EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
- Apfelstrudel (Austria)
- Pan de pascua (osterbrot)
- Pan de requesón y pasas
- Strudel a la turca
- Strudel de requesón (quark)
- Strudel de ruibarbo
- Strudel de semillas de adormidera
- Chutney de mandarinas con aroma de jengibre
- Rosca danesa de mazapán
De los siguientes palabras hay una foto:
Pasas sultanas
ApfelstrudelApfelstrudel (AustriaOostenrijk)
Ingredientes:
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg:
300300
Driehonderd grs. de harinaBloem
Meel
11
Een pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel! de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
11
Een y 11
Een/22
Twee cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige (más o menosMeer of minder
Ongeveer 100100
Honderd ml, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals claseAard
Klas
Klasse
Les
Lestijd
Soort
Stand harinaBloem
Meel)
11
Een huevoEi (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se quiereMen wilt)
Para el rellenoVoor de vulling:
9090
Negentig grs. de mantequillaBoter
Roomboter
8080
Tachtig grs. de pan ralladoPaneermeel
11
Een kg. de manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken
8080
Tachtig grs. de azúcarSuiker
11
Een cucharaditaTheelepeltje de canelaKaneel
pasas sultanasRozijnen rubiasBlond
Blonde
Krappen
Meekrappen
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de ronRum (Stroh RumAguardiente austriaco destilado de caña y aromatizado con una receta de hierbas en la que destaca especialmente la canela. 80 % volumen de alcohol., ronRum austríacoOostenrijker
Oostenrijks
Oostenrijkse 8080
Tachtig% alcoholAlcohol
Alcoholische drank
Drank
Sterke drank siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se puedeMen kan obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven)
ExtraExtra:
HarinaBloem
Meel paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! trabajarArbeiden
Bewerken
Werken
PapelPapier
Rol o mantequillaBoter
Roomboter paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad del hornoKachel
Oven
HuevoEi (yemaBot
Eidooier
Knop
Uitspruitsel) o mantequillaBoter
Roomboter paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pintarloBeschilder het
Het te beschilderen
Azúcar glasPoedersuiker paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! espolvorearloBepoederen
Bestrooi het
Het te bestrooien alNaar de
Naar het servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
Preparación:
De la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg:
TamizarSelecteren
Zeven la harinaDe bloem
Het meel sobre laOp de
Op het mesa de trabajoWerktafel, haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend un huecoEen gat
Een hol
Een holte
Een kuil
Een opening
Een put
Een uitholling en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden (comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el cráterDe krater de un volcánEen vulkaan
Een vuurspuwende berg), echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind la salHet zout, el aceiteDe olie
De olijfolie (11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!), el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se usaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gebruikelijk
Wordt gebruikt) y mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals se necesiteBehoeft u!
Heeft u nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoeft u!
Ik behoef
Ik ben toe aan
Ik heb nodig
Ik hoef
Is u toe aan!
U hebt nodig, hasta queTot
Totdat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta blandaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze swingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait
Ik slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Slingert u!
Swingt u!
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
Zwaait u! de consistenciaConsistentie
Samenhang
Stevigheid
Vastheid
Verband mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!.
EnfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg amasandoDeeg knedend
Knedend y golpeándolaSlaand (echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen, tirándolaTrekkend, fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n 100100
Honderd vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen mediasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Gemiddelden
Gemiddeldes
Half
Half doorbakken
Halve
Jij/je bemiddelt
Jij/je rijmt
Kousen
Maillot
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Panty del amasadoVan het kneedsel) duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten (ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten relojHorloge
Klok
Uurwerk
Wekker) hasta queTot
Totdat se formeZich vormt una masa lisaEen glad beslag y brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende. AlNaar de
Naar het cortarlaSnijd
Snijden se le venMen ziet pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne burbujasBlaasjes
Luchtbellen
FormarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una bolaEen bal
Een bol
Een dot
Een klomp
Een klont
Een kloot
Een kluit
Een kogel
Een prop y pintarlaBeschilder het conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. DejarlaHen laten
Laten reposarLaten rusten
Rusten unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 3030
Dertig minutosMinuten tapadaBedekt
Bedekte
Belegd
Dichtgemaakt
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Toegedekt
Toegestopt
Verstopt
Volgestopt. MientrasTerwijl irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven preparandoAanmakend
Bereidend
Door te bereiden
Klaarmakend
Opleidend
Toebereidend
Voorbereidend el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen.
Sin volver aZonder weer te amasarDeeg kneden
Kneden, y sobre unBovenop een
Op een paño de cocinaTheedoek espolvoreadoBepoederd
Bestrooid
Bestrooide conDoor
Met
Per
Samen met harinaBloem
Meel (muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer poquitaBeetje) extenderlaUitrollen conDoor
Met
Per
Samen met el rodilloDe roller.
MeterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten las manosDe handen por debajo deBeneden
Onder la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg (entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg y el pañoDe theedoek
Het doek
Het laken
Het weefsel), de tal formaZó que las palmasDe palmtakken
Las palmas den(Zij) geven
Brengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Kent u toe!
Verleent u!
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen toe
Zij/ze geven
Zij/ze geven aan
Zij/ze kennen toe
Zij/ze verlenen alNaar de
Naar het pañoDoek
Laken
Stof
Theedoek
Weefsel y el reversoDe achterzijde
De ommezijde
De rug
De rugzijde
Het rugstuk de las manosDe handen a la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg (manosHanden boca abajoOp de buik) y estirarlaRol het uit conDoor
Met
Per
Samen met el reversoDe achterzijde
De ommezijde
De rug
De rugzijde
Het rugstuk de las manosDe handen poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan y en todas lasAlle direccionesAdressen
Besturingen
Directies
Koersen
Leidingen
Regies
Regieën
Richtingen, hasta queTot
Totdat seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un veloEen floers
Een sluier
Een voile de finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere (poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen leerLezen un periódicoEen courant
Een dagblad
Een krant
Een nieuwsblad a través deAan de overkant van
Door
Door ... heen
Over
Over ... heen
Overheen
Via ellaHaar
Ze
Zij). DejarlaHen laten
Laten sobre elOp de
Op het pañoDoek
Laken
Stof
Theedoek
Weefsel
El rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen:
EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen las pasasDe rozijnen en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige y lavarlasHen wassen, secarlasHen drogen y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van macerarKneden
Maceren
Macereren
Weken
Zacht maken conDoor
Met
Per
Samen met el ronDe rum hasta queTot
Totdat se necesiten(Zij) hebben nodig
Behoeft u!
Heeft u nodig!
Hoeft u!
Is u toe aan!
Zij/ze behoeven
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze hoeven
Zij/ze zijn toe aan.
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y cortarlasSnijd ze en cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen, filetearFileren (rodajitasSchijfjes finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere).
