Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, isla de la primavera eterna

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ ab c d e f g hi j l m n o p r s t u v wxy

4ea e i oru

5e _ i j m n s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DEBAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
debaprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradece
Agradezca
Agradezco
Da gracias
Da gracias a
Dé gracias
Dé gracias a
Debe
Debo
Doy gracias
Doy gracias a
1Agradecer
Agradecimiento
Dar gracias
.
ik heb te dankeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken hebben'
Lettergrepen: ik heb te dan·ken
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradece
Agradezca
Agradezco
Da gracias
Da gracias a
Dé gracias
Dé gracias a
Debe
Debo
Doy gracias
Doy gracias a
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te dankenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken hebben'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
2Tener que.ik behoor teeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoren te'
Lettergrepen: ik be·hoor te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Behoren').
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort tederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoren te'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
ik ben verplicht om teeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
Lettergrepen: ik ben ver·plicht om te
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dientderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dienen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
ik dieneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dienen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dienen').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoortderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'horen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
ik hooreerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'horen'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Horen').
  wn  we
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om tederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moetderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'moeten'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe
Debo
Tenga que
Tengo que
Tiene que
ik moeteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'moeten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Moeten').
  wn
3Adeudar
Debitar
.
ik ben schuldigeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuldig zijn'
Lettergrepen: ik ben schul·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schuldig').
ik ben verschuldigdeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn'
Lettergrepen: ik ben ver·schul·digd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verschuldigd').
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Adeuda
Adeude
Adeudo
Debe
Debo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldigderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuldig zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigdderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Adeuda
Adeude
Adeudo
Debe
Debo
ik sta in de schuldeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de schuld staan'
Één lettergreep
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Adeuda
Adeude
Adeudo
Debe
Debo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de schuldderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de schuld staan'
¡deba!imperativo singular del verbo 'deber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Agradezca!
¡Agradezcan!
¡Dé gracias a!
¡Dé gracias!
¡Deban!
¡Den gracias a!
¡Den gracias!
1Agradecer
Agradecimiento
Dar gracias
.
heeft u te danken!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'te danken hebben'
2Tener que.behoort u te!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'behoren te'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Behoren').
dient u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'dienen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dienen').
  wn
hoort u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'horen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Horen').
  wn  we
is u verplicht om te!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
moet u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'moeten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Moeten').
  wn
3Adeudar
Debitar
.
is u schuldig!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'schuldig zijn'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schuldig').
is u verschuldigd!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verschuldigd zijn'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verschuldigd').
staat u in de schuld!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'in de schuld staan'
deba"deba a":
primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe a
Debo a
ik ben verschuldigd aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
Lettergrepen: ik ben ver·schul·digd aan
  _"deba a":
tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debe a
Debo a
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
¡deba"¡deba a!":
imperativo singular del verbo 'deber a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  a!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Deban a!
is u verschuldigd aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
debáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradecéis
Agradezcáis
Dais gracias
Dais gracias a
Debéis
Deis gracias
Deis gracias a
1Agradecer
Agradecimiento
Dar gracias
.
jullie hebben te dankentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken hebben'
Lettergrepen: jul·lie heb·ben te dan·ken
2Tener que.jullie behoren tetweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoren te'
Lettergrepen: jul·lie be·ho·ren te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Behoren').
jullie dienentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dienen'
Lettergrepen: jul·lie die·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dienen').
  wn
jullie horentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'horen'
Lettergrepen: jul·lie ho·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Horen').
  wn  we
jullie moetentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'moeten'
Lettergrepen: jul·lie moe·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Moeten').
  wn
jullie zijn verplicht om tetweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
Lettergrepen: jul·lie zijn ver·plicht om te
3Adeudar
Debitar
.
jullie staan in de schuldtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de schuld staan'
Lettergrepen: jul·lie staan in de schuld
jullie zijn schuldigtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuldig zijn'
Lettergrepen: jul·lie zijn schul·dig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schuldig').
jullie zijn verschuldigdtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn'
Lettergrepen: jul·lie zijn ver·schul·digd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verschuldigd').
debáis"debáis a":
segunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deber a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debéis a
jullie zijn verschuldigd aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
Lettergrepen: jul·lie zijn ver·schul·digd aan
debajoadverbio

