Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
HongosBolhoeden
Fungi
Paddenstoelen
Schimmels
Zwammen, setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen, champignons.
EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
- Sopa de champiñones
- Champiñones en una salsa de ajo y hierbas
- Torta de zanahoria y champiñones
- Judías con champiñones
- Tostadas de polenta con champiñones salteados
- Relleno de champiñones
- Sirope de champiñones
- Tartaletas de setas
- Lomo de cerdo con salsa de nata y champiñones (o setas)
- Solomillo de navidad
- Solomillo en hojaldre 2 (comoju)
- Tournedos a la buena mujer
- Rollitos de primavera
- Lasaña con champiñones y queso gorgonzola
- Canelones
- Lenguado al horno con salsa cremosa de champiñones
- Champiñones gratinados
- Pavo asado relleno de arroz y champiñones
- Ensalada de champiñones provenzal
- Peceto con especias
- Ensalada oriental de pollo
- Salsa de champiñones para pasta
- Receta de mama wicha
- Champiñones adobados
De los siguientes palabras hay una foto:
Setas
Sopa de champiñonesChampignonsoep
Ingredientes:11
Een/22
Twee l de caldo de aveKippenbouillon
22
Twee quesitosKaasjes conDoor
Met
Per
Samen met champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren
11
Een/22
Twee l de lecheMelk
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de salsa ketchup
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
pimientaPeper
nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de fécula de maízMaïzena
Crema de lecheRoom van melk y champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons en lataIn blik o frescosBrutaal
Brutale
Fresco's
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koeltes
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse salteadosGesauteerd
Gesauteerde en mantecaReuzel
Spek paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! decorarDecoreren
Onderscheiden
Versieren
Preparación:
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met los quesitosDe kaasjes cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en cubosBlokjes
Blokken
Dobbelstenen
Emmers
Klontjes
Kubussen
Naven
Wijnemmers hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs fundirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken. AgregarBijmengen
Toevoegen la lecheDe melk y la salsa ketchupDe ketchupsaus
De tomatensaus. CondimentarAssaisoner
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper y nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala.
De los siguientes palabras hay una foto:
Nuez moscada Pimienta
ChampiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons en una salsa de ajoEen knoflooksaus y hierbasGrassen
Kruiden
Ingredientes:350g de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter o margarinaMargarine vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes machacadosFijngestampt
Fijngestampte
Gestampt
Verpletterd
Verpletterde
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de harina integralVolkorenmeel
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de vino blancoWitte wijn
11
Een/22
Twee cubo de caldoBouillonblokje vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische (ej. 'Starlux')
25ml de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
pimientaPeper
Preparación:
Se enjuguenMen wist af los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons y se secanMen droogt
Zij/ze drogen zich af. Se derritenMen smelt
Zij/ze branden door
Zij/ze smelten
Zij/ze versmelten
Zij/ze worden vloeibaar 22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan. Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons y se sofríenMen fruit cubiertosAangezuiverd
Bedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Gedekt
Somber
Sombere
Toegedekt a un fuegoEen vuur regularGaat wel
Gaat zijn gangetje
Gewoon
Matig
Matige
Middelmatig
Middelmatige
Regelen
Regelmatig
Regelmatige
Regulier
Reguliere hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte. Se escurrenMen laat afdruipen
Men laat uitdruipen y se reservaMen zet weg el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag (75 cl. en teoríaTheorie, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!).
DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken la otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de mantequillaBoter
Roomboter en la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el ajoDe/het knoflook y sofreírFruiten unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige segundosHoofdgerechten
Seconden
Secondes
Sekonden. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la harinaDe bloem
Het meel y removerRoeren
Verwijderen unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n segundosHoofdgerechten
Seconden
Secondes
Sekonden. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag, el cubitoHet blokje de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat, la pimientaDe peper, el vinoDe wijn, mezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward. RemoverRoeren
Verwijderen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs hervidoBorrelen
Geborreld
Gekookt
Gekookte
Gesudderd
Gezied
Gezoden
Koken
Op het kookpunt geweest
Zieden luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! un minutoEen minuut. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons, la nataDe room
De slagroom
Het puikje y el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten o conDoor
Met
Per
Samen met espaguetiSpaghetti o tallarinesBami
Mie
Mihoen
Noedels
Spaghetti's (fijn).
NOTASAantekeningen
Cijfers
Jij/je bemerkt
Jij/je bespeurt
Jij/je merkt
Jij/je merkt op
Jij/je noteert
Jij/je schrijft op
Jij/je stelt te boek
Jij/je tekent aan
Muzieknoten
Nota's
Noten
Notities
Opmerkingen:
PuedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je mag adornarloVersieren conDoor
Met
Per
Samen met pan ralladoPaneermeel tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde y/o nuecesAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Nuez Perejil Pimienta
Torta de zanahoriaWorteltaart y champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
Ingredientes:22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de cebollaAjuin
Bloembol
Ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finamenteFijn
Keurig
22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de pan ralladoPaneermeel
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de queso ralladoGeraspte kaas (semi curadoHalf belegen o curadoBehandeld
Belegen
Gecureerd
Genezen
Oud
Oude)
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de mantequillaBoter
Roomboter
11
Een kiloKilo
Kilogram de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
375g de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een cucharaditaTheelepeltje de albahacaBasilicum
Baziel
Bazielkruid
Koningskruid
11
Een cucharaditaTheelepeltje de eneldoDille
11
Een cucharaditaTheelepeltje de tomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm
11
Een 11
Een/22
Twee cucharaditasTheelepeltjes de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
33
Drie ó 44
Vier dientes de ajoKnoflookteentjes
22
Twee huevosEieren batidosDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshakes
Omgeroerd
Pimienta negraZwarte peper
Preparación:
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen el hornoDe kachel
De oven a 350°F. EngrasarBesmeren
Doorsmeren
Invetten
Smeren un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs 25cm de diámetroDiameter
Middellijn y 3cm en profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte. SaltearSauteren los cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien en la mantequillaDe boter
De roomboter y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y hierbasGrassen
Kruiden. CocinarBereiden
Koken 1010
Tien minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. En una granGroot
Grote fuenteBekken
Bron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels, el panDe mik
Het brood, el quesoDe kaas, los huevosDe eier
De eieren, la pimientaDe peper y lo demásHet overige. Meter enDoen in
Stoppen in el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht y cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken conDoor
Met
Per
Samen met pan ralladoPaneermeel, pipasPijpen
Pitten
Tabakspijpen
Zonnebloemen
Zonnebloempitten de sésamoSesam
Sesamzaad o queso ralladoGeraspte kaas etcEnzovoorts. CubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken (ej. conDoor
Met
Per
Samen met papel aluminioAlufolie) y cocinarBereiden
Koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 3030
Dertig minutosMinuten luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo quitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen el papel aluminioHet alufolie y cocinarBereiden
Koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Albahaca Cebolla Eneldo Pimienta negra Sésamo Tomillo
JudíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen conDoor
Met
Per
Samen met champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
Ingredientes:11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de judías verdesSperziebonen (frijoles verdesjudías verdes) cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter
ChampiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
½ copa de vinoGlas wijn blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
Preparación:
SofríaFruit
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik fruit en mantequillaBoter
Roomboter y a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie; agrégueleVoeg het toe las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, mézclelosMeng ze muy bienBest
Heel goed
Prima y continúeDoorgaat u!
Ga door
Gaat u door!
Gaat u verder met!
Gaat u verder!
Gaat u voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houdt u aan!
Ik doorga
Ik ga door
Ik ga verder
Ik ga verder met
Ik ga voort
Ik houd aan
Ik vervolg
Ik zet voort
Vervolgt u!
Zet u voort! cocinándolosZe koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1010
Tien minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo añádaleVoeg aan het toe vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper; revuélvalosRoer ze muy bienBest
Heel goed
Prima y sirvaBaat u!
Bedient u!
Bewijst u een dienst!
Deugt u!
Dien op
Dient u op!
Dient u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Ik baat
Ik bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
Is u geschikt!
Is u van dienst!
Kaart u aan!
Serveert u! estaDeze
Dit deliciaGenot
Heerlijkheid
Lekkernij calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Perejil Pimienta
TostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's de polentaMaïspap
Polenta conDoor
Met
Per
Samen met champiñones salteadosGebakken champignons
Ingredientes: (44Vier personasMensen
Personages
Personen)
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels (3030
Dertig g.) de mantequillaBoter
Roomboter
½ tazaBeker
Kop
Kopje de cebollaAjuin
Bloembol
Ui picada finaFijn gesneden
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de polentaMaïspap
Polenta
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de queso parmesanoParmezaanse kaas ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons:
2-3 cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie o una mezclaEen artsenijmengsel
Een melange
Een mengeling
Een mengelmoes
Een mengen
Een mengsel
Een mix
Een mixen
Een mixtuur
Een temperen
Een vermengen
Een vermenging
Een verwarren de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y mantequillaBoter
Roomboter
500500
Vijfhonderd g. de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons o una variedadEen afwisselen
Een afwisseling
Een variatie
Een variëren
Een variëteit
Een verscheidenheid
Een werken, limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere y en láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes
¼-11
Een/33
Drie tazaBeker
Kop
Kopje de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picado finoFijn gesneden
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes, picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finosDelicaat
Delicate
Droge sherry's
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry's
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
Preparación:
1.-1
Een En una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime derretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken a fuego medioMatig vuur la mantequillaDe boter
De roomboter; agregarBijmengen
Toevoegen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y cocinarBereiden
Koken, revolviendoOmroerend
Roerend hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! transparenteDoorschijnend
Doorzichtig
Doorzichtige
Transparant
Transparante, aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat 55
Vijf minutosMinuten. VerterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten 33
Drie tazasBekers
Kopjes
Koppen de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y llevar a ebulliciónAan het koken brengen.
2.-2
Twee En un bolEen bowl
Een kom
Een schaal mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren 11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met la polentaDe maïspap
De polenta y agregarBijmengen
Toevoegen de a pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige a la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat conDoor
Met
Per
Samen met el aguaHet water hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend. ReducirBeperken
Herleiden
Inkoken
Inkrimpen
Reduceren
Réduire
Vereenvoudigen
Zetten el calorDe hitte
De smoorhitte
De warmte a bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware y cocinarBereiden
Koken, revolviendoOmroerend
Roerend constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker conDoor
Met
Per
Samen met cuchara de maderaHouten lepel hasta queTot
Totdat la polentaDe maïspap
De polenta esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik! y se desprenda deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdoet zich van los ladosDe flanken
De kanten
De zijden
De zijdes
De zijkanten de la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat, aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat 2525
Vijfentwintig minutosMinuten. EspolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met el quesoDe kaas y sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
3.-3
Drie RevolverOmroeren
Roeren y verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten en una lataEen blik
Een blikje
Een bus
Een lat
Een trommel
Een trommeltje aceitadaDoorgesmeerd
Doorsmeren
Geolied
Gesmeerd
Geölied
Ingeolied
Ingevet
Invetten
Smeren ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug de 33x23 cmCentimeter
Cm
Cm.. EsparcirBestrooien
Uitspreiden
Verdelen la polentaDe maïspap
De polenta en una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak parejaDuo
Koppel
Paar
Partner
Span
Stel
Stelletje
Tweetal y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van entibiarLauw maken
Lauw worden. TaparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen y refrigerarKoelen por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste 33
Drie horasTijden
Uren o hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs 24 horasEtmaal, hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude y cuajadaDik gelaten worden
Gedaan stollen
Gestold
Gestolde
Gestremde melk
Kwark
Wrongel.
