Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Astrología védica es pseudociencia, engaño, estafa o superstición

1e 0‑9A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d e f g h i j k l m n ñ op q r s t u v x y z

3ea e fh i l n o p r st u

4ec g ln r stz

5e ei

6e b e g

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
APACIVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
apacibilidadsustantivo
Plural es: apacibilidades

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacibilidad'
, la  we
goedaardigheidzelfstandig naamwoord zn
()(Cualidad de apacible))
Lettergrepen: goed·aar·dig·heid
Meervoud is: goedaardigheden
, de  wn
apacibilidadessustantivo plural de la palabra: apacibilidad

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacibilidad'
  we
goedaardighedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: goedaardigheid
Lettergrepen: goed·aar·dig·he·den
, de  wn
apacibleadjetivo singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacible'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradable
Agradables
Apacibles
Aplacible
Aplacibles
Aplaciente
Aplacientes
Placentera
Placenteras
Placentero
Placenteros
1Agradable
Agradablemente
Apaciblemente
Aplacible
Aplaciente
Placenteramente
Placentero
.
aangenaambijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: aan·ge·naam

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
aangenameVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Aangenaam
Lettergrepen: aan·ge·na·me

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aangenaam').
  wn  w
2Benigno
Bondadoso
Criterio de demarcación
Manso
Problema de la demarcación
.
goedaardigbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: goed·aar·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
goedaardigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Goedaardig
Lettergrepen: goed·aar·di·ge

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Goedaardig').
  wn  w
3Bondadoso
Mansamente
Manso
Suave
.
mildbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
mildeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Mild
Lettergrepen: mil·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Mild').
  wn  w
zachtbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
zachtaardigbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: zacht·aar·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
zachtaardigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zachtaardig
Lettergrepen: zacht·aar·di·ge

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zachtaardig').
  wn
zachteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zacht
Lettergrepen: zach·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zacht').
  wn  w
zachtmoedigbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: zacht·moe·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
zachtmoedigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zachtmoedig
Lettergrepen: zacht·moe·di·ge

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zachtmoedig').
  wn
zachtzinnigbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: zacht·zin·nig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
zachtzinnigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zachtzinnig
Lettergrepen: zacht·zin·ni·ge

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zachtzinnig').
  wn
zoelbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
zoeleVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zoel
Lettergrepen: zoe·le

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zoel').
  wn  w
apaciblementeadverbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciblemente'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradablemente
Placenteramente
1Agradable
Agradablemente
Apacible
Aplacible
Aplaciente
Placenteramente
Placentero
.
aangenaambijwoord bw
Lettergrepen: aan·ge·naam

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
2Plácidamente.vredigbijwoord bw
Lettergrepen: vre·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
apaciblesadjetivo plural de la palabra: apacible

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacible'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradable
Agradables
Apacible
Aplacible
Aplacibles
Aplaciente
Aplacientes
Placentera
Placenteras
Placentero
Placenteros
1Agradable
Agradablemente
Apacible
Apaciblemente
Aplacible
Aplaciente
Placenteramente
Placentero
.
aangenaambijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: aan·ge·naam

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
aangenameVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Aangenaam
Lettergrepen: aan·ge·na·me

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aangenaam').
  wn  w
2Apacible
Benigno
Bondadoso
Criterio de demarcación
Manso
Problema de la demarcación
.
goedaardigbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: goed·aar·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
goedaardigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Goedaardig
Lettergrepen: goed·aar·di·ge

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Goedaardig').
  wn  w
3Apacible
Bondadoso
Mansamente
Manso
Suave
.
mildbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
mildeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Mild
Lettergrepen: mil·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Mild').
  wn  w
zachtbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
zachtaardigbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: zacht·aar·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
zachtaardigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zachtaardig
Lettergrepen: zacht·aar·di·ge

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zachtaardig').
  wn
zachteVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zacht
Lettergrepen: zach·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zacht').
  wn  w
zachtmoedigbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: zacht·moe·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
zachtmoedigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zachtmoedig
Lettergrepen: zacht·moe·di·ge

