PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
AquilesAchilles noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
insensatoDwaas
Onverstandig
Onverstandige
, niEn niet
Evenmin
Noch
temerarioOnverstandig
Onverstandige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
, niEn niet
Evenmin
Noch
perversoPervers
Perverse
, y tendrá(Hij) zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bijhouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal erop nahouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal houden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vasthouden
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
cuidado deBehartigd
Bezorgd geweest
Gezorgd
Verzorgd
Zich bekommerd
Zorg gedragen
respetarEerbiedigen
Respect hebben voor
Respecteren

a un suplicanteSmekend
Smekende
.

188 CuandoAls
Tijdens
Wanneer
estoDeze
Dit
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
, fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
IrisIris
Irissen
Lis
Lissen
Regenboogvlies
Regenboogvliezen
, la de los piesPoten
Voeten
ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
. Príamo mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons

que prepararanZij/ze bereidden
Zij/ze bereidden toe
Zij/ze bereidden voor
Zij/ze leidden op
Zij/ze maakten aan
Zij/ze maakten klaar
un carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
de mulasMuilezels, de hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
ruedasJij/je draait
Jij/je filmt
Jij/je neemt op
Jij/je rijdt
Jij/je rolt
Raderen
Wielen
, pusieranZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
 praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer
encimaBovendien
Er bovenop
un arcaArk
Kist
Schrijn
y la sujetaranZij/ze bevestigden
Zij/ze bonden vast
Zij/ze fixeerden
Zij/ze maakten vast
Zij/ze verstevigden
Zij/ze zetten vast

conDoor
Met
Per
Samen met
sogas. BajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
 uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
alNaar de
Naar het
perfumadoGearomatiseerd
Geparfumeerd
tálamoThalamus, que era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
cedroCeder
Jeneverbes
, teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
elevadoBevorderd
Getild
Hoog
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd

techoBovengrens
Dak
Hoogtegrens
Ik voorzie van een
 dak
Plafond
y guardabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had de wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lette op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waakte over
Ik behoedde
Ik bewaakte
Ik bewaarde
Ik borg op
Ik had de wacht
Ik hoedde
Ik lette op
Ik paste op
Ik waakte over
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
preciosidadesKostbaarheden; y, llamandoAanbellend
Aanroepend
Bellend
Benoemend
Hetend
Kloppend
Luidend
Noemend
Opbellend
Oproepend
Praaiend
Roepend
Schellend
Telefonerend
Uitmakend voor
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
Hécuba, hablóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
en
estosDeze
Dezen
términosBegrippen
Besluiten
Bewoordingen
Beëindigingen
Einden
Eindes
Enden
Gezegden
Gezegdes
Leden
Spreekwijzen
Termen
Termijnen
Vaktermen
Zegswijzen
Zinswendingen
:

194 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
infelizOngelukkig
Ongelukkige
! La mensajera del OlimpoOlympus haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
venidoGekomen
Meegekomen
, por ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
de Zeus, a encargarmeAanvragen
Belasten met
Bestellen
Opdracht geven
Opdragen

que vaya aGaat u naar!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar
Ik ga naar
las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los aqueos y rescateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik red
Redden
Redding
Redt u!
alNaar de
Naar het
hijoKind
Zoon
, llevando aMeenemend naar
Meenemend voor
AquilesAchilles donesJij/je schenkt
Meneren
que aplaquenBevredigt u!
Stelt u tevreden!
Zij/ze bevredigen
Zij/ze stellen tevreden

suHaar
Hun
Uw
Zijn
enojoBoosheid
Ergernis
Gramschap
Ik bedroef
Ik erger
Kwaadheid
Ongenoegen
Toorn
Verstoordheid
. EaBoe, dimeZeg eens
Zeg me eens
: ¿quéWat
Welke
piensasJij/je denkt acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van
estoDeze
Dit
? PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
miMi
Mijn
menteGeest
Verstand
y miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
meMe
Mij

instiganZij/ze brengen teweeg
Zij/ze richten aan
Zij/ze sporen aan
Zij/ze stichten
Zij/ze veroorzaken
Zij/ze vuren aan
Zij/ze wakkeren aan
Zij/ze wekken op
Zij/ze zwepen
vivamente a irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
a11á, a las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, alNaar de
Naar het
campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp
vastoGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
de los aqueos.

200200
Tweehonderd
AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
. La mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
prorrumpióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baande zich met
 geweld een weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam onstuimig te
 voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte zich
en sollozosSnikken y respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

201 -¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
! ¿QuéWat
Welke
es deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
la prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
que antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
to hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
célebreAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los extranjerosBuitenlanden
Buitenlanders
Buitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde

y entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
aquéllosDie sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los cualesWie
Zij die
reinasJij/je heerst
Jij/je regeert
Jij/je steekt boven anderen
 uit
Koninginnen
Vorstinnen
? ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
a las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los aqueos
y presentarteAanbieden
Belichten
Blootstellen
Etaleren
Indienen
Presenteren
Schenken
Tentoonstellen
Uitbrengen
Uiteenzetten
Uitstallen
Vertonen
Voorstellen
anteSuède
Ten overstaan van
Voor
los ojosKijkers
Ogen
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
que teJe
Jou
matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
valientesBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
hijosKinderen
Zonen
Zoons
? De hierroIjzeren
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
el corazónHart
Klokhuis
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
eseDat
Die
guerreroGuerrero
Krijgs-
Krijgshaftig
Krijgshaftige
Krijgsheld
Krijgsman
Oorlogs-
Oorlogszuchtig
Oorlogszuchtige
Oorlogvoerend
Oorlogvoerende
Soldaat
Strijdlustig
Strijdlustige
cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
y pérfidoDubbelhartig
Dubbelhartige
Ontrouw
Ontrouwe
Trouweloos
Trouweloze
Verraderlijk
Verraderlijke
llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf!
a verteBekijken
Kijken
Zien
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
propiosEigen ojosKijkers
Ogen
y teJe
Jou

cogeBemachtig!
Ga halen!
Grijp aan!
Grijp vast!
Grijp!
Haal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze grijpt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Neem beet!
Neem!
Pak
Pak beet!
Pak!
Pluk af!
Pluk!
Raap op!
Tokkel!
Vat aan!
Vat!
, niEn niet
Evenmin
Noch
se apiadaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal medelijden hebben de tiJe
Jou
, niEn niet
Evenmin
Noch
teJe
Jou
respetaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal eerbiedigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal respect hebben
 voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal respecteren
en loDe
Hem
Het
U
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige
. LloremosLaten we bejammeren
Laten we betreuren
Laten we bewenen
Laten we huilen
Laten we krijten
Laten we schreien
Laten we wenen
Wij/we bejammeren
Wij/we betreuren
Wij/we bewenen
Wij/we huilen
Wij/we krijten
Wij/we schreien
Wij/we wenen
a HéctorHektor desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit

lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
, sentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld
en el palacioPaleis; ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
leHaar
Hem
Het
U
di a luzIk baarde
Ik beviel
Ik bracht teweeg
Ik bracht voort
Ik schonk het leven
, el hadoLot
Noodlot
poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
hilóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spon
de estaDeze
Dit

suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
el estambreMeeldraad de suHaar
Hun
Uw
Zijn
vidaHachje
Leven
: que habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn
de saciar conDoor
Met
Per
Samen met
suHaar
Hun
Uw
Zijn
carneVlees a los velocesSnel
Snelle
perrosHonden
Rekels
Reuen
, lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg

de susHaar
Hun
Uw
Zijn
padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders
y juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
violentoAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Ik doe geweld aan
Ik forceer
Ik rand aan
Ik verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
hígadoLever ojaláHopelijk pudiera(Het) kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
yoEgo
Ik
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
hincándole
los dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes
. EntoncesDan
Dus
Toen
quedaríanZij/ze zouden afspreken
Zij/ze zouden blijven
Zij/ze zouden in een
 bepaalde toestand raken
Zij/ze zouden passen
Zij/ze zouden staan
Zij/ze zouden zich bevinden
Zij/ze zouden zijn
vengadosGewroken
Wraak genomen
los insultosAffronten
Beledigingen
Smaden
que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet
a miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
; que ésteDeze
Dit
,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
aquélDat
Die
to matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se portabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad behoorlijk op
cobardemente, sinoDoch
Echter
Maar
que a pieLopend
Te voet
firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
defendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verweerde
Ik kwam op voor
Ik verdedigde
Ik verweerde
a los
troyanosTrojaanse paarden
Trojanen
y a las troyanas de profundoDiep
Diep doorlopend
Diepe
Diepgaand
Diepgaande
Diepliggend
Diepliggende
Diepzinnig
Diepzinnige
Intens
Intense
Moelijk te begrijpen
Uitgestrekt
Uitgestrekte
senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pensandoDenkend niEn niet
Evenmin
Noch
en huirOntsnappen
Vluchten
Weglopen
niEn niet
Evenmin
Noch
en evitarMijden
Ontwijken
Uit de weg gaan
Vermijden
Voorkomen
el
combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
.

217 ContestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Príamo, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a un diosGod
Godheid
:

218 -NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te opongas aJij/je verzet je tegen miMi
Mijn
resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing
, niEn niet
Evenmin
Noch
meMe
Mij
seasJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
aveGevogelte
Vogel
de malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
agüeroVoorbode
Voorteken
en el palacioPaleis. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij

persuadirásJij/je zal bepraten
Jij/je zal overhalen
Jij/je zal overreden
. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
me dieseIk deed me voor
Ik gaf me gewonnen
Ik gaf me over
Ik gebeurde
Ik groeide
Ik kwam voor
Ik ontstond
la ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
de los queWie
Zij die
vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen
en la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
adivinoIk beduid
Ik doorzie
Ik gis
Ik raad
Ik verwacht
Ik voorspel
Ik waarzeg
Ik zeg voor
Waarzegger
,
arúspice o sacerdoteGeestelijke
Pastoor
Pastor
Priester
Priesteres
Zielzorger
, la creeríamosWij/we zouden denken
Wij/we zouden geloven
Wij/we zouden houden voor
Wij/we zouden menen
falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde
y desconfiaríamosWij/we zouden wantrouwen aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
; peroDoch
Echter
Maar
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
yoEgo
Ik

mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
a la diosaGodin y la heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
delante deVoor
Vóór
Me
Mij
, iréIk zal gaan
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
 lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
serán(Zij) zullen zijn
Zij/ze zullen gebeuren
Zij/ze zullen plaatshebben
Zij/ze zullen plaatsvinden
Zij/ze zullen zijn
ineficacesAlledaags
Alledaagse
Ijdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
susHaar
Hun
Uw
Zijn
palabrasBewoordingen
Woorden
.
Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
miMi
Mijn
destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
 gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
en las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los aqueos, de broncíneas corazasBepantseringen
Harnassen
Kurassen
Pantsers
Rustingen
, to
aceptoIk accepteer
Ik neem aan
Ik ontvang
: mátemeBrengt u om!
Doodt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Ik breng om
Ik dood
Ik maak dood
Ik slacht
Ik slacht af
Maakt u dood!
Mat
Mate
Maté
Schaakmat
Slacht u af!
Slacht u!
AquilesAchilles tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
abraceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademt
Ik omarm
Ik omhels
Ik omvadem
Omarmt u!
Omhelst u!
Omvademt u!
a miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
y satisfagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voldoet aan
Ik voldoe aan
Voldoet u aan!
el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de llorarleBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen
.
228 Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
, y, levantandoBeurend
Heffend
Neerzettend
Ophalend
Opheffend
Opkokend
Oprichtend
Opslaand
Optillend
Tillend
Verheffend
Vestigend
las hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
tapasBedekkingen
Borrelhapjes
Canapés
Deksels
Hapjes
Jij/je bedekt
Jij/je belegt
Jij/je dekt
Jij/je dekt toe
Jij/je dicht
Jij/je maakt dicht
Jij/je stopt
Jij/je stopt toe
Jij/je stopt vol
Jij/je verstopt
Kaften
Kappen
Omslagen
Tapa's
Tapas
de las arcasArcas
Arken
Kisten
Schrijnen
, cogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemachtigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze greep vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tokkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
doce12
Twaalf
magníficosBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
peplos,
doce12
Twaalf
mantosJassen
Mantels
sencillosEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele
, doce12
Twaalf
tapetes, doce12
Twaalf
paliosBaldakijnen
Baldakijns
Draaghemels
Hemels
Troonhemels
blancosBlank
Blanke
Blanken
Doelen
Doelstellingen
Doelwitten
Honken
Mikpunten
Schietschijven
Schijven
Trefpunten
Wit
Witte
, y otrasAnder
Andere
Nog één
tantasZo groot
Zoveel
Zovele
túnicasTunica's
Tunieken
. PesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bepaalde het gewicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was zwaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woog af

luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
diez10
Tien
talentosBegaafdheden
Gaven
Talenten
de oroE175
Goud
Ik bid
. Y, por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af
dos2
Do's
Twee
Tweede
trípodesDriepoten
Drievoeten
Standers
Statieven
Treeften
relucientesGlimmend
Glimmende
, cuatro4
Vier
calderasFluitketels
Keteldalen
Ketels
Kookketels
Stoomketels
Waterketels
y una

magníficaBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
que los traciosThraciërs leHaar
Hem
Het
U
dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
embajadorAfgezant
Ambassadeur
Bode
Gezant
, a suHaar
Hun
Uw
Zijn
paísLand, y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un
soberbioBeeldschone
Beeldschoon
Fier
Fiere
Indrukwekkend
Indrukwekkende
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Prat
Pratte
Trots
Trotse
regaloCadeau
Donatie
Gave
Geschenk
Gift
Ik geef cadeau
Ik schenk
Schenking
; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
quisoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
dejarlaHen laten
Laten
en el palacioPaleis a causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
del vehemente
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
que teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
de rescatarRedden a suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
. Y volviendoDraaiend
Kerend
Omdraaiend
Ronddraaiend
Teruggaand
Terugkerend
Terugkomend
Teruglopend
Terugtrekkend
Wederkerend
Wederkomend
Weer gaand
Weeromkomend
Wendend
Wentelend
Zwenkend
alNaar de
Naar het
pórticoOverdekte zuilengang
Portaal
Portiek
Voordeur
Zuilengang
, echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
afueraBuiten
Buitenwaarts
Buitenwijk
Eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarmerkt
Ijk!
Keur!
Naar buiten
Omgeving
Omstreek
Waarmerk!
a los troyanosTrojaanse paarden
Trojanen
,
increpándolos conDoor
Met
Per
Samen met
injuriosas palabrasBewoordingen
Woorden
:

239 -¡IdosGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Van stapel gelopen
Verlopen
Zich begeven
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
, hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
infamesGemeen
Gemene
Infaam
Infame
Jij/je belastert
Jij/je roddelt
Jij/je spreekt kwaad
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Schunnig
Schunnige
Vuig
Vuige
y vituperablesLaakbaar
Laakbare
! ¿Por venturaToekomstig
Toekomstige
Ventura
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
llantoHuilen en vuestraJullie
Uw
Van jullie

casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
, que veníasJij/je kwam
Jij/je kwam mee
a afligirmeBedroeven
Beproeven
Grieven
Smarten
? ¿O creéis queJullie denken dat sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
los pesaresJij/je zal afwegen
Jij/je zal het gewicht
 bepalen
Jij/je zal wegen
Jij/je zal zwaar zijn
Smarten
que Zeus Cronida meMe
Mij

envíaDoe toekomen!
Expedieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Stuur op!
Stuur uit!
Stuur weg!
Stuur!
Verstuur!
Verzend!
Zend af!
Zend op!
Zend weg!
Zend!
, conDoor
Met
Per
Samen met
hacermeAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen
un hijoKind
Zoon
valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
? TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
los probaréisJullie zullen aanpassen
Jullie zullen aantonen
Jullie zullen adstrueren
Jullie zullen beproeven
Jullie zullen bewijzen
Jullie zullen bezoeken
Jullie zullen op de
 proef stellen
Jullie zullen passen
Jullie zullen proberen
Jullie zullen proeven
Jullie zullen staven
Jullie zullen toetsen
Jullie zullen uitproberen
Jullie zullen uitwijzen
Jullie zullen waarmaken
vosotrosGijlieden
Je
Jullie
. MuertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
élHem
Hij
,
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte
que los argivos osJe
Jullie
matenBrengt u om!
Doodt u!
Maakt u dood!
Slacht u af!
Slacht u!
Zij/ze brengen om
Zij/ze doden
Zij/ze maken dood
Zij/ze slachten
Zij/ze slachten af
. PeroDoch
Echter
Maar
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que conDoor
Met
Per
Samen met
estosDeze
Dezen
ojosKijkers
Ogen
veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!
la
ciudadPlaats
Stad
tomadaAangenomen
Aangevat
Afgenomen
Binnengekregen
Geaccepteerd
Gebruikt
Gedronken
Genomen
Genuttigd
Gepakt
Gevat
Ingenomen
Ingeslagen
Ingeslikt
Ontvangen
Opgeraapt
Opgesnoven
y destruidaVernield
Vernietigd
Verwoest
, desciendaDaalt u af!
Daalt u neer!
Daalt u!
Gaat u naar beneden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Ik daal
Ik daal af
Ik daal neer
Ik ga naar beneden
Ik stam af
Ik stap uit
Ik zink
Stamt u af!
Stapt u uit!
Zinkt u!
yoEgo
Ik
a la mansiónHerberg
Herenhuis
Onderdak
Verblijf
de HadesHades.