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten 33
Drie/44
Vier de la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte de mantequillaBoter
Roomboter, derretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken y tostarBraden
Branden
Brood roosteren
Bruinen
Roosteren (dorarAanbraden
Doreren) el pan ralladoHet paneermeel.
AquíAlhier
Hier seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten conDoor
Met
Per
Samen met la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg y cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! estiradaGestrekt
Uitgerekt
Uitgerold (van deeg)
Uitgestrekt del todoGeheel seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten conDoor
Met
Per
Samen met el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen.
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren la canelaDe/het kaneel conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker y agregarBijmengen
Toevoegen mezclandoMengend
Mixend
Temperend
Vermengend
Verwarrend a las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken.
Añadir aToevoegen aan las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken las pasasDe rozijnen.
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde del pan ralladoPaneermeel tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde conDoor
Met
Per
Samen met las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken/pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen/azúcarSuiker/canelaKaneel.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer ácidasZure
Zuur agregarBijmengen
Toevoegen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus azúcarSuiker.
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren el rolloDe rol
De rollade
De toestand
Het gedoe
Het gezeur
Het rond broodje o strudel:
DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken el 11
Een/44
Vier de mantequillaBoter
Roomboter que nos quedaWij over hebben en el fuegoHet vuur, dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten esta mezclaDit mengsel de las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken encima deAan
Boven op
Bovenop
Op un ladoEen flank
Een kant
Een zij
Een zijde
Een zijkant (sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! 11
Een/33
Drie) de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg, quedandoAfsprekend
Blijvend
In een bepaalde toestand
rakend
Overhoudend
Passend
Staand
Zijnd 22
Twee/33
Drie libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde y estosDeze
Dezen pintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt.
DoblarBuigen
Doorbuigen
Dubbelvouwen
Krombuigen
Krommen
Nasynchroniseren
Ombuigen
Omvouwen
Plooien
Verbuigen
Vouwen los bordesDe banden
De boorden
De kanten
De randen
De rands
De zomen (derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse eEn izquierdaLinker-
Linkerkant
Links
Linkse) de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg sobre laOp de
Op het mezclaArtsenijmengsel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Melange
Meng!
Mengeling
Mengelmoes
Mengen
Mengsel
Mix
Mix!
Mixen
Mixtuur
Temper!
Temperen
Vermeng!
Vermengen
Vermenging
Verwar!
Verwarren de las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y enrollarHullen
Inwikkelen
Omhullen
Oprollen
Rollen
Strengelen
Toestoppen
Wikkelen
Winden
Woelen conDoor
Met
Per
Samen met ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat del paño de cocinaTheedoek, al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens se van doblandoGaat men vouwen los bordesDe banden
De boorden
De kanten
De randen
De rands
De zomen de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor dentroBinnen
Daarbinnen
Erin (comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend un paqueteEen pakje
Een pakket).
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten sobre unaOp een fuenteBekken
Bron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput de hornoKachel
Oven (engrasadaBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette o conDoor
Met
Per
Samen met papelPapier
Rol) y pintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven conDoor
Met
Per
Samen met huevoEi (la yemaDe bot
De eidooier
De knop
Het uitspruitsel) o con mantequillaMet boter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt.
MeterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde 180 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen una media horaEen halfuur (mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien de vez en cuandoAf en toe
Bijwijlen
Van tijd tot tijd, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn más o menosMeer of minder
Ongeveer).
SacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken y espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met azúcar glasPoedersuiker. Se puedeMen kan servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! o fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude conDoor
Met
Per
Samen met o sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te salsa de vainillaVanillesaus
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Canela Pasas sultanas Reloj
PanBrood
Mik
Pan de pascuaKerstster
Pasen
Poinsettia (osterbrot)
Ingredientes:
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el amasijoHet beslag:
44
Vier tazasBekers
Kopjes
Koppen de lecheMelk
11
Een limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon (sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te tratarAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen químicamenteChemisch)
200200
Tweehonderd grs. de limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon confitadoGekonfijt
Gekonfijte
Ingelegd
Ingemaakt cortado enGesneden in trocitosStukjes (yoEgo
Ik algunas vecesBijwijlen usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel)
300300
Driehonderd grs. de pasas sultanasRozijnen blancasBlank
Blanke
Wit
Witte
100100
Honderd grs. de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels molidasGekweld
Gemalen
Vermalen
11
Een copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
Wijnglas de ronRum negroNeger
Zwart
Zwarte
11
Een kg. de harinaBloem
Meel
5050
Vijftig grs. de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem
200200
Tweehonderd grs. de mantequillaBoter
Roomboter
100100
Honderd grs. de azúcarSuiker
22
Twee huevosEieren
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de postreDessert
Nagerecht
Toespijs
Toetje, rasaAfgestreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt af
Strijk af! de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren y espolvorearBepoederen
Bestrooien al finalTenslotte:
100100
Honderd grs. de mantequillaBoter
Roomboter
100100
Honderd grs. de azúcarSuiker
11
Een sobrecitoEnvelopje de azúcar de vainillaVanillesuiker
UtensiliosGebruiksvoorwerpen:
OllaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
ralladorRasp
bandejaBakblik
Bakplaat
Blad
Dienblad
Presenteerblad
Schenkblad
Theeblad del hornoKachel
Oven
cartón onduladoGolfkarton paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad del hornoKachel
Oven
papelPapier
Rol de hornoKachel
Oven
tamizZeef o coladorFilter
Vergiet
Zeef
Preparación:
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen la lecheDe melk
RallarRaspen la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel del limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
RemojarWeken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 3030
Dertig minutosMinuten: el limónDe citroen
De limoen
Het citroenblad confitadoGekonfijt
Gekonfijte
Ingelegd
Ingemaakt, las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels y las pasasDe rozijnen conDoor
Met
Per
Samen met el ronDe rum.
CubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad del hornoKachel
Oven conDoor
Met
Per
Samen met el cartónHet bordpapier
Het karton (para queOpdat
Zodat el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds de los panesDe broden
De mikken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se pongaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt negroNeger
Zwart
Zwarte) ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten encimaBovendien
Er bovenop del cartónBordpapier
Karton el papelDe rol
Het papier de hornoKachel
Oven (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit pergaminoPerkament mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever engrasadoBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette
Smering)
TamizarSelecteren
Zeven la harinaDe bloem
Het meel dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat, practicándoleEr aanbrengend un huecoEen gat
Een hol
Een holte
Een kuil
Een opening
Een put
Een uitholling en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden, esparcirBestrooien
Uitspreiden
Verdelen la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel en el huecoDe holte
De kuil
De opening
De put
De uitholling
Het gat y disolverlaOplossen conDoor
Met
Per
Samen met la leche calienteDe warme melk (TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedeMen kan disolverOplossen en la tazaDe beker
De kop
Het kopje y echarlaEraan toevoegen
Toevoegen en el huecoDe holte
De kuil
De opening
De put
De uitholling
Het gat)
EsparcirBestrooien
Uitspreiden
Verdelen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de la harinaDe bloem
Het meel de los alrededoresEromheen sobre elOp de
Op het huecoDenkbeeldig
Denkbeeldige
Fantasierijk
Fantasierijke
Fantastisch
Fantastische
Gat
Hersenschimmig
Hersenschimmige
Hol
Holte
Holle
Ideëel
Ideële
Ijdel
Ijdele
Imaginair
Imaginaire
Ingebeeld
Ingebeelde
Ingevallen
Kuil
Opening
Put
Uitholling
Verdicht
Verdichte
Verwaand
Verwaande comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals tapándoloHet bedekkend y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van crecerAangroeien
Aanwassen
Aarden
Gedijen
Groeien
Tieren
Toenemen
Wassen (mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen conDoor
Met
Per
Samen met un pañoEen doek
Een laken
Een stof
Een theedoek
Een weefsel) duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
FundirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken la mantequillaDe boter
De roomboter y mezclarlaHet mengen
Mengen conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker, los huevosDe eier
De eieren, la salHet zout y la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel de limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon ralladaGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte.
