RUDENZ.- ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
! ¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
pretenderosAanspraak maken op
Claimen
, cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je

poseerosBeheersen
Bezitten
Erop nahouden
Grondig kennen
Hebben
Rijk zijn
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
me opongoIk belet
Ik ben gekant tegen
Ik bestrijd
Ik ga tegen in
Ik heb bezwaar tegen
Ik houd stand
Ik maak tegenwerpingen
Ik opponeer
Ik spartel tegen
Ik streef tegen
Ik verzet me
Ik weersta
alNaar de
Naar het
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
del EmperadorKeizer
Zwaardvis
?
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
la voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
influyenteInvloedrijk
Invloedrijke
de vuestrosJullie
Van jullie
deudosBloedverwanten
Familieleden
Verwanten
la
que disponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rangschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voltooit
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
albedrío de vuestraJullie
Uw
Van jullie
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
?
BERTA.- En los cantonesBlokken
Kantons
radicanZij/ze bestaan uit
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze wortelen
misMi's
Mijn
bienesGelukken
Welvaarten
, y seréIk zal gebeuren
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal zijn

libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
SuizaZwitserland
Zwitsers
Zwitserse
.
RUDENZ.- Berta, ¿quéWat
Welke
perspectivaDoorkijk
Perspectief
Prospect
Verschiet
Vooruitzicht
meMe
Mij
ofrecéisJullie bieden
Jullie bieden aan
Jullie bieden te koop
 aan
Jullie dragen voor
Jullie loven uit
Jullie slaan voor
Jullie stellen voor
?
BERTA.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esperéisJullie hopen
Jullie staan te wachten
Jullie verwachten
Jullie voorzien
Jullie wachten
Jullie wachten af
Jullie wachten op
Jullie zien vooruit
Jullie zijn bedacht op
poseermeBeheersen
Bezitten
Erop nahouden
Grondig kennen
Hebben
Rijk zijn
medianteDoor
Door middel van
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst

del AustriaOostenrijk, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
se preocupaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich druk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich zorgen
de miMi
Mijn
herenciaErfdeel
Erfelijkheid
Erfenis
Erfgoed
Erfrecht
Nalatenschap
Neiging
Overerving


GUILLERMOWillem TELL

y de quienWiens haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de disfrutarlaGenieten, casándoseIn het huwelijk tredend
Trouwend
conmigoMet mij
Met mij mee
. La
mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
codiciaAas op!
Begeer!
Dorst naar!
Hebzucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aast op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst naar
Lust
de territorioBan
Gebied
Grondgebied
Territoir
Territorium
, que quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
aniquilarOnbruikbaar maken
Teniet doen
Tot niets herleiden
Vernietigen
Wegcijferen

vuestraJullie
Uw
Van jullie
libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
, meMe
Mij
amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
... ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind

míoMijne
Van mij
! DestinadaBestemd
Toegewezen
Uitgetrokken
Voor het gerecht gedaagd
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
quizásMisschien a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
la víctimaDupe
Getroffene
Slachtoffer
propiciatoria
que recompenseBeloont u!
Doet u terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt schadeloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Ik beloon
Ik doe terug
Ik loon
Ik stel schadeloos
Ik vergeld
Loont u!
Stelt u schadeloos!
Vergeldt u!
a algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
favoritoFavoriet
Gunsteling
Lieveling
. Se proponenZij/ze hebben voor
Zij/ze stellen zich voor
Zij/ze zijn van plan
Zij/ze zijn voornemens

arrastrarmeMeesleuren
Slepen
Trekken
Voorttrekken
a la corteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
 af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
 af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
 af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren
del EmperadorKeizer
Zwaardvis
, en dondeWaarin
tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast
suHaar
Hun
Uw
Zijn
asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting
la falsedad y las intrigasJij/je bekonkelt
Jij/je intrigeert
Jij/je konkelt
, y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
meMe
Mij

esperanZij/ze hopen
Zij/ze staan te wachten
Zij/ze verwachten
Zij/ze voorzien
Zij/ze wachten
Zij/ze wachten af
Zij/ze wachten op
Zij/ze zien vooruit
Zij/ze zijn bedacht op
las cadenasBoeien
Ketenen
Ketens
Kettingen
Kluisters
Reeksen
de un odiosoGehaat
Gehate
himeneo. ¡SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
el
amorAffectie
Liefde
Min
... sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
vuestroJullie
Uw
Van jullie
amorAffectie
Liefde
Min
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
salvarmeBehouden
Bergen
Redden
!
RUDENZ.- ¿Y podríaisJullie zouden kunnen
Jullie zouden mogen
resolverosOplossen a vivirLeven
Wonen
aquíAlhier
Hier
, a
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
míaVan mij, en miMi
Mijn
propiaEigen patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
? ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
Berta; miMi
Mijn
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke

anheloIk hijg
Ik hunker
Ik reikhals
Ik smacht
Ik verlang
Ik zucht
Ik zucht naar
Ik zwoeg
Vurig verlangen
Zucht
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
llamarosAanbellen
Aanroepen
Bellen
Benoemen
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Oproepen
Praaien
Roepen
Schellen
Telefoneren
Uitmaken voor
míaVan mij! OsJe
Jullie
buscabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht op
Ik ging halen
Ik haalde
Ik haalde af
Ik haalde op
Ik keek uit
Ik snorde
Ik zag uit
Ik zocht
Ik zocht op

en el senderoPaadje
Pad
de la gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
, y miMi
Mijn
ambiciónAmbitie
Eerzucht
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
miMi
Mijn

amorAffectie
Liefde
Min
... PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
os decidísJullie beslissen
Jullie besluiten
Jullie maken uit
Jullie nemen je voor
a encerrarosOpsluiten
Vastzetten
en estosDeze
Dezen
vallesDalen
Valleien
Valles

pacíficosPacifisch
Pacifische
, y renunciar aAfstappen van
Afzien van
las vanidadesDoelloosheden
Ijdelheden
Nutteloosheden
Vergeefsheden
Zelfgenoegzaamheden
Zelfvoldaanheden
terrenalesAarden
Aards
Aardse
...
¡ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
! entoncesDan
Dus
Toen
, heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
logradoBehaald
Bereikt
Doorgekomen
Erin geslaagd
Gelukt
Gereikt tot
Geslaagd
Geslaagd in
Geslaagd voor
Ingehaald
Klaargespeeld
miMi
Mijn
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
, y
la corrienteDe stroom alborotadaIn opstand gebracht
Lawaai gemaakt
Leven gemaakt
Onrust verwekt bij
Verontrust
del mundoAardrijk
Wereld
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
estrellarseMet sterren bezaaid worden
Te pletter slaan

en estaDeze
Dit
seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker
orillaBand
Boord
Kant
Korst
Kust
Oever
Rand
Stootkant
Wal
Waterkant
Zoom
... NingúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
afánBemoeienis
Geploeter
Gesjouw
Hunkering
Inspanning
Moeite
Poging
Spanning
Streven
Uitrekking
Zucht
transitorioVoorbijgaand
Voorbijgaande
sientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer

yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
en medio deIn het midden van
Medio
Midden
Middenin
Te midden van
la vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
extensiónAfgeven
Bestek
Grootte
Omvang
Ontvouwen
Ophouden
Register
Rekken
Rol
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitbreiding
Uitgebreidheid
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
Verbreiden
Verspreiden
de la vidaHachje
Leven
. ¡OjaláHopelijk
que estasDeze
Dezen
rocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen
formenFormeert u!
Gaat u aan!
Paradeert u!
Praalt u!
Prijkt u!
Pronkt u!
Vormen
Vormt u!
Zij/ze formeren
Zij/ze gaan aan
Zij/ze paraderen
Zij/ze pralen
Zij/ze prijken
Zij/ze pronken
Zij/ze vormen
a nuestroOns
Onze
Van ons
rededor infranqueableOnoverbrugbaar
Onoverbrugbare

murallaBastion
Bolwerk
Omwalling
Vestingwal
Wal
, y que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
valleDal
Valle
Vallei
aisladoAfgelegen
Afgezonderd
Alleen gezet
Apart
Aparte
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Teruggetrokken
quedeBevindt u zich!
Blijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik bevind me
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
 bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
 bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt

expuestoBelicht
Blootgelegd
Blootgesteld
Geriskeerd
Gewaagd
Geëtaleerd
Geëxposeerd
Kans gelopen
Op het spel gezet
Risico gelopen
Tentoongespreid
Tentoongesteld
Uiteengezet
Uitgebracht
Uitgekraamd
Uitgestald
Verklaard
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
y a la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
!
BERTA.- AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
Ge
Gij
Je
Jij
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
sensibleGevoelig
Gevoelige
Leidtoon
Pijnlijk
Pijnlijke
Reuzenbalsemien
Smartelijk
Smartelijke
Springzaad
Teergevoelig
Teergevoelige

loDe
Hem
Het
U
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
soñadoGedroomd
Gemijmerd
; miMi
Mijn
feFiducie
Geloof
Vertrouwen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
me habíaIk gedroeg me
Ik kreeg het met
 iemand aan de stok
Ik mat me met
 iemand
seducidoAangelokt
Aangetrokken
Bekoord
Getrokken
Toegelachen
Verleid
Verlekkerd
vanamente.

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

RUDENZ.- ¡AdiósAdieu
Afscheid
Aju
Ajuus
Dáág
Tot ziens
Vaarwel
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, neciaDol
Dolle
Dom
Domme
Dwaas
Dwaze
Onverstandig
Onverstandige
Zot
Zotte
ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog
, que meMe
Mij
engañasteJij/je bedotte
Jij/je bedroog
Jij/je beduvelde
Jij/je leidde om de
 tuin
Jij/je misleidde
Jij/je nam beet
Jij/je smokkelde
Jij/je verlakte
!
En miMi
Mijn
patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
encontraráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aantreffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontmoeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegemoet treden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tegenkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal treffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vinden
miMi
Mijn
mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere
venturaToekomstig
Toekomstige
Ventura
.
AquíAlhier
Hier
, en dondeWaarin pasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
alegreBlij
Blije
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Ik verblijd
Ik verheug
Ik verlevendig
Ik vier
Licht
Lichte
Lustig
Lustige
Monter
Montere
Verblijd
Verblijde
Verblijdt u!
Verheugd
Verheugde
Verheugt u!
Verlevendigt u!
Viert u!
Vrolijk
Vrolijke
miMi
Mijn
infanciaJeugd
Kinderjaren
Kindsheid
, en dondeWaarin
árbolesBomen
Masten
y fuentesBronnen
Fonteinen
Opdienborden
Schalen
Schotels
Welputten
Wellen
se ostentanZij/ze paraderen
Zij/ze pralen
Zij/ze prijken
Zij/ze pronken
llenosAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Ingevuld
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
de vidaHachje
Leven
, aquíAlhier
Hier
, en
miMi
Mijn
patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
, ¿quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
Ge
Gij
Je
Jij
míaVan mij? ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
! SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
la
améIk beminde
Ik had lief
Ik hield van
. ConozcoIk ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
que, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
ellaHaar
Ze
Zij
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
habidoGehad
Geweest
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

Me
Mij
placerBehagen
Genoegen
Genot
Plezier
Pret
Vermaak
Welbehagen
Welgevallen
Zin
niEn niet
Evenmin
Noch
dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
.
BERTA.- ¿En dóndeWaar
Waarheen
se hallaránZij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zich terugvinden
Zij/ze zullen zijn
las IslasEilanden afortunadasGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
aquíAlhier
Hier
, en estaDeze
Dit
mansiónHerberg
Herenhuis
Onderdak
Verblijf
de la inocenciaOnschuld?
¿AquíAlhier
Hier
, en dondeWaarin habitaBen gevestigd!
Bewoon!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gevestigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont in
Huis!
Resideer!
Woon in!
Woon!
la lealtadTrouw antiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

en suHaar
Hun
Uw
Zijn
propioEigen domicilioDomicilie
Woonplaats
, en dondeWaarin la falsedad esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
desconocidaOnbekend
Onbekend geweest met
Onbekende
?
La envidiaAfgunst
Ben jaloers op!
Benijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is jaloers op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misgunt
Ijverzucht
Jaloezie
Misgun!
Na-ijver
Nijd
Wangunst
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
enturbiaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertroebelen la fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput
de
nuestraOns
Onze
Van ons
felicidadGeluk, y las horasTijden
Uren
correránZij/ze zullen hardlopen
Zij/ze zullen hollen
Zij/ze zullen racen
Zij/ze zullen rennen
Zij/ze zullen snellen
Zij/ze zullen sprinten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
nosotrosOns
We
Wij

siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
tranquilasBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
... TeJe
Jou
consideroIk beschouw
Ik beschouw als
Ik ga na
Ik houd rekening met
Ik overweeg
revestidoBekleed
Overgetrokken
de la
verdaderaEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect
humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke
, el primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
tusJe
Jouw

igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
, hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
, tributándote puroHelder
Heldere
Louter
Loutere
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Sigaar
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
y sinceroEerlijk
Eerlijke
Ik rechtvaardig
Ik toon de onschuld
 aan van
Ik toon de schuld
 aan van
Oprecht
Oprechte

homenajeEed van trouw
Eerbetoon
Hulde
Huldebetoon
Huldeblijk
, grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un soberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
 uit
Koninkrijk
Rijk
Staat
.
RUDENZ.- Y yoEgo
Ik
teJe
Jou
contemploIk beschouw
Ik koekeloer
reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
 uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin
de todas lasAlle
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
, seductoraVerleidelijk
Verleidelijke
en tusJe
Jouw
quehaceres domésticosHuis-
Huiselijk
Huiselijke
Huishoudelijk
Huishoudelijke
,
una gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem
miMi
Mijn
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la primaveraLente
Sleutelbloem
Stengelloze primula
Stengelloze sleutelbloem
Voorjaar
prodigaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Verkwist!
susHaar
Hun
Uw
Zijn

floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem
, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
Ge
Gij
Je
Jij
, conDoor
Met
Per
Samen met
tuJe
Jouw
graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
y tuJe
Jouw
bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid
, vivificarás y
encantarásJij/je zal bekoren
Jij/je zal charmeren
Jij/je zal dol zijn
 op
Jij/je zal geweldig vinden
Jij/je zal prachtig vinden
a cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
teJe
Jou
rodea(Het) omringt
Begrijp!
Ga om!
Ga rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringt
Omgeef met!
Omgeef!
Omring!
.
BERTA.- YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
sabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet
la causaDe oorzaak de miMi
Mijn
aflicciónBedroefdheid
Bedroeven
Beproeven
Beproeving
Droefheid
Grieven
Hartzeer
Smart
Smarten
Treurigheid
Verdriet
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer

teJe
Jou
veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
destruyendoVernielend
Vernietigend
Verwoestend
conDoor
Met
Per
Samen met
tusJe
Jouw
manosHanden tuJe
Jouw
propiaEigen y supremaBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste

venturaToekomstig
Toekomstige
Ventura
... ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
! ¿CuánHoe deplorableBetreurenswaardig
Betreurenswaardige
Jammerlijk
Jammerlijke
Spijtig
Spijtige
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank


GUILLERMOWillem TELL

fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
miMi
Mijn
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
de seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
castilloBurcht
Kasteel
Slot

sombríoDonker
Donkere
Somber
Sombere
a eseDat
Die
orgullosoFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
, tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran
de miMi
Mijn
paísLand?...
AquíAlhier
Hier
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
castilloBurcht
Kasteel
Slot
, niEn niet
Evenmin
Noch
murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen
que meMe
Mij

separenHaalt u uit elkaar!
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Zij/ze halen uit elkaar
Zij/ze scheiden
Zij/ze scheiden af
Zij/ze schiften
Zij/ze zonderen af
Zondert u af!
del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
, cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
miMi
Mijn
votoGelofte
Ik balloteer
Ik kies
Ik stem
Stem
Stemming
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
ardienteBrandend
Gloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige
.
RUDENZ.- PeroDoch
Echter
Maar
¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
salvarmeBehouden
Bergen
Redden
... cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
desatarLosmaken
los lazosBonden
Lasso's
Liga's
Linken
Lissen
Lussen
Strikken
Verbonden
, que yo mismoIkzelf me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid
en miMi
Mijn
delirioDelirium
Ijlen
Waan
?
BERTA.- ¡RómpelosBreek af!
Breek door!
Breek stuk!
Breek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreekt
Maak kapot!
Schend!
Verbreek!
con energíaEnergiek
Veerkrachtig
Wilskrachtig
varonilMannelijk
Mannelijke
! ¡SucedaErft u van!
Gebeurt u!
Geschiedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Ik erf van
Ik gebeur
Ik geschied
Ik kom af
Ik overkom
Ik stam af
Ik val voor
Ik volg op
Komt u af!
Overkomt u!
Stamt u af!
Valt u voor!
Volgt u op!

lo queDat wat
Wat
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
... quédateBlijf achter!
Blijf over!
Blijf!
Rest!
Resteer!
Toef!
Verblijf!
Word!
conDoor
Met
Per
Samen met
tuJe
Jouw
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
! ¡HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
tuJe
Jouw

puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
! (SuenanZij/ze klinken
Zij/ze maken geluid
Zij/ze snuiten de neus
Zij/ze snuiten hun neus
a loDe
Hem
Het
U
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
trompasClaxons
Hoornen
Hoornisten
Hoorns
Olifantssnuiten
Slurven
Snuiten
Toeters
Trompen
de cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
.)

