Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

a

e

h

i

j

l

o

r

t

u

y

3e

ab

c

defg

h

i

j

k

l

m

n

ñ

opq

r

s

t

u

vyz

4e

a

e

io

5e

_

b

d

im

no

r

st

6e

-

e

ios

7e

_d

a

ai

am

an

as

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

BAJAR ..... BAJARASz

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	bajarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  w  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Bajo Bajé Bajas Bajaste Baja Bajó Bajamos Bajamos Bajáis Bajasteis Bajan Bajaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Bajar é ía Bajaba Bajar ás ías Bajabas Bajar á ía Bajaba Bajar emos íamos Bajábamos Bajar éis íais Bajabais Bajar án ían Bajaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Baje Bajara Bajes Bajaras Baje Bajara Bajemos Bajáramos Bajéis Bajarais Bajen Bajaran Futuro Préterito imperfecto se Bajare Bajase Bajares Bajases Bajare Bajase Bajáremos Bajásemos Bajareis Bajaseis Bajaren Bajasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Baja (tú) No bajes Baje (usted) No baje Bajemos (nosotros) No bajemos Bajad (vosotros) No bajéis Bajen (ustedes) No bajen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Bajado Bajando	1Bajada.	afstappenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: af·stap·pen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: afstappen - stapte af - afgestapt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
		2Bajada.	uitstappenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: uit·stap·pen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: uitstappen - stapte uit - uitgestapt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
		3Bajada Deshinchar.	dalenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: da·len In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: dalen - daalde - gedaald Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			verlagenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: ver·la·gen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: verlagen - verlaagde - verlaagd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			verzakkenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: ver·zak·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: verzakken - verzakte - verzakt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			wegzakkenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: weg·zak·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: wegzakken - zakte weg - weggezakt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			zakkenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: zak·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: zakken - zakte - gezakt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
		4Bajada Descender Descenso.	afdalenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: af·da·len In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: afdalen - daalde af - afgedaald Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we
			naar beneden gaanwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: naar be·ne·den gaan Verbuiging: naar beneden gaan - ging naar beneden - naar beneden gegaan
			zinkenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: zin·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: zinken - zonk - gezonken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
		5Bajada.	neerlatenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: neer·la·ten In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: neerlaten - liet neer - neergelaten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
		6.	afgaanwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: af·gaan In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: afgaan - ging af - afgegaan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			naar beneden gaanwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: naar be·ne·den gaan Verbuiging: naar beneden gaan - ging naar beneden - naar beneden gegaan
			uitstappenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: uit·stap·pen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: uitstappen - stapte uit - uitgestapt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
		7Bajada.	afslaanwerkwoord (infinitief) ww (iets omlaag doen bewegen)) Lettergrepen: af·slaan In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: afslaan - sloeg af - afgeslagen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			aftrekkenwerkwoord (infinitief) ww (korten, kosten aftrekken)) Lettergrepen: af·trek·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: aftrekken - trok af - afgetrokken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			kortenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: kor·ten In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: korten - kortte - gekort Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			korting gevenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: kor·ting ge·ven Verbuiging: korting geven - gaf korting - korting gegeven Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Korting').
	bajar"bajar de": locución verbal Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'		halen vanwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: ha·len van Verbuiging: halen van - haalde van - gehaald van Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Halen').
	bajaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó	1Bajada.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstappen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik stapte afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstappen' Lettergrepen: ik stap·te af Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afstappen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó	2Bajada.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik stapte uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen' Lettergrepen: ik stap·te uit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitstappen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó	3Bajada Deshinchar.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daaldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dalen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		ik daaldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dalen' Lettergrepen: ik daal·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dalen').   wn  we
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verlagen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		ik verlaagdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verlagen' Lettergrepen: ik ver·laag·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verlagen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzaktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzakken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		ik verzakteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzakken' Lettergrepen: ik ver·zak·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verzakken').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zakte wegderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzakken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		ik zakte wegeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzakken' Lettergrepen: ik zak·te weg Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wegzakken').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zaktederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zakken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Deshinchaba Deshinchara Deshinchase Deshinché Deshinchó		ik zakteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zakken' Lettergrepen: ik zak·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zakken').   wn  we
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Descendí Descendía Descendiera Descendiese Descendió	4Bajada Descender Descenso.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze daalde afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdalen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Descendí Descendía Descendiera Descendiese Descendió		ik daalde afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdalen' Lettergrepen: ik daal·de af Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afdalen').   wn  we
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Descendí Descendía Descendiera Descendiese Descendió		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar benedenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Descendí Descendía Descendiera Descendiese Descendió		ik ging naar benedeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan' Lettergrepen: ik ging naar be·ne·den
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Descendí Descendía Descendiera Descendiese Descendió		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zonkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó Descendí Descendía Descendiera Descendiese Descendió		ik zonkeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zinken').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó	5Bajada.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liet neerderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerlaten'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik liet neereerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerlaten' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Neerlaten').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó	6.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afgaan'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik ging afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afgaan' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgaan').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging naar benedenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik ging naar benedeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan' Lettergrepen: ik ging naar be·ne·den
