EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit!
una recetaEen recept:

MagdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes

Ingredientes:
125 gramosGrammen de azúcarSuiker
125 gramosGrammen de harinaBloem
Meel

44
Vier
huevosEieren
100100
Honderd
gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter

11
Een
sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem

vainillaVanille o/y las ralladuras de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen
(lo queDat wat
Wat
osJe
Jullie
guste(Het) bevalt
Behaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houdt u van!
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zint u!
)

Preparación:
MezcladGooi door elkaar!
Meng
Meng!
Mix!
Temper!
Vermeng!
Verwar!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
los 44
Vier
huevosEieren enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
(... peroDoch
Echter
Maar
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
cáscaraBolster
Dop
Schaal
Schil
Schors
, ehHallo

Hé daar
Zeg
!...) conDoor
Met
Per
Samen met
el azúcarDe suiker, hasta queTot
Totdat
quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
 bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
esponjosoSponsachtig
Sponsachtige
. AñadidBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe!
las ralladuras de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen
o/y la vainillaDe vanille en polvoIn poedervorm. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
idBegeef je!
Ga!
Kar!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!
Verloop!
añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend
poquitoBeetje a pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
la harinaDe bloem
Het meel
mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
conDoor
Met
Per
Samen met
el sobreDe enveloppe
De/het briefomslag
Het couvert
de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem
. Y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
seguidoAangebleven
Bewandeld
Bewandelen
Bijgehouden
Bijhouden
Direct
Doorgaan
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Opvolgen
Overeind
Rechtdoor
Rechtop
Rechtuit
Vervolgens
Volgen
Voortgevloeid
Voortgezet
Voortvloeien
Voortzetten
añadid aVoeg toe aan! la mantequillaDe boter
De roomboter
fundidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige
conDoor
Met
Per
Samen met
una espátulaEen bakspatel
Een lepelaar
Een plamuurmes
Een roerspaan
Een spaan
Een spatel
Een verfmes
o cuchara de maderaHouten lepel. PreparadBereid
Bereid toe!
Bereid voor!
Bereid!
Leid op!
Maak aan!
Maak klaar!
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
moldesAfdrukken
Gietvormen
Vormen
de papelPapier
Rol
rizadoFriseren
Gefriseerd
Gegroefd
Gekapt
Gekroesd
Gekroesde
Gekruld
Gekrulde
Geribbeld
Kappen
Krullend
Krullende
untadosAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt
del fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
y idBegeef je!
Ga!
Kar!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!
Verloop!
rellenándolosHen vullend conDoor
Met
Per
Samen met
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
(cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid
! soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la mitadDe helft porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
sube(Het) rijst
Beklim!
Bestijg!
Breng naar boven!
Draag naar boven!
Ga naar boven!
Ga omhoog!
Ga op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in de
 trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Klim!
Kom op!
Rijs!
Sta op!
Stap in de trein!
Stap in!
Stijg!
Verrijs!
Was!
bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
). CocedloKook het al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
regularGaat wel
Gaat zijn gangetje
Gewoon
Matig
Matige
Middelmatig
Middelmatige
Regelen
Regelmatig
Regelmatige
Regulier
Reguliere
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
20-30 minutosMinuten. (yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
loDe
Hem
Het
U
veréisJullie zullen bekijken
Jullie zullen kijken
Jullie zullen zien
y sinoDoch
Echter
Maar
pinchadPik!
Priem!
Prik
Prik door!
Prik!
Steek!
con un palilloMet een tandenstoker y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren
es queDat komt omdat
Want
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
listasBanden
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderellen
Cedels
Ceinturen
Ceintuurs
Celen
Deelnemerslijsten
Gerede
Gereed
Keuzelijsten
Klaar
Klare
Lijsten
Loonstaten
Menu's
Presentielijsten
Rap
Rappe
Repen
Rollen
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaarten
Staten
Strepen
Stroken
Tabellen
Vlug
Vlugge
Wapenbalken
). SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
osJe
Jullie
gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren
conDoor
Met
Per
Samen met
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels
picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
, peroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
hacéisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
Maken jullie
suprimidLaat achterwege!
Onderdruk
Schaf af!
una parteEen aandeel
Een bonk
Een brok
Een deel
Een eindje
Een gedeelte
Een homp
Een onderdeel
Een part
Een portie
Een rantsoen
Een stuk
Een stukje
Een taks
Een zijde
de la harinaDe bloem
Het meel
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Almendra   Cuchara de madera   Magdalenas   Salar   Vainilla  


MagdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes

Ingredientes:
33
Drie
huevosEieren
33
Drie
tazasBekers
Kopjes
Koppen
pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
de azúcarSuiker
22
Twee
tazasBekers
Kopjes
Koppen
de lecheMelk
66
Zes
tazasBekers
Kopjes
Koppen
pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
de harinaBloem
Meel
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
llenarAanvullen
Bijwerken
Completeren
Dempen
Invullen
Spekken
Stoppen
Vol maken
Voleinden
Volmaken
Volschenken
Vullen
del todoGeheel
22
Twee
cucharitasLepeltjes
Theelepels
de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem
(yoEgo
Ik
pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
)
corteza de limónCitroenschil ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
.

Preparación:
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen
el hornoDe kachel
De oven
. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren
en batidoraBlender
Mixer
los huevosDe eier
De eieren
y el azúcarDe suiker. AgregarBijmengen
Toevoegen
los demásDe anderen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten
, mezclandoMengend
Mixend
Temperend
Vermengend
Verwarrend
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
. PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
los moldesDe afdrukken
De gietvormen
De vormen
y colocarlosPlaats ze en la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad
del hornoKachel
Oven
. Llenarlos conDoor
Met
Per
Samen met
cucharaEetlepel
Lepel
Soeplepel
. HornearBakken hasta queTot
Totdat
se levanteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
Rijst
Zich opheft
y se doren(Zij) worden bruin
Zij/ze worden bruin
. Y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Batidora   Magdalenas  


MagdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes



Ingredientes: (3030
Dertig
magdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes
)
33
Drie
huevosEieren.
250 ml. de lecheMelk.
250 gramosGrammen de azúcarSuiker.
La ralladuraDe geraspte snippers de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen
y de una naranjaEen appelsien
Een oranjeappel
Een sinaasappel
.
350 gramosGrammen de de harinaBloem
Meel
.
200200
Tweehonderd
ml. de aceite de girasolZonnebloemolie o maízMaïs.
32 gramosGrammen de levadura en polvoRijsmiddel in poedervorm (dos2
Do's
Twee
Tweede
sobresBriefomslagen
Couverten
Enveloppen
Jij/je bent in overvloed
 aanwezig
Jij/je bent te veel
Jij/je blijft over
Jij/je gaat te boven
Jij/je houdt over
Jij/je overtreft
).
CápsulasCapsules
Doosvruchten
Houdertjes
Kapseltjes
Zaadhuisjes
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
magdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes


Preparación:
SepararAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen
las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
de las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels
de los huevosDe eier
De eieren
.
BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan
las claras a punto de nieveDe eisneeuw
De stijfgeklopte eiwitten
. (CuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid
conDoor
Met
Per
Samen met
estoDeze
Dit
, tenemos queWij moeten
Wij/we behoren
Wij/we dienen
Wij/we horen
Wij/we moeten
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
caerAfvallen
Geraken
Laten vallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Vervallen
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje
de yemaBot
Eidooier
Knop
Uitspruitsel
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
estoDeze
Dit
ocurriera(Het) gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
 hand
Ik gebeurde
Ik geschiedde
Ik kwam voor
Ik overkwam
Ik viel voor
Ik vond plaats
Ik was aan de
 hand
la claraHet eiwit noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
montaría(Het) zou omhoog komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou berijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bestijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou binnengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou binnenlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ingaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou instappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou klimmen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kloppen (eiwit,
 room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou monteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou naar boven
 gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opzetten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou stijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zetten
Ik zou begaan
Ik zou berijden
Ik zou bestijgen
Ik zou binnengaan
Ik zou binnenlopen
Ik zou ingaan
Ik zou instappen
Ik zou klimmen
Ik zou kloppen (eiwit,
 room)
Ik zou monteren
Ik zou naar boven
 gaan
Ik zou opgaan
Ik zou opzetten
Ik zou rijden
Ik zou rijzen
Ik zou stijgen
Ik zou zetten
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se podría(Zij) zouden conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven
el puntoDe spikkel
De stip
De/het mespunt
Het gegeven
Het oog
de nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
). BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan
con energíaEnergiek
Veerkrachtig
Wilskrachtig
, conDoor
Met
Per
Samen met
una varillaEen balein
Een garde
Een klopper
Een lange, dunne roede
Een onderkaakbeen
de pasteleríaBanketbakkerij
Gebak
Koekbakkerij
.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
tengamosLaten we bijhouden
Laten we erop nahouden
Laten we hebben
Laten we houden
Laten we vasthouden
Wij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
las claras a punto de nieveDe eisneeuw
De stijfgeklopte eiwitten
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend
.
El azúcarDe suiker.
Las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels
.
La lecheDe melk.
La ralladuraDe geraspte snippers del limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
y naranjaAppelsien
Oranje
Oranjeappel
Sinaasappel
.
La harinaDe bloem
Het meel
.
La levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel
.
El aceiteDe olie
De olijfolie
.
MejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
hacemosMaken wij
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit
por eseDat
Die
ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
.
Nos(Aan) ons
Ons
tiene que quedar(Er) moet (over)blijven una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta
claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik!
.
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
todas lasAlle cápsulasCapsules
Doosvruchten
Houdertjes
Kapseltjes
Zaadhuisjes
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
rellenándolasHen vullend, loDe
Hem
Het
U
podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
conDoor
Met
Per
Samen met
una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel
soperaSoep-
Soepbord
, intentarAanpassen
Beproeven
Passen
Pogen
Proberen
Toetsen
Trachten
Uitproberen
Van plan zijn
Voorhebben
Voornemens zijn
Zich voorstellen
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden
de la cápsulaDe capsule
De doosvrucht
Het houdertje
Het kapseltje
Het zaadhuisje
, de esaDat
Die
maneraManier
Trant
Wijze
irá(Het) zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
extendiéndoseZich rekkend
Zich uitrekkend
Zich uitstrekkend
a parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
y te saldránZij zullen worden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
redonditas, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
las llenesJij vult
Jij/je completeert
Jij/je dempt
Jij/je maakt vol
Jij/je schenkt vol
Jij/je spekt
Jij/je stopt
Jij/je voleindt
Jij/je vult
Jij/je vult aan
Jij/je vult in
Jij/je werkt bij
, dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
por la mitadDe helft de la cápsulaDe capsule
De doosvrucht
Het houdertje
Het kapseltje
