Lombok
Paprika
Peper
Pepperoni
Peruaanse peper
Roze peper
Roze peperkorrels
Spaanse peper
(Capsicum annuum, Capsicum annuum var. grossum, Capsicum spp., Pimenta officinalis, Schinus molle)
El pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats originarioAfkomstig
Afkomstige
Geboortig
Geboortige
Herkomstig
Herkomstige
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Origineel
Originele de AméricaAmerika tropicalTropisch
Tropische y actualmenteMomenteel
Nou
Nu
Tegenwoordig
Thans se cultivaMen verbouwt en muchosVeel
Vele
Zeer
Zere de los climasDe klimaten templadosBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el mundoDe wereld
Het aardrijk. CreceAard!
Gedij!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aardt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tiert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast aan
Neem toe!
Tier!
Was aan!
Was! en forma deIn de vorm van un robustoFerm
Ferme
Fors
Forse
Hecht
Hechte
Krachtig
Krachtige
Potig
Potige
Robuust
Robuuste
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Stoer
Stoere
Struis
Struise y pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne arbustoHeester
Struik anualEen jaar durend
Eenjarig
Eenjarige
Jaarlijks
Jaarlijkse, que alcanzaAchterhaal!
Behaal!
Bereik!
Haal in!
Het is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Maak buit!
Reik tot!
Verkrijg!
Verwerf! 11
Een metroMeter
Metro
Metrum
Versmaat de alturaHoogte
Verhevenheid; tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime y brillantesBriljant
Briljante
Briljanten
Geniaal
Geniale y las pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem blancasBlank
Blanke
Wit
Witte aparecenVerschijnen
Zij/ze dagen op
Zij/ze draven op
Zij/ze komen te voorschijn
Zij/ze komen uit
Zij/ze verschijnen a mediados deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van veranoZomer. Los frutosDe opbrengsten
De vruchten primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes y a medida queNaarmate maduranZij/ze rijpen
Zij/ze worden volwassen se vuelven(Zij) worden
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie, brillantesBriljant
Briljante
Briljanten
Geniaal
Geniale y carnososVlezig
Vlezige y lleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven a medirAfmeten
Meten
Opmeten
Opnemen
Uitmeten unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2525
Vijfentwintig cmCentimeter
Cm
Cm. de largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig. Los frutosDe opbrengsten
De vruchten contienen(Het) bevat
Zij/ze bedwingen
Zij/ze behelzen
Zij/ze beteugelen
Zij/ze betomen
Zij/ze bevatten
Zij/ze houden
Zij/ze houden af
Zij/ze houden in
Zij/ze houden in toom
Zij/ze houden weg
Zij/ze impliceren
Zij/ze onthouden
Zij/ze onttrekken
Zij/ze tomen in
Zij/ze vervatten grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime cantidadesBoelen
Grootheden
Hoeveelheden
Kwantiteiten
Sterkten
Sterktes de vitamina CAcidum ascorbicum
Ascorbinezuur
Calciumascorbaat
E300
E301
E302
Natriumascorbaat
Vitamine c. Se comenMen eet
Zij/ze eten op crudosAardolies
Aardoliën
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige, cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten o en guisosGerechten
Stoofgerechten
Stoofpotten. La carneHet vlees del frutoOpbrengst
Vrucht secaDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis! y trituradaFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper o páprikaLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper.
EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
- Mojete
- Risotto de quínoa y pimientos amarillos
- Coca de pimientos
- Quiche de chorizo y pimientos rojos
- Pimientos del piquillo rellenos de bacalao
- Rollitos de lenguados con pimientos
De los siguientes palabras hay una foto:
Páprika Pimiento Pimiento Rojo Verde
MojeteMojete
Ingredientes:66
Zes cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien, medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
66
Zes pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers morronesChilipepers
Pepers
Spaanse pepers.
