Al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven

Consiste enBen gegrond op!
Ben het gevolg van!
Ben opgesloten in!
Berust op!
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is opgesloten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt op
Lig aan!
Steun op!
someter aOnderwerpen aan un alimentoEen kost
Een levensmiddel
Een onderhoud
Een voeder
Een voeding
Een voedingsmiddel
Een voedsel
Een voer
a la acciónDe actie
De daad
De eis
De handeling
De prestatie
De strijd
De veldslag
De verrichting
De werking
De zet
Het aandeel
Het gedoe
Het gevecht
Het optreden
Het toedoen
Het treffen
del calorHitte
Smoorhitte
Warmte
sin mediaciónDirect
Live
Onmiddellijk
Rechtstreeks
de ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
elementoBeginsel
Bestanddeel
Element
líquidoNetto bedrag
Netto-
Vloeibaar
Vloeibare
Vloeistof
Zuiver
Zuivere
, Los carnesVlezen y pescadosGevist
Visgerechten
Vissen
, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
, se suelen(Zij) plegen
Zij/ze plegen
Zij/ze zijn gewend
Zij/ze zijn gewoon
untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren
en aceiteIn olie paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
favorecerBegunstigen
Bevoordelen
Voorstaan
Voortrekken
la dispersiónDe dispersie
De verstrooiing
Het afscheiden
Het afzonderen
Het scheiden
Het schiften
del calorHitte
Smoorhitte
Warmte
. Un efectoEen afloop
Een effect
Een gevolg
Een indruk
Een resultaat
Een uitkomst
Een uitvloeisel
Een uitwerking
Een voortvloeisel
Een werking
interesanteBelangrijk
Belangrijke
Belangwekkend
Belangwekkende
Interessant
Interessante
en la mayoríaDe meerderheid
Het gros
Het merendeel
de hornosKachels
Ovens
consiste enBen gegrond op!
Ben het gevolg van!
Ben opgesloten in!
Berust op!
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is opgesloten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt op
Lig aan!
Steun op!
el gratinadoHet gratineren
Het paneren
: consiste enBen gegrond op!
Ben het gevolg van!
Ben opgesloten in!
Berust op!
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is opgesloten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt op
Lig aan!
Steun op!
la aplicaciónDe toepassing
Het aanwenden
Het doorvoeren
Het toepassen
de un calorEen hitte
Een smoorhitte
Een warmte
intensoFel
Felle
Hard
Harde
Hevig
Hevige
Intens
Intense
Intensief
Intensieve
Luid
Luide
Sterk
Sterke
y cercanoAanstaand
Aanstaande
Dichtbij
Dichtbije
Eerstvolgend
Eerstvolgende
Komend
Komende
Nabij
Nabije
Naburig
Naburige
alNaar de
Naar het
alimentoIk voed
Kost
Levensmiddel
Onderhoud
Voeder
Voeding
Voedingsmiddel
Voedsel
Voer
que caramelizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karamelliseert
Karamelliseer!
rápidamenteRas
Schielijk
Snel
Vlug
suHaar
Hun
Uw
Zijn
superficieBuitenzijde
Oppervlak
Oppervlakte
Vlak
.

EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
una recetaEen recept:

PolloKip
Kippenvlees
Kuiken
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven

Ingredientes:
11
Een
polloKip
Kippenvlees
Kuiken

11
Een
manzanaAppel
Huizenblok

salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
, pimientaPeper
11
Een
/22
Twee
tazaBeker
Kop
Kopje
de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!

33
Drie
/44
Vier
tazaBeker
Kop
Kopje
de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat

11
Een
/22
Twee
tazaBeker
Kop
Kopje
de vino blancoWitte wijn
22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de romeroRosmarijn
Rozemarijn

11
Een
cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel
de mostazaBruine mosterd
Gele mosterd
Herik
Junceamosterd
Krodde
Mostaard
Mosterd
Mosterdplant
Sarepta-mosterd
Sareptamosterd
Wilde mosterd
Witte mosterd
Zwarte mosterd

11
Een
kiloKilo
Kilogram
de papasAardappelen
Aardappels
Pausen


Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken
, secarloDroog het y frotarlo(In)wrijven conDoor
Met
Per
Samen met
jugo de limónCitroensap, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y pimientaPeper. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
adentroBinnen
Binnenwaarts
Naar binnen
11
Een
manzanaAppel
Huizenblok
sin pelarIn de schil
Ongepeld
Ongeschild
y atarAansluiten
Binden
Knopen
Strikken
Vastbinden
Vastmaken
Verbinden
las puntasDe landhoofden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen
de las patasDe poten
De voeten
para queOpdat
Zodat
mantengaBlijft
Handhaaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Houdt u erop na!
Houdt u!
Ik houd
Ik houd erop na
Ik onderhoud
Onderhoudt u!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
suHaar
Hun
Uw
Zijn
formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
. ColocarloPlaats hem
Plaats het
en una asaderaBraadpan conDoor
Met
Per
Samen met
11
Een
/44
Vier
tazaBeker
Kop
Kopje
de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
, disponerBeschikken
Beschikken over
Bevelen
Disponeren
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
las papasAardappelen
Aardappels
Pausen
cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd
en formaZodanig deseadaBegeerd
Geambieerd
Geaspireerd
Gedongen naar
Gehaakt naar
Gehunkerd
Gesmacht
Gesmacht naar
Gesnakt naar
Gestreefd naar
Gewenst
Nagejaagd
Nagestreefd
Trek gehad in
Verkorenª
Verkozen
Verlangd
.
CocinarBereiden
Koken
11
Een
horaTijd
Uur
y 1515
Vijftien
minutosMinuten, cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
1010
Tien
minutosMinuten rociándoloHet besproeiend conDoor
Met
Per
Samen met
una mezclaEen artsenijmengsel
Een melange
Een mengeling
Een mengelmoes
Een mengen
Een mengsel
Een mix
Een mixen
Een mixtuur
Een temperen
Een vermengen
Een vermenging
Een verwarren
de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
, 11
Een
/44
Vier
de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
, el vino blancoDe witte wijn y la mostazaDe bruine mosterd
De gele mosterd
De herik
De junceamosterd
De krodde
De mostaard
De mosterd
De mosterdplant
De sarepta-mosterd
De sareptamosterd
De wilde mosterd
De witte mosterd
De zwarte mosterd
. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
las ramitasDe takjes de romeroRosmarijn
Rozemarijn
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
decorarDecoreren
Onderscheiden
Versieren
alNaar de
Naar het
servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Cada   Cada   Manzana   Manzana   Manzana   Manzana   Mostaza   Mostaza   Pimienta   Pollo   Romero  


Pollo al horno conDoor
Met
Per
Samen met
verdurasGroenten
Groentes

Ingredientes: (paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
44
Vier
personasMensen
Personages
Personen
)
11
Een
polloKip
Kippenvlees
Kuiken
de 1400 gr.,
66
Zes
papasAardappelen
Aardappels
Pausen
medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
,
375 gr. de calabacitasBewaarpompoenen
Courgettes
Grote pompoenen
Kalebassen
Kürbissen
Reuzenpompoenen
Turkse mutsen
Winterpompoenen
,
44
Vier
cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
,
3030
Dertig
gr. de mantequillaBoter
Roomboter
,
22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de zumo de limónCitroensap,
22
Twee
filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
de tocinoSpek,
22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
.

