AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, y a fin de queOpdat
Tot el trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt perfectoIn optima forma
Perfect
Perfecte
Prima
Uitstekend
Uitstekende
Volkomen
Volmaakt
Volmaakte
Voltooid
Voltooide,
suHaar
Hun
Uw
Zijn hijoKind
Zoon Fleance, que leHaar
Hem
Het
U acompañaAccompagneer!
Begeleid!
Ga mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accompagneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergezelt
Loop mee!
U begeleidt
Vergezel!,
cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier eliminaciónAfschaffen
Eliminatie
Elimineren
Opdoeken
Uitbanning
Uitmaken
Uitschakelen
Uitsluiten
Verwijderen
Verwijdering
Wegdoen
Wegwerken meMe
Mij importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in! tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la de suHaar
Hun
Uw
Zijn padrePater
Vader, habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben de compartirDelen
suHaar
Hun
Uw
Zijn aciagaCatastrofaal
Catastrofale
Onheilspellend
Onheilspellende
Rampzalig
Rampzalige
Sinister
Sinistere suerteAard
Fortuin
Geluk
Kans
Levenslot
Lot
Slag
Soort
Toeval. ResolvedLos op! a solasAlleen
Enig
Enige
Louter
Loutere
Verlaten;
ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans vuelvoIk draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik herhaal
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk conDoor
Met
Per
Samen met vosotrosGijlieden
Je
Jullie.
ASESINOSMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, estamosWij bevinden ons
Wij zijn
Wij/we bevinden ons
Wij/we liggen
Wij/we zijn
Wij/we zitten resueltosOpgelost.
MACBETH
En seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet osJe
Jullie veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie. QuedaosBlijf achter!
Blijf over!
Blijf!
Rest!
Resteer!
Toef!
Verblijf!
Word! en palacioPaleis.
[Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u! los ASESINOSMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige.]
EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen. Banquo, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals tuJe
Jouw almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar la gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem, estaDeze
Dit nocheAvond
Nacht haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de ganarlaBehalen
Verdienen
Winnen.
Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!.
III.ii EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in LADY MACBETH y un CRIADOBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed.
LADY MACBETH
¿HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is salidoAfgereden
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Verschenen
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden Banquo de palacioPaleis?
CRIADOBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
SíJa
Jawel
Wel
Zich, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe, peroDoch
Echter
Maar vuelveDraai om!
Draai rond!
Draai!
Ga terug!
Ga weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Keer terug!
Keer weder!
Keer!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!
Loop terug!
Trek terug!
Wend!
Wentel!
Zwenk! estaDeze
Dit nocheAvond
Nacht.
LADY MACBETH
DileZeg hem alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
que deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht hablarConverseren
Praten
Spreken con élDaarmee un momentoEen moment
Een ogenblik
Even
Eventjes
Wacht even.
CRIADOBediende
Dienaar
Gefokt
Knecht
Opgefokt
Opgevoed
SíJa
Jawel
Wel
Zich, señoraDame
Jonkvrouw
Mevrouw
Vrouwe.
Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u!.
LADY MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se gozaGeniet van!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlustigt zich in
Verheug je in!
Verlustig je in!, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats pérdidaGebrek
Gemis
Nadeel
Schade
Verlies
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht se lograMen bereikt, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank contentaTevreden
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane.
SiempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn lo queDat wat
Wat se mataBosje
Breng om!
Dood!
Heester
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slacht af
Kreupelbosje
Maak dood!
Mastiekboom
Slacht af!
Slacht!
Steel
Stengel
Struik
que trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over esaDat
Die muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden vivirLeven
Wonen dichaBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven falsaFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde.
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! MACBETH.
¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je estásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer? ¿Por quéWaarom solitarioPatience
Solitairspel
Solo
Teruggetrokken,
sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm que las tristesAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen
y los pensamientosGedachten
Gedachtes
Veldviooltjes que debieronZij/ze behoorden te
Zij/ze dienden
Zij/ze hadden te danken
Zij/ze hoorden
Zij/ze moesten
Zij/ze stonden in de
schuld
Zij/ze waren schuldig
Zij/ze waren verplicht om
te
Zij/ze waren verschuldigd morirDoodgaan
Overlijden
Sterven
Verscheiden
Versmachten
conDoor
Met
Per
Samen met quienesDie
Personen
Wie teJe
Jou absorbenZij/ze absorberen
Zij/ze nemen een bedrijf
over
Zij/ze nemen in beslag
Zij/ze nemen op
Zij/ze resorberen
Zij/ze slorpen op
Zij/ze slurpen
Zij/ze slurpen op? Lo queDat wat
Wat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast curaBehandel!
Behandeling
Beterschap
Cureer!
Geestelijke
Genees!
Genezing
Gezondmaking
Heling
Herstel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geneest
Kuur
Pastoor
Pastor
Priester
Zielzorger,
habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou hebben
Ik zou zijn que olvidarloAfleren
Vergeten
Verleren: loDe
Hem
Het
U hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet, hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!.
MACBETH
LeHaar
Hem
Het
U dimosWij/we brachten op
Wij/we brachten toe
Wij/we gaven
Wij/we gaven aan
Wij/we kenden toe
Wij/we verleenden un tajoHakbank
Hakblok
Kapblok
Snee
Taag a la serpienteSerpent
Slang sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te matarlaDoden.
SanaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beter worden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal genezen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal helen y se repondráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal herleven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal herrijzen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opleven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal tot bezinning
komen, mientrasTerwijl nuestraOns
Onze
Van ons pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele inquina
sigueBewandel!
Blijf aan!
Ga door
Ga door!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet voort
Houd bij!
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort! expuestaBelicht
Blootgelegd
Blootgesteld
Geriskeerd
Gewaagd
Geëtaleerd
Geëxposeerd
Kans gelopen
Op het spel gezet
Risico gelopen
Tentoongespreid
Tentoongesteld
Uiteengezet
Uitgebracht
Uitgekraamd
Uitgestald
Verklaard a susHaar
Hun
Uw
Zijn colmillosSlagtanden.
Que se hunda(Zij) storten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdiept zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt weg todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el universoHeelal
Schepping
Universum,
que perezcanCrepeert u!
Komt u om!
Ondergaat u!
Sneuvelt u!
Vergaat u!
Verongelukt u!
Zij/ze creperen
Zij/ze komen om
Zij/ze ondergaan
Zij/ze sneuvelen
Zij/ze vergaan
Zij/ze verongelukken ambosAlle twee de
Allebei
Beide mundosAardrijken
Werelden antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten
alimentoIk voed
Kost
Levensmiddel
Onderhoud
Voeder
Voeding
Voedingsmiddel
Voedsel
Voer en el temorAngst
Beduchtheid
Vrees y dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen en la torturaFoltering
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze martelt
Kwelling
Martel!
Marteling
Penitentie
Temptatie
de los sueñosDromen
Slapen espantososVerschrikkelijk
Verschrikkelijke que meMe
Mij agitanZij/ze agiteren
Zij/ze hitsen op
Zij/ze roeren
Zij/ze ruien op
Zij/ze schudden
Zij/ze stoken op
Zij/ze winden op
cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes nocheAvond
Nacht. MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten conDoor
Met
Per
Samen met los muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht,
a quienesDie
Personen
Wie, por ganarBehalen
Verdienen
Winnen miMi
Mijn pazPaz
Vrede, mandéIk beval
Ik commandeerde
Ik gelastte
Ik schreef voor
Ik sommeerde
Ik verordende
Ik voerde aan
Ik voerde het bevel a la pazLa paz,
que yacerLiggen en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind potroPijnbank
Veulen del espírituGeest
Geestgesteldheid
en insomneSlapeloos
Slapeloze frenesíRazernij
Roes
Waanzin.
DuncanDuncan estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en la tumbaBedwelm de zinnen van!
Breng ten val!
Doe vallen!
Gooi om!
Gooi omver!
Graf
Graftombe
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwelmt de zinnen
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt ten val
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kantelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Kantel!
Keer om!:
trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over la fiebreKoorts convulsa de la vidaHachje
Leven duermeBreng onder narcose!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt uit
Maf!
Pit!
Slaap uit!
Slaap! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart;
la traiciónVerraad llegó(Hij) kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef a suHaar
Hun
Uw
Zijn máximoGrootste
Maximaal
Maximale
Maximum
Maximum-; niEn niet
Evenmin
Noch aceroStaal, venenoGif
Gift
Venijn
Vergif
Vergift,
odioHaat
Ik haat internoBinnen-
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Ik breng naar het
binnenland
Ik dring binnen
Ik dring binnen in
iemands geheimen
Ik interneer
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige, tropasBenden
Bendes
Grauwen
Hopen
Krijgsvolk
Legerafdelingen
Scharen
Troepen extranjerasBuitenlands
Buitenlandse
Onwennig
Onwennige
Uitheems
Uitheemse
Vreemd
Vreemde, nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds alcanzarleAchterhalen
Behalen
Bereiken
Buitmaken
Inhalen
Reiken tot
Verkrijgen
Verwerven másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
Comment: El terrenalAarden
Aards
Aardse y el celestialHemels
Hemelse.
LADY MACBETH
¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen! QueridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle esposoEchtgenoot
Gemaal
Man, suavizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzacht
Verzacht!
esaDat
Die frenteFront
Frontlinie
Gevel
Voorhoofd
Voorkant
Voorzijde arrugadaGefrommeld
Gekreukeld
Gekreukt
Rimpelig
Rimpelige
Verfomfaaid
Verfrommeld
Verkreukeld y estaDeze
Dit nocheAvond
Nacht muéstrateLaat je zien!
Vertoon je!
radianteRadiant
Stralend
Stralende y jovialJoviaal
Joviale anteSuède
Ten overstaan van
Voor tusJe
Jouw invitadosGenodigden
Genood
Gevraagd
Geïnviteerd
Uitgenodigd.
MACBETH
AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig loDe
Hem
Het
U haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren, miMi
Mijn_ amorAffectie
Liefde
Min. TúGe
Gij
Je
Jij tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook, teJe
Jou loDe
Hem
Het
U suplicoIk smeek
Ik smeek af.
PonBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! tuJe
Jouw pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje en Banquo, ríndeleGeef!
Het levert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
honoresHulden conDoor
Met
Per
Samen met los ojosKijkers
Ogen y la lenguaSchar
Taal
Tong.
AlNaar de
Naar het noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten segurosAssuranties
Assurantiën
Behouden
Geborgen
Safe
Safes
Veilig
Veilige
Verzekering
Verzekeringen, lavemosLaten we afwassen
Laten we de was
doen
Laten we logen
Laten we uitwassen
Laten we wassen
Wij/we doen de was
Wij/we logen
Wij/we wassen
Wij/we wassen af
Wij/we wassen uit nuestraOns
Onze
Van ons honraEer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huldigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereert
Huldig!
Vereer!
en las aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters del halagoIk vlei
Loftuiting
Vleien. Que nuestraOns
Onze
Van ons caraAangezicht
Dierbaar
Dierbare
Dure
Duur
Facie
Geacht
Geachte
Gelaat
Geliefd
Geliefde
Gezicht
Kostbaar
Kostbare
Lief
Lieve
Oppervlak
Porem
Prijzig
Prijzige
Toet
Vlak
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt la máscaraDekmantel
Gemaskerde
Masker
Mom
Mombakkes del pechoBoezem
Borst y loDe
Hem
Het
U encubraHeelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heelt
Ik heel.
LADY MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sigasJij/je bewandelt
Jij/je blijft aan
Jij/je gaat door
Jij/je houdt bij
Jij/je vloeit voort
Jij/je volgt
Jij/je volgt op
Jij/je zet voort asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig.
MACBETH
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, esposaEchtgenote
Gemalin
Vrouw! TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel llenaAangevuld
Bijgewerkt
Compleet
Complete
Completeer!
Demp!
Gecompleteerd
Gedempt
Gespekt
Gestopt
Gevuld
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze completeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dempt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt vol
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt bij
Ingevuld
Maak vol!
Schenk vol!
Spek!
Stop!
Totaal
Totale
Vol
Vol gemaakt
Voleind
Voleind!
Volgemaakt
Volgeschonken
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige
Vul aan!
Vul in!
Vul!
Werk bij! de escorpionesArenden
Schorpioenen.
SabesJij/je kent
Jij/je smaakt
Jij/je weet que Banquo y suHaar
Hun
Uw
Zijn Fleance aúnNog
Nog altijd
Nog steeds vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen.
LADY MACBETH
MasDoch
Echter
Maar
Plus en ellosHen
Ze
Zij la estampaAfbeelding
Beeld
Boekdruk!
Druk af!
Druk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze print
Plaat
Prent
Print!
Voorstelling de la vidaHachje
Leven noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats eternaEeuwig
Eeuwige.
MACBETH
AúnNog
Nog altijd
Nog steeds hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand consueloIk troost
Ik vertroost
Troost, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn vulnerablesKwetsbaar
Kwetsbare,
conqueDus ánimoAnimo
Bedoeling
Doel
Energie
Gedachte
Geest
Gemoed
Idee
Moed
Oogmerk
Wil
Ziel. AntesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que déBrengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u! finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding el enclaustrado
vueloIk vlieg
Vliegen
Vliegtocht
Vlucht del murciélagoVleermuis y a la llamadaDe zogenaamde
de la negraZwart
Zwarte HécateHekate el zumbidoBrommen
Bruisen
Gonzen
Razen
Snorren
Suizelen
Suizen
Tuiten
Zoemen del inmundoSmerig
Weerzinwekkend
Weerzinwekkende
escarabajoKever anuncieAdverteert u!
Annonceert u!
Dient u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Ik adverteer
Ik annonceer
Ik dien aan
Ik kondig aan
Ik maak bekend
Kondigt u aan!
Maakt u bekend! la nocheAvond
Nacht soñolientaSlaperig
Slaperige
Suf
Suffe,
se habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal het met
iemand aan de stok krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich gedragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich met
iemand meten cumplidoCompliment
Gadegeslagen
Geobserveerd
Jarig geweest
Nagekomen
Nageleefd
Plichtpleging
Toegekeken
Toegezien
Uitgevoerd
Verricht
Vervuld
Volbracht
Voltrokken
Waargenomen una acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet de horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende cuñoMuntstempel
Stempel.
LADY MACBETH
¿QuéWat
Welke acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet?
MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quierasJij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt conocerlaBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten, miMi
Mijn palomaDuif
Houtduif
Ringduif
Woudduif,
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs aplaudirla. -Adhesie betuigen
Applaudisseren
Toejuichen VenKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien, nocheAvond
Nacht cegadoraVerblindend
Verblindende,
véndaleBaker in!
Baker!
Blinddoek
Doet u over!
Doet u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omwikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omzwachtelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhandelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt in
Ik doe over
Ik doe weg
Ik tap
Ik verhandel
Ik verkoop
Ik vervreemd
Omwikkel!
Omzwachtel!
Tapt u!
Venda
Verband
Verbind!
Verhandelt u!
Verkoopt u!
Vervreemdt u!
Zwachtel in!
Zwachtel! los tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte ojosKijkers
Ogen al díaPer dag compasivoMedelevend
Medelevende
Meevoelend
Meevoelende
y conDoor
Met
Per
Samen met tuJe
Jouw manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei sangrientaBloederig
Bloederige
Bloedig
Bloedige a invisibleOnzichtbaar
Onzichtbare
anulaAnnuleer!
Bestel af!
Doe teniet!
Gelast af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annuleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet teniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelast af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaft af
Neem terug!
Ontbind!
Schaf af! y destruyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernielt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwoest
Verniel!
Vernietig!
Verwoest! el granGroot
Grote vínculoHyperlink
Link
que tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer meMe
Mij horrorizaBoezem afkeer in!
Boezem afschuw in!
Doe gruwen!
Doe ontzetten!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt afkeer in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boezemt afschuw in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet gruwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ontzetten. La nocheAvond
Nacht se espesaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt dik
y haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el bosqueBos
Woud tenebroso vuelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vliegt
Vlieg! el cuervoKraai
Raaf.
La bondadGoedheid del díaDag
Etmaal decaeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloedert
Verloeder! y reposaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat rusten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rust
Laat rusten!
Rust!,
y acechanZij/ze belagen
Zij/ze beloeren
Zij/ze bespieden
Zij/ze bespioneren
Zij/ze spieden
Zij/ze spioneren
Zij/ze staan op de
uitkijk
Zij/ze verspieden los negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten seresWezenlijkheden
Wezens de las sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen.
OírmeHoren
Vernemen
Verstaan teJe
Jou pasma. MasDoch
Echter
Maar
Plus noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estésJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit inquietaBeducht
Beduchte
Bekommerd
Bekommerde
Bezorgd
Bezorgde
Druk
Drukke
Gejaagd
Gejaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt schrik aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschrikt
Jaag schrik aan!
Ongerust
Ongeruste
Onrustig
Onrustige
Rusteloos
Rusteloze
Verontrust!
Verschrik!
Woelig
Woelige
Zorgelijk
Zorgelijke:
lo queDat wat
Wat el malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte emprendeAanvaard een ambt!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aanvaardt een ambt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Onderneem!
Treed in dienst! conDoor
Met
Per
Samen met malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte se refuerzaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versterkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versterkt (kleur, smaak)
Versterk (kleur, smaak)!