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debajo'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Abajo
benedenbijwoord bw
Lettergrepen: be·ne·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
eronderbijwoord bw
Lettergrepen: er·on·der

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
onderbijwoord bw
Lettergrepen: on·der

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
debajo de"debajo de":
locución preposicional
1. loc. prepos. En lugar inferior a.
2. loc. prepos. bajo ( || con indicación de dependencia, subordinación o sometimiento). Debajo de tutela.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la expresión 'debajo de' que está descrito en la palabra 'debajo'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Bajo
benedenvoorzetsel vz
Lettergrepen: be·ne·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
ondervoorzetsel vz
Lettergrepen: on·der

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
¡debámonos!imperativo plural del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
1.laten we veel veplicht zijngebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
laten we veel verplichtingen hebbengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
Lettergrepen: la·ten we veel ver·plich·tin·gen heb·ben
2.laten we te danken zijngebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te danken zijn'
Lettergrepen: la·ten we te dan·ken zijn
laten we te wijten zijngebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te wijten zijn'
Lettergrepen: la·ten we te wij·ten zijn
debamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradecemos
Agradezcamos
Damos gracias
Damos gracias a
Debemos
Demos gracias
Demos gracias a
1Agradecer
Agradecimiento
Dar gracias
.
wij/we hebben te dankeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken hebben'
2Tener que.wij/we behoren teeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoren te'
wij/we dieneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dienen'
wij/we horeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'horen'
wij/we moeteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'moeten'
wij/we zijn verplicht om teeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
3Adeudar
Debitar
.
wij/we staan in de schuldeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de schuld staan'
wij/we zijn schuldigeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuldig zijn'
wij/we zijn verschuldigdeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn'
¡debamos!imperativo plural del verbo 'deber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Agradezcamos!
¡Demos gracias a!
¡Demos gracias!
1Agradecer
Agradecimiento
Dar gracias
.
laten we te danken hebbengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te danken hebben'
Lettergrepen: la·ten we te dan·ken heb·ben
2Tener que.laten we behoren tegebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'behoren te'
Lettergrepen: la·ten we be·ho·ren te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Behoren').
laten we dienengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'dienen'
Lettergrepen: la·ten we die·nen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dienen').
  wn
laten we horengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'horen'
Lettergrepen: la·ten we ho·ren