247 Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
, y conDoor
Met
Per
Samen met
el cetroRijksstaf
Scepter
echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
. ÉstosDeze salieronEr kwamen tevoorschijn
Zij/ze gingen buiten
Zij/ze gingen naar buiten
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen uit
Zij/ze gingen weg
Zij/ze kwamen er mee
 weg
Zij/ze kwamen uit
Zij/ze liepen uit
Zij/ze reden af
Zij/ze reden uit
Zij/ze reden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze stapten uit
Zij/ze startten
Zij/ze stegen uit
Zij/ze togen
Zij/ze traden uit
Zij/ze verschenen
Zij/ze vertrokken
Zij/ze voeren uit
apremiadosGedrongen
Gehaast
Gejacht
Tot haast aangezet
Urgent geweest
por el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
.
Y en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
Príamo reprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gispte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keurde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaande
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wraakte
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
Héleno, ParisParis, Agatón divinoGoddelijk
Goddelijke
, Pamón,
Antífono, PolitesPolites valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
en la peleaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ruzie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Kampen
Maak ruzie!
Ruzie
Strijd!
Strijden
Vecht!
Vechten
Voer strijd!
, Deífobo, Hipótoo y el conspicuo Dío; a los nueve9
Negen

los increpó y lesHen
Hun
U
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

253 -¡DaosDoe je voor!
Gebeur!
Geef je gewonnen!
Geef je over!
Groei!
Kom voor!
Ontsta!
prisaGezwindheid
Haast
Haastigheid
Rapheid
Snelheid
Spoed
Urgentie
Vaart
Vlugheid
, malosBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Fout
Foute
Foutief
Foutieve
Kwaad
Kwade
Kwalijk
Kwalijke
Onaangenaam
Onaangename
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Versleten
hijosKinderen
Zonen
Zoons
, ruinesAfkeurenswaardig
Afkeurenswaardige
Gierig
Gierige
Oneerlijk
Oneerlijke
Vrekkig
Vrekkige
! OjaláHopelijk que en lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel
de HéctorHektor hubieseisJullie hadden
Jullie waren
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht

todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
en las veleras navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
. ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht
de Me
Mij
, desventurado, que engendréIk baarde
Ik beviel
Ik bracht teweeg
Ik bracht voort
Ik schonk het leven
Ik verwekte
hijosKinderen
Zonen
Zoons
valentísimos en
la vastaGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
TroyaTroje, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
puedoIk kan
Ik mag
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
meMe
Mij
queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
! AlNaar de
Naar het
divinoGoddelijk
Goddelijke
Méstor, a TroiloTroïlos, que
combatíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestreed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde strijd
Ik bestreed
Ik kampte
Ik nam het op
 tegen
Ik streed
Ik vocht
Ik voerde strijd
en carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
, y a HéctorHektor, que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
un diosGod
Godheid
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen
los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
parecía(Het) leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
 van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
 als
Ik had het uiterlijk
 van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
 als
hijoKind
Zoon
de un
mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-
, sinoDoch
Echter
Maar
de una divinidadGodheid, AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
lesHen
Hun
U
dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
; y restanZij/ze halen af
Zij/ze nemen weg
Zij/ze rissen
Zij/ze ritsen
los queWie
Zij die
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
indignos,
embusterosBedriegers, danzarines, señaladosAangeduid
Aangegeven
Aangewezen
Gelaten zien
Gesignaleerd
Getoond
Gewezen
Opgemerkt
Opmerkzaam gemaakt
Tentoongespreid
Uitgeduid
Uitgewezen
Vertoond
únicamenteAlleen
Uitsluitend
en los corosKoren
Reien
Zangkoren
y hábilesBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Bevoegd
Bevoegde
Geoefend
Geoefende
Gerechtigd
Gerechtigde
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige
en robarBeroven
Bestelen
Buitmaken
Plunderen
Roven
Stelen
Stropen
Zich vergrijpen aan
alNaar de
Naar het
puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam

corderosLammeren y cabritosBokjes
Cantharellen
Geitjes
Hanenkammen
. PeroDoch
Echter
Maar
¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
prepararéisJullie zullen aanmaken
Jullie zullen bereiden
Jullie zullen klaarmaken
Jullie zullen opleiden
Jullie zullen toebereiden
Jullie zullen voorbereiden
al instanteAanstonds
Zo
el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
, poniendoAan de praat krijgend
Aandoend
Aantrekkend
Aanzettend
Doend
Door te plaatsen
Inschakelend
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Op gang brengend
Opbrengend
Opleggend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Vlijend
Zettend
en élDaaraan
Erin
todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle

estasDeze
Dezen
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken
, para queOpdat
Zodat
emprendamosLaten we een ambt
 aanvaarden
Laten we in dienst
 treden
Laten we ondernemen
Wij/we aanvaarden een ambt
Wij/we ondernemen
Wij/we treden in dienst
el caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg
?

263 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
. EllosHen
Ze
Zij
, temiendoBang zijnd voor
Duchtend
Schromend
Terugschrikkend voor
Vrezend
la reconvención del padrePater
Vader
, sacaronZij/ze behaalden
Zij/ze brachten naar buiten
Zij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze haalden
Zij/ze haalden eruit
Zij/ze haalden te voorschijn
Zij/ze haalden uit
Zij/ze haalden van
Zij/ze hoosden
Zij/ze kregen uit
Zij/ze legden af
Zij/ze ontleenden
Zij/ze putten
Zij/ze schepten
Zij/ze trokken uit
Zij/ze zetten af
un carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
de mulasMuilezels, de
hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
ruedasJij/je draait
Jij/je filmt
Jij/je neemt op
Jij/je rijdt
Jij/je rolt
Raderen
Wielen
, magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende
, reciénDaarnet
Daarstraks
Juist
Net
Pas
Straks
Zo-even
Zojuist
Zonet
construidoAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden
; pusieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
 praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer
encimaBovendien
Er bovenop
el arcaArk
Kist
Schrijn
, que ataronZij/ze bonden
Zij/ze bonden vast
Zij/ze knoopten
Zij/ze maakten vast
Zij/ze sloten aan
Zij/ze strikten
Zij/ze verbonden
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
;
descolgaronZij/ze haakten af
Zij/ze haakten los
del clavoDraadnagel
Ik sla in
Kruidnagel
Kruidnagelboom
Nagel
Spijker
el corvoGebogen
Haak
Krom
Kromme
yugoJuk de maderaHouten
Van hout
de bojBuksboom
Buxus
Palmboompje
Palmstruik
Randpalm
, provistoVoorzien de anillosBeugels
Ringen
Wallen
, y tomaronZij/ze accepteerden
Zij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
Zij/ze kregen binnen
Zij/ze namen
Zij/ze namen aan
Zij/ze namen af
Zij/ze namen in
Zij/ze nuttigden
Zij/ze ontvingen
Zij/ze pakten
Zij/ze raapten op
Zij/ze slikten in
Zij/ze sloegen in
Zij/ze snoven op
Zij/ze vatten
Zij/ze vatten aan
una
correaRiem de nueve9
Negen
codosEllebogen que servía(Het) diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bediende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewees een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaartte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van dienst
Ik bediende
Ik bewees een dienst
Ik deugde
Ik diende
Ik diende op
Ik hielp
Ik kaartte aan
Ik serveerde
Ik was geschikt
Ik was van dienst
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
atarloAansluiten
Binden
Knopen
Strikken
Vastbinden
Vastmaken
Verbinden
. ColgaronZij/ze hingen
Zij/ze hingen op
Zij/ze knoopten op
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
el yugoJuk sobre laOp de
Op het
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde

anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
de la lanzaBraak!
Dissel
Disselboom
Doe horen!
Geef over!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Keil!
Kom uit!
Laat van stapel lopen!
Lanceer!
Lans
Loop uit!
Ontketen!
Ontkiem!
Piek
Schrijf uit!
Slinger weg!
Speel uit!
Speer
Spies
Spiets
Stoot uit!
Werp weg!
Werp!
, metieronZij/ze deden
Zij/ze legden
Zij/ze legden in
Zij/ze plaatsten
Zij/ze staken
Zij/ze staken in
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze zetten
el anilloDe ring en suHaar
Hun
Uw
Zijn
clavijaBout
Luns
Pen
Pin
Plug
Schroef
Spie
Stift
Tap
, y sujetaronZij/ze bevestigden
Zij/ze bonden vast
Zij/ze fixeerden
Zij/ze maakten vast
Zij/ze verstevigden
Zij/ze zetten vast
a aquélDat
Die
, atándolo conDoor
Met
Per
Samen met
la
correaRiem, a la cualWaaraan hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen
tres3
Drie
vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeren
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen
a cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes
ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
y cuyosHuiscavia's
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier
extremosAangelegenheden
Buitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neuzen
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
Toppunten
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinden
Uiteindes
Uiterst
Uiterste
Uitersten
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
reunieronZij/ze concentreerden
Zij/ze hoopten op
Zij/ze hoopten opeen
Zij/ze stapelden
Zij/ze stapelden op
Zij/ze stapelden opeen
Zij/ze verenigden
Zij/ze verzamelden
en un
nudoGeleding
Knoest
Knoop
Knooppunt
Kwast
. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend
de la cámaraCamera
Cameraman
Filmcamera
Fotocamera
Fototoestel
Kamer
Kamertje
Lokaal
Luchtband
Televisiecamera
Vertrek
y acomodandoAanpassend
Accommoderend
Adapterend
Gelegen komend
Leggend
Passend
Plaatsend
Schikkend
Situerend
Stationerend
Verzoenend
en el pulimentadoGeboend
Gepoetst
Gepolijst
Geschuurd
Gewreven
Gezoet
carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
los
innumerablesOntelbaar
Ontelbare
Talloos
Talloze
donesJij/je schenkt
Meneren
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el rescateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik red
Redden
Redding
Redt u!
de HéctorHektor; uncieronZij/ze bespanden
Zij/ze spanden
Zij/ze spanden in
Zij/ze spanden voor
Zij/ze tuigden
Zij/ze tuigden op
las mulasMuilezels de tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus
, de fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware

cascosBrokstukken
Doppen
Helmen
Schalen
Scheepsrompen
Scheepswanden
Scherven
Schillen
Schorsen
, que en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
regaladoCadeau gegeven
Geschonken
los misiosMi=
Mi
Mijn
a Príamo comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
espléndidoGoedgeefs
Goedgeefse
Prachtig
Prachtige
Royaal
Royale
Schitterend
Schitterende
Vrijgevig
Vrijgevige

presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen!
, y acercaronZij/ze brachten naderbij alNaar de
Naar het
yugoJuk dos2
Do's
Twee
Tweede
corceles, a los cualesWie
Zij die
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
en personaMens
Personage
Persoon
dabaGaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
de
comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
en pulimentadoGeboend
Gepoetst
Gepolijst
Geschuurd
Gewreven
Gezoet
pesebre.

281 MientrasTerwijl el heraldoHeraut
Voorbode
y Príamo, prudentesBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige
ambosAlle twee de
Allebei
Beide
, uncíanZij/ze bespanden
Zij/ze spanden
Zij/ze spanden in
Zij/ze spanden voor
Zij/ze tuigden
Zij/ze tuigden op
los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
en el altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven

palacioPaleis, acercóselesHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naderbij Hécuba, conDoor
Met
Per
Samen met
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
abatidoBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen
, llevandoAanhebbend
Berekenend
Bijeenbrengend
Brengend
Door te brengen
Dragend
In rekening brengend
Medebrengend
Meebrengend
Meenemend
Ophebbend
Vervoerend
Voorhebbend
Wegbrengend
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
diestraBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Handig
Handige
Rechtshandige
Vaardig
Vaardige
una copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
de oroE175
Goud
Ik bid
,
llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij!
de dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
, para queOpdat
Zodat
hicieranZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
la libación antes deAlvorens te
Voor
partirAfbreken
Delen
Op weg gaan
Opsplitsen
Opstappen
Splitsen
Starten
Tijgen
Verdelen
Vertrekken
Weggaan
; y, deteniéndoseAfslaand
Blijvend staan
Halt houdend
Stilhoudend
Stilstaand
Stoppend
delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer

del carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
, dijo aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen
Príamo:

287 TomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
, hazBedrijf!
Bos
Breng uit!
Bundel
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
la libación alNaar de
Naar het
padrePater
Vader
Zeus y suplícaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt af
Smeek af!
Smeek!
que puedasJij/je kant
Jij/je magt
volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
del campamentoCamping
Kamp
Kampeerterrein
Kampement
Kamperen
Legeren
Legerkamp
Tentenkamp

de los enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
a to casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
; ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl
tuJe
Jouw
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
loDe
Hem
Het
U
incitaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hits op!
Prikkel!
Spoor aan!
Stook aan!
Verlevendig!
Vuur aan!
Wakker aan!
Zet aan!
a ir aGaan naar las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
miMi
Mijn
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
. RuegaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Roep in!
Smeek!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag!
,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, alNaar de
Naar het
Cronión IdeoIk vorm een denkbeeld
 omtrent
, el diosGod
Godheid
de las sombríasDonker
Donkere
Somber
Sombere
nubesWolken que desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
loDe
Hem
Het
U
altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
contemplaBeschouw!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloert
Koekeloer!
a
TroyaTroje enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
, y pídele(Het) vraagt
Bedel!
Bestel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt om
Roep in!
Verlang!
Verzoek!
Vraag aan!
Vraag om!
Vraag!
que hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit!
aparecerOpdagen
Opdraven
Te voorschijn komen
Uitkomen
Verschijnen
a tuJe
Jouw
derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse
suHaar
Hun
Uw
Zijn
velozSnel
Snelle
mensajera, el aveGevogelte
Vogel
que leHaar
Hem
Het
U
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
y cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
inmensaInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
, para queOpdat
Zodat
, en viéndola conDoor
Met
Per
Samen met
tusJe
Jouw
propiosEigen ojosKijkers
Ogen
, vayasJij/je begeeft je
Jij/je gaat
Jij/je kart
Jij/je loopt
Jij/je loopt van stapel
Jij/je rijdt
Jij/je vaart
Jij/je verloopt
,
alentadoAangemoedigd
Bemoedigd
Gestijfd
por el agüeroVoorbode
Voorteken
, a las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los dánaos, de rápidosExpressen
Exprestreinen
Gauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltreinen
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
corceles. Y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
el largovidente
Zeus noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
enviaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
Ik deed toekomen
Ik expedieerde
Ik stuurde
Ik stuurde op
Ik stuurde uit
Ik stuurde weg
Ik verstuurde
Ik verzond
Ik zond
Ik zond af
Ik zond op
Ik zond weg
suHaar
Hun
Uw
Zijn
mensajera, yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
aconsejaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanraden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou adviseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou raad geven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou raden
Ik zou aanraden
Ik zou adviseren
Ik zou raad geven
Ik zou raden
que fueras aJij/je ging naar las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los
argivos por muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
que loDe
Hem
Het
U
deseesJij/je ambieert
Jij/je aspireert
Jij/je begeert
Jij/je dingt naar
Jij/je haakt naar
Jij/je hebt trek in
Jij/je hunkert
Jij/je jaagt na
Jij/je smacht
Jij/je smacht naar
Jij/je snakt naar
Jij/je streeft na
Jij/je streeft naar
Jij/je verkiest
Jij/je verlangt
Jij/je wenst
.