4.-4
Vier UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 45 minutosMinuten antes deAlvorens te
Voor servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn, precalentarVoorverwarmen el hornoDe kachel
De oven a temperaturaTemperatuur muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven, 215°C. PincelarBestrijken ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug una lataEen blik
Een blikje
Een bus
Een lat
Een trommel
Een trommeltje de hornoKachel
Oven conDoor
Met
Per
Samen met aceite de olivaOlijfolie.
5.-5
Vijf CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren la polentaDe maïspap
De polenta en cuadradosCarrés
Kwadraten
Ruitjes
Vakken
Vierkant
Vierkante
Vierkanten de 77
Zeven cmCentimeter
Cm
Cm.. y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo en triángulosDriehoeken
Triangels en diagonalDiagonaal
Diagonale
Hoeklijn. Con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig transferirAangeven
Aanreiken
Afdragen
Overboeken
Overbrengen
Overgeven
Overzetten
Toereiken
Transporteren
Vervoeren
Voeren los trozosDe bonken
De brokken
De eindjes
De filets
De hompen
De moten
De plakken
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën
De stukjes
De stukken a la lataDe bus
De lat
De trommel
Het blik
Het blikje
Het trommeltje aceitadaDoorgesmeerd
Doorsmeren
Geolied
Gesmeerd
Geölied
Ingeolied
Ingevet
Invetten
Smeren y hornearBakken hasta queTot
Totdat las basesDe basen
De bases
De basissen
De gronden
De grondslagen
De grondvlakken estén doradasGoudgeel zijn, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1515
Vijftien minutosMinuten. RetirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen la lataDe bus
De lat
De trommel
Het blik
Het blikje
Het trommeltje del hornoKachel
Oven y con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig dar vueltaOmkeren los triángulosDe driehoeken
De triangels. HornearBakken nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs dorarAanbraden
Doreren, 1010
Tien minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus (estoDeze
Dit tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedeMen kan realizarBewerkstelligen
Doorvoeren
Realiseren
Tot stand brengen
Uitvoeren
Verrichten
Verwerkelijken
Verwezenlijken en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan o a la planchaGegrild
Op de plaat
Van de bakplaat).
6.-6
Zes MientrasTerwijl se horneaMen bakt la polentaDe maïspap
De polenta, prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons. En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen a fuego altoHoog vuur el aceiteDe olie
De olijfolie. AgregarBijmengen
Toevoegen los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons y cocinarBereiden
Koken, revolviendoOmroerend
Roerend constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker, hasta queTot
Totdat empiecenBegint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
Ze beginnen
Zij/ze beginnen
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze pakken aan
Zij/ze snijden aan
Zij/ze vangen aan a dorarseBruin worden, 5-7 minutosMinuten. AgregarBijmengen
Toevoegen el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y cocinarBereiden
Koken 11
Een minutoMinuut másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper y verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los canapésDe canapés
De voorgerechten de polentaMaïspap
Polenta. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn de inmediatoOnmiddellijk.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Cebolla Cuchara de madera Perejil Pimienta
Relleno deGevuld met champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
Ingredientes: (8 -8Acht 1010
Tien personasMensen
Personages
Personen · 800800
Achthonderd gramos de rellenoGram vulling)
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels (3030
Dertig cc) de aceite de olivaOlijfolie
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels (3030
Dertig g.) de mantequillaBoter
Roomboter
11
Een kiloKilo
Kilogram de una variedadEen afwisselen
Een afwisseling
Een variatie
Een variëren
Een variëteit
Een verscheidenheid
Een werken de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons frescosBrutaal
Brutale
Fresco's
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koeltes
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse, limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere y picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
22
Twee chalotasSjalotten, picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook, picado finoFijn gesneden
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
¼ tazaBeker
Kop
Kopje de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picado finoFijn gesneden
Preparación:
1.-1
Een En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen el aceiteDe olie
De olijfolie y la mantequillaDe boter
De roomboter a fuego medioMatig vuur/altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven; una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que se derritaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt vloeibaar
Smelt la mantequillaDe boter
De roomboter agregarBijmengen
Toevoegen los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons, chalotasSjalotten, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper y revolverOmroeren
Roeren. CocinarBereiden
Koken, revolviendoOmroerend
Roerend ocasionalmenteNu en dan, hasta queTot
Totdat los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons desprendan(Zij) laten los
Geeft u af (geur)!
Laat u los!
Scheidt u af!
Zij/ze geven af (geur)
Zij/ze laten los
Zij/ze scheiden af suHaar
Hun
Uw
Zijn líquidoNetto bedrag
Netto-
Vloeibaar
Vloeibare
Vloeistof
Zuiver
Zuivere y empiecenBegint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
Ze beginnen
Zij/ze beginnen
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze pakken aan
Zij/ze snijden aan
Zij/ze vangen aan a dorarseBruin worden, aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat 1010
Tien minutosMinuten.
2.-2
Twee AgregarBijmengen
Toevoegen el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y retirar del fuegoVan het vuur halen. VerterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren en la procesadoraDe keukenmachine y picarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, cuidandoBewakend
Bezorgd zijnd
Ervoor zorgend
Oplettend
Oppassend
Passend op
Verplegend
Verzorgend
Zich bekommerend
Zorg dragend
Zorgend
Zorgend voor que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se vuelvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert zich om
Wordt un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree. CorregirBijsturen
Corrigeren
Nakijken
Verbeteren la sazónDe gunstige gelegenheid
De rijpheid
De smaak.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Perejil Pimienta
SiropeSiroop de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
Ingredientes:11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel (1515
Vijftien cc) de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel (1515
Vijftien g.) de mantequillaBoter
Roomboter
240 g. de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons, picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
22
Twee chalotasSjalotten, picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige gruesasCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook, picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige gruesoCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikte
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Hoofdmacht
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheid
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Preparación:
1.-1
Een En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan agregarBijmengen
Toevoegen el aceiteDe olie
De olijfolie y la mantequillaDe boter
De roomboter y encenderAandoen
Aanmaken
Aansteken
Aanzetten
Belichten
Branden
Doen ontbranden
Het licht aandoen
Het licht aansteken
Ontsteken
Stoken
Verbranden
Verlichten
Voorlichten el fuegoHet vuur a medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling/altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que se derriteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt vloeibaar
Men smelt la mantequillaDe boter
De roomboter agregarBijmengen
Toevoegen los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons, chalotasSjalotten, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper. CocinarBereiden
Koken, revolviendoOmroerend
Roerend ocasionalmenteNu en dan hasta queTot
Totdat los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons desprendan(Zij) laten los
Geeft u af (geur)!
Laat u los!
Scheidt u af!
Zij/ze geven af (geur)
Zij/ze laten los
Zij/ze scheiden af suHaar
Hun
Uw
Zijn jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus y empiecenBegint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
Ze beginnen
Zij/ze beginnen
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze pakken aan
Zij/ze snijden aan
Zij/ze vangen aan a dorarseBruin worden, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1010
Tien minutosMinuten. AgregarBijmengen
Toevoegen 22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y cocinarBereiden
Koken, revolviendoOmroerend
Roerend 1010
Tien minutosMinuten o hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs reducirBeperken
Herleiden
Inkoken
Inkrimpen
Reduceren
Réduire
Vereenvoudigen
Zetten ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug. ColarFiltreren
Zeven y volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag a la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan; eliminarAfschaffen
Elimineren
Opdoeken
Uitmaken
Uitschakelen
Uitsluiten
Verwijderen
Wegdoen
Wegwerken los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons. CocinarBereiden
Koken a fuego altoHoog vuur hasta queTot
Totdat el siropeDe siroop esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik y latigudoWeek en elastisch, aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat 10-15 minutosMinuten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Pimienta
TartaletasTaartjes de setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen
Ingredientes:
1212
Twaalf tartaletasTaartjes
200200
Tweehonderd g. de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons uOf otrasAnder
Andere
Nog één setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen
100100
Honderd g. de beiconBacon
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui, 22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de tomateTomaat
Tomaatplant trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt
11
Een/44
Vier L. de lecheMelk 11
Een/44
Vier L. de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren pastillaBlokje
Pastille
Pil
Tablet
5050
Vijftig g. de queso ralladoGeraspte kaas, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y maicenaMaiszetmeel
Maïszetmeel
Maïzena
Preparación:
RehogarSauteren
Smoren (in vet) en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! el beiconBacon cortado finoFijn gesneden, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui picaditaFijngehakt finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons laminadosGelaagd
Gelaagde, o setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen, dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken eEn, incorporarInbouwen
Toevoegen el tomateDe tomaat
De tomaatplant, salpimentarMet zout en peper
kruiden, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la lecheDe melk, el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet conDoor
Met
Per
Samen met la pastillaDe pastille
De pil
De/het tablet
Het blokje vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 44
Vier min. la ligamosWij binden
Wij/we binden
Wij/we binden vast
Wij/we bonden
Wij/we bonden vast
Wij/we lieerden
Wij/we liëren
Wij/we maakten vast
Wij/we maken vast
Wij/we sloten aan
Wij/we sluiten aan
Wij/we verbinden
Wij/we verbonden conDoor
Met
Per
Samen met la maicenaDe maïzena
Het maiszetmeel
Het maïszetmeel hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje homogéneaGelijksoortig
Gelijksoortige
Homogeen
Homogene. RellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen las tartaletasDe taartjes, espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met el quesoDe kaas y gratinarGratineren
Paneren, servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
NOTAAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: se puedeMen kan cambiarAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen por polloKip
Kippenvlees
Kuiken, atúnGewone tonijn
Rode tonijn
Tonijn eEn.t.c. y la tartaleta por vol au vents
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla Pimienta Pollo Setas Tomate Tomate
Lomo de cerdoVarkenscarré
Varkenslende
Varkenslendenstuk conDoor
Met
Per
Samen met salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom y champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons (o setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen)
Ingredientes:
11
Een kg lomo de cerdoVarkenscarré
Varkenslende
Varkenslendenstuk 100100
Honderd g. quesoKaas
66
Zes cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
11
Een boteBlik
Bokaal
Boot
Bus
Dompelt u in!
Doopt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dompelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doopt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sopt
Ik dompel in
Ik doop in
Ik smijt eruit
Ik sop
Pot
Schuit
Sloep
Smijt u eruit!
Sopt u! de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons (unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 125 g)
22
Twee vasitosGlaasjes (cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes 200200
Tweehonderd g ó 200200
Tweehonderd ml) nataCrème
Puikje
Room
Slagroom ácidaZure
Zuur o crème fraîche
11
Een cubitoBlokje (pastillaBlokje
Pastille
Pil
Tablet) de concentradoAaneengesloten
Concentraat
Gebonden
Geconcentreerd
Geconcentreerde
Verdicht de carneVlees o fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste o caldo de carne
11
Een cucharaditaTheelepeltje de maicenaMaiszetmeel
Maïszetmeel
Maïzena
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
aceite de oliva extra virgenExtra vierge olijfolie
Olijfolie eerste persing
Olijfolie extra vierge
Preparación:
lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen, secarAfdrogen
Afvegen
Afwissen
Drogen
Droogmaken
Uitdrogen
Vegen
Wissen y limpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren el lomoDe lende
De rug
Het kruis
Het lendenstuk
Het rugstuk
MecharLarderen
Opvullen
Piqueren
Vullen el lomoDe lende
De rug
Het kruis
Het lendenstuk
Het rugstuk conDoor
Met
Per
Samen met el quesoDe kaas.
