Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

i

l

o

r

t

u

y

3e

b

c

e

ghijk

l

m

n

q

r

s

tu

vyz

4e

ceh

i

-

5e

oq

si

ti

to

tu

ul

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

FACOQ ..... FACULz

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	facóquero"facóquero común": locución sustantiva Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'facóquero'   común Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'común'   w		knobbelzwijnzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: knob·bel·zwijn , het  wn  w
	facsímilesustantivo Plural es: facsímiles Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facsímile' , el  w		facsimilezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fac·si·mi·le Verkleinwoord is: facsimileetje [fac·si·mi·le·tje]], het Meervoud is: facsimile's Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			faxzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Meervoud is: faxen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	facsímilessustantivo plural de la palabra: facsímile Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facsímile' , los  we  w		facsimile'sMeervoud van het zelfstandig naamwoord: facsimile Lettergrepen: fac·si·mi·le's Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Facsimile'). , de  wn  w
			faxenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: fax Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	factibleadjetivo singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factible'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Factibles		uitvoerbaarbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: uit·voer·baar Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			uitvoerbareVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Uitvoerbaar Lettergrepen: uit·voer·ba·re Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitvoerbaar').   wn
	factiblesadjetivo plural de la palabra: factible Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factible'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Factible		uitvoerbaarbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: uit·voer·baar Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			uitvoerbareVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Uitvoerbaar Lettergrepen: uit·voer·ba·re Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitvoerbaar').   wn
	factitivaadjetivo femenino singular de la palabra: factitivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factitivo'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Factitivas Factitivo Factitivos		causatiefbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: cau·sa·tief Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			causatieveVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Causatief Lettergrepen: cau·sa·tie·ve Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Causatief').   wn  w
	factitivasadjetivo femenino plural de la palabra: factitivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factitivo'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Factitiva Factitivo Factitivos		causatiefbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: cau·sa·tief Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			causatieveVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Causatief Lettergrepen: cau·sa·tie·ve Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Causatief').   wn  w
	factitivoadjetivo masculino singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factitivo'   spalabras relacionadas: --------------------- Factitiva Factitivas Factitivos		causatiefbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: cau·sa·tief Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			causatieveVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Causatief Lettergrepen: cau·sa·tie·ve Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Causatief').   wn  w
	factitivosadjetivo masculino plural de la palabra: factitivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factitivo'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Factitiva Factitivas Factitivo		causatiefbijvoeglijk naamwoord bn Lettergrepen: cau·sa·tief Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			causatieveVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Causatief Lettergrepen: cau·sa·tie·ve Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Causatief').   wn  w
	factorsustantivo Plural es: factores Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factor' , el  we  w		factorzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fac·tor Meervoud is: factoren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	factor"factor de riesgo": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factor'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   riesgo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'riesgo' , el  w		risicofactorzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ri·si·co·fac·tor Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	factor"factor intrínseco": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factor'   intrínseco Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'intrínseco' , el  w		intrinsic factorzelfstandig naamwoordsvorm zn , de  w
	factor"factor primario": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factor'   primario Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'primario' , el  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Prominencia		prominentiezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: pro·mi·nen·tie Meervoud is: prominenties Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			relatieve hoogtezelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: re·la·tie·ve hoog·te , de  w
			topografische prominentiezelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: to·po·gra·fi·sche pro·mi·nen·tie , de  w
	factor"factor propio": locución sustantiva (adjetivo, sustantivo). Dícese del número contenido por otro dos o más veces exactamente. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factor'   propio Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'propio' , el  w  spalabras relacionadas: --------------------- Divisor Submúltiplo		delerzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: de·ler Meervoud is: delers Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	factor"factor Q": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factor'   Q Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'q' , el  w		kwaliteitsfactorzelfstandig naamwoord zn , de
	factorajesustantivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factoraje' , el  we  w		factoringzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fac·to·ring Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	factoressustantivo plural de la palabra: factor Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factor' , los  we  w		factorenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: factor Lettergrepen: fac·to·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Factor'). , de  wn  w
	factores"factores de producción": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factor'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   producción Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'producción' , los  w		productiefactorzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: pro·duc·tie·fac·tor Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	factoríasustantivo Plural es: factorías Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factoría' , la  we  wn  w		factorijzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fac·to·rij Verkleinwoord is: factorijtje [fac·to·rij·tje]], het Meervoud is: factorijen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			nederzettingzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ne·der·zet·ting Meervoud is: nederzettingen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	factorialsustantivo Plural es: factoriales Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factorial' , la  we  w		faculteitzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fa·cul·teit Meervoud is: faculteiten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	factorialessustantivo plural de la palabra: factorial Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factorial' , las  w		faculteitenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: faculteit Lettergrepen: fa·cul·tei·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Faculteit'). , de  wn  w
	factoríassustantivo plural de la palabra: factoría Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factoría' , las  we  w		factorijenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: factorij Lettergrepen: fac·to·rij·en Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Factorij'). , de  wn  w
			nederzettingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: nederzetting Lettergrepen: ne·der·zet·tin·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Nederzetting'). , de  wn  w
	factorizaciónsustantivo   w		factorisatiezelfstandig naamwoord zn , de  w
	facturasustantivo Plural es: facturas Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factura' , la  we  wn  w	1.	factuurzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fac·tuur Verkleinwoord is: factuurtje [fac·tuur·tje]], het Meervoud is: facturen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			notazelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: no·ta Verkleinwoord is: notaatje [no·ta·tje]], het Meervoud is: nota's Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			rekeningzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: re·ke·ning Verkleinwoord is: rekeningetje [re·ke·nin·ge·tje]], het Meervoud is: rekeningen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	_sustantivo (Acción y efecto de hacer) Esta palabra no tiene plural   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Comisión Hechura Perpetración	2.	aanmakenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: aan·ma·ken Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			bedrijvenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: be·drij·ven Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			doenzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			makenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ma·ken Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  we  w
			uitbrengenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: uit·bren·gen Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			uitrichtenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: uit·rich·ten Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
			uitvoerenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: uit·voe·ren Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	facturatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Facture		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkt inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	¡factura!imperativo singular del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Facturad!		check in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'inchecken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturara Facturase Facturé Facturó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturara Facturase Facturé Facturó		ik checkte ineerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: ik check·te in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturarais Facturaseis Facturasteis		jullie checkten intweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie check·ten in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturamos Facturáramos Facturásemos		wij/we checkten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaran Facturaron Facturasen		zij/ze checkten inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaras Facturases Facturaste		jij/je checkte intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturaciónsustantivo (Acción y efecto de facturar) Esta palabra no tiene plural Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturación' , la  we  wn		incheckenzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: in·chec·ken Dit woord heeft geen meervoud Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	¡facturad!imperativo plural del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Factura!		check in!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'inchecken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturadas Facturado Facturados		ingechecktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: in·ge·checkt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturada Facturado Facturados		ingechecktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: in·ge·checkt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturadoparticipio pasado del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturada Facturadas Facturados		ingechecktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: in·ge·checkt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturada Facturadas Facturado		ingechecktregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: in·ge·checkt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturéis		jullie checken intweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie chec·ken in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturábamos Facturáramos Facturásemos Facturemos		wij/we checken ineerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturábamos Facturáramos Facturásemos Facturemos		wij/we checkten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturen		zij/ze checken inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturandogerundio del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we		incheckendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: in·chec·kend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Facturo Facturé Facturas Facturaste Factura Facturó Facturamos Facturamos Facturáis Facturasteis Facturan Facturaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Facturar é ía Facturaba Facturar ás ías Facturabas Facturar á ía Facturaba Facturar emos íamos Facturábamos Facturar éis íais Facturabais Facturar án ían Facturaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Facture Facturara Factures Facturaras Facture Facturara Facturemos Facturáramos Facturéis Facturarais Facturen Facturaran Futuro Préterito imperfecto se Facturare Facturase Facturares Facturases Facturare Facturase Facturáremos Facturásemos Facturareis Facturaseis Facturaren Facturasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Factura (tú) No factures Facture (usted) No facture Facturemos (nosotros) No facturemos Facturad (vosotros) No facturéis Facturen (ustedes) No facturen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Facturado Facturando		incheckenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: in·chec·ken In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: inchecken - checkte in - ingecheckt Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	facturaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaba Facturase Facturé Facturó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaba Facturase Facturé Facturó		ik checkte ineerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: ik check·te in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal incheckenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturabais Facturaseis Facturasteis		jullie checkten intweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie check·ten in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturábamos Facturamos Facturásemos		wij/we checkten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaban Facturaron Facturasen		zij/ze checkten inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaren		zij/ze zullen incheckenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturabas Facturases Facturaste		jij/je checkte intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturares		jij/je zal incheckentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturará Facturaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal incheckenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturará Facturaré		ik zal incheckeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: ik zal in·chec·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturare		ik zal incheckeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: ik zal in·chec·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaréis		jullie zullen incheckentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie zul·len in·chec·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturareis		jullie zullen incheckentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie zul·len in·chec·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturáremos		wij/we zullen incheckeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaremos		wij/we zullen incheckeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturarán		zij/ze zullen incheckenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturarás		jij/je zal incheckentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturaríatercera persona singular condicional del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou incheckenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	_primera persona singular condicional del verbo 'facturar'   we		ik zou incheckeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: ik zou in·chec·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we		jullie zouden incheckentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie zou·den in·chec·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we		wij/we zouden incheckeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturaríantercera persona plural condicional del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we		zij/ze zouden incheckenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturaríassegunda persona singular condicional del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we		jij/je zou incheckentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaban Facturaran Facturasen		zij/ze checkten inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturassustantivo plural de la palabra: factura Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'factura' , las  we  w		facturenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: factuur Lettergrepen: fac·tu·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Factuur'). , de  wn  w
			nota'sMeervoud van het zelfstandig naamwoord: nota Lettergrepen: no·ta's Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Nota'). , de  wn  w
			rekeningenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: rekening Lettergrepen: re·ke·nin·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rekening'). , de  wn  w
	facturassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Factures		jij/je checkt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaba Facturara Facturé Facturó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaba Facturara Facturé Facturó		ik checkte ineerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: ik check·te in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturabais Facturarais Facturasteis		jullie checkten intweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie check·ten in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturábamos Facturamos Facturáramos		wij/we checkten ineerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaban Facturaran Facturaron		zij/ze checkten inderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturabas Facturaras Facturaste		jij/je checkte intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturabas Facturaras Facturases		jij/je checkte intweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturabais Facturarais Facturaseis		jullie checkten intweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie check·ten in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	factureprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Factura Facturo		ik check ineerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Factura Facturo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkt inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaba Facturara Facturase		ik checkte ineerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: ik check·te in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	¡facture!imperativo singular del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Facturen!		checkt u in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'inchecken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturáis		jullie checken intweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: jul·lie chec·ken in Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturamos		wij/we checken ineerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	¡facturemos!imperativo plural del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'		laten we incheckengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'inchecken' Lettergrepen: la·ten we in·chec·ken Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturan		zij/ze checken inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	¡facturen!imperativo plural del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Facture!		checkt u in!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'inchecken' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturas		jij/je checkt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facturoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facture		ik check ineerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Inchecken').   wn
	facturótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'facturar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facturar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Facturaba Facturara Facturase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze checkte inderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'inchecken'
	facultadsustantivo Plural es: facultades Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facultad' , la  we  wn  w		faculteitzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fa·cul·teit Meervoud is: faculteiten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	facultad"facultad de derecho": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facultad'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   derecho Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'derecho' , la  w		rechtenfaculteitzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: rech·ten·fa·cul·teit , de  w
	facultadessustantivo plural de la palabra: facultad Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'facultad' , las  we  w		faculteitenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: faculteit Lettergrepen: fa·cul·tei·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Faculteit'). , de  wn  w

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

i

l

o

r

t

u

y

3e

b

c

e

ghijk

l

m

n

q

r

s

tu

vyz

4e

ceh

i

-

5e

oq

si

ti

to

tu

ul

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

FACOQ ..... FACULz

Volgende/ Siguiente -->

arriba