ESCENAScène
Tableau
Tafereel
Toneel
III

Un pradoBeemd
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland
, cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
AltdorfAltdorf; árbolesBomen
Masten
, en el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke

términoBegrip
Besluit
Bewoording
Beëindiging
Eind
Einde
End
Gezegde
Lid
Spreekwijze
Term
Termijn
Vakterm
Voleinding
Zegswijze
Zinswending
del fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste
, y, detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
, un sombreroHoed en el extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde

de un paloMast
Paal
Stok
. El Baunberg limitaBegrens!
Beknot!
Beperk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beperkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt beperkingen op
 aan
Leg beperkingen op aan!
por detrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
el
horizonteBodemhorizont
Gezichtseinder
Horizon
Kim
, y se alzaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in opstand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rebelleert
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
esaDat
Die
cadena de montañasBergketen
un picoBek
Bergje
Bergtop
Houweel
Ik hak
Ik hak fijn
Ik jeuk
Ik kriebel
Ik krieuwel
Ik pik
Ik priem
Ik prik
Ik snipper
Ik steek
Ik wriemel
Neb
Nebbe
Pico
Snavel
Specht
Tuit
Vogelbek
, cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt
por la nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
.

FRIESSHARDT y LEUTHOLDO hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
centinelaSchildwacht
Wacht
.

FRIESSHARDT.- En vanoTevergeefs esperamosWij wachten
Wij/we hoopten
Wij/we hopen
Wij/we staan te wachten
Wij/we stonden te wachten
Wij/we verwachten
Wij/we verwachtten
Wij/we voorzagen
Wij/we voorzien
Wij/we wachten
Wij/we wachten af
Wij/we wachten op
Wij/we wachtten
Wij/we wachtten af
Wij/we wachtten op
Wij/we waren bedacht op
Wij/we zagen vooruit
Wij/we zien vooruit
Wij/we zijn bedacht op
. NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
pasaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal inhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal langsgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal langskomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal omkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overgaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oversteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verstrijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorbijgaan

por aquíAlhier
Hier
y saludaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begroeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal groeten
alNaar de
Naar het
sombreroHoed. AyerGister
Gisteren
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele


FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

genteLieden
Lui
Mensen
Volk
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
en una feriaBazaar
Beurs
Jaarbeurs
Jaarmarkt
Kermis
Markt
Marktplaats
Vakbeurs
; hoyHeden
Vandaag
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
desiertaEenzaam
Eenzame
Onbemand
Onbemande
Onbevolkt
Onbevolkte
Onbewoond
Onbewoonde
Uitgestorven
Verlaten
estaDeze
Dit
praderaBeemd
Grasland
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland
,
desde queSinds se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
eseDat
Die
espantajo.
LEUTHOLDO.- SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
la gentuza acudeGa af op!
Ga naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt toe
Kom af op!
Loop toe!
Schiet toe!
Snel toe!
, y saludaBegroet!
Groet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groet
Saluda

conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
gorrasMutsen desgarradasDoorgescheurd
Schaamteloos
Schaamteloze
Vaneengescheurd
Verscheurd
. Los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
honradosBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd

prefieren(Zij) verkiezen
Zij/ze doen liever
Zij/ze geven de voorkeur
 aan
Zij/ze geven voorkeur aan
Zij/ze prefereren
Zij/ze trekken voor
Zij/ze verkiezen
Zij/ze willen liever
dar un rodeoOmrijden largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
a hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
susHaar
Hun
Uw
Zijn
cortesíasBeleefdheden
Complimenten
Hoffelijkheden
Plichtplegingen
Welgemanierdheden
Wellevendheden
alNaar de
Naar het

sombreroHoed.
FRIESSHARDT.- HanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
necesariamenteNoodzakelijkerwijs
Noodzakelijkerwijze
por
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
parajePlek alNaar de
Naar het
mediodíaMiddag
Noen
Twaalf uur 's middags
, después queNadat salgan(Zij) komen uit
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Komt u er mee
 weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
 weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze lopen uit
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
del
AyuntamientoGemeentehuis
Raadhuis
Stadhuis
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
pensabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Ik dacht
yoEgo
Ik
en hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende

presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
ningunaGeen enkel
Geen enkele
se cuidabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveerde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontzag zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spaarde zijn gezondheid
del sombreroHoed.
EntoncesDan
Dus
Toen
se presentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Rösselmann, el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
... que llegabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Ik arriveerde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik kwam aan
Ik landde aan
Ik reikte aan
Ik verdreef

conDoor
Met
Per
Samen met
el ViáticoSacrament der stervenden
Teerspijze
Viaticum
de la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de un enfermoIk word ziek
Ziek
Zieke
... y se
paró(Het) stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette stop
conDoor
Met
Per
Samen met
el SantoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale
SacramentoSacrament alNaar de
Naar het
pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
del paloMast
Paal
Stok
... el sacristánKerkbewaarder
Koster
Sacristiemeester

tocó la campanillaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
, y todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
, y yoEgo
Ik
, nos arrodillamosWij/we knielden
Wij/we knielden neer
Wij/we knielen
Wij/we knielen neer
,
y se prosternaron anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el ViáticoSacrament der stervenden
Teerspijze
Viaticum
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el
sombreroHoed...
LEUTHOLDO.- OyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
, compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot
; estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
por decirOpgeven
Spreken
Zeggen

que estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
aquíAlhier
Hier
a la vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
el sombreroHoed...
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
menguaAfnemen
Declineer!
Declineren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verflauwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt minder
Neem af!
Slink!
Slinken
Taan!
Tanen
Verbuig!
Verbuigen
Verflauw!
Verflauwen
Verminder!
Verminderen
Word minder!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
un soldadoGelast
Gesoldeerd
Krijgsman
Soldaat
de a caballoBereden hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
aquíAlhier
Hier

centinelaSchildwacht
Wacht
a un sombreroHoed soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
... TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd

nos(Aan) ons
Ons
despreciaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een hekel
 hebben aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal minachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal versmaden
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
remedioGeneesmiddel
Middel
Remedie
... ¡SaludarBegroeten
Groeten
a un
sombreroHoed! ¡Ja
Jawel
Wel
Zich
; hay queMen moet confesarBekennen
Biechten
Erkennen
Opbiechten
Toegeven
que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un caprichoBevlieging
Bui
Capriccio
Gril
Kuur
Nuk
Speling

necioDol
Dolle
Dom
Domme
Dwaas
Dwaze
Onverstandig
Onverstandige
Zot
Zotte
!
FRIESSHARDT.- Y ¿por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
a un sombreroHoed
vacíoHol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ik giet
Ik giet af
Ik haal uit
Ik hol uit
Ik ledig
Ik leeg
Ik lens
Ik licht
Ik ruim
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledige
Leeg
Lege
Luchtledige ruimte
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Vacuüm
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
cabezaHoofd
Kop
Krop
que loDe
Hem
Het
U
lleveBerekent u!
Breng
Brengt u bijeen!
Brengt u in rekening!
Brengt u mede!
Brengt u mee!
Brengt u weg!
Brengt u!
Draagt u!
Heeft u aan!
Heeft u op!
Heeft u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Ik bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer
Neemt u mee!
Vervoert u!
? BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
te inclinasJij/je buigt
Jij/je maakt een buiging
Jij/je nijgt
Ge
Gij
Je
Jij
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te


GUILLERMOWillem TELL

embargoAanhaling
Confiscatie
Ik leg embargo op
Inbeslagneming
Verbeurdverklaring
, anteSuède
Ten overstaan van
Voor
cabezasHoofden
Koppen
Kroppen
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
desprovistasOntdaan
Ontdane
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
élHem
Hij
de
sesoBrein
Hersenen
Hersens
. (Hildegarda, MatildeMatilda, eEn IsabelElizabeth se aparecenVerschijnen
Zij/ze dagen op
Zij/ze draven op
Zij/ze komen te voorschijn
Zij/ze komen uit
Zij/ze verschijnen
conDoor
Met
Per
Samen met

susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
, y se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
del paloMast
Paal
Stok
.)
LEUTHOLDO.- Ge
Gij
Je
Jij
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
celosoJaloers
Jaloerse
bribónBoef
Ellendeling
Ploert
Schavuit
Schurk
Smiecht
Spitsboef
, que seríasJij/je zou gebeuren
Jij/je zou plaatshebben
Jij/je zou plaatsvinden
Jij/je zou zijn

capazBekwaam
Bekwame
Capabel
Capabele
Geschikt
Kundig
Kundige
, de buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
gradoGraad
Maté
Rang
Stand
Status
Trap
, de ofenderBeledigen
Grieven
Krenken
Verongelijken
a estasDeze
Dezen
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele

gentesVolken
Volkeren
. Que pase(Het) gaat over
Brengt u door!
Gaat u langs!
Gaat u over!
Gaat u voorbij!
Gebeurt u!
Geeft u aan!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Komt u langs!
Komt u om!
Komt u verder!
Laat u door!
Overkomt u!
Passeert u!
Reikt u aan!
Steekt u over!
Verdrijft u!
Vergaat u!
Verloopt u!
Verstrijkt u!
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, quienDie
Wie
quiera(U) wilt
Bemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
Wil u!
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
sombreroHoed;
yoEgo
Ik
cierraDoe dicht!
Doe op slot!
Doe toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Maak dicht!
Sluit af!
Sluit!
los ojosKijkers
Ogen
y nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
.
MATILDE.-Matilda ¡HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
alNaar de
Naar het
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
!... ¡MostradleLaat zien!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs uit!
Wijs!

respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect
, muchachosJongens
Knapen
Knullen
!
ISABEL.-Elizabeth DiosGod
Godheid
permita(Het) staat toe
Belet u niet!
Gedoogt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorlooft
Ik belet niet
Ik gedoog
Ik laat toe
Ik permitteer
Ik sta toe
Ik vergun
Ik veroorloof
Laat u toe!
Permitteert u!
Staat u toe!
Vergunt u!
Veroorlooft u!
que se vayaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
, y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
nos(Aan) ons
Ons
dejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
 steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
 steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u!

suHaar
Hun
Uw
Zijn
sombreroHoed. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estaríamosWij/we zouden liggen
Wij/we zouden ons bevinden
Wij/we zouden zijn
Wij/we zouden zitten
peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere
en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
paísLand.
FRIESSHARDT (Echándolas).- ¡Fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend
aquíAlhier
Hier
, endiabladas
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
! ¿QuiénWie osJe
Jullie
llamaBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Klop!
Lama
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Opwinding
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schaapkameel
Schel!
Telefoneer!
Vlam
Vuur
? EnviadnosDoe toekomen!
Expedieer!
Stuur op!
Stuur uit!
Stuur weg!
Stuur!
Verstuur!
Verzend!
Zend af!
Zend op!
Zend weg!
Zend!

vuestrosJullie
Van jullie
maridosEchtgenoten
Gemaals
Gemalen
Manneke
Manneken
Mannen
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
tienen valorZij/ze lonen
Zij/ze zijn waard
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
mofarse deGekscheren met
Spotten met

nuestrasOnze
Van ons
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
. (Vanse(Zij) gaan
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen
las mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
; Tell se adelantaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat vooraf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt vooruit

conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
ballestaBladveer
Kruisboog
, trayendoAanbrengend
Aandragend
Bezorgend
Brengend
Meebrengend
Meenemend
suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
de la manoDe hand;
pasan(Zij) gaan over
Zij/ze brengen door
Zij/ze gaan langs
Zij/ze gaan over
Zij/ze gaan voorbij
Zij/ze gebeuren
Zij/ze geven aan
Zij/ze halen in
Zij/ze komen langs
Zij/ze komen om
Zij/ze laten door
Zij/ze overkomen
Zij/ze passeren
Zij/ze reiken aan
Zij/ze steken over
Zij/ze verdrijven
Zij/ze vergaan
Zij/ze verlopen
Zij/ze verstrijken
juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
sombreroHoed, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
repararHerstellen
Maken
Repareren
Verhelpen
Verstellen
en élDaaraan
Erin
, haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el
proscenio.)
GUALTERIO (SeñalandoAanduidend
Aangevend
Aanwijzend
Latend zien
Opmerkend
Opmerkzaam makend
Signalerend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitduidend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
Baunberg).- ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, padrePater
Vader
, que alláDaar, en aquellaDat
Die
Diegene
montañaBerg
Gebergte
, sangranZij/ze bloeden
Zij/ze laten ader
Zij/ze tappen bloed af

los árbolesBomen
Masten
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se los hiereBezeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wondt
Kwets!
Verwond!
Wond!
conDoor
Met
Per
Samen met
el hachaDe bijl?
TELL.- ¿QuiénWie loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
, muchachoJongen
Knaap
Knul
?
GUALTERIO.- El rabadán loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
... AseguraAssureer!
Betuig!
Bevestig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze assureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt veilig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstevigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vast
Maak vast!
Stel veilig!
Verstevig!
Verzeker!
Zet vast!

que estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
encantadasAfgetrokken
Bekoord
Dol geweest op
Gecharmeerd
Geweldig gevonden
Prachtig gevonden
Verstrooid
Verstrooide
, y que la manoDe hand de quienWiens los
ofendeBeledig!
Grief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verongelijkt
Krenk!
Verongelijk!
sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
 zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
 zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
 zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!
de se sepulcroGraf
Groeve
.