Versterk!.
TeJe
Jou loDe
Hem
Het
U ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede, venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien conmigoMet mij
Met mij mee.
Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!.
III.iii EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in tres3
Drie ASESINOSMoordenaars
Moordlustig
Moordlustige.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
¿QuiénWie teJe
Jou dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei que vinierasJij/je kwam
Jij/je kwam mee?
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 33
Drie.°
Macbeth.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 22
Twee.°
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand por quéWaarom dudarDubben
In dubio staan
Twijfelen de élHem
Hij: conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet!
nuestroOns
Onze
Van ons encargoAanvraag
Aanvragen
Bestellen
Bestelling
Ik belast met
Ik bestel
Ik draag op
Ik geef opdracht
Ik vraag aan
Opdragen
Order y nos(Aan) ons
Ons haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend
órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes precisasJij/je hebt nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
EntoncesDan
Dus
Toen que se vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt zich.
AúnNog
Nog altijd
Nog steeds asomanZij/ze beginnen zich te
vertonen
Zij/ze komen te voorschijn
Zij/ze vertonen voor een
opening a ponienteWesten algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige rayosBliksems
Hemelvuren
Stralen.
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans el viajeroReis-
Reiziger retrasadoAchterlijk
Achterlijk persoon
Achterlijke
Achteruitgegaan
Geestelijk achterlijk
Uitgesteld hincaDoe steunen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet steunen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Steek!
Zet! espuelasSporen
por llegarAangeven
Aankomen
Aanlanden
Aanreiken
Arriveren
Doorbrengen
Verdrijven a tiempoBijtijds
Op tijd
Tijdig a la posadaGeposeerd
Gezeten
Herberg
Logement, y el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent
alNaar de
Naar het que esperarnosAfwachten
Bedacht zijn op
Hopen
Te wachten staan
Verwachten
Vooruitzien
Voorzien
Wachten
Wachten op yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 33
Drie.°
CallaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwijgt
Verzwijg!
Zwijg!. OigoIk hoor
Ik verneem
Ik versta caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen.
BANQUO [dentroBinnen
Daarbinnen
Erin]
¡EhHallo
Hé
Hé daar
Zeg, tráemeBezorg!
Breng aan!
Breng mee!
Breng!
Draag aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt mee
Neem mee! luzKozijn
Licht
Schietgat
Schijn
Schijnsel
Vensternis
Verlichting!
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 22
Twee.°
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats élHem
Hij. Los demásDe anderen convidadosGasten
Introducés
Logés de la listaBand
Bereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Borderel
Cedel
Ceel
Ceintuur
Deelnemerslijst
Gerede
Gereed
Keuzelijst
Klaar
Klare
Lijst
Loonstaat
Menu
Presentielijst
Rap
Rappe
Reep
Rol
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Spijskaart
Staat
Streep
Strook
Tabel
Vlug
Vlugge
Wapenbalk
yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn en la corteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
HaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is dejadoAchtergelaten
Achterlaten
Gelaten
Gelaten begaan
Gelaten schieten
Geleend
Gelegateerd
In de steek gelaten
Laten
Legateren
Lenen
Losgelaten
Loslaten
Nagelaten
Nalaten
Opgeleverd
Opleveren
Overgelaten
Overlaten
Toegestaan
Toestaan
Toevertrouwd
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaakt
Vermaken
Verzuimd
Verzuimen
Zich verlaat van los caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 33
Drie.°
CasiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat a una millaMijl. PeroDoch
Echter
Maar élHem
Hij sueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gewoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pleegt
Pleegt,
igual queEvenals
Zoals todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, ir aGaan naar pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit aquíAlhier
Hier
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs las puertasDeuren
Poorten
Portieren de palacioPaleis.
EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in BANQUO y FLEANCE conDoor
Met
Per
Samen met una antorchaFakkel
Flambouw
Toorts.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 22
Twee.°
¡AlumbradBelicht!
Beschijn!
Licht voor!
Steek aan!
Verlicht!, alumbradBelicht!
Beschijn!
Licht voor!
Steek aan!
Verlicht!!
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 33
Drie.°
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats élHem
Hij.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
PreparadosAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaten
Toebereid
Toebereide
Voorbereid.
BANQUO
HabráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben lluviaGieten
Regen
Regenen estaDeze
Dit nocheAvond
Nacht.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
¡PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende que caiga(Het) valt
Geraakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Ik geraak
Ik laat vallen
Ik val
Ik val af
Ik val neer
Ik verschiet
Ik verval
Laat u vallen!
Valt u af!
Valt u neer!
Valt u!
Verschiet u!
Vervalt u!!
[AtacanZij/ze attaqueren
Zij/ze grijpen aan
Zij/ze tackelen
Zij/ze tasten aan
Zij/ze vallen aan a BANQUO.]
BANQUO
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, traiciónVerraad! ¡HuyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlucht
Loop weg!
Ontsnap!
Vlucht!, miMi
Mijn Fleance!
¡HuyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlucht
Loop weg!
Ontsnap!
Vlucht!, huyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlucht
Loop weg!
Ontsnap!
Vlucht!, huyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlucht
Loop weg!
Ontsnap!
Vlucht!! PodrásJij/je zal kunnen
Jij/je zal mogen vengarmeWraak nemen
Wreken.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, canallaLoeder
Ploert
Rotzak
Schoelje
Schoft!
[MuereGa dood!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overlijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versmacht
Overlijd!
Sterf!
Verscheid!
Versmacht!. FLEANCE escapaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapt
Ontga!
Ontkom!
Ontsnap!.]
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 33
Drie.°
¿QuiénWie apagóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blies uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bluste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bluste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette uit la antorchaFakkel
Flambouw
Toorts?
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was eseDat
Die el planBlauwdruk
Concept
Ontwerp
Opzet
Plan
Plattegrond
Project?
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 33
Drie.°
SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één; el hijoKind
Zoon haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is huidoGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 22
Twee.°
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende perdimosWij/we gaven op
Wij/we liepen mis
Wij/we misten
Wij/we raakten kwijt
Wij/we verbeurden
Wij/we verkwistten
Wij/we verloren
Wij/we verspeelden la mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever mitadHelft
de nuestroOns
Onze
Van ons encargoAanvraag
Aanvragen
Bestellen
Bestelling
Ik belast met
Ik bestel
Ik draag op
Ik geef opdracht
Ik vraag aan
Opdragen
Order.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
BuenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, vámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen a contarAftellen
Berekenen
Calculeren
Debiteren
Neertellen
Rekenen
Tellen
Uitrekenen
Verhalen
Vertellen
Voorlezen
lo queDat wat
Wat hemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we zijn hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet.
Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!.
III.iv
BanqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in MACBETH, LADY
MACBETH, ROSSRoss, LENNOXLennox, NOBLESAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele y acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen.
MACBETH
ConocéisJullie kennen
Jullie leren kennen
Jullie maken kennis
Jullie weten
Jullie zijn bekend met vuestroJullie
Uw
Van jullie rangoGraad
Rang
Stand
Status; sentaosGa zitten!
Neem plaats!
Zet je!
Zet!.
SedBen!
Dorst
Gebeur!
Heb plaats!
Vind plaats! todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle cordialmente bienvenidosWelkom
Welkome.
NOBLESAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele
GraciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit.
MACBETH
En cuantoZodra a míMe
Mij, me mezclaréIk zal me bewegen
onder de mensen
Ik zal me dooreenmengen
Ik zal me mengen
Ik zal me vermaagschappen
Ik zal me vermengen conDoor
Met
Per
Samen met los presentesAanwezig
Aanwezige
Cadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Jij/je belicht
Jij/je biedt aan
Jij/je brengt uit
Jij/je dient in
Jij/je etaleert
Jij/je presenteert
Jij/je schenkt
Jij/je stalt uit
Jij/je stelt bloot
Jij/je stelt tentoon
Jij/je stelt voor
Jij/je vertoont
Jij/je zet uiteen
Present
Presente
Schenkingen
Tegenwoordig
Tegenwoordige
y haréIk zal aanmaken
Ik zal bedrijven
Ik zal doen
Ik zal maken
Ik zal uitbrengen
Ik zal uitrichten
Ik zal uitvoeren de humildeDeemoedig
Deemoedige
Nederig
Nederige
Onderdanig
Onderdanige anfitriónAmphitryon
Gastheer. La reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin
permanecerá(Het) zal verblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overblijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal resten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal resteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verblijven en suHaar
Hun
Uw
Zijn sillónArmstoel
Fauteuil
Leuningstoel
Leunstoel
Zorgstoel, masDoch
Echter
Maar
Plus oportunamente
rogaréIk zal aanvragen
Ik zal inroepen
Ik zal smeken
Ik zal verzoeken
Ik zal vragen suHaar
Hun
Uw
Zijn bienvenidaWelkom
Welkome
Welkomst-.
LADY MACBETH
MiMi
Mijn señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, dáselaBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle en miMi
Mijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende los acojoIk accepteer
Ik neem aan
Ik neem op
Ik ontvang
Ik vang op de todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle corazónHart
Klokhuis.
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! el ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
MACBETH
MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!, teJe
Jou respondenZij/ze antwoorden
Zij/ze antwoorden op
Zij/ze beantwoorden
Zij/ze reageren
Zij/ze verantwoorden
Zij/ze zijn aansprakelijk
Zij/ze zijn verantwoordelijk conDoor
Met
Per
Samen met afableAardig
Aardige
Beminnelijk
Beminnelijke
Beminnenswaardig
Beminnenswaardige
Lief
Lieftallig
Lieftallige
Lieve
Voorkomend
Voorkomende
Vriendelijk
Vriendelijke
gratitudDankbaarheid.Los dosAlle twee de
Allebei
Beide ladosFlanken
Kanten
Zijden
Zijdes
Zijkanten, igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort. Me sentaréIk zal gaan zitten
Ik zal me zetten
Ik zal plaatsnemen
Ik zal zetten en el centroEl centro
Het midden.
ProdigadVerkwist! alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde. AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans pasaréIk zal aangeven
Ik zal aanreiken
Ik zal doorbrengen
Ik zal doorlaten
Ik zal gebeuren
Ik zal inhalen
Ik zal langsgaan
Ik zal langskomen
Ik zal omkomen
Ik zal overgaan
Ik zal overkomen
Ik zal oversteken
Ik zal passeren
Ik zal verdrijven
Ik zal vergaan
Ik zal verlopen
Ik zal verstrijken
Ik zal voorbijgaan
la copaBeker
Bokaal
Borrel
Cup
Drankje
Drinkbeker
Glaasje
Glas
Glas met steel por la mesaLa mesa.
[AlNaar de
Naar het ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige] LlevasJij/je berekent
Jij/je brengt
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt in rekening
Jij/je brengt mede
Jij/je brengt mee
Jij/je brengt weg
Jij/je draagt
Jij/je hebt aan
Jij/je hebt op
Jij/je hebt voor
Jij/je neemt mee
Jij/je vervoert sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! en la caraDe kant
De zijde.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la de Banquo.
MACBETH
MejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever en tuJe
Jouw exteriorAan de buitenkant
Buiten-
Buitenkant
Buitenste
Buitenzijde
Extern
Externe
Uiterlijk
Uiterlijke
Uitwendig
Uitwendige que dentro deBinnen
Binnenin
In
Op
Per
Te élHem
Hij.
¿EstáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht?
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
Degollado, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer YoEgo
Ik loDe
Hem
Het
U hiceIk bedreef
Ik bracht uit
Ik deed
Ik maakte
Ik maakte aan
Ik richtte uit
Ik voerde uit.
MACBETH
EresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats el mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever degollador, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook el queDat
Die
Hij die
Wie matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af a Fleance.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fuisteJij/je begaf je
Jij/je gebeurde
Jij/je ging
Jij/je had plaats
Jij/je karde
Jij/je liep
Jij/je liep van stapel
Jij/je reed
Jij/je verliep
Jij/je voer
Jij/je vond plaats
Jij/je was túGe
Gij
Je
Jij, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast rivalConcurrent
Mededinger
Rivaal.
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
SoberanoBeheerser
Potentaat
Soeverein señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, Fleance haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is escapadoOntgaan
Ontkomen
Ontsnappen
Ontsnapt.
MACBETH
YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds vuelveDraai om!
Draai rond!
Draai!
Ga terug!
Ga weer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkt
Keer terug!
Keer weder!
Keer!
Kom terug!
Kom weder!
Kom weerom!
Loop terug!
Trek terug!
Wend!
Wentel!
Zwenk! miMi
Mijn angustiaAngst
Beklemming
Benauwdheid
Smart
Zielsangst. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, estaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zitten
Ik zou liggen
Ik zou me bevinden
Ik zou zijn
Ik zou zitten serenoBedaard
Bedaarde
Helder
Heldere
Ik stel gerust
Kalm
Kalme
Nachtwacht
Onbezorgd
Onbezorgde
Sereen
Serene;
enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el mármolMarmer, firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals rocaGesteente
Rots
Rotsblok,
tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer libreBevrijdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevrijdt
Ik bevrijd
Los
Losse
Onbelemmerd
Onbelemmerde
Onbezet
Onbezette
Ontheven
Open
Vacant
Vacante
Vlot
Vlotte
Vrij
Vrije
Vrijgesteld
Vrijgestelde comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el aireLucht que meMe
Mij envuelveBaker in!
Baker!
Breng met je mee!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt met zich
mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rolt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strengelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wikkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwachtelt in
Impliceer!
Omwikkel
Pak in!
Pak!
Rol op!
Sluit in!
Strengel!
Verpak!
Wikkel!
Wind!
Zwachtel in!.
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit encerradoOpgesloten
Vastgezet, encarceladoGevangene
Ingemetseld, cautivoGevangene
Ik bekoor
Ik boezem belang in
Ik interesseer
Ik lach toe
Ik lok
Ik lok aan
Ik trek
Ik trek aan
Ik verlekker, presoGevangene
de insolentesBrutaal
Brutale
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Onbeleefd
Onbeleefde
Onbeschaamd
Onbeschaamde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige
Vrijpostig
Vrijpostige dudasAarzelingen
Geweifels
Haperingen
Jij/je dubt
Jij/je staat in dubio
Jij/je twijfelt
Twijfels
Weifelingen y temores. -Angsten
Beduchtheden
Vrezen PeroDoch
Echter
Maar Banquo,
¿estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker?
ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
SíJa
Jawel
Wel
Zich, miMi
Mijn señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer. SeguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker en un fosoGat
Greppel
Hol
Holte
Kuil
Put
Slotgracht,
conDoor
Met
Per
Samen met veinte20
Twintig tajosHakbanken
Hakblokken
Kapblokken que leHaar
Hem
Het
U surcanZij/ze klieven door
Zij/ze ploegen door
Zij/ze rimpelen
Zij/ze snijden door la cabezaHoofd
Kop
Krop;
el menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste era deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden.
MACBETH
Gracias. -Bedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen AhíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds yace(Het) rust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Lig! la serpienteSerpent
Slang;
suHaar
Hun
Uw
Zijn críaFok op!
Fok!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voedt op
Voed op! haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is huidoGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen y tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast vidaHachje
Leven que podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
criarFokken
Opfokken
Opvoeden venenoGif
Gift
Venijn
Vergif
Vergift, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes.
VeteBen duidelijk!
Blijk!
Ga af!
Ga weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit over
Ik spreek mijn veto
uit
Ik spreek mijn veto
uit over
Laat je zien!
Spreekt u uw veto
uit over!
Spreekt u uw veto
uit!
Vertrek!
Verwijder je! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds, mañanaMorgen
Ochtend nos veremosWij/we zullen blijken
Wij/we zullen duidelijk zijn
Wij/we zullen elkaar bezoeken
Wij/we zullen elkaar ontmoeten
Wij/we zullen ons laten
zien.
Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u! el ASESINOIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige 11
Een.°
LADY MACBETH
MiMi
Mijn regio esposoEchtgenoot
Gemaal
Man, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dasJij geeft
Jij/je brengt op
Jij/je brengt toe
Jij/je geeft
Jij/je geeft aan
Jij/je kent toe
Jij/je verleent acogimiento.
Un banqueteBanket
Feestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal que se cobraBrilslang
Cobra
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze int
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
In!
Ontvang!
Verdien!
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals, en suHaar
Hun
Uw
Zijn cursoBeursnotering
Cursus
Gaan
Gang
Ik behandel
Ik studeer
Ik volg
Koers
Leergang
Leerjaar
Loop
Notering
Prijsnotering
Route
Schooljaar
Tracé
Traject
Verloop, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se brindanZij/ze bieden aan atencionesAchten
Affecties
Attenties
Genegenheden
Oplettendheden
Welwillendheden:
hay queMen moet mostrarLaten zien
Tentoonspreiden
Tonen
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen complacencia. Por comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten,
másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn en casaIn huis
Thuis; fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend ellaHaar
Ze
Zij
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand festínFeestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te cortesíasBeleefdheden
Complimenten
Hoffelijkheden
Plichtplegingen
Welgemanierdheden
Wellevendheden, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
una tristeAalwaardig
Aalwaardige
Bedroefd
Bedroefde
Droef
Droeve
Droevig
Droevige
Gemelijk
Gemelijke
Mistroostig
Mistroostige
Naargeestig
Naargeestige
Somber
Sombere
Treurig
Treurige
Triest
Trieste
Triestig
Triestige
Verdrietig
Verdrietige reuniónAansluiting
Bijeenkomst
Concentreren
Conferentie
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Reunion
Réunion
Stapelen
Verenigen
Vergadering
Verzamelen.