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapte uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik stapte uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen' Lettergrepen: ik stap·te uit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitstappen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó	7Bajada.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf kortingderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korting geven'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik gaf kortingeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korting geven' Lettergrepen: ik gaf kor·ting Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Korting').
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze korttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korten'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik kortteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korten' Lettergrepen: ik kort·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Korten').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sloeg afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik sloeg afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afslaan' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afslaan').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trok afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aftrekken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba Bajase Bajé Bajó		ik trok afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aftrekken' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aftrekken').   wn
	bajarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bajar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajare	1Bajada.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afstappenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afstappen'
		2Bajada.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstappenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		3Bajada Deshinchar.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dalenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dalen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verlagenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlagen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verzakkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzakken'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal wegzakkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzakken'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zakkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zakken'
		4Bajada Descender Descenso.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afdalenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdalen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naar beneden gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zinkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
		5Bajada.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal neerlatenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerlaten'
		6.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afgaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afgaan'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal naar beneden gaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitstappenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		7Bajada.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afslaanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aftrekkenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aftrekken'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal kortenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'korten'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal korting gevenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'korting geven'
	bajara"bajara de": tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar de' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba de Bajase de Bajé de Bajó de		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalde vanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halen van'
	_"bajara de": primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajaba de Bajase de Bajé de Bajó de		ik haalde vaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halen van' Lettergrepen: ik haal·de van Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Halen').
	bajará"bajará de": tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'bajar de' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajare de		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal halen vanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen van'
	bajaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajabais Bajaseis Bajasteis	1Bajada.	jullie stapten aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstappen' Lettergrepen: jul·lie stap·ten af Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afstappen').   wn
		2Bajada.	jullie stapten uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen' Lettergrepen: jul·lie stap·ten uit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitstappen').   wn
		3Bajada Deshinchar.	jullie daaldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dalen' Lettergrepen: jul·lie daal·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dalen').   wn  we
			jullie verlaagdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verlagen' Lettergrepen: jul·lie ver·laag·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verlagen').   wn
			jullie verzaktentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzakken' Lettergrepen: jul·lie ver·zak·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verzakken').   wn
			jullie zakten wegtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzakken' Lettergrepen: jul·lie zak·ten weg Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wegzakken').   wn
			jullie zaktentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zakken' Lettergrepen: jul·lie zak·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zakken').   wn  we
		4Bajada Descender Descenso.	jullie daalden aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdalen' Lettergrepen: jul·lie daal·den af Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afdalen').   wn  we
			jullie gingen naar benedentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan' Lettergrepen: jul·lie gin·gen naar be·ne·den
			jullie zonkentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken' Lettergrepen: jul·lie zon·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zinken').   wn
		5Bajada.	jullie lieten neertweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerlaten' Lettergrepen: jul·lie lie·ten neer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Neerlaten').   wn
		6.	jullie gingen aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afgaan' Lettergrepen: jul·lie gin·gen af Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afgaan').   wn
			jullie gingen naar benedentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan' Lettergrepen: jul·lie gin·gen naar be·ne·den
			jullie stapten uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen' Lettergrepen: jul·lie stap·ten uit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitstappen').   wn
		7Bajada.	jullie gaven kortingtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korting geven' Lettergrepen: jul·lie ga·ven kor·ting Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Korting').
			jullie korttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korten' Lettergrepen: jul·lie kort·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Korten').   wn
			jullie sloegen aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afslaan' Lettergrepen: jul·lie sloe·gen af Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afslaan').   wn
			jullie trokken aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aftrekken' Lettergrepen: jul·lie trok·ken af Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aftrekken').   wn
	bajarais"bajarais de": segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar de' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajabais de Bajaseis de Bajasteis de		jullie haalden vantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halen van' Lettergrepen: jul·lie haal·den van Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Halen').
	bajáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajábamos Bajamos Bajásemos	1Bajada.	wij/we stapten afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstappen'
		2Bajada.	wij/we stapten uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		3Bajada Deshinchar.	wij/we daaldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dalen'
			wij/we verlaagdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verlagen'
			wij/we verzakteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzakken'
