Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d e fg h i j k l m n ñ o p q r s t u v x y z

3e a e i l n or u

4ea e i ou

5e -c d- vz

6e m nd nu ri

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
AGRAM ..... AGRARIOSVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
agramsustantivo
Nombre científico es: Cynodon dactylon
  w  Wl  spalabras relacionadas:
---------------------
Canaria
Grama
Grama canina
Grama común
Gramilla blanca
Gramón
Pasto bermuda
Pata de perdiz
gewoon handjesgraszelfstandig naamwoordsvorm zn
Lettergrepen: ge·woon hand·jes·gras
Latijnse plantennaam is: Cynodon dactylon
, het  B  Wl  Ws
handjesgraszelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: hand·jes·gras
Meervoud is: handjesgrassen
Latijnse plantennaam is: Cynodon dactylon
, het  w  B  Ws
AgramNombre (o por antonomasia)
(pronunciación local: /ságreb/; alemán Agram), capital de Croacia. Se menciona ya en 1093. Su universidad es de 1874.
  w
Agrameigennaam (of antonomasie) en
  w
agrandatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrande
Engrandece
Engrandezca
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
¡agranda!imperativo singular del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Agrandad!
¡Engrandece!
¡Engrandeced!
vergroot!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vergroten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandara
Agrandase
Agrandé
Agrandó
Engrandecí
Engrandecía
Engrandeciera
Engrandeciese
Engrandeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroottederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandara
Agrandase
Agrandé
Agrandó
Engrandecí
Engrandecía
Engrandeciera
Engrandeciese
Engrandeció
ik vergrootteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik ver·groot·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandarais
Agrandaseis
Agrandasteis
Engrandecíais
Engrandecierais
Engrandecieseis
Engrandecisteis
jullie vergroottentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie ver·groot·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandamos
Agrandáramos
Agrandásemos
Engrandecíamos
Engrandeciéramos
Engrandeciésemos
Engrandecimos
wij/we vergrootteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaran
Agrandaron
Agrandasen
Engrandecían
Engrandecieran
Engrandecieron
Engrandeciesen
zij/ze vergroottenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaras
Agrandases
Agrandaste
Engrandecías
Engrandecieras
Engrandecieses
Engrandeciste
jij/je vergroottetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
¡agrandad!imperativo plural del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Agranda!
¡Engrandece!
¡Engrandeced!
vergroot!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vergroten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandadas
Agrandado
Agrandados
Engrandecida
Engrandecidas
Engrandecido
Engrandecidos
vergrootregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ver·groot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandada
Agrandado
Agrandados
Engrandecida
Engrandecidas
Engrandecido
Engrandecidos
vergrootregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ver·groot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandadoparticipio pasado del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandada
Agrandadas
Agrandados
Engrandecida
Engrandecidas
Engrandecido
Engrandecidos
vergrootregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ver·groot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandada
Agrandadas
Agrandado
Engrandecida
Engrandecidas
Engrandecido
Engrandecidos
vergrootregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ver·groot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandéis
Engrandecéis
Engrandezcáis
jullie vergrotentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandábamos
Agrandáramos
Agrandásemos
Agrandemos
Engrandecemos
Engrandecíamos
Engrandeciéramos
Engrandeciésemos
Engrandecimos
Engrandezcamos
wij/we vergrootteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandábamos
Agrandáramos
Agrandásemos
Agrandemos
Engrandecemos
Engrandecíamos
Engrandeciéramos
Engrandeciésemos
Engrandecimos
Engrandezcamos
wij/we vergroteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agranden
Engrandecen
Engrandezcan
zij/ze vergrotenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandandogerundio del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Engrandeciendo
vergrotendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ver·gro·tend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Engrandecer
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
AgrandoAgrandé
AgrandasAgrandaste
AgrandaAgrandó
AgrandamosAgrandamos
AgrandáisAgrandasteis
AgrandanAgrandaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
AgrandaréíaAgrandaba
AgrandarásíasAgrandabas
AgrandaráíaAgrandaba
AgrandaremosíamosAgrandábamos
AgrandaréisíaisAgrandabais
AgrandaráníanAgrandaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
AgrandeAgrandara
AgrandesAgrandaras
AgrandeAgrandara
AgrandemosAgrandáramos
AgrandéisAgrandarais
AgrandenAgrandaran
FuturoPréterito imperfecto se
AgrandareAgrandase
AgrandaresAgrandases
AgrandareAgrandase
AgrandáremosAgrandásemos
AgrandareisAgrandaseis
AgrandarenAgrandasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Agranda(tú)No agrandes
Agrande(usted)No agrande
Agrandemos(nosotros)No agrandemos
Agrandad(vosotros)No agrandéis
Agranden(ustedes)No agranden
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
AgrandadoAgrandando
vergrotenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: ver·gro·ten
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
vergroten - vergrootte - vergroot