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! el espectroKleurenbeeld
Spectrum de BANQUO y se sientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich
Men proeft en el
sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website de MACBETH.
MACBETH
¡MiMi
Mijn fielGetrouw
Getrouwe
Juist
Juiste
Trouw
Trouwe recordadora!
La buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende digestiónDigereren
Digestie
Spijsvertering
Verduwen
Verteren
Vertering
Verwerken déBrengt u op!
Brengt u toe!
Geeft u aan!
Geeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ik breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen
Kent u toe!
Verleent u! servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet alNaar de
Naar het apetitoEetlust
Graagte
Honger
Hongerigheid
Trek,
y saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los dosAlle twee de
Allebei
Beide.
LENNOXLennox
DignaosBen toegeeflijk voor!
Laat je vermurwen!
Ontzie!
Spaar!
Verwaardig je! tomarAannemen
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten asientoBril
Ik beaam
Ik bevestig
Ik stem toe
Ik vestig
Ik zeg ja
Ik zet neer
Moer
Stoel
Zetel
Zitplaats
Zitting, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit.
MACBETH
Todas lasAlle gloriasBeroemdheden
Glories
Gloriën del paísLand se hallaríanZij/ze zouden zich bevinden
Zij/ze zouden zich terugvinden
Zij/ze zouden zijn
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind techoBovengrens
Dak
Hoogtegrens
Ik voorzie van een
dak
Plafond siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank faltaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig el gentilAanzienlijk
Aanzienlijke
Aardig
Aardige
Heidens
Heidense
Piekfijn
Piekfijne
Vlot
Vlotte
Voornaam
Voorname
Zwierig
Zwierige Banquo,
a quienDie
Wie prefiero(Ik) verkies
Ik doe liever
Ik geef de voorkeur
aan
Ik geef voorkeur aan
Ik prefereer
Ik trek voor
Ik verkies
Ik wil liever acusarAanduiden
Aanklagen
Aanwijzen
Beschuldigen
Betichten
Tonen
Verraden de negligencia
que llorarleBejammeren
Betreuren
Bewenen
Huilen
Krijten
Schreien
Wenen una desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval.
ROSSRoss
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, suHaar
Hun
Uw
Zijn ausenciaAbsentie
Afwezigheid
Mangel
Uitstedigheid
Verstek
Verzuim empañaBaker in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontluistert
Maak dof!
Onteer!
Ontluister! suHaar
Hun
Uw
Zijn promesaBelofte
Toezegging
Uitloving.
MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit, dignaosBen toegeeflijk voor!
Laat je vermurwen!
Ontzie!
Spaar!
Verwaardig je! favorecernosBegunstigen
Bevoordelen
Voorstaan
Voortrekken
conDoor
Met
Per
Samen met vuestraJullie
Uw
Van jullie augustaAugusta compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm.
MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand sitioBeleg
Belegeren
Belegering
Ik beleger
Ligging
Locatie
Lokaal
Lokaliteit
Oord
Plaats
Plek
Ruimte
Website en la mesaLa mesa.
LENNOXLennox
AquíAlhier
Hier hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één reservadoBesproken
Geboekt
Gereserveerd
Gereserveerde
Ingetekend
Opengehouden
Vrijgehouden
Weggezet.
MACBETH
¿DóndeWaar
Waarheen?
LENNoxLennox
AquíAlhier
Hier, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer. ¿QuéWat
Welke esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats lo queDat wat
Wat osJe
Jullie agitaAgiteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze agiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruit op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze windt op
Hits op!
Roer!
Rui op!
Schud!
Stook op!
Wind op!, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit?
MACBETH
¿QuiénWie de vosotrosGijlieden
Je
Jullie haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet estoDeze
Dit?
NOBLESAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele
¿QuéWat
Welke, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer?
MACBETH [alNaar de
Naar het espectroKleurenbeeld
Spectrum]
TúGe
Gij
Je
Jij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je magt decirOpgeven
Spreken
Zeggen que heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden yoEgo
Ik.
¡NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sacudasJij/je schokt
Jij/je schudt
Jij/je schudt op
Jij/je wrikt contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus míMe
Mij tuJe
Jouw melenaHaardos
Muurleeuwenbek ensangrentadaBebloed
Bebloede
Bloed bevlekt
Bloederig
Bloederige!
ROSSRoss
LevantaosGa staan!
Sta op!
Verrijs!
Word wakker!, caballerosHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren
Ridders
Ruiters. El reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! indispuestoNiet lekker
Ongesteld
Ongestelde
Onwel
Van streek
Ziekelijk
Ziekelijke.
LADY MACBETH
SentaosGa zitten!
Neem plaats!
Zet je!
Zet!, noblesAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden. MiMi
Mijn esposoEchtgenoot
Gemaal
Man
haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille. SeguidBewandel!
Blijf aan!
Ga door!
Houd bij!
Vervolg
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort! sentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld:
el accesoAangeven
Aankomen
Aanreiken
Arriveren
Binnengaan
Doorbrengen
Entree
Intrede
Naderen
Toegang
Verdrijven esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats pasajeroInzittende
Passagier, en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
estará(Het/hij/zij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zitten bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals os fijáisJullie letten op
Jullie richten je op muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere en élDaaraan
Erin
leHaar
Hem
Het
U ofenderéisJullie zullen beledigen
Jullie zullen grieven
Jullie zullen krenken
Jullie zullen verongelijken y alargaréisJullie zullen aangeven
Jullie zullen aanreiken
Jullie zullen afdragen
Jullie zullen doorbrengen
Jullie zullen doortrekken
Jullie zullen langer maken
Jullie zullen overgeven
Jullie zullen overhandigen
Jullie zullen rekken
Jullie zullen ter hand
stellen
Jullie zullen toereiken
Jullie zullen uitleggen
Jullie zullen uitrekken
Jullie zullen uittrekken
Jullie zullen verdrijven
Jullie zullen verlengen suHaar
Hun
Uw
Zijn malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte.
ComedBik!
Eet!
Gebruik het middagmaal!
Gebruik!
Lunch!
Nuttig!
Vreet!, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U hagáisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit caso. -Casus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak ¿TúGe
Gij
Je
Jij eresJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent?
MACBETH
SíJa
Jawel
Wel
Zich, un valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank temeBen bang voor!
Ducht!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ducht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bang voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrikt terug voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schroomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vreest
Schrik terug voor!
Schroom!
Vrees! mirarAanblikken
Aankijken
Bekijken
Blikken
Een blik werpen
Een blik werpen op
Kijken
Kijken naar
Schouwen
Toekijken
Toezien
lo queDat wat
Wat aterraríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou angst inboezemen
Ik zou angst inboezemen alNaar de
Naar het diabloBoze
Drommel
Duivel.
LADY MACBETH
¡QuéWat
Welke estupidezDomheid
Stompzinnigheid! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
que la imagenAfbeelding
Beeld
Imago
Plaat
Prent
Voorstelling de tuJe
Jouw espantoAngst
Ik jaag angst aan
Ik jaag weg
Ik schrik af
Ik verjaag
Ik verschrik
Schrik, la dagaDagge
Dolk aéreaBovengronds
Bovengrondse
Lucht-
Met lucht gevuld
que decíasJij/je gaf op
Jij/je sprak
Jij/je zegde
Jij/je zei que teJe
Jou llevó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor DuncanDuncan.
AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, estosDeze
Dezen ataquesAanrandingen
Aanslagen
Aanvallen
Attaques
Jij/je attaqueert
Jij/je grijpt aan
Jij/je tackelt
Jij/je tast aan
Jij/je valt aan
Offensieven
Vlagen y rachas, impostoresBedriegers
del terrorOntzetting
Schrik
Schrikbewind
Schrikkelijkheid
Terreur, convendríanZij/ze zouden afspreken
Zij/ze zouden betamen
Zij/ze zouden een schikking
treffen
Zij/ze zouden gelegen komen
Zij/ze zouden het eens
zijn
Zij/ze zouden overeenkomen
Zij/ze zouden passen
Zij/ze zouden schikken
Zij/ze zouden uitkomen
Zij/ze zouden voegen a un cuentoAnekdote
Ik bereken
Ik calculeer
Ik debiteer
Ik lees voor
Ik reken
Ik reken uit
Ik tel
Ik tel af
Ik tel neer
Ik verhaal
Ik vertel
Sprookje
Verhaal de viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten
contadoAfgeteld
Berekend
Gecalculeerd
Gedebiteerd
Gerekend
Geteld
Neergeteld
Schaars
Schaarse
Uitgerekend
Verhaald
Verteld
Voorgelezen
Zeldzaam
Zeldzame alNaar de
Naar het amorAffectie
Liefde
Min de la lumbreGlans
Helderheid
Licht
Schijn
Schijnsel
Schittering
Vuur. ¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, deshonra!
¿A quéWat
Welke vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee esasDie muecasGrijnzen
Grimassen? A1 finalBeslissingswedstrijd
Besluit
Beëindiging
Eind
Eind-
Einde
End
Finale
Slot
Uiteindelijk
Uiteindelijke
Voleinding,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank vesJij ziet
Jij/je bekijkt
Jij/je kijkt
Jij/je ziet másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que un asientoEen zitting.
MACBETH
¡MiraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds! ¡VeBegeef je!
Bekijk!
Ga!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Kar!
Kijk!
Loop van stapel!
Loop!
Rijd!
Vaar!
Vé
Verloop!
Zie!, miraBekijk!
Blik aan!
Blik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet toe
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe!, contemplaBeschouw!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze koekeloert
Koekeloer!! ¿QuéWat
Welke dicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt?
[AlNaar de
Naar het espectroKleurenbeeld
Spectrum] ¡QuéWat
Welke meMe
Mij importaBedraag!
Beloop!
Ben erg!
Ben van belang!
Doe ter zake!
Het is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ter zake
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze importeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is erg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van belang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert in
Importeer!
Maak uit!
Voer in!! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals inclinasJij/je buigt
Jij/je doet overhellen
Jij/je neigt la cabezaHoofd
Kop
Krop,
hablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals osarios y tumbasGraftomben
Graftombes
Graven
Groeven
Groeves
Jij/je bedwelmt de zinnen
van
Jij/je brengt ten val
Jij/je doet vallen
Jij/je gooit om
Jij/je gooit omver
Jij/je kantelt
Jij/je keert om nos(Aan) ons
Ons devuelvenZij/ze bezorgen terug
Zij/ze brengen terug
Zij/ze geven terug
Zij/ze geven weer
Zij/ze hergeven
Zij/ze heruitzenden
Zij/ze reproduceren
Zij/ze retourneren
Zij/ze sturen terug
Zij/ze vergelden
Zij/ze wijzen terug
a los muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus panteones
que el buche de los milanosWouwen.
[Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u! el espectroKleurenbeeld
Spectrum.]
LADY MACBETH
¿HasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt perdidoGemist
Kwijt
Kwijtgeraakt
Misgelopen
Opgegeven
Verbeurd
Verkwist
Verloren
Verspeeld
Vervlogen la hombríaMannelijkheid en la locuraWaanzin?
MACBETH
¡ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit vivoIk leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige, que loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta!
LADY MACBETH
¡QuéWat
Welke vergüenzaBeschaamdheid
Schaamte
Schande!
MACBETH
La sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! se derramabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekte yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds de antiguoAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude,
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten humanasHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke suavizaranZij/ze verzachtten
las costumbresGebruiken
Gewoonten
Gewoontes
Usances
Zeden; síJa
Jawel
Wel
Zich, y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand perpetradoBedreven
Begaan
Volvoerd
crímenesMisdaden
Misdrijven que espantanZij/ze jagen angst aan
Zij/ze jagen weg
Zij/ze schrikken af
Zij/ze verjagen
Zij/ze verschrikken alNaar de
Naar het oírlosHoren
Vernemen
Verstaan. HuboHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was un tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd
en queWaarin unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n sesosBreinen
Hersenen
Hersens estrelladosGebroken
Met sterren bezaaid
Stukgeslagen
Verbrijzeld decíanZij/ze gaven op
Zij/ze spraken
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
y nada másNiet meer; peroDoch
Echter
Maar ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans resucitanZij/ze doen herleven
Zij/ze staan op
Zij/ze verrijzen
Zij/ze wekken op
conDoor
Met
Per
Samen met veinte20
Twintig tajosHakbanken
Hakblokken
Kapblokken por todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la cabezaHoofd
Kop
Krop
y nos(Aan) ons
Ons robanZij/ze beroven
Zij/ze bestelen
Zij/ze maken buit
Zij/ze plunderen
Zij/ze roven
Zij/ze stelen
Zij/ze stropen
Zij/ze vergrijpen zich aan el asientoDe zitting. EstoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus pasmosoVerbazingwekkend
Verbazingwekkende
que un crimenMisdaad
Misdrijf semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke.
LADY MACBETH
MiMi
Mijn señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, tusJe
Jouw noblesAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden
teJe
Jou echan de menosZij/ze missen.
MACBETH
Me olvidéIk leerde af
Ik vergat
Ik verleerde.NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
osJe
Jullie asombreBevreemdt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondert
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Verbaast u!
Verwondert u! miMi
Mijn conductaGedrag
Houding
Wandel, amigosAmicaal
Amicale
Amices
Bevriend
Bevriende
Vrienden
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrinden míosVan mij.
PadezcoIk doorsta
Ik duld
Ik lijd
Ik lijd aan
Ik onderga
Ik sta uit
Ik veel
Ik verdraag una extrañaBan!
Bevreemd!
Buitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van de
deur
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aanmerking op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt vreemd
Houd van de deur!
Laak!
Maak aanmerking op!
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Verbaas!
Verban!
Vind vreemd!
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke dolenciaBlessure
Pijntje, que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! quienDie
Wie meMe
Mij conoce(Hij) kent
Ben bekend met!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Leer kennen!
Maak kennis!
Weet!. ¡VamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen, amistadVriendschap y saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
a todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle! AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans me sentaréIk zal gaan zitten
Ik zal me zetten
Ik zal plaatsnemen
Ik zal zetten. ¡EchadmeBegin handel te drijven
met!
Gooi
Gooi erop!
Gooi!
Heb aandeel in!
Jaag weg!
Keil!
Kondig aan!
Krijg!
Laat aan het lot
over!
Leg op!
Maak bekend!
Maak vast!
Neem!
Schat!
Schenk in!
Sla uit!
Smijt!
Speel een partijtje!
Speel uit!
Spreek uit!
Stort!
Strooi!
Stuur weg!
Tank!
Treed op in!
Uit!
Voeg toe!
Voer op!
Wed!
Wedijver!
Werp!
Zeg!
Zend weg!
Zet buiten de deur! vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el bordeBand
Boord
Borduurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borduurt
Ik borduur
Kant
Rand
Zoom!
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! el espectroKleurenbeeld
Spectrum.
BeboIk drink
Ik gebruik por el gozoIk geniet
Ik geniet van
Ik verheug me in
Ik verlustig me in generalAlgemeen
Algemene
Generaal
Generale de nuestraOns
Onze
Van ons mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank
y por nuestroOns
Onze
Van ons queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle Banquo, ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans ausenteAbsent
Absente
Afwezig
Afwezige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik verwijder
Ontbrekend
Ontbrekende
Uitstedig
Uitstedige
Vermist
Vermiste
Verwijdert u!.
¡OjaláHopelijk estuviera(Het
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
Ik) was aquíAlhier
Hier! ¡Brindo porIk toast op todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y por élHem
Hij!
¡TodosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle por todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle!
NOBLESAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele
¡NuestroOns
Onze
Van ons brindisDronk
Dronken
Heildronk
Heildronken
Tafelrede
Tafelredes
Toast
Toasten conDoor
Met
Per
Samen met lealtadTrouw!
MACBETH [alNaar de
Naar het espectroKleurenbeeld
Spectrum]
¡VeteBen duidelijk!
Blijk!
Ga af!
Ga weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit over
Ik spreek mijn veto
uit
Ik spreek mijn veto
uit over
Laat je zien!
Spreekt u uw veto
uit over!
Spreekt u uw veto
uit!
Vertrek!
Verwijder je!, fuera deBehalve
Buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Ik behoorde
Ik behoorde toe
Ik behoorde tot
Ik kwam uit
Ongerekend miMi
Mijn vistaAanblik
Aanschijn
Aanschouwing
Bekeken
Beschouwing
Buitenkant
Douanebeambte
Gekeken
Gezicht
Gezichtsvermogen
Gezien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omkleedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
Kleedt u aan!
Kleedt u!
Omkleedt u!
Staat u!
Tolbeambte
Uiterlijk
Uitzicht
Zicht! ¡La tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land teJe
Jou escondaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontveinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschuilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstopt
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Ontveinst u!
Verbergt u!
Verheelt u!
Verschuilt u!
Verstopt u!!
