GrasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette de los animalesDe beesten
De dieren, fundamentalmenteEigenlijk
In feite
In laatste instantie del cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn. ImprescindibleNoodzakelijk
Noodzakelijke
Onmisbaar
Onmisbare en pucheros y ollasBakken
Dozen
Emmers
Etuis
Flessen
Foedralen
Kannen
Kisten
Kokers
Kookpannen
Kookpotten
Korven
Kratten
Kruiken
Pannen
Potten
Soepketels
Urnen
Vaten
Zakken: se preparaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich op
Men bereidt de docenasDozijnen de formasFormaliteiten
Gedaanten
Gedaantes
Jij/je formeert
Jij/je gaat aan
Jij/je paradeert
Jij/je praalt
Jij/je prijkt
Jij/je pronkt
Jij/je vormt
Manieren
Vormen
Wijzen, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el ahumadoGerookt
Gerookte alNaar de
Naar het frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse, pasandoAangevend
Aanreikend
Doorbrengend
Doorlatend
Gebeurend
Halend door
Inhalend
Langsgaand
Langskomend
Omkomend
Overgaand
Overkomend
Overstekend
Passerend
Verdrijvend
Vergaand
Verlopend
Verstrijkend
Voorbijgaand por algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere de importaciónImport
Invoer comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el inevitableOnvermijdbaar
Onvermijdelijk
Onvermijdelijke BeiconBacon. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los pilaresPijlers
Pilaren
Steunpilaren de la cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis popularGeliefd
Geliefde
Getapt
Getapte
Populair
Populaire españolaIberische
Spaans
Spaanse.
EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
- Pollo al horno con verduras
- Fabada asturiana
- Tocino con manzanas
- Carne picada en lonchas de ternera
- Sopa de guisantes
- Albóndigas de acelgas
- Ciruelas con tocino
- Col de bruselas al tocino
- Ensalada mediterránea
- Frangollo (locro de maíz triturado)
- Frijoles con pezuña
- La discada
- Cocido andaluz
- Cocido español
- El cocido maragato
- Hallacas
- Tamales tolimenses
- Juan valerios
- Tamales antioqueños
- Pavo asado
- Chorizos caseros
- Paté a las dueñas
Pollo al horno conDoor
Met
Per
Samen met verdurasGroenten
Groentes
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
11
Een polloKip
Kippenvlees
Kuiken de 1400 gr.,
66
Zes papasAardappelen
Aardappels
Pausen medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen,
375 gr. de calabacitasBewaarpompoenen
Courgettes
Grote pompoenen
Kalebassen
Kürbissen
Reuzenpompoenen
Turkse mutsen
Winterpompoenen,
44
Vier cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne,
3030
Dertig gr. de mantequillaBoter
Roomboter,
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de zumo de limónCitroensap,
22
Twee filetesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën de tocinoSpek,
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!.
Preparación:
CalentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen el hornoDe kachel
De oven a 180º cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las papasAardappelen
Aardappels
Pausen, las calabacitasDe bewaarpompoenen
De courgettes
De grote pompoenen
De kalebassen
De kürbissen
De reuzenpompoenen
De turkse mutsen
De winterpompoenen y la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren las papasAardappelen
Aardappels
Pausen por la mitadDe helft y las calabacitasDe bewaarpompoenen
De courgettes
De grote pompoenen
De kalebassen
De kürbissen
De reuzenpompoenen
De turkse mutsen
De winterpompoenen en cubosBlokjes
Blokken
Dobbelstenen
Emmers
Klontjes
Kubussen
Naven
Wijnemmers. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren la mantequillaDe boter
De roomboter conDoor
Met
Per
Samen met el zumo de limónHet citroensap y untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige por dentroVan binnen y por fueraVan buiten.
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken en la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren los filetesDe biefstukken
De filets
De lijsten
De moten
De plakken
De randen
De rands
De richels
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën de tocinoSpek en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken y colocarlasPlaats ze sobre laOp de
Op het pechugaBorst del polloKip
Kippenvlees
Kuiken. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, la calabazaDe bewaarpompoen
De courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood y la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad más pequeñaKleiner y untarásJe zult insmeren
Jij/je zal aansmeren
Jij/je zal besmeren
Jij/je zal doorsmeren
Jij/je zal insmeren
Jij/je zal nat maken
Jij/je zal smeren conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten las dos2
Do's
Twee
Tweede bandejasBakblikken
Bakplaten
Bladen
Dienbladen
Presenteerbladen
Schenkbladen
Theebladen en el hornoDe kachel
De oven y asarBraden
Branden
Roosteren duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 11
Een horaTijd
Uur o hasta queTot
Totdat el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken esté cocido(Het) is gekookt
Is gekookt.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn conDoor
Met
Per
Samen met ejotesBonen verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes y brócoliBroccoli al vaporGestoomd.
De los siguientes palabras hay una foto:
Brócoli Pollo Verde
Fabada asturianaFabada asturiana
Spaanse witte bonensoep
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
44
Vier hebrasDraadjes
Vezels de azafránSaffraan
Saffraankrokus
200200
Tweehonderd gramosGrammen de chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst
500500
Vijfhonderd gramosGrammen de fabesWitte bonen uit asturias
250 gramosGrammen de lacón
200200
Tweehonderd gramosGrammen de morcillaBloedworst
Geestigheid
11
Een cucharaditaTheelepeltje de pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
250 gramosGrammen de tocinoSpek
Preparación:
Las fabesDe witte bonen uit
asturias, el chorizoDe chorizo
De knoflookworst
De pikante paprikaworst
De spaanse worst y la morcillaDe bloedworst
De geestigheid se debenZij/ze hebben veel verplichtingen
Zij/ze zijn te danken
Zij/ze zijn te wijten
Zij/ze zijn veel veplicht ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten la nocheDe avond
De nacht antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger a remojoIn de week (en recipientesBakken
Kommen
Potten
Pullen
Schalen
Vaten
Vazen aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!). Se cuecenWorden gekookt las fabesDe witte bonen uit
asturias conDoor
Met
Per
Samen met dos2
Do's
Twee
Tweede litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude alNaar de
Naar het fuegoVuur, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te esperarAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Voorzien
Wachten
Wachten op a que hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! se agregaMen voegt toe el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper, el azafránDe saffraankrokus o coloranteKleurstof, el aceiteDe olie
De olijfolie y todos losAlle demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder ingredientesBestanddelen
Ingrediënten. Se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen a fuegoVuur bAjíesimo duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens cuatro4
Vier o cinco5
Vijf horasTijden
Uren. AgregarBijmengen
Toevoegen aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude por tres vecesDrie keer
Driemaal cada vezElke keer
Steeds
Telkens que lleguen(Zij) komen
Arriveert u!
Brengt u door!
Geeft u aan!
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
Zij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden. Se remueveMen roert la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht conDoor
Met
Per
Samen met movimientoBewegen
Beweging
Drukte
Roeren
Slag
Verroeren
Zet de vaivénSchommel, nuncaNimmer
Nooit el contenidoDe inhoud. CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte se sazonanBrengt men op smaak
Men brengt op smaak conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Azafrán Pimentón
Tocino con manzanasHete bliksem
Ingredientes:400400
Vierhonderd gramosGrammen de tocinoSpek ahumadoGerookt
Gerookte entreveradoDoorregen
500500
Vijfhonderd gramosGrammen de manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken ácidasZure
Zuur
500500
Vijfhonderd gramosGrammen de manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken dulcesLekkernijen
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepjes
Versnaperingen
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheden
Zoetigheid
11
Een 11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde
11
Een/22
Twee cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
pimientaPeper
33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de melazaKeukenstroop
Melasse
Suikerstroop
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen el tocinoSpek y hervirloKoken a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! por espacio deGedurende 2525
Vijfentwintig minutosMinuten. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y quitarles el corazónHaal bij hen het
klokhuis eruit. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers en trozosIn stukken y agregarlosToevoegen alNaar de
Naar het tocinoSpek. A los 1515
Vijftien minutosMinuten, cuandoAls
Tijdens
Wanneer las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken el tocinoSpek de la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht y cortarloSnijd
Snijden en tiras deJij/je trekt aan 11
Een centímetroCentimeter
Cm
Cm. de grosorDikte aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat. CondimentarAssaisoner
Kruiden
Op smaak brengen las manzanasDe appelen
De appels
De huizenblokken y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers conDoor
Met
Per
Samen met pimientaPeper, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y la melazaDe keukenstroop
De melasse
De suikerstroop. MachacarFijnstampen
Stampen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime y adornarDecoreren
Opsieren
Sieren
Tooien
Uitdossen
Versieren conDoor
Met
Per
Samen met las tirasDe banden
De reepjes
De repen
De strepen
De stroken
De wapenbalken de tocinoSpek.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimienta
Carne picada en lonchas de terneraBlinde vinken
Ingredientes:44
Vier lonchasPlakken de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf (opcionalmenteNaar keuze escalopesEscalopes
Schnitzels de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn) o bistecBief
Bieflap
Biefstuk (de unosVan zo´n 6060
Zestig gramosGrammen cada unaElk)
22
Twee rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën de panBrood
Mik
Pan
lecheMelk
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala
6060
Zestig gramosGrammen de carne picadaGehakt
11
Een huevoEi
44
Vier lonchasPlakken de tocinoSpek magroMager
Mager (van vlees)
Magere o beiconBacon
Palillos de cóctelCocktailprikkers o hilo de algodónKatoendraad
11
Een cucharillaLepeltje
Theelepeltje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
migas de panBroodkruimels
Panure
mantequillaBoter
Roomboter o margarinaMargarine
Preparación:
DesmigarKruimelen
Verbrokkelen
Verkruimelen el panDe mik
Het brood y ponerlo a remojoLaten weken en la lecheDe melk hasta queTot
Totdat se ablande(Hij) week wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zacht
Ik maak zacht
Maakt u zacht!. MachacarloStamp het fijn conDoor
Met
Per
Samen met un tenedorEen dol
Een vork hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta homogéneaGelijksoortig
Gelijksoortige
Homogeen
Homogene. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la salHet zout, la nuez moscadaDe foelie
De muskaatnoot
De nootmuskaat
De pala y la carne picadaHet gehakt. FormarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una mezclaEen artsenijmengsel
Een melange
Een mengeling
Een mengelmoes
Een mengen
Een mengsel
Een mix
Een mixen
Een mixtuur
Een temperen
Een vermengen
Een vermenging
Een verwarren consistenteDicht
Dichte
Stevig
Stevige. SepararAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen la claraHet eiwit del huevoEi. UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes lonchaPlak de carneVlees conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de clara de huevoEiwit, cubrirlaBedek het bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart conDoor
Met
Per
Samen met la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje de la carne picadaHet gehakt, y envolverloOmwikkel het a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende en una lonchaEen plak de tocinoSpek que se fijaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt zich op
Men bevestigt con un palilloMet een tandenstoker de cóctelCocktail o un hilo de algodónEen katoendraad. EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen el restoDe rest
De stomp
De stronk de la claraHet eiwit del huevoEi, la yemaDe bot
De eidooier
De knop
Het uitspruitsel y el aceiteDe olie
De olijfolie en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs hondoDiep
Diepe y mezclarloMengen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. EspolvorearBepoederen
Bestrooien unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n migasGerecht van brood, worst
etc.
Jij/je verkruimelt
Kruimels
Migas en un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de papelPapier
Rol especialBijzonder
Bijzondere
Speciaal
Speciale paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! el hornoDe kachel
De oven. PasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan los rollosDe gezeuren
De rolladen
De rollades
De rollen
De toestanden de carneVlees por el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem y las migasDe kruimels
De migas
Het gerecht van brood,
worst etc.. DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de mantequillaBoter
Roomboter o margarinaMargarine en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan. CuandoAls
Tijdens
Wanneer la mantequillaDe boter
De roomboter esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!, colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten los rollosDe gezeuren
De rolladen
De rollades
De rollen
De toestanden en la sarténIn de pan gebakken y dorarlosAanbruinen. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. TaparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is utilizadoAangewend
Benut
Gebruikt
Te baat genomen
Toegepast
Waargenomen bistecBief
Bieflap
Biefstuk una horaEen tijd
Een uur). EliminarAfschaffen
Elimineren
Opdoeken
Uitmaken
Uitschakelen
Uitsluiten
Verwijderen
Wegdoen
Wegwerken con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig el hiloHet garen o los palillosDe geelwortelen
De geelwortels
De tandenstokers. UtilizarAanwenden
Benutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere de la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn conDoor
Met
Per
Samen met patatasAardappelen
Aardappels
Piepers y verdurasGroenten
Groentes cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Nuez moscada
Sopa de guisantesErwtensoep
RecetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een receptvoor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! de HolandaHolland
Nederland.