55
Vijf dientes de ajoKnoflookteentjes
77
Zeven cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie
Dos2
Do's
Twee
Tweede pulgaradas de cominos
El zumoHet vruchtensap de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de vinagre de vinoWijnazijn
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
UnasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n ramitasTakjes de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
Preparación:
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren una placa de hornoEen bakblik
Een bakplaat conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers y cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! asarBraden
Branden
Roosteren a hornoKachel
Oven 175 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen centígradosCentesimaal
Centesimale
Honderddelig
Honderddelige. UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1010
Tien minutosMinuten antes deAlvorens te
Voor terminarAfhandelen
Aflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen suHaar
Hun
Uw
Zijn asadoBraadstuk
Gebraad
Gebraden
Gebraden vlees
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten 33
Drie dientes de ajoKnoflookteentjes a asarBraden
Branden
Roosteren. QuitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel y pepitasZaadjes
Zaden a los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers, pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen los ajosDe loken asadosBraadstukken
Gebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde. CebollasAjuinen
Bloembollen
Uien, ajosLoken y pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers cortarlosSnijd ze en finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere julianaDamastbloem
Julienne y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el conjuntoDe inrichting
De set
De troep
De verzameling
De/het complet
Het complex
Het ensemble
Het geheel
Het samenspel
Het stel
Het stelletje en una cazuela de barroEen aardewerk schaaltje.
MachacarFijnstampen
Stampen en un morteroEen houwitser
Een metselkalk
Een mortel
Een mortier
Een specie
Een vijzel los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's dientes de ajoKnoflookteentjes crudosAardolies
Aardoliën
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met los cominos hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje, desleírAanlengen
Binden
Liéren
Oplossen el limónDe citroen
De limoen
Het citroenblad en estaDeze
Dit pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el aceite de olivaDe olijfolie y el vinagreDe azijn
De edik, ligarAansluiten
Binden
Liëren
Vastbinden
Vastmaken
Verbinden muy bienBest
Heel goed
Prima todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle estosDeze
Dezen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten y salarIn het zout leggen
Inleggen
Inmaken
Pekelen
Zouten al gustoNaar smaak.
VerterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las verdurasDe groenten
De groentes y espolvorearBepoederen
Bestrooien con perejilMet peterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
De los siguientes palabras hay una foto:
Perejil Pimientos Pimientos Salar
RisottoRisotto de quínoaQuinoa
Quinua y pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers amarillosGeel
Gele
Gelen
Ingredientes:44
Vier tazasBekers
Kopjes
Koppen de quínoaQuinoa
Quinua
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de queso ralladoGeraspte kaas
100100
Honderd gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter
22
Twee pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers amarillosGeel
Gele
Gelen
CaldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat o aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
PimientaPeper
Preparación:
LaveDoet u de was!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet de was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast uit
Ik doe de was
Ik loog
Ik was
Ik was af
Ik was uit
Loogt u!
Was
Wast u af!
Wast u uit!
Wast u! la quínoaDe quinoa
De quinua hasta queTot
Totdat el aguaHet water noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! espumosaMousserend
Mousserende
Schuimig
Schuimige. SalteeBak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sauteert
Ik sauteer
Roerbak
Sauteert u! en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en julianasDamastbloemen
Juliennes en una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de mantequillaBoter
Roomboter, viertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u! la quínoaDe quinoa
De quinua y saltéelaSauteer het levementeEnigszins
Licht
Lichtelijk. AñadaBrengt u aan!
Doet u bij!
Geeft u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik breng aan
Ik doe bij
Ik geef toe
Ik leg bij
Ik meng bij
Ik voeg bij
Ik voeg toe
Legt u bij!
Mengt u bij!
Voeg toe
Voegt u bij!
Voegt u toe! salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat o aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, y dejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! cocinarBereiden
Koken. RevuelvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Ik roer
Ik roer om
Roer
Roert u om!
Roert u! con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! a puntoPrecies goed de perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la humedadDe vochtigheid, incorporeBouwt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bouwt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik bouw in
Ik voeg toe
Voeg weer toe
Voegt u toe! el restoDe rest
De stomp
De stronk de la mantequillaDe boter
De roomboter y revuelvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Ik roer
Ik roer om
Roer
Roert u om!
Roert u!, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo añadaBrengt u aan!
Doet u bij!
Geeft u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik breng aan
Ik doe bij
Ik geef toe
Ik leg bij
Ik meng bij
Ik voeg bij
Ik voeg toe
Legt u bij!
Mengt u bij!
Voeg toe
Voegt u bij!
