PanecilloBolletje
Broodje
Kadet
Kadetje

EnternecedorAandoenlijk
Aandoenlijke
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
que nos(Aan) ons
Ons
lleva aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee voor
Neem mee naar!
Neem mee voor!
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
tiemposPozen
Tijden
Weren
Werkwoordstijden
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
podíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
imaginarBedenken
Vermoeden
Zich verbeelden
Zich voorstellen
que a una formaEen formaliteit
Een gedaante
Een manier
Een vorm
Een wijze
de panBrood
Mik
Pan
leHaar
Hem
Het
U
llamaranZij/ze belden
Zij/ze belden aan
Zij/ze belden op
Zij/ze benoemden
Zij/ze heetten
Zij/ze klopten
Zij/ze luidden
Zij/ze maakten uit voor
Zij/ze noemden
Zij/ze praaiden
Zij/ze riepen
Zij/ze riepen aan
Zij/ze riepen op
Zij/ze schelden
Zij/ze telefoneerden
pistolaPistool.

EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
una recetaEen recept:

Rollitos de salmón conDoor
Met
Per
Samen met
cangrejoKrab
Kreeft
Rivierkreeft
Zoetwaterkreeft



Ingredientes:
11
Een
bandejaBakblik
Bakplaat
Blad
Dienblad
Presenteerblad
Schenkblad
Theeblad
de salmónZalm
11
Een
paquetePak
Pakje
Pakket
de palitosStokjes de cangrejoKrab
Kreeft
Rivierkreeft
Zoetwaterkreeft

salsa rosa
11
Een
boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Sloep
Smijt u eruit!
Sopt u!
de alcaparrasKapperbomen
Kapperstruiken
Kappertjes

11
Een
paquetePak
Pakje
Pakket
de panecillosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten
tostadosBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
alargadosAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd


Preparación:
DesmenuzarUitrafelen
Verbrokkelen
Verkruimelen
los palitosDe stokjes de cangrejoKrab
Kreeft
Rivierkreeft
Zoetwaterkreeft
y mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren
conDoor
Met
Per
Samen met
la salsa rosaDe cognacsaus
De roze saus
De tomatenroomsaus
De whiskeysaus
.
EnrollarHullen
Inwikkelen
Omhullen
Oprollen
Rollen
Strengelen
Toestoppen
Wikkelen
Winden
Woelen
una lonchaEen plak de salmónZalm conDoor
Met
Per
Samen met
la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren
.
AdornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren
conDoor
Met
Per
Samen met
alcaparrasKapperbomen
Kapperstruiken
Kappertjes
al gustoNaar smaak.
EstosDeze
Dezen
rollosRolladen
Rollades
Rollen
Toestanden
se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden
en lo altoEr bovenop de los panecillosDe bolletjes
De broodjes
De kadetjes
De kadetten
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Alcaparra   Cangrejo  


PanecillosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten
de cebollaAjuin
Bloembol
Ui



Ingredientes:
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
:
500500
Vijfhonderd
g. harinaBloem
Meel

11
Een
paquetePak
Pakje
Pakket
de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem
deshidratadaGedroogd
Gedroogde
o en polvoIn poedervorm
11
Een
cucharaditaTheelepeltje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout

150 ml de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige

11
Een
huevoEi
ExtraExtra:
125 g de cebolla tostadaGefruite ui
lecheMelk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pintarlosBeschilder ze
Smeer ze in


