Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv

Let op!
In het Nederlands zijn de verbuigingen van de werkwoorden te vinden door weglaten van het persoonlijk en het wederkerig voornaamwoord links van de verbogen werkwoordsvorm.
Bij de toekomende tijden dient men ook het hulpwerkwoord zullen/zouden weg te laten en dus zijn die te vinden door te kijken bij de infinitief.

Dus:
Ik zal me aankleden -> aankleden
Wij/we zouden elkaar leren kennen -> elkaar leren kennen
Ik kleedde me aan -> kleedde me aan
kleed je aan! -> kleed je aan
Me aankledend -> aankledend
Zich aankleden -> zich aankleden of aankleden
Zich scherend -> scherend
Zij zouden zich wassen -> wassen
Zij kleedden zich aan -> kleedden zich aan
Hij zou zijn neus snuiten -> zijn neus snuiten

Voor de vertaling in het Spaans steeds kijken bij het rechter (rode) woord