¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht de míMe
Mij, Jahel; entretantoAlvast
Inmiddels
Intussen
Ondertussen
Vast
Voorlopig
Zolang, miMi
Mijn rivalConcurrent
Mededinger
Rivaal gozaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal genieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal genieten van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verheugen
in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich verlustigen
in de vuestrosJullie
Van jullie favoresBegunstigingen
Genadigheden
Gratiën
Gunsten!
AdivinoIk beduid
Ik doorzie
Ik gis
Ik raad
Ik verwacht
Ik voorspel
Ik waarzeg
Ik zeg voor
Waarzegger -repusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hernam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde weder op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette weer op
zijn plaats ellaHaar
Ze
Zij- que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank serán(Zij) zullen zijn
Zij/ze zullen gebeuren
Zij/ze zullen plaatshebben
Zij/ze zullen plaatsvinden
Zij/ze zullen zijn muchosVeel
Vele
Zeer
Zere, y que nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! podráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal mogen
Zal kunnen
borrarDoorhalen
Schrappen
Uitvegen
Uitwissen
Wissen el recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir que vosGe
Gij
Je
Jij meMe
Mij dejasteisJullie leenden
Jullie legateerden
Jullie leverden op
Jullie lieten
Jullie lieten achter
Jullie lieten begaan
Jullie lieten in de
steek
Jullie lieten los
Jullie lieten na
Jullie lieten over
Jullie lieten schieten
Jullie stonden toe
Jullie verlaatten je van
Jullie verlieten
Jullie vermaakten
Jullie vertrouwden toe
Jullie verzuimden. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank os atormentéisJullie bezorgen je verdriet
Jullie kwellen je dando aUitziend op esasDie
pequeneces muchaVeel
Vele
Zeer
Zere importanciaBelang
Belangrijkheid
Betekenis
Gewicht
Zwaarwichtigheid.
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! -exclaméIk kermde uit
Ik kraaide uit
Ik riep uit
Ik slaakte een kreet-. Lo queDat wat
Wat imaginoIk bedenk
Ik stel me voor
Ik verbeeld me
Ik vermoed esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horrorosoAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke, y temoIk ben bang voor
Ik ducht
Ik schrik terug voor
Ik schroom
Ik vrees noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank poderImperium
Keizerrijk
Kunnen
Macht
Mogen
Rijk
Vermogen
sobrevivirOverleven a vuestraJullie
Uw
Van jullie traiciónVerraad.
EllaHaar
Ze
Zij meMe
Mij miróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp een blik
op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe conDoor
Met
Per
Samen met una simpatíaMedegevoel
Sympathie burlonaSmadelijk honend
Spottend
Spottende, y meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei sonriendoGlimlachend:
CreedmeDenk!
Geloof!
Houd voor!
Meen!, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank moriremosWij/we zullen doodgaan
Wij/we zullen overlijden
Wij/we zullen sterven
Wij/we zullen verscheiden
Wij/we zullen versmachten por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende niEn niet
Evenmin
Noch el uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één niEn niet
Evenmin
Noch el otroAnder
Andere
Nog een
Nog één. PensadDenk!,
Jacobo, que me hacíaIk raakte
Ik werd falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming el ajuarAmeublement
Huisraad
Inboedel
Meubels
Meubilair y la vajillaServies. SedBen!
Dorst
Gebeur!
Heb plaats!
Vind plaats! prudenteBedachtzaam
Bedachtzame
Behoedzaam
Behoedzame
Verstandig
Verstandige
Voorzichtig
Voorzichtige; noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dejéisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
entreverGissen
Half zien
Onduidelijk zien
Vermoeden
Vluchtig zien los sentimientosGevoelens
Gewaarwordingen que osJe
Jullie agitanZij/ze agiteren
Zij/ze hitsen op
Zij/ze roeren
Zij/ze ruien op
Zij/ze schudden
Zij/ze stoken op
Zij/ze winden op, y osJe
Jullie prometoIk beloof
Ik loof uit
Ik verzeg
Ik zeg toe recompensarBelonen
Lonen
Schadeloos stellen
Terugdoen
Vergelden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit! vuestraJullie
Uw
Van jullie discreciónBescheidenheid
Discretie
Stilzwijgen
Stilzwijgendheid.
EstaDeze
Dit esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting apaciguóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde gerust los pesaresJij/je zal afwegen
Jij/je zal het gewicht
bepalen
Jij/je zal wegen
Jij/je zal zwaar zijn
Smarten que meMe
Mij atormentabanZij/ze deden verdriet aan
Zij/ze folterden
Zij/ze kwelden
Zij/ze legden op de
pijnbank. La mesonera
tendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvouwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strekte uit sobre laOp de
Op het mesaBank
Bok
Ezel
Mesa
Rek
Schraag
Stander
Stellage
Tafel
Werkbank el mantelDekservet
Tafellaken perfumadoGearomatiseerd
Geparfumeerd conDoor
Met
Per
Samen met espliegoBreedbladige lavendel
Echte lavendel
Getande lavendel
Lavendel
Spijklavendel
Tandlavendel, pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer los cubiertosBedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Eetgereis
Gedekt
Onderdaken
Somber
Sombere
Toegedekt
de estañoTin, los vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen y las escudillasBowls
Kommen
Schalen
Soepterrines. YoEgo
Ik teníaHij had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast un hambreHonger devoradora, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
que, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil, volviendo aTeruggaand naar
Terugkerend naar
Terugkomend naar entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld por el
abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed!, nos(Aan) ons
Ons invitó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trakteerde op comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten, ocupéIk bekleedde
Ik besloeg
Ik betrok
Ik bewaarde
Ik bewoonde
Ik bezette
Ik hield bezig
Ik nam in beslag
Ik vervulde gustosoLekker
Lekkere
Smakelijk un lugarAanleiding
Dorp
Lokaliteit
Oord
Plaats
Ruimte
Zetel entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen Jahel y miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer. TemiendoBang zijnd voor
Duchtend
Schromend
Terugschrikkend voor
Vrezend que nuestrosOnze
Van ons perseguidoresAchtervolgers
Vervolgers nos(Aan) ons
Ons alcanzaranZij/ze achterhaalden
Zij/ze behaalden
Zij/ze bereikten
Zij/ze haalden in
Zij/ze maakten buit
Zij/ze reikten tot
Zij/ze verkregen
Zij/ze verwierven,
emprendimosWij/we aanvaardden een ambt
Wij/we ondernamen
Wij/we traden in dienst de nuevoAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer la marchaDe versnelling, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over habernosOns te hebben zampadoGulzig gegeten
Opgeslokt
Snel iets gegeten
Weggemoffeld tres3
Drie
tortillasGevulde omeletten
Omeletten
Struiven
Tortilla's y un parEen paar de pollosKippen
Kippenvlezen
Kuikens. AcordamosWij/we accordeerden
Wij/we accorderen
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we herinnerden aan
Wij/we herinneren aan
Wij/we komen overeen
Wij/we kwamen overeen
Wij/we stemden
Wij/we stemden toe
Wij/we stemmen
Wij/we stemmen toe
Wij/we verzoenden
Wij/we verzoenen
Wij/we vinden goed
Wij/we vonden goed
Wij/we waren het eens
Wij/we zijn het eens noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank detenernosAanhouden
Afhouden
Arresteren
In verzekerde bewaring nemen
Inrekenen
Onthouden
Onttrekken
Ophouden met
Stoppen
Weghouden hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs SensSens, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin
resolvimosWij/we losten op pernoctarOvernachten.
La nocheAvond
Nacht me horrorizabaIk gruwde
Ik was ontzet, pensandoDenkend que en ellaHaar
Ze
Zij se consumaría la traiciónVerraad
de Jahel. Y sentíameHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer angustiadoAngstig
Angstige
Bedroefd
Bedroefde
Ellendig
Ellendige
Smartelijk
Smartelijke, que apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood prestabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leende uit
Ik leende
Ik leende uit oídosGehoord
Vernomen
Verstaan a los
discursosOraties
Redes
Redevoeringen
Speechen
Speeches
Toespraken
Vertogen de miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, a quienDie
Wie los menoresJonger
Jongere
Jongeren
Jongsten
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste incidentesIncidenten del viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht
inspirabanZij/ze bezielden
Zij/ze boezemden in
Zij/ze inspireerden sutilesFijn
Fijne
Spitsvondig
Spitsvondige
Subtiel
Subtiele y admirablesBevreemdend
Bevreemdende
Bewonderenswaardig
Bewonderenswaardige
Briljant
Briljante
Verbazingwekkend
Verbazingwekkende
Verwonderend
Verwonderende
Verwonderlijk
Verwonderlijke
Wonderbaar
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderbare
Wonderlijk
Wonderlijke reflexionesBeraadslagingen
Beraden
Bespiegelingen
Jij/je bedenkt
Jij/je denkt na
Jij/je overdenkt
Jij/je wikt
Jij/je zint
Jij/je zint op
Overwegingen
Reflecties.
MisMi's
Mijn temoresAngsten
Beduchtheden
Vrezen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eranWaren
Zij/ze gebeurden
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren vanosDoelloos
Doelloze
Hol
Holle
Ijdel
Ijdele
Ijl
Ijle
Ingebeeld
Ingebeelde
Leeg
Lege
Loos
Loze
Nutteloos
Nutteloze
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze
Zelfgenoegzaam
Zelfgenoegzame
Zelfvoldaan
Zelfvoldane. LlegandoAangevend
Aankomend
Aanlandend
Aanreikend
Arriverend
Doorbrengend
Reikend
Verdrijvend a SensSens, nos(Aan) ons
Ons albergamosWij/we herbergden
Wij/we herbergen en la
infameBelastert u!
Gemeen
Gemene
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belastert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt kwaad
Ik belaster
Ik roddel
Ik spreek kwaad
Infaam
Infame
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Roddelt u!
Schunnig
Schunnige
Spreekt u kwaad!
Vuig
Vuige hostería de El HombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent ArmadoBewapend
Gepantserde poon
Gewapend
In elkaar gezet
Monteren
Opmaken, y apenasAmper
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood acabamos deWij hebben zojuist cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen, el
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil condujoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze chauffeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed auto
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervoerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde a Jahel a suHaar
Hun
Uw
Zijn habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning, contiguaAangrenzend
Aangrenzende
Aanliggend
Aanliggende
Belendend
Belendende
Dicht bijzijnd
Dichtbijgelegen
Naburig
Naburige a la míaVan mij, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
permitiéndomeMe permitterend
Me veroorlovend
Toegestaan wordend disfrutarGenieten
Genieten van niEn niet
Evenmin
Noch un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip de reposoIk laat rusten
Ik rust
Rust
Rusten. LevántemeBeurt u!
Haalt u op!
Heft u op!
Heft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tilt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vestigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Ik beur
Ik haal op
Ik hef
Ik hef op
Ik kook op
Ik richt op
Ik sla op
Ik til
Ik til op
Ik verhef
Ik vestig
Ik zet neer
Kookt u op!
Oosten
Oostenwind
Richt u op!
Slaat u op!
Til op
Tilt u op!
Tilt u!
Verheft u!
Vestigt u!
Zet u neer! conDoor
Met
Per
Samen met el
albaAanbreken van de dag
Albe
Dageraad
Misgewaad
Ochtendgloren
Wit
Witte y huyendo deVluchtend voor miMi
Mijn abominableAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Ijselijk
Ijselijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke alcobaAlkoof, fuimeIk begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was a sentarAantekenen
Boeken
Doen zitten
Neerzetten
Opstellen
Vooropstellen tristementeBedroefd
Jammerlijk
Smartelijk
Treurig en la
puertaDeur
Poort
Portier cocheraGarage
Koetshuis
Remise
Stalling
Wagenschuur, entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los postillonesPostiljons, que bebíanZij/ze dronken
Zij/ze gebruikten vino blancoWitte wijn y sobabanZij/ze betastten
Zij/ze kneedden a
las maritornes. AllíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds estuveIk bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat dos2
Do's
Twee
Tweede o tres3
Drie horasTijden
Uren meditandoBedenkend
Mediterend
Nadenkend
Overdenkend
Peinzend
Wikkend
Zinnend
Zinnend op misMi's
Mijn penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden. YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat
enganchadoGehaakt el carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen, cuandoAls
Tijdens
Wanneer Jahel aparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen envueltaGebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Opgerold
Verpakt en un granGroot
Grote mantoDeken
Jas
Mantel
Manto
negroNeger
Zwart
Zwarte. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pudiendoKunnend
Mogend sostenerBeweren
Dragen
Onderhouden
Ondersteunen
Ruggensteunen
Schoren
Schragen
Verzekeren suHaar
Hun
Uw
Zijn miradaAanblik
Aangeblikt
Aangekeken
Bekeken
Blik
Een blik geworpen
Een blik geworpen op
Geblikt
Gekeken
Gekeken naar
Geschouwd
Kijk
Kijkje
Toegekeken
Toegezien, volvíIk draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte la míaVan mij haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor otro ladoOverkant
Overzijde. EllaHaar
Ze
Zij se
sentóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zitten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voorop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij míMe
Mij, y meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei conDoor
Met
Per
Samen met dulzuraZoetheid
Zoetigheid que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij afligieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beproefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze griefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smartte
Ik bedroefde
Ik beproefde
Ik griefde
Ik smartte, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende lo queDat wat
Wat
me parecíaHet leek me
Ik geleek
Ik leek
Ik leek op monstruoso eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was, en realidadRealiteit
Werkelijkheid, insignificanteAlledaags
Alledaagse
Onbeduidend
Onbeduidende
Onnozel
Onnozele; que procuraseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beijverde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed moeite
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze probeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschafte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstrekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgde dat
Ik beijverde me
Ik deed moeite
Ik poogde
Ik probeerde
Ik reikte uit
Ik streefde
Ik trachtte
Ik verschafte
Ik verstrekte
Ik zocht
Ik zorgde dat
vencermeBevangen
Overwinnen
Verslaan
Zegevieren y entrarBinnengaan
Binnenkomen
Binnenlopen
Binnenrijden
Ingaan
Inkomen
Inrijden
Naar binnen gaan en razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand; que meMe
Mij sobrabanZij/ze bleven over
Zij/ze gingen te boven
Zij/ze hielden over
Zij/ze overtroffen
Zij/ze waren in overvloed
aanwezig
Zij/ze waren te veel alcances paraJij/je bent genoeg om noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank aspirar aBedoelen
Ernaar streven te
que una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg exclusivamenteAlleen
Enkel en alleen
Uitsluitend míaVan mij; que para esoDaartoe
Daarvoor
Ervoor, se eligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon
hacendosaIjverig, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te ingenio, y que aunKattenklauw
Nog
Zelfs asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, nadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt asegurarAssureren
Betuigen
Bevestigen
Vastmaken
Vastzetten
Veilig stellen
Verstevigen
Verzekeren
nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!.
PrecisoIk heb nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige es queDat komt omdat
Want osJe
Jullie abandoneAbandonneert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze abandonneert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt ermee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Ik abandonneer
Ik laat in de
steek
Ik laat varen
Ik stop ermee
Ik verlaat
Laat u in de
steek!
Laat u varen!
Stopt u ermee!
Verlaat u! -concluyóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze concludeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte een gevolgtrekking-. SientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer los pasosAangegeven
Aangereikt
Bergpassen
Doorgangen
Doorgebracht
Doorgelaten
Doortochten
Gebeurd
Gebeurens
Gepasseerd
Ingehaald
Langsgegaan
Langsgekomen
Omgekomen
Overgangen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Passages
Passen
Schreden
Stappen
Treden
Verdreven
Vergaan
Verlopen
Verstreken
Voetstappen
Voorbijgegaan del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Anquetil en la escaleraLadder
Opgang
Trap.
Y meMe
Mij dioHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleende un besoIk kus
Ik zoen
Kus
Kussen
Zoen
Zoenen en plenaCompleet
Complete
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volwaardig
Volwaardige
Volle
Volledig
Volledige bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater, prolongándolo conDoor
Met
Per
Samen met la voluptuosidadGeilheid
Lust
Wellust
violentaAbnormaal
Abnormale
Doe geweld aan!
Driftig
Driftige
Forceer!
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet geweld aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze forceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze randt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Rand aan!
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse
Verkracht! del temorAngst
Beduchtheid
Vrees, cuandoAls
Tijdens
Wanneer las botasJij/je dompelt in
Jij/je doopt in
Jij/je smijt eruit
Jij/je sopt
Laarzen de suHaar
Hun
Uw
Zijn galánKnappe jonge man crujíanZij/ze knalden
Zij/ze knapten
Zij/ze kraakten yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat
nosotrosOns
We
Wij, y en aquelDat
Die besoIk kus
Ik zoen
Kus
Kussen
Zoen
Zoenen arriesgabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in gevaar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep risico
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam risico
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riskeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette op het
spel
Ik bracht in gevaar
Ik liep risico
Ik nam risico
Ik riskeerde
Ik verspeelde
Ik waagde
Ik zette op het
spel susHaar
Hun
Uw
Zijn telasLijnwaden
Linnens
Stoffen
Weefselen
Weefsels de HolandaHolland
Nederland y suHaar
Hun
Uw
Zijn vajillaServies de
plataE174
Zilver repujadaGeciseleerd.
El postillónPostiljon bajóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf korting
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar beneden
uitstappen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kortte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonk el estriboDe remklauw
De treeplank del coupé; peroDoch
Echter
Maar el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil
preguntó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan Jahel siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige que viajáramosWij/we reisden juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd en el interiorAan de binnenkant
Binnen-
Binnenkant
Binnenland
Binnenlands
Binnenlandse
Binnenste
Boezem
Inheems
Inheemse
Inlands
Inlandse
Interieur
Intern
Interne
Inwendig
Inwendige
Schoot.
PareciómeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als aquelDat
Die deseoAmbiëren
Aspireren
Begeerte
Begeren
Begerigheid
Hunkeren
Ik ambieer
Ik aspireer
Ik begeer
Ik ding naar
Ik haak naar
Ik heb trek in
Ik hunker
Ik jaag na
Ik smacht
Ik smacht naar
Ik snak naar
Ik streef na
Ik streef naar
Ik verkies
Ik verlang
Ik wens
Lust
Najagen
Nastreven
Smachten
Verkiezen
Verlangen
Wens
Wensen
Zin
Zucht consecuenciaAfloop
Besluit
Consequentie
Gevolg
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortvloeisel de los favoresBegunstigingen
Genadigheden
Gratiën
Gunsten recibidosAangenomen
Begroet
Geaccepteerd
Gekregen
Genoten
Getoucheerd
Ontvangen, y que la
satisfacciónBevrediging
Genoegdoening leHaar
Hem
Het
U ofrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor el aislamientoDe isolatie conDoor
Met
Per
Samen met Jahel menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige. MiMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende
maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, en todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle previsor, pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer debajo deBeneden
Onder los asientosBrillen
Moeren
Stoelen
Zetels
Zitplaatsen
Zittingen seis6
Zes botellasFlessen de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn
blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte, y las bebimosWij/we dronken
Wij/we gebruikten plácidamenteVredig paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! engañarBedotten
Bedriegen
Beduvelen
Beetnemen
Misleiden
Om de tuin leiden
Smokkelen
Verlakken el aburrimientoVerveling del viajeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reist
Ik reis
Reis
Reist u!