Preparación:
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen
el hornoDe kachel
De oven
a 180º cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen
las papasAardappelen
Aardappels
Pausen
, las calabacitasDe bewaarpompoenen
De courgettes
De grote pompoenen
De kalebassen
De kürbissen
De reuzenpompoenen
De turkse mutsen
De winterpompoenen
y la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
las papasAardappelen
Aardappels
Pausen
por la mitadDe helft y las calabacitasDe bewaarpompoenen
De courgettes
De grote pompoenen
De kalebassen
De kürbissen
De reuzenpompoenen
De turkse mutsen
De winterpompoenen
en cubosBlokjes
Blokken
Dobbelstenen
Emmers
Klontjes
Kubussen
Naven
Wijnemmers
. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren
la mantequillaDe boter
De roomboter
conDoor
Met
Per
Samen met
el zumo de limónHet citroensap y untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren
el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken
enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
por dentroVan binnen y por fueraVan buiten.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken
en la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad
. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren
los filetesDe biefstukken
De filets
De lijsten
De moten
De plakken
De randen
De rands
De richels
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën
de tocinoSpek en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken
y colocarlasPlaats ze sobre laOp de
Op het
pechugaBorst del polloKip
Kippenvlees
Kuiken
. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers
, la calabazaDe bewaarpompoen
De courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood
y la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad
más pequeñaKleiner y untarásJe zult insmeren
Jij/je zal aansmeren
Jij/je zal besmeren
Jij/je zal doorsmeren
Jij/je zal insmeren
Jij/je zal nat maken
Jij/je zal smeren
conDoor
Met
Per
Samen met
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
las dos2
Do's
Twee
Tweede
bandejasBakblikken
Bakplaten
Bladen
Dienbladen
Presenteerbladen
Schenkbladen
Theebladen
en el hornoDe kachel
De oven
y asarBraden
Branden
Roosteren
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
11
Een
horaTijd
Uur
o hasta queTot
Totdat
el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken
esté cocido(Het) is gekookt
Is gekookt
.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
conDoor
Met
Per
Samen met
ejotesBonen verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
y brócoliBroccoli al vaporGestoomd.



De los siguientes palabras hay una foto:
Brócoli   Pollo   Verde  


PuerrosOerpreien
Preien
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven

Ingredientes: (ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
44
Vier
racionesAandelen
Delen
Jij/je rantsoeneert
Jij/je verdeelt in porties
Porties
Rantsoenen
Taksen
)
1212
Twaalf
puerrosOerpreien
Preien
gordosDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige

MantequillaBoter
Roomboter

AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!

SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout

1212
Twaalf
lonchasPlakken de jamónHam dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid

Salsa bechamelBechamel
Bechamelsaus

Pan ralladoPaneermeel
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!


Preparación:
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
los puerrosDe oerpreien
De preien
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hervirlosHen koken enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
conDoor
Met
Per
Samen met
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
. EscurrirlosLaat ze uitdruipen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, dejándolosZe latend enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
, y secarlosHen drogen. PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
salsa bechamelBechamel
Bechamelsaus
y mantenerlaHet te houden fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
del fuegoVuur sin queZonder dat llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
a enfriarseAfkoelen
Bekoelen
del todoGeheel. PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput
de hornoKachel
Oven
con mantequillaMet boter. EnvolverBakeren
Betrekken bij
Impliceren
Inbakeren
Inpakken
Insluiten
Inzwachtelen
Met zich meebrengen
Oprollen
Pakken
Strengelen
Verpakken
Wikkelen
Winden
cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
puerroOerprei
Prei
en una lonchaEen plak de jamónHam eEn irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
colocándolosZe plaatsend en la fuenteDe bron
De fontein
De schaal
De schotel
De welput
Het bekken
Het opdienbord
de hornoKachel
Oven
. CubrirlosBedek ze conDoor
Met
Per
Samen met
salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop
y espolvorearBepoederen
Bestrooien
pan ralladoPaneermeel por encimaBovendien
Er bovenop
. DorarAanbraden
Doreren
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven




De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Cada   Cada   Puerro  


TomatesTomaatplanten
Tomaten
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven

Ingredientes: (paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
seis6
Zes
personasMensen
Personages
Personen
)
Seis6
Zes
hermososFraai
Fraaie
Knap
Knappe
Mooi
Mooie
Net
Nette
Schone
Schoon
tomatesTomaatplanten
Tomaten
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe

Tres3
Drie
cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
de kiloKilo
Kilogram
de queso de BurgosBurgos
Tres3
Drie
latasBlikjes
Blikken
Bussen
Jij/je klopt
Latten
Trommels
Trommeltjes
de anchoasAnsjovissen en aceiteIn olie
Una pizcaEen kleine beetje
Een snufje
de curryCurry
Kerrie

SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y pimientaPeper y azúcarSuiker
Una ramitaEen takje de albahacaBasilicum
Baziel
Bazielkruid
Koningskruid