Ingredientes:
400400
Vierhonderd gramosGrammen de guisantesDoperwten
Erwten secosDor
Dore
Dorre
Droge
Droog o guisantes secos pelados y partidosSpliterwten
22
Twee litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
22
Twee cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
22
Twee puerrosOerpreien
Preien gruesosCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikten
Diktes
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Hoofdmachten
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheden
11
Een manojoBosje
Bundeltje
Handvol
Wis de hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij
11
Een tubérculoKnobbel
Knoest
Knol
Tuberkel de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
22
Twee manitas de cerdoVarkensvoorpootjes
pimientaPeper
tomilloEchte tijm
Keukentijm
Thijm
Tijm
Wintertijm
clavoDraadnagel
Ik sla in
Kruidnagel
Kruidnagelboom
Nagel
Spijker en polvoIn poedervorm
11
Een hoja de laurelLaurier
Laurierblad
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
11
Een salchicha ahumadaRookworst
150 gramosGrammen de tocinoSpek ahumadoGerookt
Gerookte
22
Twee patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
11
Een/22
Twee manojoBosje
Bundeltje
Handvol
Wis de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
pan de centenoRoggebrood o integralIntegraal
Volkoren
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen los guisantesDe doperwten
De erwten. HervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden 11
Een 11
Een/22
Twee litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los guisantesDe doperwten
De erwten. RemoverlosRoeren hasta queTot
Totdat hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! el aguaHet water. RetirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat del fuegoVuur y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten los guisantesDe doperwten
De erwten a remojoIn de week 88
Acht horasTijden
Uren por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals los guisantesDe doperwten
De erwten sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn secosDor
Dore
Dorre
Droge
Droog peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y partidosAchterbannen
Afgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Kampen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Partijen
Stemmen
Verdeeld
Vertrokken
Wedstrijden
Weggegaan, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node ponerlos a remojoLaten weken. HervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden los guisantesDe doperwten
De erwten conDoor
Met
Per
Samen met el aguaHet water (de remojoIk week) y la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen y cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren en trocitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne los puerrosDe oerpreien
De preien, las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij y el tubérculoDe knobbel
De knoest
De knol
De tuberkel de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen las verdurasDe groenten
De groentes a los guisantesDe doperwten
De erwten. LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las manitas de cerdoDe varkensvoorpootjes y añadirlasVoeg ze toe conDoor
Met
Per
Samen met la pimientaDe peper, el tomilloDe echte tijm
De keukentijm
De thijm
De tijm
De wintertijm, el clavoDe draadnagel
De kruidnagel
De kruidnagelboom
De nagel
De spijker y el laurelDe laurier
De lauwer
Het laurierblad. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen 11
Een/22
Twee litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. CocerBakken
Koken los guisantesDe doperwten
De erwten y las verdurasDe groenten
De groentes a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! en su puntoMedium gebakken. AgregarBijmengen
Toevoegen la salchichaDe braadworst
De saucijs
De worst
Het saucijsje
Het worstje y el tocinoSpek ahumadosGerookt
Gerookte y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers troceadasIn stukjes gesneden
In stukken gesneden y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. RetirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen las manitas de cerdoDe varkensvoorpootjes, la salchichaDe braadworst
De saucijs
De worst
Het saucijsje
Het worstje y el tocinoSpek de la sopaDe soep y removerRoeren
Verwijderen la sopaDe soep hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs conseguirBehalen
Bereiken
Buitmaken
Erin slagen om
Inhalen
Krijgen
Reiken tot
Verkrijgen
Vervolgen
Verwerven una cremaEen crème
Een custard
Een deelteken
Een puikje
Een room
Een trema
Een vla homogéneaGelijksoortig
Gelijksoortige
Homogeen
Homogene. OpcionalmenteNaar keuze utilizarAanwenden
Benutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen una batidoraEen blender
Een mixer. Volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat las manitas de cerdoDe varkensvoorpootjes y la salchichaDe braadworst
De saucijs
De worst
Het saucijsje
Het worstje cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen la sopaDe soep y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn la sopaDe soep conDoor
Met
Per
Samen met pan de centenoRoggebrood o pan integral y conDoor
Met
Per
Samen met lonchasPlakken finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere de tocinoSpek.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Apio Apio Clavo Hoja de laurel Perejil Pimienta Tomillo
AlbóndigasBitterballen
Gehaktballetjes
Vleesballetjes de acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
22
Twee kg de la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje verdeGroen
Groene de las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de acelgaBiet
Kroot
Snijbiet
Snijbietribben
Strandbiet
Warmoes
100100
Honderd gr de tocinoSpek
66
Zes clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere de huevoEi (reservamosWij zetten weg
Wij/we bespraken
Wij/we bespreken
Wij/we bestelden
Wij/we bestellen
Wij/we boeken
Wij/we boekten
Wij/we hielden open
Wij/we hielden vrij
Wij/we houden open
Wij/we houden vrij
Wij/we reserveerden
Wij/we reserveren
Wij/we tekenden in
Wij/we tekenen in
Wij/we zetten weg las 66
Zes yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels)
1010
Tien cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de harinaBloem
Meel
3030
Dertig cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de salsa de tomateKetchup
Tomatensaus
66
Zes cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de sidraAppelwijn
Appelwijn (alcoholvrij)
Cider secaDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis! (o vino blancoWitte wijn)
22
Twee pellizcosSnufjes
Snuifjes de pimientaPeper
22
Twee cucharillasLepeltjes
Theelepeltjes rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de bicarbonatoBicarbonaat
Zuiveringszout
Preparación:
QuitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen a las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes los hilosDe draden
De garens eEn impurezasOnzuiverheden y limpiarlasZe schoonmaken conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees en el fuegoHet vuur conDoor
Met
Per
Samen met bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!; cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend echaBegin handel te drijven
met!
Gooi erop!
Gooi!
Heb aandeel in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet buiten de
deur
Jaag weg!
Keil!
Kondig aan!
Krijg!
Laat aan het lot
over!
Leg op!
Maak bekend!
Maak vast!
Neem!
Schat!
Schenk in!
Sla uit!
Smijt!
Speel een partijtje!
Speel uit!
Spreek uit!
Stort!
Strooi!
Stuur weg!
Tank!
Treed op in!
Uit!
Voeg toe!
Voegt toe
Voer op!
Wed!
Wedijver!
Werp!
Zeg!
Zend weg!
Zet buiten de deur! loDe
Hem
Het
U verdeGroen
Groene de las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten masDoch
Echter
Maar
Plus dos2
Do's
Twee
Tweede cucharillasLepeltjes
Theelepeltjes rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de bicarbonatoBicarbonaat
Zuiveringszout. A los 2525
Vijfentwintig minutosMinuten de cocciónBakken
Koken refrescarlasHen afkoelen
Hen laten schrikken bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens escurrirlasLaat ze uitdruipen (el aguaHet water noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon).
ColocarlasPlaats ze en un chinoEen chinees
Een chinois; hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand para queOpdat
Zodat salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el aguaHet water posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke. En una tablaEen bord
Een deel
Een lijst
Een plank
Een tabel
Een tablet
Een tafel se picanHakt men bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart conDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes y se vuelven(Zij) worden
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om a meter enDoen in
Stoppen in el chinoDe chinees
De chinois
Het chinees haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten una servilletaEen servet en la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa y echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten que estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn en el chinoDe chinees
De chinois
Het chinees yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. RecogerAfhalen
Bijeenbrengen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen la servilletaHet servet, quedandoAfsprekend
Blijvend
In een bepaalde toestand
rakend
Overhoudend
Passend
Staand
Zijnd dentroBinnen
Daarbinnen
Erin las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten; hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren una pelotaEen bal
Een speelbal, y encima deAan
Boven op
Bovenop
Op la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen para queOpdat
Zodat salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. SoltarLoslaten
Losmaken la servilletaHet servet y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan; añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los 100100
Honderd gr de tocinoSpek muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picaditoFijngehakt
Heel fijn gesneden, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, dos2
Do's
Twee
Tweede pellizcosSnufjes
Snuifjes de pimientaPeper y 1010
Tien cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de harinaBloem
Meel. ConDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand, amasarDeeg kneden
Kneden todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, espolvorearBepoederen
Bestrooien la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa conDoor
Met
Per
Samen met bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije harinaBloem
Meel y conDoor
Met
Per
Samen met una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
montoncitosHoopjes (del tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid de tres3
Drie nuecesAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten); una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en montoncitosHoopjes, espolvorearBepoederen
Bestrooien por encima deAan
Boven
Over ellosHen
Ze
Zij conDoor
Met
Per
Samen met harinaBloem
Meel, redondearlosHen rond makend conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand y cuandoAls
Tijdens
Wanneer se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand redondeadoAfgerond
Afgeronde
Rondgemaakt todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, se vuelven(Zij) worden
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om a pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan por harinaBloem
Meel y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens por las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart batidasDoorgeroerd
Drijfjachten
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjachten
Omgeroerd (duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens dos2
Do's
Twee
Tweede minutosMinuten); segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand pasado porGehaald door las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich friendoBakkend
Bradend
Friturend
Fruitend en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! y pocasGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige a la vezTegelijk y segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich friendoBakkend
Bradend
Friturend
Fruitend se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich sacandoAfdoend
Afdwingend
Afpersend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Knevelend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend a una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met una espumaderaEen schuimspaan.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan en el fuegoHet vuur conDoor
Met
Per
Samen met 66
Zes cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!; cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! cebollaAjuin
Bloembol
Ui muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picaditaFijngehakt; cuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a dorarseBruin worden añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! 33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de harinaBloem
Meel. ConDoor
Met
Per
Samen met una espumaderaEen schuimspaan revolverOmroeren
Roeren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! 66
Zes cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de sidraAppelwijn
Appelwijn (alcoholvrij)
Cider secaDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis! (o vino blancoWitte wijn) másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus las albóndigasDe bitterballen
De gehaktballetjes
De vleesballetjes; añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! 3030
Dertig cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de salsa de tomateKetchup
Tomatensaus. DejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien a 2020
Twintig minutosMinuten. Se pruebaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Men probeert
Men proeft de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op.
De los siguientes palabras hay una foto:
Acelga Acelga Agua Cebolla Montoncito Nuez Pimienta Verde
CiruelasKwetsen
Pruimen conDoor
Met
Per
Samen met tocinoSpek
Ingredientes:2525
Vijfentwintig ciruelasKwetsen
Pruimen sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te semillaBron
Korrel
Oorsprong
Oorzaak
Pit
Zaad
Zaadje
Zaadkorrel
2525
Vijfentwintig lascasLa=
De
Haar
Het
U de tocinoSpek
2525
Vijfentwintig palillosGeelwortelen
Geelwortels
Kurkuma's
Stokjes
Tandenstokers
Preparación:
EnrolleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strengelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woelt
Hult u!
Ik hul
Ik omhul
Ik rol op
Ik stop toe
Ik strengel
Ik wikkel
Ik wikkel in
Ik wind
Ik woel
Omhult u!
Rolt u op!
Stopt u toe!
Strengelt u!
Wikkel
Wikkelt u in!
Wikkelt u!
Windt u!