Reizen
Tocht
Toer
Trip
Vlucht.
AlNaar de
Naar het mediodíaMiddag
Noen
Twaalf uur 's middags llegamosWij/we arriveerden
Wij/we arriveren
Wij/we brachten door
Wij/we brengen door
Wij/we gaven aan
Wij/we geven aan
Wij/we komen aan
Wij/we kwamen aan
Wij/we landden aan
Wij/we landen aan
Wij/we reiken aan
Wij/we reikten aan
Wij/we verdreven
Wij/we verdrijven a Joigny, poblaciónBevolken
Bevolking
Dorp
Plaats
Stad
Volk
Zielental muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer agradableAangenaam
Aangename
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Behaaglijk
Behaaglijke
Bekoorlijk
Bekoorlijke
Comfortabel
Comfortabele
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Genoeglijk
Genoeglijke
Geriefelijk
Geriefelijke
Gerieflijk
Gerieflijke
Heerlijk
Heerlijke
Plezierig
Plezierige
Prettig
Prettige
Smaakvol
Smaakvolle
Tof
Toffe
Welbehaaglijk
Welbehaaglijke
Welgevallig
Welgevallige. TemerosoAngstaanjagend
Angstaanjagende
Angstig
Angstige
Angstwekkend
Angstwekkende
Bang
Bange
Beangst
Beangste
Beangstigend
Beangstigende
Beducht
Beduchte
Bevreesd
Bevreesde
Laf
Laffe
Lafhartig
Lafhartige
Vervaarlijk
Vervaarlijke
Vreesachtig
Vreesachtige de
quedarmeAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zich bevinden
Zijn sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te dineroGeld
Poen a medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank resignándome aBerustend in
Me schikkend in viajarReizen por
cuentaAftellen
Bereken!
Berekenen
Berekening
Calculatie
Calculeer!
Calculeren
Conto
Debiteer!
Debiteren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze calculeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze debiteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertelt
Kraal
Lees voor!
Neertellen
Nota
Reken uit!
Reken!
Rekenen
Rekening
Tel af!
Tel neer!
Tel!
Tellen
Uitrekenen
Verhaal!
Verhalen
Vertel!
Vertellen
Voorlezen del señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te una extremadaUiterste necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak, resolvíIk loste op
desprendermeAfgeven
Afgeven (geur)
Afscheiden
Los laten de una sortijaBeugel
Gordijnring
Haarkrul
Ring
Zandtong y de un medallónMedaillon de miMi
Mijn madreBedding
Ma
Moeder
Moer
Stroombedding que aúnNog
Nog altijd
Nog steeds
conservabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveerde
Ik behield
Ik besprak
Ik bewaarde
Ik boekte
Ik borg
Ik conserveerde
Ik hield open
Ik hield over
Ik hield vrij
Ik onderhield
Ik reserveerde, y recorríIk bereisde
Ik ging door
Ik legde af
Ik liep af
Ik reisde door
Ik reisde rond
Ik trok door todas lasAlle callesJij/je verzwijgt
Jij/je zwijgt
Straten en buscaOp zoek de un joyeroJuwelier. En la plazaPlein
Zitplaats
MayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere, frente aTegenover
Vergeleken met
Versus la iglesiaBedehuis
Godshuis
Kerk
Kerkgebouw
Moskee
Synagoge
Synagoog
Tempel, halléIk bevond
Ik nam waar
Ik ontmoette
Ik trof
Ik trof aan
Ik vond
Ik zag uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één que vendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhandelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervreemdde
Ik deed over
Ik deed weg
Ik tapte
Ik verhandelde
Ik verkocht
Ik vervreemdde cadenasBoeien
Ketenen
Ketens
Kettingen
Kluisters
Reeksen y crucesDraagjukken
Jij/je doorkruist
Jij/je kruist
Jij/je steekt over
Jukken
Kruisen
Kruisingen
Kruisjes
Kruispunten
Viersprongen
Wegkruisingen bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware el
rótuloAanplakbiljet
Affiche
Plakkaat
Poster La BuenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende FeFiducie
Geloof
Vertrouwen. CuálWat
Welk
Welke noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn miMi
Mijn asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering alNaar de
Naar het verBekijken
Kijken
Zien a miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer
delanteDaarvoor
Eerder
Ervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Voren
Vroeger
Weleer del mostradorBalie
Toonbank, sacandoAfdoend
Afleggend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend de un cucurucho de papelPapieren puntzak cinco5
Vijf o seis6
Zes
pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne diamantesDiamanten -los mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Astarac nos(Aan) ons
Ons habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had
enseñadoBijgebracht
Gelaten zien
Geleerd
Geschoold
Getoond
Gewezen
Geïnstrueerd
Onderwezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond un díaDag
Etmaal- y preguntandoVragend alNaar de
Naar het joyeroJuwelier cuántoHoelang
Hoeveel podría(Het) zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kunnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou mogen
Ik zou kunnen
Ik zou mogen pagarBetalen
Dokken
Storten
Uitbetalen
Uitkeren
Voldoen por
aquellasDie
Diegene piedrasHagels
Stenen.
El joyeroJuwelier las examinóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze controleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze examineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze exploreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze las af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderzocht nauwkeurig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze surveilleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viste uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zocht uit, y mirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo alNaar de
Naar het abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed! por encima deAan
Boven
Over susHaar
Hun
Uw
Zijn
anteojosBril
Kijkers
Verrekijkers, leHaar
Hem
Het
U dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei:
CaballeroHeer
Heerschap
Meneer
Mijnheer
Ridder
Ruiter, estasDeze
Dezen piedrasHagels
Stenen serían deZij/ze zouden behoren
Zij/ze zouden behoren tot
Zij/ze zouden komen uit
Zij/ze zouden toebehoren granGroot
Grote valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fuesenZij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren verdaderasEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke. PeroDoch
Echter
Maar
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn falsasFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Verkeerd
Verkeerde, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats difícilLastig
Lastige
Moeilijk
Moeilijke
Slim
Slimme
Zwaar
Zware verloBekijken
Kijken
Zien. SonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn pedazosBonken
Brokken
Eindjes
Hompen
Stukjes
Stukken
Stuks de vidrioGlazen
Van glas, que, a lo sumoHoogstens,
podríanZij/ze zouden kunnen
Zij/ze zouden mogen aplicarseIjver betonen
Zich toeleggen a la coronaHet kroonwiel de algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere virgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere de aldeaBuurtschap
Dorp
Gehucht
Plaats
Vlek, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin produciríanZij/ze zouden aandoen
Zij/ze zouden aanrichten
Zij/ze zouden afwerpen
Zij/ze zouden berokkenen
Zij/ze zouden opbrengen
Zij/ze zouden opleveren
Zij/ze zouden stichten
Zij/ze zouden teweegbrengen
Zij/ze zouden veroorzaken
Zij/ze zouden voortbrengen
magníficoBeeldschone
Beeldschoon
Briljant
Briljante
Glanzend
Glanzende
Lumineus
Lumineuze
Magnifiek
Magnifieke
Prachtig
Prachtige
Schitterend
Schitterende efectoAfloop
Effect
Effekt
Gevolg
Indruk
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Uitwerking
Voortvloeisel
Werking.
AnteSuède
Ten overstaan van
Voor estaDeze
Dit respuestaAntwoord
Bescheid
Wederwoord
Weerwoord, el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Coignard recogióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzamelde susHaar
Hun
Uw
Zijn diamantesDiamanten y volvióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte la
espaldaRug alNaar de
Naar het joyeroJuwelier. EntoncesDan
Dus
Toen reparóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhielp
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstelde en míMe
Mij, pareciéndomeGelijkend
Lijkend
Lijkend op que leHaar
Hem
Het
U turbabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht van zijn
stuk
Ik bracht van zijn
stuk noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank
pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige el encuentroIk bevind
Ik kom tegen
Ik ontmoet
Ik treed tegemoet
Ik tref
Ik tref aan
Ik vind
Ontmoeting. RealicéIk bewerkstelligde
Ik bracht tot stand
Ik realiseerde
Ik verrichtte
Ik verwerkelijkte
Ik verwezenlijkte
Ik voerde door
Ik voerde uit miMi
Mijn negocioAangelegenheid
Affaire
Bedrijf
Ding
Handel
Ik onderhandel
Koopmanschap
Negotie
Nering
Onderhandelen
Onderneming
Transactie
Zaak conDoor
Met
Per
Samen met presteza y reuniéndomeBijeenkomend
Lid wordend
Me aansluitend
Samenkomend
Toetredend
Vergaderend conDoor
Met
Per
Samen met miMi
Mijn
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, que meMe
Mij esperabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorzag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wachtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag vooruit
Ik hoopte
Ik stond te wachten
Ik verwachtte
Ik voorzag
Ik wachtte
Ik wachtte af
Ik wachtte op
Ik was bedacht op
Ik zag vooruit en la puertaDeur
Poort
Portier, leHaar
Hem
Het
U advertíIk bemerkte
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik waarschuwde del peligroGevaar
Nood
Onraad
Perikel en queWaarin
nos(Aan) ons
Ons pusoHij plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette neer, robandoBerovend
Bestelend
Buitmakend
Plunderend
Rovend
Stelend
Stropend
Zich vergrijpend aan los diamantesDiamanten que, por suHaar
Hun
Uw
Zijn desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval, pudieronZij/ze konden
Zij/ze mochten serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn
verdaderosEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke.
HijoKind
Zoon míoMijne
Van mij -meMe
Mij respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk-, DiosGod
Godheid paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! conservarmeBehouden
Bergen
Bespreken
Bewaren
Boeken
Conserveren
Onderhouden
Openhouden
Overhouden
Reserveren
Vrijhouden inocenteOnbedorven
Onnozel
Onnozele
Onschuldig
Onschuldige
Rein
Reine
Schuldeloos
Schuldeloze, haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
queridoBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefste
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend fuesenZij/ze begaven zich
Zij/ze gebeurden
Zij/ze gingen
Zij/ze hadden plaats
Zij/ze karden
Zij/ze liepen
Zij/ze liepen van stapel
Zij/ze reden
Zij/ze verliepen
Zij/ze voeren
Zij/ze vonden plaats
Zij/ze waren aparienciasAirs
Uiterlijken
Verschijningen engañadoras. DeboIk behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld confesarosBekennen
Biechten
Erkennen
Opbiechten
Toegeven que sufríIk doorstond
Ik droeg
Ik leed
Ik onderging
Ik ondervond
Ik stond uit
Ik veelde
Ik verdroeg
una granGroot
Grote penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet alNaar de
Naar het sustraerlosAftrekken
Gappen
Ontvreemden
Stelen. ReparadHerstel!
Maak!
Repareer!
Verhelp!
Verstel! miMi
Mijn arrepentimientoBerouw
Boetvaardigheid
Inkeer
Wroeging. ÉstaDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una
páginaBladzijde
Pagina que bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou borrarDoorhalen
Schrappen
Uitvegen
Uitwissen
Wissen del libroBoek
Ik bevrijd de miMi
Mijn vidaHachje
Leven, en el cualWaarop tampocoEvenmin
Ook niet
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige otrasAnder
Andere
Nog één, a decirOpgeven
Spreken
Zeggen verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer inmaculadasOnbevlekt
Onbevlekte comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
convendría(Het) zou goed uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou betamen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een schikking
treffen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gelegen komen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou het eens
zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou overeenkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schikken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitkomen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou voegen
Ik zou afspreken
Ik zou betamen
Ik zou een schikking
treffen
Ik zou gelegen komen
Ik zou het eens
zijn
Ik zou overeenkomen
Ik zou passen
Ik zou schikken
Ik zou uitkomen
Ik zou voegen. SientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer que miMi
Mijn conductaGedrag
Houding
Wandel ofrezcaBiedt u aan!
Biedt u te koop
aan!
Biedt u!
Draagt u voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Ik bied
Ik bied aan
Ik bied te koop
aan
Ik draag voor
Ik loof uit
Ik sla voor
Ik stel voor
Looft u uit!
Slaat u voor!
Stelt u voor! en este puntoDienaangaande
In dat opzicht
Wat dat betreft motivosAanleidingen
Beweegredenen
Drijfveren
Motieven
Redenen
Termen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
una severaBar
Barre
Duchtig
Duchtige
Hard
Harde
Straf
Straffe
Streng
Strenge
Zwaar
Zware reprensiónAfkeuren
Berispen
Berisping
Blaam
Gispen
Laken
Manen
Standje
Terechtwijzing
Uitbrander
Verwijt
Wraken. PeroDoch
Echter
Maar el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! abatirseDe moed ontnemen
Deprimeren
Neerdrukken
Neerslachtig maken
Ontmoedigen
Terneerdrukken cuandoAls
Tijdens
Wanneer incurre enGeraak tot!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geraakt tot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervalt in
Verval in!
algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere falta(Het) ontbreekt
Afwezigheid
Ben absent!
Ben afwezig!
Breuk in een aardlaag
Euvel
Fout
Gebrek
Gemis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelt
Manco
Mankement
Ontbreek!
Scheel!
Tekort
Tekortkoming; y ésteDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el momentoHet ogenblik de decirmeOpgeven
Spreken
Zeggen comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un ilustreHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze illustreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veraanschouwelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlucht
Ik illustreer
Ik veraanschouwelijk
Ik verlucht
Illustreert u!
Veraanschouwelijkt u!
Verlucht u! doctorArts
Doctor
Dokter
Geneesheer
Kerkleraar
Medicus:
'ConsideradBeschouw als!
Beschouw!
Ga na!
Houd rekening met!
Overweeg! vuestraJullie
Uw
Van jullie granGroot
Grote fragilidadBreekbaarheid
Broosheid
Brosheid
Fragiliteit
Zondigheid
Zwakheid, de la queDat
Die
Wie
Zij die dais conJullie halen
Jullie komen tegen
Jullie ontmoeten
Jullie raken
Jullie slaan in
Jullie teisteren
Jullie treden tegemoet
Jullie treffen
Jullie treffen aan frecuenciaFrequentie evidentesDuidelijk
Duidelijke
Evident
Evidente
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Overduidelijk
Overduidelijke
Vanzelfsprekend
Vanzelfsprekende
pruebasAdstructies
Bewijzen
Jij probeert
Jij/je adstrueert
Jij/je beproeft
Jij/je bewijst
Jij/je bezoekt
Jij/je maakt waar
Jij/je past
Jij/je past aan
Jij/je probeert
Jij/je probeert uit
Jij/je proeft
Jij/je staaft
Jij/je stelt op de
proef
Jij/je toetst
Jij/je toont aan
Jij/je wijst uit
Onderzoeken
Tekenen
Tekens
Testen
Tests
Toetsen, en los menoresJonger
Jongere
Jongeren
Jongsten
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste actosActies
Actiën
Akten
Aktes
Bedrijven
Daden
Documenten
Handelingen
Plechtigheden
Prestaties
Verrichtingen
Werkingen
Zetten, pensandoDenkend que paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! vuestraJullie
Uw
Van jullie salvaciónBehoud
Behouden
Bergen
Heil
Redden
Redding
Verlossing
Zaligheid esasDie
cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken y otrasAnder
Andere
Nog één semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke osJe
Jullie ocurrenZij/ze gebeuren
Zij/ze geschieden
Zij/ze komen voor
Zij/ze overkomen
Zij/ze vallen voor
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn aan de
hand.' NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U pierde(Het) verliest
Geef op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelt
Loop mis!
Mis!
Raak kwijt!
Verbeur!
Verkwist!
Verlies!
Verspeel! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle quienDie
Wie, hallándoseZich bevindend
Zich terugvindend
Zijnd a
menudoFijn
Fijne
Klein
Kleine
Pens
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere abatidoBedrukt
Bedrukte
De moed ontnomen
Gedeprimeerd
Gedrukt
Gedrukte
Neergedrukt
Neerslachtig gemaakt
Ontmoedigd
Terneergedrukt
Terneergeslagen y rudamente tentadoBekoord
In verzoeking gebracht
Verleid
Verlokt
Verzocht, sucumbe aBezwijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezwijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sterft
Kom om!
Sterf! la tentaciónAanvechting
Lust
Neiging
Temptatie
Verleiding
Verlokking
Verzoeking
Zin. SomosWij zijn
Wij/we gebeuren
Wij/we hebben plaats
Wij/we vinden plaats
Wij/we zijn
hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank diosesGoden
Godheden; somos deWij/we behoren
Wij/we behoren toe
Wij/we behoren tot
Wij/we komen uit carneVlees y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank ángelesEngelen. ¿CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je podríaisJullie zouden kunnen
Jullie zouden mogen
permanecerBlijven
Overblijven
Resten
Resteren
Toeven
Verblijven siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend en un mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden de virtudBraafheid
Courage
Dapperheid
Deugd
Durf
Eerbaarheid
Kuisheid
Lef
Macht
Moed
Reinheid
Vermogen
Zuiverheid, cuandoAls
Tijdens
Wanneer esaDat
Die fidelidadTrouw haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
faltadoAbsent geweest
Afwezig geweest
Gescheeld
Ontbroken a los ángelesLos angeles
Los ángeles en el cieloHemel
Lucht y alNaar de
Naar het primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent en el paraísoGaanderij
Galerie
Galerij
Gang
Paradijs
Trans? He aquíAlsjeblieft
Alstublieft
Hier
Kijk
Ziehier,
Dalevuelta, hijoKind
Zoon míoMijne
Van mij, las únicasAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke conversacionesConversaties
Gesprekken espiritualesGeestelijk
Geestelijke
Geestig
Geestige
Spiritueel
Spirituele y los verdaderosEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
soliloquiosAlleenspraken
Monologen que conviene(Het) is het beste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft een schikking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt a la situaciónHouding
Leggen
Ligging
Plaatsen
Positie
Situatie
Situeren
Stand
Stand van zaken
Stationeren
Toestand
Vestigen presenteAanwezig
Aanwezige
Belicht u!
Biedt u aan!
Brengt u uit!
Cadeau
Dient u in!
Donatie
Etaleert u!
Geschenk
Gift
Heden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belicht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze etaleert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze presenteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt bloot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uiteen
Ik belicht
Ik bied aan
Ik breng uit
Ik dien in
Ik etaleer
Ik presenteer
Ik schenk
Ik stal uit
Ik stel bloot
Ik stel tentoon
Ik stel voor
Ik vertoon
Ik zet uiteen
Present
Presente
Presenteert u!
Schenking
Schenkt u!
Stalt u uit!
Stelt u bloot!
Stelt u tentoon!
Stelt u voor!
Tegenwoordig
Tegenwoordige
Tegenwoordige tijd
Vertoont u!
