Kweeappel
Kweepeer
Kweeperengelei
(Cydonia oblongaLangwerpig
Langwerpige, Cydonia vulgaris, Pyrus cydonia)
ArbustoHeester
Struik originarioAfkomstig
Afkomstige
Geboortig
Geboortige
Herkomstig
Herkomstige
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Origineel
Originele del Asia menorAnatolië
Klein-azië cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier frutoOpbrengst
Vrucht, grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel amarillaGeel
Gele y saborSmaak ácidoZure
Zuur, se utilizaGebruikt men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt gebruik másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals conservaBehoud!
Berg!
Bespreek!
Bestel!
Bewaar!
Boek!
Conserveer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Houd open!
Houd over!
Houd vrij!
Inmaak
Onderhoud!
Reserveer!, especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral en la popularGeliefd
Geliefde
Getapt
Getapte
Populair
Populaire formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze que llamamosWij/we belden
Wij/we belden aan
Wij/we belden op
Wij/we bellen
Wij/we bellen aan
Wij/we bellen op
Wij/we benoemden
Wij/we benoemen
Wij/we heetten
Wij/we heten
Wij/we kloppen
Wij/we klopten
Wij/we luidden
Wij/we luiden
Wij/we maakten uit voor
Wij/we maken uit voor
Wij/we noemden
Wij/we noemen
Wij/we praaiden
Wij/we praaien
Wij/we riepen
Wij/we riepen aan
Wij/we riepen op
Wij/we roepen
Wij/we roepen aan
Wij/we roepen op
Wij/we schelden
Wij/we schellen
Wij/we telefoneerden
Wij/we telefoneren carne de membrilloKweepeervruchtvlees.
EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
De los siguientes palabras hay una foto:
Amarillo Membrillo
EmpanadillasBladerdeegpakketjes
Pasteitjes
Ingredientes:masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta:
11
Een/22
Twee kg de harinaBloem
Meel
55
Vijf cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele
salmueraPekel
Saumure
el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen:
11
Een/22
Twee kg de dulce de membrilloKweepeergelei
Kweepeerpasta
canelaKaneel o clavo de olorKruidnagel
Kruidnagelboom molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen
azúcarSuiker molidaGekweld
Gemalen
Vermalen o azúcar impalpablePoedersuiker
Preparación:
ConDoor
Met
Per
Samen met los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje elásticaElastisch
Elastische
Rekbaar
Rekbare
Soepel
Soepele
Veerkrachtig
Veerkrachtige que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! amasarseKneden sobre laOp de
Op het mesadaAanrecht enharinadaIn meel verpakt
Met meel bedekt
Met meel bestrooid hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! bien lisaHeel glad. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un bolloEen bolletje
Een broodje
Een kadet
Een kadetje y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen conDoor
Met
Per
Samen met un repasadorEen theedoek duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 2020
Twintig minutosMinuten. RepartirBezorgen
Distribueren
Ronddelen
Rondgeven
Uitdelen
Uitreiken
Verdelen la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg en bollosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, estirarStrekken
Uitrekken
Uitrollen (van deeg) conDoor
Met
Per
Samen met el palote dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze redondaGevuld
Gevulde
Rond
Ronde y algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. DisolverOplossen en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan el dulceDe lekkernij
De versnapering
De zoetigheid
Het snoepgoed conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! apenasAmper
Jij/je bedroeft
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs lograrBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik! y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se deseaMen wenst, perfumarAromatiseren conDoor
Met
Per
Samen met la canelaDe/het kaneel o el clavo de olorDe kruidnagel
De kruidnagelboom. DistribuirDistribueren
Rondbrengen
Verdelen sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los discosDe cd's
De discussen
De grammofoonplaten
De kiesschijven
De platen
De schijven de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta, pintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven el bordeDe band
De boord
De kant
De rand
De zoom conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y cerrarAfsluiten
Dichtdoen
Dichtmaken
Op slot doen
Sluiten
Toedoen formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend las empanadillasDe bladerdeegpakketjes
De pasteitjes. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren el repulgoZoom, distribuirDistribueren
Rondbrengen
Verdelen en una placaEen aanrecht
Een bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een fotografische plaat
Een plaat
Een plak
Een tablet y cocinarBereiden
Koken en hornoKachel
Oven calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn espolvoreadasBepoederd
Bestrooid
Bestrooide conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker molidaGekweld
Gemalen
Vermalen o azúcar impalpablePoedersuiker.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Canela Clavo de olor
Pastafrolla
Un clásicoKlassiekKlassieke
Klassikaal
Klassikale, estaDeze
Dit vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt distintoAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere.
