COMPOSICIÓNBijeenvoegen
Componeren
Compositie
Ineenzetten
Rijmen
Samenstellen
Zetten DEL MUESLIMuesli El muesliDe muesli esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats, por síJa
Jawel
Wel
Zich soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten, un productoEen beschot
Een gewrocht
Een oogstopbrengst
Een opbrengst
Een product
Een productie
Een voortbrengsel perfectoIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide:
CEREALESGraangewassen
Graanproducten als cornflakes en
muesli
Granen: copos de avenaHavermout
Havervlokken, trigoTarwe
Weit germinadoOntkiemd
Ontkiemde, copos de sojaSojavlokken, granosGranen
Greinen
Korrels
Kralen
Mee-eters
Pitten
Puistjes
Zaadjes
Zaadkorrels de mijoGierst
Pluimgierst
Trosgierst
Vogelgierst, etcEnzovoorts. : vitaminasVitaminen
Vitamines A y EEn, B1, B2, B12, fósforoFosfor
Lucifer+auxonas, fosfátidos, albúminasEiwitten, prótidos, etcEnzovoorts.
LECHEMelk: vitaminasVitaminen
Vitamines B2, salesJij/je gaat af
Jij/je gaat buiten
Jij/je gaat naar buiten
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat uit
Jij/je gaat weg
Jij/je komt er mee
weg
Jij/je komt uit
Jij/je legt in
Jij/je legt in het
zout
Jij/je loopt uit
Jij/je maakt in
Jij/je pekelt
Jij/je rijdt af
Jij/je rijdt uit
Jij/je rijdt weg
Jij/je stapt op
Jij/je stapt uit
Jij/je start
Jij/je stijgt uit
Jij/je tijgt
Jij/je treedt uit
Jij/je vaart uit
Jij/je verschijnt
Jij/je vertrekt
Jij/je zout
Zouten mineralesDelfstoffen
Ertsen
Mineralen C. A., lípidosLipiden
Vetten.
MIELHonig
Honing: glúcidos, hierroIjzer
Ik besla.
MANZANASAppelen
Appels
Huizenblokken: potasioKalium, vitaminasVitaminen
Vitamines C, B1, glúcidos.
NUECESAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten: proteínasEiwitten
Proteïnen
Proteïnes, potasioKalium, fósforoFosfor
Lucifer, vitaminasVitaminen
Vitamines B!, B2. Se les añadeMen voegt aan hen
toe eventualmente una dosisEen dosis suplementariaAanvullend
Aanvullende
Suplementair de fruta frescaVers fruit.
LIMÓNCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon PUROHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere: vitamina CAcidum ascorbicum
Ascorbinezuur
Calciumascorbaat
E300
E301
E302
Natriumascorbaat
Vitamine c y potasioKalium.
AlNaar de
Naar het serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn un alimentoEen kost
Een levensmiddel
Een onderhoud
Een voeder
Een voeding
Een voedingsmiddel
Een voedsel
Een voer vivoIk beleef
Ik leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige, el muesliDe muesli debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! consumirse sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Rechtstreeks
Schielijk
Subiet
Zo después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid, por cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand hay queMen moet serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer rigurosoRigoureus
Rigoureuze en cuantoZodra a la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte que se pienseDenkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt
Ik denk comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten. PuedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen emplearseWerkzaam zijn
Zich bezighouden
Zich wijden toda clase deAllerhande
Allerlei
Van elke soort cerealesGraangewassen
Graanproducten als cornflakes en
muesli
Granen, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al los copos de avenaDe havermout
De havervlokken sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus usadosAangewend
Afgewerkt
Afgewerkte
Benut
Beschikt over
Gebruikt
Gebruikte
Gedisponeerd
Verbruikt
Verbruikte
Versleten tradicionalmenteTraditioneel
Vanouds. En arasJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om de una variedadEen afwisselen
Een afwisseling
Een variatie
Een variëren
Een variëteit
Een verscheidenheid
Een werken que siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend será deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal komen uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toebehoren agradecerBedanken
Bedanken voor
Dank betuigen
Dankbaar zijn
Dankbaar zijn voor
Danken
Te danken hebben, cabeBehoor iemand toe!
Ben mogelijk!
Ben natuurlijk!
Bevat!
Heb plaats!
Heb toegang!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft toegang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is mogelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is natuurlijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt iemand toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt te beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt ten deel
Kom iemand toe!
Laat toe!
Neem aan!
Omvat!
Ontvang!
Pas!
Val te beurt!
