltje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
11
Een/44
Vier cucharaditaTheelepeltje de pimientaPeper
22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken en rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de arvejasDoperwten
Voederwikkes cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de tomatesTomaatplanten
Tomaten picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de maízMaïs blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte trilladoAfgeranseld
Afgerost
Afgezaagd
Afgezaagde
Gedorst
Gedorste, cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter
Preparación:
PongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u! las carnesDe vlezen en el aguaHet water conDoor
Met
Per
Samen met la papaAardappel
Paus, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, el cominoDe djintan
De djinten
De komijn
De witte komijn, el colorDe kleur, la salHet zout y la pimientaDe peper hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el díaDe dag
Het etmaal siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende.
ReserveBespreekt u!
Bestelt u!
Boekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Houdt u open!
Houdt u vrij!
Ik bespreek
Ik bestel
Ik boek
Ik houd open
Ik houd vrij
Ik reserveer
Ik teken in
Ik zet weg
Reserveert u!
Tekent u in!
Zet apart
Zet u weg! el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus que quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was y agrégueleVoeg het toe la zanahoriaDe peen
De wortel, las arvejasDe doperwten
De voederwikkes y el tomateDe tomaat
De tomaatplant paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen el guisoDe stoofpot
Het gerecht
Het stoofgerecht.
AmaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneedt deeg
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik kneed
Ik kneed deeg
Kneed
Kneedt u deeg!
Kneedt u! el maízDe maïs conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter y el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus de las carnesDe vlezen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele. Extienda(U) breidt uit
Breidt u uit!
Geeft u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wijder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Houdt u op!
Ik breid uit
Ik geef af
Ik houd op
Ik maak wijder
Ik ontvouw
Ik rek
Ik smeer uit
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Ik verbreid
Ik vergroot
Ik verspreid
Maakt u wijder!
Ontvouwt u!
Rekt u!
Smeert u uit!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Verbreidt u!
Vergroot u!
Verspreidt u! la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! hojas de plátanohojas de chaquito. quebrantadasIngetrapt
Verbrijzeld
Vermorzeld
Verpletterd alNaar de
Naar het fuegoVuur o pasadasAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Verflenste
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere por aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend.
ColóquelesPlaats ze suficienteVoldoende guisoGerecht
Ik bekokstoof
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot y cierreAfsluiten
Afsluiting
Dichtdoen
Dichtgaan
Dichtmaken
Doet u dicht!
Doet u op slot!
Doet u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Ik doe dicht
Ik doe op slot
Ik doe toe
Ik maak dicht
Ik sluit
Ik sluit af
Maakt u dicht!
Slot
Sluit u af!
Sluit u!
Sluiten
Sluiting
Toedoen el tamalTamale juntandoAaneenvoegend
Bijeenbrengend
Bijeenvoegend
Ineenzettend
Samenbrengend
Samenstellend
Samenvoegend
Verenigend las puntasDe landhoofden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen de las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten en forma deIn de vorm van paquetePak
Pakje
Pakket. Amárrelos y cocínelosKook ze en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 33
Drie horasTijden
Uren.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Azafrán Cebolla en rama Maíz Papa Pimienta Zanahoria
ArrozRijst "criolloCreool
Creools
Creoolse" (o "paisa")
Ingredientes:11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de arroz blancoWitte rijst preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid (400400
Vierhonderd gr.)
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst (ZENÚ) (400400
Vierhonderd gr.)
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de chicharrónKaantje
Uitgebakken spek cortado enGesneden in patitasPootjes y fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde (400400
Vierhonderd gr.)
11
Een tarroPot
Potje de maíz tiernoSuikermaïs
33
Drie plátanosBananen
Bananenbomen
Pisangs madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
55
Vijf tomatesTomaatplanten
Tomaten
11
Een pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de tocinetaBacon (400400
Vierhonderd gr.)
11
Een cubitoBlokje de caldo de gallinaKippenbouillon
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui de huevoEi
11
Een manojoBosje
Bundeltje
Handvol
Wis de cilantroChinese peterselie
Ketoembar
Koriander
Harina de trigoTarwemeel
MantequillaBoter
Roomboter
Preparación:
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden el arrozDe rijst se colocaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Men plaatst 11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de arrozRijst por 33
Drie de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! o mantequillaBoter
Roomboter, (ZanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel, arvejaDoperwt
Smalle wikke
Voederwikke
Wikke, uOf otrasAnder
Andere
Nog één verdurasGroenten
Groentes), (salchichaBraadworst
Saucijs
Saucijsje
Worst
Worstje,...).