Het zaadhuisje
, alNaar de
Naar het
cocerBakken
Koken
aumenta(Het) neemt toe
Doe toenemen!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt sterker
Neem toe!
Stijg!
Vergroot!
Verhoog!
Vermeerder!
Wakker aan!
Word sterker!
bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije
suHaar
Hun
Uw
Zijn
tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid
.
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
el hornoDe kachel
De oven
a una temperaturaEen temperatuur de unosVan zo´n 250º, llenarAanvullen
Bijwerken
Completeren
Dempen
Invullen
Spekken
Stoppen
Vol maken
Voleinden
Volmaken
Volschenken
Vullen
la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad
conDoor
Met
Per
Samen met
las magdalenasDe cakejes
De madeleines
De magdalena's
De magdalena-cakejes
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pongasJij/je brengt op
Jij/je brengt op gang
Jij/je doet
Jij/je doet aan
Jij/je krijgt aan de
 praat
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je legt op
Jij/je plaatst
Jij/je schakelt in
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je trekt aan
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet aan
Jij/je zet neer
demasiadasAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te erg
Te veel
Uiterst
Uiterste
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
99
Negen
magdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes
, tenéis queJullie behoren
Jullie dienen
Jullie horen
Jullie moeten
vigilarBewaken
In de gaten houden
Letten op
Waken
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se quemenVerbranden
Zij/ze branden
Zij/ze branden aan
Zij/ze branden zich
, tardanDuren
Zij/ze blijven achter
Zij/ze blijven lang weg
Zij/ze blijven na
Zij/ze doen lang over
 iets
Zij/ze dralen
Zij/ze duren
Zij/ze talmen
Zij/ze treuzelen
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
en cocerseKoken, peroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
necesitan(Zij) hebben nodig
Zij/ze behoeven
Zij/ze hebben nodig
Zij/ze hoeven
Zij/ze zijn toe aan
el tiempoDe poos
De tijd
De weersomstandigheden
De werkwoordstijd
Het weder
suficienteVoldoende para queOpdat
Zodat
se cuezan(Zij) garen por dentroVan binnen, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
hornoKachel
Oven
es diferenteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uiteen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschilt
, por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende
tener cuidadoAcht slaan op
Letten op
Opletten
Oppassen
Passen op
sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk
en la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
tandaItem que hagáisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
, en los siguientesAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende
controlarAflezen
Controleren
Checken
Erop letten
Nakijken
Surveilleren
Toezien
el tiempoDe poos
De tijd
De weersomstandigheden
De werkwoordstijd
Het weder
de la primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
, y procurarBezorgen
Moeite doen
Pogen
Proberen
Streven
Trachten
Uitreiken
Verschaffen
Verstrekken
Zich beijveren
Zoeken
Zorgen dat
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad
a una alturaEen hoogte
Een verhevenheid
mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!
del hornoKachel
Oven
.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer
las pruebesJij probeert
Jij/je adstrueert
Jij/je beproeft
Jij/je bewijst
Jij/je bezoekt
Jij/je maakt waar
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je proeft
Jij/je staaft
Jij/je stelt op de
 proef
Jij/je toetst
Jij/je toont aan
Jij/je wijst uit
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
querrásJij zult willen
Jij/je zal beminnen
Jij/je zal houden van
Jij/je zal liefhebben
Jij/je zal willen
otrasAnder
Andere
Nog één
, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
idealesIdeaal
Ideale
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
los niñosDe jongens
De kinder
De kinderen
De kinders
en los desayunosDe ontbijten, y tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
la garantíaDe garantie
De waarborg
De waarborging
De wisselborgtocht
Het aval
Het delcredere
de lo queDat wat
Wat
lesHen
Hun
U
estáisJullie bevinden je
Jullie bevinden zich
Jullie liggen
Jullie zijn
Jullie zitten
dandoAangevend
Door te geven
Gevend
Opbrengend
Toebrengend
Toekennend
Verlenend
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
componenteBestanddeel
Component
Onderdeel
químicoChemicus
Chemisch
Chemische
Scheikundig
Scheikundige
, niEn niet
Evenmin
Noch
aditivoAdditief
Additieve
Toevoegend
Toevoegende
Toevoeging
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
recomendableAanbevelenswaard
Aanbevelenswaardig
Aanbevelenswaardige
Aanbevelingswaardig
.
Las puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je mag
mantenerErop nahouden
Houden
Onderhouden
en bolsasBeursgebouwen
Beurzen
Geldbuidels
Handelsbeurzen
Handtassen
Portemonnees
Tassen
Zakken
de plásticoKunststof
Plastic
Plastisch
Plastische
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
díasDagen
Etmalen
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Cada   Cada   Limón   Magdalenas   Maíz   Naranja   Nieve  


MagdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes



Ingredientes:
300300
Driehonderd
grs. de harinaBloem
Meel
, 33
Drie
huevosEieren, 250 grs. de azúcarSuiker, 11
Een
/44
Vier
litroLiter de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
, 11
Een
,25dl. de lecheMelk (125 grs.), 22
Twee
sobresBriefomslagen
Couverten
Enveloppen
Jij/je bent in overvloed
 aanwezig
Jij/je bent te veel
Jij/je blijft over
Jij/je gaat te boven
Jij/je houdt over
Jij/je overtreft
de gaseosaGas-
Limonade
Priklimonade
, la ralladuraDe geraspte snippers de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen
(a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat
verdeGroen
Groene
), una pizcaEen kleine beetje
Een snufje
de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
y azúcarSuiker y canelaKaneel paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
adornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren
.

Preparación:
Se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
dos2
Do's
Twee
Tweede
montonesBergen
Boelen
Drommen
Hoopjes
Hopen
Massa's
Menigten
Menigtes
Scharen
Stapels
Troepen
conDoor
Met
Per
Samen met
la harinaDe bloem
Het meel
, en uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden
los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's
sobresBriefomslagen
Couverten
Enveloppen
Jij/je bent in overvloed
 aanwezig
Jij/je bent te veel
Jij/je blijft over
Jij/je gaat te boven
Jij/je houdt over
Jij/je overtreft
azulesBlauw
Blauwe
Blauwen
Lazuren
y en el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
, los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's
sobresBriefomslagen
Couverten
Enveloppen
Jij/je bent in overvloed
 aanwezig
Jij/je bent te veel
Jij/je blijft over
Jij/je gaat te boven
Jij/je houdt over
Jij/je overtreft
blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte
, se amasanMen kneedt un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
los montonesDe bergen
De boelen
De drommen
De hopen
De massa's
De menigten
De menigtes
De scharen
De stapels
De troepen
por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen
para queOpdat
Zodat
se integrenZij/ze integreren
Één worden
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
las gaseosasDe limonades
De priklimonades
en la harinaDe bloem
Het meel
, una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
mezcladasDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
las harinasDe bloemen se reservanMen zet weg sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
juntarAaneenvoegen
Bijeenbrengen
Bijeenvoegen
Ineenzetten
Samenbrengen
Samenstellen
Samenvoegen
Verenigen