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand tuétanoMerg en tusJe
Jouw huesosBeenderen
Benen
Botten
Graten
Kernen
Knokken
Pitten
Schonken, fríaAfgekoeld
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats tuJe
Jouw sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tienesJij/je hebt
Jij/je houdt
Jij/je houdt bij
Jij/je houdt erop na
Jij/je houdt vast visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien en esosDie ojosKijkers
Ogen de iraBoosheid
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid
Woede
Wraak
que meMe
Mij clavasJij/je slaat in
Knotsen
Wapenstokken.
LADY MACBETH
BuenosBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende noblesAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele, tomadAccepteer!
Drink!
Gebruik!
Krijg binnen!
Neem aan!
Neem af!
Neem in!
Neem!
Nuttig!
Ontvang!
Pak!
Raap op!
Sla in!
Slik in!
Snuif op!
Vat aan!
Vat! estoDeze
Dit
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat habitualGewone
Gewoon
Gewoonlijk
Habitué
Stamgast
Trouwe bezoeker, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats otraAnder
Andere
Nog een
Nog één cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak,
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al empañaBaker in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontluistert
Maak dof!
Onteer!
Ontluister! el agradoBehagen
Genoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik maak naar de
zin
Ik sta aan
Ik vind prettig
Ik zin
Liefheid
Voorkomendheid
Vriendelijkheid
Welbehagen
Welgevallen
Zin del momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip.
MACBETH [alNaar de
Naar het espectroKleurenbeeld
Spectrum]
A cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent se atrevaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze durft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt brutaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt onbeschaamd, yoEgo
Ik me atrevoIk besta
Ik durf
Ik waag
Ik word brutaal
Ik word onbeschaamd:
acércateBen in aantocht!
Kom dichterbij!
Nader! comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el ferozGruwelijk
Gruwelijke
Wrede
Wreed osoBeer
Ik durf
Ik waag de RusiaRusland,
el rinoceronteNeushoorn
Rinoceros acorazadoGepantserd
Gepantserde
Oorlogsschip
Pantserschip o el tigreEl tigre de HircaniaHyrcanië;
adoptaAdopteer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adopteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich eigen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Maak je eigen!
Neem aan! cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd ésaDat
Die, y misMi's
Mijn firmesBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Jij/je onderschrijft
Jij/je ondertekent
Jij/je tekent
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Vast
Vaste
Veilig
Veilige
fibrasVezels nuncaNimmer
Nooit temblaránZij/ze zullen beven
Zij/ze zullen bibberen
Zij/ze zullen huiveren
Zij/ze zullen rillen
Zij/ze zullen trillen. O resucitaDoe herleven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet herleven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wekt op
Sta op!
Verrijs!
Wek op!
y rétameDaag uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lokt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze provoceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tergt
Lok uit!
Provoceer!
Tart uit!
Tart!
Terg! a campoAkker
Gebied
Land
Open veld
Platteland
Terrein
Veld abiertoBegonnen
Gegraveerd
Geopend
Onomwonden
Onverbloemd
Onverbloemde
Open
Open gemaakt
Opengedaan
Opengemaakt
Rondborstig
Rondborstige conDoor
Met
Per
Samen met tuJe
Jouw espadaBolleboos
Degen
Slagzwaard
Zwaard:
siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el temblorBeven
Bibberen
Huiveren
Rillen
Tremor
Trillen meMe
Mij señorea, proclámameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proclameert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaardigt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkondigt
Kondig af!
Proclameer!
Vaardig uit!
Verkondig!
una niñaKind
Meisje
Wicht. ¡FueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg, sombraAfspiegeling
Lommer
Schaduw
Schaduwbeeld
Schim
Silhouet
Zweem horrenda!
¡VeteBen duidelijk!
Blijk!
Ga af!
Ga weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt zijn veto
uit over
Ik spreek mijn veto
uit
Ik spreek mijn veto
uit over
Laat je zien!
Spreekt u uw veto
uit over!
Spreekt u uw veto
uit!
Vertrek!
Verwijder je!, ficciónFictie
Fingeren
Simuleren
Veinzen
Verbeelding
Verdichtsel
Verzinsel
Voorgeven
Voorwenden!
[Sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u! el espectroKleurenbeeld
Spectrum.]
BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven, y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds vuelvoIk draai
Ik draai om
Ik draai rond
Ik ga terug
Ik ga weer
Ik herhaal
Ik keer
Ik keer terug
Ik keer weder
Ik kom terug
Ik kom weder
Ik kom weerom
Ik loop terug
Ik trek terug
Ik wend
Ik wentel
Ik zwenk
a serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn hombre. -Gast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent OsJe
Jullie loDe
Hem
Het
U ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede, seguidBewandel!
Blijf aan!
Ga door!
Houd bij!
Vervolg
Vloei voort!
Volg op!
Volg!
Zet voort! sentadosAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld.
LADY MACBETH
Desahucias el contentoBevrediging
Genoegdoening
Tevreden
Tevredenheid
Vergenoegd
Vergenoegde
Voldaan
Voldane y enturbiasJij/je vertroebelt la armoníaEendracht
Harmonie
Samenklank
conDoor
Met
Per
Samen met tuJe
Jouw asombrosaVerbazingwekkend
Verbazingwekkende alteraciónBederf
Dispuut
Onenigheid
Ontroering
Opstand
Schrik
Twist
Veranderen
Verandering
Verontrusten
Verstoren
Wijziging.
MACBETH
¿Puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ocurrirAan de hand zijn
Gebeuren
Geschieden
Overkomen
Plaatsvinden
Voorkomen
Voorvallen algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig
y pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! nosotrosOns
We
Wij comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals nubeWolk de veranoZomer
sin queZonder dat nos(Aan) ons
Ons dejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! suspensosAfgeslagen
Afgewezen
Geweigerd
Gewraakt
Nee gezegd tegen
Onderbroken
Verworpen? MeMe
Mij volvéisJullie draaien
Jullie draaien om
Jullie draaien rond
Jullie gaan terug
Jullie gaan weer
Jullie keren
Jullie keren terug
Jullie keren weder
Jullie komen terug
Jullie komen weder
Jullie komen weerom
Jullie lopen terug
Jullie trekken terug
Jullie wenden
Jullie wentelen
Jullie zwenken
un extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke a miMi
Mijn propiaEigen condiciónBepaling
Conditie
Omstandigheid
Voorwaarde
cuandoAls
Tijdens
Wanneer veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie que contempláisJullie beschouwen
Jullie koekeloeren talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke visionesDroombeelden
Droomgezichten
Verschijningen
Visioenen
sin queZonder dat el rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood osJe
Jullie abandoneAbandonneert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abandonneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt ermee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Ik abandonneer
Ik laat in de
steek
Ik laat varen
Ik stop ermee
Ik verlaat
Laat u in de
steek!
Laat u varen!
Stopt u ermee!
Verlaat u! las mejillasKonen
Wangen
cuandoAls
Tijdens
Wanneer las míasVan mij las blanqueaBlancheer
Blancheer!
Bleek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blancheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleekt el miedoAngst
Beduchtheid
Vrees.
ROSSRoss
¿QuéWat
Welke visionesDroombeelden
Droomgezichten
Verschijningen
Visioenen, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer?
LADY MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank habléisJullie converseren
Jullie praten
Jullie spreken, osJe
Jullie loDe
Hem
Het
U ruegoBede
Ik roep in
Ik smeek
Ik verzoek
Ik vraag
Ik vraag aan
Smeekbede: se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan cada vezElke keer
Steeds
Telkens peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere.
ConversarConverseren
Praten leHaar
Hem
Het
U enfureceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt hels
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt woedend
Maak hels!
Maak woedend!. DigamosLaten we opgeven
Laten we spreken
Laten we zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen buenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende nochesAvonden
Nachten.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie preocupeBaart u zorgen!
Benauwt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart zorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongerust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Ik baar zorgen
Ik benauw
Ik maak ongerust
Ik verontrust
Maakt u ongerust!
Verontrust u! el ordenAaneenschakeling
Aanschrijving
Bevel
Bevelschrift
Decoratie
Ereteken
Gebod
Instructie
Kloosterorde
Netheid
Opeenvolging
Orde
Ordelijkheid
Order
Priesterwijding
Rangorde
Ridderorde
Schriftelijk bevel
Sommatie
Verordening
Volgorde de salidaAfgereden
Afname
Afrit
Aftrek
Afvaart
Afzet
Buitengegaan
Er mee weg gekomen
Gestart
Getogen
Naar buiten gegaan
Omzet
Op weg gegaan
Opgestapt
Uitgang
Uitgegaan
Uitgekomen
Uitgelopen
Uitgereden
Uitgestapt
Uitgestegen
Uitgetreden
Uitgevaren
Uitweg
Verschenen
Vertrek
Vertrokken
Weggegaan
Weggereden y salidGa buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds.
LENNOXLennox
BuenasBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende nochesAvonden
Nachten y mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever saludGezondheid
Heil
Redding
Verlossing
Zaligheid
a SuHaar
Hun
Uw
Zijn MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit.
LADY MACBETH
Comment: AntiguaAloud
Aloude
Antiek
Antieke
Antigua
Antigua guatemala
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Overoud
Overoude regiónGebied
Gewest
Landstreek
Regio
Streek de PersiaPerzische rijk
Perzië, alNaar de
Naar het
sureste del Mar CaspioKaspische zee.
A todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, felizGelukkig
Gelukkige
Zegenrijk
Zegenrijke nocheAvond
Nacht.
Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u! NOBLESAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edellieden
Nobel
Nobele [y acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen].
MACBETH
Quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!, dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen: la sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! quiere(Hij/u) wilt
Bemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wil
Houd van!
Wil! sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!.
Se sabeMen weet que las piedrasHagels
Stenen se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand movidoBewogen
Druk
Drukke
Geroerd
Veelbewogen
Verroerd y los árbolesBomen
Masten
habladoGeconverseerd
Gepraat
Gesproken; agüerosVoorboden
Voorbodes
Voortekenen
Voortekens, relacionesBetrekkingen
Jij/je combineert
Jij/je verbindt
Omgangen
Opzichten
Relaties
Verbanden
Verhoudingen
Verstandhoudingen explicadasBeduid
Duidelijk gemaakt
Toegelicht
Uiteengezet
Uitgelegd
Verhelderd
Verklaard
valiéndose deGebruik makend van
Zich bedienend van urracasEksters, grajosRoeken y cornejas,
hallaronZij/ze bevonden
Zij/ze namen waar
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen alNaar de
Naar het criminalCrimineel
Criminele
Misdadig
Misdadige
Misdadiger
Snode
Snood
Strafrechtelijk
Strafrechtelijke másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ocultoClandestien
Clandestiene
Ik ontveins
Ik verberg
Ik verheel
Ik verschuil
Ik verstop
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte. ¿QuéWat
Welke horaTijd
Uur esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats?
LADY MACBETH
La horaTijd
Uur en queWaarin pugnan nocheAvond
Nacht y díaDag
Etmaal.
MACBETH
¿QuéWat
Welke meMe
Mij dicesJij/je geeft op
Jij/je spreekt
Jij/je zegt de Macduff,
que desatiendeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzaakt
Stel achter!
Verwaarloos!
Verzaak! miMi
Mijn solemnePlechtig
Plechtige
Plechtstatig
Plechtstatige
Statig
Statige invitaciónInviteren
Noden
Uitnodigen
Uitnodiging
Vragen?
LADY MACBETH
¿LeHaar
Hem
Het
U hasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt citadoAangehaald
Een toespeling gemaakt
Gealludeerd
Geciteerd
Genoemd
Genoemde
Gezinspeeld
Toegespeeld, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer?
MACBETH
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank; meMe
Mij loDe
Hem
Het
U hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk. PeroDoch
Echter
Maar leHaar
Hem
Het
U citaréIk zal aanhalen
Ik zal alluderen
Ik zal citeren
Ik zal een toespeling
maken
Ik zal noemen
Ik zal toespelen
Ik zal zinspelen:
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand ningunoGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand en cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast
un informanteInformant. MañanaMorgen
Ochtend, y bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart tempranoPril
Prille
Vroeg
Vroege
Vroegtijdig
Vroegtijdige,
iré aIk zal gaan naar verBekijken
Kijken
Zien a las HermanasZussen
Zusters Fatídicas.
QuieroIk bemin
Ik heb lief
Ik houd van
Ik wil saberKennen
Smaken
Weten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus; estoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit decididoBeslist
Besloten
Uitgemaakt
Zich voorgenomen
a oírHoren
Vernemen
Verstaan loDe
Hem
Het
U peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere por el peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling.
NadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de estorbarmeBelemmeren
Beletten
Hinderen
Storen
Verhinderen
Verhoeden
Verstoren. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer adentroBinnen
Binnenwaarts
Naar binnen
en un ríoIk lach
Rivier
Stroom de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! que, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans me estancoIk sta stil
Ik stagneer,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte volverDraaien
Keren
Omdraaien
Ronddraaien
Teruggaan
Terugkeren
Terugkomen
Teruglopen
Terugtrekken
Wederkeren
Wederkomen
Weer gaan
Weeromkomen
Wenden
Wentelen
Zwenken que cruzarloDoorkruisen
Kruisen
Oversteken.
LlevoIk bereken
Ik breng
Ik breng bijeen
Ik breng in rekening
Ik breng mede
Ik breng mee
Ik breng weg
Ik draag
Ik heb aan
Ik heb op
Ik heb voor
Ik neem mee
Ik vervoer en la cabezaHoofd
Kop
Krop ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen extrañasBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Jij/je bant
Jij/je bevreemdt
Jij/je houdt van de
deur
Jij/je laakt
Jij/je maakt aanmerking op
Jij/je verbaast
Jij/je verbant
Jij/je vindt vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke
que hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn de ejecutarseExecuteren
Nakomen
Naleven
Ter dood brengen
Terechtstellen
Uitvoeren
Verrichten
Vervullen
Voltrekken antes deAlvorens te
Voor estudiarlasBestuderen
Instuderen
Leren
School gaan
Studeren
Studie maken van.
LADY MACBETH
TeJe
Jou falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming la salGa buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout de la vidaHachje
Leven, el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap.
MACBETH
Vamos aWij/we gaan naar dormirMaffen
Onder narcose brengen
Pitten
Slapen
Uitslapen. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats miMi
Mijn quimeraChimaera
Droombeeld
Hersenschim
temorAngst
Beduchtheid
Vrees de novicioBeginneling
Groen
Groene
Kloosterling in de proeftijd
Leerling
Nieuweling
Novice
Onervaren: leHaar
Hem
Het
U falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming experienciaBelevenis
Ervaring
Ondervinding.
En acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet aúnNog
Nog altijd
Nog steeds somosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn nuevosNieuw
Nieuwe.
Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!.
III.v TruenosBoomligusters
Donders
Ligusters. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in las tres3
Drie BRUJASBrugge
Heksen alNaar de
Naar het encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting de
HÉCATEHekate.
BRUJAHeks I.a
EstásJij/je bent
Jij/je bevindt je
Jij/je ligt
Jij/je zit airadaBoos
Boze
Giftig
Giftige, HécateHekate. ¿QuéWat
Welke pasaAangegeven
Aangereikt
Breng door!
Doorgebracht
Doorgelaten
Ga langs!
Ga over!
Ga voorbij!
Gebeur!
Gebeurd
Geef aan!
Gepasseerd
Haal in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkomt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrijkt
Ingehaald
Kom langs!
Kom om!
Laat door!
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkom!
Overkomen
Passeer!
Reik aan!
Rozijn
Steek over!
Verdreven
Verdrijf!
Verga!
Vergaan
Verloop!
Verlopen
Verstreken
Verstrijk!
Voorbijgegaan?
HÉCATEHekate
¿Y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term, viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten harapientasHaveloos
Haveloze
Schamel
Schamele
Sjofel
Sjofele?
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, ¿cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je habéisJullie hebben
Jullie zijn tenidoBijgehouden
Erop nagehouden
Gehad
Gehouden
Vastgehouden la insolenciaBrutaalheid
Onbeschaamdheid
Overmoed
Vermetelheid
de tratarAanspreken
Behandelen
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handel drijven
Handelen
Handelen over
Hanteren
In handen hebben
In orde maken
Omgaan met
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen conDoor
Met
Per
Samen met Macbeth paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! moverleRoer het
conDoor
Met
Per
Samen met enigmasPuzzels
Raadselen
Raadsels y pláticas de muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden
y yoEgo
Ik, divinidadGodheid de vuestrosJullie
Van jullie ritosKerkgebruiken
Riten
Rites
Ritussen,
y secretaClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Scheid af!
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte urdidora de perjuiciosNadelen
Schaden
Schades,
nuncaNimmer
Nooit heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden llamadaAanbellen
Aangebeld
Aangeroepen
Aanroepen
Appel
Bellen
Benoemd
Benoemen
Convocatie
Gebeld
Geheten
Geklopt
Geluid
Genaamd
Genaamde
Genoemd
Gepraaid
Geroepen
Gescheld
Getelefoneerd
Heten
Kloppen
Luiden
Noemen
Opbellen
Opgebeld
Opgeroepen
Oproepen
Praaien
Roepen
Samenscholing
Schellen
Telefoneren
Telefoongesprek
Telefoontje
Uitgemaakt voor
Zogeheten
Zogenaamd
Zogenaamde a tenerBijhouden
Erop nahouden
Hebben
Houden
Vasthouden parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde
niEn niet
Evenmin
Noch darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen gloriaBeroemdheid
Glorie
Lof
Roem y honorEer
Hulde a nuestroOns
Onze
Van ons arteKunst?