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zachtmoedig').
  wn
zachtzinnigbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: zacht·zin·nig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
zachtzinnigeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zachtzinnig
Lettergrepen: zacht·zin·ni·ge

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zachtzinnig').
  wn
zoelbijvoeglijk naamwoord bn
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
zoeleVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Zoel
Lettergrepen: zoe·le

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zoel').
  wn  w
apacientatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciente
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat grazenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten grazen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weiden'
¡apacienta!imperativo singular del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacentad!
laat grazen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'laten grazen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Laten').
weid!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'weiden'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Weiden').
  wn
apacientantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacienten
zij/ze laten grazenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten grazen'
zij/ze weidenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weiden'
apacientassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacientes
jij/je laat grazentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten grazen'
jij/je weidttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weiden'
apacientetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacienta
Apaciento
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat grazenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'laten grazen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacienta
Apaciento
ik laat grazeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'laten grazen'
Lettergrepen: ik laat gra·zen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Laten').
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacienta
Apaciento
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weiden'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacienta
Apaciento
ik weideerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weiden'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Weiden').
  wn
¡apaciente!imperativo singular del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacienten!
laat u grazen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'laten grazen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Laten').
weidt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'weiden'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Weiden').
  wn
apaciententercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacientan
zij/ze laten grazenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'laten grazen'
zij/ze weidenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weiden'
¡apacienten!imperativo plural del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apaciente!
laat u grazen!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'laten grazen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Laten').
weidt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'weiden'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Weiden').
  wn
apacientessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacientas
jij/je laat grazentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'laten grazen'
jij/je weidttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'weiden'
apacientoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'apacentar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apacentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciente
ik laat grazeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'laten grazen'
Lettergrepen: ik laat gra·zen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Laten').
ik weideerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'weiden'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Weiden').
  wn
apaciguatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigüe
Calma
Calme
Se apacigua
Se apacigüe
Seda
Sede
Sosiega
Sosiegue
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaartderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerustderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
¡apacigua!imperativo singular del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apaciguad!
¡Apaciguaos!
¡Apacíguate!
¡Calma!
¡Calmad!
¡Seda!
¡Sedad!
¡Sosegad!
¡Sosiega!
bedaar!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bedaren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
kalmeer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'kalmeren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
stel gerust!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'geruststellen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguara
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaardederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguara
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik bedaardeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik be·daar·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguara
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguara
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik kalmeerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik kal·meer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguara
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde gerustderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguara
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik stelde gerusteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik stel·de ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguarais
Apaciguaseis
Apaciguasteis
Calmabais
Calmarais
Calmaseis
Calmasteis
Os apaciguabais
Os apaciguarais
Os apaciguaseis
Os apaciguasteis
Sedabais
Sedarais
Sedaseis
Sedasteis
Sosegabais
Sosegarais
Sosegaseis
Sosegasteis
jullie bedaardentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie be·daar·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie kalmeerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie kal·meer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
jullie stelden gerusttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie stel·den ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguamos
Apaciguáramos
Apaciguásemos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
wij/we bedaardeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
wij/we kalmeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
wij/we stelden gerusteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaran
Apaciguaron
Apaciguasen
Calmaban
Calmaran
Calmaron
Calmasen
Se apaciguaban
Se apaciguaran
Se apaciguaron
Se apaciguasen
Sedaban
Sedaran
Sedaron
Sedasen
Sosegaban
Sosegaran
Sosegaron
Sosegasen
zij/ze bedaardenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze kalmeerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
zij/ze stelden gerustderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaras
Apaciguases
Apaciguaste
Calmabas
Calmaras
Calmases
Calmaste
Sedabas
Sedaras
Sedases
Sedaste
Sosegabas
Sosegaras
Sosegases
Sosegaste
Te apaciguabas
Te apaciguaras
Te apaciguases
Te apaciguaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelde gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
¡apaciguad!imperativo plural del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigua!
¡Apaciguaos!
¡Apacíguate!
¡Calma!
¡Calmad!
¡Seda!
¡Sedad!
¡Sosegad!
¡Sosiega!
bedaar!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bedaren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
kalmeer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'kalmeren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
stel gerust!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'geruststellen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguadas
Apaciguado
Apaciguados
Calmada
Calmadas
Calmado
Calmados
Sedada
Sedadas
Sedado
Sedados
Sosegada
Sosegadas
Sosegado
Sosegados
bedaardregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·daard

