Hollandse kookkunst
La cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis neerlandesaHollands
Hollandse
Nederlands
Nederlandse talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans la conocemosWij/we kennen
Wij/we leren kennen
Wij/we maken kennis
Wij/we weten
Wij/we zijn bekend met esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el resultadoDe afloop
De uitkomst
Het gevolg
Het resultaat
Het uitvloeisel
Het voortvloeisel de una largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde tradiciónOverlevering
Traditie. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats evidenteAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende que los productosDe beschotten
De gewrochten
De oogstopbrengsten
De opbrengsten
De producten
De producties
De voortbrengselen
De voortbrengsels que se puedenMen kan conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven con rapidezSnel y en suficienteVoldoende cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte o que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn fácilesGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte de producirAandoen
Aanmaken
Aanrichten
Afwerpen
Berokkenen
Bezorgen
Opbrengen
Opleveren
Produceren
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken
Voortbrengen, seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn los queWie
Zij die másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus se utilicenMen gebruikt
Zij/ze maken gebruik en la cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis de un paísEen land.
Los PaísesDe landen BajosBasgitaren
Bassen
Basstemmen
Baszangers
Gemeen
Gemene
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Zwaar
Zware tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast un pasadoEen overloper
Een verleden
Een verleden tijd agrícolaAgrarisch
Boer
Boerin
Landbouw-
Landbouwer muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware, que se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet reflejadoGereflecteerd
Gespiegeld
Teruggekaatst
Weerkaatst
Weerspiegeld en los platosDe borden
De etenswaren
De gangen
De gerechten
De schalen
De schotels
De spijzen: comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ingredientesBestanddelen
Ingrediënten se utilizanGebruikt men
Zij/ze maken gebruik tradicionalmenteTraditioneel
Vanouds muchosVeel
Vele
Zeer
Zere productos lácteosMelkproducten
Zuivelproducten, cárnicos y cerealesGraangewassen
Graanproducten als cornflakes en
muesli
Granen. La cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis neerlandesaHollands
Hollandse
Nederlands
Nederlandse tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats conocidaAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennisgemaakt
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde por suHaar
Hun
Uw
Zijn amplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde usoAanwenden
Benutten
Disponeren
Gebruik
Gebruiken
Genot
Ik benut
Ik beschik over
Ik disponeer
Ik gebruik
Ik wend aan
Zede de verdurasGroenten
Groentes y frutasFruit
Vruchten
Vruchtenprodukten. AsimismoEvenzo
Ook
Op dezelfde wijze, el pescadoDe dode vis
De vis
De vis (dood)
Het visgerecht constituyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Maak uit!
Stel samen!
Vorm! un elementoEen beginsel
Een bestanddeel
Een element importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware: los PaísesDe landen BajosBasgitaren
Bassen
Basstemmen
Baszangers
Gemeen
Gemene
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Zwaar
Zware esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un paísEen land que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! rodeadoBegrepen
Omgaan
Omgegaan
Omgeven
Omgeven met
Omringd
Rondgegaan de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!.
La cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis neerlandesaHollands
Hollandse
Nederlands
Nederlandse tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik kleed om
Ik omkleed
Ik sta muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer influenciada por las recetasDe recepten y los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten traídosAangebracht
Aangedragen
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen por los inmigrantesImmigranten. Sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk la cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis IndonesiaIndonesisch
Indonesische
Indonesië haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van suHaar
Hun
Uw
Zijn selloAfdruk
Cachet
Frankeerzegel
Ik bezegel
Ik druk af
Ik druk mijn stempel
op
Ik munt aan
Ik schroei dicht
Ik sla
Ik stempel
Ik verzegel
Ik zegel
Lakzegel
Merk
Muntstempel
Postzegel
Stempel en las costumbresDe gebruiken
De gewoonten
De gewoontes
De usances
De zeden alimenticiasVoedings- holandesasHollands
Hollandse
Hollandsen
Nederlands
Nederlandse. GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen a las posibilidadesDe mogelijkheden actualesAanwezig
Aanwezige
Actueel
Actuele
Eigentijds
Eigentijdse
Huidig
Huidige
Present
Presente
Tegenwoordig
Tegenwoordige de transporteAfvoer
Brengt u over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transporteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert
Ik breng over
Ik transponeer
Ik transporteer
Ik vervoer
Ik voer
Overbrengen
Transponeert u!
Transponeren
Transport
Transporteert u!
Transporteren
Vervoer
Vervoeren
Vervoert u!
Voeren
Voert u! se puedeMen kan encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden un selectoUitgelezen surtidoAssortiment
Geleverd
Gesorteerd
Gesorteerde
Leveren
Ontspringen
Ontsprongen
Opgeweld
Opwellen
Sortering
Tevoorschijn gekomen
Van voorraden voorzien de verdurasGroenten
Groentes, frutasFruit
Vruchten
Vruchtenprodukten y especiasKruiden
Kruiderijen
Specerijen exóticasExotisch
Exotische
Uitheems
Uitheemse en las tiendasDe boetieks
De huiven
De kampeertenten
De tenten
De winkels
De zaken.