En cuantoZodra que la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak del amasijoBeslag
Kneedsel se agrieteHet gaat barsten, entremezclarDooreen mengen
Vermengen la mantequillaDe boter
De roomboter, azúcarSuiker, etcEnzovoorts, (antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid) y amasarloKneden todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta compactaCompact
Compacte
Dicht
Dicht opeen
Dichte y homogéneaGelijksoortig
Gelijksoortige
Homogeen
Homogene. La masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! de soltarseBeginnen te
De vrijheid hernemen
Losbreken
Loslaten
Losraken
Ongedwongen optreden
Tevoorschijn springen
Vaak afgaan
Vallen
Vlotheid krijgen in de
uitvoering en afdoening van zaken
Zich vrijmaken
Zijn bescheidenheid afleggen
Zijn gevoeg doen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart del recipienteBak
Kom
Pot
Pul
Schaal
Vaas
Vat y presentarAanbieden
Belichten
Etaleren
Indienen
Presenteren
Schenken
Tentoonstellen
Uitbrengen
Uiteenzetten
Uitstallen
Vertonen
Voorstellen una superficieEen buitenzijde
Een oppervlak
Een oppervlakte
Een vlak lisaDiklipharder
Effen
Gelijk
Gelijke
Glad
Gladde
Goudharder
Grootkopharder
Harder
Sluik
Sluike
Stijl
Stijle
Vlak
Vlakke
Vlot
Vlotte
Zeewolf
Zonder moeilijkheden.DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten de 1010
Tien a 1515
Vijftien minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el amasijoHet beslag encima deAan
Boven op
Bovenop
Op la mesa de trabajoDe werktafel enharinadaIn meel verpakt
Met meel bedekt
Met meel bestrooid y entremezclarleDooreen mengen la frutaDe vrucht
Het fruit
Het vruchtenprodukt/almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels remojadasGeweekt
Geweekte. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van descansarBegraven liggen
Laten rusten
Ontspannen
Pauzeren
Rusten
Slapen
Uitrusten otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één 1010
Tien a 1515
Vijftien minutosMinuten.
PartirAfbreken
Delen
Op weg gaan
Opsplitsen
Opstappen
Splitsen
Starten
Tijgen
Verdelen
Vertrekken
Weggaan el amasijoHet beslag en dos2
Do's
Twee
Tweede partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes y formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen dos2
Do's
Twee
Tweede panesBroden
Mikken redondosGevuld
Gevulde
Rond
Ronde. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten estosDeze
Dezen encima deAan
Boven op
Bovenop
Op la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad del hornoKachel
Oven preparadaAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid, cubrirlosBedek ze conDoor
Met
Per
Samen met un paño de cocinaEen theedoek y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van reposarLaten rusten
Rusten otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één 1010
Tien a 1515
Vijftien minutosMinuten.
PrecalentarVoorverwarmen el hornoDe kachel
De oven a 220 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen C.
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un corteEen coupon
Een scherp van een
mes
Een snee
Een snit en forma deIn de vorm van cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje en la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak de cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes panBrood
Mik
Pan y cocerlosKoken en el hornoDe kachel
De oven duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 4040
Veertig ó 5050
Vijftig minutosMinuten.
FundirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken la mantequillaDe boter
De roomboter y pintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven con ellaDaarmee los panesDe broden
De mikken yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren el azúcarDe suiker conDoor
Met
Per
Samen met el azúcar de vainillaDe vanillesuiker y espolvorearBepoederen
Bestrooien enseguidaAanstonds
Direct
Komt eraan
Meteen
Onmiddellijk encima deAan
Boven op
Bovenop
Op los panesDe broden
De mikken.
ConsejoAdvies
Raad
Raadgeving: aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al los panesDe broden
De mikken se veanMen ziet
Zij/ze bezoeken elkaar
Zij/ze blijken
Zij/ze laten zich zien
Zij/ze ontmoeten elkaar
Zij/ze zijn duidelijk yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren la pruebaDe adstructie
De test
De toets
Het aanpassen
Het aantonen
Het adstrueren
Het beproeven
Het bewijs
Het bewijzen
Het bezoeken
Het onderzoek
Het passen
Het proberen
Het staven
Het teken
Het toetsen
Het uitproberen
Het uitwijzen
Het waarmaken de la agujaDe geep
De naald de ganchoHaak, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! determinarBepalen
Determineren
Nauwkeurig bepalen siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals realmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn en su puntoMedium gebakken exactoAccuraat
Accurate
Exact
Exacte
Getrouw
Getrouwe
Goed
Goede
Goeie
Juist
Juiste
Nauwgezet
Nauwgezette
Nauwkeurig
Nauwkeurige
Precies
Prompt
Prompte
Punctueel
Punctuele
Recht
Rechte
Stipt
Stipte
Trouw
Trouwe
Zorgvuldig
Zorgvuldige.
HaciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend referenciaReferentie
Verwijzing alNaar de
Naar het cartónBordpapier
Karton osJe
Jullie diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen que aquíAlhier
Hier los venden(Zij) verkopen
Bakert u in!
Bakert u!
Men verkoopt
Omwikkelt u!
Omzwachtelt u!
Verbindt u!
Zij/ze bakeren
Zij/ze bakeren in
Zij/ze doen over
Zij/ze doen weg
Zij/ze omwikkelen
Zij/ze omzwachtelen
Zij/ze tappen
Zij/ze verbinden
Zij/ze verhandelen
Zij/ze verkopen
Zij/ze vervreemden
Zij/ze zwachtelen
Zij/ze zwachtelen in
Zwachtelt u in!