Voegt u toe! el queso ralladoDe geraspte kaas y vuelva aGaat u terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Ik ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Weer revolverOmroeren
Roeren. FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte, agregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! pimienta blancaWitte peper recién molidaVersgemalen y sirvaBaat u!
Bedient u!
Bewijst u een dienst!
Deugt u!
Dien op
Dient u op!
Dient u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Ik baat
Ik bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
Is u geschikt!
Is u van dienst!
Kaart u aan!
Serveert u! de inmediatoOnmiddellijk.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Amarillo Pimienta Pimienta blanca Pimientos Pimientos Quínoa
Coca de pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers
Preparación:
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la cocaDe coca
De koka de pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta exactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort a la de la COCADe coca
De koka DE TREMPÓ. NecesitamosWij hebben nodig
Wij/we behoefden
Wij/we behoeven
Wij/we hadden nodig
Wij/we hebben nodig
Wij/we hoefden
Wij/we hoeven
Wij/we waren toe aan
Wij/we zijn toe aan pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper y aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg, siguiendoAanblijvend
Bewandelend
Bijhoudend
Doorgaand
Opvolgend
Volgend
Voortvloeiend
Voortzettend los pasosDe bergpassen
De doorgangen
De doortochten
De overgangen
De passages
De passen
De schreden
De stappen
De treden
De voetstappen de las anterioresVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere recetasJij/je schrijft een recept
voor
Jij/je schrijft voor
Recepten, se extiendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt zich uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt zich uit
Men strekt uit sobre elOp de
Op het moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm o la placaDe bakplaat
De fotografische plaat
De plaat
De plak
De/het aanrecht
De/het tablet
Het bakblik
Het blad de hojalataBlik
Plaatstaal. Los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers los habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn horneadoBakken
Gebakken, quitadoAfgedaan
Afgehaald
Afgenomen
Afgetrokken
Afgezet
Beroofd
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel y despepitadoOntpit
Ontpitte y, una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer fríosAfgekoeld
Afgekoelde
Kil
Kille
Koud
Koude, los hacemos tirasWij/we rafelen uit
Wij/we verbrokkelen. AliñamosWij maken aan
Wij/we maakten aan (sla,
saus)
Wij/we maken aan (sla,
saus)
Wij/we marineerden
Wij/we marineren los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers conDoor
Met
Per
Samen met la salHet zout, la pimientaDe peper, el ajoDe/het knoflook, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y el aceiteDe olie
De olijfolie y loDe
Hem
Het
U extendemosWij spreiden
Wij/we breiden uit
Wij/we geven af
Wij/we houden op
Wij/we maken wijder
Wij/we ontvouwen
Wij/we rekken
Wij/we smeren uit
Wij/we spreiden
Wij/we spreiden uit
Wij/we steken uit
Wij/we strekken
Wij/we strekken uit
Wij/we verbreiden
Wij/we vergroten
Wij/we verspreiden sobre laOp de
Op het masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta. Y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! listaBand
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderel
Cedel
Ceel
Ceintuur
Deelnemerslijst
Gerede
Gereed
Keuzelijst
Klaar
Klare
Lijst
Loonstaat
Menu
Presentielijst
Rap
Rappe
Reep
Rol
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaart
Staat
Streep
Strook
Tabel
Vlug
Vlugge
Wapenbalk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 20-30 minutosMinuten a temperaturaTemperatuur mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!.