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
agrandaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaba
Agrandase
Agrandé
Agrandó
Engrandecí
Engrandecía
Engrandeciera
Engrandeciese
Engrandeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroottederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaba
Agrandase
Agrandé
Agrandó
Engrandecí
Engrandecía
Engrandeciera
Engrandeciese
Engrandeció
ik vergrootteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik ver·groot·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandare
Engrandecerá
Engrandeciere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergrotenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandabais
Agrandaseis
Agrandasteis
Engrandecíais
Engrandecierais
Engrandecieseis
Engrandecisteis
jullie vergroottentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie ver·groot·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandábamos
Agrandamos
Agrandásemos
Engrandecíamos
Engrandeciéramos
Engrandeciésemos
Engrandecimos
wij/we vergrootteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaban
Agrandaron
Agrandasen
Engrandecían
Engrandecieran
Engrandecieron
Engrandeciesen
zij/ze vergroottenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaren
Engrandecerán
Engrandecieren
zij/ze zullen vergrotenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandabas
Agrandases
Agrandaste
Engrandecías
Engrandecieras
Engrandecieses
Engrandeciste
jij/je vergroottetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandares
Engrandecerás
Engrandecieres
jij/je zal vergrotentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandará
Agrandaré
Engrandecerá
Engrandeceré
Engrandeciere
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal vergrotenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandará
Agrandaré
Engrandecerá
Engrandeceré
Engrandeciere
ik zal vergroteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik zal ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandare
Engrandeceré
Engrandeciere
ik zal vergroteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik zal ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaréis
Engrandeceréis
Engrandeciereis
jullie zullen vergrotentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandareis
Engrandeceréis
Engrandeciereis
jullie zullen vergrotentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandáremos
Engrandeceremos
Engrandeciéremos
wij/we zullen vergroteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaremos
Engrandeceremos
Engrandeciéremos
wij/we zullen vergroteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandarán
Engrandecerán
Engrandecieren
zij/ze zullen vergrotenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandarás
Engrandecerás
Engrandecieres
jij/je zal vergrotentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandaríatercera persona singular condicional del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Engrandecería
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou vergrotenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
  _primera persona singular condicional del verbo 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Engrandecería
ik zou vergroteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik zou ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Engrandeceríais
jullie zouden vergrotentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Engrandeceríamos
wij/we zouden vergroteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandaríantercera persona plural condicional del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Engrandecerían
zij/ze zouden vergrotenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandaríassegunda persona singular condicional del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Engrandecerías
jij/je zou vergrotentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaban
Agrandaran
Agrandasen
Engrandecían
Engrandecieran
Engrandecieron
Engrandeciesen
zij/ze vergroottenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandes
Engrandeces
Engrandezcas
jij/je vergroottweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaba
Agrandara
Agrandé
Agrandó
Engrandecí
Engrandecía
Engrandeciera
Engrandeciese
Engrandeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroottederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaba
Agrandara
Agrandé
Agrandó
Engrandecí
Engrandecía
Engrandeciera
Engrandeciese
Engrandeció
ik vergrootteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik ver·groot·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandabais
Agrandarais
Agrandasteis
Engrandecíais
Engrandecierais
Engrandecieseis
Engrandecisteis
jullie vergroottentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie ver·groot·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandábamos
Agrandamos
Agrandáramos
Engrandecíamos
Engrandeciéramos
Engrandeciésemos
Engrandecimos
wij/we vergrootteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaban
Agrandaran
Agrandaron
Engrandecían
Engrandecieran
Engrandecieron
Engrandeciesen
zij/ze vergroottenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandabas
Agrandaras
Agrandaste
Engrandecías
Engrandecieras
Engrandecieses
Engrandeciste
jij/je vergroottetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandabas
Agrandaras
Agrandases
Engrandecías
Engrandecieras
Engrandecieses
Engrandeciste
jij/je vergroottetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandabais
Agrandarais
Agrandaseis
Engrandecíais
Engrandecierais
Engrandecieseis
Engrandecisteis
jullie vergroottentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie ver·groot·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agranda
Agrando
Engrandece
Engrandezca
Engrandezco
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergrootderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agranda
Agrando
Engrandece
Engrandezca
Engrandezco
ik vergrooteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik ver·groot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaba
Agrandara
Agrandase
Engrandecí
Engrandecía
Engrandeciera
Engrandeciese
ik vergrootteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik ver·groot·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
¡agrande!imperativo singular del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Agranden!
¡Engrandezca!
¡Engrandezcan!
vergroot u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vergroten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandáis
Engrandecéis
Engrandezcáis
jullie vergrotentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: jul·lie ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandamos
Engrandecemos
Engrandezcamos
wij/we vergroteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
¡agrandemos!imperativo plural del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Engrandezcamos!
laten we vergrotengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: la·ten we ver·gro·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandan
Engrandecen
Engrandezcan
zij/ze vergrotenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
¡agranden!imperativo plural del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Agrande!
¡Engrandezca!
¡Engrandezcan!
vergroot u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vergroten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandas
Engrandeces
Engrandezcas
jij/je vergroottweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agrandoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrande
Engrandezca
Engrandezco
ik vergrooteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
Lettergrepen: ik ver·groot