299 RespondióleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
Príamo, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a un diosGod
Godheid
:

300 -300
Driehonderd
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dejaré deIk zal stoppen met hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
lo queDat wat
Wat
meMe
Mij
recomiendasJij/je beveelt aan
Jij/je raadt aan
Jij/je recommandeert
Jij/je tekent aan
. BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
levantarBeuren
Heffen
Neerzetten
Ophalen
Opheffen
Opkoken
Oprichten
Opslaan
Optillen
Tillen
Verheffen
Vestigen
las
manosHanden a Zeus, para queOpdat
Zodat
de nosotrosOns
We
Wij
se apiadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden.

302 Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, y mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
a la esclavaSlavin despensera que leHaar
Hem
Het
U
dieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
limpiaGelouterd
Gepoetst
Gereinigd
Gesnoeid
Gezuiverd
Helder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loutert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert
Louter
Louter!
Loutere
Maak schoon!
Netto-
Opgewreven
Poets!
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinig!
Schone
Schoon
Schoongemaakt
Snoei!
Wrijf op!
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuiver!
Zuivere
a las
manosHanden. PresentóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uiteen
la cautivaBekoor!
Boezem belang in!
Gevangene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt belang in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze interesseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lacht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlekkert
Interesseer!
Lach toe!
Lok aan!
Lok!
Trek aan!
Trek!
Verlekker!
conDoor
Met
Per
Samen met
una fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput
y un jarroItaliaanse aronskelk
Kruik
Pot
Urn
. Y Príamo, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que se huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
lavadoAfgewassen
Afwassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Logen
Uitgewassen
Uitwassen
Wassen
,

recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
la copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
de manosHanden de suHaar
Hun
Uw
Zijn
esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw
; oróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bad, de pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet
, en medioMiddenin del patioBinnenplaats
Erf
Hof
Patio
Plaats
; libó el vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
,
alzandoBeurend
Heffend
Omhoogtrekkend
Ophalend
Oprichtend
Tillend
Verheffend
Verhogend
los ojosKijkers
Ogen
alNaar de
Naar het
cieloHemel
Lucht
, y pronuncióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
estasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
:

308 -¡PadrePater
Vader
Zeus, que reinasJij/je heerst
Jij/je regeert
Jij/je steekt boven anderen
 uit
Koninginnen
Vorstinnen
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
el IdaGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Heenreis
Van stapel gelopen
Verlopen
Zich begeven
, gloriosísimo, máximoGrootste
Maximaal
Maximale
Maximum
Maximum-
! ConcédemeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschaft
Ken toe!
Verschaf!
que alNaar de
Naar het

llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
de AquilesAchilles leHaar
Hem
Het
U
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt
yoEgo
Ik
gratoGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome
y de Me
Mij
se apiadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden; y hazBedrijf!
Bos
Breng uit!
Bundel
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit!
que aparezca(Het) lijkt
Daagt u op!
Draaft u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Ik daag op
Ik draaf op
Ik kom te voorschijn
Ik kom uit
Ik verschijn
Komt u te voorschijn!
Komt u uit!
Verschijnt u!
a miMi
Mijn

derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse
to velozSnel
Snelle
mensajera, el aveGevogelte
Vogel
que to esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief
y cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
fuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht!
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
inmensaInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

que después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
verlaBekijken
Kijken
Zien
conDoor
Met
Per
Samen met
misMi's
Mijn
propiosEigen ojosKijkers
Ogen
vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
, alentadoAangemoedigd
Bemoedigd
Gestijfd
por el agüeroVoorbode
Voorteken
, a las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los
dánaos, de rápidosExpressen
Exprestreinen
Gauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Sneltreinen
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
corceles.

314 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
rogandoAanvragend
Inroepend
Smekend
Verzoekend
Vragend
. OyóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
el próvido Zeus, y alNaar de
Naar het
momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip
envióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever
de las avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld

agoreras, un águilaAdelaar
Arend
rapazKwajongen
Schoffie
Ventje
de colorKleur obscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
, conocidaAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekend geweest met
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gekend
Geleerd kennen
Gevierd
Gevierde
Geweten
Kennisgemaakt
Roemruchtig
Roemruchtige
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
conDoor
Met
Per
Samen met
el nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam
de percnón. CuantaHoe
Hoezeer

anchuraBaan
Breedte
sueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegt
Pleegt
tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden
en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de un ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
la puertaDeur
Poort
Portier
de la cámaraCamera
Cameraman
Filmcamera
Fotocamera
Fototoestel
Kamer
Kamertje
Lokaal
Luchtband
Televisiecamera
Vertrek
de altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven
techoBovengrens
Dak
Hoogtegrens
Ik voorzie van een
 dak
Plafond
, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart

adaptadaAangenomen
Aangepast
Aangepaste
Geaccommodeerd
Geadapteerd
Geaffilieerd
Gewend
Gewende
alNaar de
Naar het
marcoIk brandmerk
Ik draai
Ik duid aan
Ik geef aan
Ik geef een teken
Ik kenmerk
Ik kruis aan
Ik markeer
Ik merk
Ik teken
Kader
Lijst
Mark
Omlijsting
Raam
y aseguradaBetuigd
Bevestigd
Geassureerd
Vastgemaakt
Vastgezet
Veilig gesteld
Verstevigd
Verzekerd
Verzekerde
por un cerrojoEen grendel, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
 tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim
ocupabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in beslag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde
Ik bekleedde
Ik besloeg
Ik betrok
Ik bewaarde
Ik bewoonde
Ik bezette
Ik hield bezig
Ik nam in beslag
Ik vervulde
conDoor
Met
Per
Samen met
susHaar
Hun
Uw
Zijn
alasVlerken
Vleugelen
Vleugels
, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit

el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
alNaar de
Naar het
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
extremoAangelegenheid
Buitengewone
Buitengewone zorg
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neus
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
Toppunt
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinde
Uiterst
Uiterste
Uiterste deel
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde
, el águilaAdelaar
Arend
que aparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
volandoVliegend a la derechaRecht
Rechte
Rechter-
Rechterkant
Rechts
Rechtse
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Vandehands
Vandehandse
por cimaHoogtepunt
Kruin
Neus
Piek
Punt
Spits
Tip
Top
Topje
de la ciudadPlaats
Stad
.
A1 verlaBekijken
Kijken
Zien
, todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se alegraronZij/ze verheugden zich y la confianzaVertrouwen renacióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze flikkerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde op
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
pechosBoezems
Borsten
.

322 El ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
subióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besteeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte in de
 trein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wies
presurosoGehaast
Gehaaste
alNaar de
Naar het
carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
y to guió a la calleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Ik verzwijg
Ik zwijg
Straat
Verzwijgt u!
Zwijgt u!
, pasandoAangevend
Aanreikend
Doorbrengend
Doorlatend
Gebeurend
Halend door
Inhalend
Langsgaand
Langskomend
Omkomend
Overgaand
Overkomend
Overstekend
Passerend
Verdrijvend
Vergaand
Verlopend
Verstrijkend
Voorbijgaand
por el vestíbuloAntichambre
Foyer
Gang
Hal
Vestibule
Wachtkamer
Zaal
y
el pórticoOverdekte zuilengang
Portaal
Portiek
Voordeur
Zuilengang
sonoroSchoonklinkend
Schoonklinkende
Welluidend
Welluidende
Zoetvloeiend
Zoetvloeiende
. Iban delanteZij/ze gingen vooraf
Zij/ze waren voor
las mulasMuilezels que tirabanZij/ze gooiden
Zij/ze gooiden uit
Zij/ze gooiden weg
Zij/ze paften
Zij/ze schoten
Zij/ze smeten uit
Zij/ze trokken
Zij/ze vuurden
Zij/ze wierpen omver
Zij/ze wierpen uit
del carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
de cuatro4
Vier
ruedasJij/je draait
Jij/je filmt
Jij/je neemt op
Jij/je rijdt
Jij/je rolt
Raderen
Wielen
, y eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren

gobernadasBestuurd
De scepter gezwaaid
Geheerst
Geregeerd
por el prudenteBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige
IdeoIk vorm een denkbeeld
 omtrent
; seguíanZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
que el viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
aguijabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoorde aan
Ik spoorde aan
conDoor
Met
Per
Samen met
el látigoZweep
para queOpdat
Zodat
atravesaranZij/ze doorkruisten
Zij/ze gingen door
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen te boven
Zij/ze kwamen door
Zij/ze legden af
Zij/ze liepen af
Zij/ze liepen over
Zij/ze maakten door
Zij/ze staken over
Zij/ze trokken door
prestamente la ciudadPlaats
Stad
; y todos losAlle amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
acompañabanZij/ze accompagneerden
Zij/ze begeleidden
Zij/ze gingen mee
Zij/ze liepen mee
Zij/ze vergezelden
alNaar de
Naar het
reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
,
derramandoGietend
Plengend
Schenkend
Stortend
Vergietend
abundantesAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige
lágrimasTranen, como siAlsof a la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
caminaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde
Ik liep
Ik schreed
Ik stapte
Ik trad
Ik wandelde
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
hubieronZij/ze hadden
Zij/ze waren
bajadoAfgedaald
Afgeslagen
Afgestapt
Afgetrokken
Gedaald
Gekort
Gezakt
Gezonken
Korting gegeven
Naar beneden gegaan
Naar beneden gegaan uitstappen
Neergelaten
Uitgestapt
Verlaagd
Verzakt
Weggezakt

de la ciudadPlaats
Stad
alNaar de
Naar het
campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld
, hijosKinderen
Zonen
Zoons
y yernosSchoonzonen
Schoonzoons
regresaron aZij/ze keerden terug naar
Zij/ze kwamen terug naar
Ilio. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, alNaar de
Naar het
atravesar(Zij) doorsnijden
Afleggen
Aflopen
Doorgaan
Doorkomen
Doorkruisen
Doormaken
Doortrekken
Er door gaan
Gaan door
Overgaan
Overlopen
Oversteken
Te boven gaan
Príamo y el
heraldoHeraut
Voorbode
la Ilanura, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dejó deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte met advertirloBemerken
Merken
Opmerken
Waarnemen
Waarschuwen
el largovidente Zeus, que vioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
alNaar de
Naar het
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
y se
compadecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had medelijden met
de élHem
Hij
. Y, llamandoAanbellend
Aanroepend
Bellend
Benoemend
Hetend
Kloppend
Luidend
Noemend
Opbellend
Oproepend
Praaiend
Roepend
Schellend
Telefonerend
Uitmakend voor
en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
Hermes, leHaar
Hem
Het
U
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

334 -¡Hermes! Puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
teJe
Jou
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
gratoGewenst
Gewenste
Welkom
Welkome
acompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
y oyesJij/je hoort
Jij/je verneemt
Jij/je verstaat
las súplicasSmeekbeden
Smeekbedes
del
que quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
, andaGa te voet!
Ga voort!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te voet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt deel aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelt (snel)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kom nou!
Leg af!
Loop!
Neem deel aan!
Wandel (snel)!
Werk!
, veBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!

Verloop!
Zie!
y conduceBestuur!
Breng!
Chauffeer!
Geleid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert
Leid!
Rijd auto!
Rijd!
Stuur!
Vervoer!
Voer!
a Príamo a las cóncavasConcaaf
Concave
Hol
Holrond
Holronde
Holle
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
aqueas, de suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval
que
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
dánaoDanaos leHaar
Hem
Het
U
veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!
niEn niet
Evenmin
Noch
leHaar
Hem
Het
U
descubraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorst uit
Ik ontdek
Ik vind uit
Ik vors uit
Ontdekt u!
Vindt u uit!
Vorst u uit!
hasta queTot
Totdat
hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
a la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
del Pelida.

339 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
. El mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
Argicida noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
desobediente: calzóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had schoenmaat al instanteAanstonds
Zo
los
áureos divinosGoddelijk
Goddelijke
talaresJij/je zal in de
 as leggen
Jij/je zal omhakken
Jij/je zal vellen
Jij/je zal verbranden
Jij/je zal verwoesten
que leHaar
Hem
Het
U
llevabanZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden
sobre elOp de
Op het
marZee y la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
inmensaInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
conDoor
Met
Per
Samen met
la rapidezSnelheid del
vientoWind, y tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
la varaBaar
Gard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt aan de
 grond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strandt
Loop aan de grond!
Loop vast!
Paal
Pijp
Roede
Schacht
Spijl
Spitsroede
Stang
Stokje
Strand!
conDoor
Met
Per
Samen met
la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
adormeceDoe in slaap vallen!
Ga onder zeil!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet in slaap
 vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat onder zeil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt in slaap
Slaap in!
Val in slaap!
los ojosKijkers
Ogen
de cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen
quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil!
o despiertaGewekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wakker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
Maak wakker!
Opgewekt
Wakker gemaakt
Wakker geworden
Wek op!
Wek!
Word wakker!
a los
que duermenZij/ze brengen onder narcose
Zij/ze maffen
Zij/ze pitten
Zij/ze slapen
Zij/ze slapen uit
. LlevándolaHet brengend en la manoDe hand, el poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk
Argicida emprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanvaardde een ambt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad in dienst
el vueloDe vlucht, llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef

muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast
a TroyaTroje y alNaar de
Naar het
Helesponto, y echóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon handel te
 drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet aan het
 lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette buiten de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
a andarAfleggen
Deelnemen aan
Gaan
Lopen
Te voet gaan
Voortgaan
Wandelen (snel)
Werken
, transfigurado en un jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
príncipeKoningszoon
Prins
Vorst
a
quienDie
Wie
comienzaBegin met!
Begin!
Begint
Bind aan!
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Vang aan!
a salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
el bozo y estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
graciosísimo en la florBloei
Bloem
Bloesem
de la juventudJeugd
Jeugdigheid
.