Zwachtelt u!, peroDoch
Echter
Maar las primerasEerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten que yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist de una cajaEen bak
Een blik
Een blikje
Een bus
Een computerbehuizing
Een computerkast
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een geldkist
Een kas
Een kassa
Een kist
Een koker
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pot
Een schrijn
Een slof
Een spaarbank
Een trommel
Een trommeltje
Een urn
Een vat
Een zak cortéIk brak af
Ik doorsneed
Ik hakte
Ik hieuw
Ik kapte
Ik knipte
Ik onthoofdde
Ik plukte
Ik plukte af
Ik rukte af
Ik schakelde uit
Ik scheurde weg
Ik schoor
Ik sloeg het hoofd
af
Ik sneed
Ik sneed af
Ik sneed door
Ik snerpte
Ik snoeide
Ik verrichtte sectie un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals miráisJullie bekijken
Jullie blikken
Jullie blikken aan
Jullie kijken
Jullie kijken aan
Jullie kijken naar
Jullie kijken toe
Jullie schouwen
Jullie werpen een blik
Jullie werpen een blik
op
Jullie zien
Jullie zien toe el cartónHet bordpapier
Het karton de ladoVan opzij (por donde lo habéis cortadoWaar jullie het hebben
gesneden) veréisJullie zullen bekijken
Jullie zullen kijken
Jullie zullen zien que consta deBesta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit un cartón onduladoEen golfkarton y a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant una hojaEen blaadje
Een blad
Een folie
Een formulier
Een klep
Een kling
Een lamel
Een lemmer
Een lemmet
Een mesje
Een plaatje
Een plantenblad
Een schuif
Een vel
Een vragenformulier
Een vragenlijst de papelPapier
Rol pegadoAangebakken
Aangezet
Afgeranseld
Afgetuigd
Gebeukt
Gehecht
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Gelijmd
Gemept
Geplakt
Geplakte
Geslagen
Vastgenaaid
Vastgeplakt (me refieroIk betref
Ik refereer, claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere a las cajasDe bakken
De blikjes
De blikken
De bussen
De computerbehuizingen
De computerkasten
De dozen
De emmers
De etuis
De flessen
De foedralen
De geldkisten
De kassa's
De kassen
De kisten
De kokers
De korven
De kratten
De kruiken
De potten
De schrijnen
De sloffen
De spaarbanken
De trommels
De trommeltjes
De urnen
De vaat
De vaten
De zakken grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! una tv.) y quitabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Ik beroofde
Ik deed af
Ik deed uit
Ik gaf op
Ik gaf prijs
Ik haalde af
Ik haalde weg
Ik kreeg uit
Ik liet weg
Ik nam af
Ik nam weg
Ik riste
Ik ritste
Ik trok af
Ik trok uit
Ik verwijderde
Ik zette af
Ik/hij verwijderde esaDat
Die hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst con mucho cuidadoZeer voorzichtig (TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook rompiéndolaHet brekend conDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes) y me servíaIk bediende me
Ik gebruikte
Ik geliefde
Ik schonk zichzelf in
Ik tastte toe
Ik was zo goed
om te.
De los siguientes palabras hay una foto:
Almendra Cada Cada Limón Naranja Pasas sultanas
PanBrood
Mik
Pan de requesónKwark
Wrongel y pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen
Ingredientes:
8080
Tachtig g. de pasas sultanasRozijnen rubiasBlond
Blonde
Krappen
Meekrappen
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de ronRum
500500
Vijfhonderd g. de harinaBloem
Meel normalGewone
Gewoon
Normaal
Normale
Standaard- (noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank de fuerzaDoe geweld aan!
Dwang
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verkrachting
Verplicht!
Waarde
Weerstand)
11
Een paquetePak
Pakje
Pakket de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem de panaderoBakkers- en polvoIn poedervorm o deshidratadaGedroogd
Gedroogde (77
Zeven g)
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de azúcar de vainillaVanillesuiker
100100
Honderd g. de bastoncitosStaafjes
Stokjes de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels
22
Twee cucharaditasTheelepeltjes rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de ralladuraGeraspte snippers de naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
5050
Vijftig grs. de mantequillaBoter
Roomboter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt
200200
Tweehonderd g. de requesónKwark
Wrongel (quarkKwark
Quark)
11
Een/88
Acht de lecheMelk templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige
ExtraExtra:
mantequillaBoter
Roomboter paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm
11
Een yemaBot
Eidooier
Knop
Uitspruitsel paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! pintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven
Preparación:
lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las pasasDe rozijnen, escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el ronDe rum a macerarKneden
Maceren
Macereren
Weken
Zacht maken.
DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken la mantequillaDe boter
De roomboter.
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen la lecheDe melk.
En un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren la harinaDe bloem
Het meel conDoor
Met
Per
Samen met la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel, el azúcar de vainillaDe vanillesuiker, los bastoncitosDe staafjes
De stokjes de almendraAmandel
Zoete amandel, y la ralladuraDe geraspte snippers de naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel.
AgregarBijmengen
Toevoegen la mantequillaDe boter
De roomboter conDoor
Met
Per
Samen met la salHet zout y los demásDe anderen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten y mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta y formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una bolaEen bal
Een bol
Een dot
Een klomp
Een klont
Een kloot
Een kluit
Een kogel
Een prop.
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van reposarLaten rusten
Rusten estaDeze
Dit en el recipienteDe bak
De kom
De pot
De pul
De schaal
De vaas tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen conDoor
Met
Per
Samen met un pañoEen doek
Een laken
Een stof
Een theedoek
Een weefsel en un lugarEen aanleiding
Een dorp
Een lokaliteit
Een oord
Een plaats
Een ruimte
Een zetel templadoBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur.
EngrasarBesmeren
Doorsmeren
Invetten
Smeren el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm (de 2525
Vijfentwintig cmCentimeter
Cm
Cm. de largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig) y colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg en élDaaraan
Erin, taparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van reposarLaten rusten
Rusten tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen conDoor
Met
Per
Samen met el pañoDe theedoek
Het doek
Het laken
Het weefsel otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één 3030
Dertig minutosMinuten.
PintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven conDoor
Met
Per
Samen met la yemaDe bot
De eidooier
De knop
Het uitspruitsel deshechaGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen en algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! o lecheMelk y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a 200200
Tweehonderd ° C en el escalónDe trede primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke (noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden) 5050
Vijftig minutosMinuten.
VariaciónAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Verandering
Werken:
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedenMen kan hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren panecillosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten, para elloDaartoe
Daarvoor
Ervoor quitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels y sustituirAflossen
Vervangen la naranjaDe appelsien
De oranjeappel
De sinaasappel por limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens del primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke reposoIk laat rusten
Ik rust
Rust
Rusten formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen 1010
Tien panecillosBolletjes
Broodjes
Kadetjes
Kadetten del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid y espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met harinaBloem
Meel. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van reposarLaten rusten
Rusten encima deAan
Boven op
Bovenop
Op la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad del hornoKachel
Oven empapeladaBehangen
Met papier bekleed (o engrasadaBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette con mantequillaMet boter) tapadosBedekt
Bedekte
Belegd
Dichtgemaakt
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Toegedekt
Toegestopt
Verstopt
Volgestopt conDoor
Met
Per
Samen met un pañoEen doek
Een laken
Een stof
Een theedoek
Een weefsel en un lugarEen aanleiding
Een dorp
Een lokaliteit
Een oord
Een plaats
Een ruimte
Een zetel templadoBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige 3030
Dertig minutosMinuten.