El arrozDe rijst noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se lavaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast zich
Men wast, se debeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft veel verplichtingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te wijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is veel veplicht tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid en la compraDe aankoop
De aanschaf
De aanwinst
De acquisitie
De afname
De boodschap
De buit
De inkoop
De koop
De overname
De prooi
De verkrijging
De verwerving
Het aankopen
Het aanschaffen
Het afnemen
Het inkopen
Het kopen
Het overnemen, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke calidadAard
Allooi
Eigenschap
Kwaliteit. Se sofríeMen fruit el hogao o lo queDat wat
Wat se vayaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich a mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren en mantequillaBoter
Roomboter y se revuelveMen roert conDoor
Met
Per
Samen met el arrozDe rijst, se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit el aguaHet water y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se deseaMen wenst los otrosDe anderen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten.
Se sofríeMen fruit la tocinetaBacon en una pailaEen wok, conDoor
Met
Per
Samen met harina de trigoTarwemeel para queOpdat
Zodat suelteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Ik laat los
Ik maak los
Laat u los!
Loslaat
Maakt u los! la grasaDe/het smeer
Het vet. Se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men un hogao conDoor
Met
Per
Samen met los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, el cilantroDe chinese peterselie
De ketoembar
De koriander, el cubo de caldoHet bouillonblokje, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper. TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle finamenteFijn
Keurig picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y sofritoBaksel
Gefruit en mantequillaBoter
Roomboter.
En la grasaDe/het smeer
Het vet que suelteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Ik laat los
Ik maak los
Laat u los!
Loslaat
Maakt u los! la tocinetaBacon se sofríeMen fruit por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen el maízDe maïs y el plátanoDe banaan
De bananenboom
De pisang partido enVerdeeld in trocitosStukjes. Se picaHakt men
Men prikt el cilantroDe chinese peterselie
De ketoembar
De koriander. Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! listosBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge, se agreganMen voegt toe alNaar de
Naar het arrozRijst y se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl contiene(Hij) bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervat de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Arroz Arveja Arveja Arveja Cebolla Maíz tierno Pimentón Tarro Zanahoria
Ensalada chinaChinese salade
Ingredientes:500500
Vijfhonderd g de col chinaChinese kool
Pe-tsai
Raapstelen
Tai-sai, troceadaIn stukjes gesneden
In stukken gesneden
66
Zes cebolletasJapanse bladuien
Japanse bosuien
Stengelajuinen
Stengeluien
Uien
Zilveruitjes, desmenuzadasUitgerafeld
Uitgerafelde
Verbrokkeld
Verbrokkelde
Verkruimeld
Verkruimelde
125 g de maíz dulceSuikermaïs
125 g de tirabequesDoperwten
Snijbonen
11
Een chile rojoDel sureste, es base del chilmole., sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden y cortado enGesneden in finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
33
Drie huevosEieren
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
Podagra's de salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
33
Drie cucharaditasTheelepeltjes de aceite de girasolZonnebloemolie
99
Negen cucharaditasTheelepeltjes de semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de sésamoSesam
Sesamzaad tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's
PonerleDoe het in
Zetten aliño chino y floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem de chile rojoDel sureste, es base del chilmole. paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! decorarDecoreren
Onderscheiden
Versieren (las floresDe bloemen
De bloesems sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n hechasAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd conDoor
Met
Per
Samen met guindillasChilipepers
Juten
Lomboks
Pepers
Rode pepers
Smerissen
Spaanse pepers, los chinosDe chinezen sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn maestrosGrootmeesters
Instructeurs
Leraars
Leraren
Maestro's
Meesters
Onderwijzers en el talladoHet beeldhouwen y adornoGarnering
Garnituur
Ik decoreer
Ik dos uit
Ik sier
Ik sier op
Ik tooi
Ik versier
Ornament
Sieraad
Stelletje
Versiering
Versiersel conDoor
Met
Per
Samen met verdurasGroenten
Groentes)
Preparación:
En una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn, coloqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de lechugaGroene salade
Krop sla
Kropsla
Latuw
Sla chinaChina
Chinees
Chinese, las cebolletasDe biesloken
De bieslooks
De japanse bladuien
De japanse bosuien
De stengelajuinen
De stengeluien
De uien
De zilveruitjes y el maíz dulceDe suikermaïs. SalteeBak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sauteert
Ik sauteer
Roerbak
Sauteert u! unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n segundosHoofdgerechten
Seconden
Secondes
Sekonden los tirabequesDe snijbonen y añada aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe aan
Ik voeg toe aan
Voegt u toe aan! la ensaladaDe salade
Het slaatje conDoor
Met
Per
Samen met el chileDe cayennepeper
De chilipeper
De lombok
De paprika
De pepperoni
De spaanse peper
De tabasco
De tabascopeper.