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Horen').
  wn  we
laten we moetengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'moeten'
Lettergrepen: la·ten we moe·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Moeten').
  wn
laten we verplicht zijn om tegebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
Lettergrepen: la·ten we ver·plicht zijn om te
3Adeudar
Debitar
.
laten we in de schuld staangebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'in de schuld staan'
Lettergrepen: la·ten we in de schuld staan
laten we schuldig zijngebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'schuldig zijn'
Lettergrepen: la·ten we schul·dig zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schuldig').
laten we verschuldigd zijngebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verschuldigd zijn'
Lettergrepen: la·ten we ver·schul·digd zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verschuldigd').
debamos"debamos a":
primera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deber a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debemos a
wij/we zijn verschuldigd aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
¡debamos"¡debamos a!":
imperativo plural del verbo 'deber a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  a!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
laten we verschuldigd zijn aangebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
Lettergrepen: la·ten we ver·schul·digd zijn aan
debantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradecen
Agradezcan
Dan gracias
Dan gracias a
Deben
Den gracias
Den gracias a
1Agradecer
Agradecimiento
Dar gracias
.
zij/ze hebben te dankenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken hebben'
2Tener que.zij/ze behoren tederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoren te'
zij/ze dienenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dienen'
zij/ze horenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'horen'
zij/ze moetenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'moeten'
zij/ze zijn verplicht om tederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
3Adeudar
Debitar
.
zij/ze staan in de schuldderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de schuld staan'
zij/ze zijn schuldigderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuldig zijn'
zij/ze zijn verschuldigdderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn'
¡deban!imperativo plural del verbo 'deber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Agradezca!
¡Agradezcan!
¡Dé gracias a!
¡Dé gracias!
¡Deba!
¡Den gracias a!
¡Den gracias!
1Agradecer
Agradecimiento
Dar gracias
.
heeft u te danken!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te danken hebben'
2Tener que.behoort u te!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'behoren te'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Behoren').
dient u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'dienen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dienen').
  wn
hoort u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'horen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Horen').
  wn  we
is u verplicht om te!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
moet u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'moeten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Moeten').
  wn
3Adeudar
Debitar
.
is u schuldig!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'schuldig zijn'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schuldig').
is u verschuldigd!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verschuldigd zijn'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verschuldigd').
staat u in de schuld!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'in de schuld staan'
deban"deban a":
tercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'deber a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Deben a
zij/ze zijn verschuldigd aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
¡deban"¡deban a!":
imperativo plural del verbo 'deber a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  a!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Deba a!
is u verschuldigd aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
¡débanse!imperativo plural del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Débase!
1.heeft u veel verplichtingen!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
is u veel veplicht!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.is u te danken!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te danken zijn'
is u te wijten!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'te wijten zijn'
debassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Agradeces
Agradezcas
Das gracias
Das gracias a
Debes
Des gracias
Des gracias a
1Agradecer
Agradecimiento
Dar gracias
.
jij/je hebt te dankentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'te danken hebben'
2Tener que.jij/je behoort tetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'behoren te'
jij/je bent verplicht om tetweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verplicht zijn om te'
jij/je dienttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'dienen'
jij/je hoorttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'horen'
jij/je moettweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'moeten'
3Adeudar
Debitar
.
jij/je bent schuldigtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schuldig zijn'
jij/je bent verschuldigdtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn'
jij/je staat in de schuldtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de schuld staan'
debas"debas a":
segunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'deber a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Debes a
jij/je bent verschuldigd aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'verschuldigd zijn aan'
¡débase!imperativo singular del verbo 'deberse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'deber'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Débanse!
1.heeft u veel verplichtingen!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'veel verplichtingen hebben'
is u veel veplicht!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'veel veplicht zijn'
2.is u te danken!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'te danken zijn'
is u te wijten!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'te wijten zijn'
debatatercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Alterca
Alterco
Alterque
Contienda
Contiende
Contiendo
Debate
Debato
Disputa
Dispute
Disputo
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twistderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Alterca
Alterco
Alterque
Contienda
Contiende
Contiendo
Debate
Debato
Disputa
Dispute
Disputo
ik twisteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debate
Debato
Discuta
Discute
Discuto
Disputa
Dispute
Disputo
Habla de
Hable de
Hablo de
Trata de
Trate de
Trato de
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debate
Debato
Discuta
Discute
Discuto
Disputa
Dispute
Disputo
Habla de
Hable de
Hablo de
Trata de
Trate de
Trato de
ik bespreekeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik be·spreek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
¡debata!imperativo singular del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Alterque!
¡Alterquen!
¡Contienda!
¡Contiendan!
¡Debatan!
¡Dispute!
¡Disputen!
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
twist u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'twisten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
bespreekt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bespreken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatáissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercáis
Alterquéis
Contendáis
Contendéis
Debatís
Disputáis
Disputéis
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie twistentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie besprekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatamosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercamos
Alterquemos
Contendamos
Contendemos
Debatimos
Disputamos
Disputemos
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
wij/we twisteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
wij/we besprekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
¡debatamos!imperativo plural del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Alterquemos!
¡Contendamos!
¡Disputemos!
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
laten we twistengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: la·ten we twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
laten we besprekengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: la·ten we be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatantercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercan
Alterquen
Contiendan
Contienden
Debaten
Disputan
Disputen
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze twistenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze besprekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
¡debatan!imperativo plural del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Alterque!
¡Alterquen!
¡Contienda!
¡Contiendan!
¡Debata!
¡Dispute!
¡Disputen!
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
twist u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'twisten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
bespreekt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bespreken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatassegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercas
Alterques
Contiendas
Contiendes
Debates
Disputas
Disputes
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je twisttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je bespreekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatesustantivo
Plural es: debates