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren con mantequillaMet boter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt y meter enDoen in
Stoppen in el hornoDe kachel
De oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde en el escalónDe trede del centroBinnenste
Centreren
Centrum
Ik bepaal de middelas
van
Ik breng tot het
middelpunt
Ik centreer
Middelmaat
Middelpunt
Midden a 200200
Tweehonderd° C duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 2525
Vijfentwintig minutosMinuten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Almendra Limón Naranja Pasas sultanas
Strudel a la turcaOp turkse wijze
Ingredientes:
IngredientesBestanddelen
Ingrediënten rellenoAanvulling
Bijvullen
Farce
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Invullen
Opvulsel
Opvullen
Opzetten
Voleinding
Vulsel
Vullen
Vulling:
200200
Tweehonderd g. de lecheMelk
la semillaDe bron
De korrel
De oorsprong
De oorzaak
De zaadkorrel
Het zaad
Het zaadje de vainillaVanille de mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! vainaBladschede
Dop
Foudraal
Koker
Peul
Schede
Schil
150 g. de azúcarSuiker
11
Een cucharaditaTheelepeltje de canelaKaneel
75 g. de pan ralladoPaneermeel
11
Een pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel! de clavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers molidosGekweld
Gemalen
Vermalen
100100
Honderd g. de pasas sultanasRozijnen blancasBlank
Blanke
Wit
Witte maceradasGekneed
Gemacereerd
Gemacereerde
Geweekt
Zacht gemaakt en ronRum
150 g. de una mezclaEen artsenijmengsel
Een melange
Een mengeling
Een mengelmoes
Een mengen
Een mengsel
Een mix
Een mixen
Een mixtuur
Een temperen
Een vermengen
Een vermenging
Een verwarren de frutos secosNoten en zaden molidosGekweld
Gemalen
Vermalen (almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels, avellanasHazelnoten, nuecesAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten y pistachosPimpernoten
Pistacchio's
Pistachenoten
Pistaches)
ralladuraGeraspte snippers de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te tratarAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen químicamenteChemisch
22
Twee yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels
ExtraExtra:
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de pistachosPimpernoten
Pistacchio's
Pistachenoten
Pistaches crudosAardolies
Aardoliën
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de azúcarSuiker
Preparación:
HervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden la lecheDe melk conDoor
Met
Per
Samen met la vainillaDe vanille.
AgregarBijmengen
Toevoegen el azúcarDe suiker, la canelaDe/het kaneel, el pan ralladoHet paneermeel, el clavoDe draadnagel
De kruidnagel
De kruidnagelboom
De nagel
De spijker, las pasasDe rozijnen, los frutos secosDe noten en zaden molidosGekweld
Gemalen
Vermalen y la ralladura de limónDe citroenrasp. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen.
ExtenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de strudel pintarAfschilderen
Beschilderen
Schilderen
Uitschilderen
Verven la mitadDe helft de estaDeze
Dit con mantequillaMet boter y sobre laOp de
Op het otraAnder
Andere
Nog een
Nog één mitadHelft extenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de frutos secos-Noten en zaden pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen -demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van un bordeEen band
Een boord
Een kant
Een rand
Een zoom de 33
Drie cmCentimeter
Cm
Cm. , , , y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
MolerKwellen
Malen
Vermalen el azúcarDe suiker conDoor
Met
Per
Samen met los pistachosDe pimpernoten
De pistacchio's
De pistachenoten
De pistaches y echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen estosDeze
Dezen por encimaBovendien
Er bovenop.
De los siguientes palabras hay una foto:
Almendra Avellana Canela Nuez Pasas sultanas Vainilla
Strudel de requesónKwark
Wrongel (quarkKwark
Quark)
Ingredientes:
La masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
IngredientesBestanddelen
Ingrediënten rellenoAanvulling
Bijvullen
Farce
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Invullen
Opvulsel
Opvullen
Opzetten
Voleinding
Vulsel
Vullen
Vulling:
750 g. de requesónKwark
Wrongel (QuarkKwark
Quark)
200200
Tweehonderd g. de azúcarSuiker
3030
Dertig g. de mantequillaBoter
Roomboter blandaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze swingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait
Ik slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Slingert u!
Swingt u!
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
Zwaait u!
22
Twee huevosEieren
22
Twee yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels
ralladuraGeraspte snippers de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tratadoAangesproken
Behandeld
Bejegend
Beredeneerd
Betiteld
Gehandeld
Gehandeld over
Gehanteerd
Gepoogd
Geprobeerd
Getracht
Handel gedreven
In handen gehad
In orde gemaakt
Omgaan met
Omgegaan met
Overeenkomst
Traktaat
Uiteengezet
Uitgemaakt
Uitgescholden
Verdrag
Verhandeling
Verzorgd químicamenteChemisch
5050
Vijftig g. de pasas sultanasRozijnen blancasBlank
Blanke
Wit
Witte (rubiasBlond
Blonde
Krappen
Meekrappen)
100100
Honderd g. de mantequillaBoter
Roomboter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt
100100
Honderd g. de pan ralladoPaneermeel
ExtraExtra azúcar glasPoedersuiker
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen el requesónDe kwark
De wrongel en un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef.
BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan los 3030
Dertig g. de mantequillaBoter
Roomboter conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker, los huevosDe eier
De eieren, las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels y el limónDe citroen
De limoen
Het citroenblad ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte (por eseDat
Die ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde).
MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren las pasasDe rozijnen conDoor
Met
Per
Samen met el requesónDe kwark
De wrongel.
ExtenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg y untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren conDoor
Met
Per
Samen met la mitadDe helft de la mantequillaDe boter
De roomboter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt y espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met el pan ralladoHet paneermeel. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te espolvorearBepoederen
Bestrooien un bordeEen band
Een boord
Een kant
Een rand
Een zoom de 33
Drie cmCentimeter
Cm
Cm..
ExtenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de requesónKwark
Wrongel sobre laOp de
Op het mitadHelft de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de strudel.
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk de la mantequillaDe boter
De roomboter derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven.
EspolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met azúcar glasPoedersuiker.