Rompa(Het) breekt
Breekt u af!
Breekt u door!
Breekt u stuk!
Breekt u!
Doorbreekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Ik breek
Ik breek af
Ik breek door
Ik breek stuk
Ik doorbreek
Ik maak kapot
Ik schend
Ik verbreek
Maakt u kapot!
Schendt u!
Verbreekt u! 11
Een huevoEi en un cuencoEen kom, y bataBadjas
Duster
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houwt u!
Ik houw
Ik klap
Ik klop
Ik mep
Ik roer
Ik roer door
Ik roer om
Ik sla
Japon
Jurk
Kamerjas
Klapt u!
Klop
Klopt u!
Mept u!
Negligé
Ochtendjas
Peignoir
Roert u door!
Roert u om!
Roert u!
Slaat u!
Toga conDoor
Met
Per
Samen met unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
Podagra's de salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus.
CalienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! 11
Een cucharaditaTheelepeltje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y pongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u! el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem
batidoDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshake
Omgeroerd. HagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! 33
Drie tortillasGevulde omeletten
Omeletten
Struiven
Tortilla's, de un huevoEen ei cada unaElk, antes deAlvorens te
Voor doblarlasZe dubbelvouwen las espolvoreaBepoeder!
Bestrooi
Bestrooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepoedert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrooit conDoor
Met
Per
Samen met 33
Drie cucharaditasTheelepeltjes de sésamoSesam
Sesamzaad cada unaElk.
ViertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u! el aliñoDe dressing sobre laOp de
Op het ensaladaSalade
Slaatje y remuevaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik roer
Ik verwijder
Roer
Roert u!
Verwijdert u! suavementeZacht
Zachtjes. CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren las tortillasDe gevulde omeletten
De omeletten
De struiven
De tortilla's en trozosIn stukken de 22
Twee,55
Vijf cmCentimeter
Cm
Cm., pongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u! sobre laOp de
Op het ensaladaSalade
Slaatje y sirvaBaat u!
Bedient u!
Bewijst u een dienst!
Deugt u!
Dien op
Dient u op!
Dient u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Ik baat
Ik bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
Is u geschikt!
Is u van dienst!
Kaart u aan!
Serveert u! adornadasGedecoreerd
Gesierd
Getooid
Opgesierd
Opgesmukt
Opgesmukte
Uitgedost
Versierd
Versierde conDoor
Met
Per
Samen met floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem de chile rojoDel sureste, es base del chilmole..
De los siguientes palabras hay una foto:
Col china Guindillas Lechuga Maíz dulce Sésamo
Ensalada chinaChinese salade
Ingredientes:125 g de maíz dulceSuikermaïs
250 g de castañasEetbare kastanjes
Kastanjes
Paardenkastanjes
Tamme kastanjes de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! enlatadasIngeblikt
Ingeblikte, escurridasAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen
½ pimiento rojoLombok
Paprika
Pepperoni
Rode paprika
Spaanse peper, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden y cortadoAfbreken
Afgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Afplukken
Afrukken
Doorgesneden
Doorsneden
Doorsnijden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Hakken
Het hoofd afgeslagen
Houwen
Kappen
Knippen
Koffie met een beetje
melk
Koffie met melk
Koffie met weinig melk
Onthoofd
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verricht
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitgeschakeld
Uitschakelen
Versneden
Weggescheurd
Wegscheuren a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de pepinoAugurk
Augurkje
Cornichon
Eivormige komkommer
Komkommer de 55
Vijf cmCentimeter
Cm
Cm.