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debate'
, el  we  wn  w
debatzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: de·bat
Meervoud is: debatten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
debatetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Alterca
Alterque
Contienda
Contiende
Debata
Disputa
Dispute
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twistderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
¡debate!imperativo singular del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Alterca!
¡Altercad!
¡Contended!
¡Contiende!
¡Debatid!
¡Disputa!
¡Disputad!
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
twist!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'twisten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
bespreek!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bespreken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debate"debate innato o adquirido":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debate'
  innato
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'innato'
  o
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'o'
  adquirido
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'adquirido'
, el  w
nature-nurture-debatzelfstandig naamwoord zn
, het  w
debatentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercan
Alterquen
Contiendan
Contienden
Debatan
Disputan
Disputen
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze twistenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze besprekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatessustantivo plural de la palabra: debate

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debate'
, los  we  wn  w
debattenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: debat
Lettergrepen: de·bat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Debat').
, de  wn  w
debatessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercas
Alterques
Contiendas
Contiendes
Debatas
Disputas
Disputes
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je twisttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je bespreekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatíprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaba
Altercara
Altercase
Alterqué
Contendí
Contendía
Contendiera
Contendiese
Debatía
Debatiera
Debatiese
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
ik twistteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ik twist·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
ik besprakeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik be·sprak

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatíatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaba
Altercara
Altercase
Altercó
Alterqué
Contendí
Contendía
Contendiera
Contendiese
Contendió
Debatí
Debatiera
Debatiese
Debatió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twisttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaba
Altercara
Altercase
Altercó
Alterqué
Contendí
Contendía
Contendiera
Contendiese
Contendió
Debatí
Debatiera
Debatiese
Debatió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
ik twistteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ik twist·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatí
Debatiera
Debatiese
Debatió
Discutí
Discutía
Discutiera
Discutiese
Discutió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
Hablaba de
Hablara de
Hablase de
Hablé de
Habló de
Trataba de
Tratara de
Tratase de
Traté de
Trató de
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprakderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatí
Debatiera
Debatiese
Debatió
Discutí
Discutía
Discutiera
Discutiese
Discutió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
Hablaba de
Hablara de
Hablase de
Hablé de
Habló de
Trataba de
Tratara de
Tratase de
Traté de
Trató de
ik besprakeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik be·sprak

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatíaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercabais
Altercarais
Altercaseis
Altercasteis
Contendíais
Contendierais
Contendieseis
Contendisteis
Debatierais
Debatieseis
Debatisteis
Disputabais
Disputarais
Disputaseis
Disputasteis
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie twisttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie twist·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie besprakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie be·spra·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatíamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercábamos
Altercamos
Altercáramos
Altercásemos
Contendíamos
Contendiéramos
Contendiésemos
Contendimos
Debatiéramos
Debatiésemos
Debatimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
wij/we twistteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
wij/we besprakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatíantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaban
Altercaran
Altercaron
Altercasen
Contendían
Contendieran
Contendieron
Contendiesen
Debatieran
Debatieron
Debatiesen
Disputaban
Disputaran
Disputaron
Disputasen
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze twisttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze besprakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatíassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercabas
Altercaras
Altercases
Altercaste
Contendías
Contendieras
Contendieses
Contendiste
Debatieras
Debatieses
Debatiste
Disputabas
Disputaras
Disputases
Disputaste
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je twisttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je bespraktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
¡debatid!imperativo plural del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Alterca!
¡Altercad!
¡Contended!
¡Contiende!
¡Debate!
¡Disputa!
¡Disputad!
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
twist!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'twisten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
bespreek!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bespreken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatidaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercada
Altercadas
Altercado
Altercados
Contendida
Contendidas
Contendido
Contendidos
Debatidas
Debatido
Debatidos
Disputada
Disputadas
Disputado
Disputados
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
getwistregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ge·twist

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
besprokenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: be·spro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatidasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercada
Altercadas
Altercado
Altercados
Contendida
Contendidas
Contendido
Contendidos
Debatida
Debatido
Debatidos
Disputada
Disputadas
Disputado
Disputados
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
getwistregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ge·twist