¿QuéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat leHaar
Hem
Het
U gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin! a un holandésEen hollander
Een nederlander
Een nederlands? EvidentementeBlijkbaar
Duidelijk
Klaarblijkelijk
Natuurlijk
Vanzelfsprekend sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! gustosGenoegens
Lusten
Smaken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! escritoGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven, peroDoch
Echter
Maar en generalIn het algemeen
Over het algemeen se puedeMen kan decirOpgeven
Spreken
Zeggen que a los holandesesDe hollanders
De nederlanders lesHen
Hun
U gustan(Het) bevalt
Zij/ze behagen
Zij/ze bevallen
Zij/ze houden van
Zij/ze proeven
Zij/ze staan aan
Zij/ze vinden leuk
Zij/ze zinnen muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere los dulcesDe lekkernijen
De snoepgoederen
De snoepjes
De versnaperingen
De zoetigheden
De zoetigheid. En un libro de cocinaEen kookboek neerlandésHollander
Hollands
Hollandse
Nederlander
Nederlands
Nederlandse
Nederlandse taal figuraránZij/ze zullen afbeelden
Zij/ze zullen figureren
Zij/ze zullen uitblinken
Zij/ze zullen veinzen
Zij/ze zullen voorgeven
Zij/ze zullen voorstellen
Zij/ze zullen voorwenden
Zij/ze zullen vormen por lo tantoDaarom
Derhalve
Dus
Ergo
Ook weer
Toch
Toch wel
Zodoende muchasVeel
Vele
Zeer
Zere recetas de dulcesZoete recepten, que se comenMen eet
Zij/ze eten op entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen horasTijden
Uren. Una famosaAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde golosinaLekkernij
Versnapering típicamente holandesaHollands
Hollandse
Nederlands
Nederlandse esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el regalizHet klishout
Het zoethout (dropDrop), preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid conDoor
Met
Per
Samen met paloMast
Paal
Stok de regalizDrop
Kalissiehout
Klishout
Zoethout, salesJij/je gaat af
Jij/je gaat buiten
Jij/je gaat naar buiten
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat uit
Jij/je gaat weg
Jij/je komt er mee
weg
Jij/je komt uit
Jij/je legt in
Jij/je legt in het
zout
Jij/je loopt uit
Jij/je maakt in
Jij/je pekelt
Jij/je rijdt af
Jij/je rijdt uit
Jij/je rijdt weg
Jij/je stapt op
Jij/je stapt uit
Jij/je start
Jij/je stijgt uit
Jij/je tijgt
Jij/je treedt uit
Jij/je vaart uit
Jij/je verschijnt
Jij/je vertrekt
Jij/je zout
Zouten, azúcaresSuikers, aglutinantesBindmiddelen y eventualmente aromatizantesAromaten. EstaDeze
Dit golosinaLekkernij
Versnapering puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt adquirirseVerkrijgen en una granGroot
Grote variedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken de saboresSmaken, formasFormaliteiten
Gedaanten
Gedaantes
Jij/je formeert
Jij/je gaat aan
Jij/je paradeert
Jij/je praalt
Jij/je prijkt
Jij/je pronkt
Jij/je vormt
Manieren
Vormen
Wijzen y coloresKleuren. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! de los platosDe borden
De etenswaren
De gangen
De gerechten
De schalen
De schotels
De spijzen normalesGewone
Gewoon
Normaal
Normale
Standaard-, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
existenEr bestaan
Zij/ze bestaan platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen y bebidasDranken
Drankjes
Gebruikt
Gedronken que se comenMen eet
Zij/ze eten op y bebenZij/ze drinken
Zij/ze gebruiken tradicionalmenteTraditioneel
Vanouds en situacionesHoudingen
Liggingen
Posities
Situaties
Standen
Toestanden especialesBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale. Por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld, a la genteDe lieden
De lui
De mensen
Het volk que visitaBezoek
Bezoek!
Bezoeken
Ga af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt op
Opzoeken
Visite
Zoek op! a la madreDe bedding
De ma
De moeder
De stroombedding y alNaar de
Naar het reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte se leHaar
Hem
Het
U ofreceBied aan!
Bied te koop aan!
Bied!
Draag voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Loof uit!
Sla voor!
Stel voor! un panEen brood
Een mik tostadoBrood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale con mantequillaMet boter y granosGranen
Greinen
Korrels
Kralen
Mee-eters
Pitten
Puistjes
Zaadjes
Zaadkorrels de anísAnijs
Anijszaad
Groene anijs
Nieszaad
Wilde pimpernel (beschuit met muisjesBeschuit met muisjes), y el díaDe dag
Het etmaal de la ReinaDe koningin
De vorstin (el 3030
Dertig de abrilApril
Grasmaand, el díaDe dag
Het etmaal en queWaarin se celebraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehouden el cumpleañosDe geboortedag
De verjaardag
De verjaring de la ReinaDe koningin
De vorstin) se bebeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt op licor de naranjaOranjebitter
Sinaasappellikeur (oranjebitter).
GeneralmenteDoorgaans
In het algemeen
Over het algemeen
Überhaupt en los PaísesDe landen BajosBasgitaren
Bassen
Basstemmen
Baszangers
Gemeen
Gemene
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Zwaar
Zware se consumenMen gebruikt tres3
Drie comidasGebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunchen
Lunches
Maaltijden
Malen
Middagmalen
Noenmalen al díaPer dag, de las cualesDe welken
Wie
Zij die una esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!. AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware generalizarGeneraliseren
Veralgemenen, a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende se daHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich gewonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontstaat un resumenEen excerperen
Een excerpt
Een overzicht
Een resumé
Een resumeren
Een samenvatten
Een samenvatting
Een uittreksel globalGlobaal
Globale
Mondiaal
Mondiale
Ongedetailleerd
Ongedetailleerde
Wereldwijd
Wereldwijde de las comidasDe lunchen
De lunches
De maaltijden
De malen
De middagmalen
De noenmalen y los tentempiésDe voorgerechten que se comenMen eet
Zij/ze eten op en un díaEen dag
Een etmaal.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua
Anís
Cereal
Colores
Especias
Regaliz