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

TELL.- EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
que los árbolesBomen
Masten
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
encantadosAfgetrokken
Bekoord
Dol geweest op
Gecharmeerd
Geweldig gevonden
Prachtig gevonden
Verstrooid
Verstrooide
...
¿VesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
esasDie montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
, esosDie picachos blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte
,
que suHaar
Hun
Uw
Zijn
pierden(Zij) verliezen
Zij/ze geven op
Zij/ze lopen mis
Zij/ze missen
Zij/ze raken kwijt
Zij/ze verbeuren
Zij/ze verkwisten
Zij/ze verliezen
Zij/ze verspelen
en las nubesWolken?
GUALTERIO.- SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
la regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek
de las nievesGeklopte eiwitten
Jij/je sneeuwt
heladasBevroren
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijskoud
Ijskoude
Vorsten
,
que retumbanZij/ze donderen
Zij/ze dreunen
Zij/ze weergalmen
Zij/ze weerklinken
por la nocheAvond
Nacht
, y nos(Aan) ons
Ons
envíanZij/ze doen toekomen
Zij/ze expediëren
Zij/ze sturen
Zij/ze sturen op
Zij/ze sturen uit
Zij/ze sturen weg
Zij/ze versturen
Zij/ze verzenden
Zij/ze zenden
Zij/ze zenden af
Zij/ze zenden op
Zij/ze zenden weg
las avalanchasLawines.
TELL.- AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
; y largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
que habríanZij/ze zouden hebben
Zij/ze zouden zijn
sepultadoBegraven
Een lijk bezorgd
Ter aarde besteld

alNaar de
Naar het
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
de AltdorfAltdorf bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U

protegieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschutte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveiligde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in veiligheid
Ik behoedde
Ik beschermde
Ik beschutte
Ik beveiligde
Ik bracht in veiligheid
el bosqueBos
Woud
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
árbolesBomen
Masten
.
GUALTERIO (Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
una pausa).-Pauze
Rust
¿HayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
paísesLanden,
padrePater
Vader
míoMijne
Van mij
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
?
TELL.- CuandoAls
Tijdens
Wanneer
se bajaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bukt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Inzakt
de estasDeze
Dezen
alturasHoogten
Hoogtes
Verhevenheden
, siguiendoAanblijvend
Bewandelend
Bijhoudend
Doorgaand
Opvolgend
Volgend
Voortvloeiend
Voortzettend

siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
el cursoBeursnotering
Cursus
Gaan
Gang
Ik behandel
Ik studeer
Ik volg
Koers
Leergang
Leerjaar
Loop
Notering
Prijsnotering
Route
Schooljaar
Tracé
Traject
Verloop
del ríoDel rio, se llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
a una regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek
extensaAfgegeven
Gerekt
Gespreid
Gestrekt
Groot
Grote
Ontvouwen
Opgehouden
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgesmeerd
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Verbreid
Vergroot
Verspreid
Wijder gemaakt

y llanaEenvoudig
Eenvoudige
Effen
Plat
Platte
Simpel
Simpele
Troffel
Vlak
Vlakke
, en dondeWaarin los torrentesBergstromen
Stromen
Vloeden
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
despidenZij/ze danken af
Zij/ze monsteren af
Zij/ze ontslaan
Zij/ze sturen uit
Zij/ze sturen weg
Zij/ze versturen
Zij/ze verzenden
Zij/ze zenden af
Zij/ze zenden weg
espumaBruis!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bruist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuimt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tintelt
Mousse
Schuim
Schuim af!
Schuim!
Tintel!
,
niEn niet
Evenmin
Noch
bramanZij/ze brullen
Zij/ze bulderen
Zij/ze loeien
Zij/ze schreeuwen van woede
, y las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters
correnZij/ze hollen
Zij/ze lopen hard
Zij/ze racen
Zij/ze rennen
Zij/ze snellen
Zij/ze sprinten
tranquilasBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
y
calladasGezwegen
Stil
Stille
Verzwegen
. La vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
se dilataHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt uit por vastosGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
horizontesBodemhorizonten
Gezichtseinders
Horizonnen
Kimmen
, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

estorboBelemmering
Belet
Beletsel
Hindernis
Hinderpaal
Ik belemmer
Ik belet
Ik hinder
Ik stoor
Ik verhinder
Ik verhoed
Ik verstoor
Stoornis
Storing
Verhindering
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
, y el trigoTarwe
Weit
creceGedij!
Groei aan!
Groei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeit aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wast aan
Neem toe!
Was aan!
Was!
en bellosFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
y vastosGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde

camposAkkers
Campos
Gebieden
Landen
Plattelands
Terreinen
Velden
, y la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
 als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!
un perpetuoEeuwig
Eeuwige
jardínGaard
Gaarde
Hof
Tuin
.
GUALTERIO.- ¿Y por quéWaarom noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos encaminamosWij/we begaven ons
Wij/we begaven ons op
 weg
Wij/we begeven ons
Wij/we begeven ons op
 weg
Wij/we stelden ons in
Wij/we stellen ons in
Wij/we waren gericht
Wij/we zijn gericht

en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
a eseDat
Die
paísLand deliciosoHeerlijk
Heerlijke
Lekker
Lekkere
, en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven

aquíAlhier
Hier
, siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
en la angustiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst
y el tormentoFolteren
Kwellen
Kwelling
Marteling
Penitentie
Temptatie
?
TELL.- La tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
y fértilVruchtbaar
Vruchtbare
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
el cieloHemel
Lucht
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
; sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
, quienesDie
Personen
Wie
la cultivanZij/ze bebouwen
Zij/ze beschaven
Zij/ze bewerken
Zij/ze kweken
Zij/ze kweken aan
Zij/ze planten aan
Zij/ze telen
Zij/ze verbouwen
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
gozanZij/ze genieten
Zij/ze genieten van
Zij/ze verheugen zich in
Zij/ze verlustigen zich in

de los frutosOpbrengsten
Vruchten
que sembraronZij/ze bestrooiden
Zij/ze zaaiden
Zij/ze zaaiden in
.

GUILLERMOWillem TELL

GUALTERIO.- ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
libresJij/je bevrijdt
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
, en suHaar
Hun
Uw
Zijn

propioEigen patrimonioApanage
Bezit
Jaargeld
Toelage
Vermogen
?
TELL.- El campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
del ObispoBisschop y del ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.
GUALTERIO.- ¿PeroDoch
Echter
Maar
cazaránZij/ze zullen bejagen
Zij/ze zullen jacht maken
 op
Zij/ze zullen jagen
Zij/ze zullen najagen
Zij/ze zullen voortdrijven
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
quieran(Zij/u) willen
Bemint u!
Heeft u lief!
Houdt u van!
Wil u!
Zij/ze beminnen
Zij/ze hebben lief
Zij/ze houden van
Zij/ze willen
, en
los bosquesBossen
Wouden
?
TELL.- La cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
terrestreAarden
Aards
Aardse
Terrestrisch
Terrestrische
y la volátilVluchtig
Vluchtige
perteneceBehoor toe aan!
Behoor toe!
Behoor tot!
Behoor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe aan
Kom toe aan!
alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.
GUALTERIO.- PeroDoch
Echter
Maar
¿pescaránZij/ze zullen vissen a lo menosAlthans
Minimaal
Minstens
Ten minste
en los
ríosRivieren
Stromen
?
TELL.- Los ríosRivieren
Stromen
, la marZee y la salGa buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
del ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
.
GUALTERIO.- ¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
eseDat
Die
ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
, a quienDie
Wie
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

temenZij/ze duchten
Zij/ze schrikken terug voor
Zij/ze schromen
Zij/ze vrezen
Zij/ze zijn bang voor
?
TELL.- El únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
que los protegeBehoed!
Bescherm!
Beschut!
Beveilig!
Breng in veiligheid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveiligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in veiligheid
y los mantiene(Het) houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
.
GUALTERIO.- ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
ellosHen
Ze
Zij
defenderseZich verdedigen?
TELL.- El vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
niEn niet
Evenmin
Noch
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
vecinoAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buur
Buurman
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Gebuur
Naburig
Naburige
Nabuur
se fíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt in vertrouwen
 mede
.
GUALTERIO.- ConDoor
Met
Per
Samen met
estrechezNauwte
Reiken
Smalheid
Vernauwing
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
padrePater
Vader
, viviríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wonen
Ik zou leven
Ik zou wonen
yoEgo
Ik

en regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
anchaBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde
. Prefiero(Ik) verkies
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
 aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever
habitarBewonen
Gevestigd zijn
Huizen
Inwonen
Resideren
Wonen
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
la amenazaBedreig!
Bedreigen
Bedreiging
Dreig!
Dreigement
Dreigen
Dreiging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreigt

de los ventisqueros.
TELL.- Ja
Jawel
Wel
Zich
, hijoKind
Zoon
; valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
la compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm
temibleGevreesd
Gevreesde
de los
vallesDalen
Valleien
Valles
cubiertosBedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Eetgereis
Gedekt
Onderdaken
Somber
Sombere
Toegedekt
de nieveGeklopt eiwit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sneeuwt
Ik sneeuw
Sneeuw
Sneeuwen
Sneeuwt u!
heladaBevroren
Diepgevroren
Gedaan bekoelen
Gedaan bevriezen
Gevroren
Ijskoud
Ijskoude
Rijp
Vorst
, que la de los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten

perversosPervers
Perverse
. (Hacen(Zij) maken
Zij/ze bedrijven
Zij/ze brengen uit
Zij/ze doen
Zij/ze maken
Zij/ze maken aan
Zij/ze richten uit
Zij/ze voeren uit
ademánGebaar
Geste
Houding
de pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan
adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!
.)
GUALTERIO.- MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!
, padrePater
Vader
, eseDat
Die
sombreroHoed en loDe
Hem
Het
U

altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
de un paloMast
Paal
Stok
.
TELL.- ¿QuéWat
Welke
nos(Aan) ons
Ons
importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!
? VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen
(AlNaar de
Naar het
andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
,
Friesshardt leHaar
Hem
Het
U
presenta(Het) toont
Belicht!
Bied aan!
Breng uit!
Dien in!
Etaleer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Presenteer!
Schenk!
Stal uit!
Stel bloot!
Stel tentoon!
Stel voor!
Vertoon!
Zet uiteen!
la lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
.)

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

FRIESSHARDT.- ¡DeteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop!
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
deisJullie brengen op
Jullie brengen toe
Jullie geven
Jullie geven aan
Jullie kennen toe
Jullie verlenen
un pasoAangeven
Aanreiken
Bergpas
Doorbrengen
Doorgang
Doorlaten
Doortocht
Gebeuren
Ik breng door
Ik ga langs
Ik ga over
Ik ga voorbij
Ik gebeur
Ik geef aan
Ik haal in
Ik kom langs
Ik kom om
Ik laat door
Ik overkom
Ik passeer
Ik reik aan
Ik steek over
Ik verdrijf
Ik verga
Ik verloop
Ik verstrijk
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overgang
Overkomen
Oversteken
Pas
Passage
Passeren
Schrede
Stap
Tred
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voetstap
Voorbijgaan
, en
nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
del EmperadorKeizer
Zwaardvis
!
TELL (AgarrandoAangrijpend
Beetnemend
Beetpakkend
Bemachtigend
Grijpend
Pakkend
Vastgrijpend
Vasthoudend
Vastpakkend
Vattend
la lanza).-Braak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
¿QuéWat
Welke
queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
? ¿Por
quéWat
Welke
meMe
Mij
detenéisJullie arresteren
Jullie houden aan
Jullie houden af
Jullie houden weg
Jullie nemen in verzekerde
 bewaring
Jullie onthouden
Jullie onttrekken
Jullie rekenen in
Jullie stoppen
?
FRIESSHARDT.- HabéisJullie hebben
Jullie zijn
faltadoAbsent geweest
Afwezig geweest
Gescheeld
Ontbroken
, violandoAanrandend
Verkrachtend
el bandoKamp
Partij
Stem

del GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
. ¡SeguidnosBewandel!
Blijf aan!
Ga door!
Houd bij!
Vervolg
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort!
!
LEUTHOLDO.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
habéisJullie hebben
Jullie zijn
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
el saludoBegroeten
Begroeting
Groet
Groeten
Ik begroet
Ik groet
Saluut
alNaar de
Naar het

sombreroHoed.
TELL.- VayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
, miMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
, dejadnosLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
en pazQuitte.
FRIESSHARDT.- ¡A la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
, a la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
!
GUALTERIO.- ¿MiMi
Mijn
padrePater
Vader
a la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
? ¡SocorroBestelen
Bijstaan
Gappen
Helpen
Hulp
Ik help
Ik red uit een
 dreigend gevaar
Ik sta bij
Ontvreemden
Socorro
Stelen
,
socorroBestelen
Bijstaan
Gappen
Helpen
Hulp
Ik help
Ik red uit een
 dreigend gevaar
Ik sta bij
Ontvreemden
Socorro
Stelen
! (GritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend
.) ¡VenidKom mee!
Kom!
aquíAlhier
Hier
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
, socorredlosHelp!
Red uit een dreigend
 gevaar!
Sta bij!
!
¡InjusticiaOnrechtvaardigheid, injusticiaOnrechtvaardigheid! ¡Que loDe
Hem
Het
U
llevan(Zij) dragen
Zij/ze berekenen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen bijeen
Zij/ze brengen in rekening
Zij/ze brengen mede
Zij/ze brengen mee
Zij/ze brengen weg
Zij/ze dragen
Zij/ze hebben aan
Zij/ze hebben op
Zij/ze hebben voor
Zij/ze nemen mee
Zij/ze vervoeren
presoGevangene!
(Rösselmann el curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger
, y Petermann el sacristánKerkbewaarder
Koster
Sacristiemeester
, acudenZij/ze gaan af op
Zij/ze gaan naar
Zij/ze komen af op
Zij/ze lopen toe
Zij/ze schieten toe
Zij/ze snellen toe

conDoor
Met
Per
Samen met
otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
tres3
Drie
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.)
EL SACRISTÁN.-Kerkbewaarder
Koster
Sacristiemeester
¿QuéWat
Welke
sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op!
?
RÖSSELMANN.- ¿Por quéWaarom ponesJij plaatst
Jij/je brengt op
Jij/je brengt op gang
Jij/je doet
Jij/je doet aan
Jij/je krijgt aan de
 praat
Jij/je legt
Jij/je legt neer
Jij/je legt op
Jij/je plaatst
Jij/je schakelt in
Jij/je steekt
Jij/je stelt
Jij/je stopt
Jij/je trekt aan
Jij/je vlijt
Jij/je zet
Jij/je zet aan
Jij/je zet neer
la manoDe hand en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind

hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
?
FRIESSHARDT.- ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
un enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
del EmperadorKeizer
Zwaardvis
,
un traidorDubbelhartig
Dubbelhartige
Ontrouw
Ontrouwe
Trouweloos
Trouweloze
Verraderlijk
Verraderlijke
!
TELL (Sacudiéndolo con violencia).-Hard ¿YoEgo
Ik
un traidorDubbelhartig
Dubbelhartige
Ontrouw
Ontrouwe
Trouweloos
Trouweloze
Verraderlijk
Verraderlijke
?
RÖSSELMANN.- TeJe
Jou
engañasJij/je bedot
Jij/je bedriegt
Jij/je beduvelt
Jij/je leidt om de
 tuin
Jij/je misleidt
Jij/je neemt beet
Jij/je smokkelt
Jij/je verlakt
, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Tell, honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd

y buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
ciudadanoBurger
Staatsburger
.