SalarIn het zout leggen
Inleggen
Inmaken
Pekelen
Zouten y cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken conDoor
Met
Per
Samen met el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper, enharinarIn meel verpakken
Met meel bestrooien y freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan por todos losAlle ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten (arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog, abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder y cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant.
Meter enDoen in
Stoppen in el hornoDe kachel
De oven en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat refractarioHittebestendig
Hittebestendige a 200200
Tweehonderd° C (paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! un kiloEen kilo
Een kilogram unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 6060
Zestig minutosMinuten, hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren la pruebaDe adstructie
De test
De toets
Het aanpassen
Het aantonen
Het adstrueren
Het beproeven
Het bewijs
Het bewijzen
Het bezoeken
Het onderzoek
Het passen
Het proberen
Het staven
Het teken
Het toetsen
Het uitproberen
Het uitwijzen
Het waarmaken conDoor
Met
Per
Samen met el dedoDe teen
De vinger o conDoor
Met
Per
Samen met una agujaEen geep
Een naald
Een spoorwissel
Een wissel de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot)
MientrasTerwijl preparaBereid toe!
Bereid voor!
Bereid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Leid op!
Maak aan!
Maak klaar
Maak klaar! la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop:
PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui en cuadritosVierkantjes (brunoiseBrunoise) y freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en el aceiteDe olie
De olijfolie (coladoGefilterd
Gefilterde
Gefiltreerd
Gezeefd
Gezeefde) dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde el lomoDe lende
De rug
Het kruis
Het lendenstuk
Het rugstuk, cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit, agregarBijmengen
Toevoegen los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons o las setasDe fungi
De paddenstoelen
De zwammen.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer estasDeze
Dezen hayan(Zij) hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn soltadoLosgelaten
Losgemaakt el aguaHet water, agregarBijmengen
Toevoegen la nataDe room
De slagroom
Het puikje y el cubitoHet blokje disueltoOpgelost
Opgeloste en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y la maicenaDe maïzena
Het maiszetmeel
Het maïszetmeel y el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! soltadoLosgelaten
Losgemaakt el lomoDe lende
De rug
Het kruis
Het lendenstuk
Het rugstuk alNaar de
Naar het asarBraden
Branden
Roosteren, mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met el batidor de manoDe garde
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se quiereMen wilt se puedeMen kan pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop por un pasapurésEen pureerzeef
Een pureestamper
Een zeef (om puree
te maken) o conDoor
Met
Per
Samen met la batidoraDe blender
De mixer (a gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak)
EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen sobre elOp de
Op het lomoKruis
Lende
Lendenstuk
Rug
Rugstuk cuandoAls
Tijdens
Wanneer yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat terminadoAfgehandeld
Afgelopen
Afgemaakt
Afgesloten
Besloten
Beëindigd
Geëindigd
Uitgemaakt
Voleindigd de asarBraden
Branden
Roosteren y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van en el hornoDe kachel
De oven unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n cinco5
Vijf minutosMinuten.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn conDoor
Met
Per
Samen met ensaladaSalade
Slaatje y conDoor
Met
Per
Samen met patatasAardappelen
Aardappels
Piepers duquesaHertogin (puré de patatasAardappelpuree
Puree hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet con la manguera rizada hacer rosetasMet de geribbelde spuitmond
rozetten maken y dorarAanbraden
Doreren en el hornoDe kachel
De oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a 250 ° C).
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Cuadritos Haya Pimentón Salar Setas
SolomilloHaas
Lendestuk
Ossenhaas de navidadKerstfeest
Kerstmis
Kersttijd
Ingredientes:
IngredientesBestanddelen
Ingrediënten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 88
Acht personasMensen
Personages
Personen:
Un solomilloEen haas
Een lendestuk
Een ossenhaas de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf de unosVan zo´n 22
Twee kilosKilo's
Kilogrammen aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat.
22
Twee LáminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes de hojaldre.
11
Een BandejaBakblik
Bakplaat
Blad
Dienblad
Presenteerblad
Schenkblad
Theeblad de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons.
11
Een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de patéPastei
Paté de patoEend
Terrine van ganzen- of
eendenlever.
22
Twee cebollinosJapanse bladuien
Japanse bosuien
Stengelajuinen
Stengeluien.
22
Twee clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere de huevoEi.
HarinaBloem
Meel.
Pimienta negraZwarte peper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Aceite de olivaOlijfolie.
Preparación:
MétodoMethode: En una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput loDe
Hem
Het
U suficientementeGenoeg
Voldoende grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, doraBraad aan!
Bruin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt aan el solomilloDe ossenhaas
Het lendestuk conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y salpimentarMet zout en peper
kruiden. Los jugosDe dipsausen
De dipsauzen
De sappen
De sausen
De sauzen
De vleessauzen tienen queZij/ze behoren
Zij/ze dienen
Zij/ze horen
Zij/ze moeten mantenerseBlijven
Zich onderhouden en el interiorDe binnenkant
De boezem
De schoot
Het binnenland
Het binnenste
Het interieur cálidoWarm
Warme de la carneHet vlees. RetiraHaal uit!
Haal weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Trek in!
Trek terug!
Verwijder! el solomilloDe ossenhaas
Het lendestuk y aprovechaBaat!
Ben van nut!
Benut!
Gebruik
Gebruik!
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van nut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt gebruik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt gebruik van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze profiteert
Maak gebruik van!
Maak gebruik!
Profiteer! el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pocharSauteren
Smoren (in vet) los cebollinosDe biesloken
De bieslooks
De japanse bladuien
De japanse bosuien
De stengelajuinen
De stengeluien y los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes. CuandoAls
Tijdens
Wanneer comiencenBeginnen
Begint u met!
Begint u!
Bindt u aan!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Vangt u aan!
Zij/ze beginnen
Zij/ze beginnen met
Zij/ze binden aan
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze vangen aan a ablandarseZacht worden, agregarásJij zult toevoegen
Jij/je zal toevoegen el patéDe pastei
De paté, hasta queTot
Totdat ésteDeze
Dit prácticamenteIn de praktijk
Praktisch se fundaBaseer!
Doet u smelten!
Fundeer!
Grond!
Grondvest!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet smelten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fundeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grondvest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vloeibaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Ik doe smelten
Ik maak vloeibaar
Ik smelt
Ik versmelt
Maakt u vloeibaar!
Sloop
Smelt u!
Sticht!
Versmelt u!
Vestig! conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk de los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten. EstiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt uit (van
deeg)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Rek uit!
Rol uit (van deeg)!
Strek uit
Strek! la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de hojaldre sobre laOp de
Op het encimeraAanrecht enharinadaIn meel verpakt
Met meel bedekt
Met meel bestrooid con ayuda deMet behulp van un rodilloEen roller. CuriosamenteMerkwaardig, el tríoDe trits
Het drietal de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta/harinaBloem
Meel/rodilloRoller, haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt que la niñaHet kind
Het wicht que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand en míMe
Mij emerjaHet duikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Ik kom te voorschijn
Komt u te voorschijn!, traviesaBalk
Biel
Biels
Dwarsligger
Onderlegger
Ondeugend
Ondeugende
Ribbe
Stout
Stoute, conDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen empolvadasBestrooid de blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte en buscaOp zoek del dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid rostroAangezicht
Facie
Gelaat
Gezicht
Porem
Toet de mi media naranjaMijn betere wederhelft, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! encanecerBeschimmelen
Wit maken
Wit worden aúnNog
Nog altijd
Nog steeds másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus suHaar
Hun
Uw
Zijn preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle melenaHaardos
Muurleeuwenbek. DejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals para queOpdat
Zodat se debilite(Het) wordt zwak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt slap al manipularlaBij het manipuleren. ExtiendeBreid uit!
Geef af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wijder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Houd op!
Maak wijder!
Ontvouw!
Rek!
Smeer uit!
Spreid uit
Spreid uit!
Spreid!
Steek uit!
Strek uit!
Strek!
Verbreid!
Vergroot!
Verspreid! una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen y cebollinoBieslook
Fijn bieslook
Grof bieslook
Grove bieslook
Japanse bladui
Japanse bosui
Pijplook
Schaluun
Snijlook
Stengelajuin
Stengelui
Stengellook sobre elOp de
Op het centroBinnenste
Centreren
Centrum
Ik bepaal de middelas
van
Ik breng tot het
middelpunt
Ik centreer
Middelmaat
Middelpunt
Midden de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg, será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn el lechoDe legerstede
De sponde
Het bed
Het bedje del solomilloHaas
Lendestuk
Ossenhaas. Cubre(Hij) bedekt
Bedek
Bedek!
Beleg!
Bescherm!
Dek toe!
Dek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Zuiver aan! el solomilloDe ossenhaas
Het lendestuk conDoor
Met
Per
Samen met otraAnder
Andere
Nog een
Nog één capaCastreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak de setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen y envuelveBaker in!
Baker!
Betrek bij!
Breng met je mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt met zich
mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strengelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt in
Impliceer!
Omwikkel
Pak in!
Pak!
Rol op!
Sluit in!
Strengel!
Verpak!
Wikkel!
Wind!
Zwachtel in! suavementeZacht
Zachtjes el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve conDoor
Met
Per
Samen met las sábanasDe lakens de hojaldre. ConDoor
Met
Per
Samen met un pincelEen kwast
Een penseel y clara de huevoEiwit, sellaBezegel!
Druk af!
Druk jullie stempel op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt zijn stempel
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze munt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroeit dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stempelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegelt
Munt aan!
Schroei dicht!
Sla!
Sluit
Stempel!
Verzegel!
Zegel! el hojaldreHet bladerdeeg. Te has convertidoJij bent veranderd en un maestroEen grootmeester
Een instructeur
Een leraar
Een maestro
Een meester
Een onderwijzer pintorKunstschilder
Schilder. BarnizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernist
Vernis
Vernis! con delicadezaAngstvallig
Delicaat
Fijngevoelig
Kies
Nauwgezet todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de hojaldre y superpónPlaats op figurasAfbeeldingen
Beelden
Figuren
Jij/je beeldt af
Jij/je blinkt uit
Jij/je figureert
Jij/je geeft voor
Jij/je stelt voor
Jij/je veinst
Jij/je vormt
Jij/je wendt voor
Platen
Prenten
Voorstellingen de estrellasCainito's
Jij/je bezaait met sterren
Jij/je breekt
Jij/je slaat stuk
Jij/je verbrijzelt
Sterappelen
Sterappels
Sterren, muérdagoMaretak
Mistel
Mistletoe
Vogellijm, todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle ellasHen
Ze
Zij cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd artísticamenteArtistiek conDoor
Met
Per
Samen met los restosDe resten
De stompen
De stronken de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta sobranteOvergebleven
Overgeblevene
Rest. BarnizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernist
Vernis
Vernis! tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook los adornosDe garneringen
De garnituren
De ornamenten
De sieraden
De stelletjes
De versieringen
De versierselen
De versiersels y pégalosPlak ze con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig sobre elOp de
Op het rolloGedoe
Gezeur
Rol
Rollade
Rond broodje
Toestand conDoor
Met
Per
Samen met la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve clara de huevoEiwit. HorneaBak
Bak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt a 150º duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 3030
Dertig minutosMinuten, algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast turboHete lucht
Ik breng van zijn
stuk
Turbo, y compruebaBevind!