349 CuandoAls
Tijdens
Wanneer
Príamo y el heraldoHeraut
Voorbode
llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
más alláLangs
Voorbij
del granGroot
Grote
túmuloKatafalk de Ilo, detuvieronZij/ze arresteerden
Zij/ze hielden aan
Zij/ze hielden af
Zij/ze hielden weg
Zij/ze namen in verzekerde
 bewaring
Zij/ze onthielden
Zij/ze onttrokken
Zij/ze rekenden in
Zij/ze stopten

las mulasMuilezels y los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
para queOpdat
Zodat
bebiesenZij/ze dronken
Zij/ze gebruikten
en el ríoIk lach
Rivier
Stroom
. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
se ibaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend
nocheAvond
Nacht
sobre laOp de
Op het

tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
. AdvirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwde
el heraldoHeraut
Voorbode
la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
de Hermes, que estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
élHem
Hij
, y hablandoConverserend
Pratend
Sprekend
a
Príamo dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
:

354 -AtiendeBedien!
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt aandacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat acht op
Let op!
Pas op!
Schenk aandacht!
Sla acht op!
, Dardánida, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
el lanceBraakt u!
Doet u horen!
Geeft u over!
Gooit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat van stapel
 lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lanceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontketent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkiemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slingert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt weg
Ik braak
Ik doe horen
Ik geef over
Ik gooi
Ik keil
Ik kom uit
Ik laat van stapel
 lopen
Ik lanceer
Ik loop uit
Ik ontketen
Ik ontkiem
Ik schrijf uit
Ik slinger weg
Ik speel uit
Ik stoot uit
Ik werp
Ik werp weg
Keilt u!
Komt u uit!
Laat u van stapel
 lopen!
Lanceert u!
Loopt u uit!
Ontketent u!
Ontkiemt u!
Schrijft u uit!
Slingert u weg!
Speelt u uit!
Stoot u uit!
Werpt u weg!
Werpt u!
que se presentaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meldt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Men presenteert
requiereBeteken!
Haal over!
Heb nodig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzoekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overreedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereist
Maak nodig!
Maan aan!
Onderzoek!
Overreed!
Vereis!
Vereist
prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid
. VeoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie
a un
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
y me figuroIk denk me in
Ik stel me voor
Ik verbeeld me
que al puntoHalf doorbakken
Zo
nos(Aan) ons
Ons
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten
. EaBoe, huyamosLaten we ontsnappen
Laten we vluchten
Laten we weglopen
Wij/we lopen weg
Wij/we ontsnappen
Wij/we vluchten
en el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
, o supliquémosleLaten we afsmeken
Laten we smeken
Wij/we smeken
Wij/we smeken af
,
abrazandoOmarmend
Omhelzend
Omvademend
susHaar
Hun
Uw
Zijn
rodillasKnieën, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
verBekijken
Kijken
Zien
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
se compadeceBeklaag!
Heb medelijden met!
Heb medelijden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft medelijden met
de nosotrosOns
We
Wij
.

35d AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
. TurbóseleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht van zijn
 stuk
alNaar de
Naar het
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
la razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand
, sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
un granGroot
Grote
terrorOntzetting
Schrik
Schrikbewind
Schrikkelijkheid
Terreur
, se leHaar
Hem
Het
U
erizóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf met moeilijkheden
 om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met moeilijkheden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette overeind
el peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil
en
los flexiblesBuigbaar
Buigbare
Buigzaam
Buigzame
Lenig
Lenige
Smijdig
Smijdige
miembrosLedematen
Leden
Lidmaten
y quedó(Het) werd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
estupefacto. EntoncesDan
Dus
Toen
el benéfico Hermes se llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
alNaar de
Naar het

viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
, tomóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
por la manoDe hand y leHaar
Hem
Het
U
interrogóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervroeg
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

362 -¿AdóndeWaarheen, padrePater
Vader
míoMijne
Van mij
, dirigesJij/je adresseert
Jij/je bestuurt
Jij/je chauffeert
Jij/je dirigeert
Jij/je ment
Jij/je richt
Jij/je rijdt
Jij/je stuurt
Jij/je vervoert
estosDeze
Dezen
caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
y mulasMuilezels duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens
la nocheAvond
Nacht
divinaGoddelijk
Goddelijke
,
mientrasTerwijl duermenZij/ze brengen onder narcose
Zij/ze maffen
Zij/ze pitten
Zij/ze slapen
Zij/ze slapen uit
los demásDe anderen mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-
? ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
temesJij/je bent bang voor
Jij/je ducht
Jij/je schrikt terug voor
Jij/je schroomt
Jij/je vreest
a los aqueos, que respiranZij/ze ademen
Zij/ze halen adem
valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde
, los
cuales to sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
malévolosBoosaardig
Boosaardige
Hatelijk
Hatelijke
Kwaadaardig
Kwaadaardige
Snode
Snood
Te kwader trouw
Vals
Valse
y enemigosTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijanden
Vijandig
Vijandige
y se hallanZij/ze bevinden zich
Zij/ze vinden zich terug
Zij/ze zijn
cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
nosotrosOns
We
Wij
? SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere
de ellosHen
Ze
Zij
to
vieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
conducirAutorijden
Besturen
Brengen
Chaufferen
Geleiden
Leiden
Rijden
Sturen
Vervoeren
Voeren
tantasZo groot
Zoveel
Zovele
riquezasRijkdom
Rijkdommen
en. estaDeze
Dit
obscuraDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere
y rápidaGauw
Gauwe
Gezwind
Gezwinde
Haastig
Haastige
Snel
Snelle
Spoedig
Spoedige
Vlug
Vlugge
nocheAvond
Nacht
, ¿quéWat
Welke
resoluciónBeslissing
Besluit
Motie
Oplossen
Resolutie
Uitspraak
Wijzing
tomaríasJij/je zou aannemen
Jij/je zou aanvatten
Jij/je zou accepteren
Jij/je zou afnemen
Jij/je zou binnenkrijgen
Jij/je zou drinken
Jij/je zou gebruiken
Jij/je zou innemen
Jij/je zou inslaan
Jij/je zou inslikken
Jij/je zou nemen
Jij/je zou nuttigen
Jij/je zou ontvangen
Jij/je zou oprapen
Jij/je zou opsnuiven
Jij/je zou pakken
Jij/je zou vatten
?
Ge
Gij
Je
Jij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
, ésteDeze
Dit
que teJe
Jou
acompañaAccompagneer!
Begeleid!
Ga mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelt
Loop mee!
U begeleidt
Vergezel!
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
podríaisJullie zouden kunnen
Jullie zouden mogen
rechazarAfslaan
Afstemmen
Afstoten
Afwijzen
Nee zeggen tegen
Verdringen
Verduwen
Verwerpen
Wegdringen
Wegduwen
Wegstoten
Weigeren
Wraken
a
quienDie
Wie
osJe
Jullie
ultrajaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mepte
Ik mepte
. PeroDoch
Echter
Maar
yoEgo
Ik
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
teJe
Jou
causaréIk zal aandoen
Ik zal aanrichten
Ik zal berokkenen
Ik zal doen
Ik zal laten
Ik zal laten doen
Ik zal maken
Ik zal stichten
Ik zal teweegbrengen
Ik zal veroorzaken
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade
y, ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts
, teJe
Jou
defenderíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opkomen voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verdedigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verweren
Ik zou opkomen voor
Ik zou verdedigen
Ik zou verweren
de cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook

hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
teJe
Jou
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a miMi
Mijn
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
padrePater
Vader
.

372 RespondióleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Príamo, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a un diosGod
Godheid
:

373 -AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
dicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt
, hijoKind
Zoon
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
. PeroDoch
Echter
Maar
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
deidadGodheid extiendeBreid uit!
Geef af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt wijder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspreidt
Houd op!
Maak wijder!
Ontvouw!
Rek!
Smeer uit!
Spreid uit
Spreid uit!
Spreid!
Steek uit!
Strek uit!
Strek!
Verbreid!
Vergroot!
Verspreid!
la manoDe hand sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
Me
Mij
,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
meMe
Mij
haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden
alNaar de
Naar het
encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting
un caminanteZij/ze lopen
Zij/ze schrijden
Zij/ze stappen
Zij/ze treden
Zij/ze wandelen
de tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
favorableBevorderlijk
Bevorderlijke
Goedgezind
Goedgezinde
Gunstig
Gunstige
Lievelings-
Toegenegen
Welgezind
Welgezinde
augurioVoorbode
Voorteken
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
, que
tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
y aspectoAanblik
Aanschijn
Aanzien
Air
Aspect
Buitenkant
Gelaatsuitdrukking
Gezicht
Gezichtspunt
Kant
Schijn
Uiterlijk
Uitzicht
Verschijning
Vóórkomen
dignosWaardig
Waardige
de admiraciónBevreemden
Bevreemding
Bewonderen
Bewondering
Verbaasdheid
Verbazen
Verwonderen
Verwondering
y espírituGeest
Geestgesteldheid
prudenteBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige
, y naciste deJij/je ontstond uit padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders

felicesGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke
.

378 Díjole a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
el mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
Argicida:

379 -SíJa
Jawel
Wel
Zich
, ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, oportunoDoelmatig
Doelmatige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Passend
Passende
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
acabasJij/je besluit
Jij/je beëindigt
Jij/je eindigt
Jij/je gebruikt op
Jij/je maakt af
Jij/je maakt op
Jij/je maakt uit
Jij/je sluit af
Jij/je teert op
Jij/je verbruikt
Jij/je verdoet
Jij/je verklungelt
Jij/je verkwist
Jij/je vermorst
Jij/je verspilt
Jij/je voleindigt
Jij/je werkt af
Jij/je werkt uit
de decirOpgeven
Spreken
Zeggen
. PeroDoch
Echter
Maar
, eaBoe, hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken
y dimeZeg eens
Zeg me eens
conDoor
Met
Per
Samen met

sinceridadOprechtheid: ¿mandasJij/je beveelt
Jij/je commandeert
Jij/je gelast
Jij/je schrijft voor
Jij/je sommeert
Jij/je verordent
Jij/je voert aan
Jij/je voert het bevel
a genteLieden
Lui
Mensen
Volk
extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
 deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
tantasZo groot
Zoveel
Zovele
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
preciosasKostbaar
Kostbare
Waardevol
Waardevolle
riquezasRijkdom
Rijkdommen
a fin deOm te
Teneinde
ponerlasZe doen en
cobroBetaling
Ik in
Ik ontvang
Ik verdien
; o yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
abandonáisJullie abandonneren
Jullie laten in de
 steek
Jullie laten varen
Jullie stoppen ermee
Jullie verlaten
, amedrentadosBang geworden
Bevreesd gemaakt
Bevreesd geworden
De moed verloren
Geïntimideerd
Schrik aangejaagd
, la sagradaEerbiedwaardig
Eerbiedwaardige
Geheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Sacraal
Sacrale
Ilio, por haberBezitting
Hebben
Zijn
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
el varónGast
Gozer
Kerel
Man
Manmens
Manspersoon
Vent

másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
, to hijoKind
Zoon
, que a ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
de los aqueos cedíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
Ik gaf toe
Ik stond af
Ik week
en el combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
?

386 ContestóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Príamo, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a un diosGod
Godheid
:

387 -¿QuiénWie eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
, hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke
, y cuálesWelke los padresOuderpaar
Ouders
Paters
Vaders
de que nacisteJij/je ontlook
Jij/je ontstond
Jij/je sproot
Jij/je werd geboren
, que conDoor
Met
Per
Samen met
tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele

oportunidadGelegenheid
Kans
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
mencionadoGemeld
Genoemd
Gewag gemaakt van
Vermeld
Voornoemd
Voornoemde
la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
de miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
infelizOngelukkig
Ongelukkige
?

389 ReplicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde
el mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
Argicida:

390 -MeMe
Mij
quieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, y por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende
meMe
Mij
hablasJij/je converseert
Jij/je praat
Jij/je spreekt
del divinoGoddelijk
Goddelijke
HéctorHektor. MuchasVeel
Vele
Zeer
Zere

vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
leHaar
Hem
Het
U
vieron(Zij) zagen
U zag
Zij/ze bekeken
Zij/ze keken
Zij/ze zagen
estosDeze
Dezen
ojosKijkers
Ogen
en la batallaDe wielbasis, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
los varonesGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Manspersonen
Venten
se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden
ilustresJij/je illustreert
Jij/je veraanschouwelijkt
Jij/je verlucht
, y tambiénAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts

cuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
a las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
matandoAfslachtend
Dodend
Doodmakend
Ombrengend
Slachtend
argivos, a quienesDie
Personen
Wie
heríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwetste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wondde
Ik bezeerde
Ik kwetste
Ik verwondde
Ik wondde
conDoor
Met
Per
Samen met
el agudoAcute
Acuut
Ad rem
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Geestig
Geestige
Gevat
Gevatte
Gure
Guur
Helder
Heldere
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Schril
Schrille
Snedig
Snedige
Snerpend
Snerpende
Vernuftig
Vernuftige
bronceBrons. NosotrosOns
We
Wij

leHaar
Hem
Het
U
admirábamosWij/we bevreemdden
Wij/we bewonderden
Wij/we verbaasden
Wij/we verwonderden
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
movernosBewegen
Roeren
Verroeren
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
AquilesAchilles estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
irritadoAangevuurd
Geprikkeld
Geïrriteerd
Opgewekt
Teniet gedaan
Verbitterd
Vernietigd
Vertoornd
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
el Atrida y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
nos(Aan) ons
Ons

dejabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
Ik leende
Ik legateerde
Ik leverde op
Ik liet
Ik liet achter
Ik liet begaan
Ik liet in de
 steek
Ik liet los
Ik liet na
Ik liet over
Ik liet schieten
Ik stond toe
Ik verlaatte me van
Ik verliet
Ik vermaakte
Ik vertrouwde toe
Ik verzuimde
pelearKampen
Ruzie maken
Strijd voeren
Strijden
Vechten
. PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
yoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
servidorServer de AquilesAchilles, conDoor
Met
Per
Samen met
quienDie
Wie
vineIk kwam
Ik kwam mee
en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart

construidaAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden
; desciendo deIk stam af van mirmidones y tengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
por padrePater
Vader
a Políctor, que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
y ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude

comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
Ge
Gij
Je
Jij
. SoyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
siete7
Zeven
hijosKinderen
Zonen
Zoons
y, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
loDe
Hem
Het
U
decidiéramosWij/we beslisten
Wij/we besloten
Wij/we maakten uit
Wij/we namen ons voor
por suerteBij toeval
Gelukkig
Toevallig
Toevalligerwijze
, tocómeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beroerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klonk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat aan

a Me
Mij
acompañarAccompagneren
Begeleiden
Meegaan
Meelopen
Vergezellen
alNaar de
Naar het
héroeHeld
Heros
. Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
venidoGekomen
Meegekomen
de las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
a la llanuraPrairie
Vlak
Vlakte
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
mañanaMorgen
Ochtend
los
aqueos, de ojosKijkers
Ogen
vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige
, presentaránZij/ze zullen aanbieden
Zij/ze zullen belichten
Zij/ze zullen blootstellen
Zij/ze zullen etaleren
Zij/ze zullen indienen
Zij/ze zullen presenteren
Zij/ze zullen schenken
Zij/ze zullen tentoonstellen
Zij/ze zullen uitbrengen
Zij/ze zullen uiteenzetten
Zij/ze zullen uitstallen
Zij/ze zullen vertonen
Zij/ze zullen voorstellen
batallaGevecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp
Kamp!
Slag
Strijd
Strijd!
Treffen
Vecht!
Veldslag
Voer strijd!
Wielbasis
en los contornosOmlijningen
Omtrekken
de la ciudadPlaats
Stad
: se aburren deZij/ze krijgen genoeg van
estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
ociososDoelloos
Doelloze
, y los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten
aqueos noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen
contenerAfhouden
Bedwingen
Behelzen
Beteugelen
Betomen
Bevatten
Houden
Impliceren
In toom houden
Inhouden
Intomen
Onthouden
Onttrekken
Vervatten
Weghouden
suHaar
Hun
Uw
Zijn
impacienciaOngeduld
Reuzenbalsemien
Springzaad
por entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan
en
combateBestrijd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vecht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert strijd
Kamp!
Neem het op tegen!
Strijd
Strijd!
Vecht!
Voer strijd!
.