Y loDe
Hem
Het
U peorErger
Ergere
Slechter
Slechtere es queDat komt omdat
Want sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend habéisJullie hebben
Jullie zijn logradoBehaald
Bereikt
Doorgekomen
Erin geslaagd
Gelukt
Gereikt tot
Geslaagd
Geslaagd in
Geslaagd voor
Ingehaald
Klaargespeeld
trabajarArbeiden
Bewerken
Werken alNaar de
Naar het servicioAankaarten
Bedienen
Bediening
Bedieningsgeld
Deugen
Dienen
Dienst
Dienstverlening
Eetservies
Eredienst
Godsdienstoefening
Helpen
Kerkdienst
Opdienen
Serveren
Service
Servies
Toilet de un reacioAfkerig
Afkerige
Onwillig,
rencoroso y brutalBeestachtig
Beestachtige
Dierlijk
Dierlijke
Redeloos dier que, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank osJe
Jullie amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus que en beneficioBeneficie
Benefiet
Benefietvoorstelling
Ik bewerk
Ik doe goed aan
Ik doe wel
Ik exploiteer
Ik kom ten goede
aan
Ik krijg met geld
Ik lever op
Ik rendeer
Ik verbeter
Ik win
Prebende
Winst propioEigen.
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende enmiendaAmendement
Herstel!
Herstellen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repareert
Repareer!
Repareren osJe
Jullie corresponde(Het) komt overeen
Ga aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Kom overeen!
Pas!,
partidBreek af!
Deel!
Ga op weg!
Ga weg!
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Tijg!
Verdeel
Verdeel!
Vertrek! y, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen alNaar de
Naar het pozoDiepe kuil
Groeve
Put de Aqueronte,
buscadmeGa halen!
Haal af!
Haal op!
Haal!
Kijk uit!
Snor!
Zie uit!
Zoek op!
Zoek! de mañanaMorgen
Ochtend, que allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve
élHem
Hij irá aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan naar preguntarosVragen suHaar
Hun
Uw
Zijn destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland.
AprestadGlans! los calderosKetels
Kookketels
Waterketels, los encantosBekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Gratiën,
los conjurosBezweringen y todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle loDe
Hem
Het
U obligadoGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht.
Asciendo alIk bestijg
Ik ga naar boven
Ik klim
Ik rijs
Ik stijg aireLucht: piensoIk denk dedicarBesteden
Opdragen
Opdragen aan
Spenderen
Toewijden
Wijden
estaDeze
Dit nocheAvond
Nacht a un propósitoBedoeling
Doel
Gespreksonderwerp
Oogmerk
Plan
Voornemen fatalFataal
Fatale
Funest
Funeste
Noodlottig
Noodlottige
Slecht
Slechte
Vreselijk
Vreselijke.
El díaDag
Etmaal grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken nos(Aan) ons
Ons anunciaAdverteer!
Annonceer!
Dien aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Kondig aan!
Maak bekend!.
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans pendeHang!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt de un cuernoClaxon
Hoorn
Toeter de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel
una gotaDrop
Droppel
Druppel
Jicht
Lik
Podagra espumosaMousserend
Schuimig
Schuimige de granGroot
Grote magiaMagie
Toverkunst;
me heIk gedraag me
Ik krijg het met
iemand aan de stok
Ik meet me met
iemand propuestoAangeboden
Geboden
Uitgeloofd
Voorgedragen
Voorgeslagen
Voorgesteld cogerlaVastpakken cuandoAls
Tijdens
Wanneer caiga(Het) valt
Geraakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Ik geraak
Ik laat vallen
Ik val
Ik val af
Ik val neer
Ik verschiet
Ik verval
Laat u vallen!
Valt u af!
Valt u neer!
Valt u!
Verschiet u!
Vervalt u!.
DestiladaGebrand
Gedestilleerd
Gedestilleerde
Gedistilleerd
Gestookt
Overgehaald por métodosMethoden
Methodes ocultosClandestien
Clandestiene
Occult
Occulte
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstopt
Verstopte,
invocaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanroepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal roepen a espíritusGeesten astutosArglistig
Arglistige
Doortrapt
Doortrapte
Gewiekst
Gewiekste
Listig
Listige
Slim
Slimme
Uitgeslapen
que, en virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid de suHaar
Hun
Uw
Zijn equívocaDubbelzinnig
Dubbelzinnige
Tweeledig
Tweeledige ilusiónBegoocheling
Drogbeeld
Illusie
Waan
Zinsbedrog,
leHaar
Hem
Het
U hundiránZij/ze zullen onderduwen en la ruinaAfvallen
Bouwval
Geraken
Neervallen
Puinhoop
Ravage
Ruïne
Vallen
Verschieten
Vervallen y perdiciónKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verdolen
Verdwalen
Verkwisten
Verliezen
Verspelen.
DespreciandoEen hekel hebbend aan
Minachtend
Verachtend
Versmadend la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden, el propioEigen sinoDoch
Echter
Maar,
confiaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal toevertrouwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertrouwen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vertrouwen hebben
in sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te temorAngst
Beduchtheid
Vrees, piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid niEn niet
Evenmin
Noch juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis:
La despreocupaciónOnbezorgdheid, loDe
Hem
Het
U sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds,
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la granGroot
Grote enemigaTegengesteld
Tegengestelde
Vijandelijk
Vijandelijke
Vijandig
Vijandige de un mortalDodelijk
Dodelijke
Dood-.
MúsicaMuziek y canciónGezang
Lied
Zang.
Comment: En la mitologíaMythologie griegaGrieks
Griekse, ríoIk lach
Rivier
Stroom
del mundoAardrijk
Wereld subterráneoOnderaards
Onderaardse
Ondergronds
Ondergrondse, consideradoBeschouwd
Beschouwd als
Nagegaan
Overwogen
Rekening gehouden met
corno lindeBand
Boord
Kant
Rand
Zoom entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen el mundoAardrijk
Wereld de los vivosLevend
Levende
Levendig
Levendige y
el reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
uit
Koninkrijk
Rijk
Staat de los muertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht.
SilencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen: meMe
Mij llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren. MiMi
Mijn pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne trasgoAardmannetje
Kabouter
Kobold
en nubeWolk brumosaDampig
Dampige
Heiig
Heiige
Mistig
Mistige
Nevelig
Nevelige meMe
Mij aguardaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Sta te wachten!
Verwacht!
Wacht af!
Wacht! sentadoAangetekend
Geboekt
Gedaan zitten
Neergezet
Opgesteld
Vooropgesteld.
CantanZij/ze zingen dentroBinnen
Daarbinnen
Erin 'VenteKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds, venteKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds, etcEnzovoorts.'.
BRUJAHeks I.a
VámonosLaten we afgaan
Laten we vertrekken
Laten we weggaan
Laten we zich verwijderen, deprisaOpschieten!
Snel
Snel!. EllaHaar
Ze
Zij volveráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal draaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal keren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal omdraaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ronddraaien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal teruggaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal teruglopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal terugtrekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wederkeren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wederkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weer gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal weeromkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wenden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wentelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zwenken prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast.
Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!.
III.viIk bekeek
Ik keek
Ik zag EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in LENNOXLennox y otroAnder
Andere
Nog een
Nog één NOBLEAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele.
LENNOXLennox
Lo queDat wat
Wat yoEgo
Ik decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei casaFamilie
Geslacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze huwelijkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbindt in de
echt
Huis
Huwelijk uit!
Pand
Tehuis
Thuis
Trouw!
Verbind in de echt! conDoor
Met
Per
Samen met vuestrasJullie
Van jullie ideasBegrippen
Denkbeelden
Gewaarwordingen
Idees
Ideeën
Inzichten
Jij/je vormt een denkbeeld
omtrent
Noties
Opvattingen
Voorstellingen;
hacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit! vuestrasJullie
Van jullie deduccionesAftrekken. YoEgo
Ik sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is ocurridoAan de hand geweest
Gebeurd
Geschied
Overkomen
Plaatsgevonden
Voorgekomen
Voorgevallen de un modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze extrañoBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Ik ban
Ik bevreemd
Ik houd van de
deur
Ik laak
Ik maak aanmerking op
Ik verbaas
Ik verban
Ik vind vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke.
El augustoAugust
Augustus
Clown DuncanDuncan fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was llorado porGehuild om Macbeth
(vayaBegeeft u zich!
Gaat
Gaat u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeeft zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloopt
Ik begeef me
Ik ga
Ik kar
Ik loop
Ik loop van stapel
Ik rijd
Ik vaar
Ik verloop
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!, habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had muertoAfgestorven
Dode
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvene
Overleden
Overledene
Verscheiden
Versmacht) y el valienteBoud
Boude
Dapper
Dappere
Geweldig
Geweldige
Heldhaftig
Heldhaftige
Kloek
Kloeke
Koen
Koene
Machtig
Machtige
Moedig
Moedige
Stoutmoedig
Stoutmoedige Banquo paseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tippelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aan de
wandel
Ik liep
Ik tippelde
Ik wandelde
Ik was aan de
wandel
muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!. DigamosLaten we opgeven
Laten we spreken
Laten we zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen que Fleance loDe
Hem
Het
U matóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doodde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte dood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slachtte af,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende Fleance huyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontsnapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vluchtte: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se debeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft veel verplichtingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te wijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is veel veplicht pasearAan de wandel zijn
Lopen
Tippelen
Wandelen tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer tardeAvond
Blijft u achter!
Blijft u lang weg!
Blijft u na!
Doet u lang over
iets!
Draalt u!
Duurt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft lang weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet lang over
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze talmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treuzelt
Ik blijf achter
Ik blijf lang weg
Ik blijf na
Ik doe lang over
iets
Ik draal
Ik duur
Ik talm
Ik treuzel
Laat
Middag
Namiddag
Talmt u!
Te laat
Treuzelt u!.
¿QuiénWie podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pensarDenken que Malcolm
y Donalbain, matandoAfslachtend
Dodend
Doodmakend
Ombrengend
Slachtend a suHaar
Hun
Uw
Zijn augustoAugust
Augustus
Clown padrePater
Vader,
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank cometieronZij/ze bedreven
Zij/ze begingen
Zij/ze droegen op
Zij/ze gebruikten
Zij/ze pleegden
Zij/ze vertrouwden toe una acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet monstruosa?
¡EseDat
Die crimenMisdaad
Misdrijf! ¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je apenó a Macbeth! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank corrióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep hard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze racete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprintte
en piadosaDevoot
Devote
Godsdienstig
Godsdienstige
Godvrezend
Godvrezende
Vrome
Vroom cóleraBoosheid
Cholera
Gramschap
Kwaadheid
Toorn
Verstoordheid a destrozarUiteenjagen
Verbrassen
Verkwisten
Vermorzelen
Vernielen
Verslaan
Verwoesten a los culpablesDaders
Schuldig
Schuldige
Schuldigen,
esclavosSlaven del sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap y la bebidaDrank
Drankje
Gebruikt
Gedronken?
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was un actoActie
Akte
Bedrijf
Daad
Document
Handeling
Plechtigheid
Prestatie
Verrichting
Werking
Zet de noblezaAdel
Edelen? SíJa
Jawel
Wel
Zich, y de prudenciaBeleid
Omzichtigheid
Voorzichtigheid,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel se habríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou het met
iemand aan de stok krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich gedragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich met
iemand meten enfurecidoHels gemaakt
Woedend gemaakt
oyendoHorend
Vernemend
Verstaand a esosDie hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten negarloLoochenen
Ontkennen. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig que digoIk geef op
Ik spreek
Ik zeg
que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is llevadoAangehad
Berekend
Bijeengebracht
Gebracht
Gedragen
In rekening gebracht
Medegebracht
Meegebracht
Meegenomen
Opgehad
Vervoerd
Voorgehad
Weggebracht bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken y creoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
que, de estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware suHaar
Hun
Uw
Zijn férula los hijosKinderen
Zonen
Zoons de DuncanDuncan
(noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten, DiosGod
Godheid medianteDoor
Door middel van), yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds veríanZij/ze zouden bekijken
Zij/ze zouden kijken
Zij/ze zouden zien
lo queDat wat
Wat esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats matarAfslachten
Doden
Doodmaken
Ombrengen
Slachten a un padrePater
Vader; Fleance, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook.
PeroDoch
Echter
Maar altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende por hablarConverseren
Praten
Spreken claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank acudirAfgaan op
Afkomen op
Gaan naar
Toelopen
Toeschieten
Toesnellen
alNaar de
Naar het festínFeestmaal
Festijn
Gelag
Smulpartij del tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran, meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk
que Macduff haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is caídoAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen en desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval. SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer,
¿sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten dóndeWaar
Waarheen resideHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Resideer!
Woon!
Wortelt?
NOBLEAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
El primogénitoEerstgeborene de DuncanDuncan,
cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier derechoAanspraak
Bevoegdheid
Claim
Pretentie
Recht
Rechte
Rechter-
Rechts
Rechtse
Rechtstreeks
Rechtvaardig
Rechtvaardige
Rechtvaardigheid
Vandehands
Vandehandse detenta el tiranoDwingeland
Geweldenaar
Tiran,
resideHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resideert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Resideer!
Woon!
Wortelt en la corteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren inglesaBrits
Britse
Engels
Engelse. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds leHaar
Hem
Het
U acogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving op
el piadosoDevoot
Devote
Godsdienstig
Godsdienstige
Godvrezend
Godvrezende
Vrome
Vroom EduardoEduard
Edward conDoor
Met
Per
Samen met talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke benevolenciaGoedgunstigheid
Welwillendheid
que suHaar
Hun
Uw
Zijn granGroot
Grote infortunioOngeluk noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U restaHaal af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritst
Neem weg!
Ris!
Rits! en nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!
el altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven respetoEerbied
Egards
Ik acht
Ik eerbiedig
Ik heb respect voor
Ik respecteer
Ontzag
Respect que merece(Hij/het) verdient
Ben waard!
Ben waardig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waardig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdient
Kom toe!
Verdien!. Y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is idoGegaan
Gekard
Gelopen
Gereden
Gevaren
Ido
Van stapel gelopen
Verlopen
Voorn
Zich begeven Macduff
a rogarAanvragen
Inroepen
Smeken
Verzoeken
Vragen alNaar de
Naar het santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst que apoyeDruk aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rugsteunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stut
Ik ondersteun
Ik rugsteun
Ik schraag
Ik staaf
Ik steun
Ik stut
Ondersteunt u!
Rugsteunt u!
Schraagt u!
Staaft u!
Steunt u!
Stut u! suHaar
Hun
Uw
Zijn causaAanleiding
Berokken!
Beweegreden
Breng teweeg!
Doe aan!
Doe!
Doel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berokkent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sticht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorzaakt
Laat doen!
Laat!
Maak!
Oorzaak
Reden
Richt aan!
Sticht!
Twistpunt
Veroorzaak!
Zaak
y muevaBeweegt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroert
Ik beweeg
Ik roer
Ik verroer
Roert u!
Verplaats
Verroert u! a NorthumberlandNorthumberland y alNaar de
Naar het bélicoOorlogs- Siward,
para queOpdat
Zodat, conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn ayudaAssistentie
Baat!
Baten
Bijstaan
Bijstand
Help!
Helpen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat ter zijde
Hulp
Sta bij!
Sta ter zijde!
Steun
Toedoen
Toeverlaat y la sanciónSanctie
Strafmaatregel
del AltísimoAllerhoogste, podamosLaten we kunnen
Laten we mogen
Wij kunnen
Wij/we kunnen
Wij/we mogen
Wij/we snoeiden
Wij/we snoeien de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer
darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen comidaEten
Gebikt
Gebruikt
Gegeten
Geluncht
Genuttigd
Gevreten
Het middagmaal gebruikt
Lunch
Maal
Maaltijd
Middageten
Middagmaal
Noenmaal a nuestrasOnze
Van ons mesasBanken
Bokken
Ezels
Rekken
Schragen
Standers
Stellages
Tafelen
Tafels
Werkbanken, sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap a nuestrasOnze
Van ons nochesAvonden
Nachten,
liberarAfscheiden
Bevrijden
Van een verplichting ontslaan
Vrij maken
Vrijstellen los festinesFeestmalen
Festijnen
Gelagen
Smulpartijen de puñalesDolken sangrientosBloederig
Bloederige
Bloedig
Bloedige,
rendirGeven acatamiento y recibirAannemen
Accepteren
Begroeten
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren honoresHulden,
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle lo cualDat wat
Hetgeen
Wat añoramosWij/we hunkerden
Wij/we hunkeren
Wij/we reikhalsden
Wij/we reikhalzen
Wij/we smachten
Wij/we smachtten
Wij/we verlangden
Wij/we verlangen
Wij/we zuchten
Wij/we zuchten naar
Wij/we zuchtten
Wij/we zuchtten naar. EstasDeze
Dezen nuevasNieuw
Nieuwe
enojaronZij/ze bedroefden
Zij/ze ergerden tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst, que yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds preparaBereid toe!
Bereid voor!
Bereid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Leid op!
Maak aan!
Maak klaar
Maak klaar!
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet de guerraKrijg
Oorlog.