Ingredientes:
400400
Vierhonderd grs. harina leudanteZelfrijzend bakmeel o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, 130 grs. de mantecaReuzel
Spek, 33
Drie yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels, 33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels azúcarSuiker, mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! tazaBeker
Kop
Kopje de vino blancoWitte wijn, ú oportoOporto
Porto
Portwijn, 250 grs. dulce de membrilloKweepeergelei
Kweepeerpasta y 250 grs. de batataBataat
Yamswortel
Zoete aardappel.
Preparación:
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren la mantecaDe reuzel conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker, agregarBijmengen
Toevoegen las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels, la harinaDe bloem
Het meel y el vinoDe wijn oportoOporto
Porto
Portwijn. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a derretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken a baño de MaríaAu bain marie
Au bain-marie los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid conDoor
Met
Per
Samen met algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de vino dulceZoete wijn. EstiramosWij rollen uit
Wij/we rekken uit
Wij/we rekten uit
Wij/we rolden uit (van
deeg)
Wij/we rollen uit (van
deeg)
Wij/we strekken
Wij/we strekten la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg y colocamosWij plaatsen
Wij/we belegden
Wij/we beleggen
Wij/we brachten onder
Wij/we brengen onder
Wij/we deden
Wij/we doen
Wij/we legden
Wij/we legden neer
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we plaatsen
Wij/we plaatsten
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we stelden
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we stopten
Wij/we verplaatsen
Wij/we verplaatsten
Wij/we vlijden
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten neer
Wij/we zetten uit una parteEen aandeel
Een bonk
Een brok
Een deel
Een eindje
Een gedeelte
Een homp
Een onderdeel
Een part
Een portie
Een rantsoen
Een stuk
Een stukje
Een taks
Een zijde sobre unaOp een tarteraTaartvorm de 3030
Dertig cmCentimeter
Cm
Cm.. de diámetroDiameter
Middellijn sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! ellaHaar
Ze
Zij ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer el dulceDe lekkernij
De versnapering
De zoetigheid
Het snoepgoed que debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo la decoramosWij versieren
Wij/we decoreerden
Wij/we decoreren
Wij/we onderscheidden
Wij/we onderscheiden
Wij/we versierden
Wij/we versieren conDoor
Met
Per
Samen met tiras deJij/je trekt aan 22
Twee cmCentimeter
Cm
Cm.. de anchoBrede
Breed
Breedte
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde o leHaar
Hem
Het
U damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen la decoraciónDe decoratie
De inrichting
De onderscheiding
De ridderorde
De versiering
Het decor a nuestroOns
Onze
Van ons gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt conDoor
Met
Per
Samen met floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem uOf hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Batata Batata Tartera
HuevosEieren fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit
Ingredientes:
PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
22
Twee huevosEieren por personaMens
Personage
Persoon
22
Twee lonchasPlakken de sobrasadaSobra=
(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref!
carne de membrilloKweepeervruchtvlees
Preparación:
Se preparaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich op
Men bereidt un puré de patataEen aardappelpuree espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom y mantequillaBoter
Roomboter.
Se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden los huevosDe eier
De eieren fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit.
Se pasan porMen haalt door la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan las lonchasDe plakken de sobrasadaSobra=
(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref! que quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn doraditasGoudbruin
Goudbruine.
PresentaciónAanbieden
Aanbieding
Aanmelding
Belichten
Etaleren
Indienen
Maria opdracht
Opdracht
Optreden
Presentatie
Presenteren
Schenken
Tentoonstellen
Toetreding
Uitbrengen
Uiteenzetten
Uitstallen
Uitvoering
Verschijnen
Vertonen
Voorstellen
Voorstelling: colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten una baseEen base
Een basis
Een grond
Een grondslag
Een grondvlak de puréBrij
Moes
Pap
Puree, encimaBovendien
Er bovenop el huevo fritoHet gebakken ei
Het spiegelei conDoor
Met
Per
Samen met puntillitas y sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind la sobrasadaSobra=
(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref! y en un ladoEen flank
Een kant
Een zij
Een zijde
Een zijkant el membrilloDe kwee
De kweeappel
De kweepeer
De kweeperengelei en tiritasJij/je beeft van de
kou
Jij/je bibbert
Jij/je huivert
Pleisters
Reepjes.