De los siguientes palabras hay una foto:
Pasas sultanas
Strudel de ruibarboChinese rabarber
Krulzuring
Rabarber
Russische rabarber
Sierrabarber
Ingredientes:
La masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
IngredientesBestanddelen
Ingrediënten rellenoAanvulling
Bijvullen
Farce
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Invullen
Opvulsel
Opvullen
Opzetten
Voleinding
Vulsel
Vullen
Vulling:
11
Een kg. de ruibarboChinese rabarber
Krulzuring
Rabarber
Russische rabarber
Sierrabarber
2020
Twintig g. de azúcarSuiker
100100
Honderd g de bastoncitosStaafjes
Stokjes de almendraAmandel
Zoete amandel
5050
Vijftig g. de pasas sultanasRozijnen blancasBlank
Blanke
Wit
Witte
125 g. de pan ralladoPaneermeel
6060
Zestig g. de mantequillaBoter
Roomboter
ExtraExtra: Azúcar glasPoedersuiker
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren el ruibarboDe chinese rabarber
De krulzuring
De rabarber
De russische rabarber
De sierrabarber, lavarloWas y cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren en trocitosStukjes de 33
Drie cmCentimeter
Cm
Cm.. de largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig y mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker, los bastoncitosDe staafjes
De stokjes de almendraAmandel
Zoete amandel y conDoor
Met
Per
Samen met las pasasDe rozijnen.
DorarAanbraden
Doreren el pan ralladoHet paneermeel conDoor
Met
Per
Samen met la mitadDe helft de la mantequillaDe boter
De roomboter en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan.
DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken el restoDe rest
De stomp
De stronk de la mantequillaDe boter
De roomboter.
ExtenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de strudel y untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter.
EspolvorearBepoederen
Bestrooien la mitadDe helft de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg conDoor
Met
Per
Samen met el pan ralladoHet paneermeel doradoAangebraden
Gebruind
Gebruinde
Gouden
Goudgeel
Goudgele
Goudmakreel
Plevier
Pluvier
Verguld
Vergulde y sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren de ruibarboChinese rabarber
Krulzuring
Rabarber
Russische rabarber
Sierrabarber. EspolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met azúcar glasPoedersuiker y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
De los siguientes palabras hay una foto:
Almendra Pasas sultanas Ruibarbo
Strudel de semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de adormideraBlauwmaanzaad
Heulbol
Maankop
Maanzaad
Papaver
Slaapbol
Slaappapaver
Ingredientes:
La masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg igual queEvenals
Zoals apfelstrudelApfelstrudel
IngredientesBestanddelen
Ingrediënten rellenoAanvulling
Bijvullen
Farce
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Invullen
Opvulsel
Opvullen
Opzetten
Voleinding
Vulsel
Vullen
Vulling:
250 g. de semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de adormideraBlauwmaanzaad
Heulbol
Maankop
Maanzaad
Papaver
Slaapbol
Slaappapaver (amapolaBlauwmaanzaad
Grote klaproos
Heulbol
Klaproos
Kollenbloem
Maankop
Maanzaad
Papaver
Slaapbol
Slaappapaver) molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
¼ l. de lecheMelk
100100
Honderd g. de mielHonig
Honing
100100
Honderd gr. de pasas sultanasRozijnen blancasBlank
Blanke
Wit
Witte (rubiasBlond
Blonde
Krappen
Meekrappen) maceradasGekneed
Gemacereerd
Gemacereerde
Geweekt
Zacht gemaakt en ronRum
125 g. de bastoncitosStaafjes
Stokjes de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels
ExtraExtra: Azúcar glasPoedersuiker
Preparación:
CocerBakken
Koken la semilla de adormideraDe papaver
De slaapbol
Het blauwmaanzaad
Het maanzaad conDoor
Met
Per
Samen met la lecheDe melk, retirar del fuegoVan het vuur halen y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van reposarLaten rusten
Rusten 3030
Dertig minutosMinuten
EntremezclarDooreen mengen
Vermengen la mielDe honig
De honing, las pasasDe rozijnen y los bastoncitosDe staafjes
De stokjes de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels a la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de adormideraBlauwmaanzaad
Heulbol
Maankop
Maanzaad
Papaver
Slaapbol
Slaappapaver/lecheMelk
ExtenderAfgeven
Ontvouwen
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitsmeren
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Vergroten
Verspreiden
Wijder maken la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de strudel y sobre laOp de
Op het mitadHelft de ellaHaar
Ze
Zij la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de semilla de adormideraBlauwmaanzaad
Maankop
Maanzaad
Papaver
Slaapbol (dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van un bordeEen band
Een boord
Een kant
Een rand
Een zoom de 55
Vijf cmCentimeter
Cm
Cm.). EspolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met azúcar glasPoedersuiker y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
De los siguientes palabras hay una foto:
Adormidera Almendra Amapola Pasas sultanas Semilla de adormidera
ChutneyChutney de mandarinasClementines
Mandarijnen
Mandarijntjes
Satsuma's
Tangerines conDoor
Met
Per
Samen met aromaAroma
Boeket
Geur de jengibreDjahé
Gember
Gemberwortel
DeliciaGenotHeerlijkheid
Lekkernij gastronómicaGastronomisch
Gastronomische paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! acompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen jamonesHammen y pavoKalkoen.
Ingredientes:
44
Vier TangerinasClementines
Mandarijnen
Satsuma's
Tangerines o mandarinasClementines
Mandarijnen
Mandarijntjes
Satsuma's
Tangerines.
375 gr. de arándanosAmerikaanse cranberry's
Blauwbessen
Bosbessen
Cranberry's
Lepeltjesheides
Moerasbessen
Trosbosbessen
Trosveenbessen
Veenbessen rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie frescosBrutaal
Brutale
Fresco's
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koeltes
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse.
400400
Vierhonderd gr. de azúcarSuiker.
125 mililitrosMilliliter
Milliliters de vinagreAzijn
Edik blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte destiladoGebrand
Gedestilleerd
Gedestilleerde
Gedistilleerd
Gestookt
Overgehaald.
75 gr. de uvasDruiven
Wijndruiven pasas sultanasRozijnen.
22
Twee CucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de raíz de jengibreGember
Gemberwortel frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse, peladoAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
11
Een Diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook, picado finoFijn gesneden.
11
Een Chile rojoDel sureste, es base del chilmole. frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden y picado finoFijn gesneden.
11
Een AstillaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versplintert
Scherf
Splinter
Versplinter! de canelaKaneel de 77
Zeven.55
Vijf cmCentimeter
Cm
Cm..
66
Zes Clavos de olorKruidnagels enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige.
44
Vier BayasBessen
Beziën de pimienta de olorKruidnagel (pimienta de JamaicaJamaicaanse peper
Jamaicapeper
Piment).
Preparación:
PeleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schilt
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil
Jast u!
Pelt u af!
Pelt u!
Schil
Schilt u! las mandarinasDe clementines
De mandarijnen
De mandarijntjes
De tangerinen
De tangerines o tangerinasClementines
Mandarijnen
Satsuma's
Tangerines. RetireHaal weg
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik haal uit
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder
Trekt u in!
Trekt u terug!