LENNOXLennox
¿Y élHem
Hij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank citóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze alludeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze citeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een toespeling
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinspeelde a Macduff?
NOBLEAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
SíJa
Jawel
Wel
Zich, y ésteDeze
Dit respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk conDoor
Met
Per
Samen met un rotundoAfdoend
Afdoende
Beslissend
Beslissende
Beslist
Besliste
Onherroepelijk
Onherroepelijke
Rond
Ronde
Vol
Volle
Welluidend
Welluidende 'NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer'.
El ceñudo mensajeroAfgezant
Bode
Boodschapper
Gezant dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! vueltaAswenteling
Draai
Draaiing
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keer
Omgedraaid
Omloop
Omwenteling
Ronde
Rondgedraaid
Rondrit
Rotatie
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeer
Terugreis
Toer
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wending
Wenteling
Wieling
Zwenk
Zwenking
y gruñóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gromde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knorde, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend: 'OsJe
Jullie pesaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal het gewicht
bepalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zwaar zijn
cargarmeBeladen
Belasten
Berekenen
Bestormen
Ergeren
Geien
In rekening brengen
Inladen
Laden
Opgeien
Opladen
Tegenstaan
Vermoeien
Vervelen conDoor
Met
Per
Samen met esaDat
Die respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord'.
LENNOXLennox
EsoDat
Die
Zulks debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! aconsejarleAanraden
Adviseren
Raad geven
Raden precauciónVoorzorg
y guardarBehoeden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over cuantaHoe
Hoezeer distanciaAfstand
Eind
End leHaar
Hem
Het
U dicteDicteert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dicteert
Ik dicteer
suHaar
Hun
Uw
Zijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende juicioGericht
Judicium
Laatste oordeel
Oordeel
Verstand
Vonnis. ¡Que vueleHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vliegt
Ik vlieg
Vliegt u! un santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale ángel
a la corteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren de InglaterraEngeland y anuncieAdverteert u!
Annonceert u!
Dient u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adverteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze annonceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Ik adverteer
Ik annonceer
Ik dien aan
Ik kondig aan
Ik maak bekend
Kondigt u aan!
Maakt u bekend! suHaar
Hun
Uw
Zijn mensajeBericht
Boodschap
Mededeling
antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger que élHem
Hij llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!, para queOpdat
Zodat una bendiciónInwijden
Inzegenen
Wijden
Zegen
Zegenen
vengaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt wraak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wreekt
Ik kom
Ik kom mee
Komt u mee!
Komt u!
Neem wraak!
Wreek! prontoAlras
Dra
Gauw
Haast
Hard
In allerijl
Schielijk
Snel
Spoedig
Vlug
Weldra
Welhaast a nuestraOns
Onze
Van ons tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land, que padeceDoorsta!
Duld!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorstaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondergaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Lijd aan!
Lijd!
Onderga!
Sta uit!
Veel!
Verdraag!
bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware una manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei infameBelastert u!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt kwaad
Ik belaster
Ik roddel
Ik spreek kwaad
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Roddelt u!
Schunnig
Schunnige
Spreekt u kwaad!
Vuig
Vuige!
NOBLEAdellijk
Adellijke
Edel
Edele
Edelman
Nobel
Nobele
Vayan(Zij) gaan
Begeeft u zich!
Gaat u!
Kart u!
Loopt u van stapel!
Loopt u!
Rijdt u!
Vaart u!
Verloopt u!
Zij/ze begeven zich
Zij/ze gaan
Zij/ze karren
Zij/ze lopen
Zij/ze lopen van stapel
Zij/ze rijden
Zij/ze varen
Zij/ze verlopen con élDaarmee misMi's
Mijn plegarias.
Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u!.
IV i TruenosBoomligusters
Donders
Ligusters. EntranZij/ze gaan binnen
Zij/ze gaan in
Zij/ze gaan naar binnen
Zij/ze komen binnen
Zij/ze komen in
Zij/ze lopen binnen
Zij/ze rijden binnen
Zij/ze rijden in las tres3
Drie BRUJASBrugge
Heksen.
BRUJAHeks I.a
Tres vecesDrie keer
Driemaal maullóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miauwde el gatoDe krik atigrado.
Comment: ReferenciaReferentie
Verwijzing alNaar de
Naar het reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst inglésBrit
Brits
Britse
Engels
Engelse
Engelse taal
Engelsman
EduardoEduard
Edward el ConfesorBiechtvader
Zielzorger (1002?-1066), a
quienDie
Wie se considerabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschouwde zich un santoGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Naamdag
Sacraal
Sacrale, y que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was
despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens canonizadoHeilig verklaard.
Comment: La de Malcolm,
primogénitoEerstgeborene de DuncanDuncan.
BRUJAHeks 22
Twee.a
Tres vecesDrie keer
Driemaal. Y una gimióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kermde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte el puercoespínStekelvarken.
BRUJAHeks 33
Drie.a
Harpier haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gritadoGebalkt
Geblaat
Gebruld
Gegierd
Gegromd
Gehinnikt
Gejoeld
Geloeid
Geroepen
Geschreeuwd
Uitgejouwd: '¡YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horaTijd
Uur, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horaTijd
Uur!'
BRUJAHeks I.a
En tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil alNaar de
Naar het calderoKetel
Kookketel
Waterketel dad vueltasDraai om!
Draai rond!
Keer je om!
Keer om! y vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugkeren
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen
y en élDaaraan
Erin arrojadGooi uit!
Gooi!
Smijt uit!
Smijt!
Werp uit! la viscera infectaBesmet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besmet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze infecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpest
Infecteer!
Steek aan!
Verpest!.
Que hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke el sapoHozemond
Pad
Zeeduivel que críaFok op!
Fok!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fokt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voedt op
Voed op!
y sudaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transpireert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweet
Transpireer!
Zweet! venenoGif
Gift
Venijn
Vergif
Vergift por treinta y un31
Eénendertig díasDagen
Etmalen
yaciendoLiggend dormidoGemaft
Gepit
Geslapen
Onder narcose gebracht
Uitgeslapen debajo deBeneden
Onder rocasGesteenten
Gesteentes
Rotsblokken
Rotsen:
que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt cocidoBakken
Eenpansgerecht
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken
Spaanse stoofschotel
Stamppot
Stamppot van aardappelen met
vlees en erwten en la mágicaMagisch
Magische ollaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak.
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
DoblaBuig door!
Buig krom!
Buig om!
Buig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Krom!
Plooi!
Synchroniseer na!
Verbuig!
Vouw dubbel!
Vouw om!
Vouw!, doblaBuig door!
Buig krom!
Buig om!
Buig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Krom!
Plooi!
Synchroniseer na!
Verbuig!
Vouw dubbel!
Vouw om!
Vouw! la zozobra;
ardeBen aan!
Blaak!
Brand!
Gloei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan, fuegoVuur; hierveBen op het kookpunt!
Borrel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Kook
Kook!
Sudder!
Zied!, ollaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak.
BRUJAHeks 22
Twee.a
RodajaPlak
Radeermes
Schijf de bicha que viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon! en la ciénaga,
aquíAlhier
Hier, en el pucheroEenpansgerecht met groenten
Eenpansgerecht met groenten en
vlees, que hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! y se cuezaMen kookt,
conDoor
Met
Per
Samen met dedoTeen
Vinger de ranaKikker
Kikvors y ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op! de tritónTriton
Watersalamander,
y lenguaSchar
Taal
Tong de víboraAdder
Lastertong y dienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet van tanden
Ik voorzie van tanden
Tand
Teentje
Teentje (knoflook)
Voorziet u van tanden! de luciónHazelworm,
lanaWol de murciélagoVleermuis y lengua de perroHondstong
Veldhondstong,
pataPoot
Voet de lagartoHagedis y alaSlingerarm
Vlerk
Vleugel de mochueloNachtuil
Steenuil.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals hechizoIk begoochel
Ik beheks
Ik betover
Ik heks
Ik tover
Toverspreuk potenteKrachtig
Machtig
Machtige habéisJullie hebben
Jullie zijn de crearCreëren
Maken
Oprichten
Scheppen
Vormen,
hervidBen op het kookpunt!
Borrel!
Kook
Kook!
Sudder!
Zied! y coceos en bodrio infernalHels
Helse.
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
DoblaBuig door!
Buig krom!
Buig om!
Buig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Krom!
Plooi!
Synchroniseer na!
Verbuig!
Vouw dubbel!
Vouw om!
Vouw!, doblaBuig door!
Buig krom!
Buig om!
Buig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Krom!
Plooi!
Synchroniseer na!
Verbuig!
Vouw dubbel!
Vouw om!
Vouw! la zozobra;
ardeBen aan!
Blaak!
Brand!
Gloei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan, fuegoVuur; hierveBen op het kookpunt!
Borrel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Kook
Kook!
Sudder!
Zied!, ollaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak.
BRUJAHeks 33
Drie.a
EscamaArgwaan
Schilfer
Schub
Wantrouwen de dragoIk bagger
Ik bagger op
Ik bagger uit, colmilloSlagtand de loboBermpje
Wolf
y momiaMummie de brujaHeks, conDoor
Met
Per
Samen met panzaBuik
Pens y mondongo
de vorazVernietigend
Vernietigende
Verslindend
Verslindende marrajoMakreelhaai de aguasBadplaats
Jij/je begiet
Jij/je besproeit
Jij/je bevloeit
Jij/je geeft water
Jij/je giet
Jij/je lengt aan
Jij/je sproeit
Jij/je verdunt met water
Jij/je watert
Wateren
Waters salinasSalinas
Zoutmoerassen,
raízRadix
Stam
Wortel
Wortel (deel van plant) de cicutaGevlekte scheerling en sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen cogidaAangegrepen
Aangevat
Afgeplukt
Beetgenomen
Beetgepakt
Bemachtigd
Gegaan halen
Gegrepen
Gehaald
Genomen
Gepakt
Geplukt
Getokkeld
Gevat
Opgeraapt
Vastgegrepen,
hígadoLever que fue deHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit judíoJood
Joods
Joodse
Kogeltonijn blasfemoGodslasteraar
Godslasterend
Godslasterende
Ik ketter
Ik laster god
Ik laster gods
Ik vloek,
conDoor
Met
Per
Samen met hielGal de cabríoGeit
Sik y retoñosLoten
Scheuten
Spruiten
Uitlopers
Uitspruitsels de tejoIk weef
Taxus
Venijnboom
que en nocheAvond
Nacht de eclipse lunarMaansverduistering arrancaronZij/ze brachten op gang
Zij/ze braken af
Zij/ze gingen op weg
Zij/ze gingen weg
Zij/ze haalden uit
Zij/ze kregen aan de
praat
Zij/ze ontlokten
Zij/ze plukten
Zij/ze plukten af
Zij/ze reten
Zij/ze rukten af
Zij/ze rukten uit
Zij/ze scheurden
Zij/ze scheurden weg
Zij/ze stapten op
Zij/ze startten
Zij/ze tapten
Zij/ze togen
Zij/ze trokken
Zij/ze trokken te voorschijn
Zij/ze trokken uit
Zij/ze vertrokken
Zij/ze zetten aan,
naricesNeuzen de turcoTurk
Turks
Turkse y labiosLippen de tártaroTandsteen
Tartaar
Tartaars
Tartarus
Tataar
Tataars
Tataarse
Wijnsteen,
dedoTeen
Vinger de criaturaCreatuur
Schepsel que fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was estranguladaGechookt
Geworgd
Gewurgd
cuandoAls
Tijdens
Wanneer una buscona la parióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beviel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk het leven en la zanjaDoe af!
Graaf funderingen!
Gracht
Greppel
Groef
Groeve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graaft funderingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Kuil
Loopgraaf
Sloot
Sluit af!.
HacedBedrijf!
Breng uit!
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit! estaDeze
Dit gachaPap espesaBind!
Dicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Maak dikker!
Verdik! y pegadaAangebakken
Aangezet
Afgeranseld
Afgetuigd
Gebeukt
Gehecht
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Gelijmd
Gemept
Geplakt
Geslagen
Vastgenaaid
Vastgeplakt;
conDoor
Met
Per
Samen met los ingredientesBestanddelen
Ingrediënten de nuestroOns
Onze
Van ons potingue
echadBegin handel te drijven
met!
Gooi
Gooi erop!
Gooi!
Heb aandeel in!
Jaag weg!
Keil!
Kondig aan!
Krijg!
Laat aan het lot
over!
Leg op!
Maak bekend!
Maak vast!
Neem!
Schat!
Schenk in!
Sla uit!
Smijt!
Speel een partijtje!
Speel uit!
Spreek uit!
Stort!
Strooi!
Stuur weg!
Tank!
Treed op in!
Uit!
Voeg toe!
Voer op!
Wed!
Wedijver!
Werp!
Zeg!
Zend weg!
Zet buiten de deur! alNaar de
Naar het calderoKetel
Kookketel
Waterketel entraña de tigreOcelot
Tijger.
Comment: SeguramenteBeslist
Vast
Zeker, el demonioBoze geest
Demon
Duivel
familiarBloedverwant
Eenvoudig
Eenvoudige
Familiaar
Familiare
Familie-
Familielid
Gemeen
Gemeenzaam
Gemeenzame
Gemene
Gemoedelijk
Gemoedelijke
Huiselijk
Huiselijke
Vertrouwd
Vertrouwde
Vertrouwelijk
Vertrouwelijke
Verwant
Zonder plichtplegingen de estaDeze
Dit brujaHeks.
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
DoblaBuig door!
Buig krom!
Buig om!
Buig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Krom!
Plooi!
Synchroniseer na!
Verbuig!
Vouw dubbel!
Vouw om!
Vouw!, doblaBuig door!
Buig krom!
Buig om!
Buig!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Krom!
Plooi!
Synchroniseer na!
Verbuig!
Vouw dubbel!
Vouw om!
Vouw! la zozobra;
ardeBen aan!
Blaak!
Brand!
Gloei!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brandt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan, fuegoVuur; hierveBen op het kookpunt!
Borrel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Kook
Kook!
Sudder!
Zied!, ollaBak
Doos
Emmer
Etui
Fles
Foedraal
Kan
Kist
Koker
Kookpan
Kookpot
Korf
Krat
Kruik
Pan
Pot
Soepketel
Urn
Vat
Zak.
BRUJAHeks 22
Twee.a
EnfriadKoel af!
Koel!
Laat afkoelen! el caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat conDoor
Met
Per
Samen met sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! de mico
y firmeBehouden
Geborgen
Gevestigd
Gevestigde
Hard
Harde
Hecht
Hechte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondertekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent
Ik onderschrijf
Ik onderteken
Ik teken
Onderschrijft u!
Ondertekent u!
Onzacht
Onzachte
Safe
Stabiel
Stabiele
Stevig
Stevige
Stug
Stugge
Tekent u!
Vast
Vaste
Veilig
Veilige y seguroAssurantie
Behouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Verzekering
Zeker será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn nuestroOns
Onze
Van ons hechizoIk begoochel
Ik beheks
Ik betover
Ik heks
Ik tover
Toverspreuk.
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! HÉCATEHekate conDoor
Met
Per
Samen met otrasAnder
Andere
Nog één tres3
Drie brujasBrugge
Heksen.
HÉCATEHekate
¡BuenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende trabajoArbeid
Arbeiden
Bewerking
Emplooi
Ik arbeid
Ik bewerk
Ik werk
Karwei
Verwerking
Werk
Werken! AlaboIk loof
Ik prijs
Ik roem
Ik zwaai lof toe vuestraJullie
Uw
Van jullie mañaAragonese
Bekwaamheid
Bosje
Handigheid
Handvol
Slinkse streek,
y todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle tendréisJullie zullen bijhouden
Jullie zullen erop nahouden
Jullie zullen hebben
Jullie zullen houden
Jullie zullen vasthouden parte enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt in
Verdeel in! la gananciaAanwinst
Acquisitie
Baat
Behalen
Belang
Buit
Gewin
Profijt
Prooi
Verdienen
Verkrijging
Verwerving
Voordeel
Winnen
Winst.
AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans cantadZing! en tornoDraaibank
Draaischijf
Gangspil
Ik breng in de
oorspronkelijke staat terug
Ik ga terug
Ik geef terug
Ik keer terug
Ik zend terug
Lier
Windas
Windspil del calderoKetel
Kookketel
Waterketel,
giradDraai om!
Draai rond!
Draai!
Endosseer!
Gireer!
Keer je om!
Keer om!
Keer!
Sla af!
Wend! comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals las hadasFeeën y los elfosElfen
Geesten
paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hechizoIk begoochel
Ik beheks
Ik betover
Ik heks
Ik tover
Toverspreuk de todo lo queHoeveel ook hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand dentroBinnen
Daarbinnen
Erin.
MúsicaMuziek y canciónGezang
Lied
Zang: 'EspíritusGeesten negrosNegers
Negros
Zwart
Zwarte
Zwarten, etcEnzovoorts.'.
BRUJAHeks 22
Twee.a
Los pulgaresDuimen meMe
Mij hormigueanZij/ze krielen
Zij/ze krioelen
Zij/ze wemelen
Zij/ze wriemelen
Zij/ze zwermen:
algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat malvadoBooswicht
Pervers
Perverse
Snoodaard
Verdorven se acercaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in aantocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt dichterbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nadert.
AbranBegint u!
Doet u open!
Graveert u!