NotasAantekeningen
Cijfers
Jij/je bemerkt
Jij/je bespeurt
Jij/je merkt
Jij/je merkt op
Jij/je noteert
Jij/je schrijft op
Jij/je stelt te boek
Jij/je tekent aan
Muzieknoten
Nota's
Noten
Notities
Opmerkingen:
La cocaDe coca
De koka de "trempó" se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten, tal cualAls zodanig, peroDoch
Echter
Maar tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer la de pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la de verduraGroente puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen presentarsePresenteren
Verschijnen
Zich melden
Zich vertonen
Zich voorstellen conDoor
Met
Per
Samen met másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ingredientesBestanddelen
Ingrediënten. La de pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! buenísimaHeel goed siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals antes deAlvorens te
Voor introducirlaInbrengen en el hornoDe kachel
De oven leHaar
Hem
Het
U ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer por encimaBovendien
Er bovenop trocitosStukjes de lomoKruis
Lende
Lendenstuk
Rug
Rugstuk o pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand genteLieden
Lui
Mensen
Volk que leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven de berenjenaAubergine
Eierplant (buenísimaHeel goed) La de verduraGroente sueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegt
Pleegt presentarsePresenteren
Verschijnen
Zich melden
Zich vertonen
Zich voorstellen conDoor
Met
Per
Samen met sardinillas por encimaBovendien
Er bovenop, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus adecuadaAangepast
Adequaat
Adequate
Afdoend
Afdoende
Bruikbaar
Bruikbare
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Geschikt
Geschikte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht. Se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men exactamenteGetrouw
Getrouwe
Precies
Trouw
Trouwe igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort, antes deAlvorens te
Voor meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten la cocaDe coca
De koka en el hornoDe kachel
De oven leHaar
Hem
Het
U ponéisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer sardinillas o boqueronesAnsjovis
Ansjovissen limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere y aderezadosAangemaakt
Aangemaakt (sla, saus)
Bereid
Gekruid
Gemaakt
Gemarineerd
Gemarineerde
Gereedgemaakt
Gerepareerd
Hersteld
Toebereid
Verholpen
Versierd
Versteld
Voorbereid, peroDoch
Echter
Maar el tiempoDe poos
De tijd
De weersomstandigheden
De werkwoordstijd
Het weder de cocciónBakken
Koken esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn pecesLevende vissen
Vissen pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Berenjena Coca Perejil Pimienta Pimientos Pimientos Rojo
QuicheQuiche de chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst y pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie
Ingredientes:
250g de chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst del buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
300300
Driehonderd g de pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie
33
Drie yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels
22
Twee huevosEieren enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
150g de leche evaporadaGeconcentreerde melk
Ingedikte melk
Melkconcentraat
150g de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimienta blancaWitte peper y nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala.
Preparación:
TroceaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt in stukken
Snijd in stukken
Snijd in stukken! el chorizoDe chorizo
De knoflookworst
De pikante paprikaworst
De spaanse worst y dale una vueltecitaRoer en la sarténIn de pan gebakken, escurreDruip af!
Druip uit!
Giet af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wringt uit
Laat afdruipen
Laat uitlekken!
Wring uit! muy bienBest
Heel goed
Prima y reservaBespreek!
Bestel!
Boek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Houd open!
Houd vrij!
Reservaat
Reserve
Reserveer!
Reservering
Teken in!
Zet apart
Zet weg!. FríeBak
Bak!
Braad!
Frituur!
Fruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper en arosAronskelken
Hoepels
Ringen. EchaBegin handel te drijven
met!
Gooi erop!
Gooi!
Heb aandeel in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet buiten de
deur
Jaag weg!
Keil!
Kondig aan!
Krijg!
Laat aan het lot
over!
Leg op!
Maak bekend!
Maak vast!
Neem!
Schat!
Schenk in!
Sla uit!
Smijt!
Speel een partijtje!
Speel uit!
Spreek uit!
Stort!
Strooi!
Stuur weg!
Tank!
Treed op in!
Uit!
Voeg toe!
Voegt toe
Voer op!
Wed!
Wedijver!
Werp!
Zeg!
Zend weg!
Zet buiten de deur! chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst y pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers sobre laOp de
Op het tartaleta, cubre(Hij) bedekt
Bedek
Bedek!
Beleg!
Bescherm!
Dek toe!
Dek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Zuiver aan! conDoor
Met
Per
Samen met la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom, lecheMelk y huevosEieren batidosDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshakes
Omgeroerd. SazonaAssaisoneer!
Breng op smaak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assaisoneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op smaak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruidt
Kruid
Kruid! y al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven.
De los siguientes palabras hay una foto:
Nuez moscada Pimienta blanca Pimientos Pimientos Rojo
PimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers del piquillo rellenosAanvullingen
Farcen
Farces
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Opvulsels
Voleindingen
Vulsels
Vullingen de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis
Ingredientes:
22
Twee latasBlikjes
Blikken
Bussen
Jij/je klopt
Latten
Trommels
Trommeltjes de pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers del Piquillo
BacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis alNaar de
Naar het pil-pil: 500500
Vijfhonderd gr. de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis en salazónPekelen
Zouten,
55
Vijf dientes de ajoKnoflookteentjes,
11
Een/44
Vier de litroLiter de aceite de olivaOlijfolie
Salsa VizcaínaSalsa a base de pimiento choriceros y cebolla que puede llevar tomate. Muy famoso el bacalao a la vizcaína, también acompaña patas, morros, orejas etc.: 11
Een´55
Vijf kg de cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien, 55
Vijf dientes de ajoKnoflookteentjes, 1010
Tien pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers choriceros, 4040
Veertig gr. de harinaBloem
Meel y 11
Een litroLiter de caldo de pescadoVisbouillon.