Woelt u! cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes lasca de tocinoSpek en una ciruelaEen kwets
Een pruim rodeándolaHet omwikkelend completamenteCompleet
Geheel
Heel
Helemaal
Ten volle
Totaal
Totaliter
Volkomen
Voluit
Volledig y sujételaOndersteun het con un palilloMet een tandenstoker. CuandoAls
Tijdens
Wanneer finalice deU klaar bent met envolverBakeren
Betrekken bij
Impliceren
Inbakeren
Inpakken
Insluiten
Inzwachtelen
Met zich meebrengen
Oprollen
Pakken
Strengelen
Verpakken
Wikkelen
Winden las ciruelasDe kwetsen
De pruimen colóquelasPlaats ze en un pyrex y hornéelas a 350 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 3030
Dertig minutosMinuten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cada Cada Ciruela Palillos
Col de bruselasSpruitjes alNaar de
Naar het tocinoSpek
Preparación:Una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad de colKool
Wilde kool
44
Vier lascasLa=
De
Haar
Het
U de tocinoSpek
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
MantequillaBoter
Roomboter al gustoNaar smaak
Una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de azúcarSuiker
Preparación:
SalteeBak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sauteert
Ik sauteer
Roerbak
Sauteert u! duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 55
Vijf minutosMinuten el tocinoSpek conDoor
Met
Per
Samen met cebollaAjuin
Bloembol
Ui, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo agréguelesVoeg ze toe las colesDe kolen
De kooltjes partidasAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan en dos2
Do's
Twee
Tweede partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes y tápelasBedek ze. CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat blandasJij/je slingert
Jij/je swingt
Jij/je zwaait
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte añádalesVoeg aan ze toe azúcarSuiker, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper y delesDellen otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één minutosMinuten de cocimientoBakken
Koken. RetírelasHaal ze van
Verwijder bij hen del fuegoVuur cuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! blandasJij/je slingert
Jij/je swingt
Jij/je zwaait
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte, y sírvalasDien ze op calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla Col Col de bruselas Pimienta
EnsaladaSalade
Slaatje mediterráneaMediterraan
Mediterraans
Mediterrane
Ingredientes:44
Vier onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.) de tocinoSpek (fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde y picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige)
½ pechuga de polloKippenborst salcochadoHalf gaar gekookt
11
Een aguacateAvocado
33
Drie onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.) de quesoKaas mantequillaBoter
Roomboter
½ lechuga colochaSoort kropsla
½ lechuga repolladaIjsbergsla
Ijssla
33
Drie onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.) de repollo moradoRode kool
Ingredientes del aderezoIngrediënten van de dressing:
22
Twee onzasJaguars
Ounces (28.3 gr.) de mostazaBruine mosterd
Gele mosterd
Herik
Junceamosterd
Krodde
Mostaard
Mosterd
Mosterdplant
Sarepta-mosterd
Sareptamosterd
Wilde mosterd
Witte mosterd
Zwarte mosterd
11
Een onza30 gram
Jaguar
Ounce (28.3 gr.) de vinagreAzijn
Edik
½ tazaBeker
Kop
Kopje de aceite de olivaOlijfolie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper al gustoNaar smaak
Preparación:
PreparaciónAanmaken
Bereiden
Bereiding
Bereidingswijze
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden de la ensaladaDe salade
Het slaatje:
PiqueHak
Hakt u fijn!
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt fijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jeukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kriebelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krieuwelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze priemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snippert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wriemelt
Ik hak
Ik hak fijn
Ik jeuk
Ik kriebel
Ik krieuwel
Ik pik
Ik priem
Ik prik
Ik snipper
Ik steek
Ik wriemel
Jeukt u!
Kriebelt u!
Krieuwelt u!
Pikt u!
Priemt u!
Prikt u!
Schoppen
Snippert u!
Steekt u!
Wriemelt u! finamenteFijn
Keurig las lechugas y el repolloDe sluitkool y póngalasDoe ze en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs. SobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! ellasHen
Ze
Zij coloqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! el polloDe kip
Het kippenvlees
Het kuiken en cuadritosVierkantjes, el tocinoSpek, el quesoDe kaas y el aguacateDe avocado, o la puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden a suHaar
Hun
Uw
Zijn gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak y decorarlaHet te versieren
Versieren comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals le parezcaHet u dunkt. Antes deAlvorens te
Voor servirlaDien op báñela con el aderezoOvergiet het met de
dressing.
Preparación del aderezoBereiding van de dressing:
MezcleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Ik meng
Ik mix
Ik temper
Ik vermeng
Ik verwar
Meng
Mengt u!
Mixt u!
Tempert u!
Vermengt u!
Verwart u! muy bienBest
Heel goed
Prima todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten y compruebe(U) stelt vast
Bevindt u!
Bewijst u!
Constateert u!
Controleert u!
Gaat u na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze constateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verifieert
Ik bevind
Ik bewijs
Ik constateer
Ik controleer
Ik ga na
Ik stel vast
Ik verifieer
Stelt u vast!
Verifieert u! suHaar
Hun
Uw
Zijn sazónGunstige gelegenheid
Rijpheid
Smaak.
De los siguientes palabras hay una foto:
Aguacate Cuadritos Mostaza Mostaza Pimienta Repollo morado
Frangollopoleo, planta parecida a la hierba buena. (locro de maízMaïs trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt)
Ingredientes:11
Een/22
Twee Kg. de frangollopoleo, planta parecida a la hierba buena. (maízMaïs trituradoFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt)
11
Een kg. de queperí (carne vacunaRundvlees conDoor
Met
Per
Samen met pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette)
11
Een kg. de zapalloBewaarpompoen
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Turkse muts
Winterpompoen amarilloGeel
Gele y secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
11
Een/44
Vier kg. de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap ahumadaGerookt
Gerookte o tocinoSpek
22
Twee kg. de batatasBataten
Yamswortels
Zoete aardappels.
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn, pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper, cebollaAjuin
Bloembol
Ui en cabezaHoofd
Kop
Krop, cebolla verdeUi, grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette pella.
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen el frangollopoleo, planta parecida a la hierba buena. y remojarWeken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens media horaEen half uur
Halfuur. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren el queperí en trozosIn stukken, pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen y cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren igualmenteDito
Eveneens
Gelijkelijk
Hetzelfde
In gelijke mate
Insgelijks
Ook
Op dezelfde wijze el zapalloDe bewaarpompoen
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De turkse muts
De winterpompoen, pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las batatasDe bataten
De zoete aardappels.
En una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten dos2
Do's
Twee
Tweede cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette pella; dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van derretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken; agregarBijmengen
Toevoegen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui en cabezaHoofd
Kop
Krop finamenteFijn
Keurig picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van dorarAanbraden
Doreren. CondimentarAssaisoner
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn, pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper, mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y agregarBijmengen
Toevoegen dos2
Do's
Twee
Tweede litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend. SecarAfdrogen
Afvegen
Afwissen
Drogen
Droogmaken
Uitdrogen
Vegen
Wissen el frangollopoleo, planta parecida a la hierba buena. que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat en remojoIn de week; agregarloToevoegen junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij la carneHet vlees y la mitadDe helft del zapalloBewaarpompoen
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Turkse muts
Winterpompoen. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una horaEen tijd
Een uur y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!, revolverOmroeren
Roeren a ratosPoosjes
Pozen
Tijdjes conDoor
Met
Per
Samen met cuchara de maderaHouten lepel. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el tocinoSpek cortado enGesneden in tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken, las batatasDe bataten
De zoete aardappels y el restoDe rest
De stomp
De stronk del zapalloBewaarpompoen
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Turkse muts
Winterpompoen, cocinarBereiden
Koken aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat media horaEen half uur
Halfuur másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn, conDoor
Met
Per
Samen met cebolla verdeUi, finamenteFijn
Keurig picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Amarillo Cebolla Cebolla verde Cuchara de madera Maíz Pimentón Zapallo Zapallo Zapallo
FrijolesBonen
Witte bonen conDoor
Met
Per
Samen met pezuñaHoef
Ingredientes: (88Acht porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken)
11
Een kg de frijolesBonen
Witte bonen rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
1414
Veertien tazasBekers
Kopjes
Koppen de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
11
Een 11
Een/22
Twee tazaBeker
Kop
Kopje de hogao
750 gr de tocinoSpek o una pezuñaEen hoef de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn
11
Een zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
22
Twee plátanosBananen
Bananenbomen
Pisangs verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn al gustoNaar smaak
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart los frijolesDe bonen
De witte bonen y ponerlosZe doen a remojarWeken en el aguaHet water desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la vísperaDe vooravond.
CocinarBereiden
Koken los frijolesDe bonen
De witte bonen en el aguaHet water en queWaarin se remojaronMen weekte
Ze werden geweekt conDoor
Met
Per
Samen met el hogao, el tocinoSpek o la pezuñaDe hoef de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn, la zanahoriaDe peen
De wortel ralladaGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte, el plátanoDe banaan
De bananenboom
De pisang verdeGroen
Groene picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige conDoor
Met
Per
Samen met la uñaDe nagel, la salHet zout y el cominoDe djintan
De djinten
De komijn
De witte komijn, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 45 minutosMinuten en olla a presiónHogedrukpan
Snelkookpan o 33
Drie horasTijden
Uren en ollaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak normalGewone
Gewoon
Normaal
Normale
Standaard-, a fuego medioMatig vuur hasta queTot
Totdat todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte.
DestaparDe deksel afnemen
Ontkurken
Openen la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat, dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs lograrBehalen
Bereiken
Doorkomen
Erin slagen
Inhalen
Klaarspelen
Reiken tot
Slagen
Slagen in
Slagen voor la consistenciaDe consistentie
De samenhang
De stevigheid
De vastheid
Het verband deseadaBegeerd
Geambieerd
Geaspireerd
Gedongen naar
Gehaakt naar
Gehunkerd
Gesmacht
Gesmacht naar
Gesnakt naar
Gestreefd naar
Gewenst
Nagejaagd
Nagestreefd
Trek gehad in
Verkorenª
Verkozen
Verlangd, revolverOmroeren
Roeren con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds.
RetirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen el tocinoSpek o la pezuñaDe hoef de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn antes deAlvorens te
Voor servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
Se puedeMen kan añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus hogao en el momentoDe oogwenk
De tel
De wijl
De wip
Het moment
Het ogenblik
Het tijdstip de llevar aMeenemen naar
Meenemen voor la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se deseaMen wenst, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt agregarseToevoegen desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit el principioDe aanhef
De aanvang
Het begin
Het beginsel
Het grondbeginsel
Het hors d'oeuvre
Het ontstaan
Het principe
Het voorgerecht un plátanoEen banaan
Een bananenboom
Een pisang maduroBelegen
Bezonken
Ik rijp
Ik word volwassen
Rijp
Rijpe picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige que lesHen
Hun
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! un ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte saborSmaak dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid a los frijolesDe bonen
De witte bonen.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Rojo Verde Zanahoria
La discadaDiscada
El origenDe aanvangDe afkomst
De afstamming
De herkomst
De komaf
De oorsprong
Het begin
Het ontstaan de la discadaDiscada noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se puedeMen kan precisarNodig hebben
Precies aangeven porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt muchosVeel
Vele
Zeer
Zere añosJaren se acostumbrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aardde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wende
Men was gewoon elaborarBereiden
Bewerken
Ontwikkelen
Produceren
Uitvoeren
Uitwerken
Vervaardigen
Verwerken guisadosBekokstoofd
Gekookt
Gekookte
Gesmoord
Gestoofd
Stoofpotten sobre unBovenop een
Op een recipienteBak
Kom
Pot
Pul
Schaal
Vaas
Vat o sarténBraadpan
Koekenpan
Pan hondoDiep
Diepe, alNaar de
Naar het que se le poníaMen deed erbij mantecaReuzel
Spek y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se hacíanMen maakte
Zij/ze raakten
Zij/ze werden diversasMenigvuldig
Menigvuldige
Verscheiden
Verscheidene
Verschillend
Verschillende fritangas de carneVlees. PeroDoch
Echter
Maar estosDeze
Dezen guisosGerechten
Stoofgerechten
Stoofpotten noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast un nombreEen benaming
Een naam
Een naamwoord
Een voornaam específicoSoortelijk
Soortelijke
Specifiek
Specifieke en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el EstadoDe constellatie
De gesteldheid
De lijst
De loonstaat
De situatie
De staat
De stand
De tabel
De toestand
Het borderel
Het rijk.
DesdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt muchasVeel
Vele
Zeer
Zere décadasDecennia
Decenniën
Tientallen jaren los agricultoresDe landbouwers desechaban(Zij) gooiden weg
Zij/ze sloten buiten
Zij/ze sloten uit
Zij/ze verwierpen
Zij/ze wezen af periódicamentePeriodiek unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n discosCd's
Discotheken
Discussen
Grammofoonplaten
Kiesschijven
Platen
Schijven de aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat 6060
Zestig centímetrosCentimeters de diámetroDiameter
Middellijn. EstosDeze
Dezen discosCd's
Discotheken
Discussen
Grammofoonplaten
Kiesschijven
Platen
Schijven tenían que(Zij) moesten
Zij/ze behoorden
Zij/ze dienden
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten reponerseHerleven
Herrijzen
Opleven
Tot bezinning komen
Vervangen cuandoAls
Tijdens
Wanneer estaban(Zij) waren
Zij/ze bevonden zich
Zij/ze lagen
Zij/ze waren
Zij/ze zaten muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer gastadosAfgelopen
Besteed
Geld uitgegeven aan
Gespendeerd
Uitgegeven
Verbruikt
Verbruikte
Versleten
Verteerd en susHaar
Hun
Uw
Zijn orillasBanden
Boorden
Kanten
Kusten
Oevers
Randen
Stootkanten
Wallen
Waterkanten
Zomen. MuchosVeel
Vele
Zeer
Zere de estosDeze
Dezen iban aZij/ze gingen naar pararAanhouden
Afslaan
Afzetten
Blijven staan
Buiten werking stellen
Doen ophouden
Halt houden
Keren
Ophouden
Stilhouden
Stilstaan
Stilzetten
Stilleggen
Stoppen
Stopzetten
Stuiten conDoor
Met
Per
Samen met los chatarrerosDe sloophandelaren, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende díaDag
Etmaal a alguienEen of ander
Een zeker
Iemand se le ocurrió(Het) kwam bij hem
op utilizarAanwenden
Benutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de estosDeze
Dezen discosCd's
Discotheken
Discussen
Grammofoonplaten
Kiesschijven
Platen
Schijven en forma deIn de vorm van comal paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen tortillasGevulde omeletten
Omeletten
Struiven
Tortilla's. Se acomodabanMen plaatste
Zij/ze schikten zich tres3
Drie piedrasStenen, unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks de ramaAfdeling
Branche
Geslacht
Linie
Tak de encinoSteeneik, buñigaMest secaDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis! y encimaBovendien
Er bovenop del discoCd
Discotheek
Discus
Grammofoonplaat
Kiesschijf
Plaat
Schijf
Schijf(rem) se calentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte opgewonden
Men verwarmde el almuerzoDe lunch
Het lunchen: burritosBurrito's, tortillasGevulde omeletten
Omeletten
Struiven
Tortilla's, gorditasMollig
Mollige, etcEnzovoorts.
La cosaDe aangelegenheid
De affaire
De zaak
Het ding
Het voorwerp noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank paró(Het) stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stop allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds. A alguienEen of ander
Een zeker
Iemand se le ocurrió(Het) kwam bij hem
op taparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen los pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne agujerosGaten
Naaldenkokers
Naaldenkussentjes
Naaldenmakers
Naaldenverkopers
Ogen cuadradosCarrés
Kwadraten
Ruitjes
Vakken
Vierkant
Vierkante
Vierkanten que tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast los discosDe cd's
De discussen
De grammofoonplaten
De kiesschijven
De platen
De schijven, pulióHij polijstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze polijstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoette muy bienBest
Heel goed
Prima la soldaduraDe las
Het lassen
Het solderen, lavóHij waste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed de was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waste af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waste uit bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el discoDe discus
De grammofoonplaat
De kiesschijf
De plaat
De schijf y pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer la piedraDe hagel, la lumbreDe glans
De helderheid
De schijn
De schittering
Het licht
Het schijnsel
Het vuur y vacióHij ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze goot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lensde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimde una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende porciónDeel
Gedeelte
Onderdeel
Part
Portie
Stuk de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! en el discoDe discus
De grammofoonplaat
De kiesschijf
De plaat
De schijf y se pusoHij zette zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd a guisarBekokstoven
Koken
Smoren
Stoven sobre elOp de
Op het mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve. Los resultadosDe aflopen
De gevolgen
De resultaten
De uitkomsten
De uitvloeiselen
De uitvloeisels
De voortvloeisels fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren excelentesBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke. ActualmenteMomenteel
Nou
Nu
Tegenwoordig
Thans hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand una enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische variedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken de guisosGerechten
Stoofgerechten
Stoofpotten en discoCd
Discotheek
Discus
Grammofoonplaat
Kiesschijf
Plaat
Schijf
Schijf(rem) o discadas.
En finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding, esoDat
Die
Zulks de la discadaDiscada se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand convertidoBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd en loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus típicoEigenaardig
Eigenaardige
Typisch
Typische de las comidasDe lunchen
De lunches
De maaltijden
De malen
De middagmalen
De noenmalen CampesinasBoerinnen de Chihuahua y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals UstedGij
U, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is probadoAangepast
Aangetoond
Beproefd
Beproefde
Bewezen
Bezocht
Geadstrueerd
Gepast
Geprobeerd
Geproefd
Gestaafd
Getoetst
Op de proef gesteld
Uitgeprobeerd
Uitgewezen
Waargemaakt la discadaDiscada leHaar
Hem
Het
U recomendamosWij bevelen aan
Wij/we bevalen aan
Wij/we bevelen aan
Wij/we raadden aan
Wij/we raden aan
Wij/we recommandeerden
Wij/we recommanderen
Wij/we rieden aan
Wij/we tekenden aan
Wij/we tekenen aan que loDe
Hem
Het
U hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus económicoEconomisch
Economische
Spaarzaam
Spaarzame
Voordelig
Zuinig
Zuinige que la carneHet vlees asadaGebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde y ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts se puedeMen kan hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle tipoDrukletter
Soort
Type de combinacionesCombinaties
Onderjurken
Verbindingen y experimentosExperimenten
Proefnemingen
Proeven.
Ingredientes: (paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 2020
Twintig o 2525
Vijfentwintig personasMensen
Personages
Personen)
11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de tocinoSpek
11
Een kg. de chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst desmenuzadoUitgerafeld
Uitgerafelde
Verbrokkeld
Verbrokkelde
Verkruimeld
Verkruimelde
11
Een kg. de cebollaAjuin
Bloembol
Ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een kg. de pimientoChilipeper
Lombok
Paprika
Peper
Pepperoni
Peruaanse peper
Roze peper
Roze peperkorrels
Spaanse peper de verdeGroen
Groene despepitadoOntpit
Ontpitte y cortado enGesneden in cuadritosVierkantjes
33
Drie kg. de pulpaPulp
Pulpa
Vruchtvlees
Weke massa o filetilloLapje de resBruut
Re's
Stuk vee picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige en trocitosStukjes
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop al gustoNaar smaak
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus Maggi o al gustoNaar smaak
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper al gustoNaar smaak
Preparación:
En el discoDe discus
De grammofoonplaat
De kiesschijf
De plaat
De schijf se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan a freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten el tocinoSpek, cuandoAls
Tijdens
Wanneer suelteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Ik laat los
Ik maak los
Laat u los!
Loslaat
Maakt u los! la grasaDe/het smeer
Het vet se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui a que se doreBruin wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bruin un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier, se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd entoncesDan
Dus
Toen el chorizoDe chorizo
De knoflookworst
De pikante paprikaworst
De spaanse worst, se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten un minutoEen minuut, se agregaMen voegt toe el pimiento morrónDe spaanse peper
De spaanse peper (grove), la carneHet vlees, las salsasDe dipsausen
De dipsauzen
De sausen
De sauzen
De soppen, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper al gustoNaar smaak y se fríeBakt men
Men bakt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle hasta queTot
Totdat la carneHet vlees esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! a puntoPrecies goed. Los disqueros expertosBedreven
Deskundig
Deskundige
Deskundigen
Ervaren
Experten
Experts
Geoefend
Geoefende
Specialisten
Vaklieden
Vaklui
Vakmannen
Zaakkundig
Zaakkundige calculan(Zij) berekenen
Zij/ze becijferen
Zij/ze berekenen
Zij/ze calculeren
Zij/ze cijferen
Zij/ze rekenen
Zij/ze rekenen uit
Zij/ze schatten
Zij/ze tellen el fuegoHet vuur de manera queZó dat loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus intensoFel
Felle
Hard
Harde
Hevig
Hevige
Intens
Intense
Intensief
Intensieve
Luid
Luide
Sterk
Sterke empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a reducirseInkoken cuandoAls
Tijdens
Wanneer la carneHet vlees empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Pak aan!
Snijd aan!
Vang aan! a soltarLos te laten el aguaHet water y se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand revueltoGeroerd
Omelet
Omgeroerd
Onzeker
Onzekere todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten. Los últimosAchterste
Jongstleden
Laatste minutosMinuten de procesoGeding
Gerechtszaak
Ik verwerk
Ontwikkelingsgang
Proces
Rechtsgeding
Rechtszaak
Verloop
Zaak debenZij moeten
Zij/ze behoren te
Zij/ze dienen
Zij/ze hebben te danken
Zij/ze horen
Zij/ze moeten
Zij/ze staan in de
schuld
Zij/ze zijn schuldig
Zij/ze zijn verplicht om
te
Zij/ze zijn verschuldigd realizarseAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Realiseren
Voorkomen
Voorvallen casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat conDoor
Met
Per
Samen met las purasHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere brasasHoutskolen de leñaBrandhout, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die queda(Het) blijft over
Ben!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds al finalTenslotte manteniendoBehoudend
Erop nahoudend
Houdend
Onderhoudend un calorEen hitte
Een smoorhitte
Een warmte tenueDun
Dunne
Eenvoudig
Eenvoudige
Fijn
Fijne
Gering
Geringe
Klein
Kleine
Nietig
Nietige
Onaanzienlijk
Onaanzienlijke
Teer
Tere
Zwak. EstaDeze
Dit recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast muchasVeel
Vele
Zeer
Zere variantesLezingen
Variabelen
Varianten
Variaties
Variëteiten.
PresentaciónAanbieden
Aanbieding
Aanmelding
Belichten
Etaleren
Indienen
Maria opdracht
Opdracht
Optreden
Presentatie
Presenteren
Schenken
Tentoonstellen
Toetreding
Uitbrengen
Uiteenzetten
Uitstallen
Uitvoering
Verschijnen
Vertonen
Voorstellen
Voorstelling:
Se puedeMen kan servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
Vergezelde por diferentesAfwijkend
Afwijkende
Andere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende salsasDipsausen
Dipsauzen
Sausen
Sauzen
Soppen de chileCayennepeper
Chili
Chilipeper
Lombok
Paprika
Pepperoni
Spaanse peper
Tabasco
Tabascopeper y tortillasGevulde omeletten
Omeletten
Struiven
Tortilla's de harinaBloem
Meel y de maízMaïs.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla Chile Chile Comal Cuadritos Discada Filetillo Maíz Pimienta Pimiento Pimiento Verde
CocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten andaluzAndalucïer
Andalusisch
Andalusiër
Ingredientes:
11
Een/22
Twee Kg. de garbanzosKikkererwten
11
Een/44
Vier Kg. de habichuelasBonen
Herenbonen
Kidneybonen
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen
Tuinbonen verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
11
Een/44
Vier Kg. de calabazasBewaarpompoenen
Courgettes
Eikelkalebassen
Grote pompoenen
Kalebassen
Kürbissen
Mergpompoenen
Muskaatpompoenen
Muskuskalebassen
Muskuspompoenen
Pompoenen
Pompoentoppen
Reuzenpompoenen
Sierpompoenen
Spaghettikalebassen
Turkse mutsen
Winterpompoenen
Zucchini's
200200
Tweehonderd grs. de tocinoSpek
200200
Tweehonderd grs. de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees
200200
Tweehonderd grs. de morcillaBloedworst
Geestigheid.
11
Een/44
Vier Kg. de polloKip
Kippenvlees
Kuiken
11
Een/44
Vier de tocinoSpek añejoBelegen
Oud
Oude
11
Een/44
Vier kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
Preparación:
DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van en remojoIn de week los garbanzosDe kikkererwten la nocheDe avond
De nacht anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. Por la mañanaMorgen
Ochtend ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten 11
Een litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los garbanzosDe kikkererwten, el tocinoSpek, la carneHet vlees, la morcillaDe bloedworst
De geestigheid y el tocinoSpek añejoBelegen
Oud
Oude. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden una horaEen tijd
Een uur. CuandoAls
Tijdens
Wanneer los garbanzosDe kikkererwten estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte se le agreganMen voegt eraan toe las habichuelasDe bonen
De herenbonen
De kidneybonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen
De tuinbonen, las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, las calabazasDe bewaarpompoenen
De courgettes
De eekhoorntjesbroden
De eikelkalebassen
De grote pompoenen
De kalebassen
De kürbissen
De mergpompoenen
De muskaatpompoenen
De muskuskalebassen
De muskuspompoenen
De pompoenen
De pompoentoppen
De reuzenpompoenen
De sierpompoenen
De spaghettikalebassen
De turkse mutsen
De winterpompoenen
De zucchini's y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocerBakken
Koken un cuarto de horaEen kwartier.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn recién hechoVers gemaakt.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pollo Verde
CocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten españolIberiër
Spaans
Spaanse
Spaanse taal
Spanjaard
Ingredientes:
22
Twee vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen de garbanzosKikkererwten secosDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
11
Een huesoBeen
Bot
Graat
Kern
Knok
Pit
Schonk de jamónHam
11
Een huesoBeen
Bot
Graat
Kern
Knok
Pit
Schonk blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
11
Een trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje de costillaNerf
Rib
Ribbe
Ribbel
Ribstuk
11
Een huesoBeen
Bot
Graat
Kern
Knok
Pit
Schonk conDoor
Met
Per
Samen met tuétanoMerg
½ Kg. morcillaBloedworst
Geestigheid o jarrete de terneraKalfsknie
musloBout
Bovenbeen
Dij y contramuslo de gallinaHen
Hoen
Kip
¼ tocinoSpek frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
¼ papada cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse (suHaar
Hun
Uw
Zijn carneVlees esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats exquisitaDelicaat
Delicate
Exquisiet
Fijn
Fijne
Gevoelig
Gevoelige
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Kostelijk
Kostelijke
Subliem
Sublieme
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Verrukkelijk
Verrukkelijke)
125 gr. de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn conDoor
Met
Per
Samen met 125 gr. de polloKip
Kippenvlees
Kuiken, picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
11
Een morcillaBloedworst
Geestigheid y 11
Een chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst (se coceránMen zal koken aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! desengrasarlosHen van vet ontdoen)
11
Een colKool
Wilde kool pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne (se coceráMen zal koken, cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trozosIn stukken, en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout hasta queTot
Totdat se ablande(Hij) week wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zacht
Ik maak zacht
Maakt u zacht!)
pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper ½ cucharaditaTheelepeltje rasaAfgestreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijkt af
Strijk af! picanteGekruid
Gekruide
Gepeperd
Gepeperde
Heet
Hete
Pikant
Pikante
Pittig
Pittige
Prikkelend
Prikkelende
Scherp
Scherpe y 11
Een cucharaditaTheelepeltje dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
11
Een cabezaHoofd
Kop
Krop de ajosLoken
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
Preparación:
Los garbanzosDe kikkererwten se dejaránMen zal laten
Zij/ze zullen terneergeslagen worden
Zij/ze zullen zich aan
iets wijden
Zij/ze zullen zich overgeven
Zij/ze zullen zich verwaarlozen en remojoIn de week la nocheDe avond
De nacht anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart cubiertosAangezuiverd
Bedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Gedekt
Somber
Sombere
Toegedekt de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, o seaDat wil zeggen
Dus
Namelijk
Oftewel que siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring 22
Twee vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen de garbanzosKikkererwten pondremosWij/we zullen aan de
praat krijgen
Wij/we zullen aandoen
Wij/we zullen aantrekken
Wij/we zullen aanzetten
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen inschakelen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen neerleggen
Wij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen op gang
brengen
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen opleggen
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vlijen
Wij/we zullen zetten
Zullen wij doen 22
Twee litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!.
En una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, rellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs la mitadDe helft y ponerlaDoe het in
Zetten alNaar de
Naar het fuegoVuur; lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen los huesosDe beenderen
De benen
De botten
De graten
De kernen
De knokken
De pitten
De schonken y meterlos en la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat, así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts el tocinoSpek, la papada, la gallinaDe hen
De kip
Het hoen
Kip-en-eiprobleem y el morcillo.
Los garbanzosDe kikkererwten se incorporanMen voegt toe
Zij/ze sluiten zich aan
Zij/ze treden in dienst, previamenteEerst
Vooraf escurridosAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el aguaHet water esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te una mallaEen breisteek
Een maas
Een steek
Een strik
Een tricot.
La carne picadaHet gehakt la aliñaremosWij zullen marineren
Wij/we zullen aanmaken (sla,
saus)
Wij/we zullen marineren conDoor
Met
Per
Samen met 33
Drie o 44
Vier ajosLoken picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie, nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala en polvoIn poedervorm y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, formaremosWij zullen vormen
Wij/we zullen aangaan
Wij/we zullen formeren
Wij/we zullen paraderen
Wij/we zullen pralen
Wij/we zullen prijken
Wij/we zullen pronken
Wij/we zullen vormen una pelotaEen bal
Een speelbal y la añadiremos aWij/we zullen toevoegen aan la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren nuncaNimmer
Nooit el hervorHet borrelen
Het koken
Het zieden del cocidoVan de stamppot, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend a medida queNaarmate se vayaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich evaporandoVerdampend o sacandoAfdoend
Afdwingend
Afpersend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Knevelend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat.
La verduraDe groente una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! escurridoAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen súperFantastisch
Fantastische
Prima
Super bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart la rehogamosWij warmen weer op
Wij/we sauteerden
Wij/we sauteren
Wij/we smoorden (in vet)
Wij/we smoren (in vet) en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met bastantesTamelijk
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije ajitosKnoflookjes fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!; incorporarInbouwen
Toevoegen el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper y la salHet zout; erogarla duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 11
Een horaTijd
Uur machacándolaHet verpletterend conDoor
Met
Per
Samen met el filoDe scherpe kant
De snede
Het scherp de la espumaderaDe schuimspaan parDuo
Een paar vormend
Even
Koppel
Paar
Span
Stel
Stelletje
Tweetal que quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart trituradaFijngestampt
Gepureerd
Gepureerde
Gestampt y mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward.
EstaDeze
Dit verduraGroente se tomaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich permitteren
Men zal gebruiken conDoor
Met
Per
Samen met los garbanzosDe kikkererwten bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridosAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen.
OtraAnder
Andere
Nog een
Nog één formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze de tomarseGebruiken
Zich permitteren los garbanzosDe kikkererwten, previamenteEerst
Vooraf escurridosAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen, colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten en el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht y añadirleAan hem toevoegen un chorritoEen scheutje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! crudoAardolie
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout al gustoNaar smaak; hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand personasMensen
Personages
Personen que lesHen
Hun
U gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin! machacarlosGolpear la carne con un mazo para ablandarla al romper sus fibras. (no es recomendable esta operación, pues en ella la carne pierde sus jugos). Se utiliza también para ablandar el pulpo antes de cocerlo. conDoor
Met
Per
Samen met el tenedorDe dol
De vork.
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle tiernoGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte, de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs se sacanMen haalt uit tres3
Drie:
11
Eenº La sopaDe soep o consomé, a la queDat
Die
Wie
Zij die se leHaar
Hem
Het
U puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje en forma deIn de vorm van estrellitas, fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's o cabello de ángel; huevo duroHard gekookt ei
Hardgekookt ei
Hardgekookte ei, trocitos de polloKipnuggets y unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n garbanzosKikkererwten, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la sopaDe soep de picadilloGehakt vlees
Gehakt vlees met tomaten
Soort gehakt, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook conDoor
Met
Per
Samen met taquitosRolletjes de panBrood
Mik
Pan fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde.
22
Tweeº Los garbanzosDe kikkererwten escurridosAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen conDoor
Met
Per
Samen met la verduraDe groente o conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!.
33
Drieº La pringá: mezclaArtsenijmengsel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Melange
Meng!
Mengeling
Mengelmoes
Mengen
Mengsel
Mix
Mix!
Mixen
Mixtuur
Temper!
Temperen
Vermeng!
Vermengen
Vermenging
Verwar!
Verwarren de todosAller-
Ieders los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten: chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst, morcillaBloedworst
Geestigheid, tocinoSpek, papada, polloKip
Kippenvlees
Kuiken, bolaBal
Bol
Dot
Klomp
Klont
Kloot
Kluit
Kogel
Prop picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y morcillo, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle muy bienBest
Heel goed
Prima picaditoFijngehakt
Heel fijn gesneden y metido enGedaan in
Gestopt in un mollete calientitoWarm; o bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart servidoAangekaart
Bediend
Een dienst bewezen
Gebaat
Gedeugd
Gediend
Geholpen
Geschikt geweest
Geserveerd
Opgediend
Van dienst geweest en el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht directamenteDirect
Rechtaan
Rechtstreeks
Regelrecht, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals loDe
Hem
Het
U hacemosMaken wij
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, leHaar
Hem
Het
U rehogamosWij warmen weer op
Wij/we sauteerden
Wij/we sauteren
Wij/we smoorden (in vet)
Wij/we smoren (in vet) los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan en la queDat
Die
Wie
Zij die habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde cebollaAjuin
Bloembol
Ui a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals sobraran(Zij) waren over
Zij/ze bleven over
Zij/ze gingen te boven
Zij/ze hielden over
Zij/ze overtroffen
Zij/ze waren in overvloed
aanwezig
Zij/ze waren te veel garbanzosKikkererwten y pringá se puedeMen kan mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y freírloBak 'RopaKleding
Kleren viejaBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivis
Versleten' a la queDat
Die
Wie
Zij die se leHaar
Hem
Het
U puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen tomate fritoTomatensaus. Se puedeMen kan acompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen conDoor
Met
Per
Samen met huevos fritos.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Col Haya Nuez moscada Perejil Pimentón Pollo Vieja
El cocidoDe spaanse stoofschotel
De stamppot
De stamppot van aardappelen
met vlees en erwten
Het bakken
Het eenpansgerecht
Het koken maragato
Ingredientes: (66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
300300
Driehonderd gr. de morcillo
300300
Driehonderd gr. de lacon
250 gr. de cecinaRookvlees
MediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! gallinaHen
Hoen
Kip
Una orejaEen oor, una manitaEen pootje y un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje de morroSnuit de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn
100100
Honderd gr. de tocinoSpek
22
Twee chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst de León
11
Een/22
Twee Kg. de garbanzosKikkererwten
11
Een/22
Twee Kg. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
MedioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling repolloSluitkool
11
Een zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
100100
Honderd gr. de fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en remojoIn de week el díaDe dag
Het etmaal anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere los garbanzosDe kikkererwten en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! tibiaLauw
Lauwe
Zoel
Zoele, y la cecinaHet rookvlees y el lacón siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats saladoGepekeld
Gezouten
Hartig
Hartige
In het zout gelegd
Ingelegd
Ingemaakt
Zilt
Zilte
Ziltig
Ziltige
Zout
Zout-
Zoutachtig
Zoutachtige
Zoute. En una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak conDoor
Met
Per
Samen met abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, introducirAanbrengen
Binnendringen
Binnenlaten
Binnenvoeren
Inbrengen
Indoen
Inleiden
Inschuiven
Insteken
Introduceren
Invoeren
Invullen las carnesDe vlezen y los embutidosDe beulingen
De mozaïeken
De worsten, cocerBakken
Koken 1515
Vijftien minutosMinuten, desespumarAfschuimen y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los garbanzosDe kikkererwten conDoor
Met
Per
Samen met el aguaHet water hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend, la gallinaDe hen
De kip
Het hoen
Kip-en-eiprobleem y la zanahoriaDe peen
De wortel. Cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken al menosAlthans
Tenminste 33
Drie horasTijden
Uren.
En otraAnder
Andere
Nog een
Nog één ollaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak cocerBakken
Koken el repolloDe sluitkool troceadoIn stukjes gesneden
In stukken gesneden. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Una vez cocidoEenmaal gekookt se puedeMen kan rehogarSauteren
Smoren (in vet) ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug el repolloDe sluitkool conDoor
Met
Per
Samen met unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n ajosLoken y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper.