200200
Tweehonderd g de brotes de alubiasBonenspruiten de sojaSoja
un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de jengibreDjahé
Gember
Gemberwortel frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse de 11
Een cmCentimeter
Cm
Cm., desmenuzadoUitgerafeld
Uitgerafelde
Verbrokkeld
Verbrokkelde
Verkruimeld
Verkruimelde finamenteFijn
Keurig
AliñoDressing
Ik maak aan (sla,
saus)
Ik marineer de sésamoSesam
Sesamzaad
hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de coriandroChinese peterselie
Ketoembar
Koriander
Korianderzaad
Verse koriander, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! adornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren
Preparación:
HiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! el maíz dulceDe suikermaïs en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, escurraDruipt af
Druipt u af!
Druipt u uit!
Giet u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wringt uit
Ik druip af
Ik druip uit
Ik giet af
Ik laat uitlekken
Ik wring uit
Laat u uitlekken!
Wringt u uit! y dejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen. CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren las castañasDe eetbare kastanjes
De kastanjes
De paardenkastanjes
De tamme kastanjes de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! en lamasJij/je likt
Lama's y colóquelasPlaats ze en un cuencoEen kom juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el maízDe maïs y el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper.
CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren el pepinoDe augurk
De cornichon
De eivormige komkommer
De komkommer
Het augurkje en lonchasPlakken a lo largoDe lengte, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo diagonalmenteDiagonaal en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken y añada aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe aan
Ik voeg toe aan
Voegt u toe aan! la ensaladaDe salade
Het slaatje.
AgregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! los brotesDe loten
De scheuten
De spruiten
De uitlopers
De uitspruitsels de judíaBoon
Herenboon
Joods
Joodse
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon y el jengibreDe djahé
De gember
De gemberwortel; mezcleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Ik meng
Ik mix
Ik temper
Ik vermeng
Ik verwar
Meng
Mengt u!
Mixt u!
Tempert u!
Vermengt u!
Verwart u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen.
ViertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u! el aderezoDe dressing
Het aanmaken
Het aanmaken (saus)
Het bereiden
Het gereedmaken
Het herstellen
Het maken
Het repareren
Het toebereiden
Het verhelpen
Het versieren
Het verstellen
Het voorbereiden por encimaBovendien
Er bovenop y mezcleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Ik meng
Ik mix
Ik temper
Ik vermeng
Ik verwar
Meng
Mengt u!
Mixt u!
Tempert u!
Vermengt u!
Verwart u! suavementeZacht
Zachtjes.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn adornadaGedecoreerd
Gesierd
Getooid
Opgesierd
Opgesmukt
Opgesmukte
Uitgedost
Versierd
Versierde conDoor
Met
Per
Samen met el coriandroDe chinese peterselie
De ketoembar
De koriander
De verse koriander
Het korianderzaad.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Jengibre Jengibre Judía Maíz dulce Pepino Pimiento rojo Sésamo
TortaCake
Koek
Taart de eloteSuikermaïs o tartaCake
Gevulde taart
Koek
Taart de maízMaïs
(PostreDessertNagerecht
Toespijs
Toetje tradicionalTraditioneel
Traditionele del EstadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden de Veracruz, MéxicoMexico
Mexico-stad)
El maízDe maïs, de origenAanvang
Afkomst
Afstamming
Begin
Herkomst
Komaf
Ontstaan
Oorsprong mexicanoMexicaan
Mexicaans
Mexicaanse, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden tradicionalmenteTraditioneel
Vanouds el alimento básicoHet basisvoedsel
Het stapelvoedsel de los pueblosDe dorpen
De geslachten
De plaatsen
De stammen
De volken
De volkeren
De volksstammen indígenasInboorlingen
Inlanders de MéxicoMexico
Mexico-stad. DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la épocaDe periode
Het tijdperk
Het tijdsgewricht prehispánicaVóór-spaans, el maízDe maïs servía(Het) diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik baatte
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el alimentoDe kost
De voeding
Het levensmiddel
Het onderhoud
Het voeder
Het voedingsmiddel
Het voedsel
Het voer fundamentalEssentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Grond-
Voornaamst
Voornaamste que mezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward conDoor
Met
Per
Samen met carneVlees proporcionaba(Het) verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte evenredig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af
Ik bezorgde
Ik bracht in orde
Ik fourneerde
Ik maakte evenredig
Ik mat af
Ik verschafte
Ik woog af a los naturalesAfkomstig
Afkomstige
Echt
Naturen
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve suficientesVoldoende aportesBijdragen
Jij/je brengt
Jij/je brengt aan
Jij/je draagt aan
Jij/je draagt bij de proteínasEiwitten
Proteïnen
Proteïnes y mineralesDelfstoffen
Ertsen
Mineralen. MezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward conDoor
Met
Per
Samen met mielHonig
Honing, frutasFruit
Vruchten
Vruchtenprodukten dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid y chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook originarioAfkomstig
Afkomstige
Geboortig
Geboortige
Herkomstig
Herkomstige
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Origineel
Originele de MéxicoMexico
Mexico-stad, proporcionaba(Het) verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fourneerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte evenredig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af
Ik bezorgde
Ik bracht in orde
Ik fourneerde
Ik maakte evenredig
Ik mat af
Ik verschafte
Ik woog af carbohidratosKoolhydraten. El maízDe maïs tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde y molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen mezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! servía(Het) diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik baatte
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken refrescanteVerfrissend
Verfrissende, de modo queZodat eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was y aúnNog
Nog altijd
Nog steeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un elementoEen beginsel
Een bestanddeel
Een element muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware en la dietaHet dieet del mexicanoMexicaan
Mexicaans
Mexicaanse de hoyHeden
Vandaag. La TortaDe cake
De koek
De taart de EloteSuikermaïs esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze de consumirConsumeren
Eten
Opeten
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Slopen
Verbruiken
Verorberen
Verteren el maízDe maïs en MéxicoMexico
Mexico-stad comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals postreDessert
Nagerecht
Toespijs
Toetje.