405 RespondióleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Príamo, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a un diosGod
Godheid
:

406 -SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats
servidorServer del Pelida AquilesAchilles, eaBoe, dimeZeg eens
Zeg me eens
todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid
: ¿miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds

cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, o AquilesAchilles loDe
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
desmembrado y entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven
a susHaar
Hun
Uw
Zijn
perrosHonden
Rekels
Reuen
?

410 ContestóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
el mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
Argicida:

411 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
! NiEn niet
Evenmin
Noch
los perrosHonden
Rekels
Reuen
niEn niet
Evenmin
Noch
las avesGevogelte
Gevogelten
Gevogeltes
Pluimvee
Vogelen
Vogels
Vogelstand
Vogelwereld
loDe
Hem
Het
U
hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn
devoradoVerslonden, y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij
la
naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig
de AquilesAchilles, dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te
la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
. Doce12
Twaalf
díasDagen
Etmalen
lleva(Het) bevat
Bereken!
Breng bijeen!
Breng in rekening!
Breng mede!
Breng mee!
Breng weg!
Breng!
Draag!
Heb aan!
Heb op!
Heb voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoert
Neem mee!
Vervoer!
de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten
tendidoGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Ophouden
Rekken
Spreiden
Strekken
Uitbreiden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
Uitspreiden
Uitsteken
Uitstrekken
, y niEn niet
Evenmin
Noch
el cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf
se
pudreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rot
Rot!
, niEn niet
Evenmin
Noch
loDe
Hem
Het
U
comenZij/ze bikken
Zij/ze eten
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gebruiken het middagmaal
Zij/ze lunchen
Zij/ze nuttigen
Zij/ze vreten
los gusanosWormen
Wurmen
que devoranZij/ze verslinden a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht
en la guerraKrijg
Oorlog
. CuandoAls
Tijdens
Wanneer

apuntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Leg aan!
Noteer!
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!
la divinal auroraAanbreken van de dag
Dageraad
Hibiscus
Ochtendgloren
, AquilesAchilles loDe
Hem
Het
U
arrastraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sleurt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt voort
Sleep!
Sleur mee!
Trek voort!
Trek!
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom
del túmuloKatafalk de suHaar
Hun
Uw
Zijn
compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot

queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
; peroDoch
Echter
Maar
niEn niet
Evenmin
Noch
aunKattenklauw
Nog
Zelfs
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
loDe
Hem
Het
U
desfiguraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misvormt
Misvorm!
, y tú mismoJezelf, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
a élHem
Hij
te acercarasJij/je kwam dichterbij
Jij/je naderde
Jij/je was in aantocht
, loDe
Hem
Het
U
admiraríasJij/je zou bevreemden
Jij/je zou bewonderen
Jij/je zou verbazen
Jij/je zou verwonderen

de verBekijken
Kijken
Zien
cuánHoe frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
: la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
leHaar
Hem
Het
U
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
lavadaAfgewassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Uitgewassen
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
presenta(Het) toont
Belicht!
Bied aan!
Breng uit!
Dien in!
Etaleer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Presenteer!
Schenk!
Stal uit!
Stel bloot!
Stel tentoon!
Stel voor!
Vertoon!
Zet uiteen!
manchaBeklad!
Bevlek!
Bevuil!
Bezoedel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekladt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevlekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezoedelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vuil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontreinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlekt
Klad
Maak vuil!
Moet
Mop
Plekje
Smet
Smet!
Verontreinig!
Vlek
Vlek!
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
, y cuantasHoeveel ook
Van allen

heridasBezeerd
Blessuren
Blessures
Gekwetst
Gewond
Gewonde
Kwetsuren
Verwond
Verwondingen
Wonden
recibióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
-puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
fueron(Zij) waren
Zij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
los queWie
Zij die
leHaar
Hem
Het
U
envasaronZij/ze bottelden
Zij/ze verpakten
el bronce-Het brons todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
 iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
 iemand
cerradoAfgesloten
Afsluiten
Dicht
Dichtdoen
Dichte
Dichtgedaan
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gesloten
Op slot gedaan
Sluiten
Toedoen
Toegedaan
Vereend
Vereende
.
De talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke
modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
los bienaventurados diosesGoden
Godheden
cuidan deZij/ze behartigen
Zij/ze bekommeren zich
Zij/ze dragen zorg
Zij/ze verzorgen
Zij/ze zijn bezorgd
Zij/ze zorgen
to buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
hijoKind
Zoon
, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
,
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
caroDierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Geacht
Geachte
Geliefd
Geliefde
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
.

424 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
. AlegróseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlevendigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vierde
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, y respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend
:

425 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
hijoKind
Zoon
! BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
ofrecerAanbieden
Bieden
Te koop aanbieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen
a los inmortales los debidosBehoord te
Gediend
Gehoord
Gemoeten
In de schuld gestaan
Schuldig geweest
Te danken gehad
Verplicht geweest om te
Verschuldigd geweest
donesJij/je schenkt
Meneren
. jamásNimmer
Nooit
miMi
Mijn
hijoKind
Zoon
, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden
un sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap
que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u!
existidoBestaan, olvidó(Hij) vergat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leerde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleerde
en el palacioPaleis a los diosesGoden
Godheden
que moran en el
OlimpoOlympus, y por estoDaarom
Hierom
se acordaronZij/ze dachten terug
Zij/ze herdachten
Zij/ze herinnerden zich
de élHem
Hij
en el fatalFataal
Fatale
Funest
Funeste
Noodlottig
Noodlottige
Slecht
Slechte
Vreselijk
Vreselijke
tranceTrance de la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, eaBoe, recibeAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer!
de
misMi's
Mijn
manosHanden estaDeze
Dit
lindaAardig
Aardige
Beeldig
Beeldige
Betoverend
Betoverende
Heerlijk
Heerlijke
Keurig
Keurige
Leuk
Leuke
Lief
Lieve
Mooi
copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel
, para queOpdat
Zodat
la guardesJij/je behoedt
Jij/je bergt op
Jij/je bewaakt
Jij/je bewaart
Jij/je hebt de wacht
Jij/je hoedt
Jij/je let op
Jij/je past op
Jij/je waakt over
, y guíameGeleid!
Geleider
Gids
Gidsboek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Leid rond!
Leid!
Leider
Leidsman
Leidster
Reisgids
Vademecum
Voorman
Wijs de weg!
conDoor
Met
Per
Samen met
el favorBegunstiging
Genadigheid
Gratie
Gunst
de los diosesGoden
Godheden
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs

que llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
a la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
del Pelida.

432 Díjole a suHaar
Hun
Uw
Zijn
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt
el mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
Argicida:

433 -QuieresJij wilt
Jij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt
tentarmeBekoren
In verzoeking brengen
Verleiden
Verlokken
Verzoeken
, ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille
; peroDoch
Echter
Maar
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
persuadirásJij/je zal bepraten
Jij/je zal overhalen
Jij/je zal overreden
conDoor
Met
Per
Samen met
tusJe
Jouw

ruegosBeden
Bedes
Smeekbeden
Smeekbedes
a que acepteAccepteert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Ik accepteer
Ik neem aan
Ik ontvang
Neemt u aan!
Ontvangt u!
el regaloCadeau
Donatie
Gave
Geschenk
Gift
Ik geef cadeau
Ik schenk
Schenking
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
saberloKennen
Smaken
Weten
AquilesAchilles. LeHaar
Hem
Het
U
temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees
y meMe
Mij
daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees
defraudarleFrauderen
Knoeien
Zwendelen
:
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
que despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
se me siguieseIk kwam uit
Ik kwam voort
Ik resulteerde
Ik sproot voort
Ik vloeide voort
Ik volgde
algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander
dañoAfbreuk
Beschadiging
Bezeren
Gebrek
Ik bezeer
Nadeel
Pijn
Schade
. PeroDoch
Echter
Maar
teJe
Jou
acompañaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou accompagneren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou begeleiden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meegaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou meelopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergezellen
Ik zou accompagneren
Ik zou begeleiden
Ik zou meegaan
Ik zou meelopen
Ik zou vergezellen

cuidadosamenteVoorzichtig
Zorgvuldig
Zorgzaam
en una velera naveBeuk
Boot
Ruim
Schip
Vaartuig
o a pieLopend
Te voet
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
la famosaAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde
ArgosArgos
Argus
, y nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand

osaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou durven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou wagen
Ik zou durven
Ik zou wagen
acometerteAanranden
Aanvallen
, despreciandoEen hekel hebbend aan
Minachtend
Verachtend
Versmadend
alNaar de
Naar het
guíaGeleid!
Geleider
Gids
Gidsboek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Leid rond!
Leid!
Leider
Leidsman
Leidster
Reisgids
Vademecum
Voorman
Wijs de weg!
.

440 Dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
; y, subiendoBeklimmend
Bestijgend
Hoger zettend
In de trein stappend
Instappend
Klimmend
Naar boven brengend
Naar boven dragend
Naar boven gaand
Omhoog gaand
Opgaand
Opkomend
Opstaand
Rijzend
Stijgend
Verrijzend
Wassend
el benéfico Hermes alNaar de
Naar het
carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
, recogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde
al instanteAanstonds
Zo
el látigoZweep y las
riendasBreidels
Teugels
Tomen
a infundióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet trekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
granGroot
Grote
vigorAfdoendheid
Geldigheid
Kracht
Sterkte
Werking
a los corceles y mulasMuilezels. CuandoAls
Tijdens
Wanneer
llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
alNaar de
Naar het
fosoGat
Greppel
Hol
Holte
Kuil
Put
Slotgracht
y a las
torresTorens
Torres
que protegíanZij/ze behoedden
Zij/ze beschermden
Zij/ze beschutten
Zij/ze beveiligden
Zij/ze brachten in veiligheid
las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
, los centinelasSchildwachten
Schildwachts
Wachten
comenzabanZij/ze begonnen
Zij/ze begonnen met
Zij/ze bonden aan
Zij/ze braken aan
Zij/ze gingen in
Zij/ze vingen aan
a prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden
la cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen
, y el
mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant
Argicida los adormecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed in slaap
 vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging onder zeil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sliep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel in slaap
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
; en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
la puertaDeur
Poort
Portier
, descorriendo los
cerrojosGrendels
Knippen
Schuifsloten
Schuiven
, a introdujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze introduceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
a Príamo y el carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
que llevabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht bijeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in rekening
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Ik berekende
Ik bracht
Ik bracht bijeen
Ik bracht in rekening
Ik bracht mede
Ik bracht mee
Ik bracht weg
Ik droeg
Ik had aan
Ik had op
Ik had voor
Ik nam mee
Ik vervoerde
los espléndidosGoedgeefs
Goedgeefse
Prachtig
Prachtige
Royaal
Royale
Schitterend
Schitterende
Vrijgevig
Vrijgevige
regalosCadeaus
Donaties
Gaven
Geschenken
Giften
Schenkingen
. LlegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven
,
por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
, a la elevadaBevorderd
Getild
Ingediend
Opgeheven
Opgericht
Opgevoerd
Uitmuntend
Uitmuntende
Verheven
Verhoogd
tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
que los mirmidones habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
construidoAangelegd
Gebouwd
Geconstrueerd
Gemaakt
Ineengezet
Met elkaar verbonden
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
conDoor
Met
Per
Samen met
troncosBoomstammen
Rompen
Stammen

de abetoBalsemspar
Canadabalsem
Spar
Sparrenboom
Zilverspar
, cubriéndolaHet bedekkend conDoor
Met
Per
Samen met
un techoBovengrens
Dak
Hoogtegrens
Ik voorzie van een
 dak
Plafond
inclinadoGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine
de frondosasBladerrijk
Bladerrijke
Lommerrijk
Lommerrijke
cañasBiertjes
Hengels
Riet
Rieten
Tapbieren
que cortaronZij/ze braken af
Zij/ze hakten
Zij/ze hieuwen
Zij/ze kapten
Zij/ze knipten
Zij/ze onthoofdden
Zij/ze plukten
Zij/ze plukten af
Zij/ze rukten af
Zij/ze schakelden uit
Zij/ze scheurden weg
Zij/ze schoren
Zij/ze sloegen het hoofd
 af
Zij/ze sneden
Zij/ze sneden door
Zij/ze snerpten
Zij/ze snoeiden
Zij/ze verrichtten sectie
en la
praderaBeemd
Grasland
Wei
Weide
Weidegrond
Weiland
; rodeábala una granGroot
Grote
cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
estacasHeipalen
Palen
Staken
y teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
la puertaDeur
Poort
Portier
aseguradaBetuigd
Bevestigd
Geassureerd
Vastgemaakt
Vastgezet
Veilig gesteld
Verstevigd
Verzekerd
Verzekerde
por una
barraBaar
Bezemt u!
Breekijzer
Duitse komma
Forward slash
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt schoon
Ik bezem
Ik veeg
Ik veeg aan
Ik veeg op
Ik veeg schoon
Paal
Pijp
Reep
Rek
Rekstok
Roede
Schacht
Schrap
Schuine streep
Slash
Spijl
Stang
Veegt u aan!
Veegt u op!
Veegt u schoon!
Veegt u!
de abetoBalsemspar
Canadabalsem
Spar
Sparrenboom
Zilverspar
que quitabanZij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze gaven op
Zij/ze gaven prijs
Zij/ze haalden af
Zij/ze haalden weg
Zij/ze kregen uit
Zij/ze legden af
Zij/ze lieten weg
Zij/ze namen weg
Zij/ze risten
Zij/ze ritsten
Zij/ze trokken uit
Zij/ze verwijderden
Zij/ze zetten af
o poníanZij/ze brachten op
Zij/ze brachten op gang
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze kregen aan de
 praat
Zij/ze legden
Zij/ze legden neer
Zij/ze legden op
Zij/ze plaatsten
Zij/ze schakelden in
Zij/ze staken
Zij/ze stelden
Zij/ze stopten
Zij/ze trokken aan
Zij/ze vlijden
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer
tres3
Drie
aqueos juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
, y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
AquilesAchilles la descorna sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te

ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat
. EntoncesDan
Dus
Toen
el benéfico Hermes abrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze opende
la puertaDeur
Poort
Portier
a introdujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze introduceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vulde in
alNaar de
Naar het
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
y los presentesAanwezig
Aanwezige
Cadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Jij/je belicht
Jij/je biedt aan
Jij/je brengt uit
Jij/je dient in
Jij/je etaleert
Jij/je presenteert
Jij/je schenkt
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt bloot
Jij/je stelt tentoon
Jij/je stelt voor
Jij/je vertoont
Jij/je zet uiteen
Present
Presente
Schenkingen
Tegenwoordig
Tegenwoordige

paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
el Pelida, el de los piesPoten
Voeten
ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
. Y apeándoseAfstappend
Uitstappend
del carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
, dijo aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei tegen
Príamo:

460 -¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
! YoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
un diosGod
Godheid
inmortal, soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Hermes; y miMi
Mijn
padrePater
Vader
meMe
Mij
envióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
para queOpdat
Zodat

fuese(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
tuJe
Jouw
guíaGeleid!
Geleider
Gids
Gidsboek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst de weg
Leid rond!
Leid!
Leider
Leidsman
Leidster
Reisgids
Vademecum
Voorman
Wijs de weg!
. Me vuelvoIk draai om
Ik draai rond
Ik keer me om
Ik keer om
antes deAlvorens te
Voor
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a la presenciaAanwezigheid
Ben aanwezig bij!
Ben getuige van!
Ben tegenwoordig bij!
Bijzijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aanwezig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is getuige van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is tegenwoordig bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Presentie
Tegenwoordigheid
Woon bij!
de AquilesAchilles, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn
indecoroso
que un diosGod
Godheid
inmortal se tomaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde zich públicamentePubliekelijk tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente
por los mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-
. Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in!
Ge
Gij
Je
Jij
,
abrazaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademt
Omarm!
Omhels!
Omvadem!
las rodillasKnieën del Pelida y suplícaleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekt af
Smeek af!
Smeek!
por suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
, por suHaar
Hun
Uw
Zijn
madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
de hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
cabelleraHaar
y por suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
, para queOpdat
Zodat
conmuevasJij/je beweegt
Jij/je grijpt aan
Jij/je ontroert
suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
.