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
gekalmeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ge·kal·meerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
gerustgesteldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·ge·steld

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
apaciguadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguada
Apaciguado
Apaciguados
Calmada
Calmadas
Calmado
Calmados
Sedada
Sedadas
Sedado
Sedados
Sosegada
Sosegadas
Sosegado
Sosegados
bedaardregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·daard

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
gekalmeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ge·kal·meerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
gerustgesteldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·ge·steld

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
apaciguadoparticipio pasado del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguada
Apaciguadas
Apaciguados
Calmada
Calmadas
Calmado
Calmados
Sedada
Sedadas
Sedado
Sedados
Sosegada
Sosegadas
Sosegado
Sosegados
bedaardregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·daard

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
gekalmeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ge·kal·meerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
gerustgesteldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·ge·steld

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
apaciguadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguada
Apaciguadas
Apaciguado
Calmada
Calmadas
Calmado
Calmados
Sedada
Sedadas
Sedado
Sedados
Sosegada
Sosegadas
Sosegado
Sosegados
bedaardregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·daard

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
gekalmeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ge·kal·meerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
gerustgesteldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·ge·steld

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
apaciguáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigüéis
Calmáis
Calméis
Os apaciguáis
Os apacigüéis
Sedáis
Sedéis
Sosegáis
Soseguéis
jullie bedarentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie kalmerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
jullie stellen gerusttweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie stel·len ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguábamos
Apaciguáramos
Apaciguásemos
Apacigüemos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Calmemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Nos apacigüemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sedemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
Soseguemos
wij/we bedaardeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguábamos
Apaciguáramos
Apaciguásemos
Apacigüemos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Calmemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Nos apacigüemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sedemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
Soseguemos
wij/we bedareneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguábamos
Apaciguáramos
Apaciguásemos
Apacigüemos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Calmemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Nos apacigüemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sedemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
Soseguemos
wij/we kalmeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguábamos
Apaciguáramos
Apaciguásemos
Apacigüemos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Calmemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Nos apacigüemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sedemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
Soseguemos
wij/we kalmereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguábamos
Apaciguáramos
Apaciguásemos
Apacigüemos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Calmemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Nos apacigüemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sedemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
Soseguemos
wij/we stelden gerusteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguábamos
Apaciguáramos
Apaciguásemos
Apacigüemos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Calmemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Nos apacigüemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sedemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
Soseguemos
wij/we stellen gerusteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigüen
Calman
Calmen
Se apaciguan
Se apacigüen
Sedan
Seden
Sosiegan
Sosieguen
zij/ze bedarenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze kalmerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
zij/ze stellen gerustderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguandogerundio del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguándome
Apaciguándonos
Apaciguándoos
Apaciguándose
Apaciguándote
Calmando
Sedando
Sosegando
bedarendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·da·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
geruststellendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·stel·lend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
kalmerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: kal·me·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguándomegerundio del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguando
Apaciguándonos
Apaciguándoos
Apaciguándose
Apaciguándote
Calmando
Sedando
Sosegando
bedarendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·da·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
geruststellendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·stel·lend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
kalmerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: kal·me·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguándonosgerundio del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguando
Apaciguándome
Apaciguándoos
Apaciguándose
Apaciguándote
Calmando
Sedando
Sosegando
bedarendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·da·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
geruststellendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·stel·lend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
kalmerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: kal·me·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguándoosgerundio del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguando
Apaciguándome
Apaciguándonos
Apaciguándose
Apaciguándote
Calmando
Sedando
Sosegando
bedarendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·da·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
geruststellendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·stel·lend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
kalmerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: kal·me·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguándosegerundio del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguando
Apaciguándome
Apaciguándonos
Apaciguándoos
Apaciguándote
Calmando
Sedando
Sosegando
bedarendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·da·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
geruststellendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·stel·lend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
kalmerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: kal·me·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguándotegerundio del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguando
Apaciguándome
Apaciguándonos
Apaciguándoos
Apaciguándose
Calmando
Sedando
Sosegando
bedarendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: be·da·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
geruststellendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ge·rust·stel·lend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
kalmerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: kal·me·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
¡apaciguaos!imperativo plural del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigua!
¡Apaciguad!
¡Apacíguate!
¡Calma!
¡Calmad!
¡Seda!
¡Sedad!
¡Sosegad!
¡Sosiega!
bedaar!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bedaren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
kalmeer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'kalmeren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
stel gerust!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'geruststellen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguarinfinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguarse
Calmar
Sedar
Sosegar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
ApaciguoApacigüé
ApaciguasApaciguaste
ApaciguaApaciguó
ApaciguamosApaciguamos
ApaciguáisApaciguasteis
ApaciguanApaciguaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
ApaciguaréíaApaciguaba
ApaciguarásíasApaciguabas
ApaciguaráíaApaciguaba
ApaciguaremosíamosApaciguábamos
ApaciguaréisíaisApaciguabais
ApaciguaráníanApaciguaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
ApacigüeApaciguara
ApacigüesApaciguaras
ApacigüeApaciguara
ApacigüemosApaciguáramos
ApacigüéisApaciguarais
ApacigüenApaciguaran
FuturoPréterito imperfecto se
ApaciguareApaciguase
ApaciguaresApaciguases
ApaciguareApaciguase
ApaciguáremosApaciguásemos
ApaciguareisApaciguaseis
ApaciguarenApaciguasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Apacigua(tú)No apacigües
Apacigüe(usted)No apacigüe
Apacigüemos(nosotros)No apacigüemos
Apaciguad(vosotros)No apacigüéis
Apacigüen(ustedes)No apacigüen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
ApaciguadoApaciguando
bedarenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: be·da·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bedaren - bedaarde - bedaard