Preparación:
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
un agujeroEen gat
Een naaldenkoker
Een naaldenkussentje
Een naaldenmaker
Een naaldenverkoper
Een oog
en cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
tomateTomaat
Tomaatplant
por la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje
del pedúnculoBloemsteel
Steel
Steeltje
y conDoor
Met
Per
Samen met
una cucharitaEen lepeltje
Een theelepel
, sacarles la pulpaDe pulp
De pulpa
De weke massa
Het vruchtvlees
, que pasaremosWij zullen passeren
Wij/we zullen aangeven
Wij/we zullen aanreiken
Wij/we zullen doorbrengen
Wij/we zullen doorlaten
Wij/we zullen gebeuren
Wij/we zullen inhalen
Wij/we zullen langsgaan
Wij/we zullen langskomen
Wij/we zullen omkomen
Wij/we zullen overgaan
Wij/we zullen overkomen
Wij/we zullen oversteken
Wij/we zullen passeren
Wij/we zullen verdrijven
Wij/we zullen vergaan
Wij/we zullen verlopen
Wij/we zullen verstrijken
Wij/we zullen voorbijgaan
a la batidoraDe blender
De mixer
y trituraremosWij zullen pureren
Wij/we zullen fijnstampen
Wij/we zullen pureren
Wij/we zullen stampen
muy bienBest
Heel goed
Prima
. Los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten
se pondránZal men aanbrengen
Zij/ze zullen aandoen
Zij/ze zullen aantrekken
Zij/ze zullen insmeren
Zij/ze zullen opdoen
Zij/ze zullen smeren
Zij/ze zullen worden
Zij/ze zullen zich aankleden
Zij/ze zullen zich aanstellen
boca abajoOp de buik para queOpdat
Zodat
sueltenLaat u los!
Loslaten
Maakt u los!
Zij/ze laten los
Zij/ze maken los
el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag
. Se pasaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat heel ver
 weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te ver
 in figuurlijke zin
Men passeert
Slap wordt
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
puréBrij
Moes
Pap
Puree
por un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef
para queOpdat
Zodat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
 bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
pepitasZaadjes
Zaden
y se haráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal worden
Men zal maken
una salsitaEen sausje de tomateTomaat
Tomaatplant
con ellaDaarmee, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
, pimientaPeper, una pizcaEen kleine beetje
Een snufje
de azúcarSuiker, un toqueEen aanraking
Een aanslag
de curry en polvoKerriepoeder y las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten
de albahacaBasilicum
Baziel
Bazielkruid
Koningskruid
picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
(conDoor
Met
Per
Samen met
los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
los italianosDe italianen, estaDeze
Dit
hierbaGras
Kruid
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
tocadaAangekomen
Aangeraakt
Aangeroerd
Aangeslagen
Aangezeten
Beroerd
Bespeeld
Gegaan
Geklept
Geklonken
Geraakt
Geslagen
Gespeeld
Getoucheerd
Overgegaan
Uitgevoerd
Voorgespeeld
nuncaNimmer
Nooit
por metalesMetalen). El queso de BurgosDe burgos se cortaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schiften
Men zal snijden
en daditosDobbelsteentjes noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
y se pasaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal heel ver
 weg gaan in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te ver
 gaan in figuurlijke zin
Men zal overbrengen
a un bolEen bowl
Een kom
Een schaal
en dondeWaarin habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn
vertidoGegoten
Geplengd
Geschonken
Gestort
Gestrooid
Gieten
Ingegoten
Ingeschonken
Schenken
Storten
Vergoten
la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
. EmpaparDoordrenken
Doorweken
Indompelen
Indopen
Opslorpen
Soppen
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
el quesoDe kaas con ellaDaarmee. RellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen
conDoor
Met
Per
Samen met
estoDeze
Dit
los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten
y disponerlosHen plaatsen en una cazuela de barroEen aardewerk schaaltje y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
previamente calentadoVoorverwarmd a 200200
Tweehonderd
º. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
que se vayanZij gaan
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom
media horaEen half uur
Halfuur
.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
hechosAangemaakt
Acties
Bedreven
Daden
Feiten
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handelingen
Prestaties
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
, disponerBeschikken
Beschikken over
Bevelen
Disponeren
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien
las anchoasDe ansjovissen en buclesHaarkrullen
Haarlokken
Krullen
Lokken
sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten
. GratinarGratineren
Paneren
dos2
Do's
Twee
Tweede
minutosMinuten. sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
del hornoKachel
Oven
y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
.

NOTAAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
: AlNaar de
Naar het
sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht
del hornoKachel
Oven
veremosWij zullen zien
Wij/we zullen bekijken
Wij/we zullen kijken
Wij/we zullen zien
que el quesoDe kaas y el tomateDe tomaat
De tomaatplant
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
soltadoLosgelaten
Losgemaakt
muchísimaZeer veel aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
y jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus
, que habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben
inundadoOverstroomd el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds
. YoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
utilizoIk benut
Ik gebruik
Ik neem te baat
Ik neem waar
Ik pas toe
Ik wend aan
para nadaVooral niet estaDeze
Dit
sopitaSoepje, peroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
alguienEen of ander
Een zeker
Iemand
se decideHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beslist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt zich voor
Men besluit
a reducirlaHet in te koken y verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten
este concentradoDit concentraat por encima deAan
Boven
Over
los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten
, bienvenidaWelkom
Welkome
Welkomst-
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
la ideaDe gewaarwording
De notie
De opvatting
De voorstelling
Het begrip
Het benul
Het besef
Het denkbeeld
Het inzicht
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Albahaca   Cada   Cada   Pedúnculo   Pimienta   Tomate   Tomate  


ArrozRijst al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven



Ingredientes:
ArrozRijst
11
Een
/44
Vier
de costillas de cerdoSpare ribs
Varkensribbetjes
Varkensribbetjes ('spare ribs')
, carnosasVlezig
Vlezige

11
Een
cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd
de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap
a trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken

GarbanzosKikkererwten del cocidoVan de stamppot (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
sobradoIn overvloed aanwezig geweest
Overgebleven
Overgehouden
Overtroffen
Rest
Te boven gegaan
Te veel geweest
un boteEen bokaal
Een boot
Een schuit
Een sloep
de los cocidosDe eenpansgerechten
De stamppotten
)
11
Een
tomateTomaat
Tomaatplant
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne

11
Een
cucharaditaTheelepeltje de pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
(pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
)
11
Een
cabezaHoofd
Kop
Krop
de ajosLoken + 22
Twee
ajosLoken sueltosBekwaam
Bekwame
Driest
Drieste
Enkel
Enkele
Licht
Lichte
Los
Losbandig
Losbandige
Losse
Ongedwongen
Ongegeneerd
Ongegeneerde
Ruim
Ruime
Stoutmoedig
Stoutmoedige
Uiteengevallen
Vaardig
Vaardige
Vlug
Vlugge
Vrij
Vrije

coloranteKleurstof
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout

Caldo del cocidoBouillon van het kooksel (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
densoCompact
Compacte
Dicht
Dicht opeen
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Geconcentreerd
, rebajadoAangelengd
In prijs verlaagd
Verlaagd
Verminderd
)
44
Vier
morcillas de cebollaAjuin
Bloembol
Ui

RodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
de tomateTomaat
Tomaatplant
/ rodajas de patataAardappelschijfjes
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
(muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
)
SobrasJij/je bent in overvloed
 aanwezig
Jij/je bent te veel
Jij/je blijft over
Jij/je gaat te boven
Jij/je houdt over
Jij/je overtreft
Resten
del cocidoVan de stamppot (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se quierenMen wilt ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
)