Zet u uiteen! de miMi
Mijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel. PeroDoch
Echter
Maar ¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
horaTijd
Uur yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over miMi
Mijn errorAbuis
Afwijking
Dwaling
Fout
Vergissing
Verschil lamentableBetreurenswaardig
Betreurenswaardige, acercaBreng naderbij!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naderbij del cualWaarvan noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank insistoIk dring aan
Ik volhard, de
volver aTeruggaan naar
Terugkeren naar
Terugkomen naar nuestraOns
Onze
Van ons posadaGeposeerd
Gezeten
Herberg
Logement paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! bebemosWij/we drinken
Wij/we gebruiken en compañíaAccompagneren
Bedrijf
Begeleiden
Begeleiding
Compagnie
Gezelschap
Maatschappij
Meegaan
Meelopen
Ploeg
Rot
Troep
Vendel
Vennootschap
Vergezellen
Zwerm de los postillonesPostiljons, que
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn gentesVolken
Volkeren sencillasEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele y de fácilGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte tratoBehandeling
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handelen
Handelwijze
Hanteren
Ik bejegen
Ik beredeneer
Ik betitel
Ik drijf handel
Ik ga om met
Ik handel
Ik handel over
Ik hanteer
Ik heb in handen
Ik maak in orde
Ik maak uit
Ik poog
Ik probeer
Ik scheld uit
Ik spreek aan
Ik tracht
Ik verzorg
Ik zet uiteen
Omgang
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen, una o dos2
Do's
Twee
Tweede botellasFlessen de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land?
Asocíeme a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind parecerEr uitzien
Er uitzien als
Het uiterlijk hebben van
Lijken
Overkomen
Schijnen
Staan tegenover
Toeschijnen
Vinden
Voorkomen y regresamosWij/we keerden terug
Wij/we keerden weder
Wij/we keren terug
Wij/we keren weder
Wij/we komen terug
Wij/we komen weder
Wij/we komen weerom
Wij/we kwamen terug
Wij/we kwamen weder
Wij/we kwamen weerom alNaar de
Naar het parador, en dondeWaarin hallamosWij/we bevinden
Wij/we bevonden
Wij/we namen waar
Wij/we nemen waar
Wij/we ontmoeten
Wij/we ontmoetten
Wij/we treffen
Wij/we treffen aan
Wij/we troffen
Wij/we troffen aan
Wij/we vinden
Wij/we vonden
Wij/we zagen
Wij/we zien alNaar de
Naar het
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil que volvíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draaide rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging weer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam weerom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wentelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwenkte
Ik draaide
Ik draaide om
Ik draaide rond
Ik ging terug
Ik ging weer
Ik keerde
Ik keerde terug
Ik keerde weder
Ik kwam terug
Ik kwam weder
Ik kwam weerom
Ik liep terug
Ik trok terug
Ik wendde
Ik wentelde
Ik zwenkte, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals nosotrosOns
We
Wij, del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam, llevandoAanhebbend
Berekenend
Bijeenbrengend
Brengend
Door te brengen
Dragend
In rekening brengend
Medebrengend
Meebrengend
Meenemend
Ophebbend
Vervoerend
Voorhebbend
Wegbrengend una
barajaKaartspel. JugóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelde voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde uit alNaar de
Naar het piquet conDoor
Met
Per
Samen met miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer nos pusimosWij/we deden aan
Wij/we deden op
Wij/we kleedden ons aan
Wij/we smeerden
Wij/we smeerden in
Wij/we stelden ons aan
Wij/we trokken aan
Wij/we werden en
marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan, continuaronZij/ze gingen door
Zij/ze gingen verder
Zij/ze gingen verder met
Zij/ze gingen voort
Zij/ze hielden aan
Zij/ze vervolgden
Zij/ze zetten voort jugandoSpelend
Uitvoerend
Voorspelend dentroBinnen
Daarbinnen
Erin del cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon. La pasiónDoorstaan
Dulden
Hartstocht
Lijden
Lijdensgeschiedenis
Lust
Ondergaan
Passie
Roes
Uitstaan
Velen
Verdragen
Verslaving
Verwoedheid del juegoIk speel
Ik speel voor
Ik voer uit
Spel
Spelen
Speling
Spelletje
Uitvoeren
Voorspelen que
dominabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze domineerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overheerste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schitterde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voerde de boventoon
Ik bedwong
Ik beheerste
Ik domineerde
Ik overheerste
Ik schitterde uit
Ik voerde de boventoon a miMi
Mijn rivalConcurrent
Mededinger
Rivaal meMe
Mij permitióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belette niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze permitteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veroorloofde algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige libertadesVrijheden conDoor
Met
Per
Samen met Jahel, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die
hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak conmigoMet mij
Met mij mee másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus afectuosaAanhankelijk
Aanhankelijke
Gehecht
Gehechte
Toegenegen desde queSinds se sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde zich un tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer fatigadaAfgebeuld
Afgejakkerd. SuHaar
Hun
Uw
Zijn
conversaciónConversatie
Gesprek me procurabaIk kocht
Ik kocht aan
Ik kocht in
Ik nam af
Ik nam over
Ik schafte aan
Ik voorzag me van una amargaBitter
Bittere dulzuraZoetheid
Zoetigheid. LeHaar
Hem
Het
U reprochabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verweet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees terecht
Ik beknorde
Ik berispte
Ik verweet
Ik wees terecht suHaar
Hun
Uw
Zijn perfidia
y suHaar
Hun
Uw
Zijn infidelidad, y aliviabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luchtte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlichtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzachtte
Ik lenigde
Ik luchtte op
Ik verlichtte
Ik verzachtte misMi's
Mijn penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden conDoor
Met
Per
Samen met reprochesJij/je beknort
Jij/je berispt
Jij/je verwijt
Jij/je wijst terecht, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds suavesMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds violentosAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse.
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht de míMe
Mij, Jahel! -leHaar
Hem
Het
U decía(Hij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei
Ik gaf op
Ik sprak
Ik zegde
Ik zei
Zij) zei-. El recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir de nuestrasOnze
Van ons cariciasAaien
Aanhalingen
Liefkozingen
Strelingen, que
fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was miMi
Mijn encantoBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Gratie
Ik bekoor
Ik ben dol op
Ik charmeer
Ik vind geweldig
Ik vind prachtig, convirtióseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veranderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette om paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij en martirioMartelaarschap, alNaar de
Naar het pensarDenken que ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans
concedéisJullie kennen toe
Jullie verschaffen a otroAnder
Andere
Nog een
Nog één lo queDat wat
Wat antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger meMe
Mij concedisteisJullie kenden toe
Jullie verschaften.
EllaHaar
Ze
Zij meMe
Mij respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk:
Una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle.
Y cuandoAls
Tijdens
Wanneer yoEgo
Ik prolongabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlengde
Ik rekte
Ik verlengde demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste las lamentacionesKlaagliederen y los reprochesJij/je beknort
Jij/je berispt
Jij/je verwijt
Jij/je wijst terecht,
me decíaIk noemde me
Ik werd gezegd
Ik zegde
Ik zegde bij zichzelf
Ik zei
Ik zei bij zichzelf:
ComprendoIk begrijp
Ik besef
Ik bevat
Ik omvat
Ik snap
Ik vat
Ik versta que osJe
Jullie heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb causadoAangedaan
Aangericht
Berokkend
Gedaan
Gelaten
Gelaten doen
Gemaakt
Gesticht
Teweeggebracht
Veroorzaakt penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
herirmeBezeren
Kwetsen
Verwonden
Wonden cien100
Honderd vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten al díaPer dag conDoor
Met
Per
Samen met vuestrosJullie
Van jullie gemidosGekermd
Geklaagd
Gezucht inútilesIjdel
Ijdele
Nutteloos
Nutteloze
Onberekend
Onberekende
Ongeschikt
Ongeschikte
Onnodig
Onnodige
Onnuttig
Onnuttige
Vergeefs
Vergeefse
Vruchteloos
Vruchteloze.
El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil, cuandoAls
Tijdens
Wanneer perdíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep mis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze miste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte kwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkwistte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verloor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verspeelde
Ik gaf op
Ik liep mis
Ik miste
Ik raakte kwijt
Ik verbeurde
Ik verkwistte
Ik verloor
Ik verspeelde, mostrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik liet zien
Ik spreidde tentoon
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees uit un humorGemoedsgesteldheid
Humeur
Humor insoportableNiet te harden
Ondraaglijk
Ondraaglijke
Onuitstaanbaar
Onuitstaanbare
Onverdraaglijk,
importunandoKwellend
Vervolgend sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term a Jahel, y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals ellaHaar
Ze
Zij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pecabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed zonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondigde
Ik deed zonde
Ik zondigde de sufrirDoorstaan
Dragen
Lijden
Ondergaan
Ondervinden
Uitstaan
Velen
Verdragen,
amenazábale conDoor
Met
Per
Samen met escribir aSchrijven aan suHaar
Hun
Uw
Zijn tíoKerel
Oom Mosaide para queOpdat
Zodat fuese aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar
Ik ging naar buscarlaAfhalen
Gaan halen
Halen
Ophalen
Opzoeken
Snorren
Uitkijken
Uitzien
Zoeken. SusHaar
Hun
Uw
Zijn
disputasJij/je bedilt
Jij/je disputeert
Jij/je haarklooft
Jij/je kift
Jij/je kijft
Jij/je krakeelt
Jij/je maakt het lastig
Jij/je maakt ruzie
Jij/je muggenzift
Jij/je redetwist
Jij/je ruziet
Jij/je strijdt
Jij/je strijdt voor
Jij/je twist
Jij/je vit meMe
Mij proporcionabanZij/ze bezorgden
Zij/ze brachten in orde
Zij/ze fourneerden
Zij/ze maakten evenredig
Zij/ze maten af
Zij/ze verschaften
Zij/ze wogen af, al principioAanvankelijk
In 't begin
In het begin, algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de consueloIk troost
Ik vertroost
Troost y algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
esperanzaHoop
Uitzicht
Verwachting; peroDoch
Echter
Maar, repetidasDoorgenomen
Herhaald
Herhaaldelijk
Herhaaldelijke
Nagezegd
Nog eens gezegd con frecuenciaDikwijls
Gedurig
Herhaaldelijk
Menigmaal
Vaak
Veel
Veelal
Veeltijds, llegaronZij/ze arriveerden
Zij/ze brachten door
Zij/ze gaven aan
Zij/ze kwamen aan
Zij/ze landden aan
Zij/ze reikten aan
Zij/ze verdreven a producirmeAandoen
Aanrichten
Afwerpen
Berokkenen
Opbrengen
Opleveren
Produceren
Stichten
Teweegbrengen
Veroorzaken
Voortbrengen sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend
inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting, porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl las acompañabanZij/ze accompagneerden
Zij/ze begeleidden
Zij/ze gingen mee
Zij/ze liepen mee
Zij/ze vergezelden reconciliacionesVerzoeningen impetuosasHeftig
Heftige
Onstuimig
Onstuimige
Vurig
Vurige, que se
traducíanZij/ze vertaalden
Zij/ze zetten over en ardientesGloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige besosKussen
Kussens
Zoenen, en ansiasAngsten
Beklemmingen
Benauwdheden
Bezorgdheden
Spanningen
Verlangens
Zielsangsten
Zuchten amorosasLiefdes- y en lascivosGeil
Geile
Wellustig
Wellustige
Wulps
Wulpse
Zinnelijk
Zinnelijke arrullosSlaapliederen
Wiegeliederen. El
señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil a durasGrimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Jij/je beklijft
Jij/je blijft aan
Jij/je duurt
Jij/je duurt voort
Jij/je houdt aan
Jij/je houdt stand
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai penasBedroefdheden
Droefheden
Smarten
Treurigheden transigía conmigoMet mij
Met mij mee, sintiendoAanvoelend
Gevoelend
Gewaarwordend
Merkend
Voelend, en cambioDaarentegen
Ertegenover
Integendeel,
una granGroot
Grote predilección paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, quienDie
Wie sin dudaBepaald
Ongetwijfeld
Zeker se hizoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer
acreedorCrediteur
Eerzaam
Eerzame
Krediet-
Schuldeiser
Verdienstelijk
Verdienstelijke
Waar
Waardig
Waardige
Ware a ellaHaar
Ze
Zij por suHaar
Hun
Uw
Zijn carácterAard
Geaardheid
Karakter plácido y jovialJoviaal
Joviale y por la incomparableOnvergelijkbaar
Onvergelijkbare
eleganciaElegantie
Gratie de suHaar
Hun
Uw
Zijn ingenio. JugabanZij/ze speelden
Zij/ze speelden voor
Zij/ze voerden uit y bebíanZij/ze dronken
Zij/ze gebruikten juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd conDoor
Met
Per
Samen met una simpatíaMedegevoel
Sympathie que
aumentabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed toenemen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze groeide aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhoogde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wakkerde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd sterker
Ik deed toenemen
Ik groeide
Ik groeide aan
Ik nam toe
Ik steeg
Ik vergrootte
Ik verhoogde
Ik vermeerderde
Ik wakkerde aan
Ik werd sterker sin cesarOnophoudelijk, juntandoAaneenvoegend
Bijeenbrengend
Bijeenvoegend
Ineenzettend
Samenbrengend
Samenstellend
Samenvoegend
Verenigend susHaar
Hun
Uw
Zijn rodillasKnieën paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! sostenerBeweren
Dragen
Onderhouden
Ondersteunen
Ruggensteunen
Schoren
Schragen
Verzekeren el tableroBord
Gezelschapsspel
Plank
Spel
Tablet, sobre elOp de
Op het
cualEvenals
Net als
Wat
Welk
Welke
Zoals echabanZij/ze begonnen handel te
drijven met
Zij/ze gooiden
Zij/ze gooiden erop
Zij/ze hadden aandeel in
Zij/ze jaagden weg
Zij/ze joegen weg
Zij/ze keilden
Zij/ze kondigden aan
Zij/ze kregen
Zij/ze legden op
Zij/ze lieten aan het
lot over
Zij/ze maakten bekend
Zij/ze maakten vast
Zij/ze namen
Zij/ze schatten
Zij/ze schonken in
Zij/ze sloegen uit
Zij/ze smeten
Zij/ze speelden een partijtje
Zij/ze speelden uit
Zij/ze spraken uit
Zij/ze stortten
Zij/ze strooiden
Zij/ze stuurden weg
Zij/ze tankten
Zij/ze traden op in
Zij/ze uitten
Zij/ze voegden toe
Zij/ze voerden op
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijverden
Zij/ze wierpen
Zij/ze zegden
Zij/ze zeiden
Zij/ze zetten buiten de
deur
Zij/ze zonden weg las cartasBrieven
Charters
Epistels
Handvesten
Kaarten
Menukaarten
Missiven
Missives
Vrachtcontracten, riendoLachend, bromeandoGekscherend
Grappen makend
Grappend
Schertsend y haciéndoseRakend
Wordend burlasAardigheidjes
Bakken
Grappen
Jij/je bedriegt
Jij/je fopt
Jij/je stelt teleur
Jij/je verschalkt
Moppen
Schertsen. A vecesAf en toe
Bijwijlen
Soms
Somtijds
Somwijlen
Wel eens
acababanZij/ze besloten
Zij/ze beëindigden
Zij/ze eindigden
Zij/ze gebruikten op
Zij/ze maakten af
Zij/ze maakten op
Zij/ze maakten uit
Zij/ze sloten af
Zij/ze teerden op
Zij/ze verbruikten
Zij/ze verdeden
Zij/ze verklungelden
Zij/ze verkwistten
Zij/ze vermorsten
Zij/ze verspilden
Zij/ze voleindigden
Zij/ze werkten af
Zij/ze werkten uit regañandoBeknorrend
Berispend
Terechtwijzend
Verwijtend, injuriándose conDoor
Met
Per
Samen met palabrasBewoordingen
Woorden que ruborizaríanZij/ze zouden doen blozen a los
jayanes del puertoHaven de San NicolásNicolaas y a los barquerosSchippers del muelleAanlegplaats
Drijfveer
Kaai
Kade
Perron
Pier
Springveer
Veer
Wal, y el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer
de Anquetil juraba porHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwoer op
Ik zwoer op DiosGod
Godheid, por la VirgenMaagd
Maagdelijk
Maagdelijke
Ongerept
Ongerepte
Ongeschonden
Pure
Puur
Vierge
Zuiver
Zuivere y por los santosGeheiligd
Geheiligde
Gewijd
Gewijde
Heilig
Heilige
Heiligen
Naamdagen
Sacraal
Sacrale
Santos, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haberBezitting
Hebben
Zijn vistoBekeken
Gekeken
Gezien
Ik kleed
Ik kleed aan
Ik omkleed
Ik sta
en suHaar
Hun
Uw
Zijn vidaHachje
Leven, niEn niet
Evenmin
Noch aunKattenklauw
Nog
Zelfs entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los queWie
Zij die merecenZij/ze komen toe
Zij/ze verdienen
Zij/ze zijn waard
Zij/ze zijn waardig la horcaGalg
Kruis
Mestvork
Vork, un rufiánPooier tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer ladrónDief
Steler
comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed! Coignard; peroDoch
Echter
Maar se comprendíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besefte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omvatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstond
Ik begreep
Ik besefte
Ik bevatte
Ik omvatte
Ik snapte
Ik vatte
Ik verstond que suHaar
Hun
Uw
Zijn estimaciónAchting
Appreciatie
Hoogachting
Raming
Schatting
Taxatie
Waardebepaling
Waardering perdurabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleef bestaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurde voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde verder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leefde voort
Ik bleef bestaan
Ik duurde voort
Ik leefde verder
Ik leefde voort,
y eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was un gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak verleBekijken
Kijken
Zien reírLachen alNaar de
Naar het pocoGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige ratoPoos
Poosje
Tijdje, diciendoOpgevend
Sprekend
Zeggend:
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed!, seréisJullie zullen gebeuren
Jullie zullen plaatshebben
Jullie zullen plaatsvinden
Jullie zullen zijn miMi
Mijn limosnero, y jugaremosWij/we zullen spelen
Wij/we zullen uitvoeren
Wij/we zullen voorspelen todos losAlle díasDagen
Etmalen alNaar de
Naar het piquet.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn precisoIk heb nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige que asistáis aJullie bezoeken
Jullie wonen bij
Jullie zijn aanwezig
Jullie zijn aanwezig bij nuestrasOnze
Van ons caceríasJachtpartijen. BuscaremosWij/we zullen afhalen
Wij/we zullen gaan halen
Wij/we zullen halen
Wij/we zullen ophalen
Wij/we zullen opzoeken
Wij/we zullen snorren
Wij/we zullen uitkijken
Wij/we zullen uitzien
Wij/we zullen zoeken un
percherón resistenteFerm
Ferme
Fors
Forse
Gevestigd
Gevestigde
Hecht
Hechte
Potig
Potige
Robuust
Robuuste
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige
Stoer
Stoere
Struis
Struise
Taai
Vast
Vaste
Veerkrachtig
Veerkrachtige para queOpdat
Zodat puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u! soportarVerdragen vuestroJullie
Uw
Van jullie pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte, y se osJe
Jullie hará(Het
Hij) zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanmaken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedrijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal doen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitbrengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitrichten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitvoeren un
equipoAfdeling
Apparatuur
Detachement
Equipe
Ik rust toe
Ik rust uit
Ploeg
Team
Toerusten
Uitrusten
Uitrusting
Voetbalelftal completoCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Ik completeer
Ik maak af
Ik voleind
Ik vul aan
Ik werk bij
Integraal
Integrale
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Voltallig
Voltallige
Volle
Volledig
Volledige de cazadorJacht-, semejanteDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkend op
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemens
Naaste
Soortgelijk
Soortgelijke alNaar de
Naar het que usa(U) gebruikt
Benut!
Beschik over!
Disponeer!
Gebruik!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benut
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschikt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze disponeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt aan
Wend aan! el obispoBisschop de Uzés.
AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats horaTijd
Uur de hacerosAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un trajeDracht
Gewaad
Ik bezorgde
Ik bracht
Ik bracht aan
Ik bracht mee
Ik droeg aan
Ik nam mee
Kostuum
Pak nuevoNieuw
Nieuwe; porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te reprocheBeknort u!
Berispt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beknort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berispt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijst terecht
Ik beknor
Ik berisp
Ik verwijt
Ik wijs terecht
Verwijt u!
Wijst u terecht!, abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed!,
vuestrosJullie
Van jullie calzonesBroeken
Kniebroeken revientanZij/ze barsten
Zij/ze barsten open
Zij/ze bersten
Zij/ze bersten open
Zij/ze scheuren
Zij/ze springen yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds por el traseroAchter-
Achterkant
Achterste
Achterzijde
Bips
Gat
Kont
Staartstuk
Zitvlak.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook Jahel sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar la inclinaciónBuigen
Inclinatie
Neigen
Nijgen irresistibleOnweerstaanbaar
Onweerstaanbare que impulsabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevorderde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dreef aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stimuleerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette aan tot
Ik bevorderde
Ik bracht over
Ik dreef aan
Ik stimuleerde
Ik zette aan tot las almasGeesten
Gemoederen
Zielen
haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, y se propusoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was van plan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was voornemens remediar, en lo posibleIndien mogelijk, el abandonoAbandonneren
Achterstelling
Eenzaamheid
Ik abandonneer
Ik laat in de
steek
Ik laat varen
Ik stop ermee
Ik verlaat
Verlaten
Verlatenheid
Verwaarlozing
Verzaking
Woestheid
de suHaar
Hun
Uw
Zijn atavíoIk dos uit
Ik tooi op
Kleding
Toilet. RasgóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurde uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de susHaar
Hun
Uw
Zijn vestidosAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Gewaden
Jurken
Klederen
Kleren
Omkleed paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! remendarBoeten
Flikken
Lappen
Oplappen
Stoppen
Verstellen el balandrán y los
calzonesBroeken
Kniebroeken de nuestroOns
Onze
Van ons venerableAanbiddelijk
Aanbiddelijke
Eerbiedwaardig
Eerbiedwaardige amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind, y leHaar
Hem
Het
U regalóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf cadeau
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schonk un pañueloDoekje
Hoofddoek
Zakdoek de encaje(Het) past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijst in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert aan
Ik lijst in
Ik praat aan
Ik smeer aan
Kant
Lijst u in!
Praat u aan!
Smeert u aan! paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
convertirloHet veranderen en alzacuelloHoge boord. MiMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer recibíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begroette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze genoot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toucheerde
Ik accepteerde
Ik begroette
Ik genoot
Ik kreeg
Ik nam aan
Ik ontving
Ik toucheerde estosDeze
Dezen pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
obsequiosCadeaus
Donaties
Geschenken
Giften
Schenkingen conDoor
Met
Per
Samen met una dignidadDigniteit
Waardigheid
Zelfgevoel
Zelfrespect seductoraVerleidelijk
Verleidelijke. TuveIk had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak de advertirloBemerken
Merken
Opmerken
Waarnemen
Waarschuwen muchasVeel
Vele
Zeer
Zere
vecesBeurten
Files
Gelederen
Keren
Malen
Reeksen
Rijen
Toerbeurten: mostrábase muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer galanteGalant
Galante hablandoConverserend
Pratend
Sprekend conDoor
Met
Per
Samen met mujeresEchtgenoten
Echtgenotes
Gemalinnen
Vrouwen
Vrouwlui
Vrouwmensen
Vrouwspersonen. LesHen
Hun
U declarabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betuigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze declareerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze erkende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde een verklaring
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verklaarde
Ik bekende
Ik betuigde
Ik declareerde
Ik erkende
Ik gaf aan
Ik gaf toe
Ik legde een verklaring
af
Ik verklaarde un
interésBelang
Belangstelling
Interest
Rente que nuncaNimmer
Nooit eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was indiscretoIndiscreet
Indiscrete; las alababaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwaaide lof toe
Ik loofde
Ik prees
Ik roemde
Ik zwaaide lof toe conDoor
Met
Per
Samen met el conocimientoBekendheid
Besef
Bewustzijn
Bezinning
Cognossement
Deskundigheid
Kennen
Kennis
Kennismaken
Kunde
Verstand
Weten de un
prácticoHandig
Handige
Praktisch
Praktische; lesHen
Hun
U ofrecíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bood te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loofde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde voor
Ik bood
Ik bood aan
Ik bood te koop
aan
Ik droeg voor
Ik loofde uit
Ik sloeg voor
Ik stelde voor los consejosAdviezen
Raadgevingen
Raden de suHaar
Hun
Uw
Zijn largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde experienciaBelevenis
Ervaring
Ondervinding y suHaar
Hun
Uw
Zijn corazónHart
Klokhuis
indulgenteInschikkelijk
Inschikkelijke
Toegeeflijk
Toegeeflijke; perdonabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begenadigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergaf
Ik begenadigde
Ik vergaf todas lasAlle debilidadesBesluiteloosheden
Genegenheden
Krachteloosheden
Tengerheden
Zwakheden
Zwakten
Zwaktes, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank desperdiciandoVerspillend ningunaGeen enkel
Geen enkele
ocasiónAanleiding
Gelegenheid
Gevaar
Omstandigheid
Oorzaak de repetirlesDoornemen
Herhalen
Nazeggen
Nog eens zeggen grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime y útilesBevorderlijk
Bevorderlijke
Bruikbaar
Bruikbare
Dienstig
Dienstige
Geschikt
Geschikte
Nuttig
Nuttige verdadesWaarheden.
LlegandoAangevend
Aankomend
Aanlandend
Aanreikend
Arriverend
Doorbrengend
Reikend
Verdrijvend a Montbard, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over cuatro4
Vier jornadasWerkdagen, hicimosWij maakten
Wij/we bedreven
Wij/we brachten uit
Wij/we deden
Wij/we maakten
Wij/we maakten aan
Wij/we richtten uit
Wij/we voerden uit altoAlt
Altviool
Hoge
Hoog
Hoogte
Lang
Lange
Luid
Oudste
Stop
Verheven en una
lomaHeuvel
Heuvelrug
Terp
Vluchtheuvel, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die se descubríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontdekte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vorste uit
Ik ontdekte
Ik vond uit
Ik vorste uit todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam en un pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim,
como siAlsof hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden pintadoAfgeschilderd
Beschilderd
Beschilderde
Geschilderd
Geverfd
Uitgeschilderd sobre unBovenop een
Op een lienzoDoek
Lijnwaad
Linnen por un hábilBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Bevoegd
Bevoegde
Geoefend
Geoefende
Gerechtigd
Gerechtigde
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige pintorKunstschilder
Schilder,
cuidadosoAttent
Attente
Zorgvuldig
Zorgvuldige
Zorgzaam
Zorgzame de indicarAanduiden
Aangeven
Aanwijzen
Beduiden
Een sein geven
Een teken geven
Kenmerken
Laten zien
Merken
Seinen
Tekenen
Tentoonspreiden
Tonen
Uitduiden
Uitwijzen
Vertonen
Wijzen todos losAlle detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein.
MiradBekijk!
Blik aan!
Blik!
Kijk aan!
Kijk naar!
Kijk toe!
Kijk!
Schouw!
Werp een blik op!
Werp een blik!
Zie toe! -nos(Aan) ons
Ons dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer-, esasDie murallasBastions
Bolwerken
Omwallingen
Vestingwallen
Wallen, esasDie torresTorens
Torres, esosDie
campanariosKlokkentorens, esasDie techumbresDaken
Kappen
Overkappingen que asomanZij/ze beginnen zich te
vertonen
Zij/ze komen te voorschijn
Zij/ze vertonen voor een
opening sobre laOp de
Op het verduraGroente. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam,
y aunKattenklauw
Nog
Zelfs sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te conocerBekend zijn met
Kennen
Kennismaken
Leren kennen
Weten suHaar
Hun
Uw
Zijn historiaGeschiedenis
Historie
Verhaal, ni siquieraZelfs niet suHaar
Hun
Uw
Zijn nombreBenaming
Benoemt u!
Heet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt aan
Ik benoem
Ik heet
Ik maak uit voor
Ik noem
Ik stel aan
Maakt u uit voor!
Naam
Naamwoord
Noemt u!
Stelt u aan!
Voornaam, conviene(Het) is het beste
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het eens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt overeen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treft een schikking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt reflexionarBedenken
Nadenken
Overdenken
Wikken
Zinnen
Zinnen op
acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van élHem
Hij, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals el másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus dignoWaardig
Waardige objetoDing
Ik bestrijd
Ik betwist
Ik spreek tegen
Ik vecht aan
Mikpunt
Object
Onderwerp
Voorwerp de meditaciónBedenken
Meditatie
Mediteren
Nadenken
Overdenken
Peinzen
Wikken
Zinnen que puedaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Ik kan
Ik mag
Kan men
Kan u!
Mag u!
ofrecérsenos. En efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk, un puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam, seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt el queDat
Die
Hij die
Wie fuereHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal karren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rijden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal van stapel
lopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal varen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlopen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich begeven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Ik zal gaan
Ik zal gebeuren
Ik zal karren
Ik zal lopen
Ik zal me begeven
Ik zal plaatshebben
Ik zal plaatsvinden
Ik zal rijden
Ik zal van stapel
lopen
Ik zal varen
Ik zal verlopen
Ik zal zijn, ofreceBied aan!
Bied te koop aan!
Bied!
Draag voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze biedt te koop
aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze looft uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Loof uit!
Sla voor!
Stel voor! asuntoAangelegenheid
Affaire
Ding
Kwestie
Onderwerp
Stof
Thema
Zaak
abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige a las especulacionesSpeculaties del espírituGeest
Geestgesteldheid. Los postillonesPostiljons nos(Aan) ons
Ons dicen(Zij) zeggen
Zij/ze geven op
Zij/ze spreken
Zij/ze zeggen que
se llamaHeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt genoemd Montbard. LoDe
Hem
Het
U desconozcoIk ben onbekend met, y, sin embargoEchter
Maar
Niettemin
Toch, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank dudoIk dub
Ik sta in dubio
Ik twijfel en afirmarBetuigen
Bevestigen
Beweren
Stellen
Verzekeren, por
analogíaAnalogie
Overeenkomst, que las gentesVolken
Volkeren que loDe
Hem
Het
U habitanZij/ze bewonen
Zij/ze huizen
Zij/ze resideren
Zij/ze wonen
Zij/ze wonen in
Zij/ze zijn gevestigd, nuestrosOnze
Van ons semejantesDito
Eender
Eendere
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Medemensen
Naasten
Soortgelijk
Soortgelijke, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn egoístasEgoïsten,
cobardesLafaards, pérfidosDubbelhartig
Dubbelhartige
Ontrouw
Ontrouwe
Trouweloos
Trouweloze
Verraderlijk
Verraderlijke, glotonesVeelvraten
Vraatzuchtig
Vraatzuchtige, libidinosos. De otroAnder
Andere
Nog een
Nog één modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank serían(Ze) zouden zijn
Zij/ze zouden gebeuren
Zij/ze zouden plaatshebben
Zij/ze zouden plaatsvinden
Zij/ze zouden zijn hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten,
niEn niet
Evenmin
Noch descenderían deZij/ze zouden afstammen van AdánAdam, a la vezTegelijk miserableBeroerd
Beroerde
Ellendeling
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige y venerableAanbiddelijk
Aanbiddelijke
Eerbiedwaardig
Eerbiedwaardige, en quienDie
Wie todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle
nuestrosOnze
Van ons instintosAandriften
Instincten hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus innobles, hallanZij/ze bevinden
Zij/ze nemen waar
Zij/ze ontmoeten
Zij/ze treffen
Zij/ze treffen aan
Zij/ze vinden
Zij/ze zien suHaar
Hun
Uw
Zijn origenAanvang
Afkomst
Afstamming
Begin
Herkomst
Komaf
Ontstaan
Oorsprong augustoAugust
Augustus
Clown. El únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke
puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot dudosoOnzeker
Onzekere estribaría enHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geschraagd worden
door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou leunen tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou rusten op
Ik zou geschraagd worden
door
Ik zou leunen tegen
Ik zou rusten op saberKennen
Smaken
Weten siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esasDie gentesVolken
Volkeren sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus inclinadasGebogen
Gedaan overhellen
Genegen
Geneigd
Geneigde
Gezind
Gezinde
Scheef
Scheve
Schuin
Schuine a la gulaGulzigheid
Onmatigheid
Vraatzucht
o la lujuriaBuitensporigheid
Geilheid
Lust
Onkuisheid
Wellust, y quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht niEn niet
Evenmin
Noch esoDat
Die
Zulks debaBehoort u te!
Dient u!
Heeft u te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoort u!
Ik behoor te
Ik ben schuldig
Ik ben verplicht om
te
Ik ben verschuldigd
Ik dien
Ik heb te danken
Ik hoor
Ik moet
Ik sta in de
schuld
Is u schuldig!
Is u verplicht om
te!
Is u verschuldigd!
Moet u!
Staat u in de
schuld! dudarseDubben
In dubio staan
Twijfelen: un filósofoFilosoof
Wijsgeer juzgaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beoordelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal berechten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oordelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal rechtspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal veroordelen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vonnissen sanamente que
el hambreHonger esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! esosDie desgraciadosOngelukkig
Ongelukkige
Ongelukkigen, una necesidadBehoefte
Nood
Noodzaak másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus urgenteBrandend
Brandende
Dringend
Dringende
Spoed
Spoedeisend
Spoedeisende
Urgent
Urgente que el
amorAffectie
Liefde
Min. En miMi
Mijn lozana juventudJeugd
Jeugdigheid supuseIk meende
Ik nam aan
Ik onderstelde
Ik stelde
Ik vermoedde
Ik veronderstelde a la bestiaBeest
Dier humanaHumaan
Humane
Menselijk
Menselijke muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer propensa aGenegen
Geneigd
Gezind la
conjunciónConjunctie
Samenstand
Voegwoord de los sexosGeslachten
Kunnen
Seksen
Sekses, juzgandoBeoordelend
Berechtend
Oordelend
Rechtsprekend
Veroordelend
Vonnissend por engañosasBedrieglijk
Bedrieglijke
Misleidend
Misleidende aparienciasAirs
Uiterlijken
Verschijningen, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende en
realidadRealiteit
Werkelijkheid, los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten gustan(Het) bevalt
Zij/ze behagen
Zij/ze bevallen
Zij/ze houden van
Zij/ze proeven
Zij/ze staan aan
Zij/ze vinden leuk
Zij/ze zinnen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de vivirLeven
Wonen que de darAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen vidaHachje
Leven. El ejeDe as de la
humanidadHumaniteit
Menselijkheid
Mensheid
Menslievendheid esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el hambreHonger; por lo demásOverigens
Trouwens
Verder
Voor de rest, evitandoMijdend
Ontwijkend
Uit de weg gaand
Vermijdend
Voorkomend inoportunasOngelegen divagaciones,
meMe
Mij limitaréIk zal begrenzen
Ik zal beknotten
Ik zal beperken
Ik zal beperkingen opleggen
aan a decirosJullie zeggen que la vidaHachje
Leven de los mortalesDodelijk
Dodelijke
Dood- tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast dos2
Do's
Twee
Tweede polosIjslolly's
Lollies
Polen
Polo's
Polosporten
Polotruitjes: el hambreHonger
y el amorAffectie
Liefde
Min. Y aquíAlhier
Hier esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats en dondeWaarin esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node abrirBeginnen
Graveren
Open maken
Opendoen
Openen
Openmaken bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart los oídosGehoord
Vernomen
Verstaan y el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel.
EsasDie criaturasCreaturen
Schepselen
Schepsels horriblesAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende, que sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend se ocuparían deZij/ze zouden zich bezighouden
met devorarseVerslinden o de acariciarseAaien
Liefkozen
Strelen
furiosamente, vivenZij/ze leven
Zij/ze wonen juntasAaneengevoegd
Besturen
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je stelt samen
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Jij/je voegt bijeen
Jij/je voegt samen
Jij/je zet ineen
Junta's
Naden
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd
Vergaderingen
Voegen
Zittingen y sometidasGeknecht
Onderworpen a las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten que prohiben
precisamenteJuist
Net la satisfacciónBevrediging
Genoegdoening de suHaar
Hun
Uw
Zijn dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u! y fundamentalEssentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Grond-
Voornaamst
Voornaamste concupiscenciaWellustigheid.
EsosDie animalesBeesten
Dieren ingenuosArgeloos
Argeloze
Eenvoudig
Eenvoudige
Naïef
Naïeve
Naïevelingen
Ongekunsteld
Ongekunstelde
Onnozel
Onnozele, convertidosBekeerd
Geconverteerd
Omgezet
Veranderd en ciudadanosBurgers
Staatsburgers, se imponenZij/ze doen zich gelden
Zij/ze overheersen
Zij/ze zijn noodzakelijk
voluntariamenteVrijwillig privacionesOntberingen de todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle especieAangelegenheid
Soort, respetanZij/ze eerbiedigen
Zij/ze hebben respect voor
Zij/ze respecteren la propiedadBezit
Bezitting
Boerderij
Eigendom
Eigendomsrecht
Goed
Landgoed ajenaAndermans
Van een ander
Vreemd
Vreemde,
lo cualDat wat
Hetgeen
Wat esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats prodigiosoWonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! suHaar
Hun
Uw
Zijn naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen codiciosaBegerig
Begerige
Belust
Beluste
Gretig
Gretige
Happig
Happige
Verlekkerd
Verlekkerde; y profesanZij/ze beloven plechtig el pudorEerbaarheid
Ingetogenheid
Kuisheid
Zedigheid, que
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una hipocresíaSchijnheiligheid enormeEnorm
Enorme
Geweldig
Geweldige
Gigantisch
Gigantische, peroDoch
Echter
Maar comúnAlgemeen
Algemene
Bestekamer
Gemeen
Gemeenschappelijk
Gemeenschappelijke
Gemene
Gemene volk
Gewoon
Gezamenlijk
Gezamenlijke
Grote hoop, la cualDat
Die
Wat
Welke
Zij die consiste enBen gegrond op!
Ben het gevolg van!
Ben opgesloten in!
Berust op!
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is opgesloten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt op
Lig aan!
Steun op! decirOpgeven
Spreken
Zeggen sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend raraEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame
vezBeurt
File
Gelid
Keer
Maal
Reeks
Rij
Toerbeurt lo queDat wat
Wat piensanZij/ze denken sin cesarOnophoudelijk. PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl, francamenteEerlijk
Ronduit, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren, cuandoAls
Tijdens
Wanneer vemosWij zien
Wij/we bekijken
Wij/we kijken
Wij/we zien
una mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats en la bellezaFraaiheid
Knapheid
Schoonheid de suHaar
Hun
Uw
Zijn almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel niEn niet
Evenmin
Noch en las excelenciasExcellenties de suHaar
Hun
Uw
Zijn
espírituGeest
Geestgesteldheid dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin fijamosWij/we bepaalden
Wij/we bepalen
Wij/we bevestigden
Wij/we bevestigen
Wij/we fixeerden
Wij/we fixeren
Wij/we maakten vast
Wij/we maken vast
Wij/we plakken vast
Wij/we plakten vast
Wij/we stelden vast
Wij/we stellen vast nuestroOns
Onze
Van ons pensamientoDenken
Driekleurig viooltje
Gedachte
Veldviooltje; y en nuestrasOnze
Van ons relaciones conJij/je brengt in verband
met
Jij/je legt een verband
tussen
ellaHaar
Ze
Zij lo queDat wat
Wat másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus nos(Aan) ons
Ons preocupaBaar zorgen!