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
besprokenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: be·spro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatidoparticipio pasado del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercada
Altercadas
Altercado
Altercados
Contendida
Contendidas
Contendido
Contendidos
Debatida
Debatidas
Debatidos
Disputada
Disputadas
Disputado
Disputados
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
getwistregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ge·twist

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
besprokenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: be·spro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatidosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercada
Altercadas
Altercado
Altercados
Contendida
Contendidas
Contendido
Contendidos
Debatida
Debatidas
Debatido
Disputada
Disputadas
Disputado
Disputados
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
getwistregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ge·twist

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
besprokenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: be·spro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiendogerundio del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercando
Contendiendo
Disputando
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
twistendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: twis·tend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
besprekendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: be·spre·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatieratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaba
Altercara
Altercase
Altercó
Alterqué
Contendí
Contendía
Contendiera
Contendiese
Contendió
Debatí
Debatía
Debatiese
Debatió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twisttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaba
Altercara
Altercase
Altercó
Alterqué
Contendí
Contendía
Contendiera
Contendiese
Contendió
Debatí
Debatía
Debatiese
Debatió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
ik twistteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ik twist·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatí
Debatía
Debatiese
Debatió
Discutí
Discutía
Discutiera
Discutiese
Discutió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
Hablaba de
Hablara de
Hablase de
Hablé de
Habló de
Trataba de
Tratara de
Tratase de
Traté de
Trató de
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprakderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatí
Debatía
Debatiese
Debatió
Discutí
Discutía
Discutiera
Discutiese
Discutió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
Hablaba de
Hablara de
Hablase de
Hablé de
Habló de
Trataba de
Tratara de
Tratase de
Traté de
Trató de
ik besprakeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik be·sprak

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatieraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercabais
Altercarais
Altercaseis
Altercasteis
Contendíais
Contendierais
Contendieseis
Contendisteis
Debatíais
Debatieseis
Debatisteis
Disputabais
Disputarais
Disputaseis
Disputasteis
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie twisttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie twist·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie besprakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie be·spra·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiéramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercábamos
Altercamos
Altercáramos
Altercásemos
Contendíamos
Contendiéramos
Contendiésemos
Contendimos
Debatíamos
Debatiésemos
Debatimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
wij/we twistteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
wij/we besprakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatierantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaban
Altercaran
Altercaron
Altercasen
Contendían
Contendieran
Contendieron
Contendiesen
Debatían
Debatieron
Debatiesen
Disputaban
Disputaran
Disputaron
Disputasen
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze twisttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze besprakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatierassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercabas
Altercaras
Altercases
Altercaste
Contendías
Contendieras
Contendieses
Contendiste
Debatías
Debatieses
Debatiste
Disputabas
Disputaras
Disputases
Disputaste
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je twisttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je bespraktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatieretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercará
Altercare
Altercaré
Contenderá
Contenderé
Contendiere
Debatirá
Debatiré
Disputará
Disputare
Disputaré
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal twistenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercará
Altercare
Altercaré
Contenderá
Contenderé
Contendiere
Debatirá
Debatiré
Disputará
Disputare
Disputaré
ik zal twisteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ik zal twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatirá
Debatiré
Discutiere
Discutirá
Discutiré
Disputará
Disputare
Disputaré
Hablará de
Hablare de
Hablaré de
Tratará de
Tratare de
Trataré de
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal besprekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatirá
Debatiré
Discutiere
Discutirá
Discutiré
Disputará
Disputare
Disputaré
Hablará de
Hablare de
Hablaré de
Tratará de
Tratare de
Trataré de
ik zal besprekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik zal be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiereissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercareis
Altercaréis
Contenderéis
Contendiereis
Debatiréis
Disputareis
Disputaréis
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie zullen twistentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie zullen besprekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiéremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaremos
Altercáremos
Contenderemos
Contendiéremos
Debatiremos
Disputaremos
Disputáremos
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
wij/we zullen twisteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
wij/we zullen besprekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatierentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercarán
Altercaren
Contenderán
Contendieren
Debatirán
Disputarán
Disputaren
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze zullen twistenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze zullen besprekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatieressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercarás
Altercares
Contenderás
Contendieres
Debatirás
Disputarás
Disputares
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je zal twistentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je zal besprekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatierontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaban
Altercaran
Altercaron
Altercasen
Contendían
Contendieran
Contendieron
Contendiesen
Debatían
Debatieran
Debatiesen
Disputaban
Disputaran
Disputaron
Disputasen
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze twisttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze besprakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatiesetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaba
Altercara
Altercase
Altercó
Alterqué
Contendí
Contendía
Contendiera
Contendiese
Contendió
Debatí
Debatía
Debatiera
Debatió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twisttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaba
Altercara
Altercase
Altercó
Alterqué
Contendí
Contendía
Contendiera
Contendiese
Contendió
Debatí
Debatía
Debatiera
Debatió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
ik twistteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ik twist·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatí
Debatía
Debatiera
Debatió
Discutí
Discutía
Discutiera
Discutiese
Discutió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
Hablaba de
Hablara de
Hablase de
Hablé de
Habló de
Trataba de
Tratara de
Tratase de
Traté de
Trató de
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprakderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatí
Debatía
Debatiera
Debatió
Discutí
Discutía
Discutiera
Discutiese
Discutió
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputé
Disputó
Hablaba de
Hablara de
Hablase de
Hablé de
Habló de
Trataba de
Tratara de
Tratase de
Traté de
Trató de
ik besprakeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik be·sprak