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vergroten').
  wn
agrandótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'agrandar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrandar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrandaba
Agrandara
Agrandase
Engrandecía
Engrandeciera
Engrandeciese
Engrandeció
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vergroottederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vergroten'
agranulocitosustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agranulocito'
, el  wn  w
agranulocytzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: agra·nu·lo·cyt

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
agrariaadjetivo femenino singular de la palabra: agrario
(adjetivo). Relativo a la agricultura, a los campesinos y a la tierra [productos agrarios; reforma a.].

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrario'
  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Agrarias
Agrario
Agrarios
agrarischbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: agra·risch

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
agrarischeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Agrarisch
Lettergrepen: agra·ri·sche

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Agrarisch').
  wn  w
agrariasadjetivo femenino plural de la palabra: agrario
(adjetivo). Relativo a la agricultura, a los campesinos y a la tierra [productos agrarios; reforma a.].

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrario'
  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Agraria
Agrario
Agrarios
agrarischbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: agra·risch

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
agrarischeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Agrarisch
Lettergrepen: agra·ri·sche

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Agrarisch').
  wn  w
agrarioadjetivo masculino singular
(adjetivo). Relativo a la agricultura, a los campesinos y a la tierra [productos agrarios; reforma a.].

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrario'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Agraria
Agrarias
Agrarios
agrarischbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: agra·risch

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
agrarischeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Agrarisch
Lettergrepen: agra·ri·sche

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Agrarisch').
  wn  w
agrariosadjetivo masculino plural de la palabra: agrario
(adjetivo). Relativo a la agricultura, a los campesinos y a la tierra [productos agrarios; reforma a.].

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agrario'
  we  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Agraria
Agrarias
Agrario
agrarischbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: agra·risch

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
agrarischeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Agrarisch
Lettergrepen: agra·ri·sche

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Agrarisch').
  wn  w

1e 0‑9A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d e fg h i j k l m n ñ o p q r s t u v x y z

3e a e i l n or u

4ea e i ou

5e -c d- vz

6e m nd nu ri

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
AGRAM ..... AGRARIOSVolgende/ Siguiente -->

arriba