Preparación:
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan
conDoor
Met
Per
Samen met
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
(el suficienteVoldoende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten
las cosasDe aangelegenheden
De affaires
De dingen
De voorwerpen
De zaken
, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
 de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert
bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
, debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
hacerseMaken
Raken
Worden
el arrozDe rijst conDoor
Met
Per
Samen met
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
) se sofríenMen fruit muy bienBest
Heel goed
Prima
las costillas de cerdoDe spare ribs
De varkensribbetjes
De varkensribbetjes ('spare ribs')
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
conDoor
Met
Per
Samen met
la pancetaDe doorregen varkenslap
Het doorregen spek
y los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's
ajosLoken. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
, se quitanMen verwijdert
Zij/ze leggen af
Zij/ze trekken uit
los ajosDe loken, se le añadeMen voegt er aan
 toe
Men voegt eraan toe
el tomateDe tomaat
De tomaatplant
(en su defectoBij afwezigheid daarvan un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de salsa de tomateKetchup
Tomatensaus
de boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Sloep
Smijt u eruit!
Sopt u!
) y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts
se sofríeMen fruit y cuandoAls
Tijdens
Wanneer
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
esté hechoKlaar is se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper
y se pasaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat heel ver
 weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te ver
 in figuurlijke zin
Men passeert
Slap wordt
rápidoExpres
Exprestrein
Gauw
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltrein
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
a la cazuelaIn de kookpot de barroAarden que vayas aJij/je gaat naar llevarAanhebben
Berekenen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
. LeHaar
Hem
Het
U
añadesJij/je brengt aan
Jij/je doet bij
Jij/je geeft toe
Jij/je legt bij
Jij/je mengt bij
Jij/je voegt bij
Jij/je voegt toe
el arrozDe rijst (la proporciónDe evenredigheid
De proportie
De ratio
De verhouding
es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
22
Twee
tazasBekers
Kopjes
Koppen
de arrozRijst, tres3
Drie
y un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
(que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
a 44
Vier
, menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
de la mitadDe helft) de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
. LeHaar
Hem
Het
U
ponesJij plaatst
Jij/je brengt op
Jij/je brengt op gang
Jij/je doet
Jij/je doet aan
Jij/je krijgt aan de
 praat
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je legt op
Jij/je plaatst
Jij/je schakelt in
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je trekt aan
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet aan
Jij/je zet neer
los garbanzosDe kikkererwten (el equivalenteHet equivalent a 11
Een
boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Sloep
Smijt u eruit!
Sopt u!
pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
de los cocidosDe eenpansgerechten
De stamppotten
), el coloranteDe kleurstof, rectificasJij brengt op smaak
Jij/je brengt op smaak
Jij/je richt gelijk
Jij/je zuivert door herhaalde
 destillatie
de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
, (se debeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft veel verplichtingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te wijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is veel veplicht
probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat
del cocidoVan de stamppot yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
, peroDoch
Echter
Maar
pensando enDenkend aan
Nadenkend over
que alNaar de
Naar het
arrozRijst siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
hay queMen moet darleGeef het un puntoEen gegeven
Een mespunt
Een oog
Een punt
Een spikkel
Een stip
Een tricot
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
subidoBeklommen
Bestegen
Geklommen
Gerezen
Gestegen
Gewassen
In de trein gestapt
Ingestapt
Naar boven gebracht
Naar boven gedragen
Naar boven gegaan
Omhoog gegaan
Opgegaan
Opgekomen
Opgestaan
Opgezwollen
Verrezen
(pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
). Los esparcesJij verdeelt
Jij/je bestrooit
Jij/je spreidt uit
Jij/je verdeelt
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
por la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht
, ponesJij plaatst
Jij/je brengt op
Jij/je brengt op gang
Jij/je doet
Jij/je doet aan
Jij/je krijgt aan de
 praat
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je legt op
Jij/je plaatst
Jij/je schakelt in
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je trekt aan
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet aan
Jij/je zet neer
las morcillasDe bloedworsten
De geestigheden
de formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze
que partas enJij/je verdeelt in cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen
la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht
y en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
centroBinnenste
Centreren
Centrum
Ik bepaal de middelas
 van
Ik breng tot het
 middelpunt
Ik centreer
Middelmaat
Middelpunt
Midden
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
la cabezaDe kop
Het hoofd
de ajosLoken peladaAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde
Haaruitval
Kaalhoofdigheid
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
capaCastreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak
de hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten
. Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan
las rodajasDe plakken
De radeermessen
De schijven
de tomateTomaat
Tomaatplant
y patataAardappel
Pieper
(fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
, estoDeze
Dit
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
opcionalFacultatief
Facultatieve
Naar keuze
), poniéndolas entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los huecosDe gaten
De holen
De holten
De holtes
De kuilen
De openingen
De putten
De uithollingen
que hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
las morcillasDe bloedworsten
De geestigheden
y se llevaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan overweg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Men brengt
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
previamenteEerst
Vooraf
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
a 250 gr. (tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje
de abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el grillDe grill). CuandoAls
Tijdens
Wanneer
se veaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet
que casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
queda(Het) blijft over
Ben!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
, se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
el grillDe grill para queOpdat
Zodat
quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
 bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
 bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt
toda la parte de arriba doradaDe hele bovenkant bruin y se puedeMen kan dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la vayamos aLaten we gaan naar
Wij/we gaan naar
consumirConsumeren
Eten
Opeten
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Slopen
Verbruiken
Verorberen
Verteren
enseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk
a hornoKachel
Oven
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
(unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
6060
Zestig
gr.) duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
de dos2
Do's
Twee
Tweede
horasTijden
Uren
y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
buenísimoHeel goed
Zeer goed
!!!!. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
hay queMen moet cojerleTe pakken el puntoDe spikkel
De stip
De/het mespunt
Het gegeven
Het oog
del aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
(nuncaNimmer
Nooit
dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u!
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
queda un poco pasadoHet wordt een beetje
 te gaar
el arrozDe rijst y pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
). CuandoAls
Tijdens
Wanneer
echasJij/je begint handel te
 drijven met
Jij/je gooit
Jij/je gooit erop
Jij/je hebt aandeel in
Jij/je jaagt weg
Jij/je keilt
Jij/je kondigt aan
Jij/je krijgt
Jij/je laat aan het
 lot over
Jij/je legt op
Jij/je maakt bekend
Jij/je maakt vast
Jij/je neemt
Jij/je schat
Jij/je schenkt in
Jij/je slaat uit
Jij/je smijt
Jij/je speelt een partijtje
Jij/je speelt uit
Jij/je spreekt uit
Jij/je stort
Jij/je strooit
Jij/je stuurt weg
Jij/je tankt
Jij/je treedt op in
Jij/je uit
Jij/je voegt toe
Jij/je voert op
Jij/je wedijvert
Jij/je wedt
Jij/je werpt
Jij/je zegt
Jij/je zendt weg
Jij/je zet buiten de
 deur
el arrozDe rijst leHaar
Hem
Het
U
puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je mag
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken
de carneVlees del cocidoVan de stamppot. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
parezca(Het) lijkt
Heeft u het uiterlijk
 van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Ik heb het uiterlijk
 van
Ik kom over
Ik kom voor
Ik lijk
Ik schijn
Ik schijn toe
Ik sta tegenover
Ik vind
Ik zie er uit
Ik zie er uit
 als
Komt u over!
Komt u voor!
Lijkt u!
Schijnt u toe!
Schijnt u!
Staat u tegenover!
Vindt u!
Ziet u er uit
 als!
Ziet u er uit!
, hacerloDoen
Laten
Maken
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele
y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Arroz   Cada   Cada   Cebolla   Patata   Pimentón   Tomate   Tomate  