Verwijdert u! la membranaDe/het membraan
Het vlies blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte y corteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven 44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels. ColoqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! las tirasDe banden
De reepjes
De repen
De strepen
De stroken
De wapenbalken de cáscaraBolster
Dop
Schaal
Schil
Schors en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat (de cobreKoperen o esmaltadoGeëmailleerd
Geëmailleerde) conDoor
Met
Per
Samen met los arándanosDe amerikaanse cranberry's
De blauwbessen
De bosbessen
De cranberry's
De lepeltjesheides
De moerasbessen
De trosbosbessen
De trosveenbessen
De veenbessen, azúcarSuiker, vinagreAzijn
Edik, sultanas, jengibreDjahé
Gember
Gemberwortel, ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y chileCayennepeper
Chili
Chilipeper
Lombok
Paprika
Pepperoni
Spaanse peper
Tabasco
Tabascopeper.
EnvuelvaBakert u in!
Bakert u!
Betrekt u bij!
Brengt u met zich
mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt met zich
mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strengelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt in
Ik baker
Ik baker in
Ik betrek bij
Ik breng met me
mee
Ik impliceer
Ik pak
Ik pak in
Ik rol op
Ik sluit in
Ik strengel
Ik verpak
Ik wikkel
Ik wind
Ik zwachtel in
Impliceert u!
Pakt u in!
Pakt u!
Rolt u op!
Sluit u in!
Strengelt u!
Verpakt u!
Wikkel
Wikkelt u!
Windt u!
Zwachtelt u in! las especiasDe kruiden
De kruiderijen
De specerijen
Het kruiden en un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de muselinaMousseline
Neteldoek, ateBindt u vast!
Bindt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt
Ik bind
Ik bind vast
Ik knoop
Ik maak vast
Ik sluit aan
Ik strik
Ik verbind
Knoopt u!
Maakt u vast!
Sluit u aan!
Strikt u!
Verbindt u! y añadaBrengt u aan!
Doet u bij!
Geeft u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik breng aan
Ik doe bij
Ik geef toe
Ik leg bij
Ik meng bij
Ik voeg bij
Ik voeg toe
Legt u bij!
Mengt u bij!
Voeg toe
Voegt u bij!
Voegt u toe! alNaar de
Naar het recipienteBak
Kom
Pot
Pul
Schaal
Vaas
Vat. CocineBereidt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Ik bereid
Ik kook
Kook
Kookt u! a fuego medioMatig vuur, revolviendoOmroerend
Roerend hasta queTot
Totdat el azúcarDe suiker se disuelva(Hij) lost op y los arándanosDe amerikaanse cranberry's
De blauwbessen
De bosbessen
De cranberry's
De lepeltjesheides
De moerasbessen
De trosbosbessen
De trosveenbessen
De veenbessen estallen(Zij) barsten
Barst u open!
Barst u uit!
Barst u!
Berst u open!
Berst u!
Ontploft u!
Scheurt u!
Springt u!
Zij/ze barsten
Zij/ze barsten open
Zij/ze barsten uit
Zij/ze bersten
Zij/ze bersten open
Zij/ze ontploffen
Zij/ze scheuren
Zij/ze springen. MantengaBlijft
Handhaaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Houdt u erop na!
Houdt u!
Ik houd
Ik houd erop na
Ik onderhoud
Onderhoudt u! en ebulliciónKoken a fuegoVuur bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware por 88
Acht a 1010
Tien minutosMinuten, revolviendoOmroerend
Roerend con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds. MientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, retireHaal weg
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik haal uit
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder
Trekt u in!
Trekt u terug!
Verwijdert u! la membranaDe/het membraan
Het vlies blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte de las tangerinasDe clementines
De mandarijnen
De tangerinen
De tangerines. Separe(Het) laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik zonder af
Scheid
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Zondert u af! los gajosDe parten y corteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren en el extremoDe aangelegenheid
De buitengewone zorg
De neus
De piek
De spits
De tip
De top
Het topje
Het toppunt
Het uiteinde
Het uiterste
Het uiterste deel internoBinnen-
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Ik breng naar het
binnenland
Ik dring binnen
Ik dring binnen in
iemands geheimen
Ik interneer
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige de cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen, descartandoAfwijzend las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden. PiqueHak
Hakt u fijn!
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt fijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jeukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kriebelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krieuwelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze priemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snippert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wriemelt
Ik hak
Ik hak fijn
Ik jeuk
Ik kriebel
Ik krieuwel
Ik pik
Ik priem
Ik prik
Ik snipper
Ik steek
Ik wriemel
Jeukt u!
Kriebelt u!
Krieuwelt u!
Pikt u!
Priemt u!
Prikt u!
Schoppen
Snippert u!
Steekt u!
Wriemelt u! gruesosCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikten
Diktes
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Hoofdmachten
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheden los gajosDe parten y añádalos alNaar de
Naar het recipienteBak
Kom
Pot
Pul
Schaal
Vaas
Vat.
HiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren a fuego altoHoog vuur y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo mantengaBlijft
Handhaaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Houdt u erop na!
Houdt u!
Ik houd
Ik houd erop na
Ik onderhoud
Onderhoudt u! en bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware por 55
Vijf minutosMinuten hasta queTot
Totdat espeseBindt u!
Het wordt dik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
Maakt u dikker!
Verdikt u!, revolviendoOmroerend
Roerend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen que se pequePlakt.
RetireHaal weg
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik haal uit
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder
Trekt u in!
Trekt u terug!
Verwijdert u! la bolsaDe beurs
De geldbuidel
De handelsbeurs
De handtas
De portemonnee
De tas
De zak
Het beursgebouw conDoor
Met
Per
Samen met las especiasDe kruiden
De kruiderijen
De specerijen
Het kruiden y viertaGiet
Giet u in!
Giet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergiet
Ik giet
Ik giet in
Ik pleng
Ik schenk
Ik schenk in
Ik stort
Ik strooi
Ik vergiet
Plengt u!
Schenkt u in!
Schenkt u!
Stort u!
Strooit u!
Vergiet u! en frascosFlacons
Flesjes
Flessen esterilizadosGesteriliseerd
Gesteriliseerde calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme. SelleBezegelt u!
Drukt u af!
Drukt u uw stempel
op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt zijn stempel
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze munt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroeit dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stempelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzegelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegelt
Ik bezegel
Ik druk af
Ik druk mijn stempel
op
Ik munt aan
Ik schroei dicht
Ik sla
Ik stempel
Ik verzegel
Ik zegel
Munt u aan!
Schroeit u dicht!
Slaat u!
Stempelt u!
Verzegel
Verzegelt u!
Zegelt u! y proceseBehandel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerkt
Ik verwerk
Verwerkt u! en un bañoEen bad
Een baden
Een badkamer
Een badkuip
Een coating
Een wassen
Een watercloset
Een wc de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend, 1010
Tien minutosMinuten. RefrigereDiepvries o almaceneBergt u!