Benauw!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart zorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benauwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongerust
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verontrust
Maak ongerust!
Verontrust! sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn susHaar
Hun
Uw
Zijn formasFormaliteiten
Gedaanten
Gedaantes
Jij/je formeert
Jij/je gaat aan
Jij/je paradeert
Jij/je praalt
Jij/je prijkt
Jij/je pronkt
Jij/je vormt
Manieren
Vormen
Wijzen naturalesAfkomstig
Afkomstige
Echt
Naturen
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve. Y la encantadoraBekoorlijk
Bekoorlijke
Betoverend
Betoverende
Charmant
Charmante
Innemend
Innemende
Schattig
Schattige
Snoeperig
Snoeperige
Snoezig
Snoezige
Verleidelijk
Verleidelijke
Verrukkelijk
Verrukkelijke
criaturaCreatuur
Schepsel loDe
Hem
Het
U sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet! tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart que, vestidaAangekleed
Geklede
Gekleed
Gestaan
Omkleed por hábilesBedreven
Behendig
Behendige
Bekwaam
Bekwame
Bevoegd
Bevoegde
Geoefend
Geoefende
Gerechtigd
Gerechtigde
Handig
Handige
Vaardig
Vaardige obrerasArbeiders-
Arbeidsters
Werksters, cuidaBekommer je!
Ben bezorgd!
Bewaak!
Draag zorg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekommert zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt zorg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezorgd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze let op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verpleegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zorgt voor
Let op!
Pas op!
Verpleeg!
Verzorg!
Zorg voor!
Zorg! muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere de
velarOmsluieren
Sluieren
Waken susHaar
Hun
Uw
Zijn atractivosAanlokkelijk
Aanlokkelijke
Aantrekkelijk
Aantrekkelijke
Aantrekkingskrachten sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! exagerarlosAandikken
Chargeren
Overdrijven artificiosamente. La señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster Jahel,
que nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast del salvajeRuig
Ruige
Wild
Wilde
Woest
Woeste, se desolaría siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el arteKunst hubieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was triunfadoGezegevierd
Succes gehad en ellaHaar
Ze
Zij
sobre laOp de
Op het NaturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot de que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se advirtieseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwde
Ik bemerkte
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik waarschuwde cuanHoe mórbidosMollig
Mollige
Week
Weke
Zacht
Zachte
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn susHaar
Hun
Uw
Zijn senosBaarmoeders
Bochten
Boezems
Borsten
Holten
Holtes
Schoten
Sinussen, y cuanHoe redondasGevuld
Gevulde
Rond
Ronde susHaar
Hun
Uw
Zijn caderasHeupen. AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, de cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook modoKerktoonladder
Manier
Modaliteit
Toonaard
Trant
Wijze
que consideremosLaten we beschouwen
Laten we beschouwen als
Laten we nagaan
Laten we overwegen
Laten we rekening houden
met
Wij/we beschouwen
Wij/we beschouwen als
Wij/we gaan na
Wij/we houden rekening met
Wij/we overwegen a los hombresGasten
Gozers
Kerels
Manmensen
Manneke
Manneken
Mannen
Mannetjes
Manspersonen
Mensen
Venten desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la caídaAfgevallen
Afvallen
Gelaten vallen
Geraakt
Geraken
Gevallen
Neergevallen
Neervallen
Vallen
Verschieten
Verschoten
Vervallen de AdánAdam, los hallaremosWij/we zullen aantreffen
Wij/we zullen bevinden
Wij/we zullen ontmoeten
Wij/we zullen treffen
Wij/we zullen vinden
Wij/we zullen waarnemen
Wij/we zullen zien
hambrientosHongerig
Hongerige eEn incontinentes. ¿De dóndeWaar
Waarheen procedeBen afkomstig!
Ben het gevolg van!
Ga voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afkomstig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontspruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stamt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kom voort!
Ontspruit!
Stam af!
Werk!, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende, que, reunidosGeconcentreerd
Gestapeld
Opeengehoopt
Opeengestapeld
Opgehoopt
Opgestapeld
Verenigd
Verzameld en
las ciudadesPlaatsen
Steden, se imponganZij/ze doen zich gelden
Zij/ze overheersen
Zij/ze zijn noodzakelijk privacionesOntberingen de toda claseAllerhande
Allerlei
Van elke soort, sometiéndose aZich onderwerpend aan un
régimenDieet
Regime
Staatsvorm
Stelsel contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander a suHaar
Hun
Uw
Zijn naturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen corrompidaBedorven
Corrupt
Corrupte
Geschaad
Geërgerd
Omgekocht
Verdraaid
Verknoeid
Verleid
Verminkt
Verveeld? Se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que en elloDat
Het
encontrabanZij/ze bevonden
Zij/ze kwamen tegen
Zij/ze ontmoetten
Zij/ze traden tegemoet
Zij/ze troffen
Zij/ze troffen aan
Zij/ze vonden ventajasBaten
Belangen
Nutten
Voordelen
Winsten, lograndoBehalend
Bereikend
Doorkomend
Erin slagend
Inhalend
Klaarspelend
Reikend tot
Slagend
Slagend in
Slagend voor conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn penosaSmartelijk
Smartelijke obligaciónObligatie
Plicht
Verplichting másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus tranquilaBedaard
Bedaarde
Gerust
Geruste
Kalm
Kalme
Rustig
Rustige
Stil
Stille
seguridadAplomb
Betrouwbaarheid
Gewicht
Veiligheid
Zekerheid
Zelfbewustheid
Zelfverzekerdheid. PeroDoch
Echter
Maar estoDeze
Dit fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg suponerlesAannemen
Menen
Onderstellen
Stellen
Vermoeden
Veronderstellen de sobra(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref! razonablesAcceptabel
Acceptabele
Ontvankelijk
Ontvankelijke
Verstandig
Verstandige, y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats, ademásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, un
razonamientoArgument
Bewijsgrond
Redeneren falsoFout
Foute
Incorrect
Incorrecte
Namaak-
Onecht
Onjuist
Onjuiste
Onwaar
Onware
Vals
Verkeerd
Verkeerde, por cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum
Quant esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats absurdoAbsurd
Absurde
Absurditeit
Ongerijmd
Ongerijmde
Ongerijmdheid
Onzin
Onzinnig
Onzinnige salvarBehouden
Bergen
Redden la vidaHachje
Leven a expensas de loDe
Hem
Het
U
que constituyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Maak uit!
Stel samen!
Vorm! suHaar
Hun
Uw
Zijn fundamentoBasis
Fundament
Grondslag
Ik fundeer y suHaar
Hun
Uw
Zijn goceGeniet u van!
Geniet u!
Genieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlustigt zich in
Ik geniet
Ik geniet van
Ik verheug me in
Ik verlustig me in
Verheugt u zich in!
Verlustigt u zich in!. TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand dichoBetrokken
Bewust
Bewuste
Desbetreffend
Desbetreffende
Gesproken
Gezegd
In kwestie
Opgegeven
Spreuk que el
miedoAngst
Beduchtheid
Vrees los reducíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze herleidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromp in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reduceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vereenvoudigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette
Ik herleidde
Ik kookte in
Ik kromp in
Ik reduceerde
Ik vereenvoudigde
Ik zette a la obedienciaGehoorzaamheid
Gehoorzamen, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid que la cárcelBajes
Cachot
Gevang
Gevangenis
Nor
Petoet y la horcaGalg
Kruis
Mestvork
Vork
mantienenZij/ze houden
Zij/ze houden erop na
Zij/ze onderhouden la sumisiónOnderworpenheid a las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere que el prejuicioPrejudicie
Vooringenomenheid
Vooroordeel
Vooropgezette mening
conspiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spant samen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweert samen
Span samen!
Zweer samen! conDoor
Met
Per
Samen met las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se comprendeBegrijpt men que la violenciaDriftigheid
Dwang
Forceren
Geweld
Gewelddadigheid
Geweldpleging
Hevigheid
Onnatuurlijkheid
Onstuimigheid
Valsheid
Verkrachten
Verkrachting
Vinnigheid hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! podidoGekund
Gemogen
establecerseZich vestigen tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer umversalmente. Se definenZij/ze bepalen
Zij/ze definiëren
Zij/ze omschrijven las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals las relacionesBetrekkingen
Jij/je combineert
Jij/je verbindt
Omgangen
Opzichten
Relaties
Verbanden
Verhoudingen
Verstandhoudingen
necesariasBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node de las cosasAangelegenheden
Affaires
Dingen
Jij/je naait
Jij/je naait aan
Voorwerpen
Zaken; peroDoch
Echter
Maar acabamos deWij hebben zojuist verBekijken
Kijken
Zien que esasDie relacionesBetrekkingen
Jij/je combineert
Jij/je verbindt
Omgangen
Opzichten
Relaties
Verbanden
Verhoudingen
Verstandhoudingen estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn en
contradicciónAanvechten
Bestrijden
Betwisten
Contradictie
Tegenspraak
Tegenspreken
Tegenstand
Tegenstrijdigheid
Tegenwerpen conDoor
Met
Per
Samen met la NaturalezaAard
Geaardheid
Karakter
Natuur
Wezen, lejosAchteraf
Afgelegen
Heen
Over
Vandoor
Ver
Verwijderd
Voort
Weg de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! ellaHaar
Ze
Zij necesidadesBehoeften
Behoeftes
Noden
Noodzaken. Por estoDaarom
Hierom,
señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren, yoEgo
Ik buscaríaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afhalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gaan halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou halen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ophalen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou opzoeken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou snorren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitkijken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitzien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zoeken
Ik zou afhalen
Ik zou gaan halen
Ik zou halen
Ik zou ophalen
Ik zou opzoeken
Ik zou snorren
Ik zou uitkijken
Ik zou uitzien
Ik zou zoeken el manantialBron
Wel
Welput y el origenAanvang
Afkomst
Afstamming
Begin
Herkomst
Komaf
Ontstaan
Oorsprong de las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank en el hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent,
sinoDoch
Echter
Maar fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg del hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, y creo queIk denk dat, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde extrañasBuitenlands
Buitenlandse
Eigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Jij/je bant
Jij/je bevreemdt
Jij/je houdt van de
deur
Jij/je laakt
Jij/je maakt aanmerking op
Jij/je verbaast
Jij/je verbant
Jij/je vindt vreemd
Onwennig
Onwennige
Raar
Rare
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Wonderlijk
Wonderlijke alNaar de
Naar het hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent, emananZij/ze emaneren
Zij/ze stralen uit de
DiosGod
Godheid, que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is formadoAangegaan
Geformeerd
Geparadeerd
Gepraald
Geprijkt
Gepronkt
Gevormd conDoor
Met
Per
Samen met susHaar
Hun
Uw
Zijn manosHanden misteriosasOccult
Occulte, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank solamenteAlleen
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land y el
aguaBegiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, la plantaEtage
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plant aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poot
Plant
Plant aan!
Plant!
Poot!
Verdieping
Voetzool
Zool y el animalBeest
Dier, sinoDoch
Echter
Maar tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook los pueblosDorpen
Geslachten
Plaatsen
Stammen
Volken
Volkeren
Volksstammen y las sociedadesGemeenschappen
Genootschappen
Gezelschappen
Kransen
Kringen
Maatschappijen
Samenlevingen
Sociëteiten
Verenigingen. CreoIk creëer
Ik denk
Ik geloof
Ik houd voor
Ik maak
Ik meen
Ik richt op
Ik schep
que las leyesGehalten
Gehaltes
Wetten hallanZij/ze bevinden
Zij/ze nemen waar
Zij/ze ontmoeten
Zij/ze treffen
Zij/ze treffen aan
Zij/ze vinden
Zij/ze zien suHaar
Hun
Uw
Zijn origenAanvang
Afkomst
Afstamming
Begin
Herkomst
Komaf
Ontstaan
Oorsprong en el DecálogoTien geboden, y que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn inhumanasOnmenselijk
Onmenselijke porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn divinasGoddelijk
Goddelijke. Debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! entenderseHet met elkaar kunnen
vinden que consideroIk beschouw
Ik beschouw als
Ik ga na
Ik houd rekening met
Ik overweeg aquíAlhier
Hier los códigosCodes en suHaar
Hun
Uw
Zijn principioAanhef
Aanvang
Begin
Beginsel
Grondbeginsel
Hors d'oeuvre
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Ontstaan
Principe
Voorgerecht
y en suHaar
Hun
Uw
Zijn esenciaEssence
Essentie
Kern
Wezen
Wezenlijkheid, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te quererBeminnen
Houden van
Liefhebben
Willen penetrarBegrijpen
Bevatten
Binnendringen
Doordringen
Doordringen tot het diepst
van de ziel
Doordringen tot op merg
en been
Doorgronden
Doortrekken
Doorzien
Dringen door
Dringen in
Vinnig zijn en suHaar
Hun
Uw
Zijn diversidadAfwisseling
Diversiteit
Onderscheid
Verscheidenheid
Verschil risible y en suHaar
Hun
Uw
Zijn
complicaciónComplicatie
Compliceren
Moeilijkheid
Verwikkeling lamentableBetreurenswaardig
Betreurenswaardige. Los detallesAardigheidjes
Bijzonderheden
Details
Items
Jij/je behandelt in details
Jij/je haalt uit de
vorm
Jij/je verkoopt in het
klein de las costumbresGebruiken
Gewoonten
Gewoontes
Usances
Zeden y de las
prescripcionesDoktersrecepten, tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer escritasGecomponeerd
Geschapen
Geschreven
Neergeschreven
Uitgeschreven comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals transmitidasOvergebracht
Overgedragen
Uitgezonden de palabraMondeling, sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid del
hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats obraAgeer!
Ben bezig!
Boekwerk
Doe!
Ga te werk!
Ga voort!
Geschrift
Handel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ageert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te werk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Kunstwerk
Oeuvre
Opus
Pennenvrucht
Treed op!
Werk
Werk!
Werkzaamheid despreciable. PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank temamosLaten we bang zijn
voor
Laten we duchten
Laten we schromen
Laten we terugschrikken voor
Laten we vrezen
Wij/we duchten
Wij/we schrikken terug voor
Wij/we schromen
Wij/we vrezen
Wij/we zijn bang voor reconocerloErkennen
Herkennen
Honoreren
Identificeren
Onderkennen
Toegeven: la sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging
esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats instituciónInstelling
Instituut divinaGoddelijk
Goddelijke. De aquíAlhier
Hier resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg! que todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle gobiernoBesturen
Bestuur
Bewind
Gouvernement
Heerschappij
Heersen
Ik bestuur
Ik heers
Ik regeer
Ik zwaai de scepter
Overheid
Regeren
Regering debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn teocrático.
Un sacerdoteGeestelijke
Pastoor
Pastor
Priester
Priesteres
Zielzorger, famosoAlom bekend
Befaamd
Befaamde
Bekend
Bekende
Beroemd
Beroemde
Beroemdheid
Gerenommeerd
Gerenommeerde
Gevierd
Gevierde
Glorierijk
Glorierijke
Glorieus
Glorieuze
Roemrijk
Roemrijke
Roemruchtig
Roemruchtige
Roemvol
Roemvolle
Vermaard
Vermaarde
Welbekend
Welbekende
Wijdvermaard
Wijdvermaarde por la parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde que tomóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontving
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikte in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoof op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vatte aan en la declaraciónAangeven
Aangifte
Bekennen
Bekentenis
Betuigen
Betuiging
Biecht
Declaratie
Declareren
Erkennen
Erkenning
Fiat
Getuigenverklaring
Goedvinden
Toegeven
Toestemming
Uitspraak
Verklaren
Verklaring de mil1000
Duizend
seiscientos600
Zeshonderd ochenta80
Tachtig y dos2
Do's
Twee
Tweede, Bossuet, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sentíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gevoelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voelde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd gewaar
Ik gevoelde
Ik merkte
Ik voelde
Ik voelde aan
Ik werd gewaar escrúpuloGemoedsbezwaar
Gewetensbezwaar
Scrupule
Schroom alNaar de
Naar het trazarAangeven
Aanwijzen
Afschrappen
Aftekenen
Trekken
Voorschrijven las reglasLinialen
Regelen
Regels de
la políticaBeleid
Politiek
Politieke
Staatkunde conforme aNaarmate
Overeenkomstig met
Volgens las máximasGrondregelen
Grondregels
Grootste
Kernspreuken
Maximaal
Maximale
Maximum-
Spreuken
Stelregels
Zedenspreuken
Zinspreuken de la EscrituraAkte
Bijbel
Componeren
Geschrift
Heilige schrift
Neerschrijven
Rapport
Scheppen
Schrift
Schrijven
Uitschrijven, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals fracasóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mislukte
lamentablementeHelaas, fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend por la pobrezaArmoede
Gebrek de suHaar
Hun
Uw
Zijn genioBeschermgeest
Geest
Genie
Genius, obstinadoKoppig
Koppige en sacarAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
ejemplosExempelen
Exempels
Toonbeelden
Voorbeelden del libroBoek
Ik bevrijd de los JuecesRechters
Richteren
Richters y del de los ReyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te verBekijken
Kijken
Zien que DiosGod
Godheid,
cuandoAls
Tijdens
Wanneer trabajaArbeid!
Bewerk
Bewerk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arbeidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt
Werk! en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind mundoAardrijk
Wereld, se acomodaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt zich
Men geeft een plaats alNaar de
Naar het tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd y alNaar de
Naar het espacioHeelal
Ik maak ruchtbaar
Ik scheid door een
tussenruimte
Ik scheid door spaties
Ik spatieer
Ik verbreid
Ik verspreid
Ruimte
Speling
Wereldruim y sabe(Het) smaakt
Hij weet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ken!
Smaak!
Weet!
establecerBepalen
Beschikken
Bevelen
Inrichten
Instellen
Oprichten
Stichten
Vaststellen
Vestigen la diferenciaBen het oneens!
Differentieer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze differentieert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het oneens
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt verschil tussen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderscheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verandert
Maak verschil tussen!
Onderscheid
Onderscheid!
Verander!
Verschil que existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los francesesFrans
Franse
Fransmannen y los israelitasIsraëlieten. La
sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging, restauradaGemaakt
Gerepareerd
Gerestaureerd
Hersteld
Verholpen
Versteld
Weer op de troon
gebracht bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware suHaar
Hun
Uw
Zijn dominioBeheersing, únicoAlleen
Enig
Enige
Uniek
Unieke verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke y legítimoWettig
Wettige, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank será(Het
Hij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
ciertamenteGewis
Ongetwijfeld
Wel degelijk
Zeker la de JosuéJozua, SaúlSaul y DavidDavid, sinoDoch
Echter
Maar más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer la del EvangelioEvangelie, la del
pobreArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin el artesanoAmbachtelijk
Ambachtelijke
Ambachtsman y la prostitutaProstituee noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank serán(Zij) zullen zijn
Zij/ze zullen gebeuren
Zij/ze zullen plaatshebben
Zij/ze zullen plaatsvinden
Zij/ze zullen zijn humilladosBeschaamd gemaakt
Vernederd
Verootmoedigd por el fariseoFarizeeër
Huichelaar.