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
geruststellenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: ge·rust·stel·len
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
geruststellen - stelde gerust - gerustgesteld


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
kalmerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: kal·me·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
kalmeren - kalmeerde - gekalmeerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
apaciguaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaardederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik bedaardeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik be·daar·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik kalmeerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik kal·meer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde gerustderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguase
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik stelde gerusteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik stel·de ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguare
Calmará
Calmare
Se apaciguará
Se apaciguare
Sedará
Sedare
Sosegará
Sosegare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedarenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geruststellenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kalmerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabais
Apaciguaseis
Apaciguasteis
Calmabais
Calmarais
Calmaseis
Calmasteis
Os apaciguabais
Os apaciguarais
Os apaciguaseis
Os apaciguasteis
Sedabais
Sedarais
Sedaseis
Sedasteis
Sosegabais
Sosegarais
Sosegaseis
Sosegasteis
jullie bedaardentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie be·daar·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie kalmeerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie kal·meer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
jullie stelden gerusttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie stel·den ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguábamos
Apaciguamos
Apaciguásemos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
wij/we bedaardeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
wij/we kalmeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
wij/we stelden gerusteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaban
Apaciguaron
Apaciguasen
Calmaban
Calmaran
Calmaron
Calmasen
Se apaciguaban
Se apaciguaran
Se apaciguaron
Se apaciguasen
Sedaban
Sedaran
Sedaron
Sedasen
Sosegaban
Sosegaran
Sosegaron
Sosegasen
zij/ze bedaardenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze kalmeerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
zij/ze stelden gerustderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaren
Calmarán
Calmaren
Se apaciguarán
Se apaciguaren
Sedarán
Sedaren
Sosegarán
Sosegaren
zij/ze zullen bedarenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze zullen geruststellenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
zij/ze zullen kalmerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabas
Apaciguases
Apaciguaste
Calmabas
Calmaras
Calmases
Calmaste
Sedabas
Sedaras
Sedases
Sedaste
Sosegabas
Sosegaras
Sosegases
Sosegaste
Te apaciguabas
Te apaciguaras
Te apaciguases
Te apaciguaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelde gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguares
Calmarás
Calmares
Sedarás
Sedares
Sosegarás
Sosegares
Te apaciguarás
Te apaciguares
jij/je zal bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je zal geruststellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
jij/je zal kalmerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguará
Apaciguaré
Calmará
Calmare
Calmaré
Me apaciguare
Me apaciguaré
Se apaciguará
Se apaciguare
Sedará
Sedare
Sedaré
Sosegará
Sosegare
Sosegaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedarenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguará
Apaciguaré
Calmará
Calmare
Calmaré
Me apaciguare
Me apaciguaré
Se apaciguará
Se apaciguare
Sedará
Sedare
Sedaré
Sosegará
Sosegare
Sosegaré
ik zal bedareneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik zal be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguará
Apaciguaré
Calmará
Calmare
Calmaré
Me apaciguare
Me apaciguaré
Se apaciguará
Se apaciguare
Sedará
Sedare
Sedaré
Sosegará
Sosegare
Sosegaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal geruststellenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguará
Apaciguaré
Calmará
Calmare
Calmaré
Me apaciguare
Me apaciguaré
Se apaciguará
Se apaciguare
Sedará
Sedare
Sedaré
Sosegará
Sosegare
Sosegaré
ik zal geruststelleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik zal ge·rust·stel·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguará
Apaciguaré
Calmará
Calmare
Calmaré
Me apaciguare
Me apaciguaré
Se apaciguará
Se apaciguare
Sedará
Sedare
Sedaré
Sosegará
Sosegare
Sosegaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kalmerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguará
Apaciguaré
Calmará
Calmare
Calmaré
Me apaciguare
Me apaciguaré
Se apaciguará
Se apaciguare
Sedará
Sedare
Sedaré
Sosegará
Sosegare
Sosegaré
ik zal kalmereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik zal kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguare
Calmare
Calmaré
Me apaciguare
Me apaciguaré
Sedare
Sedaré
Sosegare
Sosegaré
ik zal bedareneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik zal be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
ik zal geruststelleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik zal ge·rust·stel·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
ik zal kalmereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik zal kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaréis
Calmareis
Calmaréis
Os apaciguareis
Os apaciguaréis
Sedareis
Sedaréis
Sosegareis
Sosegaréis
jullie zullen bedarentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie zullen geruststellentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ge·rust·stel·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
jullie zullen kalmerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguareis
Calmareis
Calmaréis
Os apaciguareis
Os apaciguaréis
Sedareis
Sedaréis
Sosegareis
Sosegaréis