Preparación:
DesalarOntzouten el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis sumergiéndoloHet onderdompelend en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n 48 horasTijden
Uren (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals las tajadasDe filets
De moten
De plakken
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten desaladoOntzout
Ontzoute en 36-40 horaTijd
Uur). CambiarAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen el aguaHet water cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes 1212
Twaalf horasTijden
Uren. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis conDoor
Met
Per
Samen met la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que la salHet zout alNaar de
Naar het caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen al fondoAan het eind
Naar de bodem se impregneWordt geïmpregneerd en la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel. ProbarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken la carneHet vlees de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis más cercanaDichts a la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel (ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste parte enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt in
Verdeel in! desalarOntzouten) paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! comprobarBevinden
Bewijzen
Constateren
Controleren
Nagaan
Proberen
Vaststellen
Verifiëren que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! desaladoOntzout
Ontzoute. Es preferibleHet is aan te
bevelen mantenerErop nahouden
Houden
Onderhouden el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis en cámaraCamera
Cameraman
Filmcamera
Fotocamera
Fototoestel
Kamer
Kamertje
Lokaal
Luchtband
Televisiecamera
Vertrek duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el procesoDe gerechtszaak
De ontwikkelingsgang
De rechtszaak
De zaak
Het geding
Het proces
Het rechtsgeding
Het verloop.
ElaboraciónBereiden
Bewerken
Bewerking
Ontwikkelen
Produceren
Uitwerken
Vervaardigen
Verwerken
Verwerking de la SalsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop vizcaína:
PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a pocharSauteren
Smoren (in vet) la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui. rehidratar los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers choriceros en sumergiéndolosOnderdompelend sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te el raboDe staart
Het gerecht met staart
van os of stier en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer pochadaGepocheerd
Gepocheerde
Gesauteerd
Gesmoord (in vet) la verduraDe groente añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers ligamosWij binden
Wij/we binden
Wij/we binden vast
Wij/we bonden
Wij/we bonden vast
Wij/we lieerden
Wij/we liëren
Wij/we maakten vast
Wij/we maken vast
Wij/we sloten aan
Wij/we sluiten aan
Wij/we verbinden
Wij/we verbonden conDoor
Met
Per
Samen met la harinaDe bloem
Het meel y mojamosWij maken nat
Wij/we betten
Wij/we bevochtigden
Wij/we bevochtigen
Wij/we deppen
Wij/we depten
Wij/we dompelden in
Wij/we dompelen in
Wij/we doopten in
Wij/we dopen in
Wij/we maakten nat
Wij/we maken nat
Wij/we soppen
Wij/we sopten conDoor
Met
Per
Samen met el caldo de pescadoDe visbouillon y dejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1010
Tien minutosMinuten. PasamosWij passeren
Wij/we brachten door
Wij/we brengen door
Wij/we gaan langs
Wij/we gaan over
Wij/we gaan voorbij
Wij/we gaven aan
Wij/we gebeurden
Wij/we gebeuren
Wij/we geven aan
Wij/we gingen langs
Wij/we gingen over
Wij/we gingen voorbij
Wij/we haalden in
Wij/we halen in
Wij/we komen langs
Wij/we komen om
Wij/we kwamen langs
Wij/we kwamen om
Wij/we laten door
Wij/we lieten door
Wij/we overkomen
Wij/we overkwamen
Wij/we passeerden
Wij/we passeren
Wij/we reiken aan
Wij/we reikten aan
Wij/we staken over
Wij/we steken over
Wij/we verdreven
Wij/we verdrijven
Wij/we vergaan
Wij/we vergingen
Wij/we verliepen
Wij/we verlopen
Wij/we verstreken
Wij/we verstrijken la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop por un pasapurésEen pureerzeef
Een pureestamper
Een zeef (om puree
te maken) y ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer a puntoPrecies goed de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
ElaboraciónBereiden