¡AhAch
Ah
Allemachtig
Ha
O
Och
Oh
Tjonge, señoresHeerschappen
Heren
Meneren
Mijnheren! ¡CuanHoe convenienteBehoorlijk
Behoorlijke
Betamelijk
Betamelijke
Conventioneel
Conventionele
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Keurig
Keurige
Passend
Passende
Raadzaam
Toepasselijk
Toepasselijke
Voegzaam
Voegzame
Welvoeglijk
Welvoeglijke sería(Het) zou zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou gebeuren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatshebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plaatsvinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zijn
Ik zou gebeuren
Ik zou plaatshebben
Ik zou plaatsvinden
Ik zou zijn sacarAfdoen
Afleggen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken de la EscrituraAkte
Bijbel
Componeren
Geschrift
Heilige schrift
Neerschrijven
Rapport
Scheppen
Schrift
Schrijven
Uitschrijven una políticaBeleid
Politiek
Politieke
Staatkunde másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus
bellaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon, másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus santa que la queDat
Die
Wie
Zij die sacóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deed uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde eruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoosde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreeg uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legde af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontleende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze putte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schepte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette af penosamente el tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer ásperoBits
Bitse
Bobbelig
Bobbelige
Bultig
Bultige
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Onaangenaam
Onaangename
Oneffen
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Rul
Rulle
Ruw
Ruwe
Scherp
Scherpe
Schraal
Schrale
Snibbig
Snibbige comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals estérilBar
Barre
Kiemvrij
Kiemvrije
Onvruchtbaar
Onvruchtbare
Steriel
Steriele
Vruchteloos
Vruchteloze
Bossuet! ¡Una sociedadGemeenschap
Genootschap
Gezelschap
Krans
Kring
Maatschappij
Samenleving
Sociëteit
Vereniging másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus armoniosaSchoonklinkend
Schoonklinkende
Welluidend
Welluidende
Zoetvloeiend
Zoetvloeiende que la liraLier
Lire de OrfeoOrpheus puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt formarseAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen
conDoor
Met
Per
Samen met las máximasGrondregelen
Grondregels
Grootste
Kernspreuken
Maximaal
Maximale
Maximum-
Spreuken
Stelregels
Zedenspreuken
Zinspreuken de JesucristoJezus christus el díaDag
Etmaal en queWaarin susHaar
Hun
Uw
Zijn sacerdotesGeestelijken
Pastoors
Pastores
Pastors
Priesteressen
Priesters
Zielzorgers, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hallándoseZich bevindend
Zich terugvindend
Zijnd
vendidosGetapt
Overgedaan
Verhandeld
Verkocht
Vervreemd
Weggedaan alNaar de
Naar het emperadorKeizer
Zwaardvis y a los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten, se manifiestenZij/ze manifesteren zich comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los verdaderosEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke
príncipesKoningszonen
Koningszoons
Prinsen
Vorsten del puebloDorp
Geslacht
Ik bevolk
Plaats
Stam
Volk
Volksstam!
Mientras queTerwijl en pieIk kwetterde
Ik piepte
Ik sjilpte
Ik tjilpte
Poot
Voet y en torno deOm ... heen nuestroOns
Onze
Van ons buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer leHaar
Hem
Het
U oíamosWij/we hoorden
Wij/we vernamen
Wij/we verstonden
razonarRedeneren asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, nos(Aan) ons
Ons rodeóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begreep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaf met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringde un verdaderoEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke ejércitoArmee
Heer
Heerschaar
Landmacht
Leger
Legermacht
Troepenmacht de mendigosBedelaars
Geuzen
Schooiers, los cualesWie
Zij die,
cojeandoHinkend
Kreupel lopend
Mank lopend
Slecht functionerend
Trekkend, tiritandoBevend van de kou
Bibberend
Huiverend, babeandoKwijlend, agitandoAgiterend
Bewegend
Ophitsend
Opruiend
Opstokend
Opwindend
Roerend
Schuddend los muñonesStompen
Stronken y sacudiendoOpschuddend
Schokkend
Schuddend
Wrikkend las
paperasBoffen, exhibiendoBlootstellend
Etalerend
Exposerend
Tentoonstellend
Uitbrengend
Uitstallend úlcerasZweren, de las cualesDe welken
Wie
Zij die manabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stroomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloot
Ik liep
Ik stroomde
Ik vloeide
Ik vloot un humorGemoedsgesteldheid
Humeur
Humor infectoIk besmet
Ik infecteer
Ik steek aan
Ik verpest, nos(Aan) ons
Ons
cubrieronZij/ze bedekten
Zij/ze belegden
Zij/ze beschermden
Zij/ze dekten
Zij/ze dekten toe de bendicionesZegens importunasJij/je kwelt
Jij/je vervolgt. Lanzáronse ávidamente sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige monedasGeldstukken
Munten
Muntstukken
Penningen que lesHen
Hun
U arrojóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooide uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wierp uit el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil y cayeronZij/ze geraakten
Zij/ze lieten vallen
Zij/ze verschoten
Zij/ze vervielen
Zij/ze vielen
Zij/ze vielen af
Zij/ze vielen neer revueltosGeroerd
Omeletten
Omgeroerd
Onzeker
Onzekere
sobre laOp de
Op het tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land.
DaBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! penaBedroefdheid
Cartageense
Droefheid
Smart
Treurigheid
Verdriet verBekijken
Kijken
Zien a esosDie desgraciadosOngelukkig
Ongelukkige
Ongelukkigen -suspiróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kreunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikhalsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuchtte naar Jahel.
La compasiónMededogen
Medelijden -dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer Coignard- esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats en vosGe
Gij
Je
Jij nuevoNieuw
Nieuwe adornoGarnering
Garnituur
Ik decoreer
Ik dos uit
Ik sier
Ik sier op
Ik tooi
Ik versier
Sieraad
Stelletje
Versiering
Versiersel,
señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster; esosDie suspirosVerzuchtingen
Zuchten embellecenZij/ze verfraaien vuestroJullie
Uw
Van jullie senoBaarmoeder
Bocht
Boezem
Borst
Holte
Schoot
Sinus, alzándolo conDoor
Met
Per
Samen met un alientoAdem
Ademhaling
Asem
Ik bemoedig
Ik moedig aan
Ik stijf
que cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen de nosotrosOns
We
Wij quisieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beminde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wilde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wou
Ik beminde
Ik had lief
Ik hield van
Ik wilde
Ik wou respirarAdemen
Ademhalen en vuestrosJullie
Van jullie labiosLippen. PeroDoch
Echter
Maar
permitidmeBelet niet!
Gedoog!
Laat toe!
Permitteer!
Sta toe!
Vergun!
Veroorloof! decirosJullie zeggen que esaDat
Die piedadMedeleven
Medelijden
Meewarigheid, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minnen
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd sensibleGevoelig
Gevoelige
Leidtoon
Pijnlijk
Pijnlijke
Reuzenbalsemien
Smartelijk
Smartelijke
Springzaad
Teergevoelig
Teergevoelige por serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn interesadaBaatzuchtig
Baatzuchtige
Belang ingeboezemd
Geïnteresseerd
Inhalig
Inhalige,
turbaBreng van zijn stuk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt van zijn
stuk
Turf vuestroJullie
Uw
Van jullie corazónHart
Klokhuis comparandoVergelijkend a esosDie miserablesBeroerd
Beroerde
Ellendelingen
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige conDoor
Met
Per
Samen met vosGe
Gij
Je
Jij mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve y
relacionandoCombinerend
Verbindend instintivamenteInstinctief vuestroJullie
Uw
Van jullie lozano cuerpoCorps
Korps
Legerkorps
Lichaam
Lijf conDoor
Met
Per
Samen met esasDie carnesVlezen
horriblementeVerschrikkelijk ulceradasEen zweer veroorzaakt op
Gedaan etteren y mutiladasAfgeknot
Gebrekkig
Gebrekkige
Verminkt
Verminkte, a las queWie
Zij die se hallaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt zich terug ligadoAangesloten
Gebonden
Gelieerd
Vastgebonden
Vastgemaakt
Verbonden por NuestroOns
Onze
Van ons
SeñorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer JesucristoJezus christus. De dondeVan waar
Waarvandaan resulta(Het) resulteert
Blijk!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spruit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoont zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeit voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgt
Kom uit!
Kom voort!
Resulteer!
Spruit voort!
Val uit!
Vertoon je!
Vloei voort!
Volg! que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien contemplarBeschouwen
Koekeloeren tantaTanta
Zo groot
Zoveel
Zovele
corrupciónBederf
Bederven
Ergeren
Omkoopbaarheid
Omkopen
Schaden
Verdorvenheid
Verdraaien
Verknoeien
Verleiden
Verminken
Vervelen
Zedenbederf sobre laOp de
Op het carneVlees de esosDie desdichados sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te imaginarBedenken
Vermoeden
Zich verbeelden
Zich voorstellen que asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt
verseBlijken
Duidelijk zijn
Elkaar bezoeken
Elkaar ontmoeten
Zich laten zien vuestraJullie
Uw
Van jullie hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon carneVlees. Y esosDie miserablesBeroerd
Beroerde
Ellendelingen
Ellendig
Ellendige
Gierig
Gierige
Miserabel
Miserabele
Ongelukkig
Ongelukkige
Ontmoedigd
Ontmoedigde
Slecht
Slechte
Terneergeslagen
Verdorven
Vrekkig
Vrekkige se alzanZij/ze komen in opstand
Zij/ze muiten
Zij/ze rebelleren haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor vosGe
Gij
Je
Jij comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
profetasProfeten
Voorspellers
Voorzeggers
Zieners anunciandoAandienend
Aankondigend
Adverterend
Annoncerend
Bekend makend que la herenciaErfdeel
Erfelijkheid
Erfenis
Erfgoed
Erfrecht
Nalatenschap
Neiging
Overerving de la familiaFamilie
Gezin
Huis
Huisgezin de AdánAdam esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind
mundoAardrijk
Wereld la enfermedadAandoening
Kwaal
Ziekte y la muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden. Por esoDaardoor
Daarom
Derhalve
Vandaar
Zodoende habéisJullie hebben
Jullie zijn suspiradoGehunkerd
Gekreund
Gereikhalsd
Gesmacht
Gezucht
Gezucht naar
Verlangd, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster.
'RealmenteInderdaad
Waarlijk
Werkelijk
Wezenlijk, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank existe(Het) bestaat
Besta!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat ningunaGeen enkel
Geen enkele razónAanleiding
Gezond verstand
Rede
Reden
Verstand paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! suponer queVeronderstellen dat esosDie mendigosBedelaars
Geuzen
Schooiers
sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus desgraciadosOngelukkig
Ongelukkige
Ongelukkigen que los reyesHeren
Koningen
Noordelijke slijmkoppen
Vorsten y que las reinasJij/je heerst
Jij/je regeert
Jij/je steekt boven anderen
uit
Koninginnen
Vorstinnen. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand tampocoEvenmin
Ook niet
motivoAanleiding
Beweegreden
Drijfveer
Ik baseer
Ik fundeer
Ik grondvest
Ik rechtvaardig
Ik sticht
Ik vestig
Motief
Reden
Term paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! decirOpgeven
Spreken
Zeggen que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus pobresArm
Arme
Armelijk
Armelijke
Armoedig
Armoedige
Behoeftig
Behoeftige
Beklagenswaardig
Beklagenswaardige
Berooid
Berooide
Nooddruftig
Nooddruftige
Schamel
Schamele siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!, la monedaGeldstuk
Mundstuk
Munt
Muntstuk
Penning que eseDat
Die
leprosoLepralijder
Leproos
Melaats
Melaatse haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is recogidoBinnengehaald
Geraapt
Opgehaald
Opgeraapt
Teruggetrokken
Verzameld entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen el polvoGruis
Poeder
Pulver
Stof y oprimeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kropt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderdrukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkropt
Krop op!
Onderdruk!
Verdring!
Verdruk!
Verkrop! contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus suHaar
Hun
Uw
Zijn corazónHart
Klokhuis, babeandoKwijlend
de alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde, leHaar
Hem
Het
U parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus preciosaKostbaar
Kostbare
Prachtig
Waardevol
Waardevolle que leHaar
Hem
Het
U parecieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheen toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stond tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag er uit
als
Ik had het uiterlijk
van
Ik kwam over
Ik kwam voor
Ik leek
Ik scheen
Ik scheen toe
Ik stond tegenover
Ik vond
Ik zag er uit
Ik zag er uit
als un collar de perlasParelketting a la
queridaBemind
Beminde
Beste
Dierbaar
Dierbare
Geacht
Geachte
Gehouden van
Geliefd
Geliefde
Gewild
Kostbaar
Kostbare
Lief
Liefgehad
Liefje
Lieve
Prijzig
Prijzige
Waard
Waarde
Waardevol
Waardevolle
Zoetelief de un príncipeKoningszoon
Prins
Vorst arzobispoAartsbisschop de ColoniaKeulen
Kolonie
Nederzetting
Volksplanting o de SalzburgoSalzburg.
DesentrañandoUitvorsend bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart nuestrosOnze
Van ons espiritualesGeestelijk
Geestelijke
Geestig
Geestige
Spiritueel
Spirituele y verdaderosEcht
Echte
Eigenlijk
Eigenlijke
Heus
Heuse
Waar
Waarachtig
Waarachtige
Ware
Werkelijk
Werkelijke interesesBelangen
Belangstellingen
Interesses
Interesten
Jij/je boezemt belang in
Jij/je interesseert
Renten
Rentes, nos(Aan) ons
Ons
veríamosWij/we zouden bekijken
Wij/we zouden kijken
Wij/we zouden zien obligadosGedwongen
Geforceerd
Genoodzaakt
Opgedrongen
Verplicht a envidiarBenijden
Jaloers zijn op
Misgunnen la existenciaHet bestaan de eseDie z'n
Diens
Van die hombreGast
Gozer
Joh
Kerel
Man
Manmens
Mannelijk exemplaar
Mannetje
Manspersoon
Mens
Menselijk wezen
Vent sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te piernasBenen
Bouten
Onderbenen
Poten
Schenkels
Schenkelvlezen que
se arrastraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kruipt haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor vosGe
Gij
Je
Jij, apoyándoseLeunend en las manosDe handen, conDoor
Met
Per
Samen met preferenciaPree
Preferentie
Voorkeur
Voorkeursrecht
Voorrang a la del reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst
de FranciaFrankrijk o la del emperadorKeizer
Zwaardvis. SiendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort a ellosHen
Ze
Zij anteSuède
Ten overstaan van
Voor DiosGod
Godheid, gozaGeniet van!
Geniet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geniet van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verheugt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlustigt zich in
Verheug je in!
Verlustig je in! tal vezMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht
de una tranquilidadBedaardheid
Gerustheid
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilheid que aquéllosDie noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank alcanzanZij/ze achterhalen
Zij/ze behalen
Zij/ze bereiken
Zij/ze halen in
Zij/ze maken buit
Zij/ze reiken tot
Zij/ze verkrijgen
Zij/ze verwerven y los inestimablesOnschatbaar
Onschatbare tesorosSchatten de
la inocenciaOnschuld. PeroDoch
Echter
Maar apretadDraai aan!
Dring!
Druk aan
Druk aan!
Druk op!
Druk!
Knel!
Pers!
Pres! vuestraJullie
Uw
Van jullie faldaKlapstuk
Rok
Vrouwenrok para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank lleguen(Zij) komen
Arriveert u!
Brengt u door!
Geeft u aan!
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u!
Zij/ze arriveren
Zij/ze brengen door
Zij/ze geven aan
Zij/ze komen aan
Zij/ze landen aan
Zij/ze reiken aan
Zij/ze verdrijven hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs vosGe
Gij
Je
Jij los
parásitosKlaplopers
Parasieten de que leHaar
Hem
Het
U veoIk bekijk
Ik kijk
Ik zie cubiertoBedekking
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestek
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couvert
Donker
Donkere
Eetgerei
Gedekt
Onderdak
Somber
Sombere
Tafelgerei
Toegedekt.
AsíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik bemachtigde
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hablabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze converseerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Ik converseerde
Ik praatte
Ik sprak miMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer, sin queZonder dat nosotrosOns
We
Wij dejáramosWij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we leverden op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we verzuimden un soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten
instanteMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip de escucharleAanhoren
Beluisteren
Luisteren
Toehoren
Toeluisteren.
A unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt bijeen
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n tres3
Drie leguas de Montbard tuvimosWij/we hadden
Wij/we hielden
Wij/we hielden bij
Wij/we hielden erop na
Wij/we hielden vast la desgraciaAccident
Ongeluk
Ongeval de que se rompieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging kapot
uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng bijeen
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de los tiros, y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals los postillonesPostiljons noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llevabanZij/ze berekenden
Zij/ze brachten
Zij/ze brachten bijeen
Zij/ze brachten in rekening
Zij/ze brachten mede
Zij/ze brachten mee
Zij/ze brachten weg
Zij/ze droegen
Zij/ze hadden aan
Zij/ze hadden op
Zij/ze hadden voor
Zij/ze namen mee
Zij/ze vervoerden cuerdaKoord
Koorde
Lijn
Snaar
Snoer
Stemband
Touw
Verstandig
Verstandige
Vroed
Vroede
Wijs
Wijze paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop!
componerleBijeenvoegen
Componeren
Ineenzetten
Rijmen
Samenstellen
Zetten y aquelDat
Die parajePlek distaba muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere de pobladoBevolkt
Bevolkte, allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds quedamosWij/we bevinden ons
Wij/we bevonden ons
Wij/we bleven
Wij/we blijven
Wij/we passen
Wij/we pasten
Wij/we raakten in een
bepaalde toestand
Wij/we raken in een
bepaalde toestand
Wij/we spraken af
Wij/we spreken af
Wij/we staan
Wij/we stonden
Wij/we waren
Wij/we zijn
detenidosAangehouden
Afgehouden
Arrestanten
Gearresteerd
Gestopt
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
Onthouden
Onttrokken
Weggehouden. MiMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer y el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil mataronZij/ze brachten om
Zij/ze doodden
Zij/ze maakten dood
Zij/ze slachtten
Zij/ze slachtten af el
aburrimientoVerveling de aquelDat
Die descansoIk laat rusten
Ik lig begraven
Ik ontspan
Ik pauzeer
Ik rust
Ik rust uit
Ik slaap
Pauze
Rust
Uitrusten forzoso jugandoSpelend
Uitvoerend
Voorspelend a los naipesKaarten
Speelkaarten conDoor
Met
Per
Samen met aquellaDat
Die
Diegene
simpatíaMedegevoel
Sympathie pendenciera acostumbradaGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk. MientrasTerwijl el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil se
asombrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwonderde
Ik bevreemdde
Ik verbaasde
Ik verwonderde de que suHaar
Hun
Uw
Zijn compañeroAmbtgenoot
Collega
Gezel
Kameraad
Kornuit
Maat
Makker
Metgezel
Partner
Vakgenoot tuvieraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield vast
Ik had
Ik hield
Ik hield bij
Ik hield erop na
Ik hield vast
Jij had el reyHeer
Koning
Noordelijke slijmkop
Vorst conDoor
Met
Per
Samen met mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere frecuenciaFrequentie de la
establecidaBepaald
Beschikt
Bevolen
Gesticht
Gevestigd
Ingericht
Ingesteld
Opgericht
Vastgesteld
Vastgestelde por el cálculoBecijfering
Berekening
Gecijfer de probabilidadesBewijsbaarheden
Kansen
Waarschijnlijkheden, Jahel, bastanteGenoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije emocionadaOntroerd,
meMe
Mij llamóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze benoemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze luidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte uit voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noemde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praaide
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze telefoneerde aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! y meMe
Mij preguntóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank veíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekeek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag
Ik bekeek
Ik keek
Ik zag un carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen detenidoAangehouden
Afgehouden
Arrestant
Gearresteerd
Gestopt
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
Onthouden
Onttrokken
Weggehouden detrás deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over
nosotrosOns
We
Wij en un recodoBocht
Kromming del caminoBaan
Ik loop
Ik schrijd
Ik stap
Ik treed
Ik wandel
Route
Weg. MirandoAanblikkend
Aankijkend
Bekijkend
Blikkend
Een blik werpend
Een blik werpend op
Kijkend
Kijkend naar
Schouwend
Toekijkend
Toeziend haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor el puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot que ellaHaar
Ze
Zij meMe
Mij
indicabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duidde uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een sein
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een teken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kenmerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet zien
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze seinde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidde tentoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wees uit
Ik beduidde
Ik duidde aan
Ik duidde uit
Ik gaf aan
Ik gaf een sein
Ik gaf een teken
Ik kenmerkte
Ik liet zien
Ik merkte
Ik seinde
Ik spreidde tentoon
Ik tekende
Ik toonde
Ik vertoonde
Ik wees
Ik wees aan
Ik wees uit, descubríIk ontdekte
Ik vond uit
Ik vorste uit, en efectoEcht
Inderdaad
Metterdaad
Naar waarheid
Waarachtig
Waarlijk
Warempel
Werkelijk, una especieAangelegenheid
Soort de calesaBarouche
Equipage
Koets
Rijtuig góticaGotisch
Gotische, de una formaFormaliteit
Formeer!