Bewijs!
Constateer!
Controleer!
Ga na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze constateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verifieert
Stel vast
Stel vast!
Verifieer! que esté dorado(Het) is goudbruin
Goudgeel is. Se me ha ocurridoHet is bij mij
opgekomen servirloDien op sobre unBovenop een
Op een mantoDeken
Jas
Mantel
Manto de grosellasAalbeskleuren
Aalbessen
Klapbessen
Kruisbessen
Rode bessen
Trosbessen (siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend y cuandoAls
Tijdens
Wanneer las encuentreBevindt u!
Hij vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Ik bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Komt u tegen!
Ontmoet u!
Treedt u tegemoet!
Treft u aan!
Treft u!
Vindt u! claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere), peroDoch
Echter
Maar el restoDe rest
De stomp
De stronk, miMi
Mijn queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind, loDe
Hem
Het
U dejoAccent
Achterlaten
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Tongval
Verlaten
Vermaken
Verzuimen en tusJe
Jouw manosHanden.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebollino Cebollino Encimera Muérdago Pato Pimienta negra Rodillo Setas
Solomillo en hojaldre 22
Twee (comoju)
Ingredientes:
500500
Vijfhonderd gr. de solomilloHaas
Lendestuk
Ossenhaas de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf
200200
Tweehonderd gr. de hojaldre
400400
Vierhonderd gr. champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
22
Twee chalotasSjalotten
3030
Dertig gr. mantequillaBoter
Roomboter
100100
Honderd gr. PatéPastei
Paté Jabugo
4040
Veertig ml. BrandyBrandewijn
Brandy
200200
Tweehonderd ml. jugo de carneBraadjus
Dipsaus
Jus
Saus
Vleesjus
Vleessaus
Preparación:
DorarAanbraden
Doreren muy bienBest
Heel goed
Prima el solomilloDe ossenhaas
Het lendestuk y loDe
Hem
Het
U ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer a enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen, mientrasTerwijl hacemosMaken wij
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit la "cremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla". LoDe
Hem
Het
U salamosWij zouten
Wij/we legden in
Wij/we legden in het
zout
Wij/we leggen in
Wij/we leggen in het
zout
Wij/we maakten in
Wij/we maken in
Wij/we pekelden
Wij/we pekelen
Wij/we zouten
Wij/we zoutten despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
HacemosMaken wij
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit la "cremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla", conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y la mantequillaDe boter
De roomboter. DoramosWij maken goudbruin
Wij/we braadden aan
Wij/we braden aan en estoDeze
Dit la chalotaDe sjalot
De ui y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons, el patéDe pastei
De paté, el brandyDe brandewijn
De brandy y el jugo de carneDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleesjus
De vleessaus. Se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1515
Vijftien min. (aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat). (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se quiereMen wilt comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te tropezones, se trituraMen pureert todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle muy bienBest
Heel goed
Prima). Se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude, ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer el solomilloDe ossenhaas
Het lendestuk sobre elOp de
Op het hojaldre y loDe
Hem
Het
U recubrimosWij bedekken
Wij/we bekleden
Wij/we bekleedden
Wij/we trekken over
Wij/we trokken over conDoor
Met
Per
Samen met la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje. CerramosWij sluiten
Wij/we deden dicht
Wij/we deden op slot
Wij/we deden toe
Wij/we doen dicht
Wij/we doen op slot
Wij/we doen toe
Wij/we maakten dicht
Wij/we maken dicht
Wij/we sloten
Wij/we sloten af
Wij/we sluiten
Wij/we sluiten af el hojaldreHet bladerdeeg y al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven pintadoAfgeschilderd
Beschilderd
Beschilderde
Geschilderd
Geverfd
Uitgeschilderd conDoor
Met
Per
Samen met huevoEi a 180º 1515
Vijftien min.
¿el dorarAanbraden
Doreren el solomilloDe ossenhaas
Het lendestuk primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats por algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat en especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale?, es queDat komt omdat
Want yoEgo
Ik hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank doroIk braad aan
Ik maak goudbruin el solomilloDe ossenhaas
Het lendestuk, se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el hojaldreHet bladerdeeg, es decirDat wil zeggen
Namelijk, extiendoIk breid uit
Ik geef af
Ik houd op
Ik maak wijder
Ik ontvouw
Ik rek
Ik smeer uit
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Ik verbreid
Ik vergroot
Ik verspreid
Uitrollend el hojaldreHet bladerdeeg, yoEgo
Ik loDe
Hem
Het
U untoIk besmeer
Ik maak nat
Ik smeer
Ik smeer aan
Ik smeer door
Ik smeer in
Smeer
Vet conDoor
Met
Per
Samen met queso cremaRoomkaas tipoDrukletter
Soort
Type Philadelphia peroDoch
Echter
Maar de finas hierbasFijne kruiden
Fines herbes, una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende capaCastreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak, pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n lonchasPlakken de beiconBacon encimaBovendien
Er bovenop, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo el solomilloDe ossenhaas
Het lendestuk, loDe
Hem
Het
U cierroIk doe dicht
Ik doe op slot
Ik doe toe
Ik maak dicht
Ik sluit
Ik sluit af todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, loDe
Hem
Het
U pintoIk beschilder
Ik schilder
Ik schilder af
Ik schilder uit
Ik verf conDoor
Met
Per
Samen met huevoEi y al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven una media horaEen halfuur.
El dorarloAanbruinen esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk para queOpdat
Zodat alNaar de
Naar het dorarloAanbruinen a fuego fuerteHoog vuur, formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se vayanZij gaan
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich los jugosDe dipsausen
De dipsauzen
De sappen
De sausen
De sauzen
De vleessauzen de la carneHet vlees. OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand es queDat komt omdat
Want siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf, alNaar de
Naar het serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus gruesoCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikte
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Hoofdmacht
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheid, queda(Het) blijft over
Ben!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat crudoAardolie
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U dorasJij/je braadt aan.
De los siguientes palabras hay una foto:
Salar
Tournedos a la buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
Ingredientes:
44
Vier solomillosHazen
Lendestukken
Ossenhazen de unosVan zo´n 150 g. cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui, 5050
Vijftig g. de mantequillaBoter
Roomboter
11
Een/22
Twee vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de vino tintoRode wijn, 11
Een lataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de guisantes cocidosGekookte doperwten pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
1212
Twaalf cebollitasSjalotten francesaFrans
Franse
Française cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
22
Twee zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels torneadasGedraaid
200200
Tweehonderd g. de champiñones salteadosGebakken champignons conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de mantequillaBoter
Roomboter
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de harina de maízMaïsmeel
Maïzena
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Preparación:
SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen los tournedos y loDe
Hem
Het
U ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere y rehogarSauteren
Smoren (in vet) a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1010
Tien min. leHaar
Hem
Het
U añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe el vinoDe wijn y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y loDe
Hem
Het
U dejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen cocerBakken
Koken por espacio deGedurende unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 55
Vijf min. a fuego fuerteHoog vuur, leHaar
Hem
Het
U añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe las cebollitasSjalotten francesaFrans
Franse
Française, los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons, las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte y los guisantesDe doperwten
De erwten y finalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte la nataDe room
De slagroom
Het puikje, sacamosWij halen uit
Wij/we behaalden
Wij/we behalen
Wij/we brachten naar buiten
Wij/we brengen naar buiten
Wij/we deden af
Wij/we deden uit
Wij/we doen af
Wij/we doen uit
Wij/we dwingen af
Wij/we dwongen af
Wij/we haalden
Wij/we haalden eruit
Wij/we haalden te voorschijn
Wij/we haalden uit
Wij/we haalden van
Wij/we halen
Wij/we halen eruit
Wij/we halen te voorschijn
Wij/we halen uit
Wij/we halen van
Wij/we hoosden
Wij/we hozen
Wij/we knevelden
Wij/we knevelen
Wij/we kregen uit
Wij/we krijgen uit
Wij/we ontleenden
Wij/we ontlenen
Wij/we persen af
Wij/we persten af
Wij/we putten
Wij/we scheppen
Wij/we schepten
Wij/we trekken uit
Wij/we trokken uit
Wij/we zetten af los tournedos y los ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer en una FuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput redondaGevuld
Gevulde
Rond
Ronde y cuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden leHaar
Hem
Het
U añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe la harina de maízDe maïzena
Het maïsmeel desleídaAangelengd
Gebonden
Opgelost conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken y unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 22
Twee minutosMinuten echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen por encima deAan
Boven
Over los tournedos y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
NOTAAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: Se puedeMen kan hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren conDoor
Met
Per
Samen met filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf peroDoch
Echter
Maar suHaar
Hun
Uw
Zijn tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd sería deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou behoren tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou komen uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou toebehoren
Ik zou behoren
Ik zou behoren tot
Ik zou komen uit
Ik zou toebehoren unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 3030
Dertig min de cocciónBakken
Koken.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Pimienta
RollitosRolletjes de primaveraLente
Sleutelbloem
Stengelloze primula
Stengelloze sleutelbloem
Voorjaar
Ingredientes:
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje:
100100
Honderd gr. de harinaBloem
Meel,
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!,
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie.
Para el rellenoVoor de vulling:
250 gr. de col blancaWitte kool,
11
Een puerroOerprei
Prei,
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui,
100100
Honderd gr. de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons,
200200
Tweehonderd gr. de brotes de sojaSojascheuten
Taugé
Taughé,
125 gr.. de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige,
125 gr. de carne de terneraKalfsvlees picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige,
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus,
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de vino de jerezSherry,
11
Een yema de huevoEidooier,
pimientaPeper, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout,
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!.
Preparación:
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg: EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen lentamenteLangzaam aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! a la harinaDe bloem
Het meel removiendoRoerend
Verwijderend siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el aceiteDe olie
De olijfolie y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, amasarDeeg kneden
Kneden. TaparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen el recipienteDe bak
De kom
De pot
De pul
De schaal
De vaas y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg repose(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust
Ik laat rusten
Ik rust
Laat u rusten!
Rust u! por espacio deGedurende 11
Een/22
Twee horaTijd
Uur.
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen y cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren la colDe kool
De wilde kool y el puerroDe oerprei
De prei y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen en un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef. CortarlosSnijd ze en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen y cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui en cuadritosVierkantjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne. LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen y cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons en láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes. EscurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart los brotes de sojaDe sojascheuten
De taugé
De taughé. CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la carneHet vlees. FreírBakken
Braden
Frituren
Fruiten unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 55
Vijf minutosMinuten, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen las tirasDe banden
De reepjes
De repen
De strepen
De stroken
De wapenbalken de colKool
Wilde kool y de puerroOerprei
Prei, incorporarInbouwen
Toevoegen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui. FreírBakken
Braden
Frituren
Fruiten por espacio deGedurende 55
Vijf minutosMinuten. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons y los brotes de sojaDe sojascheuten
De taugé
De taughé, cocerBakken
Koken 33
Drie minutosMinuten. másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. VerterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop y el jerezDe sherry. EspolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper. UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! eEn incorporarInbouwen
Toevoegen 11
Een/88
Acht de pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje. RepartirlaVerdelen dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van que cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan! la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan y cuajeDoet u stollen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet stollen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat dik worden
Ik doe stollen
Ik laat dik worden
Laat u dik worden!