LenguadoTong
Zeetong
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
conDoor
Met
Per
Samen met
salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop
cremosaRomig
Romige
de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons



Ingredientes:
44
Vier
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de mantequillaBoter
Roomboter

225 gr de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
y cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd
en láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes

75 ml de CoñacCognac o brandyBrandewijn
Brandy

125 ml de tomateTomaat
Tomaatplant
naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt
(de lataBlikken
Uit blik
)
125 ml de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom

11
Een
cucharaditaTheelepeltje de tomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm
secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af

400400
Vierhonderd
gr de lenguadoTong
Zeetong
en filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
y limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
(puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
usarseGebruikelijk zijn
Gebruiken
lucioSnoek, pescadillaHeek
Mooie meid
Stokvis
, bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis
frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
)
4040
Veertig
gr de quesoKaas emmentalEmmental ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte


Preparación:
DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken
dos2
Do's
Twee
Tweede
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de mantequillaBoter
Roomboter
en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan
y saltearSauteren los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons
a fuego medioMatig vuur/altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
hasta queTot
Totdat
estén doradosGoudgeel zijn (7-10 minutosMinuten), incorporarInbouwen
Toevoegen
el CoñacDe cognac y rehogarSauteren
Smoren (in vet)
hasta queTot
Totdat
se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
consumidoGeconsumeerd
Gegeten
Gesloopt
Opgebruikt
Opgegeten
Opgemaakt
Opgeteerd
Verbruikt
Verorberd
Verteerd
.
ReducirBeperken
Herleiden
Inkoken
Inkrimpen
Reduceren
Réduire
Vereenvoudigen
Zetten
el fuegoHet vuur alNaar de
Naar het
mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige
y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen
los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten
, la nataDe room
De slagroom
Het puikje
y el tomilloDe echte tijm
De keukentijm
De thijm
De tijm
De wintertijm
, removiendoRoerend
Verwijderend
constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker
hasta queTot
Totdat
la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop
espeseBindt u!
Het wordt dik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
Maakt u dikker!
Verdikt u!
(aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
7-10 minutosMinuten), y sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen
conDoor
Met
Per
Samen met
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y pimientaPeper.
En otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
sarténBraadpan
Koekenpan
Pan
saltearSauteren el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht
conDoor
Met
Per
Samen met
dos2
Do's
Twee
Tweede
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de mantequillaBoter
Roomboter
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
22
Twee
minutosMinuten por cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht
en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput
, cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken
conDoor
Met
Per
Samen met
la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop
y espolvorearBepoederen
Bestrooien
conDoor
Met
Per
Samen met
el queso ralladoDe geraspte kaas. GratinarGratineren
Paneren
en el hornoDe kachel
De oven
hasta queTot
Totdat
el quesoDe kaas se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
derretidoGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Bacalao   Cada   Cada   Lenguado   Pimienta   Tomate   Tomate   Tomillo  


RapeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt kaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt weg
Hozemond
Ik knip kaal
Ik knip weg
Knipt u kaal!
Knipt u weg!
Lotte
Zeeduivel
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven



Ingredientes:
200200
Tweehonderd
gr. de rapeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt kaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt weg
Hozemond
Ik knip kaal
Ik knip weg
Knipt u kaal!
Knipt u weg!
Lotte
Zeeduivel
por personaMens
Personage
Persoon

patatasAardappelen
Aardappels
Piepers

11
Een
tomateTomaat
Tomaatplant
por personaMens
Personage
Persoon

cebollaAjuin
Bloembol
Ui

una picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
y perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie

11
Een
copitaDrankje
Glaasje
de jerezJerez
Sherry
secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af

aceite de olivaOlijfolie
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y pimientaPeper

Preparación:
PrecalentarVoorverwarmen el hornoDe kachel
De oven
a unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
180º duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
2020
Twintig
minutosMinuten.
SalpimentarMet zout en peper
 kruiden
el rapeDe hozemond
De lotte
De zeeduivel
.
En una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hornoKachel
Oven
conDoor
Met
Per
Samen met
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
, colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers
cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd
en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
, formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend
una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak
(yoEgo
Ik
las fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
meMe
Mij
quedanZij worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
). Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
el rapeDe hozemond
De lotte
De zeeduivel
encimaBovendien
Er bovenop
, se rocíaBesprenkelt men conDoor
Met
Per
Samen met
los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten
, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
troceadaIn stukjes gesneden
In stukken gesneden
y la picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
. Se mete enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemoeit zich met el hornoDe kachel
De oven
y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
cocerBakken
Koken
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
1515
Vijftien
minutoMinuut, entoncesDan
Dus
Toen
se riegaMen besproeit conDoor
Met
Per
Samen met
el jerezDe sherry y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
55
Vijf
minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
. YoEgo
Ik
en estosDeze
Dezen
últimosAchterste
Jongstleden
Laatste
minutosMinuten pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier
el grillDe grill para queOpdat
Zodat
se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui




De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo   Ajo   Cebolla   Perejil   Pimienta   Tomate   Tomate  


SalmónZalm al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven



Ingredientes:
22
Twee
rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
de salmónZalm
11
Een
patataAardappel
Pieper
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime

11
Een
cebollaAjuin
Bloembol
Ui

11
Een
tomateTomaat
Tomaatplant

11
Een
pimiento verdeGroene paprika o entreveradoDoorregen
11
Een
chorritoScheutje de vino blancoWitte wijn secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af

PerejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige

Aceite de olivaOlijfolie, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y pimientaPeper