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatieseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercabais
Altercarais
Altercaseis
Altercasteis
Contendíais
Contendierais
Contendieseis
Contendisteis
Debatíais
Debatierais
Debatisteis
Disputabais
Disputarais
Disputaseis
Disputasteis
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie twisttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie twist·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie besprakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie be·spra·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiésemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercábamos
Altercamos
Altercáramos
Altercásemos
Contendíamos
Contendiéramos
Contendiésemos
Contendimos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
wij/we twistteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
wij/we besprakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatiesentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaban
Altercaran
Altercaron
Altercasen
Contendían
Contendieran
Contendieron
Contendiesen
Debatían
Debatieran
Debatieron
Disputaban
Disputaran
Disputaron
Disputasen
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze twisttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze besprakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatiesessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercabas
Altercaras
Altercases
Altercaste
Contendías
Contendieras
Contendieses
Contendiste
Debatías
Debatieras
Debatiste
Disputabas
Disputaras
Disputases
Disputaste
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je twisttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je bespraktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatimosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercábamos
Altercamos
Altercáramos
Altercásemos
Alterquemos
Contendamos
Contendemos
Contendíamos
Contendiéramos
Contendiésemos
Contendimos
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
wij/we twisteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercábamos
Altercamos
Altercáramos
Altercásemos
Alterquemos
Contendamos
Contendemos
Contendíamos
Contendiéramos
Contendiésemos
Contendimos
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
wij/we twistteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
wij/we besprakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Debatamos
Debatíamos
Debatiéramos
Debatiésemos
Discutamos
Discutíamos
Discutiéramos
Discutiésemos
Discutimos
Disputábamos
Disputamos
Disputáramos
Disputásemos
Disputemos
Hablábamos de
Hablamos de
Habláramos de
Hablásemos de
Hablemos de
Tratábamos de
Tratamos de
Tratáramos de
Tratásemos de
Tratemos de
wij/we besprekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatiótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaba
Altercara
Altercase
Altercó
Contendía
Contendiera
Contendiese
Contendió
Debatía
Debatiera
Debatiese
Disputaba
Disputara
Disputase
Disputó
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze twisttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besprakderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatirinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercar
Contender
Disputar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
DebatoDebatí
DebatesDebatiste
DebateDebatió
DebatimosDebatimos
DebatísDebatisteis
DebatenDebatieron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
DebatiréíaDebatía
DebatirásíasDebatías
DebatiráíaDebatía
DebatiremosíamosDebatíamos
DebatiréisíaisDebatíais
DebatiráníanDebatían
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
DebataDebatiera
DebatasDebatieras
DebataDebatiera
DebatamosDebatiéramos
DebatáisDebatierais
DebatanDebatieran
FuturoPréterito imperfecto se
DebatiereDebatiese
DebatieresDebatieses
DebatiereDebatiese
DebatiéremosDebatiésemos
DebatiereisDebatieseis
DebatierenDebatiesen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Debate(tú)No debatas
Debata(usted)No debata
Debatamos(nosotros)No debatamos
Debatid(vosotros)No debatáis
Debatan(ustedes)No debatan
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
DebatidoDebatiendo
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
twistenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: twis·ten
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
twisten - twistte - getwist