Ingredientes:
88
Acht elotes tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte (panochasKolven de maízMaïs crudasBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige) o 400400
Vierhonderd gramosGrammen de maízMaïs crudoAardolie
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige en granoGraan
Grein
Koren
Korrel
Kraal
Mee-eter
Pit
Puistje
Zaadje
Zaadkorrel
44
Vier huevosEieren
250 gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter
250 gramosGrammen de azúcar de cañaRietsuiker o azúcar morenoBasterdsuiker
Bruine suiker (azúcar blanquillaLa semirrefinada, modelada en forma de cortadillo. noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
de cañaBiertje
Echt riet
Glas bier
Hengel
Riet
Tapbier sinoDoch
Echter
Maar de remolachaBeetwortel
Biet
Kroot
Mangelwortel
Rode bietjes y el saborDe smaak cambia(Het) verandert
Denatureer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denatureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kentert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze varieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wisselt af
Kenter!
Ruil!
Varieer!
Verander!
Verkeer!
Vermaak!
Werk!
Wissel af!
Wissel!)
Una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
VainillaVanille
UvaDruif
Wijndruif pasaBreng door!
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Geef aan!
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Overkom!
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdrijf!
Verga!
Verloop!
Verstrijk! al gustoNaar smaak
Preparación:
El maízDe maïs crudoAardolie
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige en granoGraan
Grein
Koren
Korrel
Kraal
Mee-eter
Pit
Puistje
Zaadje
Zaadkorrel se mueleMen maalt en una batidoraEen blender
Een mixer americanaAmerikaans
Amerikaanse
Buis
Colbert
Jasje
Noord-amerikaanse conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt y los huevosDe eier
De eieren. Se le agregaMen voegt eraan toe
Men voegt toe el azúcarDe suiker, la salHet zout y la vainillaDe vanille. Se le añadenMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe las uvasDe druiven
De wijndruiven pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren en un molde para hornoEen bakvorm que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! engrasadoBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette
Smering conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de mantequillaBoter
Roomboter. Se horneaMen bakt hasta queTot
Totdat se cuezaMen kookt, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 4040
Veertig minutosMinuten. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! saberKennen
Smaken
Weten siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals está cocido(Het) is gekookt, se le meteStopt men un cuchilloEen mes que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! salirAfgaan
Afrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats recomendableAanbevelenswaard
Aanbevelenswaardig
Aanbevelenswaardige
Aanbevelingswaardig que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se paseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat heel ver
weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te ver
in figuurlijke zin de cocimientoBakken
Koken para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se resequeUitdroogt.
NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se consiguenMen verkrijgt las panochasKolven crudasBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige y tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte, se desgrananMen haalt de korrels
eruit conDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes afiladoAangezet
Aanzetten
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Gescherpt
Geslepen
Gewet
Gure
Guur
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Scherpen
Schril
Schrille
Slijpen
Snerpend
Snerpende
Wetten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken los granosDe granen
De greinen
De korrels
De kralen
De mee-eters
De pitten
De puistjes
De zaadjes
De zaadkorrels de la baseDe base
De basis
De grond
De grondslag
Het grondvlak y sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn estosDeze
Dezen los queWie
Zij die se muelenMen maalt. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se consiguenMen verkrijgt las panochasKolven y se compraMen koopt el granoDe korrel
De kraal
De mee-eter
De zaadkorrel
Het graan
Het grein
Het koren
Het puistje
Het zaadje de maízMaïs crudoAardolie
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige congeladoBevriezen
Bevroren
Diepgevroren
Diepvriezen
Ingevroren
Invriezen, se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat descongelarOntdooien paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! molerKwellen
Malen
Vermalen.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Caña Caña Elote Maíz Pasa Remolacha Uva Vainilla
CocasCoca's
Koka's de dacsa (maízMaïs)
PlatoBordEten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs típicoEigenaardig
Eigenaardige
Typisch
Typische de la regiónDe landstreek
De regio
De streek
Het gebied
Het gewest de la Safor en la ComunidadDe gemeenschap
De gemeente ValencianaValenciaanse
Ingredientes:
IgualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend de harinaBloem
Meel que de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!:
Ej.: 11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de harina blancaCon una tasa de extracción de 60-70. Es la harina refinada de uso común. Sólo se ha molido la almendra harinosa, exenta de germen y de cubiertas., 11
Een/22
Twee vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de harina integralVolkorenmeel de maízMaïs 11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat y 11
Een/22
Twee de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, aceite de olivaOlijfolie.
Preparación:
Se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden el aguaHet water y entoncesDan
Dus
Toen se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit la salHet zout y las harinasDe bloemen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dejar deOphouden met
Stoppen met removerRoeren
Verwijderen, hasta queTot
Totdat se formeZich vormt una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke.
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee loDe
Hem
Het
U difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware; conDoor
Met
Per
Samen met la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! se untanMen besmeert las manosDe handen conDoor
Met
Per
Samen met aceite de olivaOlijfolie y se cogeMen pakt un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta, se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men una bolaEen bal
Een bol
Een dot
Een klomp
Een klont
Een kloot
Een kluit
Een kogel
Een prop y se aplanaMen maakt vlak con la ayuda deMet behulp van un plásticoEen kunststof
Een plastic, por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld, un guardafoliosMap. Se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt por la mitadDe helft el plásticoDe kunststof
Het plastic y entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling de los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's plásticosKunststoffen
Plastics
Plastisch
Plastische se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan la bolaDe bal
De bol
De dot
De klomp
De klont
De kloot
De kluit
De kogel
De prop de pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!, y con la ayuda deMet behulp van un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs, a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke transparenteDoorschijnend
Doorzichtig
Doorzichtige
Transparant
Transparante , se aplanaMen maakt vlak hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs 11
Een cmCentimeter
Cm
Cm. de grosorDikte. Se sacaMen haalt eruit
Men haalt uit la cocaDe coca
De koka, y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad , tratandoAansprekend
Bejegenend
Beredenerend
Betitelend
Handel drijvend
Handelend
Handelend over
Hanterend
In handen hebbend
In orde makend
Omgaand met
Pogend
Proberend
Trachtend
Uiteenzettend
Uitmakend
Uitscheldend
Verzorgend
de separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes coca conDoor
Met
Per
Samen met un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de papelPapier
Rol de plásticoKunststof
Plastic
Plastisch
Plastische o de aluminioAluminium
E173
Lichtmetaal uOf otroAnder
Andere
Nog een
Nog één materialGrondstof
Materiaal
Materieel
Materiële antiadherenteAntiaanbak.
AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend hasta queTot
Totdat se acabaHet raakt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg.
AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt una recetaEen recept conDoor
Met
Per
Samen met ellasHen
Ze
Zij:
CocasCoca's
Koka's de Dacsa conDoor
Met
Per
Samen met pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers
22Twee pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie y 22
Twee verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
44
Vier cabezasHoofden
Koppen
Kroppen de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
TomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm, romeroRosmarijn
Rozemarijn, pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie
Unas cuantasEnige cocasCoca's
Koka's
Se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken y se sofríenMen fruit en aceiteIn olie de olivaOlijf
Olijfboom conDoor
Met
Per
Samen met el ajoDe/het knoflook a trocitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne. Se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe el romeroDe rosmarijn
De rozemarijn y el tomilloDe echte tijm
De keukentijm
De thijm
De tijm
De wintertijm, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie y la salHet zout.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Cada Cada Coca Maíz Oliva Pimentón Pimientos Pimientos Rojo Romero Tomillo Valencia Verde
TortaCake
Koek
Taart de jojotoMaïskolf
Ingredientes:11
Een kg. de maíz tiernoSuikermaïs
11
Een/22
Twee kg. de queso blancoWitte kaas ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
55
Vijf huevosEieren
11
Een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de leche condensadaGecondenseerde melk
11
Een/22
Twee tazaBeker
Kop
Kopje de lecheMelk
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de azúcarSuiker
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
Preparación:
LicúeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vloeibaar
Ik maak vloeibaar
Maak vloeibaar
Maakt u vloeibaar! el maízDe maïs conDoor
Met
Per
Samen met la lecheDe melk hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla. PongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u! la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal. BataBadjas
Duster
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houwt u!