Val ten deel! utilizarAanwenden
Benutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende:
11
Een cucharaditaTheelepeltje de copos de avenaHavermout
Havervlokken;
11
Een cucharaditaTheelepeltje de granosGranen
Greinen
Korrels
Kralen
Mee-eters
Pitten
Puistjes
Zaadjes
Zaadkorrels de cerealesGraangewassen
Graanproducten als cornflakes en
muesli
Granen trituradosFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt. EstaDeze
Dit segunda2e
Tweede cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren copos de trigoTarwevlokken, de arrozRijst, de cebadaGerst, de centenoRogge, de mijoGierst
Pluimgierst
Trosgierst
Vogelgierst, de sojaSoja y mezclarseZich bewegen onder de
mensen
Zich dooreenmengen
Zich mengen
Zich vermaagschappen
Zich vermengen conDoor
Met
Per
Samen met copos de levaduraGistvlokken (vitaminaVitamine B).
La frutaDe vrucht
Het fruit
Het vruchtenprodukt debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te tratarAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen. Las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn jugosasSappig
Sappige y moderadamenteGematigd
Met mate ácidasZure
Zuur.
. Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt sustituirseVervangen la lecheDe melk por el yogurDe yoghurt.
. La mielDe honig
De honing debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden todas lasAlle garantíasGaranties
Waarborgen
Waarborgingen
Wisselborgtochten de purezaMaagdelijkheid
Reinheid
Zuiverheid, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te aditamento de azúcarSuiker.
TratarAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen que las nuecesDe adamsappels
De noten
De okkernoten
De walnoten noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten y que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! ranciasGarstig
Garstige
Garstigheden
Rans
Ranse
Ranze
Ranzig
Ranzige
Ranzigheden.
EL MUESLIDe muesli, UN ALIMENTOEen kost
Een levensmiddel
Een onderhoud
Een voeder
Een voeding
Een voedingsmiddel
Een voedsel
Een voer EXCELENTEBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
muesliMuesli noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank necesita(Hij) heeft nodig
Behoef!
Ben toe aan!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoef! cocciónBakken
Koken, de modo queZodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se alteranZij/ze veranderen
Zij/ze winden zich op las cualidadesDe eigenschappen
De kwaliteiten de los alimentosDe alimentatie
De kosten
De levensmiddelen
De levensmiddels
De voedingen
De voedingsmiddelen
De voeren que loDe
Hem
Het
U componen(Zij) stellen samen
Zij/ze componeren
Zij/ze rijmen
Zij/ze stellen samen
Zij/ze voegen bijeen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten ineen. Contiene(Hij) bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervat granGroot
Grote variedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken de elementosBeginselen
Beginsels
Bestanddelen
Elementen nutritivosVoedzaam
Voedzame (proteínasEiwitten
Proteïnen
Proteïnes, hidratos de carbonoKoolhydraten, lípidosLipiden
Vetten insaturadosOnverzadigd
Onverzadigde, vitaminasVitaminen
Vitamines, mineralesDelfstoffen
Ertsen
Mineralen) por lo queDat wat
Wat se loDe
Hem
Het
U consideraBeschouw
Beschouw als!
Beschouw!
Ga na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overweegt
Houd rekening met!
Overweeg! completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la alimentaciónDe voeding
Het voeden
Het voedsel de adultosGroot
Grote
Meerderjarig
Meerderjarige
Mondig
Mondige
Volgroeid
Volgroeide
Volwassen
Volwassenen y niñosJongens
Kinderen
Kinders, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk por suHaar
Hun
Uw
Zijn saborSmaak agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige. Se aconsejaU wordt aangeraden consumirloHet te consumeren una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer por díaDag
Etmaal, preferentementeBij voorkeur duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens el desayunoHet ontbijt
Het ontbijten. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs de fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte digestiónDigereren
Digestie
Spijsvertering
Verduwen
Verteren
Vertering
Verwerken, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank entorpeceBelemmer!
Doe verstijven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet verstijven las horasDe tijden
De uren de sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap niEn niet
Evenmin
Noch las de trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken. IntroducirAanbrengen
Binnendringen
Binnenlaten
Binnenvoeren
Inbrengen
Indoen
Inleiden
Inschuiven
Insteken
Introduceren
Invoeren
Invullen el muesliDe muesli comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals elementoBeginsel
Bestanddeel
Element de la dietaHet dieet diariaAlledaags
Alledaagse
Daags
Daagse
Dagelijks
Dagelijkse esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats recomendableAanbevelenswaard
Aanbevelenswaardig
Aanbevelenswaardige
Aanbevelingswaardig. . . Y gratificante. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind nutritivoVoedzaam
Voedzame alimentoIk voed
Kost
Levensmiddel
Onderhoud
Voeder
Voeding
Voedingsmiddel
Voedsel
Voer permiteBelet niet!