GUILLERMOWillem TELL

GUALTERIO (Que ve aGa naar! Gualterio Fürst, y correHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint!

haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
él).-Hem
Hij
¡SocorroBestelen
Bijstaan
Gappen
Helpen
Hulp
Ik help
Ik red uit een
 dreigend gevaar
Ik sta bij
Ontvreemden
Socorro
Stelen
, abueloGrootvader
Opa
! ¡PrendenNeemt u een onderpand
 van!
Wint u de genegenheid
 van!
Zij/ze nemen een onderpand
 van
Zij/ze steken op
Zij/ze winnen de genegenheid
 van
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
a
miMi
Mijn
padrePater
Vader
!
FRIESSHARDT.- ¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
; vamos aWij/we gaan naar la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
!
FÜRST (SaliendoAfrijdend
Buitengaand
Er mee weg komend
Eruitgaand
Naar buiten gaand
Op weg gaand
Opstappend
Startend
Tijgend
Uitgaand
Uitkomend
Uitlopend
Uitrijdend
Uitstappend
Uitstijgend
Uittredend
Uitvarend
Verschijnend
Vertrekkend
Weggaand
Wegrijdend
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
encuentro).-Ik bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
¡YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
suHaar
Hun
Uw
Zijn
fiadorBorg
Borgsteller
Garant
Sponsor
!
¡DeteneosBlijf staan!
Houd halt!
Houd stil!
Sla af!
Sta stil!
Stop!
!... ¡DecidmeGeef op!
Spreek!
Zeg!
, por DiosGod
Godheid
, quéWat
Welke
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sucedidoAfgekomen
Afgestamd
Gebeurd
Geschied
Gevolgd op
Geërfd van
Opgevolgd
Overkomen
Voorgevallen
...
Tell! (LleganZij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven
Melchtha1 y Stauffacher.)
FRIESSHARDT.- DespreciaHeb een hekel aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft een hekel
 aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze minacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmaadt
Minacht!
Veracht!
Versmaad!
el poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
del
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
reconocerloErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven
.
STAUFFACHER.- ¿LoDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
Tell asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
?
MELCHTHAL.- ¡MientesJij/je liegt
Jij/je maakt gewag van
Jij/je noemt
Jij/je vermeldt
, bribónBoef
Ellendeling
Ploert
Schavuit
Schurk
Smiecht
Spitsboef
!
LEUTHOLDO.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
saludadoBegroet
Gegroet
alNaar de
Naar het
sombreroHoed.
FÜRST.- ¿Y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de ir porGaan halen
Halen
esoDat
Die
Zulks
a la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
? Acéptame(Het) aanvaardt
Accepteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Neem aan!
Ontvang!
,
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
, por fiadorBorg
Borgsteller
Garant
Sponsor
, y déjaloLaat het en libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
.
FRIESSHARDT.- GuardaBehoed!
Berg op!
Bewaak!
Bewaakster
Bewaar
Bewaar!
Bewaarder
Bewaarster
Bewaker
Heb de wacht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakt over
Hoed!
Hoeder
Hoedster
Let op!
Pas op!
Waak over!
Wacht
Wachter
para tiVoor jou, y paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
tuJe
Jouw
defensaAfweer
Bescherming
Defensie
Verdedigen
Verdediging
Verweer
Verweren
,
tuJe
Jouw
fianzaBorg
Borgsom
Borgtocht
Cautie
Delcredere
Waarborgsom
. NosotrosOns
We
Wij
obedecemosWij/we gehoorzamen a quienDie
Wie
nos(Aan) ons
Ons
mandaBeveel!
Commandeer!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
Voer aan!
Voer het bevel!
...
¡Lleváoslo!
MELCHTHAL (A susHaar
Hun
Uw
Zijn
compatriotas).-Landgenoten ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
; estaDeze
Dit
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

una arbitrariedadWillekeur escandalosaAanstotelijk
Aanstotelijke
Ergerlijk
Ergerlijke
Scandaleus
Scandaleuze
Schandelijk
Schandelijke
! ¿HemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn
de consentirBederven
Dulden
Goedvinden
Het eens zijn
Koesteren
Toegeven
Toestemmen
Troetelen
Vertroetelen
Verwennen
,
que, conDoor
Met
Per
Samen met
esaDat
Die
insolenciaBrutaalheid
Onbeschaamdheid
Overmoed
Vermetelheid
, loDe
Hem
Het
U
llevenBerekent u!
Brengt u bijeen!
Brengt u in rekening!
Brengt u mede!
Brengt u mee!
Brengt u weg!
Brengt u!
Draagt u!
Heeft u aan!
Heeft u op!
Heeft u voor!
Neemt u mee!
Vervoert u!
Zij/ze berekenen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen bijeen
Zij/ze brengen in rekening
Zij/ze brengen mede
Zij/ze brengen mee
Zij/ze brengen weg
Zij/ze dragen
Zij/ze hebben aan
Zij/ze hebben op
Zij/ze hebben voor
Zij/ze nemen mee
Zij/ze vervoeren
presoGevangene en nuestrasOnze
Van ons

barbasBaarden
Jij/je krijgt een baard
Jij/je schiet wortel
Kinnen
?
EL SACRISTÁN.-Kerkbewaarder
Koster
Sacristiemeester
¡PodemosLaten we snoeien
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeien
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que ellosHen
Ze
Zij
! ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U

toleréisJullie dulden
Jullie laten toe
Jullie pikken
Jullie tolereren
Jullie velen
Jullie verdragen
Jullie zien aan
, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
! Los demásDe anderen nos(Aan) ons
Ons
ayudaránZij/ze zullen baten
Zij/ze zullen bijstaan
Zij/ze zullen helpen
Zij/ze zullen ter zijde
 staan
.
FRIESSHARDT.- ¿QuiénWie se oponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat tegen in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft bezwaar tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gekant tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt tegenwerpingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spartelt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streeft tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzet zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerstaat
alNaar de
Naar het
cumplimientoAanvulling
Beleefdheid
Compliment
Gadeslaan
Nakomen
Naleven
Observeren
Plichtpleging
Strikte naleving
Toekijken
Toezien
Toppunt
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Vervulling
Volbrengen
Voleinding
Volmaaktheid
Voltrekken
Waarnemen

de las órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
del GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
?

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

OTROSAnder
Andere
Anderen
Nog één
TRES3
Drie
(Que acuden).-Zij/ze gaan af op
Zij/ze gaan naar
Zij/ze komen af op
Zij/ze lopen toe
Zij/ze schieten toe
Zij/ze snellen toe
NosotrosOns
We
Wij
osJe
Jullie
ayudamosWij/we baatten
Wij/we baten
Wij/we helpen
Wij/we hielpen
Wij/we staan bij
Wij/we staan ter zijde
Wij/we stonden bij
Wij/we stonden ter zijde
.
¿QuéWat
Welke
sucede(Het) gebeurt
Erf van!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erft van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Kom af!
Overkom!
Stam af!
Val voor!
Volg op!
? ¡DerribadlosBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Kantel!
Keer om!
Sloop!
en tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
! (vuelvenZij/ze draaien
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze gaan terug
Zij/ze gaan weer
Zij/ze keren
Zij/ze keren terug
Zij/ze keren weder
Zij/ze komen terug
Zij/ze komen weder
Zij/ze komen weerom
Zij/ze lopen terug
Zij/ze trekken terug
Zij/ze wenden
Zij/ze wentelen
Zij/ze zwenken

Hildegarda, MatildeMatilda eEn IsabelElizabeth.)
TELL.- MeMe
Mij
bastoBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Ik ben genoeg
Ik ben toereikend
Ik ben voldoende
Ik reik toe
Ik voldoe
Ik volsta
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
a miMi
Mijn
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
. IdosGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Van stapel gelopen
Verlopen
Zich begeven
, buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
.
¿Creéis queJullie denken dat, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
resistirmeAchteruit slaan
Doorstaan
Tegenspartelen
Tegenstreven
Verdragen
Weerspannig zijn
Weerstaan
Zich verzetten
, meMe
Mij
amedrentaríanZij/ze zouden bang worden
Zij/ze zouden bevreesd maken
Zij/ze zouden bevreesd worden
Zij/ze zouden de moed
 verliezen
Zij/ze zouden intimideren
Zij/ze zouden schrik aanjagen

susHaar
Hun
Uw
Zijn
alabardasHellebaarden?
MELCHTHAL (A Friesshardt).- ¡PruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
a llevárteloAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen

de aquíAlhier
Hier
!
FÜRST Y STAUFFACHER.- ¡SosegaosBedaar!
Bekoel!
Kalmeer!
Kom tot rust!
Luw!
Raas uit!
Woed uit!
! ¡HayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!

PazPaz
Vrede
!
FRIESSHARDT.- ¡Motín y sedición! (Se oyenZij/ze horen
Zij/ze vernemen
Zij/ze verstaan

trompasClaxons
Hoornen
Hoornisten
Hoorns
Olifantssnuiten
Slurven
Snuiten
Toeters
Trompen
de cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild
.)
LAS MUJERES.-Echtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
¡AquíAlhier
Hier
viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
!
FRIESSHARDT (LevantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
la voz).-Inspraak
Stem
Stemgeluid
¡Motín y sedición!
STAUFFACHER.- ¡GritaBalk!
Blaat!
Brul!
Gier!
Grom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze balkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hinnikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jouwt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreeuwt
Hinnik!
Joel!
Jouw uit!
Loei!
Roep!
Schreeuw!
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
reventarBarsten
Bersten
Openbarsten
Openbersten
Scheuren
Springen
, bribónBoef
Ellendeling
Ploert
Schavuit
Schurk
Smiecht
Spitsboef
!
RÖSSELMANN Y MELCHTHAL.- ¿QuieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
callarVerzwijgen
Zwijgen
?
FRIESSHARDT (GritandoBalkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend
más).-Gaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
¡SocorroBestelen
Bijstaan
Gappen
Helpen
Hulp
Ik help
Ik red uit een
 dreigend gevaar
Ik sta bij
Ontvreemden
Socorro
Stelen
, socorroBestelen
Bijstaan
Gappen
Helpen
Hulp
Ik help
Ik red uit een
 dreigend gevaar
Ik sta bij
Ontvreemden
Socorro
Stelen

a los guardadores de las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten
!
FÜRST.- ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
de nosotrosOns
We
Wij
! ¡AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
!
¿QuéWat
Welke
sucederáHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afstammen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erven van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geschieden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opvolgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal volgen op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorvallen
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
? (Gessler, a caballoBereden, conDoor
Met
Per
Samen met
el
halcónValk en el puñoDe manchet; Rudolfo de Harras, Bertha y Rudenz;
numerosoMeervoudig
Meervoudige
Talrijk
Talrijke
séquitoAanhang
Gevolg
de criadosBedienden
Bediendes
Dienaars
Dienaren
Gefokt
Knechten
Knechts
Opgefokt
Opgevoed
armadosBewapend
Gepantserde ponen
Gewapend
In elkaar gezet
, que
llenanZij/ze completeren
Zij/ze dempen
Zij/ze maken vol
Zij/ze schenken vol
Zij/ze spekken
Zij/ze stoppen
Zij/ze voleinden
Zij/ze vullen
Zij/ze vullen aan
Zij/ze vullen in
Zij/ze werken bij
la escenaScène
Tableau
Tafereel
Toneel
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
.)

GUILLERMOWillem TELL

RUDOLFO.- ¡PlazaPlein
Zitplaats
, plazaPlein
Zitplaats
alNaar de
Naar het
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
!
GESSLER.- ¡DispersadlosScheid af!
Scheid!
Schift!
Veroorzaak kleurschifting!
Zonder af!
! ¿A quéWat
Welke
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
genteLieden
Lui
Mensen
Volk
?
¿QuiénWie pide(Het) vraagt
Bedel!
Bestel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag!
auxilioHulp
Ik baat
Ik help
Ik sta bij
Ik sta ter zijde
? (SilencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale
.) ¿QuiénWie eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
?
QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
saberloKennen
Smaken
Weten
(A Friesshardt.) ¡AcércateBen in aantocht!
Kom dichterbij!
Nader!
Ge
Gij
Je
Jij
!
¿QuiénWie eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
, y quéWat
Welke
teJe
Jou
ocurre(Het) gebeurt
Ben aan de hand!
Gebeur!
Geschied!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
 hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Kom voor!
Overkom!
Val voor!
Vind plaats!
conDoor
Met
Per
Samen met
eseDat
Die
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
! (DaBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
el
halcónValk a un criadoBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
.)
FRIESSHARDT.- PoderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
; soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de tusJe
Jouw

hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
de armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
, centinelaSchildwacht
Wacht
por tusJe
Jouw
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind

sombreroHoed. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
sorprendidoBetrapt
Gesnapt
Getroffen
Verbaasd
Verbaasde
Verrast
en fragrante delitoDelict
Strafbaar feit
Vergrijp
a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind

hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, que rehusabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keurde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weigerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wraakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde nee tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei nee tegen
Ik keurde af
Ik sloeg af
Ik vertikte
Ik verwierp
Ik wees af
Ik wees terug
Ik weigerde
Ik wraakte
Ik zegde nee tegen
Ik zei nee tegen
saludarloBegroeten
Groeten
. IntentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens
Ik beproefde
Ik had voor
Ik paste
Ik paste aan
Ik poogde
Ik probeerde
Ik probeerde uit
Ik stelde me voor
Ik toetste
Ik trachtte
Ik was van plan
Ik was voornemens
llevarloBreng hem a
la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
mandasteJij/je beval
Jij/je commandeerde
Jij/je gelastte
Jij/je schreef voor
Jij/je sommeerde
Jij/je verordende
Jij/je voerde aan
Jij/je voerde het bevel
, y el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
se preparabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte zich op

a libertarloAfhelpen
Bevrijden
Loslaten
Verlossen
Vrijlaten
Vrijmaken
.
GESSLER (Pausa).-Pauze
Rust
¿AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
despreciasJij/je hebt een hekel
 aan
Jij/je minacht
Jij/je veracht
Jij/je versmaadt
Ge
Gij
Je
Jij
a tuJe
Jouw
EmperadorKeizer
Zwaardvis
,
ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
Tell, y a miMi
Mijn
, que loDe
Hem
Het
U
representoIk beeld uit
Ik bied aan
Ik dien in
Ik presenteer
Ik sta voor
Ik stel voor
Ik vertegenwoordig
Ik vertoon
Ik voer op
, y rehúsasJij/je keurt af
Jij/je slaat af
Jij/je vertikt
Jij/je verwerpt
Jij/je weigert
Jij/je wijst af
Jij/je wijst terug
Jij/je wraakt
Jij/je zegt nee tegen

reverenciar eseDat
Die
sombreroHoed que hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
en eseDat
Die
paloMast
Paal
Stok

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
vuestraJullie
Uw
Van jullie
obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen
? DejasteJij/je leende
Jij/je legateerde
Jij/je leverde op
Jij/je liet
Jij/je liet achter
Jij/je liet begaan
Jij/je liet in de
 steek
Jij/je liet los
Jij/je liet na
Jij/je liet over
Jij/je liet schieten
Jij/je stond toe
Jij/je verlaatte je van
Jij/je verliet
Jij/je vermaakte
Jij/je vertrouwde toe
Jij/je verzuimde
entreverGissen
Half zien
Onduidelijk zien
Vermoeden
Vluchtig zien
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig

tuJe
Jouw
dañadaBeschadigd
Bezeerd
intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
.
TELL.- PerdonadmeBegenadig!
Vergeef!
, buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
; por inadvertencia,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
por mofa, loDe
Hem
Het
U
hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik
loDe
Hem
Het
U
hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
conDoor
Met
Per
Samen met

premeditadaMet voorbedachten rade intenciónBedoeling
Doel
Intentie
Plan
Strekking
Toeleg
Voornemen
Zin
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
me llamoIk heet
Ik word genoemd

Tell, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
imploraraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte af
Ik smeekte af
vuestraJullie
Uw
Van jullie
clemenciaClementie
Genade
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig

y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
la invocaréIk zal aanroepen
Ik zal roepen
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
.
GESSLER (Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even
de silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
).Dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen

que eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
en tirarGooien
Omverwerpen
Paffen
Schieten
Trekken
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen
Vuren
Weggooien
la ballestaDe bladveer, y que jamásNimmer
Nooit

yerrasJij/je doolt
Jij/je doolt rond
Jij/je dwaalt
Jij/je dwaalt rond
Jij/je maakt een fout
Jij/je vergist je
Jij/je waart
Jij/je zit ernaast
Jij/je zwerft
el blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
.

