Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd: 16 Jan 2020 ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d e f g h i j k l m n ñ o p q r s t u v x y z

3e a b d e i j l n o r s u y

4e bcdj l n r s t

5e a e -

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van ABALICE ..... ABALORIOS Volgende/ Siguiente -->

Spaans/español Nederlands/holandés

abalicetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abaliza
Abalizo hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bebakentderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abaliza
Abalizo ik bebakeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik be·ba·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalicéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaba
Abalizara
Abalizase ik bebakendeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik be·ba·ken·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
¡abalice!imperativo singular del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Abalicen! bebakent u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bebakenen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalicéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizáis jullie bebakenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalicemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizamos wij/we bebakeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

¡abalicemos!imperativo plural del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
laten we bebakenengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: la·ten we be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalicentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizan zij/ze bebakenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

¡abalicen!imperativo plural del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Abalice! bebakent u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bebakenen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalicessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizas jij/je bebakenttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalice hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bebakentderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

¡abaliza!imperativo singular del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Abalizad! bebaken!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bebakenen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicé
Abalizara
Abalizase
Abalizó hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bebakendederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicé
Abalizara
Abalizase
Abalizó ik bebakendeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik be·ba·ken·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizarais
Abalizaseis
Abalizasteis jullie bebakendentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie be·ba·ken·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizamos
Abalizáramos
Abalizásemos wij/we bebakendeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaran
Abalizaron
Abalizasen zij/ze bebakendenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaras
Abalizases
Abalizaste jij/je bebakendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

¡abalizad!imperativo plural del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Abaliza! bebaken!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bebakenen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizadas
Abalizado
Abalizados bebakendregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: be·ba·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizada
Abalizado
Abalizados bebakendregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: be·ba·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizadoparticipio pasado del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizada
Abalizadas
Abalizados bebakendregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: be·ba·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizada
Abalizadas
Abalizado bebakendregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: be·ba·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicéis jullie bebakenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicemos
Abalizábamos
Abalizáramos
Abalizásemos wij/we bebakendeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicemos
Abalizábamos
Abalizáramos
Abalizásemos wij/we bebakeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicen zij/ze bebakenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizandogerundio del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn bebakenendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: be·ba·ke·nend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  w  ci
conjugaciones del INDICATIVO
Presente Préterito indefinido
Abalizo Abalicé
Abalizas Abalizaste
Abaliza Abalizó
Abalizamos Abalizamos
Abalizáis Abalizasteis
Abalizan Abalizaron
Futuro/Condicional Préterito imperfecto
Abalizar é ía Abalizaba
Abalizar ás ías Abalizabas
Abalizar á ía Abalizaba
Abalizar emos íamos Abalizábamos
Abalizar éis íais Abalizabais
Abalizar án ían Abalizaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
Presente Préterito imperfect ra
Abalice Abalizara
Abalices Abalizaras
Abalice Abalizara
Abalicemos Abalizáramos
Abalicéis Abalizarais
Abalicen Abalizaran
Futuro Préterito imperfecto se
Abalizare Abalizase
Abalizares Abalizases
Abalizare Abalizase
Abalizáremos Abalizásemos
Abalizareis Abalizaseis
Abalizaren Abalizasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativo negativo
Abaliza (tú) No abalices
Abalice (usted) No abalice
Abalicemos (nosotros) No abalicemos
Abalizad (vosotros) No abalicéis
Abalicen (ustedes) No abalicen
Formas impersonales
participio pasado     Gerundio
Abalizado Abalizando
bebakenenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: be·ba·ke·nen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bebakenen - bebakende - bebakend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
abalizaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicé
Abalizaba
Abalizase
Abalizó hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bebakendederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicé
Abalizaba
Abalizase
Abalizó ik bebakendeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik be·ba·ken·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizare hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bebakenenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizabais
Abalizaseis
Abalizasteis jullie bebakendentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie be·ba·ken·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizábamos
Abalizamos
Abalizásemos wij/we bebakendeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaban
Abalizaron
Abalizasen zij/ze bebakendenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaren zij/ze zullen bebakenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizabas
Abalizases
Abalizaste jij/je bebakendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizares jij/je zal bebakenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizará
Abalizaré hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bebakenenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizará
Abalizaré ik zal bebakeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik zal be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizare ik zal bebakeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik zal be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaréis jullie zullen bebakenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizareis jullie zullen bebakenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizáremos wij/we zullen bebakeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaremos wij/we zullen bebakeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizarán zij/ze zullen bebakenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizarás jij/je zal bebakenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizaríatercera persona singular condicional del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bebakenenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

  _primera persona singular condicional del verbo 'abalizar'
  we  wn ik zou bebakeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik zou be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn jullie zouden bebakenentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den be·ba·ke·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn wij/we zouden bebakeneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizaríantercera persona plural condicional del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn zij/ze zouden bebakenenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizaríassegunda persona singular condicional del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn jij/je zou bebakenentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaban
Abalizaran
Abalizasen zij/ze bebakendenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalices jij/je bebakenttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicé
Abalizaba
Abalizara
Abalizó hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bebakendederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalicé
Abalizaba
Abalizara
Abalizó ik bebakendeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik be·ba·ken·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizabais
Abalizarais
Abalizasteis jullie bebakendentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie be·ba·ken·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizábamos
Abalizamos
Abalizáramos wij/we bebakendeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaban
Abalizaran
Abalizaron zij/ze bebakendenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizabas
Abalizaras
Abalizaste jij/je bebakendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizabas
Abalizaras
Abalizases jij/je bebakendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abalizasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizabais
Abalizarais
Abalizaseis jullie bebakendentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: jul·lie be·ba·ken·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalice ik bebakeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'
Lettergrepen: ik be·ba·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bebakenen').
  wn  we
abalizótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'abalizar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalizar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abalizaba
Abalizara
Abalizase hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bebakendederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bebakenen'

abaloriosustantivo
Plural es: abalorios

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalorio'
, el  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Cuenta
Grano kraalzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Verkleinwoord is: kraaltje [kraal·tje]], het
Meervoud is: kralen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
abaloriossustantivo plural de la palabra: abalorio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abalorio'
, los  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Cuentas
Granos kralenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: kraal
Lettergrepen: kra·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d e f g h i j k l m n ñ o p q r s t u v x y z

3e a b d e i j l n o r s u y

4e bcdj l n r s t

5e a e -

<-- Vorige/ Anterior palabras de
woorden van ABALICE ..... ABALORIOS Volgende/ Siguiente -->