Ik houw
Ik klap
Ik klop
Ik mep
Ik roer
Ik roer door
Ik roer om
Ik sla
Japon
Jurk
Kamerjas
Klapt u!
Klop
Klopt u!
Mept u!
Negligé
Ochtendjas
Peignoir
Roert u door!
Roert u om!
Roert u!
Slaat u!
Toga los huevosDe eier
De eieren y añádalos a la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren conjuntamenteGezamenlijk
Samen conDoor
Met
Per
Samen met la leche condensadaDe gecondenseerde melk y el quesoDe kaas.
AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, prepare(Hij) maakt klaar
Bereidt u toe!
Bereidt u voor!
Bereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leid op
Ik maak aan
Ik maak klaar
Leidt u op!
Maakt u aan!
Maakt u klaar! el carameloDe karamel
De toffee
De ulevel
Het hopje conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker y el aguaHet water. EncarameleCarameliseer un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm y pongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u! la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren. CocineBereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Ik bereid
Ik kook
Kook
Kookt u! alNaar de
Naar het baño maríaAu bain marie
Au bain-marie duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat o hasta queTot
Totdat introduciendoAanbrengend
Binnendringend
Binnenlatend
Binnenvoerend
Inbrengend
Indoend
Inleidend
Inschuivend
Instekend
Introducerend
Invoerend
Invullend un cuchilloEen mes, esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Jojoto Maíz tierno
ChupeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lurkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuigt op
Ik lurk
Ik zuig
Ik zuig op
Lurkt u!
Zuigt u op!
Zuigt u! de quesoKaas
Ingredientes:PapasAardappelen
Aardappels
Pausen (patatasAardappelen
Aardappels
Piepers), zapalloBewaarpompoen
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Turkse muts
Winterpompoen (calabacínCourgette
Zucchini), zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel, arvejasDoperwten
Voederwikkes (guisantesDoperwten
Erwten), chocloJonge maïskolf (maízMaïs), todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle picado enGenipt aan
Geproefd van cuadritosVierkantjes, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde las papasAardappelen
Aardappels
Pausen en mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte que las demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder verdurasGroenten
Groentes.
QuesoKaas picado enGenipt aan
Geproefd van cuadritosVierkantjes.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, pimiento morrónSpaanse peper
Spaanse peper (grove), pimientaPeper.
Preparación:
FríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak la salHet zout, el ajoDe/het knoflook, el oréganoDe oregano
De wilde majoraan
De wilde marjolein y el pimiento morrónDe spaanse peper
De spaanse peper (grove) y la pimientaDe peper hasta queTot
Totdat déBrengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u! un olorcitoLuchtje agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige.
EstosDeze
Dezen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn a gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak.
AgregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! todas lasAlle verdurasGroenten
Groentes y revuelvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Ik roer
Ik roer om
Roer
Roert u om!
Roert u! suavementeZacht
Zachtjes.
AgregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude, coloqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer el aguaHet water se estéHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft consumiendoConsumerend
Etend
Gebruikend
Opetend
Opgebruikend
Opmakend
Opterend
Slopend
Verbruikend
Verorberend
Verterend agregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! el quesoDe kaas y espereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hoopt u!
Ik ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op
Is u bedacht op!
Staat u te wachten!
Verwacht u!
Voorziet u!
Wacht
Wacht u af!
Wacht u op!
Wacht u! que se cuezan(Zij) garen las verdurasDe groenten
De groentes.
CómaloEet het calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Calabacín Calabacín Choclo Cuadritos Maíz Orégano Pimienta Pimiento morrón Zanahoria Zapallo Zapallo Zapallo