jullie zullen bedarentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie zullen geruststellentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ge·rust·stel·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
jullie zullen kalmerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie zul·len kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguáremos
Calmaremos
Calmáremos
Nos apaciguaremos
Nos apaciguáremos
Sedaremos
Sedáremos
Sosegaremos
Sosegáremos
wij/we zullen bedareneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
wij/we zullen geruststelleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
wij/we zullen kalmereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaremos
Calmaremos
Calmáremos
Nos apaciguaremos
Nos apaciguáremos
Sedaremos
Sedáremos
Sosegaremos
Sosegáremos
wij/we zullen bedareneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
wij/we zullen geruststelleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
wij/we zullen kalmereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguarán
Calmarán
Calmaren
Se apaciguarán
Se apaciguaren
Sedarán
Sedaren
Sosegarán
Sosegaren
zij/ze zullen bedarenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze zullen geruststellenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
zij/ze zullen kalmerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguarás
Calmarás
Calmares
Sedarás
Sedares
Sosegarás
Sosegares
Te apaciguarás
Te apaciguares
jij/je zal bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je zal geruststellentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
jij/je zal kalmerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguaríatercera persona singular condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmaría
Me apaciguaría
Se apaciguaría
Sedaría
Sosegaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedarenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmaría
Me apaciguaría
Se apaciguaría
Sedaría
Sosegaría
ik zou bedareneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik zou be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
  _tercera persona singular condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmaría
Me apaciguaría
Se apaciguaría
Sedaría
Sosegaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou geruststellenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmaría
Me apaciguaría
Se apaciguaría
Sedaría
Sosegaría
ik zou geruststelleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik zou ge·rust·stel·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmaría
Me apaciguaría
Se apaciguaría
Sedaría
Sosegaría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou kalmerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
  _primera persona singular condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmaría
Me apaciguaría
Se apaciguaría
Sedaría
Sosegaría
ik zou kalmereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik zou kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmaríais
Os apaciguaríais
Sedaríais
Sosegaríais
jullie zouden bedarentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie zouden geruststellentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ge·rust·stel·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
jullie zouden kalmerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie zou·den kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apaciguaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmaríamos
Nos apaciguaríamos
Sedaríamos
Sosegaríamos
wij/we zouden bedareneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
wij/we zouden geruststelleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
wij/we zouden kalmereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguaríantercera persona plural condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmarían
Se apaciguarían
Sedarían
Sosegarían
zij/ze zouden bedarenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze zouden geruststellenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
zij/ze zouden kalmerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguaríassegunda persona singular condicional del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Calmarías
Sedarías
Sosegarías
Te apaciguarías
jij/je zou bedarentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je zou geruststellentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
jij/je zou kalmerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
apaciguarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaban
Apaciguaran
Apaciguasen
Calmaban
Calmaran
Calmaron
Calmasen
Se apaciguaban
Se apaciguaran
Se apaciguaron
Se apaciguasen
Sedaban
Sedaran
Sedaron
Sedasen
Sosegaban
Sosegaran
Sosegaron
Sosegasen
zij/ze bedaardenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze kalmeerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
zij/ze stelden gerustderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguarseinfinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguar
Calmar
Sedar
Sosegar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
Me apaciguoMe apacigüé
Te apaciguasTe apaciguaste
Se apaciguaSe apaciguó
Nos apaciguamosNos apaciguamos
Os apaciguáisOs apaciguasteis
Se apaciguanSe apaciguaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
Me apaciguaréíaMe apaciguaba
Te apaciguarásíasTe apaciguabas
Se apaciguaráíaSe apaciguaba
Nos apaciguaremosíamosNos apaciguábamos
Os apaciguaréisíaisOs apaciguabais
Se apaciguaráníanSe apaciguaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
Me apacigüeMe apaciguara
Te apacigüesTe apaciguaras
Se apacigüeSe apaciguara
Nos apacigüemosNos apaciguáramos
Os apacigüéisOs apaciguarais
Se apacigüenSe apaciguaran
FuturoPréterito imperfecto se
Me apaciguareMe apaciguase
Te apaciguaresTe apaciguases
Se apaciguareSe apaciguase
Nos apaciguáremosNos apaciguásemos
Os apaciguareisOs apaciguaseis
Se apaciguarenSe apaciguasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Apacíguate(tú)No te apacigües
Apacígüese(usted)No se apacigüe
Apacigüémonos(nosotros)No nos apacigüemos
Apaciguaos(vosotros)No os apacigüéis
Apacígüense(ustedes)No se apacigüen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
ApaciguadoApaciguándome,... etc.
bedarenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: be·da·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bedaren - bedaarde - bedaard