Preparación:
CortaBreek af!
Doorsnijd!
Gebrekkig
Gebrekkige
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schaars
Schaarse
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd af!
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verlegen
Verricht sectie!
la patataDe aardappel
De pieper
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tortillaGevulde omelet
Omelet
Spaanse omelet
Struif
Tortilla
, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
en arosAronskelken
Hoepels
Ringen
y el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper

TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
en arosAronskelken
Hoepels
Ringen
. FríeBak
Bak!
Braad!
Frituur!
Fruit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak
por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen
hasta queTot
Totdat
estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
al puntoHalf doorbakken
Zo

(la patataDe aardappel
De pieper
como siAlsof fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tortillaGevulde omelet
Omelet
Spaanse omelet
Struif
Tortilla
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
dorarseBruin worden muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
).
PicaHak fijn
Hak fijn!
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt fijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jeukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kriebelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krieuwelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze priemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snippert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wriemelt
Jeuk!
Kriebel!
Krieuwel!
Piek
Pik!
Priem!
Prik!
Snipper!
Spies
Spiets
Steek!
Wriemel!
el ajoDe/het knoflook menudoFijn
Fijne
Klein
Kleine
Pens
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere
y mézclaloMeng het conDoor
Met
Per
Samen met
el vino blancoDe witte wijn y el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie
.
CortaBreek af!
Doorsnijd!
Gebrekkig
Gebrekkige
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schaars
Schaarse
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd af!
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verlegen
Verricht sectie!
el tomateDe tomaat
De tomaatplant
en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
.
UntaBesmeer
Besmeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt nat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Maak nat!
Smeer aan!
Smeer door!
Smeer in!
Smeer!
una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput
de hornoKachel
Oven
conDoor
Met
Per
Samen met
aceite de olivaOlijfolie, poquitoBeetje, y ponBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet!
un lechoEen bed
Een bedje
Een legerstede
Een sponde

de rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
de encimaBovendien
Er bovenop
la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
, encimaBovendien
Er bovenop
el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper
, encimaBovendien
Er bovenop
el tomateDe tomaat
De tomaatplant
, y para terminarTen slotte las rodajasDe plakken
De radeermessen
De schijven
de salmónZalm salpimentadasGekruid met zout en
 peper
Met zout en peper
 gekruid
.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
a hornoKachel
Oven
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
cinco5
Vijf
minutosMinuten.
TranscurridoNaar verloop van
Omgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
, echaBegin handel te drijven
 met!
Gooi erop!
Gooi!
Heb aandeel in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet buiten de
 deur
Jaag weg!
Keil!
Kondig aan!
Krijg!
Laat aan het lot
 over!
Leg op!
Maak bekend!
Maak vast!
Neem!
Schat!
Schenk in!
Sla uit!
Smijt!
Speel een partijtje!
Speel uit!
Spreek uit!
Stort!
Strooi!
Stuur weg!
Tank!
Treed op in!
Uit!
Voeg toe!
Voegt toe
Voer op!
Wed!
Wedijver!
Werp!
Zeg!
Zend weg!
Zet buiten de deur!
por encimaBovendien
Er bovenop
una mezclaEen artsenijmengsel
Een melange
Een mengeling
Een mengelmoes
Een mengen
Een mengsel
Een mix
Een mixen
Een mixtuur
Een temperen
Een vermengen
Een vermenging
Een verwarren
del vino blancoWitte wijn, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
, y dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
cinco5
Vijf
minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.
El tiempoDe poos
De tijd
De weersomstandigheden
De werkwoordstijd
Het weder
depende deBen afhankelijk van!
Hang af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk van
loDe
Hem
Het
U
gruesoCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikte
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Hoofdmacht
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheid
del salmónZalm y cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
teJe
Jou
guste(Het) bevalt
Behaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houdt u van!
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zint u!
de hechoFeitelijk
Inderdaad
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo   Ajo   Cada   Cada   Cebolla   Patata   Perejil   Pimienta   Tomate   Tomate  


Pernil de cerdoVarkensbout al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven

Ingredientes:
11
Een
Pernil de cerdoVarkensbout sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
cueroHuid
Leder
Leer
.
11
Een
ó 22
Twee
CervezasBieren, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
el tamañoDe afmeting
De grootheid
De grootte
De omvang
De uitgebreidheid
Het bestek
Het formaat
del pernilHam.
CebollaAjuin
Bloembol
Ui
, ajosLoken, tomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm
, laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer
.
CondimentosCondimenten
Kruiden
Kruiderijen
Smaakmakers
Specerijen
.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y pimientaPeper.
PanelaBruine suiker
Populierblad
Soort koek
raspadaGekrast
Geraspt
Geraspte
Geschraapt
Geschrabd
Geschrapt
Krassen
Schrabben
Schrapen
Schrappen
(opcionalFacultatief
Facultatieve
Naar keuze
).

Preparación:
Se limpiaMen maakt schoon muy bienBest
Heel goed
Prima
el pernilDe ham de gordosDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
y cuerosHuiden
Leren
. Se licuaMen maakt vloeibaar la cervezaHet bier conDoor
Met
Per
Samen met
la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui
, los ajosDe loken, tomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm
, laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer
, los condimentosDe condimenten
De kruiden
De kruiderijen
De smaakmakers
De specerijen
, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y pimientaPeper. Se chuzaMen prikt el pernilDe ham bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
conDoor
Met
Per
Samen met
un tenedorEen dol
Een vork
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
o un cuchilloEen mes y se leHaar
Hem
Het
U
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
refregandoInwrijvend
Wrijvend
el adoboDe make-up
De marinade
De pekel
De schmink
Het aanmaken
Het bereiden
Het blanketsel
Het inleggen
Het inmaken
Het leerlooien
Het looien
Het marineren
Het tanen
Het toebereiden
Het voorbereiden
conDoor
Met
Per
Samen met
la cervezaHet bier, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat
y se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich
conDoor
Met
Per
Samen met
el restoDe rest
De stomp
De stronk
del adoboAanmaken
Bereiden
Blanketsel
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leg in
Ik looi
Ik maak aan
Ik maak in
Ik marineer
Ik taan
Inleggen
Inmaken
Leerlooien
Looien
Make-up
Marinade
Marineren
Pekel
Schmink
Tanen
Toebereiden
Voorbereiden
y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
marinarInleggen
Inmaken
Marineren
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
33
Drie
díasDagen
Etmalen
en el refrigeradorDe koelkast, dándoleHet gevend la vueltaDe aswenteling
De draai
De draaiing
De keer
De omloop
De omwenteling
De rondrit
De rotatie
De terugkeer
De terugreis
De toer
De wending
De wenteling
De wieling
De zwenk
De zwenking
de vez en cuandoAf en toe
Bijwijlen
Van tijd tot tijd
. Se envuelveMen wikkelt muy bienBest
Heel goed
Prima
en papel de aluminioAlufolie y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
en el hornoDe kachel
De oven
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
más o menosMeer of minder
Ongeveer
33
Drie
horasTijden
Uren
segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
el tamañoDe afmeting
De grootheid
De grootte
De omvang
De uitgebreidheid
Het bestek
Het formaat
de la piernaDe bout
De poot
De schenkel
Het been
Het onderbeen
Het schenkelvlees
, se sacaMen haalt eruit
Men haalt uit
se le echaMen gooit erbij la panelaDe bruine suiker
Het populierblad
raspadaGekrast
Geraspt
Geraspte
Geschraapt
Geschrabd
Geschrapt
Krassen
Schrabben
Schrapen
Schrappen
y se vuelve aMen herhaalt meter enDoen in
Stoppen in
el hornoDe kachel
De oven
y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
 iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat
hasta queTot
Totdat
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
doradoAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakreel
Plevier
Pluvier
Verguld
Vergulde
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
echarleEraan toevoegen panelaBruine suiker
Populierblad
Soort koek
loDe
Hem
Het
U
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar
meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
y loDe
Hem
Het
U
dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
dorarAanbraden
Doreren
.
Se acompañaMen begeleidt conDoor
Met
Per
Samen met
puré de manzanasAppelmoes picanteGekruid
Gekruide
Gepeperd
Gepeperde
Heet
Hete
Pikant
Pikante
Pittig
Pittige
Prikkelend
Prikkelende
Scherp
Scherpe
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla   Laurel   Panela   Pimienta   Tomillo  