Stolt a fuego suaveKlein vuur. DarleGeef het la vueltaDe aswenteling
De draai
De draaiing
De keer
De omloop
De omwenteling
De rondrit
De rotatie
De terugkeer
De terugreis
De toer
De wending
De wenteling
De wieling
De zwenk
De zwenking y repetirHerhalen
Nazeggen
Nog eens zeggen la operaciónDe bewerking
De ingreep
De operatie
Het opereren conDoor
Met
Per
Samen met las restantesOverig
Overige
Verder
Verdere crepasPannenkoeken. RepartirBezorgen
Distribueren
Ronddelen
Rondgeven
Uitdelen
Uitreiken
Verdelen el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las 88
Acht crepasPannenkoeken, enrollarlasRol ze, untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren los bordesDe banden
De boorden
De kanten
De randen
De rands
De zomen conDoor
Met
Per
Samen met yemaBot
Eidooier
Knop
Uitspruitsel y apretarlosDruk ze aan haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor dentroBinnen
Daarbinnen
Erin para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se despeguenZij stijgen op. CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan y freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten los rollitosDe rolletjes. Retirarlos y dejarlosHen laten escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Col Cuadritos Pimienta Primavera Primavera Puerro Yema de huevo
LasañaLasagne conDoor
Met
Per
Samen met champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons y quesoKaas gorgonzolaGorgonzola
Ingredientes:
PlacasAanrechten
Bakblikken
Bakplaten
Bladen
Plakken
Platen
Tablets
Tabletten de lasañaLasagne de verdurasGroenten
Groentes alNaar de
Naar het huevoEi
11
Een litroLiter de Leche enteraVolle melk
300300
Driehonderd grs de ChampiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
200200
Tweehonderd gramosGrammen de quesoKaas gorgonzolaGorgonzola ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
4040
Veertig gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter
4040
Veertig gramosGrammen de parmesanoParmesaan
Parmezaan
Parmezaans
Parmezaanse
Parmezaanse kaas ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
4040
Veertig gramosGrammen de harina de trigoTarwemeel "00"
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, Nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala al gustoNaar smaak
Preparación:
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden la bechamelDe bechamel
De bechamelsaus
De béchamelsaus
De bloemkoolsaus: derretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken la mantequillaDe boter
De roomboter, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la harinaDe bloem
Het meel y echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen la lecheDe melk mezclandoMengend
Mixend
Temperend
Vermengend
Verwarrend bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se formenZich vormen grumosKlonten
Klontjes.
AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala ralladaGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte y tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden en ebulliciónKoken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dejar deOphouden met
Stoppen met revolverOmroeren
Roeren.
SofreírFruiten en 22
Twee cucharasEetlepels
Lepels
Soeplepels de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons en rodajitasSchijfjes, salarIn het zout leggen
Inleggen
Inmaken
Pekelen
Zouten y seguir cocinandoBlijf doorkoken.
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren el gorgonzolaDe gorgonzola conDoor
Met
Per
Samen met la bechamelDe bechamel
De bechamelsaus
De béchamelsaus
De bloemkoolsaus hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs derretirloHet te smelten y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten.
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren la fuenteDe bron
De fontein
De schaal
De schotel
De welput
Het bekken
Het opdienbord con mantequillaMet boter y verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak delgadaDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere de salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop y parmesanoParmesaan
Parmezaan
Parmezaans
Parmezaanse
Parmezaanse kaas.
CubrirlaBedek het conDoor
Met
Per
Samen met tres3
Drie hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de LasañaLasagne crudasBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige. SeguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten alternandoAfgewisseld
Afwisselend
Alternerend el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen y la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs terminarAfhandelen
Aflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen conDoor
Met
Per
Samen met una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik! de salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop, bechamelBechamel
Bechamelsaus
Béchamelsaus
Bloemkoolsaus y parmesanoParmesaan
Parmezaan
Parmezaans
Parmezaanse
Parmezaanse kaas.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten la fuenteDe bron
De fontein
De schaal
De schotel
De welput
Het bekken
Het opdienbord en el hornoDe kachel
De oven 2020
Twintig minutosMinuten a 200200
Tweehonderd/220 °C.
Dejar que reposenLaat ze rusten 1010
Tien minutosMinuten antes deAlvorens te
Voor servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ganarBehalen
Verdienen
Winnen tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de lasañaLasagne se puedenMen kan hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden antes deAlvorens te
Voor rellenarlasZe vullen.
CocerlasKoken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend saladaGepekeld
Gezouten
Hartig
Hartige
In het zout gelegd
Ingelegd
Ingemaakt
Zilt
Zilte
Ziltig
Ziltige
Zout
Zout-
Zoutachtig
Zoutachtige
Zoute tres3
Drie minutosMinuten, enfriarlasAfkoelen sumergiéndolasOnderdompelend en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude y secarlasHen drogen apoyándolasOndersteunend en un pañoEen doek
Een laken
Een stof
Een theedoek
Een weefsel.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Nuez moscada Salar
CanelonesCanelones
Canneloni
Ingredientes: (66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
200200
Tweehonderd grs. de pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje de canelonesCanelones
Canneloni o 3030
Dertig canelonesCanelones
Canneloni
250 grs. de setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen o champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
22
Twee berenjenasAubergines
Eierplanten
22
Twee cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
150 grs. de carneVlees vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische
33
Drie huevosEieren.
5050
Vijftig grs. de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's
11
Een kg. de tomatesTomaatplanten
Tomaten
queso ralladoGeraspte kaas
ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
Preparación:
Se sofríenMen fruit bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons, las berenjenasDe aubergines
De eierplanten, las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y la carneHet vlees vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische.
Una vez sofritoEenmaal gefruit, se le añadenMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe dos2
Do's
Twee
Tweede huevos fritos, las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels, el ajoDe/het knoflook, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y un huevoEen ei crudoAardolie
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle en la trituradoraDe blender
De mixer.
ConDoor
Met
Per
Samen met estaDeze
Dit masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta resultanteResulterend, se rellenanMen vult los canelonesDe canelones
De canneloni, previamenteEerst
Vooraf hervidosGeborreld
Gekookt
Gekookte
Gesudderd
Gezied
Gezoden
Op het kookpunt geweest en agua saladaZilt water y escurridosAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen, y se cubrenBedekt men
Zij/ze beschermen zich
Zij/ze betrekken
Zij/ze dekken zich conDoor
Met
Per
Samen met salsa de tomateKetchup
Tomatensaus y queso ralladoGeraspte kaas.
Se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven hasta queTot
Totdat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart gratinadosGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd.
El rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt variarAfwisselen
Variëren
Werken segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals el gustoDe lust
De smaak
Het genoegen y el tiempoDe poos
De tijd
De weersomstandigheden
De werkwoordstijd
Het weder, pudiendoKunnend
Mogend ser deBehoren
Behoren tot
Komen uit
Toebehoren: espinacasSpinazie
Spinazies y nuecesAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten ralladasGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte; o bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart de guisantesDoperwten
Erwten, cebollaAjuin
Bloembol
Ui y huevo duroHard gekookt ei
Hardgekookt ei
Hardgekookte ei.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Almendra Cebolla Nuez Perejil Setas
LenguadoTong
Zeetong al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven conDoor
Met
Per
Samen met salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop cremosaRomig
Romige de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
Ingredientes:
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter
225 gr de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere y cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes
75 ml de CoñacCognac o brandyBrandewijn
Brandy
125 ml de tomateTomaat
Tomaatplant naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt (de lataBlikken
Uit blik)
125 ml de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
11
Een cucharaditaTheelepeltje de tomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
400400
Vierhonderd gr de lenguadoTong
Zeetong en filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime y limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere (puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt usarseGebruikelijk zijn
Gebruiken lucioSnoek, pescadillaHeek
Mooie meid
Stokvis, bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse)
4040
Veertig gr de quesoKaas emmentalEmmental ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
Preparación:
DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken dos2
Do's
Twee
Tweede cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan y saltearSauteren los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons a fuego medioMatig vuur/altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven hasta queTot
Totdat estén doradosGoudgeel zijn (7-10 minutosMinuten), incorporarInbouwen
Toevoegen el CoñacDe cognac y rehogarSauteren
Smoren (in vet) hasta queTot
Totdat se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand consumidoGeconsumeerd
Gegeten
Gesloopt
Opgebruikt
Opgegeten
Opgemaakt
Opgeteerd
Verbruikt
Verorberd
Verteerd.
ReducirBeperken
Herleiden
Inkoken
Inkrimpen
Reduceren
Réduire
Vereenvoudigen
Zetten el fuegoHet vuur alNaar de
Naar het mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, la nataDe room
De slagroom
Het puikje y el tomilloDe echte tijm
De keukentijm
De thijm
De tijm
De wintertijm, removiendoRoerend
Verwijderend constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker hasta queTot
Totdat la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop espeseBindt u!
Het wordt dik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
Maakt u dikker!
Verdikt u! (aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat 7-10 minutosMinuten), y sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
En otraAnder
Andere
Nog een
Nog één sarténBraadpan
Koekenpan
Pan saltearSauteren el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht conDoor
Met
Per
Samen met dos2
Do's
Twee
Tweede cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 22
Twee minutosMinuten por cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput, cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken conDoor
Met
Per
Samen met la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop y espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met el queso ralladoDe geraspte kaas. GratinarGratineren
Paneren en el hornoDe kachel
De oven hasta queTot
Totdat el quesoDe kaas se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand derretidoGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt.
De los siguientes palabras hay una foto:
Bacalao Cada Cada Lenguado Pimienta Tomate Tomate Tomillo
ChampiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons gratinadosGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd
Ingredientes:
Un kiloEen kilo
Een kilogram de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
250 gramosGrammen de guisantesDoperwten
Erwten
200200
Tweehonderd gramosGrammen de carne picadaGehakt
Una cebollaEen ajuin
Een bloembol
Een ui
Dos2
Do's
Twee
Tweede dientes de ajoKnoflookteentjes
Dos2
Do's
Twee
Tweede vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen de lecheMelk
Una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
Una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de harinaBloem
Meel
5050
Vijftig gramosGrammen de queso ralladoGeraspte kaas
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
Preparación:
11
Een LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons y cocerlosKoken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 2020
Twintig minutosMinuten.
22
Twee RehogarSauteren
Smoren (in vet) en el aceiteDe olie
De olijfolie el ajoDe/het knoflook y la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, incorporarInbouwen
Toevoegen la carne picadaHet gehakt, los guisantesDe doperwten
De erwten y los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
33
Drie- ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs amplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde y cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken conDoor
Met
Per
Samen met la bechamelDe bechamel
De bechamelsaus
De béchamelsaus
De bloemkoolsaus enriquecidaVerrijkt conDoor
Met
Per
Samen met queso ralladoGeraspte kaas.
44
Vier -DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van gratinarGratineren
Paneren 55
Vijf minutosMinuten y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Limón
Pavo asado relleno deGevuld met arrozRijst y champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
Ingredientes:11
Een PavoKalkoen de 55
Vijf o de 66
Zes kilosKilo's
Kilogrammen.
RellenoAanvulling
Bijvullen
Farce
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Invullen
Opvulsel
Opvullen
Opzetten
Voleinding
Vulsel
Vullen
Vulling:
22
Twee TazasBekers
Kopjes
Koppen de arrozRijst.
33
Drie/44
Vier TazaBeker
Kop
Kopje de mantequillaBoter
Roomboter.
44
Vier TazasBekers
Kopjes
Koppen de cebollaAjuin
Bloembol
Ui picaditaFijngehakt.