Preparación:
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren
la harinaDe bloem
Het meel
tamizadaGeselecteerd
Gezeefd
Gezeefde
conDoor
Met
Per
Samen met
la salHet zout y conDoor
Met
Per
Samen met
la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel
.
AgregarBijmengen
Toevoegen
el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem
y el aguaHet water y amasarDeeg kneden
Kneden
hasta queTot
Totdat
forme unaVorm een masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta
elásticaElastisch
Elastische
Rekbaar
Rekbare
Soepel
Soepele
Veerkrachtig
Veerkrachtige
.
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
reposarLaten rusten
Rusten
en forma deIn de vorm van bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop
en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat
tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen
conDoor
Met
Per
Samen met
uOf pañoDoek
Laken
Stof
Theedoek
Weefsel
o conDoor
Met
Per
Samen met
folioBlad
Bladzijde
Folie
Vel
de plásticoKunststof
Plastic
Plastisch
Plastische
eEn un lugarEen aanleiding
Een dorp
Een lokaliteit
Een oord
Een plaats
Een ruimte
Een zetel
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
hasta queTot
Totdat
aumente(Het) neemt toe
Doet u toenemen!
Groeit u aan!
Groeit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt sterker
Ik doe toenemen
Ik groei
Ik groei aan
Ik neem toe
Ik stijg
Ik vergroot
Ik verhoog
Ik vermeerder
Ik wakker aan
Ik word sterker
Neemt u toe!
Stijgt u!
Vergroot u!
Verhoogt u!
Vermeerdert u!
Wakkert u aan!
Wordt u sterker!
el dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u!
de tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid
(entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
½ y una horaEen tijd
Een uur
)
DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
del reposoIk laat rusten
Ik rust
Rust
Rusten
agregarBijmengen
Toevoegen
las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien
, amasarDeeg kneden
Kneden
hasta queTot
Totdat
estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
repartidasBezorgd
Gedistribueerd
Rondgedeeld
Rondgegeven
Uitgedeeld
Uitgereikt
Verdeeld
por todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
.
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
los panecillosDe bolletjes
De broodjes
De kadetjes
De kadetten
(soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
los de cebollaAjuin
Bloembol
Ui
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
alargadosAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd
el restoDe rest
De stomp
De stronk
redondoGevuld
Gevulde
Rond
Ronde
) y volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
reposarLaten rusten
Rusten
estosDeze
Dezen
sobre laOp de
Op het
bandejaBakblik
Bakplaat
Blad
Dienblad
Presenteerblad
Schenkblad
Theeblad
del hornoKachel
Oven
a la queDat
Die
Wie
Zij die
se leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
papelPapier
Rol
de hornoKachel
Oven
, hasta queTot
Totdat
doblen(Zij) verdubbelen
Buigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u!
Zij/ze buigen
Zij/ze buigen door
Zij/ze buigen krom
Zij/ze buigen om
Zij/ze krommen
Zij/ze plooien
Zij/ze synchroniseren na
Zij/ze verbuigen
Zij/ze vouwen
Zij/ze vouwen dubbel
Zij/ze vouwen om
el tamañoDe afmeting
De grootheid
De grootte
De omvang
De uitgebreidheid
Het bestek
Het formaat
(una media horaEen halfuur)
PrecalentarVoorverwarmen el hornoDe kachel
De oven
a 200200
Tweehonderd
° C
CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
los panecillosDe bolletjes
De broodjes
De kadetjes
De kadetten
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
una hendiduraEen barst
Een gaping
Een kier
Een kloof
Een ravijn
Een spleet
Een split
Een spouw
, conDoor
Met
Per
Samen met
una cuchillaEen hakmes
Een kapmes
Een kling
Een lemmer
Een lemmet
Een mes
, a lo largoDe lengte pintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven
conDoor
Met
Per
Samen met
lecheMelk y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
2020
Twintig
minutosMinuten.
ConDoor
Met
Per
Samen met
la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta
se pudeMen kon hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
(sustituyendoAflossend
Vervangend
la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
) de:
JAMÓNHam:
extraExtra: 150 gr. de jamónHam. LecheMelk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pintarlosBeschilder ze
Smeer ze in

NUECESAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten
:
extraExtra 200200
Tweehonderd
gr. de nuecesAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten
picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
gruesamenteGrof. LecheMelk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pintarlosBeschilder ze
Smeer ze in

QUESOKaas:
extraExtra: 150 g. de quesoKaas emmentalEmmental. A mitadHelft de cocciónBakken
Koken
extenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken
por encima deAan
Boven
Over
los panecillosDe bolletjes
De broodjes
De kadetjes
De kadetten
queso ralladoGeraspte kaas.
HIERBASGrassen
Kruiden
:
extraExtra:
11
Een
cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel
de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige