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

GUALTERIO TELL.- EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, que miMi
Mijn
padrePater
Vader
,
a los cien100
Honderd
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
, derribaBreek af!
Breng ten val!
Gooi om!
Gooi omver!
Haal neer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloopt
Kantel!
Keer om!
Sloop!
una manzanaAppel
Huizenblok
de un árbolBoom
Mast
.
GESSLER.- ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ésteDeze
Dit
hijoKind
Zoon
tuyoVan jou, Tell?
TELL.- Ja
Jawel
Wel
Zich
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.
GESSLER.- ¿TienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
hijosKinderen
Zonen
Zoons
?
TELL.- Dos2
Do's
Twee
Tweede
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
.
GESSLER.- ¿Y a cuálWat
Welk
Welke
de los dosAlle twee de
Allebei
Beide
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
?
TELL.- QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
lo mismoDito
Hetzelfde
Idem
a los dosAlle twee de
Allebei
Beide
.
GESSLER.- BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, Tell; puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
aciertasJij/je gist
Jij/je haalt
Jij/je komt door
Jij/je raadt
Jij/je raakt
Jij/je slaagt
Jij/je speelt klaar
Jij/je treft
a una
manzanaAppel
Huizenblok
en el árbolBoom
Mast
, a los cien100
Honderd
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
, darás enJij/je zal halen
Jij/je zal inslaan
Jij/je zal raken
Jij/je zal teisteren
Jij/je zal treffen
miMi
Mijn

presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
una pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
de tuJe
Jouw
destrezaBedrevenheid
Handigheid
Slag
Vaardigheid
Vlugheid
... TomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
la ballestaDe bladveer.
La tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
en la manoDe hand... y disponte aMaak je gereed!
Maak je klaar!
acertarDoorkomen
Gissen
Halen
Klaarspelen
Raden
Raken
Slagen
Treffen

una manzanaAppel
Huizenblok
en la cabezaHoofd
Kop
Krop
de tuJe
Jouw
hijoKind
Zoon
. PeroDoch
Echter
Maar
teJe
Jou
aconsejoIk adviseer
Ik geef raad
Ik raad
Ik raad aan

que apuntesAantekeningen
Jij/je legt aan
Jij/je noteert
Jij/je schrijft op
Jij/je stelt te boek
Jij/je tekent aan
Muzieknoten
Nota's
Noten
Notities
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
y que la toquesAanslagen
Jij/je beroert
Jij/je gaat
Jij/je gaat over
Jij/je klept
Jij/je klinkt
Jij/je komt aan
Jij/je raakt
Jij/je raakt aan
Jij/je roert aan
Jij/je slaat
Jij/je speelt
Jij/je speelt voor
Jij/je toucheert
Jij/je voert uit
Jij/je zit aan
alNaar de
Naar het
primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
disparoIk paf
Ik schiet
Ik vuur
Paffen
Schieten
Schot
Vuren
,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
la yerrasJij/je doolt
Jij/je doolt rond
Jij/je dwaalt
Jij/je dwaalt rond
Jij/je maakt een fout
Jij/je vergist je
Jij/je waart
Jij/je zit ernaast
Jij/je zwerft
, teJe
Jou
vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
en elloDat
Het
la cabezaHoofd
Kop
Krop
.
(TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se horrorizanZij/ze gruwen
Zij/ze zijn ontzet
.)
TELL.- SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
... ¿QuéWat
Welke
monstruosidadMonsterachtigheid
Monstruositeit
Wanstaltigheid
exigísJullie eisen
Jullie eisen op
Jullie rekenen
Jullie schrijven voor
Jullie vereisen
Jullie vergen
Jullie verlangen
Jullie vorderen
de Me
Mij
?...
que yoEgo
Ik
, en la cabezaHoofd
Kop
Krop
de miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
... noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
,
imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten
que habléisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken
formalmenteFormeel... ¡LíbremeBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
de
elloDat
Het
DiosGod
Godheid
misericordiosoBarmhartig
Barmhartige
Goedertieren
!... ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien
mandarloAanvoeren
Bevelen
Commanderen
Gelasten
Het bevel voeren
Sommeren
Sturen
Verordenen
Voorschrijven
en
vuestroJullie
Uw
Van jullie
juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
a padrePater
Vader
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
!
GESSLER.- Tirarás aJij/je zal neigen naar una manzanaAppel
Huizenblok
, puestaAan de praat gekregen
Aandoen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Inschakelen
Insmeren
Leggen
Neergelegd
Neergezet
Neerleggen
Neerzetten
Op gang gebracht
Opbrengen
Opdoen
Opgebracht
Opgelegd
Opleggen
Plaatsen
Smeren
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Worden
Zetten
en la cabezaHoofd
Kop
Krop

de tuJe
Jouw
hijoKind
Zoon
... ¡loDe
Hem
Het
U
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
y loDe
Hem
Het
U
ordenoIk bestel
Ik beveel
Ik gelast
Ik ruim op
Ik schrijf voor
Ik sommeer
Ik verorden
!

GUILLERMOWillem TELL

TELL.- ¿Que yoEgo
Ik
apunteAantekenen
Aantekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Ik leg aan
Ik noteer
Ik schrijf op
Ik stel te boek
Ik teken aan
Legt u aan!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteert u!
Noteren
Notitie
Opschrijven
Schrijft u op!
Stelt u te boek!
Tekent u aan!
conDoor
Met
Per
Samen met
miMi
Mijn
ballestaBladveer
Kruisboog
a la cabezaHoofd
Kop
Krop

de miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
hijoKind
Zoon
?... ¡Prefiero(Ik) verkies
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
 aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
!
GESSLER.- ¡O tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken
, o mueresJij/je gaat dood
Jij/je overlijdt
Jij/je sterft
Jij/je verscheidt
Jij/je versmacht
conDoor
Met
Per
Samen met
tuJe
Jouw
hijoKind
Zoon
!
TELL.- ¿HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
yoEgo
Ik
el asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige
de miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
?... SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
,
sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
los tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
, eEn ignoráisJullie negeren
Jullie weten niet
lo queDat wat
Wat
sufriráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ondergaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ondervinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal velen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdragen

el corazónHart
Klokhuis
de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
padrePater
Vader
.
GESSLER.- ¡QuéWat
Welke
prudenteBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige
te hasJij/je gedraagt je
Jij/je krijgt het met
 iemand aan de stok
Jij/je meet je met
 iemand
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
de improvisoIk improviseer!
MeMe
Mij
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
que eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
un visionario, y que teJe
Jou

hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
propuestoAangeboden
Geboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld
distinguirteBespeuren
In de smiezen krijgen
In het oog krijgen
Onderkennen
Onderscheid maken tussen
Onderscheiden
Ontwaren
de los demásDe anderen hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
.
TeJe
Jou
agradaBehaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt naar de
 zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt prettig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Maak naar de zin!
Sta aan!
Vind prettig!
Zin!
loDe
Hem
Het
U
insólitoOngewone
Ongewoon
Vreemd
Vreemde
Zeldzaam
Zeldzame
... y he aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier
por quéWaarom heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
escogidoGekozen
Geselecteerd
Uitgekozen
Uitgelezen
Uitgepikt
Uitgezocht
Verkozen

para tiVoor jou estaDeze
Dit
hazañaHuzarenstukje llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de azaresToevallen
Toevalligheden
. OtroAnder
Andere
Nog een
Nog één
reflexionaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou nadenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overdenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zinnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zinnen op
Ik zou bedenken
Ik zou nadenken
Ik zou overdenken
Ik zou wikken
Ik zou zinnen
Ik zou zinnen op
...
Ge
Gij
Je
Jij
, cierraDoe dicht!
Doe op slot!
Doe toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op slot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Maak dicht!
Sluit af!
Sluit!
los ojosKijkers
Ogen
, y acomételaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt aan
Rand aan!
Val aan!
conDoor
Met
Per
Samen met

resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing
.
BERTHA.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
os burléisJullie bespotten
Jullie gekscheren
Jullie honen
Jullie lachen uit
Jullie schertsen
Jullie spotten
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, de estasDeze
Dezen
pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele

gentesVolken
Volkeren
. ¡VeisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien
cuántaHoelang
Hoeveel
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
suHaar
Hun
Uw
Zijn
palidezBleekheid
Fletsheid
Vaalheid
y cuántoHoelang
Hoeveel
suHaar
Hun
Uw
Zijn
temblorBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Tremor
Trillen
!...
TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
acostumbradosGewend geweest
Gewoon geweest
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
a considerarBeschouwen
Beschouwen als
Nagaan
Overwegen
Rekening houden met

vuestrasJullie
Van jullie
palabrasBewoordingen
Woorden
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
meroEnkel
Enkele
Grote zaagbaars
Louter
Loutere
Niets anders dan
Tandbaars
Zaagbaars
pasatiempoAardigheid
Amusement
Pretje
Tijdverdrijf
Vermaak
Vermakelijkheid
.
GESSLER.- ¿QuiénWie osJe
Jullie
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
que habloIk converseer
Ik praat
Ik spreek
en sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn

de burlasAardigheidjes
Bakken
Grappen
Jij/je bedriegt
Jij/je fopt
Jij/je stelt teleur
Jij/je verschalkt
Moppen
Schertsen
? (CogeBemachtig!
Ga halen!
Grijp aan!
Grijp vast!
Grijp!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Neem beet!
Neem!
Pak
Pak beet!
Pak!
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Tokkel!
Vat aan!
Vat!
una manzanaAppel
Huizenblok
del árbolBoom
Mast
, que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
a
suHaar
Hun
Uw
Zijn
alcance(Het) bereikt
Achterhaalt u!
Behaalt u!
Bereik
Bereikt u!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Ik achterhaal
Ik behaal
Ik bereik
Ik haal in
Ik maak buit
Ik reik tot
Ik verkrijg
Ik verwerf
Maakt u buit!
Reikt u tot!
Reikwijdte
Verkrijgt u!
Verwerft u!
.) AquíAlhier
Hier
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
la manzanaAppel
Huizenblok
. DespejadHelder op! el lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel

cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node
; teJe
Jou
concedoIk ken toe
Ik verschaf
ochenta80
Tachtig
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
... niEn niet
Evenmin
Noch

menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd
, niEn niet
Evenmin
Noch
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
... Se alabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaait lof toe
Loof!
Prijs!
Roem!
Zwaai lof toe!
de acertarDoorkomen
Gissen
Halen
Klaarspelen
Raden
Raken
Slagen
Treffen
a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
a
los cien100
Honderd
pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan
. TiraBand
Gooi uit!
Gooi weg!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Paf!
Reep
Reepje
Schiet!
Smijt uit!
Streep
Strook
Trek!
Vuur!
Wapenbalk
Werp omver!
Werp uit!
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
yerresJij/je doolt
Jij/je doolt rond
Jij/je dwaalt
Jij/je dwaalt rond
Jij/je maakt een fout
Jij/je vergist je
Jij/je waart
Jij/je zit ernaast
Jij/je zwerft
el blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
.

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

RUDOLFO.- ¡DiosGod
Godheid
míoMijne
Van mij
! EstoDeze
Dit
se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan
serioErnstig
Ernstige
Serieus
Serieuze
Stemmig
Stemmige
...
ArrodíllateKniel neer!
Kniel!
, niñoJongen
Kind
, y pide(Het) vraagt
Bedel!
Bestel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag!
alNaar de
Naar het
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
que teJe
Jou
perdoneBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u!

la vidaHachje
Leven
.
FÜRST (AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
, a Melchthal, que apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt

dominarse).-Bedwingen
Beheersen
De boventoon voeren
Domineren
Overheersen
Uitschitteren
¡RefrenaosBedwing!
Beteugel!
Betoom!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomt in
Houd in toom!
Toom in!
; yoEgo
Ik
osJe
Jullie
loDe
Hem
Het
U
suplicoIk smeek
Ik smeek af
; estaosDeze
Dit

quietoBedaard
Bedaarde
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
!
BERTHA (AlNaar de
Naar het
Gobernador).-Besturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
¡BastaBen genoeg!
Ben toereikend!
Ben voldoende!
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Het volstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is genoeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is voldoende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volstaat
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Rauw
Rauwe
Reik toe!
Ruig
Ruige
Snauwerig
Snauwerige
Voldoe!
Volsta!
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
! EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

inhumanoOnmenselijk
Onmenselijke
jugarSpelen
Uitvoeren
Voorspelen
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
conDoor
Met
Per
Samen met
las angustiasAngsten
Beklemmingen
Benauwdheden
Smarten
Zielsangsten
de un padrePater
Vader
.
AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, por suHaar
Hun
Uw
Zijn
ligeraGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming
, hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was

merecidoToegekomen
Verdiend
Waard geweest
Waardig geweest
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
, ¡por DiosGod
Godheid
! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
diez10
Tien

vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
. DejadleLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
que vuelvaDraait u om!
Draait u rond!
Draait u!
Gaat u terug!
Gaat u weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Ik draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk
Keert u terug!
Keert u weder!
Keert u!
Komt u terug!
Komt u weder!
Komt u weerom!
Loopt u terug!
Trekt u terug!
Wendt u!
Wentelt u!
Zwenkt u!
ilesoOnaangetast
Onaangetaste
Ongedeerd
Ongedeerde
Ongeschonden
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
cabañaHut
Stulp
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
osJe
Jullie

conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet!
, y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
élHem
Hij
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
se acordaránZij/ze zullen gedenken
Zij/ze zullen herdenken
Zij/ze zullen terugdenken
Zij/ze zullen zich herinneren
siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend

de vosGe
Gij
Je
Jij
.
GESSLER.- DespejadHelder op! el sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website
... vamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen
; ¿por quéWaarom
tiemblasJij/je beeft
Jij/je bibbert
Jij/je huivert
Jij/je rilt
Jij/je trilt
? HasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
merecidoToegekomen
Verdiend
Waard geweest
Waardig geweest
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
, y puedoIk kan
Ik mag
dártelaAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
;
consideraBeschouw
Beschouw als!
Beschouw!
Ga na!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt als
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt rekening met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overweegt
Houd rekening met!
Overweeg!
que, por la graciaBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Genade
Grap
Gratie
Gunst
Kwijtschelding
que teJe
Jou
hagoIk bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
, pongoIk breng op
Ik breng op gang
Ik doe
Ik doe aan
Ik krijg aan de
 praat
Ik leg
Ik leg neer
Ik leg op
Ik plaats
Ik schakel in
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik trek aan
Ik vlij
Ik zet
Ik zet aan
Ik zet neer
tuJe
Jouw

suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
en la destrezaBedrevenheid
Handigheid
Slag
Vaardigheid
Vlugheid
de tuJe
Jouw
arteKunst. NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
quejarseAanklagen
Klagen
Zich beklagen
Zijn beklag doen

del rigorStijfheid de una sentenciaArrest
Bestem voor!
Doe een uitspraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestemt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet een uitspraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vonnist
Sententie
Spreek uit!
Spreuk
Vonnis
Vonnis!
Zinspreuk
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se leHaar
Hem
Het
U
erigeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Richt op!
Sla op!
Vestig!
Zet neer!
en árbitroScheidsrechter
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
. TeJe
Jou
alabasJij/je looft
Jij/je prijst
Jij/je roemt
Jij/je zwaait lof toe
de la seguridadDe veiligheid de tuJe
Jouw

punteríaRichten. ¡Pues bienEnfin
Nou
Wel
Welaan
Welnu
Zo
! TrátaseBejegen!
Beredeneer!
Betitel!
Drijf handel!
Ga om met!
Handel over!
Handel!
Hanteer!
Heb in handen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejegent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beredeneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betitelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft handel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hanteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft in handen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in orde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheldt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Maak in orde!
Maak uit!
Poog!
Probeer!
Scheld uit!
Spreek aan!
Tracht!
Verzorg!
Zet uiteen!
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
tirador, de
probarnosAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
tuJe
Jouw
habilidadBekwaamheid
Kundigheid
. El blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
dignoWaardig
Waardige
de tiJe
Jou
, y
grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
la recompensaBelonen
Beloning
Beloon!
Doe terug!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt schadeloos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeldt
Lonen
Loon
Loon!
Stel schadeloos!
Terugdoen
Vergeld!
Vergelden
Vergelding
. Dar enHalen
Inslaan
Raken
Teisteren
Treffen
loDe
Hem
Het
U
negroNeger
Zwart
Zwarte
del círculoCirkel
Gezelschap
Kring
Rondje
,
cualquieraWat dan ook
Wie dan ook
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
loDe
Hem
Het
U
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
. El verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

aquelDat
Die
, en miMi
Mijn
juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
, que siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
de Ja
Jawel
Wel
Zich