Pierna de cerdoVarkenspoot al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la hacíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Ik bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
miMi
Mijn
mamáMamma
Moeder

Ingredientes:
Una piernaEen been
Een bout
Een onderbeen
Een poot
Een schenkel
Een schenkelvlees
de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn
enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
conDoor
Met
Per
Samen met
huesoBeen
Bot
Graat
Kern
Knok
Pit
Schonk
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
lavadaAfgewassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Uitgewassen
.
11
Een
LitroLiter de lecheMelk, o una botellaEen fles de cavaChampagne
Delf!
Graaf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze delft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woelt
Spaanse champagne
Spit om!
Spit!
Woel!
.
Una jeringaInjectiespuit paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
inyectarInjecteren
Inspuiten
, (lesHen
Hun
U
aconsejoIk adviseer
Ik beveel aan
Ik geef raad
Ik raad
Ik raad aan
ir aGaan naar una veterinariaDieren-
Dierenarts
y comprarAankopen
Aanschaffen
Afnemen
Boodschappen doen
Inkopen
Kopen
Overnemen
una jeringaInjectiespuit grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
) CompreDoet u boodschappen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet boodschappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaft aan
Ik doe boodschappen
Ik koop
Ik koop aan
Ik koop in
Ik neem af
Ik neem over
Ik schaf aan
Koop
Koopt u aan!
Koopt u in!
Koopt u!
Neemt u af!
Neemt u over!
Schaft u aan!
variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
agujasDuinreigersbek
Gepen
Gewone reigersbek
Gewone reigersbek s.s.
Kleverige reigersbek
Naalden
Reigersbek
Slipbladige ooievaarsbek
Slipooievaarsbek
Spoorwissels
Wissels
.
11
Een
CabezaHoofd
Kop
Krop
de ajosLoken machacadosFijngestampt
Fijngestampte
Gestampt
Verpletterd
Verpletterde
o molidosGekweld
Gemalen
Vermalen
en la licuadoraDe blender
De mixer
conDoor
Met
Per
Samen met
: 11
Een
cebollaAjuin
Bloembol
Ui
, el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus
de 55
Vijf
limonesCitroenbladen
Citroenen
Limoenen
, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y pimientaPeper.

Preparación:
UnteBesmeer
Besmeert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt nat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Ik besmeer
Ik maak nat
Ik smeer
Ik smeer aan
Ik smeer door
Ik smeer in
Maakt u nat!
Smeert u aan!
Smeert u door!
Smeert u in!
Smeert u!
la piernaDe bout
De poot
De schenkel
Het been
Het onderbeen
Het schenkelvlees
de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
el díaDe dag
Het etmaal
conDoor
Met
Per
Samen met
la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop
molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
en la licuadoraDe blender
De mixer
.
MarineHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marineert
Ik leg in
Ik maak in
Ik marineer
Legt u in!
Maakt u in!
Marineer
Marineert u!
por un díaEen dag
Een etmaal
completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige
en refrigeraciónKoeling
Koelsysteem
y deleGeef het vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen
cada vezElke keer
Steeds
Telkens
que la inyecte(U) spuit in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze injecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spuit in
Ik injecteer
Ik spuit in
Injecteert u!
Spuit u in!
, conDoor
Met
Per
Samen met
la lecheDe melk o el CavaChampagne
Delf!
Graaf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze delft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woelt
Spaanse champagne
Spit om!
Spit!
Woel!
.
Meta al hornoDoe in de oven muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
, y rocíeBedruipt u!
Begiet u!
Besprenkelt u!
Besproei
Besproeit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedruipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprenkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprenkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Ik bedruip
Ik begiet
Ik besprenkel
Ik besproei
Ik sprenkel
Ik sproei
Sprenkelt u!
Sproeit u!
la carneHet vlees variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
. Al finalTenslotte del cocimientoBakken
Koken
, la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste
horaTijd
Uur
, rocíeBedruipt u!
Begiet u!
Besprenkelt u!
Besproei
Besproeit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedruipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprenkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprenkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Ik bedruip
Ik begiet
Ik besprenkel
Ik besproei
Ik sprenkel
Ik sproei
Sprenkelt u!
Sproeit u!
conDoor
Met
Per
Samen met
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
, estoDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
para queOpdat
Zodat
se doreBruin wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bruin
. Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
 om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op
fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude
o calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!
,



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Agujas   Cebolla   Pimienta  


LechónBig
Speenvarken
adobadoAangemaakt
Bereid
Gelooid
Gemarineerd
Gemarineerde
Getaand
Ingelegd
Ingemaakt
Toebereid
Voorbereid
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven

Ingredientes:
LechónBig
Speenvarken
de 1010
Tien
Kg. + ó -.
11
Een
Kg. de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
.
44
Vier
CebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
.
11
Een
LimónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
.
22
Twee
ManzanasAppelen
Appels
Huizenblokken
.
11
Een
Pimiento verdeGroene paprika.
11
Een
Pimiento rojoLombok
Paprika
Pepperoni
Rode paprika
Spaanse peper
.
11
Een
Cabeza de ajoConjunto de las partes o dientes que forman el bulbo de la planta..
OréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
.
LaurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer
.
PerejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
.
Ají molidoGemalen spaanse peper.
VinagreAzijn
Edik
.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
.
Aceite de OlivaOlijfolie.