Se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd
los huevosDe eier
De eieren
y se vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Men gaat
añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend
una pizcaEen kleine beetje
Een snufje
de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
, la ralladura de limónDe citroenrasp, la lecheDe melk, el azúcarDe suiker y por últimoTenslotte se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
 de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich
los montonesDe bergen
De boelen
De drommen
De hopen
De massa's
De menigten
De menigtes
De scharen
De stapels
De troepen
de harinaBloem
Meel
y se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan
a la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren
. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
se vierteMen giet en los moldesDe afdrukken
De gietvormen
De vormen
, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
previamenteEerst
Vooraf
se habránZij/ze zullen het met
 iemand aan de stok krijgen
Zij/ze zullen zich gedragen
Zij/ze zullen zich met
 iemand meten
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
cápsulasCapsules
Doosvruchten
Houdertjes
Kapseltjes
Zaadhuisjes
o papelesPapieren
Rollen
para queOpdat
Zodat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se pegueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt aan
Vastbakt
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
alNaar de
Naar het
moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm
. Se espolvoreaMen bestrooit un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat
de azúcarSuiker mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
conDoor
Met
Per
Samen met
canela en polvoKaneelpoeder paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
adornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren
.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer
estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u!
todos losAlle moldesAfdrukken
Gietvormen
Vormen
listosBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
llevarAanhebben
Berekenen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
, se metenMen plaatst
Zij/ze mengen zich
Zij/ze stappen ergens in
a 190º o 200200
Tweehonderd
º duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
1010
Tien
minutosMinuten aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
o hasta queTot
Totdat
subanBeklimt u!
Bestijgt u!
Brengt u naar boven!
Draagt u naar boven!
Gaat u naar boven!
Gaat u omhoog!
Gaat u op!
Klimt u!
Komt u op!
Rijst u!
Rijzen
Staat u op!
Stapt u in de
 trein!
Stapt u in!
Stijgt u!
Verrijst u!
Wast u!
Zij/ze beklimmen
Zij/ze bestijgen
Zij/ze brengen naar boven
Zij/ze dragen naar boven
Zij/ze gaan naar boven
Zij/ze gaan omhoog
Zij/ze gaan op
Zij/ze klimmen
Zij/ze komen op
Zij/ze rijzen
Zij/ze staan op
Zij/ze stappen in
Zij/ze stappen in de
 trein
Zij/ze stijgen
Zij/ze verrijzen
Zij/ze wassen
y se doren(Zij) worden bruin
Zij/ze worden bruin
.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
se puedenMen kan hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
conDoor
Met
Per
Samen met
levadura químicaBakpoeder, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
las queWie
Zij die
tuJe
Jouw
queríasJij wilde
Jij/je beminde
Jij/je had lief
Jij/je hield van
Jij/je wilde
Jij/je wou
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
, y sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
de fácilesGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
.
Y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
hacerlas las cantidadesDe boelen
De grootheden
De hoeveelheden
De kwantiteiten
De sterkten
De sterktes
teJe
Jou
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
, peroDoch
Echter
Maar
en vez deIn plaats van
In stede van
gaseosasGas-
Limonades
Priklimonades
, se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
levadura químicaBakpoeder (Royal) y hay queMen moet batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan
muy bienBest
Heel goed
Prima
y dejarlaHen laten
Laten
reposarLaten rusten
Rusten
un ratoEen poos
Een poosje
Een tijdje
Eventjes
.
TeJe
Jou
la pondréIk zal
Ik zal aan de
 praat krijgen
Ik zal aandoen
Ik zal aantrekken
Ik zal aanzetten
Ik zal doen
Ik zal inschakelen
Ik zal leggen
Ik zal neerleggen
Ik zal neerzetten
Ik zal op gang
 brengen
Ik zal opbrengen
Ik zal opleggen
Ik zal plaatsen
Ik zal steken
Ik zal stellen
Ik zal stoppen
Ik zal vlijen
Ik zal zetten
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men
de un principioEen aanhef
Een aanvang
Een begin
Een beginsel
Een grondbeginsel
Een hors d'oeuvre
Een ontstaan
Een principe
Een voorgerecht
y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
podrásJij/je zal kunnen
Jij/je zal mogen
elegirKiezen
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen
: PrimeramenteAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst
hay queMen moet batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan
las claras a punto de nieveDe eisneeuw
De stijfgeklopte eiwitten
y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se le añadenMen voegt er aan
 toe
Men voegt eraan toe
las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels
batidasDoorgeroerd
Drijfjachten
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjachten
Omgeroerd
de antemanoBij voorbaat
Op voorhand
Van te voren
Van tevoren
Vooraf
, poco a pocoBeetje bij beetje
Geleidelijk
Langzamerhand
Zoetjes aan
para queOpdat
Zodat
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se bajenZe inzakken
Zij/ze bukken zich
Zij/ze stappen uit
las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se le añadeMen voegt er aan
 toe
Men voegt eraan toe
el azúcarDe suiker, la lecheDe melk y por últimoTenslotte la harinaDe bloem
Het meel
conDoor
Met
Per
Samen met
la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel
mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
y la raspaduraHet krassen
Het raspsel
Het schrabben
Het schrapen
Het schrappen
de limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
, se bateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Men klopt
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
para queOpdat
Zodat
se integre(Het) neemt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze integreert
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel
y se vierteMen giet en los moldesDe afdrukken
De gietvormen
De vormen
. Se leHaar
Hem
Het
U
pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
el AzúcarDe suiker conDoor
Met
Per
Samen met
canelaKaneel y se mete al hornoMen plaats in de
 oven
y se cuecenWorden gekookt. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
importanteBelangrijk
Belangrijke
Erg
Erge
Ernstig
Ernstige
Voornaam
Voorname
Zwaar
Zwaarwichtig
Zwaarwichtige
Zware
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken
el hornoDe kachel
De oven
mientrasTerwijl se estánZij/ze blijven cociendoBakkend
Kokend
las magdalenasDe cakejes
De madeleines
De magdalena's
De magdalena-cakejes
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
subirían(Zij) zouden rijzen
Zij/ze zouden beklimmen
Zij/ze zouden bestijgen
Zij/ze zouden in de
 trein stappen
Zij/ze zouden instappen
Zij/ze zouden klimmen
Zij/ze zouden naar boven
 brengen
Zij/ze zouden naar boven
 dragen
Zij/ze zouden naar boven
 gaan
Zij/ze zouden omhoog gaan
Zij/ze zouden opgaan
Zij/ze zouden opkomen
Zij/ze zouden opstaan
Zij/ze zouden rijzen
Zij/ze zouden stijgen
Zij/ze zouden verrijzen
Zij/ze zouden wassen
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
 schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
 te
Zij/ze zijn verschuldigd
y se caería(Het) zou instorten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afvallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afvallig worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou naar beneden
 vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitvallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vallen
la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Azul   Canela   Limón   Magdalenas   Verde  


MagdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes



Ingredientes:
33
Drie
huevosEieren
11
Een
limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon

130 gr de azúcarSuiker
11
Een
copitaDrankje
Glaasje
de anísAnijs
Anijszaad
Groene anijs
Nieszaad
Wilde pimpernel

130 gr de harinaBloem
Meel

130 gr de margarinaMargarine vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische

33
Drie
cucharaditasTheelepeltjes de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem
Royal y moldesAfdrukken
Gietvormen
Vormen
de papelPapier
Rol


Preparación:
Se rallaMen raspt la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel
del limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
.
Se derriteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt vloeibaar
Men smelt
la margarinaDe margarine en un cazoEen sauspan (que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
 kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
 kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
 kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u!
)
MezcladGooi door elkaar!
Meng
Meng!
Mix!
Temper!
Vermeng!
Verwar!
la harinaDe bloem
Het meel
conDoor
Met
Per
Samen met
la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel
.
En el recipienteDe bak
De kom
De pot
De pul
De schaal
De vaas
de la batidoraDe blender
De mixer
echadBegin handel te drijven
 met!
Gooi
Gooi erop!
Gooi!
Heb aandeel in!
Jaag weg!
Keil!
Kondig aan!
Krijg!
Laat aan het lot
 over!
Leg op!
Maak bekend!
Maak vast!
Neem!
Schat!
Schenk in!
Sla uit!
Smijt!
Speel een partijtje!
Speel uit!
Spreek uit!
Stort!
Strooi!
Stuur weg!
Tank!
Treed op in!
Uit!
Voeg toe!
Voer op!
Wed!
Wedijver!
Werp!
Zeg!
Zend weg!
Zet buiten de deur!
los huevosDe eier
De eieren
, el azúcarDe suiker y las ralladuras del limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
.
Se bateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Men klopt
duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
ratoPoos
Poosje
Tijdje
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven
una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
esponjosaSponsachtig
Sponsachtige
.
Se le añadeMen voegt er aan
 toe
Men voegt eraan toe
el anísDe anijs
De groene anijs
De wilde pimpernel
Het anijszaad
Het nieszaad
y se sigueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Men gaat door
batiendoDoorroerend
Houwend
Klappend
Kloppend
Meppend
Omroerend
Roerend
Slaand
fuertementeKrachtig
Stevig
. (el zumoHet vruchtensap de los limonesDe citroenbladen
De citroenen
De limoenen
)
IncorporadBouw in!
Voeg toe
Voeg toe!
la margarinaDe margarine y la harinaDe bloem
Het meel
conDoor
Met
Per
Samen met
la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel
, peroDoch
Echter
Maar
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
mezclándoloHet vermengend todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
suavementeZacht
Zachtjes
a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
conDoor
Met
Per
Samen met
una espátulaEen bakspatel
Een lepelaar
Een plamuurmes
Een roerspaan
Een spaan
Een spatel
Een verfmes
.
Se llenanMen vult los moldesDe afdrukken
De gietvormen
De vormen
de papelPapier
Rol
procurandoBezorgend
Moeite doend
Pogend
Proberend
Strevend
Trachtend
Uitreikend
Verschaffend
Verstrekkend
Zich beijverend
Zoekend
Zorgend dat
que quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
 bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling
vacíosHol
Holen
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacua
Vacuüms
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
: en el hornoDe kachel
De oven
las magdalenasDe cakejes
De madeleines
De magdalena's
De magdalena-cakejes
doblan(Zij) verdubbelen
Zij/ze buigen
Zij/ze buigen door
Zij/ze buigen krom
Zij/ze buigen om
Zij/ze krommen
Zij/ze plooien
Zij/ze synchroniseren na
Zij/ze verbuigen
Zij/ze vouwen
Zij/ze vouwen dubbel
Zij/ze vouwen om
suHaar
Hun
Uw
Zijn
volumenBand
Boekdeel
Deel
Inhoud
Luidheid
Volume
.
TiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
de cocciónBakken
Koken
: unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
1515
Vijftien
minutosMinuten.
EvidentementeBlijkbaar
Duidelijk
Klaarblijkelijk
Natuurlijk
Vanzelfsprekend
el hornoDe kachel
De oven
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
antes deAlvorens te
Voor
meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten
las magdalenasDe cakejes
De madeleines
De magdalena's
De magdalena-cakejes
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
a 200200
Tweehonderd
ºc aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Anís   Limón   Magdalenas  


MagdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes



Ingredientes:
44
Vier
huevosEieren,
200200
Tweehonderd
gr. de azúcarSuiker,
200200
Tweehonderd
gr. de mantequillaBoter
Roomboter
(peroDoch
Echter
Maar
a miMi
Mijn
me parecíaHet leek me
Ik aardde
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op
muchaVeel
Vele
Zeer
Zere
, puseIk bracht op
Ik bracht op gang
Ik deed
Ik deed aan
Ik kreeg aan de
 praat
Ik legde
Ik legde neer
Ik legde op
Ik plaatste
Ik schakelde in
Ik stak
Ik stelde
Ik stopte
Ik trok aan
Ik vlijde
Ik zette
Ik zette aan
Ik zette neer
Zette
menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
, y me quedaronZe werden bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
),
200200
Tweehonderd
gr. de harinaBloem
Meel
,
11
Een
sobrecitoEnvelopje de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem
.