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
geruststellenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: ge·rust·stel·len
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
geruststellen - stelde gerust - gerustgesteld


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
kalmerenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: kal·me·ren
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
kalmeren - kalmeerde - gekalmeerd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we
apaciguassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigües
Calmas
Calmes
Sedas
Sedes
Sosiegas
Sosiegues
Te apaciguas
Te apacigües
jij/je bedaarttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelt gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguara
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaardederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguara
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik bedaardeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik be·daar·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguara
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguara
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik kalmeerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik kal·meer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguara
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde gerustderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguara
Apaciguó
Apacigüé
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Calmó
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
Sosegué
ik stelde gerusteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik stel·de ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabais
Apaciguarais
Apaciguasteis
Calmabais
Calmarais
Calmaseis
Calmasteis
Os apaciguabais
Os apaciguarais
Os apaciguaseis
Os apaciguasteis
Sedabais
Sedarais
Sedaseis
Sedasteis
Sosegabais
Sosegarais
Sosegaseis
Sosegasteis
jullie bedaardentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie be·daar·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie kalmeerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie kal·meer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
jullie stelden gerusttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie stel·den ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguábamos
Apaciguamos
Apaciguáramos
Calmábamos
Calmamos
Calmáramos
Calmásemos
Nos apaciguábamos
Nos apaciguamos
Nos apaciguáramos
Nos apaciguásemos
Sedábamos
Sedamos
Sedáramos
Sedásemos
Sosegábamos
Sosegamos
Sosegáramos
Sosegásemos
wij/we bedaardeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
wij/we kalmeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
wij/we stelden gerusteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaban
Apaciguaran
Apaciguaron
Calmaban
Calmaran
Calmaron
Calmasen
Se apaciguaban
Se apaciguaran
Se apaciguaron
Se apaciguasen
Sedaban
Sedaran
Sedaron
Sedasen
Sosegaban
Sosegaran
Sosegaron
Sosegasen
zij/ze bedaardenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze kalmeerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
zij/ze stelden gerustderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabas
Apaciguaras
Apaciguaste
Calmabas
Calmaras
Calmases
Calmaste
Sedabas
Sedaras
Sedases
Sedaste
Sosegabas
Sosegaras
Sosegases
Sosegaste
Te apaciguabas
Te apaciguaras
Te apaciguases
Te apaciguaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelde gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabas
Apaciguaras
Apaciguases
Calmabas
Calmaras
Calmases
Calmaste
Sedabas
Sedaras
Sedases
Sedaste
Sosegabas
Sosegaras
Sosegases
Sosegaste
Te apaciguabas
Te apaciguaras
Te apaciguases
Te apaciguaste
jij/je bedaardetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelde gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apaciguasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguabais
Apaciguarais
Apaciguaseis
Calmabais
Calmarais
Calmaseis
Calmasteis
Os apaciguabais
Os apaciguarais
Os apaciguaseis
Os apaciguasteis
Sedabais
Sedarais
Sedaseis
Sedasteis
Sosegabais
Sosegarais
Sosegaseis
Sosegasteis
jullie bedaardentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie be·daar·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie kalmeerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie kal·meer·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
jullie stelden gerusttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie stel·den ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
¡apacíguate!imperativo singular del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigua!
¡Apaciguad!
¡Apaciguaos!
¡Calma!
¡Calmad!
¡Seda!
¡Sedad!
¡Sosegad!
¡Sosiega!
bedaar!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bedaren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
kalmeer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'kalmeren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
stel gerust!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'geruststellen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apacigüetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigua
Apaciguo
Calma
Calme
Calmo
Me apaciguo
Me apacigüe
Se apacigua
Se apacigüe
Seda
Sede
Sedo
Sosiega
Sosiego
Sosiegue
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaartderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigua
Apaciguo
Calma
Calme
Calmo
Me apaciguo
Me apacigüe
Se apacigua
Se apacigüe
Seda
Sede
Sedo
Sosiega
Sosiego
Sosiegue
ik bedaareerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik be·daar