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen batiendoDoorroerend
Houwend
Klappend
Kloppend
Meppend
Omroerend
Roerend
Slaand dos2
Do's
Twee
Tweede huevosEieren y añadirles un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de jamónHam y chorizoChorizo
Knoflookworst
Pikante paprikaworst
Spaanse worst picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, pan ralladoPaneermeel y dos2
Do's
Twee
Tweede dientes de ajoKnoflookteentjes. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta y formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n pelotasBallen
Pelotas
Speelballen que se añadiránMen zal toevoegen
Zij/ze zullen zich aansluiten a la ollaDe bak
De doos
De emmer
De fles
De kan
De kist
De koker
De kookpan
De kookpot
De korf
De kruik
De pan
De pot
De soepketel
De urn
De zak
Het etui
Het foedraal
Het krat 1010
Tien minutosMinuten antes deAlvorens te
Voor servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
TerminandoAfhandelend
Aflopend
Afmakend
Afsluitend
Besluitend
Beëindigend
Eindigend
Uitmakend
Voleindigend la cocciónHet bakken
Het koken sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden la sopaDe soep conDoor
Met
Per
Samen met unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n fideosDeegwaren
Vermicelli
Vermicelli's gruesosCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikten
Diktes
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Hoofdmachten
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheden, hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn en primer lugarAllereerst
Eerst
Ten eerste
Vooreerst las carnesDe vlezen y embutidosBeulingen
Gevuld
Mozaïeken
Worst gemaakt
Worsten, a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende las verdurasDe groenten
De groentes y por últimoTenslotte la sopaDe soep, acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld
Vergezelde todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle de un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de El Bierzo.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimentón Repollo Salar Zanahoria
Hallacas
Ingredientes:22
Twee LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de carne de resRundvlees.
22
Twee LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees.
33
Drie PechugasBorsten grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime de polloKip
Kippenvlees
Kuiken.
22
Twee LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de tocinoSpek sin grasaMager (van vlees)
Zonder vet.
1010
Tien HojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de cilantro cimarrónKoriander
Verse koriander.
AjosLoken, cebollaAjuin
Bloembol
Ui, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, condimentosCondimenten
Kruiden
Kruiderijen
Smaakmakers
Specerijen.
33
Drie CebollasAjuinen
Bloembollen
Uien medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen cabezonas.
44
Vier LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de harinaBloem
Meel precocidaVoorgekookt
Voorgekookte de maízMaïs.
ColorKleur al gustoNaar smaak (opcionalFacultatief
Facultatieve
Naar keuze).
Hojas de plátanohojas de chaquito..
CabuyaKoordje.
Preparación:
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan a licuarVloeibaar maken el aceiteDe olie
De olijfolie conDoor
Met
Per
Samen met ajosLoken, cebollaAjuin
Bloembol
Ui, el cilantro cimarrónDe koriander
De verse koriander, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper, los condimentosDe condimenten
De kruiden
De kruiderijen
De smaakmakers
De specerijen que se leHaar
Hem
Het
U quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
Wil u! echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen y se adobanMen marineert las carnesDe vlezen, dejándolasZe latend en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind adoboAanmaken
Bereiden
Blanketsel
Ik bereid
Ik bereid toe
Ik bereid voor
Ik leg in
Ik looi
Ik maak aan
Ik maak in
Ik marineer
Ik taan
Inleggen
Inmaken
Leerlooien
Looien
Make-up
Marinade
Marineren
Pekel
Schmink
Tanen
Toebereiden
Voorbereiden de un díaEen dag
Een etmaal paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! otroAnder
Andere
Nog een
Nog één. AlNaar de
Naar het otroAnder
Andere
Nog een
Nog één díaDag
Etmaal se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden las carnesDe vlezen conDoor
Met
Per
Samen met el adoboDe make-up
De marinade
De pekel
De schmink
Het aanmaken
Het bereiden
Het blanketsel
Het inleggen
Het inmaken
Het leerlooien
Het looien
Het marineren
Het tanen
Het toebereiden
Het voorbereiden y se les echaMen gooit erbij aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! que las cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan! y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen cocinarBereiden
Koken hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! blandasJij/je slingert
Jij/je swingt
Jij/je zwaait
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte. Se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen reposarLaten rusten
Rusten y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften en trocitosStukjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne o siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se quiereMen wilt se deshilachanMen rafelt uit, menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd el tocinoSpek que se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt en pedacitosStukjes pequeñitosKleintjes. En el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin se cocinaron(Zij) werden gekookt las carnesDe vlezen, se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui cabezona muy bienBest
Heel goed
Prima picaditaFijngehakt y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocinarBereiden
Koken un momentoEen moment
Een ogenblik
Een oogwenk
Een tel
Een tijdstip
Een wijl
Een wip
Even
Eventjes
Wacht even. Se disuelveMen lost op la harinaDe bloem
Het meel conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe alNaar de
Naar het caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat agregándoleAan het toevoegend el colorDe kleur al gustoNaar smaak y las carnesDe vlezen picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. CuandoAls
Tijdens
Wanneer se veaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik!, se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat reposarLaten rusten
Rusten un momentoEen moment
Een ogenblik
Een oogwenk
Een tel
Een tijdstip
Een wijl
Een wip
Even
Eventjes
Wacht even y se envuelvenMen wikkelt porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne en hojas de plátanohojas de chaquito. y se amarranMen bindt vast conDoor
Met
Per
Samen met la cabuyaKoordje. Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y cuandoAls
Tijdens
Wanneer hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! a borbotonesBellen
Bobbels
Bulten
Gezwellen
Oneffenheden
Opzwellingen
Zwellingen se van echandoMen gaat gooien las hallacas, se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen 1515
Vijftien minutosMinuten, se sacanMen haalt uit y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cabuya Carne de res Cebolla Cilantro cimarrón Maíz Pimienta Pollo
TamalesTamales tolimenses
Ingredientes:11
Een, 11
Een/22
Twee LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de arveja secaCapucijner
Grauwe erwt
Kapucijner remojadaGeweekt
Geweekte.
11
Een LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de arrozRijst secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten.
11
Een, 11
Een/22
Twee LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de maízMaïs blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte trilladoAfgeranseld
Afgerost
Afgezaagd
Afgezaagde
Gedorst
Gedorste.
22
Twee GallinasHennen
Hoenderen
Hoenders
Kippen partidasAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan en trozosIn stukken.
22
Twee LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de tocinoSpek sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te el gordoHet vette spek.
44
Vier LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de carneVlees o costillaNerf
Rib
Ribbe
Ribbel
Ribstuk de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn.
11
Een LibraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven.
44
Vier LibrasJij/je bevrijdt
Ponden de papaAardappel
Paus crudaBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven.
77
Zeven HuevosEieren cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen.
22
Twee AtadosAangesloten
Bosjes
Gebonden
Geknoopt
Gestrikt
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden (librasJij/je bevrijdt
Ponden) de cebollaAjuin
Bloembol
Ui largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde.
66
Zes Dientes de ajoKnoflookteentjes picaditos.
55
Vijf LitrosLiters de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn y pimientaPeper.
AchioteAchiote
Anatto
Anattozaad
Annattozaad
Annotto
E-160b
Orleaan
Orleaan e-160b
Rocou al gustoNaar smaak.
Hojas de plátanohojas de chaquito. soasadasDichtgeschroeid.
CabuyaKoordje.
Preparación:
El maízDe maïs se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste 22
Twee díasDagen
Etmalen, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se mueleMen maalt muy bienBest
Heel goed
Prima finitoEindig
Eindige
Heel fijn, se mojaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt nat
Men doopt in un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg conDoor
Met
Per
Samen met un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y se vuelve aMen herhaalt molerKwellen
Malen
Vermalen, hasta queTot
Totdat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! gruesoCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikte
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Hoofdmacht
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheid. Se adobanMen marineert las gallinasDe henne
De hennen
De hoenderen
De hoenders
De hoenen
De kippen, la carne de cerdoHet varkensvlees
Het zwijnenvlees y el tocinoSpek picaditos en trozosIn stukken, conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper, cominos. El cueroDe huid
Het leder del cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn y la carneHet vlees se sancochanMen kookt (halfgaar) en 55
Vijf litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! por 2020
Twintig minutosMinuten y se guardaBewaart men
Men bewaart el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat. ConDoor
Met
Per
Samen met los gordosDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige que se leHaar
Hem
Het
U quitaron(Zij) verwijderden
Zij/ze beroofden
Zij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze gaven op
Zij/ze gaven prijs
Zij/ze haalden af
Zij/ze haalden weg
Zij/ze kregen uit
Zij/ze lieten weg
Zij/ze namen af
Zij/ze namen weg
Zij/ze risten
Zij/ze ritsten
Zij/ze trokken af
Zij/ze trokken uit
Zij/ze verwijderden
Zij/ze zetten af alNaar de
Naar het tocinoSpek, se fríeBakt men
Men bakt la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, los ajosDe loken y el achioteDe achiote
De annotto
De orleaan
De orleaan e-160b
Het anatto
Het anattozaad
Het annattozaad.
Se revuelveMen roert esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind guisoGerecht
Ik bekokstoof
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot conDoor
Met
Per
Samen met el arrozDe rijst, las arvejasDe doperwten
De voederwikkes, el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat y la harina de maízDe maïzena
Het maïsmeel. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se deseaMen wenst menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik! la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer una tazaEen beker
Een kop
Een kopje másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat. Se revuelveMen roert todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle muy bienBest
Heel goed
Prima y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat reposarLaten rusten
Rusten. Se preparanMen bereidt
Zij/ze bereiden zich voor
Zij/ze maken zich gereed
Zij/ze maken zich klaar
Zij/ze maken zich op las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de plátanoBanaan
Bananenboom
Pisang soasadasDichtgeschroeid y engrasadasBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette. Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan una camaEen bed
Een legerstede
Een slaapkamer
Een slaapplaats
Een sponde de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta, un pedazoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een homp
Een stuk
Een stukje de gallinaHen
Hoen
Kip, carneVlees o costillaNerf
Rib
Ribbe
Ribbel
Ribstuk y tocinoSpek, una rodajaEen plak
Een radeermes
Een schijf de papaAardappel
Paus, una de huevoEi, zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel, asegurándose deZich verzekerend van que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart distribuidoDecentraal
Decentrale
Gedistribueerd
Rondgebracht
Verdeeld. Se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de masaBeslag
Deeg
Massa
Pasta por encimaBovendien
Er bovenop y se recogenMen voegt erbij las puntasDe landhoofden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen de las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend un moñoEen haarknot
Een haarwrong
Een kornet
Een kuif
Een muts
Een strik van linten
Een toet
Een vlinderdas
Een wrong que se amarraMen bindt vast fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware por la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje de arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog. Se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt el excesoDe buitensporigheid
De overdaad
De uitspatting
De/het uitwas
Het exces de hojaBlaadje
Blad
Folie
Formulier
Klep
Kling
Lamel
Lemmer
Lemmet
Mesje
Plaatje
Plantenblad
Schuif
Vel
Vragenformulier
Vragenlijst y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan una camaEen bed
Een legerstede
Een slaapkamer
Een slaapplaats
Een sponde de palosMasten
Palen
Stokken en una ollaEen bak
Een doos
Een emmer
Een etui
Een fles
Een foedraal
Een kan
Een kist
Een koker
Een kookpan
Een kookpot
Een korf
Een krat
Een kruik
Een pan
Een pot
Een soepketel
Een urn
Een vat
Een zak, se cubreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt zich conDoor
Met
Per
Samen met hojas de plátanohojas de chaquito. y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden. CuandoAls
Tijdens
Wanneer hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! a borbotonesBellen
Bobbels
Bulten
Gezwellen
Oneffenheden
Opzwellingen
Zwellingen se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend los tamalesDe tamales a cocinarBereiden
Koken por 44
Vier o 55
Vijf horasTijden
Uren.