Preparación:
MétodoMethode: Se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd
los huevosDe eier
De eieren
conDoor
Met
Per
Samen met
el azúcarDe suiker hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen
una mezclaEen artsenijmengsel
Een melange
Een mengeling
Een mengelmoes
Een mengen
Een mengsel
Een mix
Een mixen
Een mixtuur
Een temperen
Een vermengen
Een vermenging
Een verwarren
esponjosaSponsachtig
Sponsachtige
.
Se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd
la mantequillaDe boter
De roomboter
previamenteEerst
Vooraf
derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt
.
Se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd
la harinaDe bloem
Het meel
mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
conDoor
Met
Per
Samen met
la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel
.
Se mezclaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich onder
 de mensen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich dooreen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaagschapt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt zich
Men mengt
muy bienBest
Heel goed
Prima
.
Se cogenMen pakt los papelitosPapiertjes rizadosGefriseerd
Gegroefd
Gekapt
Gekroesd
Gekroesde
Gekruld
Gekrulde
Krullend
Krullende
de las magdalenasDe cakejes
De madeleines
De magdalena's
De magdalena-cakejes
.
Se hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
mezclaArtsenijmengsel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Melange
Meng!
Mengeling
Mengelmoes
Mengen
Mengsel
Mix
Mix!
Mixen
Mixtuur
Temper!
Temperen
Vermeng!
Vermengen
Vermenging
Verwar!
Verwarren
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la mitadDe helft, !cuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid
, suben(Zij) rijzen
Zij/ze beklimmen
Zij/ze bestijgen
Zij/ze brengen naar boven
Zij/ze dragen naar boven
Zij/ze gaan naar boven
Zij/ze gaan omhoog
Zij/ze gaan op
Zij/ze klimmen
Zij/ze komen op
Zij/ze rijzen
Zij/ze staan op
Zij/ze stappen in
Zij/ze stappen in de
 trein
Zij/ze stijgen
Zij/ze verrijzen
Zij/ze wassen
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
!
Se meten enZij/ze bemoeien zich met el hornoDe kachel
De oven
previamente calentadoVoorverwarmd, y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
 iets
Zij/ze worden terneergeslagen
una media horaEen halfuur más o menosMeer of minder
Ongeveer
.



De los siguientes palabras hay una foto:
Magdalenas  


MagdalenasCakejes
Madeleines
Magdalena's
Magdalena-cakejes



Ingredientes:
22
Twee
HuevosEieren
200200
Tweehonderd
grs azúcarSuiker
11
Een
vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat
de lecheMelk
11
Een
/22
Twee
vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat
de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!

11
Een
/22
Twee
sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
de levaduraGist
Rijsmiddel
Zuurdesem

250 grs. harinaBloem
Meel

200200
Tweehonderd
grs chocolate negroDonkere chocolade (sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
lecheMelk, en trocitosStukjes)
MoldesAfdrukken
Gietvormen
Vormen
de papelPapier
Rol
rizadoFriseren
Gefriseerd
Gegroefd
Gekapt
Gekroesd
Gekroesde
Gekruld
Gekrulde
Geribbeld
Kappen
Krullend
Krullende


Preparación:
Se batenMen klopt
Zij/ze kampen
Zij/ze strijden
Zij/ze vechten
Zij/ze voeren strijd
los huevosDe eier
De eieren
conDoor
Met
Per
Samen met
el azúcarDe suiker y se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd
la lecheDe melk, mezclándoloHet vermengend bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
. Se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe
el aceiteDe olie
De olijfolie
y se sigueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Men gaat door
mezclandoMengend
Mixend
Temperend
Vermengend
Verwarrend
. Por otro ladoOverkant
Overzijde
, se tamizanMen zeeft juntasBesturen
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je stelt samen
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Jij/je voegt bijeen
Jij/je voegt samen
Jij/je zet ineen
Junta's
Naden
Vergaderingen
Voegen
Zittingen
la harinaDe bloem
Het meel
y la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel
y se agregaMen voegt toe a la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren
anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
. Por últimoTenslotte se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan
los trocitosDe stukjes de chocolateChocola
Chocolade
Chocolademelk
a la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
.
Se llenanMen vult los moldesDe afdrukken
De gietvormen
De vormen
de papelPapier
Rol
, dejandoAchterlatend
In de steek latend
Latend
Latend begaan
Latend schieten
Legaterend
Lenend
Loslatend
Nalatend
Opleverend
Overlatend
Toestaand
Toevertrouwend
Verlatend
Vermakend
Verzuimend
Zich verlatend van
un centímetroEen centimeter
Een cm
Een cm.
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el bordeDe band
De boord
De kant
De rand
De zoom
del papelPapier
Rol
. Se leHaar
Hem
Het
U
pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
un puñaditoVuistje de azúcarSuiker en el medioDe doorsnee
De helft
De matiging
De middelmaat
De omgeving
De tussenstof
De tweeling
De/het remedie
Het half
Het instrument
Het medium
Het middel
Het midden
Het milieu
de la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
y se mete al hornoMen plaats in de
 oven
a 180º duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
2525
Vijfentwintig
minutosMinuten.



De los siguientes palabras hay una foto:
Magdalenas   Puñadito