44
Vier TazasBekers
Kopjes
Koppen de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij picado enGenipt aan
Geproefd van porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
33
Drie/44
Vier TazaBeker
Kop
Kopje de hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij picaditas.
22
Twee TazasBekers
Kopjes
Koppen de hongosBolhoeden
Fungi
Paddenstoelen
Schimmels
Zwammen (champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons).
22
Twee CucharaditasTheelepeltjes de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
22
Twee CucharaditasTheelepeltjes de consomé de polloKip
Kippenvlees
Kuiken en polvoIn poedervorm.
SalsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop de menudencias:
11
Een PescuezoNek.
11
Een Tallo de apioSelderiestengel picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
11
Een CebollaAjuin
Bloembol
Ui pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne.
11
Een CucharaditaTheelepeltje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
66
Zes CucharaditasTheelepeltjes de harinaBloem
Meel.
22
Twee CucharaditasTheelepeltjes de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
Prepare(Hij) maakt klaar
Bereidt u toe!
Bereidt u voor!
Bereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leid op
Ik maak aan
Ik maak klaar
Leidt u op!
Maakt u aan!
Maakt u klaar! el relleno de hongosDe paddenstoelvulling conDoor
Met
Per
Samen met arrozRijst de acuerdo conIn overeenstemming met las instruccionesDe aanwijzingen
De consignes
De instructies que a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende leHaar
Hem
Het
U damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen. Prepare(Hij) maakt klaar
Bereidt u toe!
Bereidt u voor!
Bereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leid op
Ik maak aan
Ik maak klaar
Leidt u op!
Maakt u aan!
Maakt u klaar! el pavoDe kalkoen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! rellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen y sazóneloKruid het.
PrecalienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt voor
Ik verwarm voor
Verwarm voor
Verwarmt u voor! el hornoDe kachel
De oven a 163 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel (325 F).
VacíeGiet u af!
Giet u!
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Holt u uit!
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ledig
Ledigt u!
Leegt u!
Lenst u!
Licht u!
Ruimt u! el pavoDe kalkoen, retíreleHaal het weg las menudencias y pongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u! a un ladoOpzij! juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el pescuezoNek . EstosDeze
Dezen los va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken más adelanteAchteraf
Daarna
Dan
Hierna
Later
Naderhand
Vervolgens paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren una salsaEen braadjus
Een dipsaus
Een jus
Een jus (lichte, bruine)
Een salsamuziek
Een saus
Een sop de menudencias.
EnjuagueDroog af
Droogt u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Ik droog af
Ik spoel
Ik spoel af
Ik veeg
Ik wis
Ik wis af
Spoelt u af!
Spoelt u!
Veegt u!
Wist u af!
Wist u! el pavoDe kalkoen conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y escúrraloLaat het uitdruipen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. ViertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u!, ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat del rellenoVan de vulling en la cavidadDe holte
De kuil
De put
Het gat del cuelloBoord
Hals
Halsboord
Kraag
Nek. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U relleneFarceert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze farceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Vul
Vult u bij!
Vult u in!
Vult u op!
Vult u!
Zet u op! demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste. El rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen tampocoEvenmin
Ook niet debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn compactoCompact
Compacte
Dicht
Dicht opeen
Dichte ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl mientrasTerwijl el pavoDe kalkoen se estáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft cocinandoBereidend
Door te koken
Kokend el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen se va expandiendo(Het) gaat uitzetten. TraslapeBedek el pellejoDe huid
De pels
De vacht
Het dierenvel
Het vel del pescuezoNek de manera queZó dat se cierreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich la cavidadDe holte
De kuil
De put
Het gat para queOpdat
Zodat el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se salgaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekt.
ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! el pavoDe kalkoen en el asadorHet braadspit
Het grillrestaurant conDoor
Met
Per
Samen met la pechugaDe borst paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog. AlceBeurt u!
Eland
Haalt u op!
Heft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogt
Ik beur
Ik haal op
Ik hef
Ik richt op
Ik til
Ik trek omhoog
Ik verhef
Ik verhoog
Richt u op!
Tilt u!
Trekt u omhoog!
Verhef
Verheft u!
Verhoogt u! las alasDe vleugels del pavoKalkoen haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el pescuezoNek y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens dóblelasVouw ze dubbel debajo deBeneden
Onder la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje de atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug del pavoKalkoen para queOpdat
Zodat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn en suHaar
Hun
Uw
Zijn lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node, asegureAssureert u!
Betuigt u!
Bevestig
Bevestigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vast
Ik assureer
Ik betuig
Ik bevestig
Ik maak vast
Ik stel veilig
Ik verstevig
Ik verzeker
Ik zet vast
Maakt u vast!
Stelt u veilig!
Verstevigt u!
Verzekert u!
Zet u vast! el pellejoDe huid
De pels
De vacht
Het dierenvel
Het vel del pescuezoNek a la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje de atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug del pavoKalkoen conDoor
Met
Per
Samen met uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één o dos2
Do's
Twee
Tweede pinchosBrochettes
Canapés
Hapjes
Loogkruiden
Spiesen
Stekels
Tapa's
Tapas, o cósaloNaai het dicht conDoor
Met
Per
Samen met hiloDraad
Garen
Hilo
Hyllus
Ik span
Ik spin y agujaGeep
Naald
Spoorwissel
Wissel.
ConDoor
Met
Per
Samen met una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel relleneFarceert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze farceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Vul
Vult u bij!
Vult u in!
Vult u op!
Vult u!
Zet u op! el pavoDe kalkoen por la cavidadDe holte
De kuil
De put
Het gat del cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf. (el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere se horneaMen bakt en un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm engrasadoBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette
Smering duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste 4040
Veertig minutosMinuten de cocciónBakken
Koken.) CierreAfsluiten
Afsluiting
Dichtdoen
Dichtgaan
Dichtmaken
Doet u dicht!
Doet u op slot!
Doet u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Ik doe dicht
Ik doe op slot
Ik doe toe
Ik maak dicht
Ik sluit
Ik sluit af
Maakt u dicht!
Slot
Sluit u af!
Sluit u!
Sluiten
Sluiting
Toedoen la cavidadDe holte
De kuil
De put
Het gat trasplantandoAanbrengend
Overplantend
Overpotend
Transplanterend
Verplaatsend
Verplantend
Verpotend
Verspenend el pellejoDe huid
De pels
De vacht
Het dierenvel
Het vel sobre laOp de
Op het aberturaBeginnen
Gaping
Graveren
Opendoen
Openen
Opening
Openmaken. UtiliceBenut u!
Gebruik
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt te baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt aan
Ik benut
Ik gebruik
Ik neem te baat
Ik neem waar
Ik pas toe
Ik wend aan
Neemt u te baat!
Neemt u waar!
Past u toe!
Wendt u aan! un pinchoEen brochette
Een canapé
Een hapje
Een loogkruid
Een spies
Een stalen pen
Een stekel
Een stekend loogkruid
Een tapa paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen la cavidadDe holte
De kuil
De put
Het gat siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node. AmarreBind vast
Bindt u vast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Ik bind vast
Ik leg aan
Ik maak vast
Legt u aan!
Maakt u vast! las patasDe poten
De voeten y la colaDe file
De kleefstof
De lijm
De paardenstaart
De reeks
De rij
De sleep
De slip
De staart
De wachtrij
De/het jaspand
Het gelid
Het kleefmiddel del pavoKalkoen conDoor
Met
Per
Samen met un cordelEen koordje
Een touwtje. BarniceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernist
Ik vernis
Vernis
Vernist u! el pellejoDe huid
De pels
De vacht
Het dierenvel
Het vel conDoor
Met
Per
Samen met aceite de ensaladaAceite vegetal..
IntroduzcaBrengt u aan!
Brengt u in!
Doet u in!
Dringt u binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze introduceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Ik breng aan
Ik breng in
Ik doe in
Ik dring binnen
Ik introduceer
Ik laat binnen
Ik leid in
Ik schuif in
Ik steek in
Ik voer binnen
Ik voer in
Ik vul in
Introduceert u!
Laat u binnen!
Leidt u in!
Schuift u in!
Steekt u in!
Voer in
Voert u binnen!
Voert u in!
Vult u in! un termómetroEen thermometer
Een warmtemeter de carneVlees en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden del musloBout
Bovenbeen
Dij peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank permita(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u! que el termómetroDe thermometer
De warmtemeter toqueAanraking
Aanslag
Beroert u!
Bespeelt u!
Gaat u over!
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit aan
Ik beroer
Ik bespeel
Ik ga
Ik ga over
Ik klep
Ik klink
Ik kom aan
Ik raak
Ik raak aan
Ik roer aan
Ik sla
Ik sla aan
Ik speel
Ik speel voor
Ik toucheer
Ik voer uit
Ik zit aan
Klept u!
Klinkt u!
Komt u aan!
Raakt u aan!
Raakt u!
Roert u aan!
Slaat u aan!
Slaat u!
Speelt u voor!
Speelt u!
Toucheert u!
Vleugje
Voert u uit!
Zit u aan! el huesoDe graat
De kern
De knok
De schonk
Het been
Het bot. ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! el pavoDe kalkoen, conDoor
Met
Per
Samen met la pechugaDe borst paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog sobre unaOp een parrillaBraadrooster
Grill
Grillrooster en un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! asarBraden
Branden
Roosteren. ÁseloBraad het de 44
Vier, 33
Drie/44
Vier a 55
Vijf, 11
Een/44
Vier horasTijden
Uren. DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens la últimaAchterste
Jongstleden
Laatste horaTijd
Uur de cocciónBakken
Koken puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven comprobandoBevindend
Bewijzend
Constaterend
Controlerend
Nagaand
Vaststellend
Verifiërend siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! cocinadoBereid
Gekookt
Gekookte o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer el pavoDe kalkoen esté dorado(Het) is goudbruin
Goudgeel is, cúbraloBedek het conDoor
Met
Per
Samen met papel aluminioAlufolie, como siAlsof formara(Het) vormde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormde
Ik formeerde
Ik ging aan
Ik paradeerde
Ik praalde
Ik prijkte
Ik pronkte
Ik vormde una "carpaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoffelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiedt
Ik schoffel
Ik wied
Karper
Schoffelt u!
Tent
Wiedt u!". EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind aluminioAluminium
E173
Lichtmetaal se leHaar
Hem
Het
U retiraHaal uit!
Haal weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Trek in!
Trek terug!
Verwijder! duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste minutosMinuten de cocciónBakken
Koken y conDoor
Met
Per
Samen met una brochaEen kogelbloem
Een kwast se barnizaMen vernist el pavoDe kalkoen conDoor
Met
Per
Samen met la grasaDe/het smeer
Het vet que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is soltadoLosgelaten
Losgemaakt. De esta maneraZo el pavoDe kalkoen quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven conDoor
Met
Per
Samen met un colorEen kleur brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer el termómetroDe thermometer
De warmtemeter alcance(Het) bereikt
Achterhaalt u!
Behaalt u!
Bereik
Bereikt u!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
Maakt u buit!
Reikt u tot!
Reikwijdte
Verkrijgt u!