GUILLERMOWillem TELL

mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
, y cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
corazónHart
Klokhuis
niEn niet
Evenmin
Noch
perturbaAgiteer!
Belemmer!
Benauw!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze agiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belemmert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Hinder!
Hits op!
Rui op!
Schud!
Stook op!
Stoor!
Verontrust!
Verstoor!
Wind op!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht
niEn niet
Evenmin
Noch
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt

temblarBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Trillen
suHaar
Hun
Uw
Zijn
manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei
.
FÜRST (ArrodillándoseKnielend
Neerknielend
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
él).-Hem
Hij
¡SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
,
acatamosWij/we achten hoog
Wij/we achtten hoog
Wij/we eerbiedigden
Wij/we eerbiedigen
Wij/we ontzagen
Wij/we ontzien
Wij/we vereerden
Wij/we vereren
vuestroJullie
Uw
Van jullie
poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
; peroDoch
Echter
Maar
sedBen!
Dorst
Gebeur!
Heb plaats!
Vind plaats!
misericordiosoBarmhartig
Barmhartige
Goedertieren
,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
justoAfgepast
Afgepaste
Billijk
Billijke
Fair
Faire
Goed
Goede
Juist
Juiste
Op juiste wijze
Precies
Precieze
Recht
Rechte
Rechtvaardig
Rechtvaardige
; tomadAccepteer!
Drink!
Gebruik!
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nuttig!
Ontvang!
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
Vat aan!
Vat!
la mitadHelft de misMi's
Mijn
bienesGelukken
Welvaarten
,
tomadlosAccepteer!
Drink!
Gebruik!
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nuttig!
Ontvang!
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
Vat aan!
Vat!
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
; peroDoch
Echter
Maar
libradBevrijd! a un padrePater
Vader
de tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende

suplicioBezoeking
Kwelling
!
GUALTERIO TELL.- ¡AbueloGrootvader
Opa
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te arrodillesJij/je knielt
Jij/je knielt neer

anteSuède
Ten overstaan van
Voor
eseDat
Die
malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
! DecidGeef op!
Spreek!
Zeg!
en dóndeWaar
Waarheen
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
 iemand aan de stok
Ik meet me met
 iemand
de ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten
.
YoEgo
Ik
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
. MiMi
Mijn
padrePater
Vader
aciertaGis!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Kom door!
Raad!
Raak!
Slaag!
Speel klaar!
Tref!
alNaar de
Naar het
aveGevogelte
Vogel
volandoVliegend,
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heriráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bezeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kwetsen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verwonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wonden
el corazónHart
Klokhuis
de suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
.
STAUFFACHER.- SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
; ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie

conmueveBeweeg!
Grijp aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontroert
Ontroer!
la inocenciaOnschuld de eseDie z'n
Diens
Van die
niñoJongen
Kind
?
RÖSSELMANN.- ¡ReflexionadBedenk!
Denk na!
Overdenk!
Wik!
Zin op!
Zin!
que hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
un DiosGod
Godheid
en
el cieloHemel
Lucht
a quienDie
Wie
daréisJullie zullen aangeven
Jullie zullen geven
Jullie zullen opbrengen
Jullie zullen toebrengen
Jullie zullen toekennen
Jullie zullen verlenen
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen
de vuestrasJullie
Van jullie
accionesAandelen
Acties
Actiën
Daden
Eisen
Gevechten
Handelingen
Jij/je beweegt
Jij/je drijft aan
Jij/je drijft voort
Jij/je gesticuleert
Jij/je maakt gebaren
Kampen
Optredens
Prestaties
Slagen
Strijden
Veldslagen
Verrichtingen
Werkingen
Zetten
!
GESSLER (SeñalandoAanduidend
Aangevend
Aanwijzend
Latend zien
Opmerkend
Opmerkzaam makend
Signalerend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitduidend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
alNaar de
Naar het
niño).-Jongen
Kind
¡AtadloBind vast
Bind vast!
Bind!
Knoop!
Maak vast!
Sluit aan!
Strik!
Verbind!
allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds
, en
aquelDat
Die
tiloKleinbladige linde
Linde
Lindeboom
Steenlinde
Winterlinde
Zomerlinde
!
GUALTERIO TELL.- ¡AtarmeAansluiten
Binden
Knopen
Strikken
Vastbinden
Vastmaken
Verbinden
! ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
que
meMe
Mij
sujetenBevestigt u!
Bindt u vast!
Fixeert u!
Maakt u vast!
Verstevigt u!
Zet u vast!
Zij/ze bevestigen
Zij/ze binden vast
Zij/ze fixeren
Zij/ze maken vast
Zij/ze verstevigen
Zij/ze zetten vast
! EstaréIk zal liggen
Ik zal me bevinden
Ik zal zijn
Ik zal zitten
quietoBedaard
Bedaarde
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un corderoLam
Lam van god
Lamsvlees
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

respiraréIk zal ademen
Ik zal ademhalen
siquieraAlthans. PeroDoch
Echter
Maar
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
meMe
Mij
atáisJullie binden
Jullie binden vast
Jullie knopen
Jullie maken vast
Jullie sluiten aan
Jullie strikken
Jullie verbinden
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
loDe
Hem
Het
U
consentiréIk zal bederven
Ik zal dulden
Ik zal goedvinden
Ik zal het eens
 zijn
Ik zal koesteren
Ik zal toegeven
Ik zal toestemmen
Ik zal troetelen
Ik zal vertroetelen
Ik zal verwennen
;
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, forcejearéIk zal me aftobben
Ik zal spartelen
Ik zal worstelen
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
.
RUDOLFO.- ¡DejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim!
que teJe
Jou
venden(Zij) verkopen
Bakert u in!
Bakert u!
Men verkoopt
Omwikkelt u!
Omzwachtelt u!
Verbindt u!
Zij/ze bakeren
Zij/ze bakeren in
Zij/ze doen over
Zij/ze doen weg
Zij/ze omwikkelen
Zij/ze omzwachtelen
Zij/ze tappen
Zij/ze verbinden
Zij/ze verhandelen
Zij/ze verkopen
Zij/ze vervreemden
Zij/ze zwachtelen
Zij/ze zwachtelen in
Zwachtelt u in!
Zwachtelt u!
los ojosKijkers
Ogen
, muchachoJongen
Knaap
Knul
!
GUALTERIO TELL.- ¿Por quéWaarom los ojosKijkers
Ogen
? ¿CreéisJullie creëren
Jullie denken
Jullie geloven
Jullie houden voor
Jullie maken
Jullie menen
Jullie richten op
Jullie scheppen

que tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
a la flechaPijl
Scheut
, disparadaGepaft
Geschoten
Gevuurd
por la manoDe hand

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

de miMi
Mijn
padrePater
Vader
? La esperaréIk zal afwachten
Ik zal bedacht zijn
 op
Ik zal hopen
Ik zal te wachten
 staan
Ik zal verwachten
Ik zal vooruitzien
Ik zal voorzien
Ik zal wachten
Ik zal wachten op
con firmezaStevig, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pestañearéIk zal knipogen
Ik zal knipperen
Ik zal pinken
Ik zal tintelogen
.
¡ProntoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
, padrePater
Vader
; pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
que eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
ballesteroKruisboogschutter!
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
en tiJe
Jou
confianzaVertrouwen, y se lisonjeaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vleit
Vlei!
de
perdernosKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
. ¡TiraBand
Gooi uit!
Gooi weg!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Paf!
Reep
Reepje
Schiet!
Smijt uit!
Streep
Strook
Trek!
Vuur!
Wapenbalk
Werp omver!
Werp uit!
y aciertaGis!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt klaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Kom door!
Raad!
Raak!
Slaag!
Speel klaar!
Tref!
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
afligirBedroeven
Beproeven
Grieven
Smarten
a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent

cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
! (AcércaseBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij
alNaar de
Naar het
tiloKleinbladige linde
Linde
Lindeboom
Steenlinde
Winterlinde
Zomerlinde
, y leHaar
Hem
Het
U
ponen(Zij) doen
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen op gang
Zij/ze doen
Zij/ze doen aan
Zij/ze krijgen aan de
 praat
Zij/ze leggen
Zij/ze leggen neer
Zij/ze leggen op
Zij/ze plaatsen
Zij/ze schakelen in
Zij/ze steken
Zij/ze stellen
Zij/ze stoppen
Zij/ze trekken aan
Zij/ze vlijen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer
la manzanaAppel
Huizenblok
en la
cabezaHoofd
Kop
Krop
.)
MELCHTHAL (A susHaar
Hun
Uw
Zijn
compatriotas).-Landgenoten ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
? ¿Se
cometeráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebruiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opdragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toevertrouwen
esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
crimenMisdaad
Misdrijf
en nuestraOns
Onze
Van ons
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
? ¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

quéWat
Welke
sirven(Zij) dienen
Zij/ze bedienen
Zij/ze bewijzen een dienst
Zij/ze deugen
Zij/ze dienen
Zij/ze dienen op
Zij/ze helpen
Zij/ze kaarten aan
Zij/ze serveren
Zij/ze zijn geschikt
Zij/ze zijn van dienst
nuestrosOnze
Van ons
juramentosVloeken?
STAUFFACHER.- ¡EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
inútilIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast
armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
.
ObservadBemerk!
Kijk toe!
Merk op!
Merk!
Neem waar
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Zie toe!
las innumerablesOntelbaar
Ontelbare
Talloos
Talloze
lanzasDisselbomen
Dissels
Jij/je braakt
Jij/je doet horen
Jij/je geeft over
Jij/je gooit
Jij/je keilt
Jij/je komt uit
Jij/je laat van stapel
 lopen
Jij/je lanceert
Jij/je loopt uit
Jij/je ontketent
Jij/je ontkiemt
Jij/je schrijft uit
Jij/je slingert weg
Jij/je speelt uit
Jij/je stoot uit
Jij/je werpt
Jij/je werpt weg
Lansen
Pieken
Speren
Spiesen
Spietsen
que nos(Aan) ons
Ons
rodeanZij/ze begrijpen
Zij/ze gaan om
Zij/ze gaan rond
Zij/ze omgeven
Zij/ze omgeven met
Zij/ze omringen
.
MELCHTHAL.- ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
! ¡SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
hubiésemosWij/we hadden
Wij/we waren
realizadoBewerkstelligd
Doorgevoerd
Gerealiseerd
Tot stand gebracht
Uitgevoerd
Verricht
Verwerkelijkt
Verwezenlijkt
en
seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
nuestroOns
Onze
Van ons
planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project
! ¡Que DiosGod
Godheid
perdoneBegenadigt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergeeft
Ik begenadig
Ik vergeef
Pardon
Sorry
Vergeeft u!
a quienesDie
Personen
Wie

aconsejaronZij/ze adviseerden
Zij/ze gaven raad
Zij/ze raadden
Zij/ze raadden aan
Zij/ze rieden
Zij/ze rieden aan
suHaar
Hun
Uw
Zijn
aplazamientoAanhouden
Uitstellen
Verdagen
Verschuiven
!
GESSLER (A Tell).- ¡A la obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se usanWorden gebruikt
Zij/ze zijn gebruikelijk
armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens

impunemente. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
arriesgadoBedenkelijk
Bedenkelijke
Geriskeerd
Gewaagd
Gewaagde
In gevaar gebracht
Op het spel gezet
Risico gelopen
Risico genomen
Riskant
Riskante
Verspeeld
Waaghalzerig
Waaghalzerige
llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
un instrumentoInstrument
Middel
Stuk gereedschap
Werktuig

de muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
, y la flechaPijl
Scheut
se vuelve aMen herhaalt vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el queDat
Die
Hij die
Wie

la disparaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Paf!
Schiet!
Vuur!
. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse
orgullosoFier
Fiere
Hoogmoedig
Hoogmoedige
Hoovaardig
Hoovaardige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane
, que el labradorBoer
Bouwer
Bouwvakker
Labrador
Landman

se arrogaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze matigt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhovaardigt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstout zich
, ofendeBeledig!
Grief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verongelijkt
Krenk!
Verongelijk!
alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
supremoBeslissend
Beslissende
Hoogst
Hoogste
Laatst
Laatste
Opperst
Opperste
Uiterst
Uiterste
Verhevenst
Verhevenste
del territorioBan
Gebied
Grondgebied
Territoir
Territorium
.
SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
 te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
 schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld!
llevarAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
el queDat
Die
Hij die
Wie
mandaBeveel!
Commandeer!
Gelast!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert het bevel
Schrijf voor!
Sommeer!
Verorden!
Voer aan!
Voer het bevel!
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
osJe
Jullie
envanecéis,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
separarosAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen
de vuestroJullie
Uw
Van jullie
arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
y vuestrasJullie
Van jullie

flechasPijlen
Scheuten
, ¡seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
en horaTijd
Uur
buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
! YoEgo
Ik
osJe
Jullie
proporcionaréIk zal afmeten
Ik zal afwegen
Ik zal bezorgen
Ik zal evenredig maken
Ik zal fourneren
Ik zal in orde
 brengen
Ik zal verschaffen

blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
.
TELL (Que tiendeBreid uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houd op!
Ontvouw!
Rek!
Spreid uit!
Spreid!
Steek uit!
Strek uit!
Strek!
la ballestaDe bladveer, y pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
 praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
en ellaHaar
Ze
Zij
una
flechaPijl
Scheut
).¡ApartaosGa uit de weg!
Scheid!
Trek je terug!
Verwijder je!
! ¡PlazaPlein
Zitplaats
!

