Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

h

i

jmn

o

p

r

s

u

vyz

3e

,-

a

b

c

d

e

f

g

hjk

l

m

n

o

pq

r

s

tu

v

xy

4e

_

bcdf

g

hlm

npqrstz

5e

e

n

o

r

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

DIAG

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	diagénesissustantivo   we  w		diagenesezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: di·a·ge·ne·se Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	diagnosissustantivo (Acción y efecto de diagnosticar) Esta palabra no tiene plural Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosis' , la  w		diagnosticerenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: di·ag·nos·ti·ce·ren Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn
	diagnosticatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnostique		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diagnosticeertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	¡diagnostica!imperativo singular del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Diagnosticad!		diagnosticeer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'diagnosticeren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticara Diagnosticase Diagnosticó Diagnostiqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diagnosticeerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticara Diagnosticase Diagnosticó Diagnostiqué		ik diagnosticeerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik di·ag·nos·ti·ceer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticarais Diagnosticaseis Diagnosticasteis		jullie diagnosticeerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie di·ag·nos·ti·ceer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticamos Diagnosticáramos Diagnosticásemos		wij/we diagnosticeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaran Diagnosticaron Diagnosticasen		zij/ze diagnosticeerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaras Diagnosticases Diagnosticaste		jij/je diagnosticeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	¡diagnosticad!imperativo plural del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Diagnostica!		diagnosticeer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'diagnosticeren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticadas Diagnosticado Diagnosticados		gediagnosticeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ge·di·ag·nos·ti·ceerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticada Diagnosticado Diagnosticados		gediagnosticeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ge·di·ag·nos·ti·ceerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticadoparticipio pasado del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticada Diagnosticadas Diagnosticados		gediagnosticeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ge·di·ag·nos·ti·ceerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticada Diagnosticadas Diagnosticado		gediagnosticeerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ge·di·ag·nos·ti·ceerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnostiquéis		jullie diagnosticerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticábamos Diagnosticáramos Diagnosticásemos Diagnostiquemos		wij/we diagnosticeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticábamos Diagnosticáramos Diagnosticásemos Diagnostiquemos		wij/we diagnosticereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnostiquen		zij/ze diagnosticerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticandogerundio del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we		diagnosticerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: di·ag·nos·ti·ce·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  w  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Diagnostico Diagnostiqué Diagnosticas Diagnosticaste Diagnostica Diagnosticó Diagnosticamos Diagnosticamos Diagnosticáis Diagnosticasteis Diagnostican Diagnosticaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Diagnosticar é ía Diagnosticaba Diagnosticar ás ías Diagnosticabas Diagnosticar á ía Diagnosticaba Diagnosticar emos íamos Diagnosticábamos Diagnosticar éis íais Diagnosticabais Diagnosticar án ían Diagnosticaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Diagnostique Diagnosticara Diagnostiques Diagnosticaras Diagnostique Diagnosticara Diagnostiquemos Diagnosticáramos Diagnostiquéis Diagnosticarais Diagnostiquen Diagnosticaran Futuro Préterito imperfecto se Diagnosticare Diagnosticase Diagnosticares Diagnosticases Diagnosticare Diagnosticase Diagnosticáremos Diagnosticásemos Diagnosticareis Diagnosticaseis Diagnosticaren Diagnosticasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Diagnostica (tú) No diagnostiques Diagnostique (usted) No diagnostique Diagnostiquemos (nosotros) No diagnostiquemos Diagnosticad (vosotros) No diagnostiquéis Diagnostiquen (ustedes) No diagnostiquen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Diagnosticado Diagnosticando		diagnosticerenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: di·ag·nos·ti·ce·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: diagnosticeren - diagnosticeerde - gediagnosticeerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	diagnosticaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaba Diagnosticase Diagnosticó Diagnostiqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diagnosticeerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaba Diagnosticase Diagnosticó Diagnostiqué		ik diagnosticeerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik di·ag·nos·ti·ceer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal diagnosticerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticabais Diagnosticaseis Diagnosticasteis		jullie diagnosticeerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie di·ag·nos·ti·ceer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticábamos Diagnosticamos Diagnosticásemos		wij/we diagnosticeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaban Diagnosticaron Diagnosticasen		zij/ze diagnosticeerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaren		zij/ze zullen diagnosticerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticabas Diagnosticases Diagnosticaste		jij/je diagnosticeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticares		jij/je zal diagnosticerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticará Diagnosticaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal diagnosticerenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticará Diagnosticaré		ik zal diagnosticereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik zal di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticare		ik zal diagnosticereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik zal di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaréis		jullie zullen diagnosticerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie zul·len di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticareis		jullie zullen diagnosticerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie zul·len di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticáremos		wij/we zullen diagnosticereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaremos		wij/we zullen diagnosticereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticarán		zij/ze zullen diagnosticerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticarás		jij/je zal diagnosticerentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticaríatercera persona singular condicional del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou diagnosticerenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'diagnosticar'   we		ik zou diagnosticereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik zou di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we		jullie zouden diagnosticerentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie zou·den di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we		wij/we zouden diagnosticereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticaríantercera persona plural condicional del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we		zij/ze zouden diagnosticerenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticaríassegunda persona singular condicional del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we		jij/je zou diagnosticerentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaban Diagnosticaran Diagnosticasen		zij/ze diagnosticeerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnostiques		jij/je diagnosticeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaba Diagnosticara Diagnosticó Diagnostiqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diagnosticeerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaba Diagnosticara Diagnosticó Diagnostiqué		ik diagnosticeerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik di·ag·nos·ti·ceer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticabais Diagnosticarais Diagnosticasteis		jullie diagnosticeerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie di·ag·nos·ti·ceer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticábamos Diagnosticamos Diagnosticáramos		wij/we diagnosticeerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaban Diagnosticaran Diagnosticaron		zij/ze diagnosticeerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticabas Diagnosticaras Diagnosticaste		jij/je diagnosticeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticabas Diagnosticaras Diagnosticases		jij/je diagnosticeerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnosticasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticabais Diagnosticarais Diagnosticaseis		jullie diagnosticeerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie di·ag·nos·ti·ceer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnostique		ik diagnosticeereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik di·ag·nos·ti·ceer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnosticótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaba Diagnosticara Diagnosticase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diagnosticeerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagnósticosustantivo Plural es: diagnósticos Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnóstico' , el  we  wn  w	1.	diagnosezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: di·ag·no·se Meervouden zijn: diagnosen, diagnoses Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
		2.	diagnostiekzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: di·ag·nos·tiek Meervoud is: diagnostieken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	diagnóstico"diagnóstico diferencial": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnóstico'   diferencial Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diferencial' , el  w		differentiële diagnosezelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: dif·fe·ren·ti·e·le di·ag·no·se , de  w
	diagnóstico"diagnóstico genético preimplantacional": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnóstico'   genético Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'genético'   preimplantacional , el  w		pre-implantatie genetische diagnostiekzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: pre-im·plan·ta·tie ge·ne·ti·sche di·ag·nos·tiek , de  w
	diagnósticossustantivo plural de la palabra: diagnóstico Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnóstico' , los  we  w	1.	diagnosenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: diagnose Lettergrepen: di·ag·no·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnose'). , de  wn  w
			diagnosesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: diagnose Lettergrepen: di·ag·no·ses Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnose'). , de  wn  w
		2.	diagnostiekenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: diagnostiek Lettergrepen: di·ag·nos·tie·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnostiek'). , de  wn  w
	diagnostiquetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnostica Diagnostico		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze diagnosticeertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnostica Diagnostico		ik diagnosticeereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik di·ag·nos·ti·ceer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnostiquéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticaba Diagnosticara Diagnosticase		ik diagnosticeerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: ik di·ag·nos·ti·ceer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	¡diagnostique!imperativo singular del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Diagnostiquen!		diagnosticeert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'diagnosticeren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnostiquéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticáis		jullie diagnosticerentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: jul·lie di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnostiquemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticamos		wij/we diagnosticereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	¡diagnostiquemos!imperativo plural del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'		laten we diagnosticerengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'diagnosticeren' Lettergrepen: la·ten we di·ag·nos·ti·ce·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnostiquentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnostican		zij/ze diagnosticerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	¡diagnostiquen!imperativo plural del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Diagnostique!		diagnosticeert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'diagnosticeren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagnosticeren').   wn
	diagnostiquessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'diagnosticar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagnosticar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Diagnosticas		jij/je diagnosticeerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'diagnosticeren'
	diagonalsustantivo Plural es: diagonales Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagonal' , la  we  wn  w	1.	diagonaalzelfstandig naamwoord zn (di·a·go·naal (lijn), de, di·a·go·na·len)) Lettergrepen: di·a·go·naal Meervoud is: diagonalen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			hoeklijnzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: hoek·lijn Meervoud is: hoeklijnen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
		2.	diagonaalzelfstandig naamwoord zn (di·a·go·naal (weefsel), het)) Lettergrepen: di·a·go·naal Meervoud is: diagonalen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	diagonaladjetivo singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagonal'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Diagonales		diagonaalbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: di·a·go·naal Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			diagonaleVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Diagonaal Lettergrepen: di·a·go·na·le Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagonaal').   wn  w
	diagonal"diagonal principal": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagonal'   principal Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'principal' , la  w		hoofddiagonaalzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: hoofd·di·a·go·naal , de  w
	diagonalessustantivo plural de la palabra: diagonal Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagonal' , las  we  w	1.	diagonalenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: diagonaal Lettergrepen: di·a·go·na·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagonaal'). , de  wn  w
			hoeklijnenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: hoeklijn Lettergrepen: hoek·lij·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Hoeklijn'). , de  wn  w
		2.	diagonalenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: diagonaal Lettergrepen: di·a·go·na·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagonaal'). , de  wn  w
	diagonalesadjetivo plural de la palabra: diagonal Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagonal'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Diagonal		diagonaalbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: di·a·go·naal Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			diagonaleVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Diagonaal Lettergrepen: di·a·go·na·le Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagonaal').   wn  w
	diagonalizaciónsustantivo		diagonaalbewijszelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: di·a·go·naal·be·wijs , het
	diagonalización de"diagonalización de Cantor": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   Cantor Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cantor'   w		diagonaalbewijs van Cantorzelfstandig naamwoordsvorm zn   w
	diagramasustantivo Plural es: diagramas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagrama' , el  we  wn  w		diagramzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: di·a·gram Meervoud is: diagrammen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	diagrama"diagrama de Bode": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagrama'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   Bode Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'bode' , el  wn  w		Bodediagramzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: Bo·de·di·a·gram , het  wn  w
	diagrama"diagrama de caja": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagrama'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   caja Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'caja' , el  w		boxplotzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: box·plot , de  w
			doosdiagramzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: doos·di·a·gram , het  w
			snorredooszelfstandig naamwoord zn , de  w
	diagrama"diagrama de dispersión": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagrama'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   dispersión Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dispersión' , el  w		correlatiediagramzelfstandig naamwoord zn , het  w
			puntdiagramzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: punt·di·a·gram , het  wn  w
			puntenwolkzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: pun·ten·wolk Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			spreidingsdiagramzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: sprei·dings·di·a·gram , het  w
	diagrama"diagrama de fase": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagrama'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   fase Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'fase' , el  w		fasediagramzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fa·se·di·a·gram , het  w
	diagrama"diagrama de Feynman": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagrama'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   Feynman Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Feynman' , el  w		Feynmandiagramzelfstandig naamwoord zn , het  w
	diagramassustantivo plural de la palabra: diagrama Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'diagrama' , los  we  w		diagrammenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: diagram Lettergrepen: di·a·gram·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diagram'). , de  wn  w

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

h

i

jmn

o

p

r

s

u

vyz

3e

,-

a

b

c

d

e

f

g

hjk

l

m

n

o

pq

r

s

tu

v

xy

4e

_

bcdf

g

hlm

npqrstz

5e

e

n

o

r

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

DIAG

Volgende/ Siguiente -->

arriba