			wij/we zakten wegeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzakken'
			wij/we zakteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zakken'
		4Bajada Descender Descenso.	wij/we daalden afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdalen'
			wij/we gingen naar benedeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			wij/we zonkeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
		5Bajada.	wij/we lieten neereerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerlaten'
		6.	wij/we gingen afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afgaan'
			wij/we gingen naar benedeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			wij/we stapten uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		7Bajada.	wij/we gaven kortingeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korting geven'
			wij/we kortteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korten'
			wij/we sloegen afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
			wij/we trokken afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aftrekken'
	bajáramos"bajáramos de": primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar de' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajábamos de Bajamos de Bajásemos de		wij/we haalden vaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halen van'
	bajarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaban Bajaron Bajasen	1Bajada.	zij/ze stapten afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstappen'
		2Bajada.	zij/ze stapten uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		3Bajada Deshinchar.	zij/ze daaldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dalen'
			zij/ze verlaagdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verlagen'
			zij/ze verzaktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzakken'
			zij/ze zakten wegderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzakken'
			zij/ze zaktenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zakken'
		4Bajada Descender Descenso.	zij/ze daalden afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdalen'
			zij/ze gingen naar benedenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			zij/ze zonkenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
		5Bajada.	zij/ze lieten neerderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerlaten'
		6.	zij/ze gingen afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afgaan'
			zij/ze gingen naar benedenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			zij/ze stapten uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		7Bajada.	zij/ze gaven kortingderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korting geven'
			zij/ze korttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korten'
			zij/ze sloegen afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
			zij/ze trokken afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aftrekken'
	bajarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'bajar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajaren	1Bajada.	zij/ze zullen afstappenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afstappen'
		2Bajada.	zij/ze zullen uitstappenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		3Bajada Deshinchar.	zij/ze zullen dalenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dalen'
			zij/ze zullen verlagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlagen'
			zij/ze zullen verzakkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzakken'
			zij/ze zullen wegzakkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzakken'
			zij/ze zullen zakkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zakken'
		4Bajada Descender Descenso.	zij/ze zullen afdalenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdalen'
			zij/ze zullen naar beneden gaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			zij/ze zullen zinkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
		5Bajada.	zij/ze zullen neerlatenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerlaten'
		6.	zij/ze zullen afgaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afgaan'
			zij/ze zullen naar beneden gaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			zij/ze zullen uitstappenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		7Bajada.	zij/ze zullen afslaanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
			zij/ze zullen aftrekkenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aftrekken'
			zij/ze zullen kortenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'korten'
			zij/ze zullen korting gevenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'korting geven'
	bajaran"bajaran de": tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar de' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajaban de Bajaron de Bajasen de		zij/ze haalden vanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halen van'
	bajarán"bajarán de": tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'bajar de' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajaren de		zij/ze zullen halen vanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen van'
	bajarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajabas Bajases Bajaste	1Bajada.	jij/je stapte aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afstappen'
		2Bajada.	jij/je stapte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		3Bajada Deshinchar.	jij/je daaldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dalen'
			jij/je verlaagdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verlagen'
			jij/je verzaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verzakken'
			jij/je zakte wegtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'wegzakken'
			jij/je zaktetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zakken'
		4Bajada Descender Descenso.	jij/je daalde aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afdalen'
			jij/je ging naar benedentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			jij/je zonktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zinken'
		5Bajada.	jij/je liet neertweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'neerlaten'
		6.	jij/je ging aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afgaan'
			jij/je ging naar benedentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			jij/je stapte uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		7Bajada.	jij/je gaf kortingtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korting geven'
			jij/je korttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'korten'
			jij/je sloeg aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
			jij/je trok aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aftrekken'
	bajarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'bajar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Bajares	1Bajada.	jij/je zal afstappentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afstappen'
		2Bajada.	jij/je zal uitstappentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		3Bajada Deshinchar.	jij/je zal dalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'dalen'
			jij/je zal verlagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verlagen'
			jij/je zal verzakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verzakken'
			jij/je zal wegzakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wegzakken'
			jij/je zal zakkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zakken'
		4Bajada Descender Descenso.	jij/je zal afdalentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afdalen'
			jij/je zal naar beneden gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			jij/je zal zinkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zinken'
		5Bajada.	jij/je zal neerlatentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'neerlaten'
		6.	jij/je zal afgaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afgaan'
			jij/je zal naar beneden gaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar beneden gaan'
			jij/je zal uitstappentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitstappen'
		7Bajada.	jij/je zal afslaantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afslaan'
			jij/je zal aftrekkentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aftrekken'
			jij/je zal kortentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'korten'
			jij/je zal korting geventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'korting geven'
	bajaras"bajaras de": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'bajar de' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajabas de Bajases de Bajaste de		jij/je haalde vantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'halen van'
	bajarás"bajarás de": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'bajar de' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bajar'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   spalabras relacionadas: --------------------- Bajares de		jij/je zal halen vantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'halen van'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

a

e

h

i

j

l

o

r

t

u

y

3e

ab

c

defg

h

i

j

k

l

m

n

ñ

opq

r

s

t

u

vyz

4e

a

e

io

5e

_

b

d

im

no

r

st

6e

-

e

ios

7e

_d

a

ai

am

an

as

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

BAJAR ..... BAJARASz

Volgende/ Siguiente -->

arriba