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigua
Apaciguo
Calma
Calme
Calmo
Me apaciguo
Me apacigüe
Se apacigua
Se apacigüe
Seda
Sede
Sedo
Sosiega
Sosiego
Sosiegue
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigua
Apaciguo
Calma
Calme
Calmo
Me apaciguo
Me apacigüe
Se apacigua
Se apacigüe
Seda
Sede
Sedo
Sosiega
Sosiego
Sosiegue
ik kalmeereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik kal·meer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
ik stel gerusteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik stel ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigua
Apaciguo
Calma
Calme
Calmo
Me apaciguo
Me apacigüe
Se apacigua
Se apacigüe
Seda
Sede
Sedo
Sosiega
Sosiego
Sosiegue
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt gerustderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
apacigüéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguara
Apaciguase
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmé
Me apaciguaba
Me apaciguara
Me apaciguase
Me apacigüé
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedé
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegué
ik bedaardeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik be·daar·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
ik kalmeerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik kal·meer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
ik stelde gerusteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik stel·de ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
¡apacigüe!imperativo singular del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigüen!
¡Apacígüense!
¡Apacígüese!
¡Calme!
¡Calmen!
¡Sede!
¡Seden!
¡Sosiegue!
¡Sosieguen!
bedaart u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bedaren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
kalmeert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'kalmeren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
stelt u gerust!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'geruststellen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apacigüéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguáis
Calmáis
Calméis
Os apaciguáis
Os apacigüéis
Sedáis
Sedéis
Sosegáis
Soseguéis
jullie bedarentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: jul·lie be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
jullie kalmerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: jul·lie kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
jullie stellen gerusttweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: jul·lie stel·len ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
¡apacigüémonos!imperativo plural del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigüemos!
¡Calmemos!
¡Sedemos!
¡Soseguemos!
laten we bedarengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: la·ten we be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
laten we geruststellengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: la·ten we ge·rust·stel·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
laten we kalmerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: la·ten we kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apacigüemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguamos
Calmamos
Calmemos
Nos apaciguamos
Nos apacigüemos
Sedamos
Sedemos
Sosegamos
Soseguemos
wij/we bedareneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
wij/we kalmereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
wij/we stellen gerusteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
¡apacigüemos!imperativo plural del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigüémonos!
¡Calmemos!
¡Sedemos!
¡Soseguemos!
laten we bedarengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: la·ten we be·da·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
laten we geruststellengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: la·ten we ge·rust·stel·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Geruststellen').
  wn
laten we kalmerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: la·ten we kal·me·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
apacigüentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguan
Calman
Calmen
Se apaciguan
Se apacigüen
Sedan
Seden
Sosiegan
Sosieguen
zij/ze bedarenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
zij/ze kalmerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
zij/ze stellen gerustderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
¡apacigüen!imperativo plural del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigüe!
¡Apacígüense!
¡Apacígüese!
¡Calme!
¡Calmen!
¡Sede!
¡Seden!
¡Sosiegue!
¡Sosieguen!
bedaart u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bedaren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
kalmeert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'kalmeren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
stelt u gerust!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'geruststellen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
¡apacígüense!imperativo plural del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigüe!
¡Apacigüen!
¡Apacígüese!
¡Calme!
¡Calmen!
¡Sede!
¡Seden!
¡Sosiegue!
¡Sosieguen!
bedaart u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bedaren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
kalmeert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'kalmeren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
stelt u gerust!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'geruststellen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apacigüessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguas
Calmas
Calmes
Sedas
Sedes
Sosiegas
Sosiegues
Te apaciguas
Te apacigües
jij/je bedaarttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
jij/je kalmeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
jij/je stelt gerusttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
¡apacígüese!imperativo singular del verbo 'apaciguarse'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Apacigüe!
¡Apacigüen!
¡Apacígüense!
¡Calme!
¡Calmen!
¡Sede!
¡Seden!
¡Sosiegue!
¡Sosieguen!
bedaart u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bedaren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
kalmeert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'kalmeren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
stelt u gerust!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'geruststellen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apacigüe
Calme
Calmo
Me apaciguo
Me apacigüe
Sede
Sedo
Sosiego
Sosiegue
ik bedaareerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
Lettergrepen: ik be·daar

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedaren').
  wn  we
ik kalmeereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
Lettergrepen: ik kal·meer

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Kalmeren').
  wn  we
ik stel gerusteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'
Lettergrepen: ik stel ge·rust

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gerust').
  wn
apaciguótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'apaciguar'
(verbo transitivo). Aplacar [una aspirina calma el dolor; se ha calmado el viento]. SIN. Sosegar, apaciguar, serenar, aliviar, moderar, abonanzar, amainar.
ANT. Excitar, arreciar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'apaciguar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Apaciguaba
Apaciguara
Apaciguase
Calmaba
Calmara
Calmase
Calmó
Se apaciguaba
Se apaciguara
Se apaciguase
Se apaciguó
Sedaba
Sedara
Sedase
Sedó
Sosegaba
Sosegara
Sosegase
Sosegó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedaardederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedaren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kalmeerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'kalmeren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelde gerustderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'geruststellen'

1e 0‑9A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e -a b c d e f g h i j k l m n ñ op q r s t u v x y z

3ea e fh i l n o p r st u

4ec g ln r stz

5e ei

6e b e g

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
APACIVolgende/ Siguiente -->

arriba