CaracolesHuisjesslakken
Slakken
Wijngaardslakken
Zeeslakken

MoluscosMollusca
Mollusken
Weekdieren
gasterópodosBuikpotigen
Gastropoda
Slakken
terrestresAards
Aardse
Terrestrisch
Terrestrische
. De finoDelicaat
Delicate
Droge sherry
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
caparazónRugschild
Schaal
Schild
en espiralSpiraal. CuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
prolongadoGerekt
Verlengd
Voortgeschreden
conDoor
Met
Per
Samen met
dos2
Do's
Twee
Tweede
cuernecillos o tentáculosTentakels
Vangarmen
conDoor
Met
Per
Samen met
ojosKijkers
Ogen
al finalTenslotte. ComestibleEetbaar
Eetbare
y de usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede
medicinalMedicinaal
Medicinale
. El caracolDe huisjesslak
De slak
De wijngaardslak
De zeeslak
típicoEigenaardig
Eigenaardige
Typisch
Typische
de la provinciaDe gouw
De provincie
Het gewest
de CádizCadiz
Cádiz
, pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
, se recogeMen voegt erbij a finalesBeslissingswedstrijden
Besluiten
Beëindigingen
Einden
Eindes
Enden
Finales
Sloten
Slots
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleindingen
de mayoBloeimaand
Mei
y el mesDe maand de junioJuni
Zomermaand
, en vallados y camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Terreinen
Velden
silvestresIn het wild groeiend
Wild
Wilde
Woest onbebouwd
, se leHaar
Hem
Het
U
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
o blanquillo. Existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
la cabrillaDe cantharel
De dooierzwam
De echte dooierzwam
De geitenbaars
De hanenkam
De hoorn des overvloeds
, intermedioIntermezzo o listadoGestreepte tonijn y el caracolDe huisjesslak
De slak
De wijngaardslak
De zeeslak
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
o burgao. Las variedadesDe afwisselingen
De variaties
De variëteiten
De verscheidenheden
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
: chicoJongen
Kauwgomboomvrucht
Klein
Kleine
Knaap
Knul
Luttel
Luttele
Papappel
Sapodilla
Sapote
Sawo
; cabrillaCantharel
Cantharellus cibarius
Cantharellus cornucopioides
Craterellus cornucopioides
Dooierzwam
Echte dooierzwam
Geitenbaars
Hanenkam
Hoorn des overvloeds
; bolluno, burgao o grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
. CaracolesHuisjesslakken
Slakken
Wijngaardslakken
Zeeslakken
conDoor
Met
Per
Samen met
poleoMunt
Polei
Poleimunt
. CaracolesHuisjesslakken
Slakken
Wijngaardslakken
Zeeslakken
conDoor
Met
Per
Samen met
hinojoBladvenkel
Knolvenkel
Tuinvenkel
Venkel
Venkelknol
Venkelzaad
. CaracolesHuisjesslakken
Slakken
Wijngaardslakken
Zeeslakken
con tomateIn tomatensaus. CaracolesHuisjesslakken
Slakken
Wijngaardslakken
Zeeslakken
en salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop
.

RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!
:


CaracolesHuisjesslakken
Slakken
Wijngaardslakken
Zeeslakken



Ingredientes:
11
Een
Kg. de caracolesHuisjesslakken
Slakken
Wijngaardslakken
Zeeslakken

11
Een
cebollaAjuin
Bloembol
Ui

11
Een
cabezaHoofd
Kop
Krop
de ajosLoken
11
Een
cucharada soperaSoeplepel de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout

11
Een
cucharaditaTheelepeltje de cominos
11
Een
cucharaditaTheelepeltje de cilantroChinese peterselie
Ketoembar
Koriander

11
Een
/22
Twee
cucharaditaTheelepeltje de pimientaPeper en granoGraan
Grein
Koren
Korrel
Kraal
Mee-eter
Pit
Puistje
Zaadje
Zaadkorrel

22
Twee
guindillasChilipepers
Juten
Lomboks
Pepers
Rode pepers
Smerissen
Spaanse pepers

11
Een
ramaAfdeling
Branche
Geslacht
Linie
Tak
de hinojoBladvenkel
Knolvenkel
Tuinvenkel
Venkel
Venkelknol
Venkelzaad


Preparación:
Se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
 iets
Zij/ze worden terneergeslagen
ayunarVasten duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
dos2
Do's
Twee
Tweede
díasDagen
Etmalen
a los caracolesDe huisjesslakken
De slakken
De wijngaardslakken
De zeeslakken
, pasado este tiempoDaarna se lavanMen wast
Zij/ze wassen zich
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
conDoor
Met
Per
Samen met
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
eliminarAfschaffen
Elimineren
Opdoeken
Uitmaken
Uitschakelen
Uitsluiten
Verwijderen
Wegdoen
Wegwerken
la baba. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden
en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak
cubiertosAangezuiverd
Bedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Gedekt
Somber
Sombere
Toegedekt
de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
a fuego muy lentoZeer laag vuur para queOpdat
Zodat
saquen(Zij) komen uit
Behaalt u!
Brengt u naar buiten!
Doet u af!
Doet u uit!
Dwingt u af!
Haalt u eruit!
Haalt u te voorschijn!
Haalt u uit!
Haalt u van!
Haalt u!
Hoost u!
Knevelt u!
Krijgt u uit!
Ontleent u!
Perst u af!
Put u!
Schept u!
Trekt u uit!
Zet u af!
Zij/ze behalen
Zij/ze brengen naar buiten
Zij/ze doen af
Zij/ze doen uit
Zij/ze dwingen af
Zij/ze halen
Zij/ze halen eruit
Zij/ze halen te voorschijn
Zij/ze halen uit
Zij/ze halen van
Zij/ze hozen
Zij/ze knevelen
Zij/ze krijgen uit
Zij/ze ontlenen
Zij/ze persen af
Zij/ze putten
Zij/ze scheppen
Zij/ze trekken uit
Zij/ze zetten af
los cuerposDe corpora
De corpsen
De korpsen
De legerkorpsen
De lichamen
De lijven
por el calorDe hitte
De smoorhitte
De warmte
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
tenganHeeft u!
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ze hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
los cuerposDe corpora
De corpsen
De korpsen
De legerkorpsen
De lichamen
De lijven
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
el fuego fuerteHet hoog vuur y se esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dos2
Do's
Twee
Tweede
minutosMinuten y se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
 zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
 de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds
todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten
, se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
cocerBakken
Koken
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
media horaEen half uur
Halfuur
a fuego medioMatig vuur.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Blanquillo   Blanquillo   Cabrilla   Caracol   Cebolla   Chico   Guindillas   Hinojo   Pimienta