Preparación:
YoEgo
Ik
hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
que en la carniceríaDe slachterij
De slachting
De slager
De slagerij
De slagerswinkel
leHaar
Hem
Het
U
saquen(Zij) komen uit
Behaalt u!
Brengt u naar buiten!
Doet u af!
Doet u uit!
Dwingt u af!
Haalt u eruit!
Haalt u te voorschijn!
Haalt u uit!
Haalt u van!
Haalt u!
Hoost u!
Knevelt u!
Krijgt u uit!
Ontleent u!
Perst u af!
Put u!
Schept u!
Trekt u uit!
Zet u af!
Zij/ze behalen
Zij/ze brengen naar buiten
Zij/ze doen af
Zij/ze doen uit
Zij/ze dwingen af
Zij/ze halen
Zij/ze halen eruit
Zij/ze halen te voorschijn
Zij/ze halen uit
Zij/ze halen van
Zij/ze hozen
Zij/ze knevelen
Zij/ze krijgen uit
Zij/ze ontlenen
Zij/ze persen af
Zij/ze putten
Zij/ze scheppen
Zij/ze trekken uit
Zij/ze zetten af
la cabezaDe kop
Het hoofd
alNaar de
Naar het
lechónBig
Speenvarken
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
en miMi
Mijn
casaCasseer!
Familie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze casseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaart nietig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt samen
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
Verbind!
Verklaar nietig!
Vernietig!
Voeg samen!
nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
la come(U) eet
Bik!
Eet!
Gebruik het middagmaal!
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luncht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreet
Lunch!
Nuttig!
Vreet!
. PongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal
la cabezaDe kop
Het hoofd
de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
chiquitoHeel klein
Jongentje
Klein
Klein kind
, 22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
, 11
Een
cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel
de ají molidoGemalen spaanse peper, 22
Twee
cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels
de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
, 22
Twee
hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten
de laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer
y el vinagreDe azijn
De edik
. LoDe
Hem
Het
U
pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
en la heladeraDe koelkast
De vriezer
(neveraKoelkast) un díaEen dag
Een etmaal
y el 2424
Vierentwintig
a la mañanaMorgen
Ochtend
leHaar
Hem
Het
U
agregoIk voeg toe la salHet zout, leHaar
Hem
Het
U
quitoIk beroof
Ik doe af
Ik doe uit
Ik geef op
Ik geef prijs
Ik haal af
Ik haal weg
Ik krijg uit
Ik laat weg
Ik neem af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Ik trek af
Ik trek uit
Ik verwijder
Ik zet af
Quito
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
los jugosDe dipsausen
De dipsauzen
De sappen
De sausen
De sauzen
De vleessauzen
y loDe
Hem
Het
U
pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
tiras deJij/je trekt aan maderaHout
Madeira (likeurwijn)
en una asaderaBraadpan y... al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
. Las maderasDe houten
De madeira's
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
para queOpdat
Zodat
cueleFiltreert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Ik filtreer
Ik zeef
Zeef
Zeeft u!
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la grasaDe/het smeer
Het vet
. La salHet zout la pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
a últimoAchterste
Jongstleden
Laatste
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
para queOpdat
Zodat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se desangre(Het) bloedt leeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
mientrasTerwijl se adobaMen marineert. LoDe
Hem
Het
U
dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
cocinarBereiden
Koken
aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
44
Vier
horasTijden
Uren
en hornoKachel
Oven
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
, para queOpdat
Zodat
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
bien cocidoGoed gekookt y se desgraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdoet van vet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvet
Ik ontdoe van vet
Ik ontvet
Ontdoet u van vet!
Ontvet u!
, agregándoleAan het toevoegend el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus
que leHaar
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
retiradoIngetrokken
Teruggetrokken
Uitgehaald
Verwijderd
en variasDiverse
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
oportunidadesGelegenheden
Kansen
Momenten
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
la cocciónHet bakken
Het koken
. MientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, cortoGebrekkig
Gebrekkige
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Klein
Kleine
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Schaars
Schaarse
Verlegen
las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels
en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken
finitasEindig
Eindige
, las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien
y los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
, leHaar
Hem
Het
U
quitoIk beroof
Ik doe af
Ik doe uit
Ik geef op
Ik geef prijs
Ik haal af
Ik haal weg
Ik krijg uit
Ik laat weg
Ik neem af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Ik trek af
Ik trek uit
Ik verwijder
Ik zet af
Quito
la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel
y las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden
alNaar de
Naar het
limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
y loDe
Hem
Het
U
cortoGebrekkig
Gebrekkige
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Klein
Kleine
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Schaars
Schaarse
Verlegen
en pedacitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
, y las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
. En una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan
chicaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Meisje
pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
½ tazaBeker
Kop
Kopje
de aceite de olivaOlijfolie, rehogoIk sauteer
Ik smoor (in vet)
Ik warm op
las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels
y los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se ablandaronZij werden zachter un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier
lesHen
Hun
U
agregoIk voeg toe las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien
, 22
Twee
dientes de ajoKnoflookteentjes enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
, el limónDe citroen
De limoen
Het citroenblad
y las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken
, leHaar
Hem
Het
U
agregoIk voeg toe salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
, oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
, 11
Een
hoja de laurelLaurier
Laurierblad
y 11
Een
tazaBeker
Kop
Kopje
de vinagreAzijn
Edik
y ½ de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
. LoDe
Hem
Het
U
dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
cocinarBereiden
Koken
a fuegoVuur bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
1010
Tien
minutosMinuten, loDe
Hem
Het
U
retiro del fuegoIk haal van het
 vuur
y loDe
Hem
Het
U
dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
reposarLaten rusten
Rusten
. AlNaar de
Naar het
retirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen
el lechónDe big
Het speenvarken
del hornoKachel
Oven
leHaar
Hem
Het
U
pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
estaDeze
Dit
salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop
encimaBovendien
Er bovenop
y loDe
Hem
Het
U
dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
. LoDe
Hem
Het
U
sirvoIk baat
Ik bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
a temperaturaTemperatuur ambienteAtmosfeer
Milieu
Sfeer
Stemming
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Ajo   Ajo   Casa   Hoja de laurel   Laurel   Limón   Orégano   Perejil   Pimiento rojo