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank los cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan! el aguaHet water, sinoDoch
Echter
Maar que se cocinenMen kookt al vaporGestoomd y se lesHen
Hun
U vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt echandoAan het lot overlatend
Aandeel hebbend in
Aankondigend
Beginnend handel te drijven
met
Bekend makend
Buiten de deur zettend
Door te gooien
Een partijtje spelend
Erop gooiend
Gooiend
Inschenkend
Keilend
Krijgend
Nemend
Opleggend
Optredend in
Opvoerend
Schattend
Smijtend
Stortend
Strooiend
Tankend
Toevoegend
Uitend
Uitslaand
Uitspelend
Uitsprekend
Vastmakend
Weddend
Wedijverend
Wegjagend
Wegsturend
Wegzendend
Werpend
Zeggend aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! a medida queNaarmate loDe
Hem
Het
U necesiteBehoeft u!
Heeft u nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toe aan
Hoeft u!
Ik behoef
Ik ben toe aan
Ik heb nodig
Ik hoef
Is u toe aan!
U hebt nodig.
De los siguientes palabras hay una foto:
Achiote Agua Arroz Cabuya Casco Cebolla Maíz Papa Pimienta Plátano Zanahoria
Juan valerios
Tiempo de preparaciónBereidingstijd: 1515Vijftien minutosMinuten
NúmeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer de porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken: 88
Acht
Ingredientes:
44
Vier plátanosBananen
Bananenbomen
Pisangs verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes asadosBraadstukken
Gebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de tocinoSpek sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te pellejoDierenvel
Huid
Pels
Vacht
Vel y bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de cebollaAjuin
Bloembol
Ui largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout al gustoNaar smaak
Preparación:
Se machacanMen verplettert los plátanosDe bananen
De bananenbomen
De pisangs muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer delgadosDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere conDoor
Met
Per
Samen met la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich conDoor
Met
Per
Samen met el chicharrónHet kaantje
Het uitgebakken spek, asegurándoseEr zich van verzekerend
Zich verzekerend que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
Se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden bolasBallen
Bollen
Dotten
Klompen
Klonten
Kloten
Kluiten
Kogels
Proppen que se sirvenMen dient ze op
Zij/ze bedienen zich
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gelieven
Zij/ze schenken zichzelf in
Zij/ze tasten toe
Zij/ze zijn zo goed
om te inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Rechtstreeks
Schielijk
Subiet
Zo.
Noche buenaKerstster
Poinsettia
Tiempo de preparaciónBereidingstijd: 11
Een horasTijden
Uren 3030
Dertig minutosMinuten
NúmeroAantal
Getal
Lot
Numero
Nummer de porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken: 1212
Twaalf
Ingredientes:
1010
Tien limonesCitroenbladen
Citroenen
Limoenen verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
11
Een unidadEendracht
Eenheid
Eensgezindheid
Les
Uniteit
Vereniging de papayaBoommeloen
Papaja
Papaya verdeGroen
Groene
1010
Tien higuillosVijgjes
1010
Tien brevasVijgen (zwarte, groene, paarse)
33
Drie panelas, partidasAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan
33
Drie litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
1010
Tien almojábanas
½ de libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de queso blancoWitte kaas, cortado enGesneden in rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven
Preparación:
Se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden los limonesDe citroenbladen
De citroenen
De limoenen a desangrarDoen bloeden en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te una pailaEen wok de cobreKoperen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens dos2
Do's
Twee
Tweede díasDagen
Etmalen, cambiándoles el aguaHet water cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer.
LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se sacanMen haalt uit, se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften en dos2
Do's
Twee
Tweede y se les sacaMen haalt eruit la pulpaDe pulp
De pulpa
De weke massa
Het vruchtvlees, los cascosDe brokstukken
De doppen
De helmen
De schalen
De scheepsrompen
De scheepswanden
De scherven
De schillen
De schorsen se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden a cocinarBereiden
Koken en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve pailaWok por 3030
Dertig minutosMinuten.
La papayaDe boommeloen
De papaja
De papaya verdeGroen
Groene se pelaMen schilt, se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt en tajadasFilets
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën y se pasa porMen haalt door aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! deslecharlaHet te ontmelken, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt en tajadasFilets
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën delgadasDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere.
Las brevasDe vijgen (zwarte, groene,
paarse) se pasan porMen haalt door aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend, se tajanMen snijdt en cruzDraagjuk
Juk
Kruis
Kruisje por la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje gruesaCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Gros
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te separarlas.
Se preparaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich op
Men bereidt en la pailaDe wok de cobreKoperen un meladoEen stroop conDoor
Met
Per
Samen met el aguaHet water y la panelaDe bruine suiker
Het populierblad.
Se le agreganMen voegt eraan toe todas lasAlle frutasFruit
Vruchten
Vruchtenprodukten y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen calarBinnendringen
Doorweken
Doorzien por 2020
Twintig minutosMinuten, revolviendoOmroerend
Roerend conDoor
Met
Per
Samen met cuchara de paloPollepel.
A las almojábanas se les abreMen opent ze un huecoEen gat
Een hol
Een holte
Een kuil
Een opening
Een put
Een uitholling en la mitadDe helft, ésteDeze
Dit se rellenaMen vult conDoor
Met
Per
Samen met pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks de quesoKaas. Se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden las almojábanas encimaBovendien
Er bovenop del meladoStroop por cinco5
Vijf minutosMinuten (que se derritaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt vloeibaar
Smelt el quesoDe kaas o se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op el quesoDe kaas aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!).
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Cebolla Cuchara de palo Paila Papaya Verde
TamalesTamales antioqueños
Ingredientes: (88Acht porcionesDelen
Gedeelten
Gedeeltes
Onderdelen
Parten
Porties
Stukken)
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de costillaNerf
Rib
Ribbe
Ribbel
Ribstuk de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn en trocitosStukjes
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de lomo de cerdoVarkenscarré
Varkenslende
Varkenslendenstuk en trocitosStukjes
11
Een/22
Twee libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de tocinoSpek en trocitosStukjes
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
33
Drie tazasBekers
Kopjes
Koppen de papaAardappel
Paus en rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën delgadasDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere
11
Een/22
Twee tazaBeker
Kop
Kopje de cebolla en ramaBieslook
Fijn bieslook
Snijlook picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een/44
Vier cucharaditaTheelepeltje de cominos
11
Een/44
Vier cucharaditaTheelepeltje de colorKleur de azafránSaffraan
Saffraankrokus
11
Een cucharaditaTheelepeltje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
11
Een/44
Vier cucharaditaTheelepeltje de pimientaPeper
22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken en rebanadasBoterhammen
Dwars doorgesneden
Dwars doorsneden
In plakjes gesneden
In sneden, plakken of
schijfjes gesneden
Sneden
Sneetjes
Sneeën
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de arvejasDoperwten
Voederwikkes cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de tomatesTomaatplanten
Tomaten picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de maízMaïs blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte trilladoAfgeranseld
Afgerost
Afgezaagd
Afgezaagde
Gedorst
Gedorste, cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer blandoIk slinger
Ik swing
Ik zwaai
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter
Preparación:
PongaBrengt u op gang!
Brengt u op!
Doet u aan!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
Krijgt u aan de
praat!
Legt u neer!
Legt u op!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Schakelt u in!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Trekt u aan!
Vlijt u!
Zet u aan!
Zet u neer!
Zet u! las carnesDe vlezen en el aguaHet water conDoor
Met
Per
Samen met la papaAardappel
Paus, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, el cominoDe djintan
De djinten
De komijn
De witte komijn, el colorDe kleur, la salHet zout y la pimientaDe peper hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el díaDe dag
Het etmaal siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende.
ReserveBespreekt u!
Bestelt u!
Boekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Houdt u open!
Houdt u vrij!
Ik bespreek
Ik bestel
Ik boek
Ik houd open
Ik houd vrij
Ik reserveer
Ik teken in
Ik zet weg
Reserveert u!
Tekent u in!
Zet apart
Zet u weg! el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus que quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was y agrégueleVoeg het toe la zanahoriaDe peen
De wortel, las arvejasDe doperwten
De voederwikkes y el tomateDe tomaat
De tomaatplant paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen el guisoDe stoofpot
Het gerecht
Het stoofgerecht.
AmaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kneedt deeg
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik kneed
Ik kneed deeg
Kneed
Kneedt u deeg!
Kneedt u! el maízDe maïs conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter y el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus de las carnesDe vlezen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una masaEen beslag
Een deeg
Een massa
Een pasta suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele. Extienda(U) breidt uit
Breidt u uit!
Geeft u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wijder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Houdt u op!
Ik breid uit
Ik geef af
Ik houd op
Ik maak wijder
Ik ontvouw
Ik rek
Ik smeer uit
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Ik verbreid
Ik vergroot
Ik verspreid
Maakt u wijder!
Ontvouwt u!
Rekt u!
Smeert u uit!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Verbreidt u!
Vergroot u!
Verspreidt u! la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! hojas de plátanohojas de chaquito. quebrantadasIngetrapt
Verbrijzeld
Vermorzeld
Verpletterd alNaar de
Naar het fuegoVuur o pasadasAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Verflenste
Vergaan
Verleden
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere por aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend.
ColóquelesPlaats ze suficienteVoldoende guisoGerecht
Ik bekokstoof
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot y cierreAfsluiten
Afsluiting
Dichtdoen
Dichtgaan
Dichtmaken
Doet u dicht!
Doet u op slot!
Doet u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Ik doe dicht
Ik doe op slot
Ik doe toe
Ik maak dicht
Ik sluit
Ik sluit af
Maakt u dicht!
Slot
Sluit u af!
Sluit u!
Sluiten
Sluiting
Toedoen el tamalTamale juntandoAaneenvoegend
Bijeenbrengend
Bijeenvoegend
Ineenzettend
Samenbrengend
Samenstellend
Samenvoegend
Verenigend las puntasDe landhoofden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen de las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten en forma deIn de vorm van paquetePak
Pakje
Pakket. Amárrelos y cocínelosKook ze en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 33
Drie horasTijden
Uren.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Azafrán Cebolla en rama Maíz Papa Pimienta Zanahoria
PavoKalkoen asadoBraadstuk
Gebraad
Gebraden
Gebraden vlees
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde
Ingredientes:11
Een pavoKalkoen de 1010
Tien a 1212
Twaalf librasJij/je bevrijdt
Ponden
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de cebollaAjuin
Bloembol
Ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
11
Een/22
Twee tazaBeker
Kop
Kopje de jugo de limónCitroensap
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
11
Een/22
Twee cucharaditaTheelepeltje de pimientaPeper
el rellenoDe aanvulling
De farce
De voleinding
De vulling
Het bijvullen
Het invullen
Het opvulsel
Het opvullen
Het opzetten
Het vulsel
Het vullen:
11
Een/22
Twee tazaBeker
Kop
Kopje de cebollaAjuin
Bloembol
Ui picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter
22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de tomatesTomaatplanten
Tomaten peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de azúcarSuiker
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de uvasDruiven
Wijndruiven pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen
22
Twee librasJij/je bevrijdt
Ponden de carne de cerdoVarkensvlees
Zwijnenvlees cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken y picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige en trocitosStukjes
11
Een/22
Twee libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal de tocinoSpek cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten y picado enGenipt aan
Geproefd van trocitosStukjes
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje del jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus en queWaarin se cocinóMen kookte la carneHet vlees
22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen de panBrood
Mik
Pan desmenuzadoUitgerafeld
Uitgerafelde
Verbrokkeld
Verbrokkelde
Verkruimeld
Verkruimelde
33
Drie huevosEieren batidosDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshakes
Omgeroerd
11
Een tazaBeker
Kop
Kopje de alcaparrasKapperbomen
Kapperstruiken
Kappertjes
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
11
Een/22
Twee tazaBeker
Kop
Kopje de mantequillaBoter
Roomboter
Preparación:
LaveDoet u de was!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet de was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast uit
Ik doe de was
Ik loog
Ik was
Ik was af
Ik was uit
Loogt u!
Was
Wast u af!
Wast u uit!
Wast u! muy bienBest
Heel goed
Prima el pavoDe kalkoen, ábraloOpen het por la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje de abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder, sáqueleHaal het eruit las menudencias y alíñeloMarineer het desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la vísperaDe vooravond conDoor
Met
Per
Samen met la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, el jugo de limónHet citroensap, la salHet zout y la pimientaDe peper.
Para el rellenoVoor de vulling, rehogue(Het) warmt weer op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sauteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smoort (in vet)
Ik sauteer
Ik smoor (in vet)
Sauteert u!