Bewaar
Herbergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Ik berg
Ik herberg
Ik sla op
Slaat u op! en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Aroma Canela Chile Chile Jengibre Jengibre Mandarina Pasas sultanas Raíz de jengibre Rojo
RoscaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schroefdraad
Krans (brood of taart)
Kransje
Maak schroefdraad!
Tulband danesaDeens
Deense de mazapánAmandelspijs
Broodvrucht
Marsepein
Ingredientes:MasaBeslag
Deeg
Massa
Pasta de mantecaReuzel
Spek:
200200
Tweehonderd g de mantecaReuzel
Spek
200200
Tweehonderd g de harinaBloem
Meel
MasaBeslag
Deeg
Massa
Pasta:
650 g de harinaBloem
Meel
5050
Vijftig g de levadura de cervezaBiergist
100100
Honderd g de azúcarSuiker
11
Een pizcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Kleine beetje
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Snufje
Tokkel! de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
75 g de mantecaReuzel
Spek
¼ litroLiter de lecheMelk
11
Een huevoEi
11
Een yemaBot
Eidooier
Knop
Uitspruitsel
RellenoAanvulling
Bijvullen
Farce
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Invullen
Opvulsel
Opvullen
Opzetten
Voleinding
Vulsel
Vullen
Vulling:
22
Twee clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
400400
Vierhonderd g de mazapánAmandelspijs
Broodvrucht
Marsepein
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de ronRum
11
Een cucharaditaTheelepeltje de ralladura de limónCitroenrasp
5050
Vijftig g de pasas sultanasRozijnen
mermeladaConfiture
Confituur
Jam
Marmelade de damascosAbrikozen
Damasten
almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels fileteadasGefileerd
Gefileerde y tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's
Preparación:
11
Een. PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de mantecaReuzel
Spek uniendoAaneenvoegend
Samenbrengend
Verbindend
Verenigend los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's ingredientesBestanddelen
Ingrediënten y reservarBespreken
Bestellen
Boeken
Intekenen
Openhouden
Reserveren
Vrijhouden
Wegzetten en la heladeraDe koelkast
De vriezer.
22
Twee. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten la harinaDe bloem
Het meel en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal, ahuecarHol maken y echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel desmenuzadaUitgerafeld
Uitgerafelde
Verbrokkeld
Verbrokkelde
Verkruimeld
Verkruimelde, el azúcarDe suiker, la salHet zout y la mantecaDe reuzel en trocitosStukjes.
33
Drie. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren la lecheDe melk tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele conDoor
Met
Per
Samen met el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem y la yemaDe bot
De eidooier
De knop
Het uitspruitsel eEn incorporarlaEr aan toevoegen de a pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige a la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel, uniendoAaneenvoegend
Samenbrengend
Verbindend
Verenigend todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta elásticaElastisch
Elastische
Rekbaar
Rekbare
Soepel
Soepele
Veerkrachtig
Veerkrachtige. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van levarRijzen 2020
Twintig minutosMinuten. Volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar amasarDeeg kneden
Kneden y repetirHerhalen
Nazeggen
Nog eens zeggen la operaciónDe bewerking
De ingreep
De operatie
Het opereren de descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten.
44
Vier. EstirarStrekken
Uitrekken
Uitrollen (van deeg) la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg en formaZodanig rectangularRechthoekig y acomodarAanpassen
Accommoderen
Adapteren
Bijleggen
Gelegen komen
Leggen
Passen
Plaatsen
Schikken
Situeren
Stationeren
Verzoenen en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg de mantecaReuzel
Spek. EnvolverlaOmwikkel het en forma deIn de vorm van paquetePak
Pakje
Pakket uniendoAaneenvoegend
Samenbrengend
Verbindend
Verenigend bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart susHaar
Hun
Uw
Zijn bordesBanden
Boorden
Jij/je borduurt
Kanten
Randen
Zomen. AplastarUitrollen (van deeg) un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat conDoor
Met
Per
Samen met el palote y enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen 2020
Twintig minutosMinuten.
55
Vijf. RetirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg del fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude, estirarlaRol het uit y doblarlaDubbelvouwen en tres3
Drie sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! síJa
Jawel
Wel
Zich mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve. Volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar la heladeraDe koelkast
De vriezer 1515
Vijftien minutosMinuten.
66
Zes. MientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer, mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere conDoor
Met
Per
Samen met el mazapánDe amandelspijs
De broodvrucht
De/het marsepein, ronRum, ralladura de limónCitroenrasp y pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje untableSmeerbaar
Smeerbare. ReservarBespreken
Bestellen
Boeken
Intekenen
Openhouden
Reserveren
Vrijhouden
Wegzetten.
77
Zeven. EstirarStrekken
Uitrekken
Uitrollen (van deeg) la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg, untarlaBesmeren
Insmeren
Nat maken conDoor
Met
Per
Samen met el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen de mazapánAmandelspijs
Broodvrucht
Marsepein, arrollarOprollen y unirAaneenvoegen
Samenbrengen
Verbinden
Verenigen susHaar
Hun
Uw
Zijn extremosAangelegenheden
Buitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neuzen
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
Toppunten
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinden
Uiteindes
Uiterst
Uiterste
Uitersten
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze a la roscaDe krans (brood of
taart)
De tulband
Het kransje. AcomodarAanpassen
Accommoderen
Adapteren
Bijleggen
Gelegen komen
Leggen
Passen
Plaatsen
Schikken
Situeren
Stationeren
Verzoenen en una placaEen aanrecht
Een bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een fotografische plaat
Een plaat
Een plak
Een tablet enmantecadaIngesmeerd met (dierlijk) vet
Met boter besmeerd, practicarleErin aanbrengen dos2
Do's
Twee
Tweede cortesJij/je breekt af
Jij/je doorsnijdt
Jij/je hakt
Jij/je houwt
Jij/je kapt
Jij/je knipt
Jij/je onthoofdt
Jij/je plukt
Jij/je plukt af
Jij/je rukt af
Jij/je schakelt uit
Jij/je scheert
Jij/je scheurt weg
Jij/je slaat het hoofd
af
Jij/je snerpt
Jij/je snijdt
Jij/je snijdt af
Jij/je snijdt door
Jij/je snoeit
Jij/je verricht sectie
Sneden paralelosEvenwijdig
Evenwijdige
Parallel
Parallelle alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom la roscaDe krans (brood of
taart)
De tulband
Het kransje paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! permitirGedogen
Niet beletten
Permitteren
Toelaten
Toestaan
Vergunnen
Veroorloven que se hojaldre duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens la cocciónHet bakken
Het koken, untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak conDoor
Met
Per
Samen met mermeladaConfiture
Confituur
Jam
Marmelade reducidaBeperkt
Gereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekookte
Ingekrompen
Vereenvoudigd, espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels y hornearBakken.
De los siguientes palabras hay una foto:
Almendra Pasas sultanas