468 CuandoAls
Tijdens
Wanneer
estoDeze
Dit
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
, Hermes se encaminóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich op
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was gericht
alNaar de
Naar het
vastoGroot
Grote
Onmetelijk
Onmetelijke
Ontzaglijk
Ontzaglijke
Royaal
Royale
Ruim
Ruime
Uitgebreid
Uitgebreide
Uitgestrekt
Uitgestrekte
Wijd
Wijde
OlimpoOlympus. Príamo saltóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze barstte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed een sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontplofte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot te binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoot uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spoot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in de
 lucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong in het
 oog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprong van een
 hoogte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
del
carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
a tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
, dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
 steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde
a IdeoIk vorm een denkbeeld
 omtrent
conDoor
Met
Per
Samen met
el finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding
de que cuidase deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behartigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekommerde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg zorg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bezorgd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgde
Ik behartigde
Ik bekommerde me
Ik droeg zorg
Ik verzorgde
Ik was bezorgd
Ik zorgde
los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
y mulasMuilezels, y fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse

a la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
en queWaarin moraba AquilesAchilles, caroDierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Geacht
Geachte
Geliefd
Geliefde
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
a Zeus. HallóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
dentroBinnen
Daarbinnen
Erin
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
estabansentados aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!
; sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
dos2
Do's
Twee
Tweede
de ellosHen
Ze
Zij
, el héroeHeld
Heros
AutomedonteAutomedon y Álcimo, vástago de AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
, leHaar
Hem
Het
U

servíanZij/ze bedienden
Zij/ze bewezen een dienst
Zij/ze deugden
Zij/ze dienden
Zij/ze dienden op
Zij/ze hielpen
Zij/ze kaartten aan
Zij/ze serveerden
Zij/ze waren geschikt
Zij/ze waren van dienst
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
acababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklungelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkte uit
Ik besloot
Ik beëindigde
Ik eindigde
Ik gebruikte op
Ik maakte af
Ik maakte op
Ik maakte uit
Ik sloot af
Ik teerde op
Ik verbruikte
Ik verdeed
Ik verklungelde
Ik verkwistte
Ik vermorste
Ik verspilde
Ik voleindigde
Ik werkte af
Ik werkte uit
de cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen
; y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
comíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze at
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte het middagmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lunchte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vrat
Ik at
Ik bikte
Ik gebruikte
Ik gebruikte het middagmaal
Ik lunchte
Ik nuttigde
Ik vrat
niEn niet
Evenmin
Noch
bebíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Ik dronk
Ik gebruikte
, aunKattenklauw
Nog
Zelfs
la mesaLa mesa continuabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging verder met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette voort
Ik ging door
Ik ging verder
Ik ging verder met
Ik ging voort
Ik hield aan
Ik vervolgde
Ik zette voort

puestaAan de praat gekregen
Aandoen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Inschakelen
Insmeren
Leggen
Neergelegd
Neergezet
Neerleggen
Neerzetten
Op gang gebracht
Opbrengen
Opdoen
Opgebracht
Opgelegd
Opleggen
Plaatsen
Smeren
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Worden
Zetten
. El granGroot
Grote
Príamo entróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed in
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
, acercóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naderbij a AquilesAchilles, abrazóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omarmde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omhelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvademde
las rodillasKnieën y besóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoende

aquellasDie
Diegene
manosHanden terriblesVerschrikkelijk
Verschrikkelijke
, homicidas, que habían(Zij) hadden
(Zij) waren
Zij/ze hadden
Zij/ze waren
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
a tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
hijosKinderen
Zonen
Zoons
suyosVan haar
Van hem
Van hen
Van u
. ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

quedanZij worden
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
 bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn
atónitosSprakeloos
Sprakeloze
Verbaasd
Verbaasde
los queWie
Zij die
, hallándoseZich bevindend
Zich terugvindend
Zijnd
en la casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
de un ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende
, venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
a un hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
que,
poseídoBeheerst
Bezeten
Erop nagehouden
Gehad
Grondig gekend
Rijk geweest
de la cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige
Ofuscación, matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
varónGast
Gozer
Kerel
Man
Manmens
Manspersoon
Vent
y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
emigrado aGeëmigreerd naar paísLand
extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
 deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
, de igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort
maneraManier
Trant
Wijze
asombróseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwonderde
AquilesAchilles de verBekijken
Kijken
Zien
alNaar de
Naar het
deiforme Príamo; y los demásDe anderen se
sorprendieronZij/ze betrapten
Zij/ze snapten
Zij/ze troffen
Zij/ze verbaasden
Zij/ze verrasten
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
y se miraronZij/ze bekeken zich
Zij/ze beschouwden zich
Zij/ze keken elkaar aan
Zij/ze spiegelden zich
unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n
a otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één
. Y Príamo suplicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeekte af
a AquilesAchilles,
dirigiéndole estasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
:

486 AcuérdateDenk terug!
Gedenk!
Herdenk!
Herinner je!
de tuJe
Jouw
padrePater
Vader
, AquilesAchilles, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a los diosesGoden
Godheden
, que tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve
edadLeeftijd
Ouderdom

que yoEgo
Ik
y haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
alNaar de
Naar het
funestoFunest
Funeste
umbralDorpel
Drempel
de la vejezBejaardheid
Last van de ouderdom
Ouderdom
. QuizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
los vecinosAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Buren
Buurlieden
Buurlui
Buurmannen
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Geburen
Naburen
Naburig
Naburige
circunstantes leHaar
Hem
Het
U

oprimenZij/ze kroppen op
Zij/ze onderdrukken
Zij/ze verdringen
Zij/ze verdrukken
Zij/ze verkroppen
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
quienDie
Wie
teJe
Jou
salveBehoudt u!
Bergt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik behoud
Ik berg
Ik red
Redt u!
del infortunioOngeluk y de la ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen
; peroDoch
Echter
Maar
al menosAlthans
Tenminste
aquélDat
Die
,
sabiendoKennend
Smakend
Wetend
que Ge
Gij
Je
Jij
vivesJij/je leeft
Jij/je woont
, se alegraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich en suHaar
Hun
Uw
Zijn
corazónHart
Klokhuis
y esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet vooruit
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Vooruitzien
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten
Zie vooruit!
de díaOverdag en díaDag
Etmaal
que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de verBekijken
Kijken
Zien
a suHaar
Hun
Uw
Zijn

hijoKind
Zoon
, llegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven
de TroyaTroje. MasDoch
Echter
Maar
Plus
yoEgo
Ik
, desdichadísimo, después queNadat engendréIk baarde
Ik beviel
Ik bracht teweeg
Ik bracht voort
Ik schonk het leven
Ik verwekte
hijosKinderen
Zonen
Zoons
excelentesBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke

en la espaciosaRuim
Ruime
TroyaTroje, puedoIk kan
Ik mag
decirOpgeven
Spreken
Zeggen
que de ellosHen
Ze
Zij
ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand
meMe
Mij
queda(Het) blijft over
Ben!
Bevind je!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
 bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
 toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt
. Cincuenta50
Vijftig
teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast

cuandoAls
Tijdens
Wanneer
vinieronZij/ze kwamen
Zij/ze kwamen mee
los aqueos: diez10
Tien
y nueve9
Negen
procedíanZij/ze gingen voort
Zij/ze kwamen voort
Zij/ze ontsproten
Zij/ze stamden af
Zij/ze waren afkomstig
Zij/ze waren het gevolg
 van
Zij/ze werkten
de un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
vientreBuik; a los restantesOverig
Overige
Verder
Verdere

diferentesAndere
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Verscheidene
Verschillend
Verschillende
mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen
los dieron a luzZij/ze baarden
Zij/ze bevielen
Zij/ze brachten teweeg
Zij/ze brachten voort
Zij/ze schonken het leven
en el palacioPaleis. A los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
el furibundoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste
AresJij/je beploegt
Jij/je ploegt
Jij/je ploegt om
lesHen
Hun
U
quebróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak stuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbrak

las rodillasKnieën; y el queDat
Die
Hij die
Wie
eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was
únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
Me
Mij
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
defendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam op voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdedigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verweerde
Ik kwam op voor
Ik verdedigde
Ik verweerde
la ciudadPlaats
Stad
y susHaar
Hun
Uw
Zijn
habitantesBewoners
Ingezetenen
Inwoners
Inwoonsters
, a éseDat
Die
Ge
Gij
Je
Jij

to matasteJij/je bracht om
Jij/je doodde
Jij/je maakte dood
Jij/je slachtte
Jij/je slachtte af
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
, mientrasTerwijl combatíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestreed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kampte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam het op
 tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde strijd
Ik bestreed
Ik kampte
Ik nam het op
 tegen
Ik streed
Ik vocht
Ik voerde strijd
por la patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
, a HéctorHektor, por quienDie
Wie
vengoIk kom
Ik kom mee
Ik neem wraak
Ik wreek
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
a las
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los aqueos, a fin deOm te
Teneinde
redimirloAfkopen
Loskopen
Vrijkopen
de tiJe
Jou
, y traigoIk bezorg
Ik breng
Ik breng aan
Ik breng mee
Ik draag aan
Ik neem mee
un inmensoInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
rescateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik red
Redden
Redding
Redt u!
. PeroDoch
Echter
Maar
, respetaEerbiedig!
Heb respect voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerbiedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft respect voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze respecteert
Respecteer!
a
los diosesGoden
Godheden
, AquilesAchilles, y apiádateHeb medelijden! de Me
Mij
, acordándoteGedenkend
Herdenkend
Je herinnerend
Terugdenkend
de to padrePater
Vader
; que yoEgo
Ik
soyIk ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus

dignoWaardig
Waardige
de piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid
, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
me atreví aIk dorst
Ik durfde
lo queDat wat
Wat
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-
de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
: a llevar aMeenemen naar
Meenemen voor

miMi
Mijn
bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
la manoDe hand del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
matadorBolleboos
Matador
Stierenvechter
de misMi's
Mijn
hijosKinderen
Zonen
Zoons
.

507 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
hablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
. A AquilesAchilles leHaar
Hem
Het
U
vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de llorar porHuilen om suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
; y, asiendoAangrijpend
Aanvattend
Beetnemend
Beetpakkend
Bemachtigend
Grijpend
Nemend
Oprapend
Pakkend
Vastgrijpend
Vattend
de la manoDe hand a
Príamo, apartóleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiftte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonderde af
suavementeZacht
Zachtjes
. EntregadosAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
y otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
a los recuerdosAandenkens
Gedachtenissen
Gedenkschriften
Geheugens
Herinneringen
Heugenissen
Souvenirs
, Príamo, caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen
a los
piesPoten
Voeten
de AquilesAchilles, llorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weende
Ik bejammerde
Ik betreurde
Ik beweende
Ik huilde
Ik kreet
Ik schreide
Ik weende
copiosamente por HéctorHektor, matadorBolleboos
Matador
Stierenvechter
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
; y AquilesAchilles llorabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejammerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betreurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weende
Ik bejammerde
Ik betreurde
Ik beweende
Ik huilde
Ik kreet
Ik schreide
Ik weende

unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
y otrasAnder
Andere
Nog één
a Patroclo; y el gemirKermen
Klagen
Zuchten
de entrambosAlle twee de
Allebei
Beide
se alzabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam in opstand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muitte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rebelleerde
en la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
.
MasDoch
Echter
Maar
Plus
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
que el divinoGoddelijk
Goddelijke
AquilesAchilles se hartóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oververzadigde zich de llantoHuilen y el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht
de sollozarSnikken cesóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze week
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
y
en susHaar
Hun
Uw
Zijn
miembrosLedematen
Leden
Lidmaten
, alzóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok omhoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
de la sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
, tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan
por la manoDe hand alNaar de
Naar het
viejoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Versleten
para queOpdat
Zodat
se levantaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd wakker
, y,
mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend
compasivoMedelevend
Medelevende
Meevoelend
Meevoelende
suHaar
Hun
Uw
Zijn
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
cabezaHoofd
Kop
Krop
y suHaar
Hun
Uw
Zijn
blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte
barba, díjole estasDeze
Dezen
aladasGevleugeld
Gevleugelde
palabrasBewoordingen
Woorden
:

518 -¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge
, infelizOngelukkig
Ongelukkige
! MuchosVeel
Vele
Zeer
Zere
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn
los infortuniosOngelukken que tuJe
Jouw
ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
soportadoVerdragen. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je
osasteJij/je dorst
Jij/je durfde
Jij/je waagde

venirKomen
Meekomen
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
a las navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los aqueos, a los ojosKijkers
Ogen
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
que teJe
Jou
matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
tantosPunten
Zo groot
Zoveel
Zovele
y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer

valientesBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige
hijosKinderen
Zonen
Zoons
? De hierroIjzeren tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast
el corazónHart
Klokhuis
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, eaBoe, tomaAannemen
Accepteer!
Alsjeblieft
Drink!
Filmen
Fotograferen
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Inname
Innemen
Kieken
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nemen
Nuttig!
Ontvang!
Ontvangen
Opnemen
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
U neemt
Vat aan!
Vat!
Verfilmen
asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting
en estaDeze
Dit
sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
; y, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al

los dosAlle twee de
Allebei
Beide
estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten
afligidosBedroefd
Bedroefde
Bedroevend
Bedroevende
Beproefd
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gegriefd
Gesmart
Smartelijk
Smartelijke
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Verdrietig
Verdrietige
, dejemosLaten we achterlaten
Laten we in de
 steek laten
Laten we laten
Laten we laten begaan
Laten we laten schieten
Laten we legateren
Laten we lenen
Laten we loslaten
Laten we nalaten
Laten we opleveren
Laten we overlaten
Laten we toestaan
Laten we toevertrouwen
Laten we verlaten
Laten we vermaken
Laten we verzuimen
Laten we zich verlaten
 van
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
 steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leveren op
Wij/we staan toe
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimen
reposarLaten rusten
Rusten
en el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
las penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
el tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige
llantoHuilen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
aprovechaBaat!
Ben van nut!
Benut!
Gebruik
Gebruik!
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van nut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt gebruik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt gebruik van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze profiteert
Maak gebruik van!
Maak gebruik!
Profiteer!
. Los diosesGoden
Godheden
destinaronZij/ze bestemden
Zij/ze daagden voor het
 gerecht
Zij/ze trokken uit
Zij/ze wezen toe
a los míserosBelabberd
Belabberde
Ellendig
Ellendige
Miserabel
Miserabele
Schamel
Schamele
Schunnig
Schunnige
Stumperig
Stumperige
mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood-
a vivirLeven
Wonen
en la tristezaBedroefdheid
Droefheid
Gemelijkheid
Mistroostigheid
Naargeestigheid
Somberheid
Treurigheid
Triestheid
Triestigheid
Verdrietigheid
, y sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend

ellosHen
Ze
Zij
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
descuitados. En los umbralesDorpels
Drempels
del palacioPaleis de Zeus hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
 iemand
dos2
Do's
Twee
Tweede
tonelesFusten
Tonnen
Vaten
de donesJij/je schenkt
Meneren
que
el diosGod
Godheid
reparteDeel rond!
Deel uit!
Distribueer!
Geef rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze distribueert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Reik uit!
Verdeel
Verdeel!
: en el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
los malesBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaden
Kwalen
Kwalijk
Kwalijke
Nadelen
Onaangenaam
Onaangename
Rampen
Schadelijk
Schadelijke
Schaden
Schades
Slecht
Slechte
Versleten
Ziekten
Ziektes
y en el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
los bienesGelukken
Welvaarten
. AquélDat
Die
a quienDie
Wie
Zeus, que
se complaceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt zich en lanzarBraken
Doen horen
Gooien
Keilen
Lanceren
Ontketenen
Ontkiemen
Overgeven
Uitkomen
Uitlopen
Uitschrijven
Uitspelen
Uitstoten
Van stapel laten lopen
Wegslingeren
Wegwerpen
Werpen
rayosBliksems
Hemelvuren
Stralen
, se los daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen!
mezcladosDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward
, unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten
topaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt tegemoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Kom tegen!
Ontmoet!
Treed tegemoet!
Tref aan!
Tref!
conDoor
Met
Per
Samen met
la desdichaOngeluk y otrasAnder
Andere
Nog één

conDoor
Met
Per
Samen met
la buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
venturaToekomstig
Toekomstige
Ventura
; peroDoch
Echter
Maar
el queDat
Die
Hij die
Wie
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
recibeAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer!
penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden
vive conHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont bij
Woon bij!
afrentaAffront
Belediging
Krenking
Smaad
, una granGroot
Grote
hambreHonger
leHaar
Hem
Het
U
persigueAchtervolg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achtervolgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervolgt
Jaag na!
Vervolg!
sobre laOp de
Op het
divinaGoddelijk
Goddelijke
tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land
y vaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
de un ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd
niEn niet
Evenmin
Noch
por los
diosesGoden
Godheden
niEn niet
Evenmin
Noch
por los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
las deidadesGodheden hicieronZij/ze bedreven
Zij/ze brachten uit
Zij/ze deden
Zij/ze maakten
Zij/ze maakten aan
Zij/ze richtten uit
Zij/ze voerden uit
a PeleoIk kamp
Ik maak ruzie
Ik strijd
Ik vecht
Ik voer strijd
Peleus
clarosDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Opklaringen
Tussenruimten
Tussenruimtes
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere
donesJij/je schenkt
Meneren
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit
suHaar
Hun
Uw
Zijn

nacimientoGeboorte
Geboorte van jezus
Ontluiken
Ontstaan
Spruiten
: aventajabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blonk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muntte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtrof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde voorbij
Ik blonk uit
Ik ging te boven
Ik muntte uit
Ik overtrof
Ik streefde voorbij
a los demásDe anderen hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
en felicidadGeluk y riquezaRijkdom, reinabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak boven anderen
 uit
Ik heerste
Ik regeerde
Ik stak boven anderen
 uit
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
 aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
 aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
 aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
los
mirmidones, y, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-
, leHaar
Hem
Het
U
dieronZij/ze brachten op
Zij/ze brachten toe
Zij/ze gaven
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kenden toe
Zij/ze verleenden
por mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
una diosaGodin. PeroDoch
Echter
Maar
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
la divinidadGodheid leHaar
Hem
Het
U

impusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dicteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drong op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief belasting op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze imponeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte indruk op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veraccijnsde
un malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
: que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
tuviese hijosHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had kinderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg kinderen
Ik had kinderen
Ik kreeg kinderen
que reinaranZij/ze heersten
Zij/ze regeerden
Zij/ze staken boven anderen
 uit
luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo
en el palacioPaleis. TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
engendróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwekte

uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één
, a Me
Mij
, cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier
vidaHachje
Leven
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte
; y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
leHaar
Hem
Het
U
cuidoIk bekommer me
Ik ben bezorgd
Ik bewaak
Ik draag zorg
Ik let op
Ik pas op
Ik verpleeg
Ik verzorg
Ik zorg
Ik zorg voor
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
vejezBejaardheid
Last van de ouderdom
Ouderdom
, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
permanezcoIk blijf
Ik blijf over
Ik rest
Ik resteer
Ik toef
Ik verblijf
en
TroyaTroje, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg
de la patriaBakermat
Geboorteplek
Vaderland
, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
contristarte a tiJe
Jou
y a tusJe
Jouw
hijosKinderen
Zonen
Zoons
. Y dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen
que tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
Ge
Gij
Je
Jij
,
ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, fuisteJij/je begaf je
Jij/je gebeurde
Jij/je ging
Jij/je had plaats
Jij/je karde
Jij/je liep
Jij/je liep van stapel
Jij/je reed
Jij/je verliep
Jij/je voer
Jij/je vond plaats
Jij/je was
dichoso en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één
tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
; y que en el espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
 tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim
que comprendeBegrijp!
Besef!
Bevat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beseft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Omvat!
Snap!
Vat!
Versta!
LesbosLesbos,
dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
reinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak boven anderen
 uit
Mácar, y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
 verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog
la FrigiaFrygië hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
el Helesponto inmensoInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
, descollabas entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen

todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
por tuJe
Jouw
riquezaRijkdom y por to proleProfijt
Voordeel
Winst
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, desde queSinds los diosesGoden
Godheden
celestialesHemels
Hemelse
to trajeronZij/ze bezorgden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten aan
Zij/ze brachten mee
Zij/ze droegen aan
Zij/ze namen mee
estaDeze
Dit

plagaBezoeking
Onheil
Overvloed (fig.)
Plaag
Slag
, sucédense alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom
la ciudadPlaats
Stad
las batallasGevechten
Jij/je kampt
Jij/je strijdt
Jij/je vecht
Jij/je voert strijd
Kampen
Slagen
Strijden
Veldslagen
y las matanzasMatanzas
Slachtingen
de hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten
. SúfreloDoorsta!
Draag!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondervindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd!
Onderga!
Ondervind!
Sta uit!
Veel!
Verdraag!

resignadoAfgestaan
Afstand gedaan
y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
dejesJij/je laat
Jij/je laat achter
Jij/je laat begaan
Jij/je laat in de
 steek
Jij/je laat los
Jij/je laat na
Jij/je laat over
Jij/je laat schieten
Jij/je leent
Jij/je legateert
Jij/je levert op
Jij/je staat toe
Jij/je verlaat
Jij/je verlaat je van
Jij/je vermaakt
Jij/je vertrouwt toe
Jij/je verzuimt
Nasmaken
que de to corazónHart
Klokhuis
se apodereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich meester incesanteOnophoudelijk
Onophoudelijke
pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
conseguirásJij/je zal behalen
Jij/je zal bereiken
Jij/je zal buitmaken
Jij/je zal erin slagen
 om
Jij/je zal inhalen
Jij/je zal krijgen
Jij/je zal reiken tot
Jij/je zal verkrijgen
Jij/je zal vervolgen
Jij/je zal verwerven

afligiéndote por to hijoKind
Zoon
, niEn niet
Evenmin
Noch
lograrásJij/je zal behalen
Jij/je zal bereiken
Jij/je zal doorkomen
Jij/je zal erin slagen
Jij/je zal inhalen
Jij/je zal klaarspelen
Jij/je zal reiken tot
Jij/je zal slagen
Jij/je zal slagen in
Jij/je zal slagen voor
que se levanteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt wakker
Rijst
Zich opheft
, antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
tendrás queJij/je zal behoren
Jij/je zal dienen
Jij/je zal horen
Jij/je zal moeten
padecerDoorstaan
Dulden
Lijden
Lijden aan
Ondergaan
Uitstaan
Velen
Verdragen
un nuevoNieuw
Nieuwe

malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte
.

552 RespondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk
en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
el ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Príamo, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke
a un diosGod
Godheid
:

553 -NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
hagasJij/je bedrijft
Jij/je brengt uit
Jij/je doet
Jij/je maakt
Jij/je maakt aan
Jij/je richt uit
Jij/je voert uit
sentarAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen
en estaDeze
Dit
sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
, alumnoLeerling de Zeus, mientrasTerwijl HéctorHektor yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
insepulto
en la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
. EntrégameloAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afgifte
Afleveren
Aflevering
Bestel!
Bestellen
Betaal uit!
Bezorg!
Bezorgen
Breng door!
Doorbrengen
Geef aan!
Geef af!
Geef over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert toe
Inleveren
Inlevering
Lever af!
Lever in!
Lever!
Leveren
Levering
Overdracht
Overgeven
Overhandig!
Overhandigen
Overleg!
Overleggen
Reik aan!
Stel ter hand!
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijf!
Verdrijven
Voer toe!
cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
para queOpdat
Zodat
loDe
Hem
Het
U
contempleBeschouwt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloert
Ik beschouw
Ik koekeloer
Koekeloert u!
conDoor
Met
Per
Samen met
misMi's
Mijn
ojosKijkers
Ogen
, y Ge
Gij
Je
Jij
recibeAccepteer!
Begroet!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheert
Krijg!
Neem aan!
Ontvang!
Toucheer!
el
cuantiosoOmvangrijk
Omvangrijke
rescateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik red
Redden
Redding
Redt u!
que teJe
Jou
traemosWij/we bezorgen
Wij/we brengen
Wij/we brengen aan
Wij/we brengen mee
Wij/we dragen aan
Wij/we nemen mee
. OjaláHopelijk puedasJij/je kant
Jij/je magt
disfrutarGenieten
Genieten van
de élHem
Hij
y volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken
alNaar de
Naar het
patrio sueloAarde
Bodem
Fond
Grond
Ik ben gewend
Ik ben gewoon
Ik pleeg
Ondergrond
Vloer
Voedingsbodem
, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds

que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
meMe
Mij
hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van
vivirLeven
Wonen
y verBekijken
Kijken
Zien
la luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting
del solSol
Zon
.

559 Mirándole conDoor
Met
Per
Samen met
torva fazAangezicht, leHaar
Hem
Het
U
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
AquilesAchilles, el de los piesPoten
Voeten
ligerosGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte
:

56o -¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
meMe
Mij
irritesJij/je doet teniet
Jij/je irriteert
Jij/je prikkelt
Jij/je verbittert
Jij/je vernietigt
Jij/je vertoornt
Jij/je vuurt aan
Jij/je wekt op
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
! TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
acordadoGeaccordeerd
Gestemd
Goedgevonden
Herinnerd aan
Het eens geweest
Overeengekomen
Toegegeven
Toegestemd
Verzoend
Weldoordacht
Weldoordachte
Weloverwogen
entregarteAangeven
Aanreiken
Afgeven
Afleveren
Bestellen
Bezorgen
Doorbrengen
Inleveren
Leveren
Overgeven
Overhandigen
Overleggen
Ter hand stellen
Toevoeren
Uitbetalen
Verdrijven
a HéctorHektor, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!

elloDat
Het
Zeus meMe
Mij
envióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toekomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze expedieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zond weg
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
mensajera la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
que meMe
Mij
dio a luzHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven
, la hijaDochter del ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
del
marZee. ComprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
Príamo, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se meMe
Mij
ocultaClandestien
Clandestiene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Occult
Occulte
Ontveins!
Verberg!
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verheel!
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verschuil!
Verstop!
Verstopt
Verstopte
, que un diosGod
Godheid
teJe
Jou
trajo aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar las veleras
navesBeuken
Boten
Ruimen
Schepen
Vaartuigen
de los aqueos; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
ningúnGeen enkel
Geen enkele
Generlei
mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
estuviese(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was
en la florBloei
Bloem
Bloesem
de la juventudJeugd
Jeugdigheid
, se
atreveríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanmoedigen
Ik zou aanmoedigen
a venirKomen
Meekomen
alNaar de
Naar het
ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht
, niEn niet
Evenmin
Noch
entraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou binnengaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou binnenkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou binnenlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou binnenrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ingaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou inrijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou naar binnen
 gaan
Ik zou binnengaan
Ik zou binnenkomen
Ik zou binnenlopen
Ik zou binnenrijden
Ik zou ingaan
Ik zou inkomen
Ik zou inrijden
Ik zou naar binnen
 gaan
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
por los centinelasSchildwachten
Schildwachts
Wachten
, niEn niet
Evenmin
Noch
desatrancana conDoor
Met
Per
Samen met

facilidadAanleg
Faciliteit
Gelegenheid
Gemak
Gemakkelijkheid
Geschikte gelegenheid
Meegaandheid
Toeschietelijkheid
Vlotheid
Voorziening
Zwakheid
nuestrasOnze
Van ons
puertasDeuren
Poorten
Portieren
. Absténte, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
, de exacerbar los doloresPijnen
Smarten
Weeën
de miMi
Mijn
corazónHart
Klokhuis
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt

que a tiJe
Jou
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
to respeteEerbiedigt u!
Heeft u respect voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eerbiedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft respect voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze respecteert
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Respecteert u!
en miMi
Mijn
tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
miMi
Mijn
suplicanteSmekend
Smekende
, y violeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Ik rand aan
Ik verkracht
Randt u aan!
Verkracht u!
las
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
de Zeus.

571 AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
. El ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
sintióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
temorAngst
Beduchtheid
Vrees
y obedecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gehoorzaamde el mandatoBevel
Bevelschrift
Commando
Gebod
Lastbrief
Mandaat
Order
Sommatie
Verordening
Volmacht
. El Pelida, saltandoBarstend
Een sprong doend
In de lucht springend
In het oog springend
Losspringend
Ontploffend
Openspringend
Opspringend
Opspuitend
Overslaand
Springend
Te binnen schietend
Uitschietend
Uitvallend
Uitvarend
Van een hoogte springend
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals

un león, salió(Het) kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam er mee
 weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze startte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trad uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer uit
de la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
se fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijderde zich
soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
leHaar
Hem
Het
U
siguieronZij/ze bewandelden
Zij/ze bleven aan
Zij/ze gingen door
Zij/ze hielden bij
Zij/ze vloeiden voort
Zij/ze volgden
Zij/ze volgden op
Zij/ze zetten voort
dos2
Do's
Twee
Tweede
de susHaar
Hun
Uw
Zijn
servidoresServers: elhéroe AutomedonteAutomedon y Álcimo, que eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren
los compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
a quienesDie
Personen
Wie
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
apreciabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achtte hoog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze apprecieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg achting toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had achting voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hechtte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde op prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taxeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waardeerde
Ik achtte
Ik achtte hoog
Ik apprecieerde
Ik begrootte
Ik droeg achting toe
Ik had achting voor
Ik hechtte aan
Ik hield van
Ik mocht
Ik schatte
Ik stelde op prijs
Ik taxeerde
Ik waardeerde
desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit

que habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht
Patroclo. En seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
desengancharonZij/ze haakten af
Zij/ze haakten los
caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen
y mulasMuilezels, introdujeronZij/ze brachten aan
Zij/ze brachten in
Zij/ze deden in
Zij/ze drongen binnen
Zij/ze introduceerden
Zij/ze lieten binnen
Zij/ze schoven in
Zij/ze staken in
Zij/ze voerden binnen
Zij/ze voerden in
Zij/ze vulden in
el
heraldoHeraut
Voorbode
, vocero del ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, haciéndoleErin makend sentarAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen
en una sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
, y quitaron(Zij) verwijderden
Zij/ze deden af
Zij/ze deden uit
Zij/ze gaven op
Zij/ze gaven prijs
Zij/ze haalden af
Zij/ze haalden weg
Zij/ze kregen uit
Zij/ze legden af
Zij/ze lieten weg
Zij/ze namen weg
Zij/ze risten
Zij/ze ritsten
Zij/ze trokken uit
Zij/ze verwijderden
Zij/ze zetten af
del lustrosoGlanzend
Glanzende
carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen

los inmensosInmens
Inmense
Onbegrensd
Onbegrensde
Oneindig
Oneindige
Onmetelijk
Onmetelijke
Onnoemelijk
Onnoemelijke
Zeer uitgebreid
rescatesJij/je redt
Reddingen
de la cabezaHoofd
Kop
Krop
de HéctorHektor. TanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
dejaronZij/ze leenden
Zij/ze legateerden
Zij/ze leverden op
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten achter
Zij/ze lieten begaan
Zij/ze lieten in de
 steek
Zij/ze lieten los
Zij/ze lieten na
Zij/ze lieten over
Zij/ze lieten schieten
Zij/ze stonden toe
Zij/ze verlaatten zich van
Zij/ze verlieten
Zij/ze vermaakten
Zij/ze vertrouwden toe
Zij/ze verzuimden
dos2
Do's
Twee
Tweede
mantosJassen
Mantels
y una túnicaTunica
Tuniek

bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart
tejidaGeweven, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
envolverBakeren
Impliceren
Inbakeren
Inpakken
Insluiten
Inzwachtelen
Met zich meebrengen
Oprollen
Pakken
Strengelen
Verpakken
Wikkelen
Winden
el cadáverKadaver
Kreng
Lijk
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
que loDe
Hem
Het
U
entregaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overhandigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde ter hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde toe
Ik bestelde
Ik betaalde uit
Ik bezorgde
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gaf af
Ik gaf over
Ik leverde
Ik leverde af
Ik leverde in
Ik overhandigde
Ik overlegde
Ik reikte aan
Ik stelde ter hand
Ik verdreef
Ik voerde toe
para queOpdat
Zodat
loDe
Hem
Het
U
llevasen aZij/ze namen mee naar
Zij/ze namen mee voor
casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
 echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt!
.
AquilesAchilles llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde
entoncesDan
Dus
Toen
a las esclavasSlavinnen y lesHen
Hun
U
mandóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beval
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze commandeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelastte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schreef voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sommeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verordende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde het bevel
que loDe
Hem
Het
U
lavaranZij/ze deden de was
Zij/ze loogden
Zij/ze wasten
Zij/ze wasten af
Zij/ze wasten uit
Zij/ze wiesen
y ungieran,
trasladándolo a otraAnder
Andere
Nog een
Nog één
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
para queOpdat
Zodat
Príamo noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
vieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
hijoKind
Zoon
; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg
que, afligiéndose
alNaar de
Naar het
verloBekijken
Kijken
Zien
, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
pudieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mocht
Ik kon
Ik mocht
reprimirBedwingen
Beteugelen
Betomen
In toom houden
Intomen
Onderdrukken
Opkroppen
Verdringen
Verdrukken
Verkroppen
la cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
pechoBoezem
Borst
a irritaseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed teniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze irriteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prikkelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbitterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoornde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekte op
Ik deed teniet
Ik irriteerde
Ik prikkelde
Ik verbitterde
Ik vernietigde
Ik vertoornde
Ik vuurde aan
Ik wekte op
el corazónHart
Klokhuis
de AquilesAchilles, y ésteDeze
Dit

loDe
Hem
Het
U
mataraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af
Ik bracht om
Ik doodde
Ik maakte dood
Ik slachtte
Ik slachtte af
, quebrantandoIntrappend
Verbrijzelend
Vermorzelend
Verpletterend
las órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes
de Zeus. LavadoAfgewassen
Afwassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Logen
Uitgewassen
Uitwassen
Wassen
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds
y ungido conDoor
Met
Per
Samen met
aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
, las esclavasSlavinnen
loDe
Hem
Het
U
cubrieronZij/ze bedekten
Zij/ze belegden
Zij/ze beschermden
Zij/ze dekten
Zij/ze dekten toe
conDoor
Met
Per
Samen met
la túnicaTunica
Tuniek
y el hermosoFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon
palioBaldakijn
Draaghemel
Hemel
Troonhemel
, despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens
el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
AquilesAchilles loDe
Hem
Het
U
levantóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hief op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
y

colocóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit
en un lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde
, y por finEindelijk
Per saldo
Ten slotte
los compañerosAmbtgenoten
Collega's
Collegae
Gezellen
Kameraads
Kameraden
Kornuiten
Maats
Makkers
Maten
Metgezellen
Partners
Vakgenoten
loDe
Hem
Het
U
subieronZij/ze beklommen
Zij/ze bestegen
Zij/ze brachten naar boven
Zij/ze droegen naar boven
Zij/ze gingen naar boven
Zij/ze gingen omhoog
Zij/ze gingen op
Zij/ze klommen
Zij/ze kwamen op
Zij/ze rezen
Zij/ze stapten in
Zij/ze stapten in de
 trein
Zij/ze stegen
Zij/ze stonden op
Zij/ze verrezen
Zij/ze wiesen
alNaar de
Naar het
lustrosoGlanzend
Glanzende
carroHandkar
Kar
Karretje
Wagen
. Y el héroeHeld
Heros

suspiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikhalsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte naar
y dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
, nombrandoAanstellend
Benoemend
Hetend
Noemend
Uitmakend voor
a suHaar
Hun
Uw
Zijn
amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind
:

592 -NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
te enojesJij/je windt je op conmigoMet mij
Met mij mee
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
Patroclo, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals
en el HadesHades te enteras deJij/je informeert je over que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb
entregadoAangegeven
Aangereikt
Afgegeven
Afgeleverd
Besteld
Bezorgd
Doorgebracht
Geleverd
Ingeleverd
Overgegeven
Overhandigd
Overlegd
Ter hand gesteld
Toegevoerd
Uitbetaald
Verdreven

el divinoGoddelijk
Goddelijke
HéctorHektor a suHaar
Hun
Uw
Zijn
padrePater
Vader
; puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
meMe
Mij
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
traídoAangebracht
Aangedragen
Bezorgd
Gebracht
Meegebracht
Meegenomen
un rescateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze redt
Ik red
Redden
Redding
Redt u!
dignoWaardig
Waardige
, y de élHem
Hij
teJe
Jou
dedicaréIk zal besteden
Ik zal opdragen
Ik zal opdragen aan
Ik zal spenderen
Ik zal toewijden
Ik zal wijden
la
debidaBehoord te
Gediend
Gehoord
Gemoeten
In de schuld gestaan
Schuldig geweest
Te danken gehad
Verplicht geweest om te
Verschuldigd geweest
parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
.

596 HablóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
el divinoGoddelijk
Goddelijke
AquilesAchilles y volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar
la tiendaBoetiek
Breidt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekt uit
Houdt u op!
Huif
Ik breid uit
Ik houd op
Ik ontvouw
Ik rek
Ik spreid
Ik spreid uit
Ik steek uit
Ik strek
Ik strek uit
Kampeertent
Ontvouwt u!
Rekt u!
Spreidt u uit!
Spreidt u!
Steekt u uit!
Strekt u uit!
Strekt u!
Tent
Winkel
Zaak
. SentóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer
en la sillaRug
Stoel
Zaal
Zadel
Zetel
, labradaBewerkt
Gebeiteld
Geslepen
Verwerkt
conDoor
Met
Per
Samen met

muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere
arteKunst, de que antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger
se habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
levantadoGebeurd
Geheven
Getild
Gevestigd
Neergezet
Opgehaald
Opgeheven
Opgekookt
Opgericht
Opgeslagen
Opgetild
Verheven
y que se hallabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
adosada alNaar de
Naar het
muroMuur, y en
seguidaAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet
dirigióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adresseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dirigeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
a Príamo estasDeze
Dezen
palabrasBewoordingen
Woorden
:

599 -TuJe
Jouw
hijoKind
Zoon
, ohAllemachtig
O
Och
Tjonge
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, rescatadoGered estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!
, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
pedíasJij/je bedelde
Jij/je bestelde
Jij/je riep in
Jij/je verlangde
Jij/je verzocht
Jij/je vraagde
Jij/je vraagde aan
Jij/je vraagde om
Jij/je vroeg
Jij/je vroeg aan
Jij/je vroeg om
: yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig!
en un lechoBed
Bedje
Legerstede
Sponde
, y alNaar de
Naar het
despuntarAfstompen
Bot maken

la auroraAanbreken van de dag
Dageraad
Hibiscus
Ochtendgloren
podrásJij/je zal kunnen
Jij/je zal mogen
verloBekijken
Kijken
Zien
y llevárteloAanhebben
Berekenen
Bijeenbrengen
Brengen
Dragen
In rekening brengen
Medebrengen
Meebrengen
Meenemen
Ophebben
Vervoeren
Voorhebben
Wegbrengen
. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
pensemos enLaten we denken aan
Laten we nadenken over
Wij/we denken aan
Wij/we denken na over
cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen
, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
NíobeNiobe, la de
hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
trenzasJij/je vlecht
Vlechten
, se acordóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herdacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herinnerde zich
de tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
alimentoIk voed
Kost
Levensmiddel
Onderhoud
Voeder
Voeding
Voedingsmiddel
Voedsel
Voer
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
en el palacioPaleis murieronZij/ze gingen dood
Zij/ze overleden
Zij/ze stierven
Zij/ze verscheidden
Zij/ze versmachtten
susHaar
Hun
Uw
Zijn
dos2
Do's
Twee
Tweede

vástagos: seis6
Zes
hijasDochters y seis6
Zes
hijosKinderen
Zonen
Zoons
florecientes. A éstosDeze ApoloApollo
Apollon
, airadoBoos
Boze
Giftig
Giftige
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus
NíobeNiobe, los matódisparando el arcoArcade
Boog
Handboog
Ronding
Strijkstok
Toog
Zuilengang
de plataE174
Zilver
; a aquéllasDie diolesHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende
muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
ÁrtemisArtemis, que se complaceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt zich en tirarGooien
Omverwerpen
Paffen
Schieten
Trekken
Uitgooien
Uitsmijten
Uitwerpen
Vuren
Weggooien

flechasPijlen
Scheuten
; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
la madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding
osabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dorst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durfde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde
Ik dorst
Ik durfde
Ik waagde
compararseVergelijken conDoor
Met
Per
Samen met
Leto, la de hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon
mejillasKonen
Wangen
, y decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei
que
éstaDeze
Dit
sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
dado a luzBevallen
Gebaard
Het leven geschonken
Teweeggebracht
Voortgebracht
dos2
Do's
Twee
Tweede
hijosKinderen
Zonen
Zoons
, y ellaHaar
Ze
Zij
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden
muchosVeel
Vele
Zeer
Zere
; y los de la diosaGodin, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank

siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que dos2
Do's
Twee
Tweede
, acabaronZij/ze besloten
Zij/ze beëindigden
Zij/ze eindigden
Zij/ze gebruikten op
Zij/ze maakten af
Zij/ze maakten op
Zij/ze maakten uit
Zij/ze sloten af
Zij/ze teerden op
Zij/ze verbruikten
Zij/ze verdeden
Zij/ze verklungelden
Zij/ze verkwistten
Zij/ze vermorsten
Zij/ze verspilden
Zij/ze voleindigden
Zij/ze werkten af
Zij/ze werkten uit
conDoor
Met
Per
Samen met
todos losAlle de NíobeNiobe. Nueve9
Negen
díasDagen
Etmalen
permanecieronZij/ze bleven
Zij/ze bleven over
Zij/ze resteerden
Zij/ze restten
Zij/ze toefden
Zij/ze verbleven

tendidosGerekt
Gespreid
Gestrekt
Ontvouwen
Opgehouden
Uitgebreid
Uitgespreid
Uitgestoken
Uitgestrekt
en suHaar
Hun
Uw
Zijn
sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!
, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
 niet
Tegen wil en dank
huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
quienDie
Wie
los enterraraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedolf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kuilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overstelpte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpletterde
Ik bedolf
Ik begroef
Ik kuilde
Ik overstelpte
Ik verpletterde
porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
el Cronión a la genteLieden
Lui
Mensen
Volk
la habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had

vueltoGedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Omgedraaid
Rondgedraaid
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
de piedraHagel
Steen
; peroDoch
Echter
Maar
, alNaar de
Naar het
llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven
el décimo10e
Tiende
, los diosesGoden
Godheden
celestialesHemels
Hemelse
los sepultaronZij/ze begroeven
Zij/ze bestelden ter aarde
Zij/ze bezorgden een lijk
. Y NíobeNiobe,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer
se huboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedroeg zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg het met
 iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mat zich met
 iemand
cansadoAfgebeuld
Afgejakkerd
Afgemat
Afgematte
Bekaf
Doodmoe
Doodmoeë
Geërgerd
Mat
Matte
Moe
Moeë
Tegengestaan
Vermoeid
Vermoeide
Vermoeiend geweest
Verveeld
de llorarBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen
, pensó enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht na over
el alimentoIk voed
Kost
Levensmiddel
Onderhoud
Voeder
Voeding
Voedingsmiddel
Voedsel
Voer
. HállaseBevind!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Neem waar!
Ontmoet!
Tref aan!
Tref!
Vind!
Zie!
actualmenteMomenteel
Nou
Nu
Tegenwoordig
Thans
en las rocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen

de los montesBergen
Jij/je begaat
Jij/je berijdt
Jij/je bestijgt
Jij/je gaat binnen
Jij/je gaat in
Jij/je gaat naar boven
Jij/je gaat op
Jij/je klimt
Jij/je klopt (eiwit, room)
Jij/je loopt binnen
Jij/je monteert
Jij/je rijdt
Jij/je rijst
Jij/je stapt in
Jij/je stijgt
Jij/je zet
Jij/je zet op
Stokken
Talons
yermos de Sípilo, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals
dice(Hij) zegt
(Zij) zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
, estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn
las grutasGrotten de las ninfasKleine schaamlippen
Nimfen
que
bailanZij/ze dansen juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen
alNaar de
Naar het
Aqueloo, y aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al
convertidaBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd
en piedraHagel
Steen
, devoraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verslindt
Verslind!
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
los doloresPijnen
Smarten
Weeën
que las
deidadesGodheden leHaar
Hem
Het
U
causaronZij/ze berokkenden
Zij/ze brachten teweeg
Zij/ze deden
Zij/ze deden aan
Zij/ze lieten
Zij/ze lieten doen
Zij/ze maakten
Zij/ze richtten aan
Zij/ze stichtten
Zij/ze veroorzaakten
. MasDoch
Echter
Maar
Plus
, eaBoe, divinoGoddelijk
Goddelijke
ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
, cuidemosLaten we bewaken
Laten we bezorgd zijn
Laten we opletten
Laten we oppassen
Laten we passen op
Laten we verplegen
Laten we verzorgen
Laten we zich bekommeren
Laten we zorg dragen
Laten we zorgen
Laten we zorgen voor
Wij/we bekommeren ons
Wij/we bewaken
Wij/we dragen zorg
Wij/we letten op
Wij/we passen op
Wij/we verplegen
Wij/we verzorgen
Wij/we zijn bezorgd
Wij/we zorgen
Wij/we zorgen voor
tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook
nosotrosOns
We
Wij
de comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten
, y
más tardeLater
Straks
, cuandoAls
Tijdens
Wanneer
hayasBeuken
Beukennootjes
Jij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt
transportadoGetransponeerd
Getransporteerd
Gevoerd
Overgebracht
Vervoerd
el hijoKind
Zoon
a Ilio, podrásJij/je zal kunnen
Jij/je zal mogen
hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren
llantoHuilen sobre elOp de
Op het
mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
, y
será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
por tiJe
Jou
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
lloradoBejammerd
Betreurd
Beweend
Gehuild
Gekreten
Geschreid
Geweend
.

<-- Vorige/ AnteriorUitgang/ SalidaVolgende/ Siguiente -->