Smoort u (in vet)! la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui en la mantequillaDe boter
De roomboter, agrégueleVoeg het toe los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, el azúcarDe suiker, la salHet zout y las pasasDe rozijnen. DejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen a fuego medioMatig vuur duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 55
Vijf minutosMinuten. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo agregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! la carneHet vlees, el tocinoSpek, el panDe mik
Het brood remojadoGeweekt
Geweekte en el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus de la carneHet vlees, los huevosDe eier
De eieren, las alcaparrasDe kapperbomen
De kapperstruiken
De kappertjes, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, el vinoDe wijn y las menudencias molidasGekweld
Gemalen
Vermalen. DejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! espesarBinden
Dikker maken
Verdikken 1010
Tien minutosMinuten.
RelleneFarceert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze farceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik farceer
Ik vul
Ik vul bij
Ik vul in
Ik vul op
Ik zet op
Vul
Vult u bij!
Vult u in!
Vult u op!
Vult u!
Zet u op! el pavoDe kalkoen en el pechoDe boezem
De borst y en la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje de atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug, cósaloNaai het dicht, únteloBesmeer het con mantequillaMet boter y cúbraloBedek het conDoor
Met
Per
Samen met papel de aluminioAlufolie (o póngaloPlaats het en un asadorEen braadspit
Een grillrestaurant
Een spit tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen).
LléveloBreng het al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a 350 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 33
Drie 11
Een/22
Twee a 44
Vier horasTijden
Uren, bañándoloHet badend con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds conDoor
Met
Per
Samen met el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus que sueltaDat hij loslaat. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop, cueleFiltreert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeft
Ik filtreer
Ik zeef
Zeef
Zeeft u! el jugoDe braadjus
De dipsaus
De jus
De saus
De vleessaus que sueltaDat hij loslaat la carneHet vlees y espécielaKruid het conDoor
Met
Per
Samen met harina de trigoTarwemeel.
De los siguientes palabras hay una foto:
Alcaparra Cebolla Perejil Pimienta
ChorizosChorizo's
Knoflookworsten
Pikante paprikaworsten caserosHokvast
Hokvaste
Huis-
Huisbazen
Huiseigenaars
Huiseigenaren
Huiselijk
Huiselijke
Huisopzichters
Thuis gemaakt
Zelfgemaakt
Zelfgemaakte
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 2020
Twintig kilosKilo's
Kilogrammen de embutidoBeuling
Gevuld
Ingelegd werk
Mozaïek
Samenvoegen
Worst
Worst gemaakt)
1414
Veertien kilosKilo's
Kilogrammen de carneVlees pulpaPulp
Pulpa
Vruchtvlees
Weke massa de resBruut
Re's
Stuk vee o de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn
33
Drie kilosKilo's
Kilogrammen de tocinoSpek
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! de ajo en polvoKnoflookpoeder
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! de cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn en polvoIn poedervorm
11
Een libraBevrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Pond
Weegschaal y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! de cebolla de ramaGrof bieslook
Grove bieslook
Japanse bladui
Japanse bosui
Pijplook
Schaluun
Stengelajuin
Stengelui
Stengellook
11
Een manojoBosje
Bundeltje
Handvol
Wis de cilantroChinese peterselie
Ketoembar
Koriander
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel y mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! de oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
11
Een y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
1515
Vijftien cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
PiqueHak
Hakt u fijn!
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt fijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jeukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kriebelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krieuwelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze priemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snippert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wriemelt
Ik hak
Ik hak fijn
Ik jeuk
Ik kriebel
Ik krieuwel
Ik pik
Ik priem
Ik prik
Ik snipper
Ik steek
Ik wriemel
Jeukt u!
Kriebelt u!
Krieuwelt u!
Pikt u!
Priemt u!
Prikt u!
Schoppen
Snippert u!
Steekt u!
Wriemelt u! la carneHet vlees y el tocinoSpek bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y mézclelosMeng ze. ÉchelosGooi ze en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat amplioBrede
Breed
Breedvoerig
Breedvoerige
Groot
Grote
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde y adicioneVoeg toe los condimentosDe condimenten
De kruiden
De kruiderijen
De smaakmakers
De specerijen, así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el cilantroDe chinese peterselie
De ketoembar
De koriander picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finamenteFijn
Keurig. MezcleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Ik meng
Ik mix
Ik temper
Ik vermeng
Ik verwar
Meng
Mengt u!
Mixt u!
Tempert u!
Vermengt u!
Verwart u! los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten por unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n diez10
Tien minutosMinuten. Por últimoTenslotte agregueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Ik voeg toe
Voeg toe
Voegt u toe! la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, el cilantroDe chinese peterselie
De ketoembar
De koriander y el aguaHet water. RevuelvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Ik roer
Ik roer om
Roer
Roert u om!
Roert u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart hasta queTot
Totdat el aguaHet water se incorporeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst a la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals en la morcillaDe bloedworst
De geestigheid, laveDoet u de was!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet de was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast uit
Ik doe de was
Ik loog
Ik was
Ik was af
Ik was uit
Loogt u!
Was
Wast u af!
Wast u uit!
Wast u! muy bienBest
Heel goed
Prima la tripaDe pens y rellénelaVul het conDoor
Met
Per
Samen met la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren. AmarreBind vast
Bindt u vast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Ik bind vast
Ik leg aan
Ik maak vast
Legt u aan!
Maakt u vast! los extremosDe aangelegenheden
De neuzen
De pieken
De punten
De spitsen
De tippen
De topjes
De toppen
De toppunten
De uiteinden
De uiteindes
De uitersten conDoor
Met
Per
Samen met hiloDraad
Garen
Hilo
Hyllus
Ik span
Ik spin finoDelicaat
Delicate
Droge sherry
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. AquíAlhier
Hier estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn los apetitososSmakelijk
Smakelijke chorizosChorizo's
Knoflookworsten
Pikante paprikaworsten conDoor
Met
Per
Samen met el deliciosoHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere eEn inconfundibleOnmiskenbaar
Onmiskenbare saborSmaak antioqueño. Un productoEen beschot
Een gewrocht
Een oogstopbrengst
Een opbrengst
Een product
Een productie
Een voortbrengsel paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! acompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen conDoor
Met
Per
Samen met arepaArepa
Maïsbroodje o conDoor
Met
Per
Samen met cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs.
ConsejosAdviezen
Raadgevingen
Raden prácticosHandig
Handige
Praktisch
Praktische:
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals deseaAmbieer!
Aspireer!
Begeer!
Ding naar!
Haak naar!
Heb trek in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dingt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenst
Hunker!
Jaag na!
Smacht naar!
Smacht!
Snak naar!
Streef na!
Streef naar!
U wenst
Verkies!
Verlang!
Wens!, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen un hervorEen borrelen
Een koken
Een zieden a los chorizosDe chorizo's
De knoflookworsten
De pikante paprikaworsten antes deAlvorens te
Voor freírlosBak ze o dejarlosHen laten cocinandoBereidend
Door te koken
Kokend sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!.
Para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se revienten(Zij) gaan eraan
Zij/ze barsten y estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus consistentesDicht
Dichte
Stevig
Stevige, puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt curarlosHen behandelen dejándolosZe latend alNaar de
Naar het vientoWind y/o alNaar de
Naar het solSol
Zon
Zonneschijn por unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n tres3
Drie díasDagen
Etmalen. HagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind procesoGeding
Gerechtszaak
Ik verwerk
Ontwikkelingsgang
Proces
Rechtsgeding
Rechtszaak
Verloop
Zaak sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend conDoor
Met
Per
Samen met las porcionesDe delen
De gedeelten
De gedeeltes
De onderdelen
De parten
De porties
De stukken que va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar consumirConsumeren
Eten
Opeten
Opgebruiken
Opmaken
Opteren
Slopen
Verbruiken
Verorberen
Verteren, el restoDe rest
De stomp
De stronk guárdeloBewaar het en el refrigeradorDe koelkast, allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds se conservanMen bewaart
Zij/ze bewaren hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs por 2020
Twintig díasDagen
Etmalen.
Acompáñelos conDoor
Met
Per
Samen met arepas, papasAardappelen
Aardappels
Pausen cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon y ensaladaSalade
Slaatje de vegetalesGroeisels
Plantaardig
Plantaardige
Planten
Vegetarisch
Vegetarische.
Los chorizosDe chorizo's
De knoflookworsten
De pikante paprikaworsten sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn ricosFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende en proteínasEiwitten
Proteïnen
Proteïnes, humedadVochtigheid y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals los preparaBereid toe!
Bereid voor!
Bereid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Leid op!
Maak aan!
Maak klaar
Maak klaar! comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals aquíAlhier
Hier se loDe
Hem
Het
U indicamosWij geven aan
Wij/we beduidden
Wij/we beduiden
Wij/we duidden aan
Wij/we duidden uit
Wij/we duiden aan
Wij/we duiden uit
Wij/we gaven aan
Wij/we gaven een sein
Wij/we gaven een teken
Wij/we geven aan
Wij/we geven een sein
Wij/we geven een teken
Wij/we kenmerken
Wij/we kenmerkten
Wij/we laten zien
Wij/we lieten zien
Wij/we merken
Wij/we merkten
Wij/we seinden
Wij/we seinen
Wij/we spreidden tentoon
Wij/we spreiden tentoon
Wij/we tekenden
Wij/we tekenen
Wij/we tonen
Wij/we toonden
Wij/we vertonen
Wij/we vertoonden
Wij/we wezen
Wij/we wezen aan
Wij/we wezen uit
Wij/we wijzen
Wij/we wijzen aan
Wij/we wijzen uit quedanZij worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn conDoor
Met
Per
Samen met muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla de rama Limón Orégano
PatéPastei
Paté a las dueñasBazinnen
Eigenaressen
Meesteressen
Ingredientes:11
Een Kg. de hígadoLever.
11
Een Kg. de cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien.
300300
Driehonderd grs. de tocinoSpek ahumadoGerookt
Gerookte.
150 grs. de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels.
11
Een CopitaDrankje
Glaasje de CoñacCognac.
33
Drie HojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer.
170 grs. de mantequillaBoter
Roomboter.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen el hígadoDe lever, quitarleVerwijderen las venasDe aderen
De aders
De bladnerven
De geestdriften
De nerven
De pittigheden
De sappigheden
De spirits
De vlammen
De vuren, y córtaloSnijd het en cubosBlokjes
Blokken
Dobbelstenen
Emmers
Klontjes
Kubussen
Naven
Wijnemmers del tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid de una nuezEen adamsappel
Een noot
Een okkernoot
Een walnoot. CortarloSnijd
Snijden en pedacitosStukjes el tocinoSpek, pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y cortarlasSnijd ze en 88
Acht. En una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan derretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken la mantequillaDe boter
De roomboter juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el tocinoSpek, cuandoAls
Tijdens
Wanneer éstaDeze
Dit tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast la grasaDe/het smeer
Het vet transparenteDoorschijnend
Doorzichtig
Doorzichtige
Transparant
Transparante agregarBijmengen
Toevoegen las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y el laurelDe laurier
De lauwer
Het laurierblad, en el momentoDe oogwenk
De tel
De wijl
De wip
Het moment
Het ogenblik
Het tijdstip que las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! transparentesDoorzichtig
Doorzichtige
Transparant
Transparante agregarBijmengen
Toevoegen el hígadoDe lever, cuandoAls
Tijdens
Wanneer todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté cocido(Het) is gekookt
Is gekookt apagarBlussen
Dempen
Doven
Uitblazen
Uitblussen
Uitdoen
Uitdoven
Uitmaken
Uitschakelen
Uitzetten el fuegoHet vuur. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout (másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que loDe
Hem
Het
U habitualGewone
Gewoon
Gewoonlijk
Habitué
Stamgast
Trouwe bezoeker), pimientaPeper y pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle por la picadoraDe gehaktmolen. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen. AgregarleToevoegen
Voeg hem toe las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels partidasAfgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Verdeeld
Vertrokken
Weggegaan por mitadHelft y el CoñacDe cognac PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm forradoBekleed
Gevoerd
Gevoerde
Overgetrokken conDoor
Met
Per
Samen met filmFilm
Folie
Rolprent y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en el refrigeradorDe koelkast todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la nocheDe avond
De nacht
De los siguientes palabras hay una foto:
Almendra Laurel Pimienta