RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor!
:


CompotaBowl
Compote
Jam
Moes
de cerezasKersen
Zoete kersen



Preparación:
ElegirKiezen
Selecteren
Uitkiezen
Uitlezen
Uitpikken
Uitzoeken
Verkiezen
cerezasKersen
Zoete kersen
madurasBelegen
Bezonken
Jij/je rijpt
Jij/je wordt volwassen
Rijp
Rijpe
de pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
y sanasFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Jij/je geneest
Jij/je heelt
Jij/je wordt beter
Valide

LavarlasHen wassen bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
el grifoDe kraan
De tap
De tapkraan
, escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen
, sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
los cabos y deshuesarOntpitten
Uitbenen
.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten
en rejillaBagagenet
Rooster
y espolvorearBepoederen
Bestrooien
conDoor
Met
Per
Samen met
azúcarSuiker.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak
44
Vier
clavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers
de especiaKruid
Kruiderij
Specerij
, 400400
Vierhonderd
grs. de azúcarSuiker por cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
kiloKilo
Kilogram
de cerezasKersen
Zoete kersen
y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
las cerezasDe kersen
De zoete kersen
. CubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken
conDoor
Met
Per
Samen met
aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
.
CocerBakken
Koken
por 2525
Vijfentwintig
minutosMinuten a fuego vivoHoog vuur y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
bajarAfdalen
Afgaan
Afslaan
Afstappen
Aftrekken
Dalen
Korten
Korting geven
Naar beneden gaan
Neerlaten
Uitstappen
Verlagen
Verzakken
Wegzakken
Zakken
Zinken
el fuegoHet vuur alNaar de
Naar het
mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige
y seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
cociendoBakkend
Kokend
hasta queTot
Totdat
el almíbar hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
espesadoDik geworden
Dikker gemaakt
Gebonden
Verdikt
.
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van
enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen
y vertirStorten en compoteraJampot que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
cubrirseBedekken
Betrekken
Zich beschermen
Zich dekken
conDoor
Met
Per
Samen met
papel vegetalVetvrij papier.



De los siguientes palabras hay una foto:
Agua   Cada   Cada   Haya