Gedoog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof! realizarBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende combinacionesCombinaties
Onderjurken
Verbindingen, y ofreceBied aan!
Bied te koop aan!
Bied!
Draag voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Loof uit!
Sla voor!
Stel voor! la posibilidadDe mogelijkheid de degustarKeuren
Proeven una granGroot
Grote variedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken de recetasJij/je schrijft een recept
voor
Jij/je schrijft voor
Recepten sabrosasLekker
Lekkere
Smakelijk
Smakelijke y saludablesGeneeskrachtig
Geneeskrachtige
Gezond
Gezonde
Heilzaam
Heilzame. El muesliDe muesli estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! compuestoBijeengevoegd
Composiet
Compost
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samenstelling por la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren de distintosAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere ingredientesBestanddelen
Ingrediënten naturalesAfkomstig
Afkomstige
Echt
Naturen
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank necesitan(Zij) hebben nodig
Zij/ze behoeven
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze hoeven
Zij/ze zijn toe aan cocciónBakken
Koken, de estaDeze
Dit formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze se mantienenMen houdt
Zij/ze onderhouden zich todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle susHaar
Hun
Uw
Zijn propiedadesBezittingen
Boerderijen
Eigendommen
Eigendomsrechten
Eigenschappen
Goederen
Landgoederen nutritivasVoedzaam
Voedzame. Por estaDeze
Dit mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand es preferibleHet is aan te
bevelen tomarloHet nemen reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid. Con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds, suHaar
Hun
Uw
Zijn altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde nutritivoVoedzaam
Voedzame se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet incrementadoVergroot
Verhoogd
Vermeerderd por los nutrientesNutriënten
Voedingsstoffen de los alimentosDe alimentatie
De kosten
De levensmiddelen
De levensmiddels
De voedingen
De voedingsmiddelen
De voeren que leHaar
Hem
Het
U suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon acompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen. EntreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen estosDeze
Dezen fielesGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe complementosAanvullingen
Complementen
Plug-ins
Toevoegsels
Volmaaktheden
Voorwerpen destacanZij/ze benadrukken
Zij/ze detacheren
Zij/ze doen scherp uitkomen
Zij/ze komen scherp uit la lecheDe melk, el yogurDe yoghurt, el zumoHet vruchtensap o las frutasDe vruchten
De vruchtenprodukten
Het fruit. Se aconsejaU wordt aangeraden tomarloHet nemen una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer al díaPer dag, preferentementeBij voorkeur duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens el desayunoHet ontbijt
Het ontbijten. AlNaar de
Naar het serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs de fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte digestiónDigereren
Digestie
Spijsvertering
Verduwen
Verteren
Vertering
Verwerken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dificultaBelemmer!
Bemoeilijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoeilijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstoort
Hinder!
Stoor!
Verstoor! el sueñoDe droom
De slaap niEn niet
Evenmin
Noch la actividadDe activiteit
De bedrijvigheid laboralArbeids-. ComposiciónBijeenvoegen
Componeren
Compositie
Ineenzetten
Rijmen
Samenstellen
Zetten del muesliMuesli:
Una raciónEen aandeel
Een deel
Een portie
Een rantsoen
Een taks de muesliMuesli (60-80 gr) contiene(Hij) bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervat proteínasEiwitten
Proteïnen
Proteïnes, vitaminasVitaminen
Vitamines, hidratos de carbonoKoolhydraten, lípidosLipiden
Vetten y mineralesDelfstoffen
Ertsen
Mineralen. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats consideradoBeschouwd
Beschouwd als
Nagegaan
Overwogen
Rekening gehouden met un alimentoEen kost
Een levensmiddel
Een onderhoud
Een voeder
Een voeding
Een voedingsmiddel
Een voedsel
Een voer muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! adultosGroot
Grote
Meerderjarig
Meerderjarige
Mondig
Mondige
Volgroeid
Volgroeide
Volwassen
Volwassenen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! niñosJongens
Kinderen
Kinders, especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral aquellosDie
Diegene que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank comenZij/ze bikken
Zij/ze eten
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gebruiken het middagmaal
Zij/ze lunchen
Zij/ze nuttigen
Zij/ze vreten convenientementeBehoorlijk