GUILLERMOWillem TELL

STAUFFACHER.- ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
, Tell? QueréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen
... jamásNimmer
Nooit
...
tembláisJullie beven
Jullie bibberen
Jullie huiveren
Jullie rillen
Jullie trillen
... vuestrasJullie
Van jullie
manosHanden estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
trémulas, vuestrasJullie
Van jullie

rodillasKnieën vacilanZij/ze aarzelen
Zij/ze dubben
Zij/ze schoorvoeten
Zij/ze schromen
Zij/ze waggelen
Zij/ze wankelen
Zij/ze weifelen
Zij/ze wiebelen
Zij/ze zwichten
...
TELL (Que deja caerGeef op!
Geef prijs!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Leg af!
la ballesta).-De bladveer ¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
 regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere

misMi's
Mijn
ojosKijkers
Ogen
!
LAS MUJERES.-Echtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
¡DiosGod
Godheid
del cieloHemel
Lucht
!
TELL (AlNaar de
Naar het
Gobernador).-Besturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
¡LibradmeBevrijd! de esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
suplicioBezoeking
Kwelling
!
¡AquíAlhier
Hier
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
! (Descubriéndose el pechoBoezem
Borst
.)
LlamadBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Klop!
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schel!
Telefoneer!
a vuestrosJullie
Van jullie
caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters
para queOpdat
Zodat
meMe
Mij

matenBrengt u om!
Doodt u!
Maakt u dood!
Slacht u af!
Slacht u!
Zij/ze brengen om
Zij/ze doden
Zij/ze maken dood
Zij/ze slachten
Zij/ze slachten af
.
GESSLER.- Para nadaVooral niet quieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
tuJe
Jouw
vidaHachje
Leven
, Ja
Jawel
Wel
Zich
tuJe
Jouw
tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals

todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
loDe
Hem
Het
U
puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt
, Tell; nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
teJe
Jou
asustaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schrikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Laat schrikken!
Schrik op!
Schrik!
Verontrust!
Verschrik!
; manejasJij/je rijdt el remoIk roei
Riem
Roeien
Roeiriem
Roeispaan

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
la ballestaDe bladveer. NingunaGeen enkel
Geen enkele
borrasca teJe
Jou
amedrentaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze intimideert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bevreesd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest de moed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bevreesd
Intimideer!
Jaag schrik aan!
Maak bevreesd!
Verlies de moed!
Word bang!
Word bevreesd!
,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se trata deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over salvarBehouden
Bergen
Redden
a algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
. SálvateRed je! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
a tiJe
Jou

mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
, salvadorHeiland
Redder
Verlosser
Zaligmaker
. Ge
Gij
Je
Jij
salvasBehouden
Geborgen
Gered
Jij/je behoudt
Jij/je bergt
Jij/je redt
Salvo's
a todos losAlle demásAnderen
Bovendien
Overig
Overige
Overigen
Verder
. (Tell
sufreDoorsta!
Draag!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd!
Onderga!
Ondervind!
Sta uit!
Veel!
Verdraag!
tremendaBuitengewone
Buitengewoon
Enorm
Enorme
Geducht
Geduchte
Geweldig
Geweldige
Ontzettend
Ontzettende
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
luchaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze worstelt
Kamp!
Strijd!
Worstel!
; susHaar
Hun
Uw
Zijn
manosHanden tiemblanZij/ze beven
Zij/ze bibberen
Zij/ze huiveren
Zij/ze rillen
Zij/ze trillen
, y susHaar
Hun
Uw
Zijn

ojosKijkers
Ogen
se dirigenZij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om
Zij/ze richten zich tot
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
alNaar de
Naar het
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
. De
improvisoIk improviseer cogeBemachtig!
Ga halen!
Grijp aan!
Grijp vast!
Grijp!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Neem beet!
Neem!
Pak
Pak beet!
Pak!
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Tokkel!
Vat aan!
Vat!
suHaar
Hun
Uw
Zijn
carcax, y sacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af!
de élHem
Hij
una flechaPijl
Scheut
y la
escondeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Ontveins!
Verberg!
Verheel!
Verschuil!
Verstop!
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus
. El GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
observaBemerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk toe!
Merk op!
Merk!
Neem waar
Neem waar!
Observeer!
Sla gade!
Zie toe!
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

susHaar
Hun
Uw
Zijn
movimientosBewegingen
Drukten
Slagen
Zetten
.)
GUALTERIO TELL (BajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
 uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware
el tilo).-Kleinbladige linde
Linde
Lindeboom
Steenlinde
Winterlinde
Zomerlinde
¡TiraBand
Gooi uit!
Gooi weg!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Paf!
Reep
Reepje
Schiet!
Smijt uit!
Streep
Strook
Trek!
Vuur!
Wapenbalk
Werp omver!
Werp uit!
, padrePater
Vader
!
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
!
TELL.- Es precisoHet is nodig. (Se reanimaBreng bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bij
, y se dispone aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich gereed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich klaar
tirarGooien
Omverwerpen
Paffen
Schieten
Trekken
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen
Vuren
Weggooien
.)

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

RUDENZ (Que, mientrasTerwijl tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
, se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
dominadoBedwongen
Beheerst
De boventoon gevoerd
Gedomineerd
Overheerst
Uitgeschitterd

conDoor
Met
Per
Samen met
trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken
, presaAfsluiting
Barrière
Buit
Dam
Gevangene
Gevangenneming
Opgestoken
Opsteken
Prooi
Sperdam
Stuw
Stuwdam
Vangst
Versperring
Wild
de la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
violentaAbnormaal
Abnormale
Doe geweld aan!
Driftig
Driftige
Forceer!
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Rand aan!
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
Verkracht!
agitaciónAgitatie
Agiteren
Onrust
Ophitsen
Opruien
Opstoken
Opwinden
Roeren
Schudden
, se
adelanta).-Accelereer!
Bespoedig!
Betaal vooruit!
Ga voor!
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Leen uit!
Leen!
Loop voor!
Passeer!
Rijd voorbij!
Schiet voor!
Schuif uit!
Steek uit!
Vaar voorbij!
Verbeter!
Veredel!
Verhaast!
Vermeerder!
Versnel!
Vervroeg!
Zet terug!
Zet vooruit!
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
iréis más alláJullie zullen verder gaan,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
... eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
una pruebaAanpassen
Aantonen
Adstructie
Adstrueer!
Adstrueren
Beproef!
Beproeven
Bewijs
Bewijs!
Bewijzen
Bezoek!
Bezoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adstrueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt op de
 proef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Maak waar!
Onderzoek
Pas aan!
Pas!
Passen
Probeer uit!
Probeer!
Proberen
Proef
Proef!
Staaf!
Staven
Stel op de proef!
Teken
Test
Toets
Toets!
Toetsen
Toon aan!
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
Wijs uit!
... habéisJullie hebben
Jullie zijn
conseguidoBehaald
Bereikt
Buitgemaakt
Erin geslaagd om
Gekregen
Gereikt tot
Ingehaald
Verkregen
Vervolgd
Verworven
vuestroJullie
Uw
Van jullie

finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
... El extremadoUiterste rigorStijfheid esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
enemigoTegengesteld
Tegengestelde
Vijand
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige
de la prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
,
y el arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
, demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste
tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
, se rompe(Het) breekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat kapot
.
GESSLER.- CallaosHoud je stil!
Houd jullie mond!
Verzwijg!
Zwijg stil!
Zwijg!
hasta queTot
Totdat
osJe
Jullie
mandenBeveelt u!
Commandeert u!
Gelast u!
Schrijft u voor!
Sommeert u!
Verordent u!
Voert u aan!
Voert u het bevel!
Zij/ze bevelen
Zij/ze commanderen
Zij/ze gelasten
Zij/ze schrijven voor
Zij/ze sommeren
Zij/ze verordenen
Zij/ze voeren aan
Zij/ze voeren het bevel
hablarConverseren
Praten
Spreken
.
RUDENZ.- QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil
y deboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
 te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
 schuld
hablarConverseren
Praten
Spreken
. La honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
de miMi
Mijn

ReyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
sagradaEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
, y estaDeze
Dit
conductaGedrag
Houding
Wandel
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
odioHaat
Ik haat

concita. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
éseDat
Die
el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
del SoberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein
... Me atrevoIk besta
Ik durf
Ik waag
Ik word brutaal
Ik word onbeschaamd

a sostenerloBeweren
Dragen
Onderhouden
Ondersteunen
Ruggensteunen
Schoren
Schragen
Verzekeren
... MiMi
Mijn
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien!
castigoAflossing
Afschrijving
Amortisatie
Bestraffing
Bezoeking
Delging
Ik bestraf
Ik straf
Schulddelging
Slag
Straf
Strafoefening
Strafoplegging
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer

cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast
facultadesFaculteiten paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
infligirloToebrengen.
GESSLER.- ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
! ¡Os atrevéisJullie bestaan
Jullie durven
Jullie wagen
Jullie worden brutaal
Jullie worden onbeschaamd
!...
RUDENZ.- HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
calladoGezwegen
Stil
Stille
Verzwegen
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
abusoIk maak misbruik van
Ik misbruik
Misbruik
Misbruiken

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
presenciadoAanwezig geweest bij
Bijgewoond
Getuige geweest van
Tegenwoordig geweest bij
. Híceme el ciegoBlind
Blinde
Blindedarm
Ik verblind
Verblind
Verblinde
Verstopt
Verstopte
, viendoBekijkend
Kijkend
Ziend
Ziende
, y
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
encerradoOpgesloten
Vastgezet
en miMi
Mijn
pechoBoezem
Borst
miMi
Mijn
indignaciónVerontwaardiging y miMi
Mijn
iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak
,
peroDoch
Echter
Maar
guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen
, sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
una traiciónVerraad
a miMi
Mijn
patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
y a miMi
Mijn
EmperadorKeizer
Zwaardvis
.
BERTHA (Que se interponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tussenbeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze last zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt als bemiddelaar
 op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt zich tussen
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
Rudenz y el
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
).¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
DiosGod
Godheid
! IrritáisJullie doen teniet
Jullie irriteren
Jullie prikkelen
Jullie verbitteren
Jullie vernietigen
Jullie vertoornen
Jullie vuren aan
Jullie wekken op
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste
.
RUDENZ.- HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
abandonadoErmee gestopt
Geabandonneerd
Gelaten varen
In de steek gelaten
Ordeloos
Ordeloze
Slordig
Slordige
Verlaten
Wanordelijk
Wanordelijke
a misMi's
Mijn
conciudadanosMedeburgers
Stadsgenoten
,
a misMi's
Mijn
parientesBloedverwanten
Familieleden
Verwanten
, a todos losAlle lazosBonden
Lasso's
Liga's
Linken
Lissen
Lussen
Strikken
Verbonden
naturalesAfkomstig
Afkomstige
Echt
Naturen
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

servirosAankaarten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
... CreíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geloofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Ik dacht
Ik geloofde
Ik hield voor
Ik meende
obrarAgeren
Bezig zijn
Doen
Handelen
Optreden
Te werk gaan
Voortgaan
Werken
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, contribuyendoBijdragend
a consolidarConsolideren
Indikken
Versterken
el poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
del EmperadorKeizer
Zwaardvis
... La vendaBaker in!
Baker!
Blinddoek
Doet u over!
Doet u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omwikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omzwachtelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt in
Ik doe over
Ik doe weg
Ik tap
Ik verhandel
Ik verkoop
Ik vervreemd
Omwikkel!
Omzwachtel!
Tapt u!
Venda
Verband
Verbind!
Verhandelt u!
Verkoopt u!
Vervreemdt u!
Zwachtel in!
Zwachtel!
cae(Het) valt
Geraak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Laat vallen!
Val af!
Val neer!
Val!
Verschiet!
Verval!


GUILLERMOWillem TELL

yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
de misMi's
Mijn
ojosKijkers
Ogen
... TemblandoBevend
Bibberend
Huiverend
Rillend
Trillend
me veoIk ben duidelijk
Ik blijk
Ik laat me zien
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
arrastradoGesleept
Getrokken
Meegesleurd
Voortgetrokken
alNaar de
Naar het

bordeBand
Boord
Borduurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
Ik borduur
Kant
Rand
Zoom
del abismoAfgrond. HabéisJullie hebben
Jullie zijn
pervertidoGedaan ontaarden miMi
Mijn
juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis
, libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde

en suHaar
Hun
Uw
Zijn
origenAanvang
Afkomst
Afstamming
Begin
Herkomst
Komaf
Ontstaan
Oorsprong
, y emponzoñadoVergiftigd miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
, antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
sanoFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Ik genees
Ik heel
Ik word beter
Valide
...
Hallábame próximoAankomend
Aankomende
Aanstaand
Aanstaande
Eerstvolgend
Eerstvolgende
In spé
Komend
Komende
Toekomend
Toekomende
Toekomstig
Toekomstige
Volgend
Volgende
, conDoor
Met
Per
Samen met
la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
voluntadLust
Wil
Wilskracht
Zin
del
mundoAardrijk
Wereld
, a perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
a misMi's
Mijn
compatriotasLandgenoten.
GESSLER.- Te atrevesJij/je bestaat
Jij/je durft
Jij/je waagt
Jij/je wordt brutaal
Jij/je wordt onbeschaamd
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
temerarioOnverstandig
Onverstandige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
, a hablarConverseren
Praten
Spreken
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
a
tuJe
Jouw
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
?
RUDENZ.- El EmperadorKeizer
Zwaardvis
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
miMi
Mijn
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vosGe
Gij
Je
Jij
...
LibreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
nacidoGeboren
Geboren geworden
Gesproten
Ontloken
Ontstaan
Van geboorte
yoEgo
Ik
aquíAlhier
Hier
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
vosGe
Gij
Je
Jij
, y osJe
Jullie
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
en
todas lasAlle cualidadesEigenschappen
Kwaliteiten
de caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
. Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estuvieseisJullie bevonden je
Jullie lagen
Jullie waren
Jullie zaten

aquíAlhier
Hier
en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
del EmperadorKeizer
Zwaardvis
, a quienDie
Wie
yoEgo
Ik
honroIk eer
Ik huldig
Ik vereer
,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
vosGe
Gij
Je
Jij
loDe
Hem
Het
U
ultrajáisJullie meppen, arrojaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou smijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitgooien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitsmijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitwerpen
Ik zou gooien
Ik zou smijten
Ik zou uitgooien
Ik zou uitsmijten
Ik zou uitwerpen
aquíAlhier
Hier
el guanteHandschoen
Want
, en
vuestraJullie
Uw
Van jullie
presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
, y habríaisJullie zouden hebben
Jullie zouden zijn
de darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
satisfacciónBevrediging
Genoegdoening

conDoor
Met
Per
Samen met
arregloAanrichten
Afspraak
Akkoord
Arrangeren
Herstellen
Ik arrangeer
Ik breng terecht
Ik herstel
Ik knap op
Ik maak
Ik maak in orde
Ik orden
Ik regel
Ik repareer
Ik richt aan
Ik richt in
Ik ruim
Ik ruim op
Ik schik
Ik verhelp
Ik verstel
Inrichten
Inrichting
Maat
Maatregel
Maken
Opknappen
Opruimen
Ordenen
Regelen
Regeling
Repareren
Ruimen
Schikken
Schikking
Terechtbrengen
Verbintenis
Verhelpen
Verstellen
Zetting
a las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten
de caballeríaCavalerie
Paardenvolk
Ruiterij
Wisselruiterij
... Ja
Jawel
Wel
Zich
; hacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
señalesJij/je duidt aan
Jij/je duidt uit
Jij/je geeft aan
Jij/je laat zien
Jij/je maakt opmerkzaam
Jij/je merkt op
Jij/je signaleert
Jij/je spreidt tentoon
Jij/je toont
Jij/je vertoont
Jij/je wijst
Jij/je wijst aan
Jij/je wijst uit
Seinen
Signalen
Sporen
Tekenen
Tekens

a vuestrosJullie
Van jullie
soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
armasJij/je bewapent
Jij/je wapent
Wapenen
Wapens
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

los queWie
Zij die
... (IndicandoAanduidend
Aangevend
Aanwijzend
Beduidend
Een sein gevend
Een teken gevend
Kenmerkend
Latend zien
Merkend
Seinend
Tekenend
Tentoonspreidend
Tonend
Uitduidend
Uitwijzend
Vertonend
Wijzend
alNaar de
Naar het
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam
.) TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
una espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard
, y
el queDat
Die
Hij die
Wie
se me acerqueIk ben in aantocht
Ik kom dichterbij
Ik nader
...
STAUFFACHER (Gritando).-Balkend
Blatend
Brullend
Gierend
Grommend
Hinnikend
Joelend
Loeiend
Roepend
Schreeuwend
Uitjouwend
¡La manzanaAppel
Huizenblok
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
!
(MientrasTerwijl se volvíanZij/ze draaiden om
Zij/ze draaiden rond
Zij/ze keerden om
Zij/ze keerden zich om
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor
el GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende

y Rudenz, separadosAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
por Bertha, Tell haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tiradoAfdrukken
Boekdrukken
Drukken
Gegooid
Gepaft
Geschoten
Getrokken
Gevuurd
Omvergeworpen
Printen
Uitgegooid
Uitgesmeten
Uitgeworpen
Weggegooid

suHaar
Hun
Uw
Zijn
flechaPijl
Scheut
.)
RÖSSELMANN.- ¡El niñoEl niño viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
!
MUCHASVeel
Vele
Zeer
Zere
VECES.-Beurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
¡La manzanaAppel
Huizenblok
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
! (Gualterio
Fürst vacilaAarzel!
Dub!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aarzelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dubt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorvoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waggelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wankelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weifelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wiebelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwicht
Schoorvoet!
Schroom!
Waggel!
Wankel!
Weifel!
Wiebel!
Zwicht!
, y estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
a puntoPrecies goed de desmayarseBewusteloos raken
Bezwijmen
Flauwvallen
In zwijm vallen
.
Bertha leHaar
Hem
Het
U
sostieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruggensteunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekert
.)