Bewerken
Bewerking
Ontwikkelen
Produceren
Uitwerken
Vervaardigen
Verwerken
Verwerking del RellenoVan de vulling:
ElaboramosWij maken
Wij/we bereidden
Wij/we bereiden
Wij/we bewerken
Wij/we bewerkten
Wij/we ontwikkelden
Wij/we ontwikkelen
Wij/we produceerden
Wij/we produceren
Wij/we vervaardigden
Wij/we vervaardigen
Wij/we verwerken
Wij/we verwerkten
Wij/we werken uit
Wij/we werkten uit un bacalaoEen gul
Een kabeljauw
Een klipvis
Een stokvis alNaar de
Naar het pil-pil. FileteamosWij snijden in plakjes
Wij/we fileerden
Wij/we fileren los ajosDe loken y los ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer a dorarAanbraden
Doreren fuego lentoLaag vuur para queOpdat
Zodat el aceiteDe olie
De olijfolie adquieraBehaalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik behaal
Ik koop
Ik koop aan
Ik krijg
Ik maak buit
Ik verkrijg
Ik verwerf
Koopt u aan!
Koopt u!
Krijgt u!
Maakt u buit!
Verkrijgt
Verkrijgt u!
Verwerft u! saborSmaak a ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look en una cazuela de barroEen aardewerk schaaltje. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer doradosAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakrelen
Plevieren
Pluvieren
Verguld
Vergulde los ajosDe loken los retiramosVerwijderen we
Wij/we haalden uit
Wij/we halen uit
Wij/we trekken in
Wij/we trekken terug
Wij/we trokken in
Wij/we trokken terug
Wij/we verwijderden
Wij/we verwijderen y añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe las tajadasDe filets
De moten
De plakken
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis conDoor
Met
Per
Samen met la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n ocho8
Acht minutosMinuten sin queZonder dat el aceiteDe olie
De olijfolie hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl elloDat
Het secaría(Het) zou drogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afdrogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afvegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afwissen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou drogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou droogmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitdrogen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wissen
Ik zou afdrogen
Ik zou afvegen
Ik zou afwissen
Ik zou drogen
Ik zou droogmaken
Ik zou uitdrogen
Ik zou vegen
Ik zou wissen el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis. RetiramosVerwijderen we
Wij/we haalden uit
Wij/we halen uit
Wij/we trekken in
Wij/we trekken terug
Wij/we trokken in
Wij/we trokken terug
Wij/we verwijderden
Wij/we verwijderen el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis y loDe
Hem
Het
U colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit conDoor
Met
Per
Samen met la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cazuela de barroAardewerk schaaltje templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige. AñadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan el aceiteDe olie
De olijfolie a chorroScheut finoDelicaat
Delicate
Droge sherry
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere mientrasTerwijl giramosWij draaien
Wij/we draaiden
Wij/we draaiden om
Wij/we draaiden rond
Wij/we draaien
Wij/we draaien om
Wij/we draaien rond
Wij/we endosseerden
Wij/we endosseren
Wij/we gireerden
Wij/we gireren
Wij/we keerden
Wij/we keerden om
Wij/we keerden ons om
Wij/we keren
Wij/we keren om
Wij/we keren ons om
Wij/we slaan af
Wij/we sloegen af
Wij/we wendden
Wij/we wenden sin cesarOnophoudelijk la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht para queOpdat
Zodat el aceiteDe olie
De olijfolie ligue(Het) bindt
Avontuurtje
Bindt u vast!
Bindt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt
Ik bind
Ik bind vast
Ik lieer
Ik maak vast
Ik sluit aan
Ik verbind
Lieert u!
Maakt u vast!
Scharreltje
Sluit u aan!
Verbindt u!.
DesmigamosWij verkruimelen
Wij/we kruimelden
Wij/we kruimelen
Wij/we verbrokkelden
Wij/we verbrokkelen
Wij/we verkruimelden
Wij/we verkruimelen el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis y loDe
Hem
Het
U ligamosWij binden
Wij/we binden
Wij/we binden vast
Wij/we bonden
Wij/we bonden vast
Wij/we lieerden
Wij/we liëren
Wij/we maakten vast
Wij/we maken vast
Wij/we sloten aan
Wij/we sluiten aan
Wij/we verbinden
Wij/we verbonden conDoor
Met
Per
Samen met el pil-pil.
PimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers: SecarlosHen drogen en el hornoDe kachel
De oven y rellenarlosZe vullen.
PreparaciónAanmaken
Bereiden
Bereiding
Bereidingswijze
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding: CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met una parteEen aandeel
Een bonk
Een brok
Een deel
Een eindje
Een gedeelte
Een homp
Een onderdeel
Een part
Een portie
Een rantsoen
Een stuk
Een stukje
Een taks
Een zijde de la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop vizcaína hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend (paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers se rompanStuk gaan
Zij/ze gaan kapot). En otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cazuelaBraadpan
Eenpansgerecht
Kasserol
Lage kookpot
Ovenschotel
Steelpan calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen el restoDe rest
De stomp
De stronk de la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que se mezcleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich conDoor
Met
Per
Samen met trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken de rellenoAanvulling
Bijvullen
Farce
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Invullen
Opvulsel
Opvullen
Opzetten
Voleinding
Vulsel
Vullen
Vulling o pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers que se pudiesenKonden romperAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Bacalao Cada Cada Pimientos Pimientos Pimientos del piquillo
RollitosRolletjes de lenguadosEigenlijke tongen
Soleidae
Tongen
Zeetongen conDoor
Met
Per
Samen met pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers
Ingredientes:
88
Acht filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën de lenguadosEigenlijke tongen
Soleidae
Tongen
Zeetongen,
11
Een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de pimientoChilipeper
Lombok
Paprika
Peper
Pepperoni
Peruaanse peper
Roze peper
Roze peperkorrels
Spaanse peper morronesChilipepers
Pepers
Spaanse pepers,
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui,
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de vino rosadoRosé,
11
Een yogurYoghurt,
11
Een/44
Vier L. de caldo de pescadoVisbouillon,
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout,
pimientaPeper,
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie,
11
Een limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon y maicenaMaiszetmeel
Maïszetmeel
Maïzena.
Preparación:
CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken largasBreedvoerig
Breedvoerige
Jij/je dient toe
Jij/je geeft
Jij/je hijst
Jij/je laat los
Jij/je laat vrij
Jij/je viert
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde, guardarBehoeden
Behouden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over 11
Een pimientoChilipeper
Lombok
Paprika
Peper
Pepperoni
Peruaanse peper
Roze peper
Roze peperkorrels
Spaanse peper paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop, colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit una tiraEen band
Een reep
Een reepje
Een streep
Een strook
Een wapenbalk sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes fileteBiefstuk
Filet
Lapje vlees
Lijst
Moot
Plak
Rand
Richel
Schijf
Snede
Snee
Sneetje de lenguadoTong
Zeetong, enrollarlosRol ze y colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de mantequillaBoter
Roomboter y colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten los filetesDe biefstukken
De filets
De lijsten
De moten
De plakken
De randen
De rands
De richels
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën de lenguadosEigenlijke tongen
Soleidae
Tongen
Zeetongen loDe
Hem
Het
U rociamosWij besproeien
Wij/we bedropen
Wij/we bedruipen
Wij/we begieten
Wij/we begoten
Wij/we besprenkelden
Wij/we besprenkelen
Wij/we besproeiden
Wij/we besproeien
Wij/we sprenkelden
Wij/we sprenkelen
Wij/we sproeiden
Wij/we sproeien conDoor
Met
Per
Samen met el vino rosadoDe rosé, eEn introducirloInbrengen en el hornoDe kachel
De oven unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1010
Tien min. (el hornoDe kachel
De oven debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!) a temperaturaTemperatuur mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!, en un cazoEen sauspan ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten mantequillaBoter