Maakt u open!
Openen
Opent u!
Zij/ze beginnen
Zij/ze doen open
Zij/ze graveren
Zij/ze maken open
Zij/ze openen, llavesAccolades
Moersleutels
Schroefsleutels
Sleutels, a quienDie
Wie llameBelt u aan!
Belt u op!
Belt u!
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roept op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneert
Ik bel
Ik bel aan
Ik bel op
Ik benoem
Ik heet
Ik klop
Ik luid
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik praai
Ik roep
Ik roep aan
Ik roep op
Ik schel
Ik telefoneer
Klopt u!
Luidt u!
Maakt u uit voor!
Noemt u!
Praait u!
Roept u aan!
Roept u op!
Roept u!
Schelt u!
Telefoneert u!.
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! MAcBETH.
MACBETH
BienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, sombríasDonker
Donkere
Somber
Sombere y enigmáticasRaadselachtig
Raadselachtige
brujasBrugge
Heksen de medianocheMiddernacht. ¿QuéWat
Welke hacéisJullie bedrijven
Jullie brengen uit
Jullie doen
Jullie maken
Jullie maken aan
Jullie richten uit
Jullie voeren uit
Maken jullie?
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
Una acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam.
MACBETH
YoEgo
Ik osJe
Jullie conjuroBezwering
Ik ban uit
Ik bezweer
Ik beëdig
Ik neem de eed
af van
Ik smeek
Ik span samen
Ik verbind me onder
ede met iemand
Ik wend af
Ik zweer samen, en nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam de vuestroJullie
Uw
Van jullie arteKunst,
cualquieraWat dan ook
Wie dan ook que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt suHaar
Hun
Uw
Zijn fuenteBron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput, que meMe
Mij respondáisJullie antwoorden
Jullie antwoorden op
Jullie beantwoorden
Jullie reageren
Jullie verantwoorden
Jullie zijn aansprakelijk
Jullie zijn verantwoordelijk.
AunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al desatéisJullie maken los los vientosWinden y los lancéisJullie braken
Jullie doen horen
Jullie geven over
Jullie gooien
Jullie keilen
Jullie komen uit
Jullie lanceren
Jullie laten van stapel
lopen
Jullie lopen uit
Jullie ontketenen
Jullie ontkiemen
Jullie schrijven uit
Jullie slingeren weg
Jullie spelen uit
Jullie stoten uit
Jullie werpen
Jullie werpen weg
contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus las iglesiasBedehuizen
Godshuizen
Kerken
Kerkgebouwen
Moskeeën
Synagogen
Synagoges
Tempelen
Tempels; aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al el marZee encrespado
aniquileCijfert u weg!
Doet u teniet!
Herleidt u tot niets!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cijfert weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet teniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herleidt tot niets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt onbruikbaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernietigt
Ik cijfer weg
Ik doe teniet
Ik herleid tot niets
Ik maak onbruikbaar
Ik vernietig
Maakt u onbruikbaar!
Vernietigt u! y se tragueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt door las embarcacionesBoten
Overtochten
Schepen
Vaartuigen;
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al se abataDeprimeert u!
Drukt u neer!
Drukt u terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Ik deprimeer
Ik druk neer
Ik druk terneer
Ik maak neerslachtig
Ik ontmoedig
Ik ontneem de moed
Maakt u neerslachtig!
Ontmoedigt u!
Ontneemt u de moed! el trigoTarwe
Weit verdeGroen
Groene y se derribenZij/ze brokkelen af
Zij/ze gruizelen
los árbolesBomen
Masten; aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al caiganGeraakt u!
Laat u vallen!
Valt u af!
Valt u neer!
Valt u!
Vallen
Verschiet u!
Vervalt u!
Zij/ze geraken
Zij/ze laten vallen
Zij/ze vallen
Zij/ze vallen af
Zij/ze vallen neer
Zij/ze verschieten
Zij/ze vervallen los castillosBurchten
Kastelen
Sloten
sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn guardianesBewaarders
Bewakers
Gardiaans
Gardianen
Hoeders
Wachters; aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al se inclinenZij/ze buigen
Zij/ze maken een buiging
Zij/ze nijgen
palaciosPaleizen y pirámidesPiramiden
Piramides; aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al se derrumbeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt in
el graneroGraanopslagplaats
Graanschuur
Korenopslagplaats
Voorraadschuur de gérmenesKiemen
Ogen
Zaadkiemen
Zaden
Ziektekiemen de la naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs saciar a la propiaEigen destrucciónVernielen
Vernieling
Vernietigen
Vernietiging
Verwoesten
Verwoesting:
responded aAntwoord!
Geef antwoord! misMi's
Mijn preguntasJij/je vraagt
Kwesties
Vragen.
BRUJAHeks I.a
HablaConverseer!
Converseren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Praat!
Praten
Spreek!
Spreken.
BRUJAHeks 22
Twee.a
PreguntaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagt
Kwestie
Vraag
Vraag!.
BRUJAHeks 33
Drie.a
ResponderemosWij/we zullen aansprakelijk zijn
Wij/we zullen antwoorden
Wij/we zullen antwoorden op
Wij/we zullen beantwoorden
Wij/we zullen reageren
Wij/we zullen verantwoordelijk zijn
Wij/we zullen verantwoorden.
BRUJAHeks I.a
DinosGeef op!
Ik bracht op
Ik bracht toe
Ik gaf
Ik gaf aan
Ik kende toe
Ik verleende
Spreek!
Zeg! siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals prefieresJij wilt
Jij/je doet liever
Jij/je geeft de voorkeur
aan
Jij/je geeft voorkeur aan
Jij/je prefereert
Jij/je trekt voor
Jij/je verkiest
Jij/je wilt liever que hableConverseert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt
Ik converseer
Ik praat
Ik spreek
Praat u!
Spreekt u! nuestraOns
Onze
Van ons bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater
o la de nuestrosOnze
Van ons amosAanvoerders
Bazen
Chefs
Gebieders
Heren
Hoofden
Meesters
Opperhoofden
Patroons.
MACBETH
LlamadlosBel aan!
Bel op!
Bel!
Benoem!
Heet!
Klop!
Luid!
Maak uit voor!
Noem!
Praai!
Roep aan!
Roep op!
Roep!
Schel!
Telefoneer!, que los veaBekijkt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet
Ik bekijk
Ik kijk
Ik zie
Kijkt u!
Ziet u!.
BRUJAHeks I.a
VertedGiet
Giet in!
Giet!
Pleng!
Schenk in!
Schenk!
Stort!
Strooi!
Vergiet! sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af! de la cerdaZeug que engullóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzwolg
a susHaar
Hun
Uw
Zijn nueve9
Negen críasJij/je fokt
Jij/je fokt op
Jij/je voedt op; grasaSmeer
Vet
Vette que sudóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze transpireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweette
horcaGalg
Kruis
Mestvork
Vork de asesinoIk moord
Ik vermoord
Moordenaar
Moordlustig
Moordlustige, echadlaToevoegen en seguidaAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Schielijk
Subiet
a las llamasJij/je belt
Jij/je belt aan
Jij/je belt op
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je klopt
Jij/je luidt
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je praait
Jij/je roept
Jij/je roept aan
Jij/je roept op
Jij/je schelt
Jij/je telefoneert
Lama's
Opwindingen
Schaapkamelen
Vlammen
Vuren.
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
Seas deJij/je behoort
Jij/je behoort toe
Jij/je behoort tot
Jij/je komt uit abajoBeneden
Daarbeneden
Daaronder
Eronder
Naar beneden
Neer
Neerwaarts
Omlaag
Onder o de arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog,
venKom mee!
Kom!
Zij/ze bekijken
Zij/ze kijken
Zij/ze zien y muéstrateLaat je zien!
Vertoon je! luciendoBlinkend
Glanzend
Schijnend
Schitterend tuJe
Jouw maestríaMeesterschap.
TruenosBoomligusters
Donders
Ligusters. Primera1e
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen: cabezaHoofd
Kop
Krop cubiertaBand
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslag
Buitenband
Couvert
Dak
Dek
Donker
Donkere
Enveloppe
Gedekt
Reep
Scheepsdek
Somber
Sombere
Strip
Strook
Toegedekt
Verdek
Windsel
conDoor
Met
Per
Samen met yelmoHelm.
MACBETH
FuerzaDoe geweld aan!
Dwing!
Forceer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dwingt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noodzaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplicht
Kracht
Macht
Noodzaak!
Rand aan!
Sterkte
Stevigheid
Verkracht!
Verplicht! ignota, dimeZeg eens
Zeg me eens...
BRUJAHeks I.a
Sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! lo queDat wat
Wat piensasJij/je denkt:
oyeHallo
Hé
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verneemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstaat
Hoor!
Verneem!
Versta!
Zeg susHaar
Hun
Uw
Zijn palabrasBewoordingen
Woorden; hablarleConverseren
Praten
Spreken noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quierasJij/je bemint
Jij/je hebt lief
Jij/je houdt van
Jij/je wilt.
APARICIÓNDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen
¡Macbeth, Macbeth, Macbeth! ¡AtentoAandachtig
Aandachtige
Attent
Attente
Beleefd
Beleefde
Galant
Galante
Heus
Heuse
Hoffelijk
Hoffelijke
Ik pleeg een aanslag
op
Ik rand aan
Ik vergrijp me aan
Oplettend
Oplettende
Welgemanierd
Welgemanierde
Wellevend
Wellevende
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame a Macduff,
atentoAandachtig
Aandachtige
Attent
Attente
Beleefd
Beleefde
Galant
Galante
Heus
Heuse
Hoffelijk
Hoffelijke
Ik pleeg een aanslag
op
Ik rand aan
Ik vergrijp me aan
Oplettend
Oplettende
Welgemanierd
Welgemanierde
Wellevend
Wellevende
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame alNaar de
Naar het BarónBaron de FifeFife! DejadmeLaat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds.
DesciendeDaal af!
Daal neer!
Daal!
Ga naar beneden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Stam af!
Stap uit!
Zink!.
MACBETH
Quienquiera que seasJij/je bent
Jij/je gebeurt
Jij/je hebt plaats
Jij/je vindt plaats, graciasBedankt
Bekoorlijkheden
Bekoringen
Charmes
Dank
Dank je
Dank u
Dankzegging
Genaden
Genades
Gratiën
Gunsten
Kwijtscheldingen por tuJe
Jouw avisoAdviesjacht
Bekendmaking
Bericht
Ik meld
Ik waarschuw
Kennisgeving
Mare
Tijding
Verwittiging
Waarschuwing.
AcertasteJij/je giste
Jij/je haalde
Jij/je kwam door
Jij/je raadde
Jij/je raakte
Jij/je ried
Jij/je slaagde
Jij/je speelde klaar
Jij/je trof miMi
Mijn temorAngst
Beduchtheid
Vrees. PeroDoch
Echter
Maar escuchaAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren...
BRUJAHeks I.a
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank admite(Het) staat toe
Accepteer!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Laat toe!
Neem aan!
Ontvang! órdenesAaneenschakelingen
Aanschrijvingen
Bevelen
Bevelschriften
Decoraties
Eretekenen
Eretekens
Geboden
Instructies
Kloosterorden
Kloosterordes
Netheden
Opeenvolgingen
Ordelijkheden
Orden
Orders
Ordes
Priesterwijdingen
Rangorden
Rangordes
Ridderorden
Ridderordes
Sommaties
Verordeningen
Volgorden
Volgordes. OtroAnder
Andere
Nog een
Nog één
aúnNog
Nog altijd
Nog steeds másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus poderosoAfdoend
Afdoende
Groot
Grote
Machtig
Machtige
Prachtig
Prachtige
Schatrijk
Schatrijke
Sterk
Sterke
Uitstekend
Uitstekende
Zeer rijk viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans.
TruenosBoomligusters
Donders
Ligusters. Segunda2e
Tweede apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen: niñoJongen
Kind ensangrentadoBebloed
Bebloede
Bloed bevlekt
Bloederig
Bloederige.
APARICIÓNDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen
¡Macbeth, Macbeth, Macbeth!
MACBETH
¡QuiénWie tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had tres3
Drie oídosGehoord
Vernomen
Verstaan paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! oírteHoren
Vernemen
Verstaan!
APARICIÓNDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen
SéBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! cruelBarbaars
Barbaarse
Wrede
Wreed
Wreedaardig
Wreedaardige, resueltoOpgelost, audazBrutaal
Brutale
Stoutmoedig
Stoutmoedige. RíeteLach! del poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent: nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand nacido deOntstaan uit mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
a Macbeth podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen dañarBeschadigen
Bezeren.
DesciendeDaal af!
Daal neer!
Daal!
Ga naar beneden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Stam af!
Stap uit!
Zink!.
MACBETH
EntoncesDan
Dus
Toen viveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze woont
Leef!
Woon!, Macduff. ¿QuéWat
Welke puedoIk kan
Ik mag temerBang zijn voor
Duchten
Schromen
Terugschrikken voor
Vrezen de tiJe
Jou?
ConDoor
Met
Per
Samen met todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, daréIk zal aangeven
Ik zal geven
Ik zal opbrengen
Ik zal toebrengen
Ik zal toekennen
Ik zal verlenen dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u! certezaZekerheid a loDe
Hem
Het
U yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere
tomandoAannemend
Aanvattend
Accepterend
Afnemend
Binnenkrijgend
Drinkend
Gebruikend
Innemend
Inslaand
Inslikkend
Nemend
Nuttigend
Ontvangend
Oprapend
Opsnuivend
Pakkend
Vattend alNaar de
Naar het destinoBestemming
Fortuin
Ik bestem
Ik daag voor het
gerecht
Ik trek uit
Ik wijs toe
Levenslot
Lot
Lotsbestemming
Noodlot
Voorland por garante: morirásJij/je zal doodgaan
Jij/je zal overlijden
Jij/je zal sterven
Jij/je zal verscheiden
Jij/je zal versmachten
y yoEgo
Ik diréIk zal opgeven
Ik zal spreken
Ik zal zeggen embusteroBedrieger alNaar de
Naar het miedoAngst
Beduchtheid
Vrees cobardeLafaard
y dormiréIk zal maffen
Ik zal onder narcose
brengen
Ik zal pitten
Ik zal slapen
Ik zal uitslapen a pesarAfwegen
Het gewicht bepalen
Smart
Wegen
Zwaar zijn del truenoBoomliguster
Chinese liguster
Donder
Ik bulder
Ik daver
Ik donder
Liguster
Wilde liguster.
TruenosBoomligusters
Donders
Ligusters. Tercera3e
Derde
Terts apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen: niñoJongen
Kind coronadoBekroond
Coronado
Gekroond, conDoor
Met
Per
Samen met
un árbolBoom
Mast en la manoDe hand.
¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
que, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke alNaar de
Naar het hijoKind
Zoon de un reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst,
se elevaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt een hoge
positie
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft zich ciñendoOmsluitend a susHaar
Hun
Uw
Zijn sienesSlapen de niñoJongen
Kind
la coronaHet kroonwiel de la majestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit?
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
EscuchaAanhoren
Beluister!
Beluisteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beluistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luistert toe
Hoor aan!
Hoor toe!
Luister toe!
Luister!
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank leHaar
Hem
Het
U hablesJij/je converseert
Jij/je praat
Jij/je spreekt.
APARICIÓNDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen
TenHeb
Heb!
Houd bij!
Houd erop na!
Houd vast!
Houd! brío de león, séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! altivoHooghartig
Hooghartige y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank atiendasJij/je bedient
Jij/je helpt
Jij/je let op
Jij/je past op
Jij/je schenkt aandacht
Jij/je slaat acht op
a quienDie
Wie incomodaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelt zich niet
op zijn gemak
Hinder!
Voel je niet op
zijn gemak!, conspiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweert samen
Span samen!
Zweer samen! o se inquietaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt onrustig:
Macbeth noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank caeráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afvallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geraken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neervallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vervallen vencidoBevangen
Gezegevierd
Overwonnen
Verslagen hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el díaDag
Etmaal
en queWaarin contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus élHem
Hij el bosqueBos
Woud de Birnam
suba aBeklimt u!
Bestijgt u!
Gaat u naar boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Ik beklim
Ik bestijg
Ik ga naar boven
Ik klim
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Klimt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u! Dunsinane.
Comment: SegúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals las crónicasChronisch
Chronische
Kronieken
Slepend
Slepende,
Macbeth dejóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leverde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaatte zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwde toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimde suHaar
Hun
Uw
Zijn castilloBurcht
Kasteel
Slot de InvernessInverness trasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
hacerseMaken
Raken
Worden construirAanleggen
Bouwen
Construeren
Ineenzetten
Maken
Met elkaar verbinden otroAnder
Andere
Nog een
Nog één sobre elOp de
Op het monteBegaat u!
Berg
Berijdt u!
Bestijgt u!
Gaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar boven!
Gaat u op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt (eiwit, room)
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze monteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Ik bega
Ik berijd
Ik bestijg
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar boven
Ik ga op
Ik klim
Ik klop (eiwit, room)
Ik loop binnen
Ik monteer
Ik rijd
Ik rijs
Ik stap in
Ik stijg
Ik zet
Ik zet op
Klimt u!
Klop
Klopt u (eiwit, room)!
Loopt u binnen!
Monteert u!
Rijdt u!
Rijst u!
Stapt u in!
Stijgt u!
Stok
Talon
Zet u op!