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

GESSLER (Admirado).-Bevreemd
Bewonderd
Verbaasd
Verwonderd
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
tiradoAfdrukken
Boekdrukken
Drukken
Gegooid
Gepaft
Geschoten
Getrokken
Gevuurd
Omvergeworpen
Printen
Uitgegooid
Uitgesmeten
Uitgeworpen
Weggegooid
? ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
? ¿EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind

insensatoDwaas
Onverstandig
Onverstandige
...
BERTHA.- El niñoEl niño viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!
. ¡TranquilizaosBedaar!
Kalmeer!
Kom tot rust!
, buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
padrePater
Vader
!
GUALTERIO TELL (Que llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
saltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend
conDoor
Met
Per
Samen met
la
manzanaAppel
Huizenblok
.) ¡AquíAlhier
Hier
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
la manzanaAppel
Huizenblok
, padrePater
Vader
! YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist
yoEgo
Ik

que Ge
Gij
Je
Jij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
heriríasJij/je zou bezeren
Jij/je zou kwetsen
Jij/je zou verwonden
Jij/je zou wonden
a tuJe
Jouw
hijoKind
Zoon
. (Tell estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
conDoor
Met
Per
Samen met
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf

inclinadoGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine
, como siAlsof quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou
seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten
a la flechaPijl
Scheut
disparadaGepaft
Geschoten
Gevuurd
;
deja caerGeef op!
Geef prijs!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Leg af!
en tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
la ballestaDe bladveer; cuandoAls
Tijdens
Wanneer
veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!

Verloop!
Zie!
venirKomen
Meekomen

alNaar de
Naar het
niñoJongen
Kind
, correHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprint
Hol!
Loop hard!
Race!
Ren!
Snel!
Sprint!
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
conDoor
Met
Per
Samen met
los brazosArmen abiertosBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige
,
y loDe
Hem
Het
U
estrechaBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Reik!
Smal
Smalle
Strak
Strakke
conDoor
Met
Per
Samen met
efusión contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
suHaar
Hun
Uw
Zijn
pechoBoezem
Borst
; en
estaDeze
Dit
situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen
, estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
a puntoPrecies goed de desmayarseBewusteloos raken
Bezwijmen
Flauwvallen
In zwijm vallen
.)
BERTHA.- ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
, DiosGod
Godheid
misericordiosoBarmhartig
Barmhartige
Goedertieren
!
FÜRST (AlNaar de
Naar het
padrePater
Vader
y alNaar de
Naar het
hijo).-Kind
Zoon
¡HijosKinderen
Zonen
Zoons
, hijosKinderen
Zonen
Zoons
míosVan mij!
STAUFFACHER.- ¡Loado seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
DiosGod
Godheid
!
LEUTHOLDO.- ¡TiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
! SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend
se hablaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal praten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spreken

de élHem
Hij
.
RUDOLFO.- Se recordaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gedenken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich herinneren
a Tell, el ballesteroKruisboogschutter,
mientrasTerwijl duren(Zij) blijven goed
Beklijft u!
Blijft u aan!
Duurt u voort!
Duurt u!
Houdt u aan!
Houdt u stand!
Zij/ze beklijven
Zij/ze blijven aan
Zij/ze duren
Zij/ze duren voort
Zij/ze houden aan
Zij/ze houden stand
estasDeze
Dezen
montañasBergen
Gebergten
Gebergtes
. (EntregaAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afgifte
Afleveren
Aflevering
Bestel!
Bestellen
Betaal uit!
Bezorg!
Bezorgen
Breng door!
Doorbrengen
Geef aan!
Geef af!
Geef over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert toe
Inleveren
Inlevering
Lever af!
Lever in!
Lever!
Leveren
Levering
Overdracht
Overgeven
Overhandig!
Overhandigen
Overleg!
Overleggen
Reik aan!
Stel ter hand!
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijf!
Verdrijven
Voer toe!
alNaar de
Naar het
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende

la manzanaAppel
Huizenblok
.)
GESSLER.- LeHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
dado enGehaald
Geraakt
Geteisterd
Getroffen
Ingeslagen
el centroEl centro
Het midden
. HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
un
tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus
maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
, dignoWaardig
Waardige
de alabanzaLofuiting
Loven
Prijzen
Roemen
.
RÖSSELMANN.- BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
el tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus
; peroDoch
Echter
Maar
¡ayAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de
aquelDat
Die
que loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
forzadoAangerand
Gedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Geweld aangedaan
Verkracht
Verplicht
a tentarBekoren
In verzoeking brengen
Verleiden
Verlokken
Verzoeken
a DiosGod
Godheid
!

GUILLERMOWillem TELL

STAUFFACHER.- ¡ReanimaosBreng bij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bij
, Tell! LevantaosGa staan!
Sta op!
Verrijs!
Word wakker!
; osJe
Jullie

habéisJullie hebben
Jullie zijn
portadoGeapporteerd varonilmente, y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, conDoor
Met
Per
Samen met
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
libertadBevrijd!
Help af!
Laat los!
Laat vrij!
Libertad
Maak vrij!
Verlos!
Vrijheid
,
podréisJullie
Jullie zullen kunnen
Jullie zullen mogen
regresar aTerugkeren naar
Terugkomen naar
vuestraJullie
Uw
Van jullie
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
.
RÖSSELMANN.- AndadGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk!
, andadGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk!
; llevadBereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Neem mee!
Vervoer!
eseDat
Die
niñoJongen
Kind
a
suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
. (IntentanZij/ze beproeven
Zij/ze hebben voor
Zij/ze passen
Zij/ze passen aan
Zij/ze pogen
Zij/ze proberen
Zij/ze proberen uit
Zij/ze stellen zich voor
Zij/ze toetsen
Zij/ze trachten
Zij/ze zijn van plan
Zij/ze zijn voornemens
llevárseloMeenemen
Overweg kunnen
.)
GESSLER.- ¡OyeHallo

Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg
, Tell!
TELL (VolviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
atrás).-Aan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug
¿QuéWat
Welke
mandáisJullie bevelen
Jullie commanderen
Jullie gelasten
Jullie schrijven voor
Jullie sommeren
Jullie verordenen
Jullie voeren aan
Jullie voeren het bevel
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
?
GESSLER.- OcultasteJij/je ontveinsde
Jij/je verborg
Jij/je verheelde
Jij/je verschool
Jij/je verschuilde
Jij/je verstopte
una flechaPijl
Scheut
en tuJe
Jouw
pechoBoezem
Borst
... SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
,
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
; loDe
Hem
Het
U
viIk bekeek
Ik keek
Ik zag
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
... ¿ConDoor
Met
Per
Samen met
quéWat
Welke
objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp
?
TELL.- (Confuso).-Bedremmeld
Bedremmelde
Beduusd
Beduusde
Benard
Benarde
Beteuterd
Beteuterde
In verlegenheid
Verbijsterd
Verbijsterde
Verbouwereerd
Verbouwereerde
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
costumbreGebruik
Gewoonte
Usance
Zede
usadaAangewend
Afgewerkt
Afgewerkte
Benut
Beschikt over
Gebruikt
Gebruikte
Gedisponeerd
Verbruikt
Verbruikte
Versleten
por
los ballesterosKruisboogschutters.
GESSLER.- NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
, Tell, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
. OtroAnder
Andere
Nog een
Nog één
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
tuJe
Jouw

objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp
. DimeZeg eens
Zeg me eens
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
, libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde
y francamenteEerlijk
Ronduit
, Tell.
SeaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
lo queDat wat
Wat
fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn
, teJe
Jou
garantizoIk garandeer
Ik sta in voor
Ik waarborg
la vidaHachje
Leven
.. ¿ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
quéWat
Welke
esaDat
Die

segunda2e
Tweede
flechaPijl
Scheut
?
TELL.- BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
; puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
meMe
Mij
aseguráisJullie assureren
Jullie betuigen
Jullie bevestigen
Jullie maken vast
Jullie stellen veilig
Jullie verstevigen
Jullie verzekeren
Jullie zetten vast
la vidaHachje
Leven
,
osJe
Jullie
diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
. (SacaAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behaal!
Behalen
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze put
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hoos!
Hozen
Krijg uit!
Leg af!
Ontleen!
Ontlenen
Put!
Putten
Schep!
Scheppen
Trek uit!
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
Zet af!
la flechaPijl
Scheut
del senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus
, y
lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
alNaar de
Naar het
GobernadorBesturend
Besturende
Gouverneur
Leidend
Leidende
Regerend
Regerende
una miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien
terribleVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
.) ConDoor
Met
Per
Samen met
estaDeze
Dit

segunda2e
Tweede
flechaPijl
Scheut
hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
atravesadoAfgelegd
Afgelopen
Doorgegaan
Doorgekomen
Doorgemaakt
Doorgetrokken
Doorkruist
Gegaan door
Overgegaan
Overgelopen
Overgestoken
Te boven gegaan
... a vosGe
Gij
Je
Jij
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
hirieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wondde
Ik bezeerde
Ik kwetste
Ik verwondde
Ik wondde

antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
a miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
, y la vuestraJullie
Uw
Van jullie
... de seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

hubiese(Er) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
erradoEen fout gemaakt
Ernaast gezeten
Gedoold
Gedwaald
Gewaard
Gezworven
Rondgedoold
Rondgedwaald
Zich vergist
el blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte
.
GESSLER.- ¡BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
, Tell! TeJe
Jou
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
prometidoBeloofd
Bruidegom
Galant
Toegezegd
Uitgeloofd
Verloofde
Verzegd
la vidaHachje
Leven
, y
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
faltaréIk zal absent zijn
Ik zal afwezig zijn
Ik zal ontbreken
Ik zal schelen
a miMi
Mijn
palabraBewoording
Woord
de caballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter
... Sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch
,
conociendoBekend zijnd met
Kennend
Kennismakend
Lerend kennen
Wetend
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
tusJe
Jouw
intencionesBedoelingen
Doelen
Intenties
Plannen
Strekkingen
Toeleggen
Voornemens
Zinnen
perversasPervers
Perverse
, teJe
Jou
llevaréIk zal aanhebben
Ik zal berekenen
Ik zal bijeenbrengen
Ik zal brengen
Ik zal dragen
Ik zal in rekening
 brengen
Ik zal medebrengen
Ik zal meebrengen
Ik zal meenemen
Ik zal ophebben
Ik zal vervoeren
Ik zal voorhebben
Ik zal wegbrengen
y
guardaréIk zal behoeden
Ik zal bewaken
Ik zal bewaren
Ik zal de wacht
 hebben
Ik zal hoeden
Ik zal letten op
Ik zal opbergen
Ik zal passen op
Ik zal waken over
en dondeWaarin noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
veasJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
el solSol
Zon
niEn niet
Evenmin
Noch
la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
, y

FRIEDRICH VON SCHILLERFriedrich von schiller

asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
temeréIk zal bang zijn
 voor
Ik zal duchten
Ik zal schromen
Ik zal terugschrikken voor
Ik zal vrezen
tusJe
Jouw
flechasPijlen
Scheuten
. ¡SujetadloBevestig!
Bind vast!
Fixeer!
Maak vast!
Verstevig!
Zet vast!
, soldadosGelast
Gesoldeerd
Krijgslieden
Krijgsmannen
Soldaten
; atadloBind vast
Bind vast!
Bind!
Knoop!
Maak vast!
Sluit aan!
Strik!
Verbind!
!
(AtanZij/ze binden
Zij/ze binden vast
Zij/ze knopen
Zij/ze maken vast
Zij/ze sluiten aan
Zij/ze strikken
Zij/ze verbinden
a Tell.) STAUFFACHER.- ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
?
¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke
que tratéisJullie bejegenen
Jullie beredeneren
Jullie betitelen
Jullie drijven handel
Jullie gaan om met
Jullie handelen
Jullie handelen over
Jullie hanteren
Jullie hebben in handen
Jullie maken in orde
Jullie maken uit
Jullie pogen
Jullie proberen
Jullie schelden uit
Jullie spreken aan
Jullie trachten
Jullie verzorgen
Jullie zetten uiteen
a siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer

visiblementeZichtbaar protegidoBehoed
Beschermd
Beschermeling
Beschut
Beveiligd
In veiligheid gebracht
Protegé
por DiosGod
Godheid
?
GESSLER.- VeremosWij zullen zien
Wij/we zullen bekijken
Wij/we zullen kijken
Wij/we zullen zien
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
DiosGod
Godheid
loDe
Hem
Het
U
protegeBehoed!
Bescherm!
Beschut!
Beveilig!
Breng in veiligheid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beveiligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in veiligheid
por segunda2e
Tweede

vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
... Que loDe
Hem
Het
U
lleven aNeemt u mee naar!
Neemt u mee voor!
Zij/ze nemen mee naar
Zij/ze nemen mee voor
miMi
Mijn
harca. LoDe
Hem
Het
U
seguiréIk zal aanblijven
Ik zal bewandelen
Ik zal bijhouden
Ik zal doorgaan
Ik zal opvolgen
Ik zal volgen
Ik zal voortvloeien
Ik zal voortzetten
inmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Zo
,
y yo mismoIkzelf loDe
Hem
Het
U
llevaré aIk zal meenemen naar
Ik zal meenemen voor
Kussnacht.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->