Verwerft u! una temperaturaEen temperatuur de 82 a 85 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel (180 a 185 F.) y la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus gruesaCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige de la pataDe poot
De voet esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele (paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! comprobarBevinden
Bewijzen
Constateren
Controleren
Nagaan
Proberen
Vaststellen
Verifiëren pellízquelaKnijp erin conDoor
Met
Per
Samen met los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers utilizandoAanwendend
Benuttend
Gebruikend
Met behulp van
Te baat nemend
Toepassend
Waarnemend un papel toallaEen keukenrol paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quemarseAanbranden
Branden
Doorbranden
Verbranden
Zich branden), el pavoDe kalkoen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! listoBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge. ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! el pavoDe kalkoen en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs y déjeloLaat estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 2020
Twintig minutosMinuten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen cortarloSnijd
Snijden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fácilmenteAllicht
Gemakkelijk
Makkelijk
Met gemak.
Relleno de hongosPaddenstoelvulling y arrozRijst:
CocineBereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Ik bereid
Ik kook
Kook
Kookt u! dos2
Do's
Twee
Tweede tazasBekers
Kopjes
Koppen de arrozRijst. MientrasTerwijl el arrozDe rijst se estáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft cocinandoBereidend
Door te koken
Kokend, en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak medianaDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Grote keu
Mediaan
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijn y a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius), derritaDoet u smelten!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet smelten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vloeibaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Ik doe smelten
Ik maak vloeibaar
Ik smelt
Ik versmelt
Maakt u vloeibaar!
Smelt
Smelt u!
Versmelt u! la mantequillaDe boter
De roomboter y cocineBereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Ik bereid
Ik kook
Kook
Kookt u! la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui picaditaFijngehakt, el apioDe bladselderij
De bleekselder
De bleekselderij
De eppe
De groene selderij
De knolselderij
De selder
De selderie
De selderij
De snijselderij
De struikselderij
De wilde selderie
De wilde selderij
De witte selderij
Het juffrouwmerk
Het selderiezaad
Het selderijzaad picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij picaditas. CocíneseKook hasta queTot
Totdat el apioDe bladselderij
De bleekselder
De bleekselderij
De eppe
De groene selderij
De knolselderij
De selder
De selderie
De selderij
De snijselderij
De struikselderij
De wilde selderie
De wilde selderij
De witte selderij
Het juffrouwmerk
Het selderiezaad
Het selderijzaad esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! tiernoGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte, aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat 1515
Vijftien minutosMinuten, revolviendoOmroerend
Roerend frecuentementeDikwijls
Vaak
Veelvuldig. MezcleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Ik meng
Ik mix
Ik temper
Ik vermeng
Ik verwar
Meng
Mengt u!
Mixt u!
Tempert u!
Vermengt u!
Verwart u! conDoor
Met
Per
Samen met el arrozDe rijst los hongosDe bolhoeden
De fungi
De paddenstoelen
De schimmels
De zwammen (champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons), la salHet zout y el consoméDe bouillon
De consomé
De consommé en polvoIn poedervorm.
SalsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop de menudencias:
MientrasTerwijl el pavoDe kalkoen se estáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft cocinandoBereidend
Door te koken
Kokend, en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne a fuego fuerteHoog vuur, cocineBereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Ik bereid
Ik kook
Kook
Kookt u! las menudencias que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is reservadoBesproken
Besteld
Geboekt
Gereserveerd
Gereserveerde
Ingetekend
Opengehouden
Vrijgehouden
Weggezet
Weggezette, el pescuezoNek, el tallo de apioDe selderiestengel picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige la cucharaditaHet theelepeltje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y suficienteVoldoende aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! llenarAanvullen
Bijwerken
Completeren
Dempen
Invullen
Spekken
Stoppen
Vol maken
Voleinden
Volmaken
Volschenken
Vullen 22
Twee/33
Drie de la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat. DejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! que hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u!. Reduzca(Het) indikt
Beperkt u!
Herleidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krimpt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reduceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereenvoudigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Ik beperk
Ik herleid
Ik kook in
Ik krimp in
Ik reduceer
Ik vereenvoudig
Ik zet
Kookt u in!
Krimpt u in!
Reduceert u!
Vereenvoudigt u!
Zet u! el fuegoHet vuur a bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware, tape(Het) bedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Dicht u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Ik bedek
Ik beleg
Ik dek
Ik dek toe
Ik dicht
Ik maak dicht
Ik stop
Ik stop toe
Ik stop vol
Ik verstop
Maakt u dicht!
Stopt u toe!
Stopt u vol!
Stopt u!
Verstopt u! la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat y cocíneseKook a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur o hasta queTot
Totdat los menudosDe pens
De pens (maag)
De pensen estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte.
EscúrralosLaat ze afdruipen y reserveBespreekt u!
Bestelt u!
Boekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Houdt u open!
Houdt u vrij!
Ik bespreek
Ik bestel
Ik boek
Ik houd open
Ik houd vrij
Ik reserveer
Ik teken in
Ik zet weg
Reserveert u!
Tekent u in!
Zet apart
Zet u weg! el pescuezoNek, echeBegint u handel te
drijven met!
Gooi
Gooit u erop!
Gooit u!
Heeft u aandeel in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet buiten de
deur
Ik begin handel te
drijven met
Ik gooi
Ik gooi erop
Ik heb aandeel in
Ik jaag weg
Ik keil
Ik kondig aan
Ik krijg
Ik laat aan het
lot over
Ik leg op
Ik maak bekend
Ik maak vast
Ik neem
Ik schat
Ik schenk in
Ik sla uit
Ik smijt
Ik speel een partijtje
Ik speel uit
Ik spreek uit
Ik stort
Ik strooi
Ik stuur weg
Ik tank
Ik treed op in
Ik uit
Ik voeg toe
Ik voer op
Ik wed
Ik wedijver
Ik werp
Ik zeg
Ik zend weg
Ik zet buiten de
deur
Jaagt u weg!
Keilt u!
Kondigt u aan!
Krijgt u!
Laat u aan het
lot over!
Legt u op!
Maakt u bekend!
Maakt u vast!
Neemt u!
Schat u!
Schenkt u in!
Slaat u uit!
Smijt u!
Speelt u een partijtje!
Speelt u uit!
Spreekt u uit!
Stort u!
Strooit u!
Stuurt u weg!
Tankt u!
Treedt u op in!
Uit u!
Voegt u toe!
Voert u op!
Wedijvert u!
Wedt u!
Werpt u!
Zegt u!
Zendt u weg!
Zet u buiten de
deur! los huesosDe beenderen
De benen
De botten
De graten
De kernen
De knokken
De pitten
De schonken; corteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren la carneHet vlees del pescuezoNek y los menudosDe pens
De pens (maag)
De pensen en porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen. DéjeloLaat estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten a un ladoOpzij!.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer el pavoDe kalkoen esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! cocinadoBereid
Gekookt
Gekookte, retireHaal weg
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik haal uit
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder
Trekt u in!
Trekt u terug!
Verwijdert u! la parrillaDe grill
Het braadrooster
Het grillrooster y el pavoDe kalkoen del moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm. ViertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u! la grasaDe/het smeer
Het vet y los jugosDe dipsausen
De dipsauzen
De sappen
De sausen
De sauzen
De vleessauzen que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is soltadoLosgelaten
Losgemaakt el pavoDe kalkoen en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat medianoDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-.
DéjeloLaat estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen la grasaDe/het smeer
Het vet del jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus de la carneHet vlees. ConDoor
Met
Per
Samen met una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel, retireHaal weg
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik haal uit
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder
Trekt u in!
Trekt u terug!
Verwijdert u! 66
Zes cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de la grasaDe/het smeer
Het vet y viértalasGiet erover en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne. RetireHaal weg
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik haal uit
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder
Trekt u in!
Trekt u terug!
Verwijdert u! el restoDe rest
De stomp
De stronk de la grasaDe/het smeer
Het vet y tírelaGooi het weg.
VacíeGiet u af!
Giet u!
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Holt u uit!
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ledig
Ledigt u!
Leegt u!
Lenst u!
Licht u!
Ruimt u! el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat de las menudencias en el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin asóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roosterde
Werd gebraden el pavoDe kalkoen. ConDoor
Met
Per
Samen met un tenedorEen dol
Een vork revuelvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Ik roer
Ik roer om
Roer
Roert u om!
Roert u! el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat en el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen los pedacitosStukjes doradosAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakrelen
Plevieren
Pluvieren
Verguld
Vergulde que hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn quedadoAfgesproken
Gebleven
Gepast
Gestaan
Geweest
Geworden
In een bepaalde toestand
geraakt en élDaaraan
Erin. AgrégueleVoeg het toe estoDeze
Dit alNaar de
Naar het recipienteBak
Kom
Pot
Pul
Schaal
Vaas
Vat dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus del pavoKalkoen, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs medirAfmeten
Meten
Opmeten
Opnemen
Uitmeten 44
Vier tazasBekers
Kopjes
Koppen (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node leHaar
Hem
Het
U puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!). VacíeloLedig het en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak. A la grasaDe/het smeer
Het vet que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast en la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, auménteleVoeg eraan toe las 66
Zes cucharaditasTheelepeltjes de harinaBloem
Meel y las 22
Twee cucharaditasTheelepeltjes de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
GradualmenteGeleidelijk viértaloGiet het en la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast los jugosDe dipsausen
De dipsauzen
De sappen
De sausen
De sauzen
De vleessauzen. CocíneloKook het, revolviendoOmroerend
Roerend constantementeBestendig
Constant
Positief
Volhardend
Voortdurend
Zeker, hasta queTot
Totdat la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik!. AgrégueleVoeg het toe las menudencias y la carneHet vlees del pescuezoNek y vuelva aGaat u terug naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug naar
Ik ga terug naar
Ik keer terug naar
Ik kom terug naar
Keert u terug naar!
Komt u terug naar!
Weer cocinarloBakken hasta queTot
Totdat todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Apio Apio Arroz Cebolla Pollo
EnsaladaSalade
Slaatje de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons provenzalProvençaals
Provençaalse
Uit de provence
Ingredientes:22
Twee LatasBlikjes
Blikken
Bussen
Jij/je klopt
Latten
Trommels
Trommeltjes de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons.
11
Een Diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook.
PerejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
11
Een Pocillo de aceite de olivaOlijfolie.
11
Een CucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de vinagre de vinoWijnazijn,
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
Preparación:
PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finamenteFijn
Keurig el ajoDe/het knoflook y el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, mezclarlosMengen conDoor
Met
Per
Samen met el aceiteDe olie
De olijfolie, vinagreAzijn
Edik, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal y aliñarlosZe marineren conDoor
Met
Per
Samen met la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere.
De los siguientes palabras hay una foto:
Perejil Pimienta
Peceto conDoor
Met
Per
Samen met especiasKruiden
Kruiderijen
Specerijen
Ingredientes:11
Een Peceto
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
pimientaPeper
11
Een cucharaditaTheelepeltje de pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
½ kg. de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
200g. de crema de lecheRoom van melk
11
Een cucharaditaTheelepeltje de curryCurry
Kerrie
½ cucharaditaTheelepeltje de cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn
50g. de mantecaReuzel
Spek
Preparación:
DorarAanbraden
Doreren el Peceto en mantecaReuzel
Spek; agregarBijmengen
Toevoegen salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper, pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper, cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn, curryCurry
Kerrie y 22
Twee vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, taparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen y cocinarBereiden
Koken a fuego moderadoMatig vuur ¾ de horaTijd
Uur aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo agregarBijmengen
Toevoegen los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons y cocinarBereiden
Koken 1515
Vijftien minutosMinuten masDoch
Echter
Maar
Plus. Por últimoTenslotte agregarBijmengen
Toevoegen la cremaDe custard
De room
De vla
Het deelteken
Het puikje
Het trema y cocinarBereiden
Koken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren el Peceto en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven y acomodarAanpassen
Accommoderen
Adapteren
Bijleggen
Gelegen komen
Leggen
Passen
Plaatsen
Schikken
Situeren
Stationeren
Verzoenen en formaZodanig escalonadaTrapsgewijs, alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons y la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop.
NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn frescosBrutaal
Brutale
Fresco's
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koeltes
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse darles primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke un hervorEen borrelen
Een koken
Een zieden en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Especias Limón Pimentón Pimienta
EnsaladaSalade
Slaatje orientalOostelijk
Oostelijke
Oosterling
Oosters
Oosterse de polloKip
Kippenvlees
Kuiken
Ingredientes:22
Twee filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën de pechuga de polloKippenborst, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel y cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten
200200
Tweehonderd g de brotes de alubiasBonenspruiten de sojaSoja.
125 g de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons, cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
11
Een pimiento amarilloGele paprika, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te pepitasZaadjes
Zaden y cortado a dadosIn dobbelsteentjes gesneden
33
Drie cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
22
Twee zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels, cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en forma deIn de vorm van palitosStokjes
Preparación:
aliñarlaHet marineren conDoor
Met
Per
Samen met aliño chino, semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de sésamoSesam
Sesamzaad tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's y rábanoRadijs
Rammenas paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! adornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren
Preparación:
DesmenuceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rafelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkruimelt
Ik rafel uit
Ik verbrokkel
Ik verkruimel
Rafel uit
Rafelt u uit!
Verbrokkelt u!
Verkruimel
Verkruimelt u! el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken y póngaloPlaats het en un cuencoEen kom conDoor
Met
Per
Samen met los brotesDe loten
De scheuten
De spruiten
De uitlopers
De uitspruitsels de judíaBoon
Herenboon
Joods
Joodse
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon, los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons, el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper, las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte y las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels; mezcleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Ik meng
Ik mix
Ik temper
Ik vermeng
Ik verwar
Meng
Mengt u!
Mixt u!
Tempert u!
Vermengt u!
Verwart u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. ViertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u! el aliñoDe dressing sobre laOp de
Op het ensaladaSalade
Slaatje, mezcleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Ik meng
Ik mix
Ik temper
Ik vermeng
Ik verwar
Meng
Mengt u!
Mixt u!
Tempert u!
Vermengt u!
Verwart u! y pase(Het) gaat over
Brengt u door!
Gaat u langs!
Gaat u over!
Gaat u voorbij!
Gebeurt u!
Geeft u aan!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Komt u langs!
Komt u om!
Komt u verder!
Laat u door!
Overkomt u!
Passeert u!
Reikt u aan!
Steekt u over!
Verdrijft u!
Vergaat u!
Verloopt u!
Verstrijkt u! a una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn. EspolvoreeBepoeder
Bepoedert u!
Bestrooit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepoedert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrooit
Ik bepoeder
Ik bestrooi las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden de sésamoSesam
Sesamzaad por encimaBovendien
Er bovenop y decoreDecoreert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze decoreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versiert
Ik decoreer
Ik onderscheid
Ik versier
Onderscheidt u!
Versier
Versiert u! conDoor
Met
Per
Samen met floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem de rábanoRadijs
Rammenas.
SirvaBaat u!
Bedient u!
Bewijst u een dienst!
Deugt u!
Dien op
Dient u op!
Dient u!
Helpt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Ik baat
Ik bedien
Ik ben geschikt
Ik ben van dienst
Ik bewijs een dienst
Ik deug
Ik dien
Ik dien op
Ik help
Ik kaart aan
Ik serveer
Is u geschikt!
Is u van dienst!
Kaart u aan!
Serveert u! alNaar de
Naar het momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip.
De los siguientes palabras hay una foto:
Judía Pollo Rábano Sésamo
SalsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje
Ingredientes:11
Een/55
Vijf Kg de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui
22
Twee zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
11
Een/22
Twee berenjenaAubergine
Eierplant
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
11
Een trocitoStukje de vainillaVanille (síJa
Jawel
Wel
Zich, vainillaVanille, no te desesperesWordt niet ongeduldig)
AlgunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige hierbasGrassen
Kruiden (yoEgo
Ik pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer albahacaBasilicum
Baziel
Bazielkruid
Koningskruid y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de pimienta negraZwarte peper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen)
100100
Honderd ml de lecheMelk o crema de lecheRoom van melk
Preparación:
Se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten vegetalesGroeisels
Plantaardig
Plantaardige
Planten
Vegetarisch
Vegetarische en trocitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y se pasanMen passeert
Zij/ze gaan heel ver
weg in ruimtelijke zin
Zij/ze gaan te ver
in figuurlijke zin un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat por la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer reducidosBeperkt
Gereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekookte
Ingekrompen
Vereenvoudigd un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat, sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk el aguaHet water de la berenjenaDe eierplant, y la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! doraditaGoudbruin
Goudbruine se separaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Men verwijdert y se escurreDruip af!
Druip uit!
Giet af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wringt uit
Laat afdruipen
Laat uitlekken!
Wring uit! de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!.
TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en el minipimerDe staafmixer, turmix o lo queDat wat
Wat seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt que bataBadjas
Duster
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houwt u!
Ik houw
Ik klap
Ik klop
Ik mep
Ik roer
Ik roer door
Ik roer om
Ik sla
Japon
Jurk
Kamerjas
Klapt u!
Klop
Klopt u!
Mept u!
Negligé
Ochtendjas
Peignoir
Roert u door!
Roert u om!
Roert u!
Slaat u!
Toga y se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la lecheDe melk o crema de lecheRoom van melk, la vainillaDe vanille, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y la hierbaHet gras
Het kruid.
Se bateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Men klopt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle hasta queTot
Totdat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt una salsaEen braadjus
Een dipsaus
Een jus
Een jus (lichte, bruine)
Een salsamuziek
Een saus
Een sop espesitaDik y marronosaBruinig. Se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele lecheMelk comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere se quieraMen wilt, peroDoch
Echter
Maar recomiendoBeveel ik aan
Ik beveel aan
Ik raad aan
Ik recommandeer
Ik teken aan que se sirvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men opdient espesitaDik.
De los siguientes palabras hay una foto:
Albahaca Berenjena Cebolla Pimienta negra Vainilla
RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! de mamaBorst
Eet gulzig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet gulzig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt in de
schoot geworpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrokt naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft reeds vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuigt
Krijg in de schoot
geworpen!
Mam
Schrok naar binnen!
Tiet
Verwerf reeds vroeg!
Zuig! wicha
Ingredientes:11
Een kg. de champiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
Vino blancoWitte wijn
11
Een/22
Twee litroLiter de cremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla
UnasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n ramitasTakjes de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
Queso manchegoElaborado con leche de oveja de la raza manchega, debe tener una curación mínima de 60 días, dando lugar a un queso semicurado o curado, de pasta grasa prensada, firme y compacta. Las medidas y peso según la ultima regulación son: de 7 a 12 cm. De altura, de 9 a 22 cm. De diámetro y entre 1,5 y 3 kilos de peso. El queso manchego es de pasta firme, de color variable desde el blanco al marfil amarillento, pudiendo presentar ojos pequeños desigualmente repartidos. Aroma y sabor peculiares y excelentes. . al gustoNaar smaak
Preparación:
Se lavanMen wast
Zij/ze wassen zich muy bienBest
Heel goed
Prima los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons y se cuecenWorden gekookt conDoor
Met
Per
Samen met vino blancoWitte wijn, una tazaEen beker
Een kop
Een kopje o tazaBeker
Kop
Kopje y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! (hasta queTot
Totdat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart tapadosBedekt
Bedekte
Belegd
Dichtgemaakt
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Toegedekt
Toegestopt
Verstopt
Volgestopt conDoor
Met
Per
Samen met el vinoDe wijn). Se le agregaMen voegt eraan toe
Men voegt toe el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden. Ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl hirvieron(Zij) kookten
Zij/ze borrelden
Zij/ze kookten
Zij/ze sudderden
Zij/ze waren op het
kookpunt
Zij/ze ziedden
Zij/ze zoden se lesHen
Hun
U agregaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Voeg toe
Voeg toe! la cremaDe custard
De room
De vla
Het deelteken
Het puikje
Het trema y a puntoPrecies goed de servirseDienen
Gebruiken
Gelieven
Toetasten
Zich bedienen
Zichzelf inschenken
Zo goed zijn om
te se lesHen
Hun
U agregaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Voeg toe
Voeg toe! el quesoDe kaas para queOpdat
Zodat se derritaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt vloeibaar
Smelt. Se sirvenMen dient ze op
Zij/ze bedienen zich
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gelieven
Zij/ze schenken zichzelf in
Zij/ze tasten toe
Zij/ze zijn zo goed
om te comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals botanaVoorgerecht conDoor
Met
Per
Samen met rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën de pan integral doraditasGoudbruin
Goudbruine.
De los siguientes palabras hay una foto:
Perejil
ChampiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons adobadosAangemaakt
Bereid
Gelooid
Gemarineerd
Gemarineerde
Getaand
Ingelegd
Ingemaakt
Toebereid
Voorbereid
Ingredientes:ChampiñonesChampignons
Gekweekte champignons
Kastanjechampignons
Portabella's
Portobello's
Straatchampignons
AjosLoken
PimientaPeper rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie
Aceite de olivaOlijfolie
Jugo de limónCitroensap
ClavoDraadnagel
Ik sla in
Kruidnagel
Kruidnagelboom
Nagel
Spijker en polvoIn poedervorm
Salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus
OréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
Un manojoEen bosje
Een bundeltje
Een handvol
Een wis de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren y cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren los champiñonesDe champignons
De gekweekte champignons
De kastanjechampignons
De portabella's
De portobello's
De straatchampignons en láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere y ponerlosZe doen en un cuencoEen kom. SeguidamenteAanstonds
Vervolgens leHaar
Hem
Het
U añadiremosWij/we zullen aanbrengen
Wij/we zullen bijdoen
Wij/we zullen bijleggen
Wij/we zullen bijmengen
Wij/we zullen bijvoegen
Wij/we zullen toegeven
Wij/we zullen toevoegen
Zullen wij toevoegen los ajosDe loken cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie picaditoFijngehakt
Heel fijn gesneden, el aceite de olivaDe olijfolie, el zumo de limónHet citroensap, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de pimienta blancaWitte peper, pimientaPeper rojaBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie, una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de clavoDraadnagel
Ik sla in
Kruidnagel
Kruidnagelboom
Nagel
Spijker, el oréganoDe oregano
De wilde majoraan
De wilde marjolein, un chorritoEen scheutje de salsa de sojaKetjap
Shoyu
Sojasaus y una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. Se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat en adoboAanmaken
Bereiden
Blanketsel
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leg in
Ik looi
Ik maak aan
Ik maak in
Ik marineer
Ik taan
Inleggen
Inmaken
Leerlooien
Looien
Make-up
Marinade
Marineren
Pekel
Schmink
Tanen
Toebereiden
Voorbereiden 11
Een/22
Twee horaTijd
Uur, moviéndoloRoerend de tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer en tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer.
Los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el adoboDe make-up
De marinade
De pekel
De schmink
Het aanmaken
Het bereiden
Het blanketsel
Het inleggen
Het inmaken
Het leerlooien
Het looien
Het marineren
Het tanen
Het toebereiden
Het voorbereiden van(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen al gustoNaar smaak de cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen.
De los siguientes palabras hay una foto:
Clavo Orégano Perejil Pimienta Pimienta blanca Rojo