11
Een
cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel
de eneldoDille
11
Een
ramitoTakje de cebollinoBieslook
Fijn bieslook
Grof bieslook
Grove bieslook
Japanse bladui
Japanse bosui
Pijplook
Schaluun
Snijlook
Stengelajuin
Stengelui
Stengellook
cortado enGesneden in trocitosStukjes
LecheMelk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
pintarlosBeschilder ze
Smeer ze in

MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren
las hierbasDe grassen
De kruiden
Het kruiden
, restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort

SEMILLA DE ADORMIDERABlauwmaanzaad
Maankop
Maanzaad
Papaver
Slaapbol
:
extraExtra: 75 g de semilla de adormideraBlauwmaanzaad
Maankop
Maanzaad
Papaver
Slaapbol
. La adormideraDe heulbol
De papaver
De slaapbol
De slaappapaver
Het blauwmaanzaad
Het maanzaad
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
por encimaBovendien
Er bovenop
del panecilloBolletje
Broodje
Kadet
Kadetje
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
pintarlosBeschilder ze
Smeer ze in
conDoor
Met
Per
Samen met
lecheMelk.
DULCESLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid

En lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
azúcarSuiker (5050
Vijftig
g)
En lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
lecheMelk
Por encimaBovendien
Er bovenop
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
pintarlosBeschilder ze
Smeer ze in
conDoor
Met
Per
Samen met
lecheMelk ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
bastoncitosStaafjes
Stokjes
de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels
y azúcar granizoes el Azúcar blanco grueso que ves en algunas de las galletas, no sé en realidad como se llama en España pues nunca lo ví, solo me limité a traducir literalmente del alemán (Hagelzucker: Hagel = granizo (por ser parecido a las bolitas que caen del cielo cuando graniza) y Zucker = azúcar).



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Almendra   Cebolla   Cebollino   Cebollino   Eneldo   Nuez   Perejil   Semilla de adormidera  


PanecillosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten
de mielHonig
Honing



Ingredientes:
200200
Tweehonderd
gr de mielHonig
Honing

200200
Tweehonderd
gr de harinaBloem
Meel

500500
Vijfhonderd
gr de mantequillaBoter
Roomboter

22
Twee
huevosEieren
22
Twee
dl de ronRum
VainillaVanille

Preparación:
En un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat
se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
 de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich
inicialmenteAanvankelijk
Als eerste
In het begin
Oorspronkelijk
la mielDe honig
De honing
, la mantequillaDe boter
De roomboter
y los huevosDe eier
De eieren
, y a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende
se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan
el ronDe rum, la vainillaDe vanille y la harinaDe bloem
Het meel
, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven
una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta
uniformementeUniform
Éénvormig
mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
y firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
.
Con ellaDaarmee se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken
a las queWie
Zij die
se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
de panecillosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten
y se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan
en una placa de hornoEen bakblik
Een bakplaat
previamenteEerst
Vooraf
humedecidaBevochtigd
Nat gemaakt
Vochtig gemaakt
en aceiteIn olie. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
listosBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge
, se introducen enZij/ze bemoeien zich met
Zij/ze mengen zich in
el hornoDe kachel
De oven
y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
 iets
Zij/ze worden terneergeslagen
cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
 (85 graden celsius) koken
hasta queTot
Totdat
adquieran(Zij) verkrijgen
Behaalt u!
Koopt u aan!
Koopt u!
Krijgt u!
Maakt u buit!
Verkrijgt u!
Verwerft u!
Zij/ze behalen
Zij/ze kopen
Zij/ze kopen aan
Zij/ze krijgen
Zij/ze maken buit
Zij/ze verkrijgen
Zij/ze verwerven
un colorEen kleur oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
horneadosGebakken y fríosAfgekoeld
Afgekoelde
Kil
Kille
Koud
Koude
, puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
conservarseBewaren duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
mesesMaanden en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat
de hojalataBlik
Plaatstaal




De los siguientes palabras hay una foto:
Vainilla