Ga aan!
Gedaante
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze formeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paradeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze praalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pronkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Manier
Paradeer!
Praal!
Prijk!
Pronk!
Vorm
Vorm!
Wijze tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer
ridicula comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals raraEigenaardig
Eigenaardige
Gek
Gekke
Kostbaar
Kostbare
Ongemeen
Ongemene
Raar
Rare
Schaars
Schaarse
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige
Waardevol
Waardevolle
Wonderlijk
Wonderlijke
Zeldzaam
Zeldzame.
EseDat
Die carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen -agregóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegde toe Jahel- se haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand detenidoAangehouden
Afgehouden
Arrestant
Gearresteerd
Gestopt
In verzekerde bewaring genomen
Ingerekend
Onthouden
Onttrokken
Weggehouden al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens que el
nuestroOns
Onze
Van ons, lo cualDat wat
Hetgeen
Wat meMe
Mij induceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze induceert
Induceer! a creer queDenken dat nos(Aan) ons
Ons acechanZij/ze belagen
Zij/ze beloeren
Zij/ze bespieden
Zij/ze bespioneren
Zij/ze spieden
Zij/ze spioneren
Zij/ze staan op de
uitkijk
Zij/ze verspieden. EstoyIk ben
Ik bevind me
Ik bevind mij
Ik lig
Ik zit impacienteDoet u het geduld
verliezen van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet het geduld
verliezen van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt ongeduldig
Ik doe het geduld
verliezen van
Ik maak ongeduldig
Maakt u ongeduldig! y
curiosaBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige por saberKennen
Smaken
Weten quéWat
Welke personasMensen
Personages
Personen viajanZij/ze reizen en eseDat
Die carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen. SientoIk boek
Ik doe zitten
Ik gevoel
Ik merk
Ik stel op
Ik stel voorop
Ik teken aan
Ik voel
Ik voel aan
Ik word gewaar
Ik zet neer algunaEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Sommige
Één of andere
inquietudBeduchtheid
Bezorgdheid
Ongerustheid
Verontrusting. ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U cubre(Hij) bedekt
Bedek
Bedek!
Beleg!
Bescherm!
Dek toe!
Dek!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe una capotaMotorkap estrechaBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Reik!
Smal
Smalle
Strak
Strakke y altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven? Se pareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt op alNaar de
Naar het cocheAuto
Automobiel
Bindmiddel
Koets
Overbrenger
Rijtuig
Spoorwagen
Vehikel
Voertuig
Wagen
Wagon en
que miMi
Mijn tíoKerel
Oom meMe
Mij llevó aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam mee voor ParísJullie baren
Jullie bevallen
Jullie brengen teweeg
Jullie brengen voort
Jullie schenken het leven
Parijs, cuandoAls
Tijdens
Wanneer yoEgo
Ik eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer niñaKind
Meisje
Wicht, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over haberBezitting
Hebben
Zijn
dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend muerteDood
Heengaan
Ondergang
Overlijden
Sterfgeval
Verscheiden alNaar de
Naar het portuguésPortugees
Portugese
Portugese taal. LoDe
Hem
Het
U tenían(Zij) hadden
Zij/ze hadden
Zij/ze hielden
Zij/ze hielden bij
Zij/ze hielden erop na
Zij/ze hielden vast arrinconadoIn een hoek gedreven
In een hoek gezet en una cocheraGarage
Koetshuis
Remise
Stalling
Wagenschuur del
castilloBurcht
Kasteel
Slot de las ArenasArena's
Kampplaatsen
Pisten
Pistes
Strijdperken
Worstelperken. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un recuerdoAandenken
Gedachtenis
Gedenkschrift
Geheugen
Herinnering
Heugenis
Ik herdenk
Ik herinner
Ik herinner me
Ik onthoud
Ik weet nog
Souvenir horribleAbominabel
Abominabele
Afgrijselijk
Afgrijselijke
Afschuwelijk
Afschuwelijke
Afzichtelijk
Afzichtelijke
Akelig
Akelige
Foeilelijk
Foeilelijke
Ijselijk
Ijselijke
Naar
Nare
Onaangenaam
Onaangename
Verdrietelijk
Verdrietelijke
Verfoeilijk
Verfoeilijke
Verschrikkelijk
Verschrikkelijke
Vervelend
Vervelende paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! míMe
Mij. AúnNog
Nog altijd
Nog steeds meMe
Mij parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! verBekijken
Kijken
Zien
a miMi
Mijn tíoKerel
Oom echandoAan het lot overlatend
Aandeel hebbend in
Aankondigend
Beginnend handel te drijven
met
Bekend makend
Buiten de deur zettend
Door te gooien
Een partijtje spelend
Erop gooiend
Gooiend
Inschenkend
Keilend
Krijgend
Nemend
Opleggend
Optredend in
Opvoerend
Schattend
Smijtend
Stortend
Strooiend
Tankend
Toevoegend
Uitend
Uitslaand
Uitspelend
Uitsprekend
Vastmakend
Weddend
Wedijverend
Wegjagend
Wegsturend
Wegzendend
Werpend
Zeggend espumarajos de rabiaBen boos op!
Ben boos!
Ben kwaad op!
Ben kwaad!
Dolheid
Drift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toornt
Hondsdolheid
Razernij
Toorn!
Woede. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank podéisJullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien imaginarBedenken
Vermoeden
Zich verbeelden
Zich voorstellen, Jacobo, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs
quéWat
Welke puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats violentoAbnormaal
Abnormale
Driftig
Driftige
Gewelddadig
Gewelddadige
Hevig
Hevige
Ik doe geweld aan
Ik forceer
Ik rand aan
Ik verkracht
Onnatuurlijk
Onnatuurlijke
Onstuimig
Onstuimige
Opbruisend
Opbruisende
Sterk
Sterke
Tegen zijn zin
Vals
Valse. Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat furiosoDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste el díaDag
Etmaal de nuestraOns
Onze
Van ons marchaFanfare
Fanfarekorps
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze marcheert
Loop!
Lopen
Marcheer!
Marcheren
Versnelling
Vertrek
Weggaan. MeMe
Mij encerróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloot op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zette vast
en miMi
Mijn habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning, vomitandoBrakend
Kotsend
Overgevend
Spugend
Vomerend contraMoeilijkheid
Tegen
Tegenover
Versus el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed! Coignard injuriasAffronten
Beledigingen
Jij/je beschimpt
Jij/je schimpt
Krenkingen
Smaden
espantosasVerschrikkelijk
Verschrikkelijke. TiembloIk beef
Ik bibber
Ik huiver
Ik ril
Ik tril pensando enDenkend aan
Nadenkend over suHaar
Hun
Uw
Zijn rabiaBen boos op!
Ben boos!
Ben kwaad op!
Ben kwaad!
Dolheid
Drift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is boos op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is kwaad op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toornt
Hondsdolheid
Razernij
Toorn!
Woede alNaar de
Naar het hallarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Treffen
Vinden
Waarnemen
Zien miMi
Mijn habitaciónBewonen
Habitat
Hotelkamer
Huizen
Inwonen
Kamer
Lokaal
Resideren
Slaapkamer
Vertrek
Wonen
Woning vacíaAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Giet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Uitgehaald
Uitgehold
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze y las
sábanasLakens colgandoHangend
Ophangend
Opknopend aúnNog
Nog altijd
Nog steeds de la ventanaRaam
Venster por dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin me escapéIk lekte
Ik ontsnapte paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! reunirmeConcentreren
Opeenhopen
Opeenstapelen
Ophopen
Opstapelen
Stapelen
Verenigen
Verzamelen
conDoor
Met
Per
Samen met vosotrosGijlieden
Je
Jullie.
Jahel, habéisJullie hebben
Jullie zijn querido decirBedoeld conDoor
Met
Per
Samen met el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil.
¡CuidadoBeduchtheid
Bekommernis
Bewaakt
Bezorgd geweest
Bezorgdheid
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Kommer
Ongerustheid
Opgelet
Opgepast
Verontrusting
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Voorzichtig
Zich bekommerd
Zorg
Zorg gedragen
Zorgvuldigheid que soisJullie gebeuren
Jullie hebben plaats
Jullie vinden plaats
Jullie zijn puntillosoLichtgeraakt
Lichtgeraakte
Prikkelbaar
Prikkelbare! ¿NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank venimosWij/we komen
Wij/we komen mee juntosAaneengevoegd
Bijeengebracht
Bijeengevoegd
Ineengezet
Samen
Samengebracht
Samengesteld
Samengevoegd
Verenigd? PeroDoch
Echter
Maar esaDat
Die calesaBarouche
Equipage
Koets
Rijtuig meMe
Mij
intranquiliza. ¡TantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer se pareceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt op a la de miMi
Mijn tíoKerel
Oom!
EstadBen!
Bevind je!
Lig!
Zit! seguraBehouden
Geborgen
Safe
Veilig
Veilige
Zeker, Jahel, de que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el carruajeRijtuig
Voertuig
Wagen de algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander honradoBraaf
Brave
Degelijk
Degelijke
Deugdzaam
Deugdzame
Eerbaar
Eerbare
Eerlijk
Eerlijke
Eerzaam
Eerzame
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gehuldigd
Geëerd
Net
Nette
Vereerd borgoñónBoergondisch
Bourgondisch
Bourgondiër
que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank piensa enDenk aan!
Denk na over!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze denkt na over nosotrosOns
We
Wij.
VosGe
Gij
Je
Jij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten -replicóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze repliceerde Jahel-. TengoIk heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast miedoAngst
Beduchtheid
Vrees.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank debéisJullie behoren te
Jullie dienen
Jullie hebben te danken
Jullie horen
Jullie moeten
Jullie staan in de
schuld
Jullie zijn schuldig
Jullie zijn verplicht om
te
Jullie zijn verschuldigd temerBang zijn voor
Duchten
Schromen
Terugschrikken voor
Vrezen nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem!, señoritaJongedame
Juffrouw
Mejuffrouw
Vrijster, que vuestroJullie
Uw
Van jullie tíoKerel
Oom, en el estadoBorderel
Constellatie
Gelegen
Gesteldheid
Geweest
Gezeten
Lijst
Loonstaat
Rijk
Situatie
Staat
Stand
Tabel
Toestand
Zich bevonden de
decrepitud en queWaarin se hallaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt zich terug, se lanceHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich a los caminosBanen
Routen
Routes
Wegen en persecuciónAchtervolgen
Achtervolging
Najagen
Vervolgen
Vervolging de suHaar
Hun
Uw
Zijn
sobrinaNicht. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend se ocupaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich, por ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, de la cabala y a lo sumoHoogstens de susHaar
Hun
Uw
Zijn ensueñosDromen
hebraicosHebreeuws
Hebreeuwse
Joods
Joodse.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U conocéisJullie kennen
Jullie leren kennen
Jullie maken kennis
Jullie weten
Jullie zijn bekend met -meMe
Mij respondióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze antwoordde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reageerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verantwoordde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was aansprakelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was verantwoordelijk suspirandoHunkerend
Kreunend
Reikhalzend
Smachtend
Verlangend
Zuchtend
Zuchtend naar-. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend se preocupaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich druk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich zorgen de
míMe
Mij. MeMe
Mij amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals execra alNaar de
Naar het restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk del UniversoHeelal
Schepping
Universum. MeMe
Mij amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van! de una
maneraManier
Trant
Wijze...
¿De quéWat
Welke maneraManier
Trant
Wijze?...
De todas lasAlle manerasManier
Manieren
Trant
Wijze
Wijzen. PeroDoch
Echter
Maar meMe
Mij amaBemin!
Heb lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houd van!.
Jahel, tiembloIk beef
Ik bibber
Ik huiver
Ik ril
Ik tril alNaar de
Naar het oírosHoren
Vernemen
Verstaan. ¡CielosHemelen
Luchten! ¿EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke que Mosaide osJe
Jullie ameBemint u!
Heeft u lief!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft lief
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Houdt u van!
Ik bemin
Ik heb lief
Ik houd van sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
eseDat
Die desinterésDesinteresse propioEigen de un ancianoBejaard
Bejaarde
Oud
Oude y tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer convenienteBehoorlijk
Behoorlijke
Betamelijk
Betamelijke
Conventioneel
Conventionele
Fatsoenlijk
Fatsoenlijke
Gepast
Gepaste
Geschikt
Geschikte
Keurig
Keurige
Passend
Passende
Raadzaam
Toepasselijk
Toepasselijke
Voegzaam
Voegzame
Welvoeglijk
Welvoeglijke a un tíoKerel
Oom? DecidloGeef op!
Spreek!
Zeg!
todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, Jahel.
¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! ¡VosGe
Gij
Je
Jij loDe
Hem
Het
U decísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever que yoEgo
Ik, Jacobo!
¡MeMe
Mij dejáisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
Laat asombradoBevreemd
Verbaasd
Verbaasde
Verwonderd! A suHaar
Hun
Uw
Zijn edadLeeftijd
Ouderdom, ¿esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke?
AmigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij, tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast la pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel blancaBlanca
Blank
Blanke
Wit
Witte y el almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel. ¡TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle osJe
Jullie
asombraBevreemd!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevreemdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwondert
Verbaas!
Verwonder!! Y eseDat
Die candor vuestroJullie
Uw
Van jullie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un encantoBekoorlijkheid
Bekoring
Charme
Gratie
Ik bekoor
Ik ben dol op
Ik charmeer
Ik vind geweldig
Ik vind prachtig. Se osJe
Jullie engañaBedot!
Bedrieg!
Beduvel!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedriegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduvelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt om de
tuin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze misleidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt beet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smokkelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlakt
Leid om de tuin!
Misleid!
Neem beet!
Smokkel!
Verlak! fácilmenteAllicht
Gemakkelijk
Makkelijk
Met gemak, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te
esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging. HabéisJullie hebben
Jullie zijn creído queGedacht dat Mosaide tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast ciento100
Honderd treinta30
Dertig añosJaren, cuandoAls
Tijdens
Wanneer, en
realidadRealiteit
Werkelijkheid, sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend tiene(Hij) heeft
(U) heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast sesenta60
Zestig; que haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is vividoGeleefd
Gewoond en la GranGroot
Grote PirámidePiramide, cuandoAls
Tijdens
Wanneer, en
realidadRealiteit
Werkelijkheid, se dedicaba aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich aan la bancaBank en LisboaLissabon. Y, a proponérmeloAanbieden
Bieden
Uitloven
Voordragen
Voorslaan
Voorstellen yoEgo
Ik, pasaraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam langs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overkwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikte aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stak over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdreef
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verstreek
Ik bracht door
Ik gaf aan
Ik gebeurde
Ik ging langs
Ik ging over
Ik ging voorbij
Ik haalde in
Ik kwam langs
Ik kwam om
Ik liet door
Ik overkwam
Ik passeerde
Ik reikte aan
Ik stak over
Ik verdreef
Ik verging
Ik verliep
Ik verstreek a
vuestrosJullie
Van jullie ojosKijkers
Ogen por una salamandraSalamander.
¡CómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je, Jahel! ¿DecísJullie geven op
Jullie spreken
Jullie zeggen la verdadEcht waar
Niet waar
Nietwaar
Waarheid? ¿VuestroJullie
Uw
Van jullie tíoKerel
Oom...?