Op passende wijze o que sufrenZij/ze doorstaan
Zij/ze dragen
Zij/ze lijden
Zij/ze ondergaan
Zij/ze ondervinden
Zij/ze staan door
Zij/ze staan uit
Zij/ze velen
Zij/ze verdragen de estreñimientoConstipatie
Obstipatie
Verstopping. El carácterDe aard
De geaardheid
Het karakter nutritivoVoedzaam
Voedzame del muesliMuesli radicaBesta uit!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wortelt
Wortel! en susHaar
Hun
Uw
Zijn componentesBestanddelen
Componenten
Onderdelen: cerealesGraangewassen
Graanproducten als cornflakes en
muesli
Granen, mielHonig
Honing, lecheMelk, nuecesAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten, manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken, limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon . . . ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los queWie
Zij die necesitan(Zij) hebben nodig
Zij/ze behoeven
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze hoeven
Zij/ze zijn toe aan cuidarseZich conserveren
Zich ontzien
Zijn gezondheid sparen, los cerealesDe graangewassen
De graanproducten als cornflakes
en muesli
Het granen integralesIntegralen
Volkoren sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn ricosFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende en fibraVezel, hidratos de carbonoKoolhydraten, mineralesDelfstoffen
Ertsen
Mineralen y vitaminasVitaminen
Vitamines. PropiedadesBezittingen
Boerderijen
Eigendommen
Eigendomsrechten
Eigenschappen
Goederen
Landgoederen nutritivasVoedzaam
Voedzame de los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten El germenDe kiem
De zaadkiem
De ziektekiem
Het oog
Het zaad de cerealesGraangewassen
Graanproducten als cornflakes en
muesli
Granen esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware de vitamina EE306
E307
E308
E309
Tocopherol (alpha)
Tocopherol (delta-)
Tocopherol (gamma-)
Tocopherolconcentraat
Vitamine e y ácidos grasosE570
Stearinezuur
Vetzuren esencialesEssentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Onmisbaar
Onmisbare. La mielDe honig
De honing contiene(Hij) bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervat hierroIjzer
Ik besla y glúcidos. La lecheDe melk esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware aporteBrengt u aan!
Brengt u!
Draagt u aan!
Draagt u bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt bij
Ik breng
Ik breng aan
Ik draag aan
Ik draag bij vitamínicoVitaminenrijk, de lípidosLipiden
Vetten y de salesJij/je gaat af
Jij/je gaat buiten
Jij/je gaat naar buiten
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat uit
Jij/je gaat weg
Jij/je komt er mee
weg
Jij/je komt uit
Jij/je legt in
Jij/je legt in het
zout
Jij/je loopt uit
Jij/je maakt in
Jij/je pekelt
Jij/je rijdt af
Jij/je rijdt uit
Jij/je rijdt weg
Jij/je stapt op
Jij/je stapt uit
Jij/je start
Jij/je stijgt uit
Jij/je tijgt
Jij/je treedt uit
Jij/je vaart uit
Jij/je verschijnt
Jij/je vertrekt
Jij/je zout
Zouten mineralesDelfstoffen
Ertsen
Mineralen. Los frutos secosDe noten en zaden aportanZij/ze brengen
Zij/ze brengen aan
Zij/ze dragen aan
Zij/ze dragen bij vitaminasVitaminen
Vitamines, mineralesDelfstoffen
Ertsen
Mineralen y una granGroot
Grote cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte de proteínaEiwit
Proteïne vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische. Las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken contienen(Het) bevat
Zij/ze bedwingen
Zij/ze behelzen
Zij/ze beteugelen
Zij/ze betomen
Zij/ze bevatten
Zij/ze houden
Zij/ze houden af
Zij/ze houden in
Zij/ze houden in toom
Zij/ze houden weg
Zij/ze impliceren
Zij/ze onthouden
Zij/ze onttrekken
Zij/ze tomen in
Zij/ze vervatten glúcidos, vitaminasVitaminen
Vitamines y potasioKalium. El limónDe citroen
De limoen
Het citroenblad esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de vitamina CAcidum ascorbicum
Ascorbinezuur
Calciumascorbaat
E300
E301
E302
Natriumascorbaat
Vitamine c y potasioKalium. OtrosAnder
Andere
Anderen
Nog één cerealesGraangewassen
Graanproducten als cornflakes en
muesli
Granen: puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen emplearseWerkzaam zijn
Zich bezighouden
Zich wijden todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle tipoDrukletter
Soort
Type de cerealesGraangewassen
Graanproducten als cornflakes en
muesli
Granen (copos de avenaHavermout
Havervlokken, de sojaSoja, trigoTarwe
Weit germinadoOntkiemd
Ontkiemde, granosGranen
Greinen
Korrels
Kralen
Mee-eters
Pitten
Puistjes
Zaadjes
Zaadkorrels de mijoGierst
Pluimgierst
Trosgierst
Vogelgierst. . . ), aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus utilizadosAangewend
Benut
Gebruikt
Te baat genomen
Toegepast
Waargenomen sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn los copos de avenaDe havermout
De havervlokken.
De los siguientes palabras hay una foto:
Arroz
Cebada
Cereal
Limón
Mijo
Mijo
Nuez
Trigo
Vieja