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  w
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
besprekenwerkwoord (infinitief) ww
(een gesprek over een bepaald onderwerp voeren))
Lettergrepen: be·spre·ken
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bespreken - besprak - besproken


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
debatirátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercará
Altercare
Contenderá
Contendiere
Debatiere
Disputará
Disputare
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal twistenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal besprekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatirántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercarán
Altercaren
Contenderán
Contendieren
Debatieren
Disputarán
Disputaren
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze zullen twistenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze zullen besprekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatirássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercarás
Altercares
Contenderás
Contendieres
Debatieres
Disputarás
Disputares
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je zal twistentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je zal besprekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatiréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercare
Altercaré
Contenderé
Contendiere
Debatiere
Disputare
Disputaré
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
ik zal twisteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ik zal twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
ik zal besprekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik zal be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercareis
Altercaréis
Contenderéis
Contendiereis
Debatiereis
Disputareis
Disputaréis
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie zullen twistentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie zullen besprekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaremos
Altercáremos
Contenderemos
Contendiéremos
Debatiéremos
Disputaremos
Disputáremos
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
wij/we zullen twisteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
wij/we zullen besprekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatiríatercera persona singular condicional del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaría
Contendería
Disputaría
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou twistenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
  _primera persona singular condicional del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaría
Contendería
Disputaría
ik zou twisteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: ik zou twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Discutiría
Disputaría
Hablaría de
Trataría de
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou besprekenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
  _primera persona singular condicional del verbo 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Discutiría
Disputaría
Hablaría de
Trataría de
ik zou besprekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik zou be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiríaissegunda persona plural condicional del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaríais
Contenderíais
Disputaríais
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie zouden twistentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie zou·den twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie zouden besprekentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatiríamosprimera persona plural condicional del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercaríamos
Contenderíamos
Disputaríamos
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
wij/we zouden twisteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
wij/we zouden besprekeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatiríantercera persona plural condicional del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercarían
Contenderían
Disputarían
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
zij/ze zouden twistenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
zij/ze zouden besprekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatiríassegunda persona singular condicional del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercarías
Contenderías
Disputarías
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je zou twistentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je zou besprekentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatíssegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercáis
Alterquéis
Contendáis
Contendéis
Debatáis
Disputáis
Disputéis
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie twistentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie twis·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie besprekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie be·spre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatistesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercabas
Altercaras
Altercases
Altercaste
Contendías
Contendieras
Contendieses
Contendiste
Debatías
Debatieras
Debatieses
Disputabas
Disputaras
Disputases
Disputaste
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jij/je twisttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jij/je bespraktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
debatisteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Altercabais
Altercarais
Altercaseis
Altercasteis
Contendíais
Contendierais
Contendieseis
Contendisteis
Debatíais
Debatierais
Debatieseis
Disputabais
Disputarais
Disputaseis
Disputasteis
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
jullie twisttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Lettergrepen: jul·lie twist·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
jullie besprakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: jul·lie be·spra·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn
debatoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'debatir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'debatir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Alterco
Alterque
Contienda
Contiendo
Debata
Dispute
Disputo
1Altercar
Bregar por
Contender
Disputa
Disputar
.
ik twisteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'twisten'
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Twisten').
  wn
2Discusión
Discutir
Disputar
Hablar de
Tratar de
.
ik bespreekeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bespreken'
Lettergrepen: ik be·spreek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bespreken').
  wn

1e 0‑9 A B CD E F G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 ae h i jmn o p r s u vyz

3e _ ab c d e f g hi j l m n o p r s t u v wxy

4ea e i oru

5e _ i j m n s t

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
DEBAVolgende/ Siguiente -->

arriba