ÉseDat
Die esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el secretoClandestien
Clandestiene
Geheim
Geheime
Heimelijk
Heimelijke
Ik scheid af
Verborgen
Verdekt
Verdekte
Verkapt
Verkapte
Verscholen
Verstolen
Verstopt
Verstopte de susHaar
Hun
Uw
Zijn celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren. SuponíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderstelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermoedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veronderstelde
Ik meende
Ik nam aan
Ik onderstelde
Ik stelde
Ik vermoedde
Ik veronderstelde alNaar de
Naar het abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed! Coignard suHaar
Hun
Uw
Zijn rivalConcurrent
Mededinger
Rivaal. LeHaar
Hem
Het
U
detestóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een afschuw
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had een weerzin
tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verafschuwde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verfoeide instintivamenteInstinctief, desde luegoAanstonds
Dadelijk
Meteen
Op staande voet
Schielijk
Straks
Subiet. Y leHaar
Hem
Het
U odiaHaat!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haat, creyéndole culpableDader
Schuldig
Schuldige de miMi
Mijn
huidaGevlucht
Ontsnapt
Weggelopen, desde queSinds sorprendióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snapte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trof
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbaasde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verraste algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige palabrasBewoordingen
Woorden de la conversaciónConversatie
Gesprek que el
buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed! sostuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruggensteunde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzekerde conmigoMet mij
Met mij mee junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij los zarzalesDoornbossen
Ruigten
Ruigtes. PorqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl, en finBesluit
Beëindiging
Doel
Doeleinde
Doelstelling
Doelwit
Eind
Einde
End
Honk
Voleinding, amigoAmicaal
Amicale
Amice
Bevriend
Bevriende
Vriend
Vriendschappelijk
Vriendschappelijke
Vrind míoMijne
Van mij,
heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden raptadaGegijzeld
Geschaakt
Ontvoerd, y estoDeze
Dit debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! darmeAangeven
Geven
Opbrengen
Toebrengen
Toekennen
Verlenen algúnEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Één of ander valorCourage
Dapperheid
Durf
Gehalte
Lef
Moed
Waarde a vuestrosJullie
Van jullie ojosKijkers
Ogen. ¡OhAllemachtig
O
Och
Tjonge! ¡PequéIk deed zonde
Ik zondigde
de ingrataOndankbaar
Ondankbare alNaar de
Naar het abandonarAbandonneren
Ermee stoppen
In de steek laten
Laten varen
Verlaten a tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende tíoKerel
Oom! PeroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke soportarVerdragen la
esclavitudSlavernij a que me sometíaIk onderwierp me. AdemásBovendien
Buitendien
Daarbij
Daarenboven
Daarnaast
Overigens
Trouwens
Verder
Voor de rest
Voorts, yoEgo
Ik deseabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ambieerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze aspireerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dong naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had trek in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hunkerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze joeg na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smachtte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snakte naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze streefde naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkoos
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wenste
Ik ambieerde
Ik aspireerde
Ik begeerde
Ik dong naar
Ik haakte naar
Ik had trek in
Ik hunkerde
Ik jaagde na
Ik joeg na
Ik smachtte
Ik smachtte naar
Ik snakte naar
Ik streefde na
Ik streefde naar
Ik verkoos
Ik verlangde
Ik wenste serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn ricaFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende; esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve,
¿noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats ciertoGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere?, desearAmbiëren
Aspireren
Begeren
Dingen naar
Haken naar
Hunkeren
Najagen
Nastreven
Smachten
Smachten naar
Snakken naar
Streven naar
Trek hebben in
Verkiezen
Verlangen
Wensen riquezasRijkdom
Rijkdommen, siendoGebeurend
Plaatshebbend
Plaatsvindend
Zijnd
Zijnde jovenJeugdig
Jeugdige
Jong
Jonge
Jongedame
Jongeheer
Jongeling
Pril
Prille y hermosaFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Prachtig
Schone
Schoon. SóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast una
vidaHachje
Leven, y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats breveBeknopt
Beknopte
Kort
Korte. NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn enseñadoBijgebracht
Gelaten zien
Geleerd
Geschoold
Getoond
Gewezen
Geïnstrueerd
Onderwezen
Tentoongespreid
Uitgewezen
Vertoond esasDie hermosasFraai
Knap
Knappe
Mooi
Net
Nette
Schone
Schoon mentirasLeugens
Onwaarheden acerca deAangaande
Betreffende
In verband met
Met betrekking tot
Omtrent
Op het stuk van
Over
Ten aanzien van la
inmortalidadOnsterfelijkheid del almaDrijvende kracht
Geest
Gemoed
Ziel.
¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht de míMe
Mij, Jahel! -exclaméIk kermde uit
Ik kraaide uit
Ik riep uit
Ik slaakte een kreet en un arranqueAanloop
Aanzetschakelaar
Aanzetten
Afbreken
Afplukken
Afrukken
Bevlieging
Breekt u af!
Brengt u op gang!
Gaat u op weg!
Gaat u weg!
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontlokt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Ik breek af
Ik breng op gang
Ik ga op weg
Ik ga weg
Ik haal uit
Ik krijg aan de
praat
Ik ontlok
Ik pluk
Ik pluk af
Ik rijt
Ik ruk af
Ik ruk uit
Ik scheur
Ik scheur weg
Ik stap op
Ik start
Ik tap
Ik tijg
Ik trek
Ik trek te voorschijn
Ik trek uit
Ik vertrek
Ik zet aan
Krijgt u aan de
praat!
Ontlokken
Ontlokt u!
Opstappen
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Rijt u!
Rijten
Rukt u af!
Rukt u uit!
Scheuren
Scheurt u weg!
Scheurt u!
Stapt u op!
Start u!
Starten
Starter
Startinrichting
Tappen
Tapt u!
Tijgen
Tijgt u!
Trekken
Trekt u te voorschijn!
Trekt u uit!
Trekt u!
Uithalen
Uitrukken
Uittrekken
Vertrekken
Vertrekt u!
Weggaan
Wegscheuren
Zet u aan! amorosoLiefdes-
Verliefd, exaltadoIn vervoering gebracht
Verheerlijkt por la
sequedadDorheid
Droogheid de suHaar
Hun
Uw
Zijn corazónHart
Klokhuis-. ¡AyAch
Klacht
Och
Verlichting
Wee
Zucht de míMe
Mij! NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank meMe
Mij faltaba(Het) ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! cerca deBij
Circa
Dicht bij
Dichtbij
Een stuk of
In de buurt van
Nabij
Ongeveer
Plusminus
Zowat vosGe
Gij
Je
Jij en
el castilloBurcht
Kasteel
Slot de las ArenasArena's
Kampplaatsen
Pisten
Pistes
Strijdperken
Worstelperken. ¿QuéWat
Welke osJe
Jullie faltaba(Het) ontbreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezig
Ik ontbrak
Ik scheelde
Ik was absent
Ik was afwezig paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn dichosa?
MeMe
Mij advirtióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze waarschuwde por señasAdres
Herkenningstekens
Kenmerken
Merken
Merktekenen
Merktekens
Overblijfselen
Overblijfsels
Sporen
Tekenen
Tekens
Wenken que el señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil nos(Aan) ons
Ons observabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keek toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam waar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze observeerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg gade
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zag toe
Ik bemerkte
Ik keek toe
Ik merkte
Ik merkte op
Ik nam waar
Ik observeerde
Ik sloeg gade
Ik zag toe. El tiroIk gooi
Ik gooi uit
Ik gooi weg
Ik paf
Ik schiet
Ik smijt uit
Ik trek
Ik vuur
Ik werp omver
Ik werp uit
Tyrus
habíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik had
Ik was
Ik/hij had sidoGebeurd
Geweest
Geworden
Plaatsgehad
Plaatsgevonden compuestoBijeengevoegd
Composiet
Compost
Gecomponeerd
Gerijmd
Gezet
Ineengezet
Samengesteld
Samenstelling y la berlinaEquipage
Koets
Rijtuig volvió aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keerde terug naar
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam terug naar rodarDraaien
Filmen
Opnemen
Rijden
Rollen entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen los viñedosWijnstokken.
Nos detuvimosWij/we bleven staan
Wij/we hielden halt
Wij/we hielden stil
Wij/we sloegen af
Wij/we stonden stil
Wij/we stopten en Nuits paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cenar'S avonds eten
Dineren
Eten
Het avondmaal gebruiken
Souperen y pernoctarOvernachten. MiMi
Mijn buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende maestroGrootmeester
Instructeur
Leraar
Maestro
Meester
Onderwijzer apuróHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk leeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dronk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakte op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze teerde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbruikte
mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! docenaDozijn de botellasFlessen de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de la tierraAardbodem
Aarde
Aardrijk
Bodem
Grond
Land, que caldearonZij/ze verwarmden hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs un puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot
maravillosoMaravilloso
Prachtig
Prachtige
Wonderbaarlijk
Wonderbaarlijke
Wonderlijk
Wonderlijke suHaar
Hun
Uw
Zijn elocuenciaWelbespraaktheid
Welsprekendheid. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te soltarLoslaten
Losmaken el vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat,
animábale, asintiendoBeamend
Bevestigend
Ja zeggend
Toestemmend a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, incapazBeperkt
Beperkte
Onbedreven
Onbekwaam
Onbekwame
Onbevoegd
Onbevoegde
Ongeschikt
Ongeschikte seguramenteBeslist
Vast
Zeker de seguirAanblijven
Bewandelen
Bijhouden
Doorgaan
Opvolgen
Volgen
Voortvloeien
Voortzetten la
conversaciónConversatie
Gesprek.
La cenaAvondeten
Avondmaal
Dineer!
Diner
Dineren
Eet 's avonds!
Eet!
Eten
Gebruik het avondmaal!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eet 's avonds
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt het avondmaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze soupeert
Soupeer!
Souper
Souperen fueHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Was apetitosaSmakelijk
Smakelijke; peroDoch
Echter
Maar la camaBed
Legerstede
Slaapkamer
Slaapplaats
Sponde, detestable. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer abateAbt
Deprimeer!
Druk neer!
Druk terneer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deprimeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt terneer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt neerslachtig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontneemt de moed
Maak neerslachtig!
Ontmoedig!
Ontneem de moed! Coignard
tuvo queHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoorde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moest acostarseGaan liggen
Gaan slapen
Naar bed gaan
Zich ter ruste begeven debajo deBeneden
Onder la escaleraLadder
Opgang
Trap, en un chiscón, acompañadoBegeleid
Geaccompagneerd
Meegegaan
Meegelopen
Vergezeld del
posadero y suHaar
Hun
Uw
Zijn mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon, dondeBij
Waar
Waaraan
Waarheen
Waarin los tres3
Drie creyeronZij/ze dachten
Zij/ze geloofden
Zij/ze hielden voor
Zij/ze meenden ahogarseVerdrinken
Vergaan. El señorHeer
Heerlijkheid
Heerschap
Meneer
Mijnheer de Anquetil
ocupóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bekleedde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besloeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaarde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewoonde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bezette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam in beslag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervulde, conDoor
Met
Per
Samen met Jahel, el cuarto4e
Kamer
Kwart
Kwartier
Lokaal
Vertrek
Vierde
Vierde deel
Vierendeel
Woning de arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog, de cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier techoBovengrens
Dak
Hoogtegrens
Ik voorzie van een
dak
Plafond colgabanZij/ze hingen
Zij/ze hingen op
Zij/ze knoopten op cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien. YoEgo
Ik
subíIk beklom
Ik besteeg
Ik bracht naar boven
Ik droeg naar boven
Ik ging naar boven
Ik ging omhoog
Ik ging op
Ik klom
Ik kwam op
Ik rees
Ik stapte in
Ik stapte in de
trein
Ik steeg
Ik stond op
Ik verrees
Ik wies, valiéndome deGebruik makend van
Me bedienend van una escalaBeklim!
Bestorm met ladders!
Escaleer!
Gamma
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestormt met ladders
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze escaleert
Scala
Schaal
Schaalverdeling
Toonladder
Toonschaal
Verhouding, alNaar de
Naar het desvánVliering
Zolder y meMe
Mij tendíIk breidde uit
Ik hield op
Ik ontvouwde
Ik rekte
Ik spreidde
Ik spreidde uit
Ik stak uit
Ik strekte
Ik strekte uit sobre laOp de
Op het pajaRietje
Stro. PasadoAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Vergaan
Verleden
Verleden tijd
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere
el primer1e
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap, viIk bekeek
Ik keek
Ik zag que la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel filtrabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filterde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze filtreerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeefde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zeeg
Ik filterde
Ik filtreerde
Ik zeefde
Ik zeeg susHaar
Hun
Uw
Zijn pálidosBleek
Bleke
Flets
Fletse
Pips
Pipse
Vaal
Vale resplandoresFlonkeringen
Glansen
Glanzen
Schitteringen por las
grietasBarsten
Gapingen
Kieren
Kloven
Spleten
Splitten
Spouwen del techoBovengrens
Dak
Hoogtegrens
Ik voorzie van een
dak
Plafond, iluminandoAanstekend
Belichtend
Illuminerend
Verlichtend
Voorlichtend la figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor! de Jahel, que se meMe
Mij aparecióHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daagde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draafde op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam te voorschijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verscheen tocadaAangekomen
Aangeraakt
Aangeroerd
Aangezeten
Beroerd
Gegaan
Geklept
Geklonken
Geraakt
Geslagen
Gespeeld
Getoucheerd
Overgegaan
Uitgevoerd
Voorgespeeld
conDoor
Met
Per
Samen met una cofiaKap
Kornet
Muts de nocheAvond
Nacht. Y contuvoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervatte miMi
Mijn gritoIk balk
Ik blaat
Ik brul
Ik gier
Ik grom
Ik hinnik
Ik joel
Ik jouw uit
Ik loei
Ik roep
Ik schreeuw
Kreet
Roep
Schreeuw de asombroBevreemding
Ik bevreemd
Ik verbaas
Ik verwonder
Schrik
Verbazing
Verwondering poniéndoseAandoend
Aantrekkend
Insmerend
Opdoend
Smerend
Wordend
Zich aankledend
Zich aanstellend un
dedoTeen
Vinger sobreAan
Aangaande
Betreffende
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! susHaar
Hun
Uw
Zijn labiosLippen.
¡Chis! -meMe
Mij dijo(Hij/zij) zei
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sprak
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zei-. MauricioMauritius estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! borrachoBeschonken
Dronken
Grauwe poon
Kleine poon
Zat
Zatte comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un ganapán y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals
un marquésMarkies. DuermeBreng onder narcose!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder narcose
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaapt uit
Maf!
Pit!
Slaap uit!
Slaap! ahíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga naar beneden
Ik ga naar beneden
uitstappen
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware el sueñoDroom
Ik droom
Ik mijmer
Slaap de NoéNoach
Noëh.
¿QuiénWie esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats MauricioMauritius? -preguntéIk vraagde
Ik vroeg yoEgo
Ik, restregándomeSchurend
Wrijvend los ojosKijkers
Ogen.
Anquetil. ¿QuiénWie haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn?
NadieGeen
Geen enkel
Geen enkele
Niemand. PeroDoch
Echter
Maar yoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sabíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kende
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smaakte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Ik kende
Ik smaakte
Ik wist
Ik/hij wist que se llamabaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heette
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werd genoemd MauricioMauritius.
NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere que loDe
Hem
Het
U heBen!
Heb!
Ik ben
Ik heb sabidoBekend
Bekende
Gekend
Gesmaakt
Geweten
Vertrouwd
Vertrouwde yoEgo
Ik. EsoDat
Die
Zulks noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt alNaar de
Naar het casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak.
Tenéis razónJullie hebben gelijk, Jahel: esoDat
Die
Zulks noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank haceDoet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Maakt alNaar de
Naar het casoCasus
Geval
Ik huwelijk uit
Ik trouw
Ik verbind in de
echt
Naamval
Zaak.
Estaba(Het) was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevond zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lag
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zat
Ik bevond me
Ik lag
Ik was
Ik zat en camisaCylindervoering
Hemd
Overhemd
Shirt, y los reflejosReflexen
Weerkaatsingen
Weerspiegelingen de la lunaMaan
Ruit
Staande spiegel resbalabanZij/ze gleden
Zij/ze gleden uit
Zij/ze glibberden
Zij/ze glipten
Zij/ze schoven comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken de
lecheMelk por susHaar
Hun
Uw
Zijn hombrosSchouders desnudosBloot
Blote
Naakt
Naakte
Onbedekt
Onbedekte
Onopgesmukt
Onopgesmukte. DeslizóseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schoof door haciaAan
Bij
In de richting van
Naar
Op
Tegen
Tot
Voor miMi
Mijn ladoFlank
Kant
Zij
Zijde
Zijkant, prodigándome
los nombresBenamingen
Jij/je benoemt
Jij/je heet
Jij/je maakt uit voor
Jij/je noemt
Jij/je stelt aan
Naamwoorden
Namen
Voornamen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte y los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus espantosamenteVerschrikkelijk groserosBrutaal
Brutale
Grof
Grove
Honds
Hondse
Lomp
Lompe
Lomperiken
Onbeleefd
Onbeleefde
Onheus
Onheuse
Vlegelachtig
Vlegelachtige; peroDoch
Echter
Maar todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, alNaar de
Naar het
salirAfrijden
Buitengaan
Eindigen
Er mee weg komen
Eruit komen
Naar buiten gaan
Op weg gaan
Opstappen
Starten
Tijgen
Uitgaan
Uitkomen
Uitlopen
Uitrijden
Uitstappen
Uitstijgen
Uittreden
Uitvaren
Verschijnen
Vertrekken
Weggaan
Wegrijden de susHaar
Hun
Uw
Zijn labiosLippen, parecíanZij/ze hadden het uiterlijk
van
Zij/ze kwamen over
Zij/ze kwamen voor
Zij/ze leken
Zij/ze schenen
Zij/ze schenen toe
Zij/ze stonden tegenover
Zij/ze vonden
Zij/ze zagen er uit
Zij/ze zagen er uit
als suavesMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele murmurios. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, callandoVerzwijgend
Zwijgend, comenzóHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begon met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bond aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brak aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ving aan
a prodigarmeVerkwisten cariciasAaien
Aanhalingen
Liefkozingen
Strelingen, tanDermate
Dusdanig
Even
Zo
Zodanig
Zozeer ardientesGloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige, que las de ningunaGeen enkel
Geen enkele otraAnder
Andere
Nog een
Nog één mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon pudieranZij/ze konden
Zij/ze mochten
igualarlasZe gelijk te maken.
El apremioDringen
Haast
Haasten
Ik ben urgent
Ik dring
Ik haast
Ik jacht
Ik zet tot haast
aan
Jachten del tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd y el silencioIk verzwijg
Kalmte
Rust
Rustigheid
Stilte
Stilzwijgen aumentabanZij/ze deden toenemen
Zij/ze groeiden
Zij/ze groeiden aan
Zij/ze namen toe
Zij/ze stegen
Zij/ze vergrootten
Zij/ze verhoogden
Zij/ze vermeerderden
Zij/ze wakkerden aan
Zij/ze werden sterker miMi
Mijn tensiónBloeddruk
Gespannenheid
Spanning
Voltage furiosaDol
Doldriftig
Doldriftige
Dolle
Verwoed
Verwoede
Woedend
Woedende
Woest
Woeste. La
sorpresaBetrappen
Bevreemding
Snappen
Surprise
Treffen
Verbaasdheid
Verbazen
Verbazing
Verrassen
Verrassing
Verwondering, la alegríaBlijdschap
Blijheid
Verheugenis
Verheuging
Vreugde, la satisfacciónBevrediging
Genoegdoening del desquiteRevanche
Wedervergelding
Wederwraak y acasoToeval
Toevalligheid tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook los celosAfgunst
Jaloersheid
Jaloezie
Jaloezieën
Na-ijver
Plakbanden
Plakbands
Vuren
aguijoneabanZij/ze spoorden aan misMi's
Mijn apetitosEetlusten
Hongerigheden
Trekken. La elásticaElastisch
Elastische
Rekbaar
Rekbare
Soepel
Soepele
Veerkrachtig
Veerkrachtige durezaEelt
Eksteroog
Hardheid
Likdoorn
Stevigheid de suHaar
Hun
Uw
Zijn carneVlees y la flexibilidadFlexibiliteit de
susHaar
Hun
Uw
Zijn movimientosBewegingen
Drukten
Slagen
Zetten solicitabanZij/ze solliciteerden
Zij/ze vraagden
Zij/ze vroegen, prometíanZij/ze beloofden
Zij/ze loofden uit
Zij/ze verzegden
Zij/ze zegden toe
Zij/ze zeiden toe y merecíanZij/ze kwamen toe
Zij/ze verdienden
Zij/ze waren waard
Zij/ze waren waardig los másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ardientesGloeiend
Gloeiende
Verterend
Verterende
Verzengend
Verzengende
Vurig
Vurige gocesJij/je geniet
Jij/je geniet van
Jij/je verheugt je in
Jij/je verlustigt je in.
<-- Vorige/ Anterior | Uitgang/ Salida | Volgende/ Siguiente --> |