Roomboter y rehogarSauteren
Smoren (in vet) la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige muy finaHeel fijn, el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper reservadoBesproken
Besteld
Geboekt
Gereserveerd
Gereserveerde
Ingetekend
Opengehouden
Vrijgehouden
Weggezet
Weggezette tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook muy finoHeel fijn echamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg el caldo de pescadoDe visbouillon, salpimentarMet zout en peper
kruiden y seguidamenteAanstonds
Vervolgens loDe
Hem
Het
U, podemosLaten we besnoeien
Laten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we besnoeien
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien triturarFijnstampen
Pureren
Stampen en la batidoraDe blender
De mixer, loDe
Hem
Het
U pasamos porWij halen door el chinoDe chinees
De chinois
Het chinees y leHaar
Hem
Het
U añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe el yogurDe yoghurt, loDe
Hem
Het
U mezclamosWij mengen
Wij/we gooiden door elkaar
Wij/we gooien door elkaar
Wij/we mengden
Wij/we mengen
Wij/we mixen
Wij/we mixten
Wij/we temperden
Wij/we temperen
Wij/we vermengden
Wij/we vermengen
Wij/we verwarden
Wij/we verwarren bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y loDe
Hem
Het
U volvemos aWij/we gaan terug naar
Wij/we keren terug naar
Wij/we komen terug naar ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en el fuegoHet vuur, cuandoAls
Tijdens
Wanneer hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! loDe
Hem
Het
U ligaremosWij binden
Wij/we zullen aansluiten
Wij/we zullen binden
Wij/we zullen liëren
Wij/we zullen vastbinden
Wij/we zullen vastmaken
Wij/we zullen verbinden conDoor
Met
Per
Samen met la maicenaDe maïzena
Het maiszetmeel
Het maïszetmeel hasta queTot
Totdat adquieraBehaalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik behaal
Ik koop
Ik koop aan
Ik krijg
Ik maak buit
Ik verkrijg
Ik verwerf
Koopt u aan!
Koopt u!
Krijgt u!
Maakt u buit!
Verkrijgt
Verkrijgt u!
Verwerft u! una texturaEen structuur
Een textuur
Een weefsel delicadaDelicaat
Delicate
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Subtiel
Subtiele
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verfijnd
Verfijnde, loDe
Hem
Het
U echamosWij gooien
Wij/we beginnen handel te
drijven met
Wij/we begonnen handel te
drijven met
Wij/we gooiden
Wij/we gooiden erop
Wij/we gooien
Wij/we gooien erop
Wij/we hadden aandeel in
Wij/we hebben aandeel in
Wij/we jaagden weg
Wij/we jagen weg
Wij/we joegen weg
Wij/we keilden
Wij/we keilen
Wij/we kondigden aan
Wij/we kondigen aan
Wij/we kregen
Wij/we krijgen
Wij/we laten aan het
lot over
Wij/we legden op
Wij/we leggen op
Wij/we lieten aan het
lot over
Wij/we maakten bekend
Wij/we maakten vast
Wij/we maken bekend
Wij/we maken vast
Wij/we namen
Wij/we nemen
Wij/we schatten
Wij/we schenken in
Wij/we schonken in
Wij/we slaan uit
Wij/we sloegen uit
Wij/we smeten
Wij/we smijten
Wij/we speelden een partijtje
Wij/we speelden uit
Wij/we spelen een partijtje
Wij/we spelen uit
Wij/we spraken uit
Wij/we spreken uit
Wij/we storten
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we strooien
Wij/we sturen weg
Wij/we stuurden weg
Wij/we tanken
Wij/we tankten
Wij/we traden op in
Wij/we treden op in
Wij/we uiten
Wij/we uitten
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen toe
Wij/we voerden op
Wij/we voeren op
Wij/we wedden
Wij/we wedijverden
Wij/we wedijveren
Wij/we werpen
Wij/we wierpen
Wij/we zegden
Wij/we zeggen
Wij/we zeiden
Wij/we zenden weg
Wij/we zetten buiten de
deur
Wij/we zonden weg sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los filetesDe biefstukken
De filets
De lijsten
De moten
De plakken
De randen
De rands
De richels
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën y loDe
Hem
Het
U decoramosWij versieren
Wij/we decoreerden
Wij/we decoreren
Wij/we onderscheidden
Wij/we onderscheiden
Wij/we versierden
Wij/we versieren conDoor
Met
Per
Samen met el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, el limónDe citroen
De limoen
Het citroenblad y puré de patatasAardappelpuree
Puree.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cada Cada Cebolla Lenguado Limón Perejil Pimienta Pimiento Pimiento Pimientos Pimientos