Zet u!
Dunsinane (situadoGelegd
Geplaatst
Geplaatste
Gesitueerd
Gestationeerd
Gevestigd al oeste deBewesten
Ten westen van EscociaSchotland,
entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las ciudadesPlaatsen
Steden de PerthPerth y DundeeDundee).
DesciendeDaal af!
Daal neer!
Daal!
Ga naar beneden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Stam af!
Stap uit!
Zink!.
MACBETH
NuncaNimmer
Nooit ocurriráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aan de
hand zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geschieden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal overkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal voorvallen.
¿QuiénWie puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt alistarAanbrengen
Aanwerven
Werven alNaar de
Naar het bosqueBos
Woud, mandarAanvoeren
Bevelen
Commanderen
Gelasten
Het bevel voeren
Sommeren
Sturen
Verordenen
Voorschrijven
alNaar de
Naar het árbolBoom
Mast '¡ArráncateRuk je los!!' ? BuenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende profecíaProfetie.
MuertosAfgestorven
Dode
Doden
Dof
Doffe
Dood
Doodgegaan
Gestorven
Gestorvenen
Overleden
Overledenen
Verscheiden
Versmacht rebeldesOpstandig
Opstandige, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank os alcéisJullie komen in opstand
Jullie muiten
Jullie rebelleren mientrasTerwijl Birnam
noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se alceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in opstand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze muit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rebelleert; el encumbradoDe top bereikt
Opgeheven
Opgevoerd
Verheerlijkt
Verheven Macbeth
va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar vivirLeven
Wonen suHaar
Hun
Uw
Zijn trechoAfstand
Brokstuk
Fragment
Poos
Traject de vidaHachje
Leven y cederAfstaan
Toegeven
Wijken
suHaar
Hun
Uw
Zijn alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf alNaar de
Naar het tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd y la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. MasDoch
Echter
Maar
Plus anhelaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikhalst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zucht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zucht naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoegt
Hijg!
Hunker!
Reikhals!
Smacht!
Verlang!
Zucht naar!
Zucht!
Zwoeg!
miMi
Mijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel saberKennen
Smaken
Weten algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals vuestraJullie
Uw
Van jullie cienciaWetenschap
hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds alcanzaAchterhaal!
Behaal!
Bereik!
Haal in!
Het is toereikend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze achterhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt buit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkrijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerft
Maak buit!
Reik tot!
Verkrijg!
Verwerf!, decidmeGeef op!
Spreek!
Zeg!: ¿ReinaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal boven anderen
uitsteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal heersen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal regeren algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander díaDag
Etmaal
la progenie de Banquo en nuestroOns
Onze
Van ons reinoIk heers
Ik regeer
Ik steek boven anderen
uit
Koninkrijk
Rijk
Staat?
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank intentesJij/je bent van plan
Jij/je bent voornemens
Jij/je beproeft
Jij/je hebt voor
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je poogt
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je stelt je voor
Jij/je toetst
Jij/je tracht saberKennen
Smaken
Weten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
MACBETH
Tenéis queJullie behoren
Jullie dienen
Jullie horen
Jullie moeten complacermeBevredigen
Paaien
Tegemoetkomen aan
Tevreden stellen
Voldoen. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals meMe
Mij loDe
Hem
Het
U negáisJullie loochenen
Jullie ontkennen,
¡asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig osJe
Jullie caiga(Het) valt
Geraakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vallen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt
Ik geraak
Ik laat vallen
Ik val
Ik val af
Ik val neer
Ik verschiet
Ik verval
Laat u vallen!
Valt u af!
Valt u neer!
Valt u!
Verschiet u!
Vervalt u! la eternaEeuwig
Eeuwige maldiciónVervloeking
Verwensing! ¡Decídmelo!
[DesciendeDaal af!
Daal neer!
Daal!
Ga naar beneden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Stam af!
Stap uit!
Zink! el calderoKetel
Kookketel
Waterketel.] OboesHobo's
Hobospeelsters
Hobospelers.
¿Por quéWaarom bajaAchteruitgang
Daal af!
Daal!
Debacle
Ga naar beneden uitstappen!
Ga naar beneden!
Geef korting!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zinkt
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Kort!
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Laat neer!
Lage
Ondergang
Sla af!
Stap af!
Stap uit!
Trek af!
Verflauwing
Verlaag!
Vermindering
Verval
Verzak!
Zak weg!
Zak!
Zink!
Zwaar
Zware el calderoKetel
Kookketel
Waterketel? ¿Y estosDeze
Dezen sonesBerichten
Geluiden
Klanken
Manieren
Smoezen
Tonen
Uitvluchten
Voorwendselen
Voorwendsels
Wijzen?
BRUJAHeks I.a
¡MostraosLaat je zien!
Vertoon je!!
BRUJAHeks 22
Twee.a
¡MostraosLaat je zien!
Vertoon je!!
BRUJAHeks 33
Drie.a
¡MostraosLaat je zien!
Vertoon je!!
TODASCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
AlNaar de
Naar het ojoKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op! mostraosLaat je zien!
Vertoon je!, suHaar
Hun
Uw
Zijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel afligidBedroef!
Beproef!
Grief!
Smart!.
VenidKom mee!
Kom! comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals sombrasAfspiegelingen
Lommers
Schaduwbeelden
Schaduwen
Schimmen
Silhouetten
Zwemen, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ellasHen
Ze
Zij partidBreek af!
Deel!
Ga op weg!
Ga weg!
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Tijg!
Verdeel
Verdeel!
Vertrek!.
ApariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen de ocho8
Acht reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten, el últimoAchterste
Jongstleden
Laatste conDoor
Met
Per
Samen met un
espejoSpiegel en la manoDe hand, seguidosAangebleven
Bewandeld
Bijgehouden
Doorgegaan
Gevolgd
Opgevolgd
Voortgevloeid
Voortgezet de BANQUO.
MACBETH
¡CuántoHoelang
Hoeveel te parecesJij/je gelijkt
Jij/je lijkt
Jij/je lijkt op alNaar de
Naar het espectroKleurenbeeld
Spectrum de Banquo! ¡FueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg!
TuJe
Jouw coronaBekroon!
Corona
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekroont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kroont
Koningskroon
Krans
Kroon
Kroon!
Kroonwiel meMe
Mij abrasa los ojos. -Kijkers
Ogen TuJe
Jouw cabelloHaar,
ceñidoOmsloten tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook por el oroE175
Goud
Ik bid, se asemejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt op
Comment: Banquo eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was consideradoBeschouwd
Beschouwd als
Nagegaan
Overwogen
Rekening gehouden met el
fundadorStichter de la dinastíaDynastie
Koningshuis
Stamhuis
Vorstenhuis de los Estuardos.
El cómputoBecijfering
Berekening
Gecijfer de ocho8
Acht reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats correctoCorrect
Correcte
Goed
Goede
Juist
Juiste
Recht
Rechte
Zuiver
Zuivere y
concluye(Het) beëindigt
Besluit!
Concludeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concludeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt een gevolgtrekking
Leid af!
Maak een gevolgtrekking! conDoor
Met
Per
Samen met el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst Jacobo (el 'octavo8e
Achtste
Octavo'),
aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al la apariciónDroombeeld
Droomgezicht
Gezicht
Opdagen
Opdraven
Uitkomen
Verschijnen
Verschijning
Visioen excluyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst af
Sluit buiten!
Sluit uit!
Verwerp!
Wijs af! a María
Estuardo, madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding de Jacobo, mandadaAangevoerd
Bevolen
Gecommandeerd
Gelast
Gesommeerd
Het bevel gevoerd
Verordend
Voorgeschreven
decapitarOnthoofden por la reinaHeers!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heerst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze regeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt boven anderen
uit
Koningin
Regeer!
Steek boven anderen uit!
Vorstin IsabelElizabeth I.
alNaar de
Naar het del primero. -1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke Y asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, el tercero. -3e
Derde SuciasGoor
Gore
Morsig
Morsige
Onrein
Onreine
Smerig
Smerige
Vies
Vieze
Vuil
Vuile
Vuns
Vunze
Vunzig
Vunzige viejasBejaard
Bejaarde
Oud
Oude
Ouderwets
Ouderwetse
Papegaaivissen
Versleten,
¿por quéWaarom meMe
Mij mostráisJullie laten zien
Jullie spreiden tentoon
Jullie tonen
Jullie vertonen
Jullie wijzen
Jullie wijzen uit esto? -Deze
Dit¿Un cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning? ¡SaltadBarst!
Doe een sprong!
Ontplof!
Schiet te binnen!
Schiet uit!
Sla over!
Spring in de lucht!
Spring in het oog!
Spring los!
Spring op!
Spring open!
Spring van een hoogte!
Spring!
Spuit op!
Vaar uit!
Val uit!, ojosKijkers
Ogen!
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je! ¿LlegaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aangeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aankomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanlanden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanreiken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal arriveren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doorbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verdrijven suHaar
Hun
Uw
Zijn linaje hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding del mundoAardrijk
Wereld?
¿OtroAnder
Andere
Nog een
Nog één? ¿El séptimo7e
Zevende? YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank miroIk bekijk
Ik blik
Ik blik aan
Ik kijk
Ik kijk aan
Ik kijk naar
Ik kijk toe
Ik schouw
Ik werp een blik
Ik werp een blik
op
Ik zie toe másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
PeroDoch
Echter
Maar llegaArriveer!
Breng door!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Kom aan!
Komt er toe
Land aan!
Reik aan!
Verdrijf! el octavo8e
Achtste
Octavo portandoApporterend un espejoSpiegel
que muestra aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien aan
Laat zien aan! muchosVeel
Vele
Zeer
Zere másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus; y algunosEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige
de ellosHen
Ze
Zij llevan(Zij) dragen
Zij/ze berekenen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen bijeen
Zij/ze brengen in rekening
Zij/ze brengen mede
Zij/ze brengen mee
Zij/ze brengen weg
Zij/ze dragen
Zij/ze hebben aan
Zij/ze hebben op
Zij/ze hebben voor
Zij/ze nemen mee
Zij/ze vervoeren dos2
Do's
Twee
Tweede orbesRijksappels y tres3
Drie cetrosScepters.
¡HorribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende visiónBekijken
Droombeeld
Droomgezicht
Kijken
Verschijning
Visioen
Zien! AhoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid: Banquo,
conDoor
Met
Per
Samen met el peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil emplastado de sangreBloed
Bloedt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bloedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat ader
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt bloed af
Ik bloed
Ik laat ader
Ik tap bloed af
Laat u ader!
Tapt u bloed af!, meMe
Mij sonríeGlimlach!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze glimlacht
y los señalaDuid aan!
Duid uit!
Geef aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt opmerkzaam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze signaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst uit
Laat zien!
Maak opmerkzaam!
Merk op!
Signaleer!
Spreid tentoon!
Toon!
Vertoon!
Wijs aan!
Wijs uit!
Wijs! comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals descendientes. -Afdalingen
Afstammelingen
Nakomelingen
Nazaten ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere?
[Salen(Zij) komen uit
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zij/ze gaan buiten
Zij/ze gaan naar buiten
Zij/ze gaan op weg
Zij/ze gaan uit
Zij/ze gaan weg
Zij/ze komen er mee
weg
Zij/ze komen uit
Zij/ze leggen in
Zij/ze leggen in het
zout
Zij/ze lopen uit
Zij/ze maken in
Zij/ze pekelen
Zij/ze rijden af
Zij/ze rijden uit
Zij/ze rijden weg
Zij/ze stappen op
Zij/ze stappen uit
Zij/ze starten
Zij/ze stijgen uit
Zij/ze tijgen
Zij/ze treden uit
Zij/ze varen uit
Zij/ze verschijnen
Zij/ze vertrekken
Zij/ze zouten
Zout u! los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten y BANQUO.]
HÉCATEHekate
PuesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende síJa
Jawel
Wel
Zich, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere. MasDoch
Echter
Maar
Plus, ¿por quéWaarom
se quedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verblijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer atónitoSprakeloos
Sprakeloze
Verbaasd
Verbaasde Macbeth?
HermanasZussen
Zusters, renovemosLaten we renoveren
Laten we vernieuwen
Wij/we renoveren
Wij/we vernieuwen suHaar
Hun
Uw
Zijn alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde
y mostrémosleLaten we laten zien
Laten we tentoonspreiden
Laten we tonen
Laten we uitwijzen
Laten we vertonen
Laten we wijzen
Wij/we laten zien
Wij/we spreiden tentoon
Wij/we tonen
Wij/we vertonen
Wij/we wijzen
Wij/we wijzen uit yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds nuestrasOnze
Van ons deliciasGenietingen
Genoten
Heerlijkheden
Lekkernijen.
DaréIk zal aangeven
Ik zal geven
Ik zal opbrengen
Ik zal toebrengen
Ik zal toekennen
Ik zal verlenen sonidoGeluid
Gerucht
Klank alNaar de
Naar het aireLucht conDoor
Met
Per
Samen met miMi
Mijn magiaMagie
Toverkunst
mientrasTerwijl giráisJullie draaien
Jullie draaien om
Jullie draaien rond
Jullie endosseren
Jullie gireren
Jullie keren
Jullie keren je om
Jullie keren om
Jullie slaan af
Jullie wenden en vuestraJullie
Uw
Van jullie raraEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame danzaBeweeg je snel!
Dans
Dans!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich snel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze danst,
puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind granGroot
Grote reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst diráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal opgeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal spreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zeggen, benignoBenigne
Goedaardig
Goedaardige
Mild
Milde
Onschuldig
Onschuldige,
que paganZij/ze betalen
Zij/ze betalen uit
Zij/ze dokken
Zij/ze keren uit
Zij/ze storten
Zij/ze voldoen suHaar
Hun
Uw
Zijn acogidaAangenomen
Begroeting
Geaccepteerd
Ontvangen
Opgenomen
Opgevangen síJa
Jawel
Wel
Zich supimosWij/we kenden
Wij/we smaakten
Wij/we wisten.
MúsicaMuziek. BailanZij/ze dansen las BRUJASBrugge
Heksen y desaparecenZij/ze verdwijnen [conDoor
Met
Per
Samen met
HÉCATEHekate].
MACBETH
¿DóndeWaar
Waarheen estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn? ¿Se fueronZij/ze gingen af
Zij/ze gingen weg
Zij/ze vertrokken
Zij/ze verwijderden zich? ¡Que estaDeze
Dit horaTijd
Uur infameBelastert u!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt kwaad
Ik belaster
Ik roddel
Ik spreek kwaad
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Roddelt u!
Schunnig
Schunnige
Spreekt u kwaad!
Vuig
Vuige
seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt por siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend malditaVervloekt
Vervloekte en el calendarioAlmanak
Kalender!
¡Que entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen el de ahíVandaar fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg!
Entra(Het) gaat binnen
Ga binnen!
Ga in!
Ga naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Kom binnen!
Kom in!
Loop binnen!
Rijd binnen!
Rijd in! LENNOXLennox.
LENNOXLennox
¿QuéWat
Welke deseáisJullie ambiëren
Jullie aspireren
Jullie begeren
Jullie dingen naar
Jullie haken naar
Jullie hebben trek in
Jullie hunkeren
Jullie jagen na
Jullie smachten
Jullie smachten naar
Jullie snakken naar
Jullie streven na
Jullie streven naar
Jullie verkiezen
Jullie verlangen
Jullie wensen, MajestadEerwaarde
Hoogheid
Majesteit?
MACBETH
¿HasJij hebt
Jij/je bent
Jij/je hebt vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta a las HermanasZussen
Zusters Fatídicas?
LENNOXLennox
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, miMi
Mijn señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer.
MACBETH
¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pasaronEr gingen voorbij
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen langs
Zij/ze gingen over
Zij/ze gingen voorbij
Zij/ze haalden in
Zij/ze kwamen langs
Zij/ze kwamen om
Zij/ze lieten door
Zij/ze overkwamen
Zij/ze passeerden
Zij/ze reikten aan
Zij/ze staken over
Zij/ze verdreven
Zij/ze vergingen
Zij/ze verliepen
Zij/ze verstreken por tuJe
Jouw puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring?
LENNOXLennox
De verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank, señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer.
MACBETH
InfectoIk besmet
Ik infecteer
Ik steek aan
Ik verpest quedeBevindt u zich!
Blijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik bevind me
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt el aireLucht en queWaarin cabalganZij/ze berijden
Zij/ze rijden
y malditosVervloekt
Vervloekte cuantosAllen
Hoeveel ook
Iedereen
Kwanta
Kwantums
Quanten
Van allen de ellasHen
Ze
Zij se fíenZij/ze delen in vertrouwen
mede. HeBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb oídoGehoor
Gehoord
Vernomen
Verstaan
un galoparGalopperen de caballosKnollen
Paarden
Paardenkracht
Rossen. ¿QuiénWie veníaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Ik kwam
Ik kwam mee?
LENNOXLennox
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer, dos2
Do's
Twee
Tweede o tres3
Drie que osJe
Jullie traen(Zij) dragen
Zij/ze bezorgen
Zij/ze brengen
Zij/ze brengen aan
Zij/ze brengen mee
Zij/ze dragen aan
Zij/ze nemen mee la noticiaBericht
Mare
Mededeling
Tijding
de que Macduff haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is huidoGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen a InglaterraEngeland.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |