Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, ideal para senderistas

1e 0‑9 A B C D EF G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9a e i l o r t u y

3e b c e ghijkl m n q r s tu vyz

4e acdik l ost u

5ea eo

6e _ b d i m n r s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
FALTAVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
faltasustantivo
Plural es: faltas

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
, la  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Deficiencia
Equivocación
Error
Fallo
Yerro
1Deficiencia
Equivocación
Error
Fallo
Yerro
.
foutzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: fouten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
  _sustantivo
  we  wn  w
2.breuk in een aardlaagzelfstandig naamwoordsvorm zn
Lettergrepen: breuk in een aard·laag
, de
  _sustantivo
Plural es: faltas
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Carencia
3Carencia.afwezigheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: af·we·zig·heid
Meervoud is: afwezigheden

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
euvelzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: eu·vel
Verkleinwoord is: euveltje [eu·vel·tje]], het
Meervouden zijn: euvelen, euvels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
gebrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ge·brek
Meervoud is: gebreken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
gemiszelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ge·mis

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
mancozelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: man·co
Meervoud is: manco's

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
mankementzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: man·ke·ment
Meervoud is: mankementen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
tekortzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: te·kort
Meervoud is: tekorten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
tekortkomingzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: te·kort·ko·ming
Meervoud is: tekortkomingen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
faltatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Falte
Ha de menos
Hay de menos
Haya de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is absentderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afwezigderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbreektderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheeltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
¡falta!imperativo singular del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Faltad!
¡He de menos!
ben absent!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'absent zijn'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
ben afwezig!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'afwezig zijn'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
ontbreek!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'ontbreken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
scheel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'schelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
falta"falta al cónyuge":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Falte al cónyuge
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedriegtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
¡falta"¡falta al cónyuge!":
imperativo singular del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Faltad al cónyuge!
bedrieg!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bedriegen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
falta"falta de agua":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  agua
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'agua'
, la
watergebrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: wa·ter·ge·brek
, het
falta"falta de comida":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  comida
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'comida'
, la
voedselgebrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: voed·sel·ge·brek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn
falta"falta de dinero":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  dinero
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'dinero'
, la
geldgebrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: geld·ge·brek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn
falta"falta de educación":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  educación
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'educación'
, la  spalabras relacionadas:
---------------------
Descortesía
onbeleefdheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: on·be·leefd·heid
Meervoud is: onbeleefdheden

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
falta"falta de espacio":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  espacio
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'espacio'
, la
ruimtegebrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ruim·te·ge·brek
, het
falta"falta de luz":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  luz
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'luz'
, la
lichtgebrekzelfstandig naamwoord zn
, het
falta"falta de memoria":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  memoria
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'memoria'
, la  w
vergeetachtigheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ver·geet·ach·tig·heid
, de  w
falta"falta de oxígeno":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  oxígeno
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'oxígeno'
, la
zuurstofgebrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: zuur·stof·ge·brek

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
falta"falta de respeto":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  respeto
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'respeto'
  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Atrevimiento
Descaro
Desfachatez
Desvergüenza
Impertinencia
Insolencia
brutaalheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: bru·taal·heid
, de
onbeschaamdheidzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: on·be·schaamd·heid
Meervoud is: onbeschaamdheden

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn
falta"falta de sueño":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  sueño
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'sueño'
, la
slaapgebrekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: slaap·ge·brek
, het  wn
faltabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrakderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik ontbrakeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ik ont·brak

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik scheeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ik scheel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absentderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik was absenteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ik was ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezigderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik was afwezigeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: ik was af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
faltaba"faltaba al cónyuge":
tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara al cónyuge
Faltase al cónyuge
Falté al cónyuge
Faltó al cónyuge
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroogderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
  _"faltaba al cónyuge":
primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltara al cónyuge
Faltase al cónyuge
Falté al cónyuge
Faltó al cónyuge
ik bedroogeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: ik be·droog

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltarais
Faltaseis
Faltasteis
Habíais de menos
Hubierais de menos
Hubieseis de menos
Hubisteis de menos
jullie ontbrakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: jul·lie ont·bra·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
jullie scheeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie scheel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
jullie waren absenttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie waren afwezigtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
faltabais"faltabais al cónyuge":
segunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltarais al cónyuge
Faltaseis al cónyuge
Faltasteis al cónyuge
jullie bedrogentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: jul·lie be·dro·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltamos
Faltáramos
Faltásemos
Habíamos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we ontbrakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
wij/we scheeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
wij/we waren absenteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we waren afwezigeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltábamos"faltábamos al cónyuge":
primera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltamos al cónyuge
Faltáramos al cónyuge
Faltásemos al cónyuge
wij/we bedrogeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaran
Faltaron
Faltasen
Habían de menos
Hubieran de menos
Hubieron de menos
Hubiesen de menos
zij/ze ontbrakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
zij/ze scheeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
zij/ze waren absentderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze waren afwezigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltaban"faltaban al cónyuge":
tercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaran al cónyuge
Faltaron al cónyuge
Faltasen al cónyuge
zij/ze bedrogenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaras
Faltases
Faltaste
Habías de menos
Hubieras de menos
Hubieses de menos
Hubiste de menos
jij/je ontbraktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
jij/je scheeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
jij/je was absenttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je was afwezigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltabas"faltabas al cónyuge":
segunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaras al cónyuge
Faltases al cónyuge
Faltaste al cónyuge
jij/je bedroogtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
¡faltad!imperativo plural del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Falta!
¡He de menos!
ben absent!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'absent zijn'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
ben afwezig!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'afwezig zijn'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
ontbreek!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'ontbreken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
scheel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'schelen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
¡faltad"¡faltad al cónyuge!":
imperativo plural del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Falta al cónyuge!
bedrieg!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'bedriegen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltadas
Faltado
Faltados
Habido de menos
absent geweestonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ab·sent ge·weest

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
afwezig geweestonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: af·we·zig ge·weest

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
gescheeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ge·scheeld

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
ontbrokenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ont·bro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
faltadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltada
Faltado
Faltados
Habido de menos
absent geweestonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ab·sent ge·weest

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
afwezig geweestonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: af·we·zig ge·weest

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
gescheeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ge·scheeld

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
ontbrokenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ont·bro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
faltadoparticipio pasado del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltada
Faltadas
Faltados
Habido de menos
absent geweestonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ab·sent ge·weest

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
afwezig geweestonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: af·we·zig ge·weest

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
gescheeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ge·scheeld

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
ontbrokenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ont·bro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
faltado"faltado al cónyuge":
participio pasado del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
bedrogenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: be·dro·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltada
Faltadas
Faltado
Habido de menos
absent geweestonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ab·sent ge·weest

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
afwezig geweestonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: af·we·zig ge·weest

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
gescheeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ge·scheeld

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
ontbrokenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ont·bro·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
faltáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltéis
Habéis de menos
Hayáis de menos
jullie ontbrekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: jul·lie ont·bre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
jullie schelentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie sche·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
jullie zijn absenttweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie zijn ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie zijn afwezigtweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie zijn af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
faltáis"faltáis al cónyuge":
segunda persona plural presente de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltéis al cónyuge
jullie bedriegentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: jul·lie be·drie·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltáramos
Faltásemos
Faltemos
Habíamos de menos
Hayamos de menos
Hemos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we ontbrakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltáramos
Faltásemos
Faltemos
Habíamos de menos
Hayamos de menos
Hemos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we ontbrekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltáramos
Faltásemos
Faltemos
Habíamos de menos
Hayamos de menos
Hemos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we scheeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltáramos
Faltásemos
Faltemos
Habíamos de menos
Hayamos de menos
Hemos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we scheleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltáramos
Faltásemos
Faltemos
Habíamos de menos
Hayamos de menos
Hemos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we waren absenteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we waren afwezigeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltáramos
Faltásemos
Faltemos
Habíamos de menos
Hayamos de menos
Hemos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we zijn absenteerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we zijn afwezigeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltamos"faltamos al cónyuge":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos al cónyuge
Faltáramos al cónyuge
Faltásemos al cónyuge
Faltemos al cónyuge
wij/we bedriegeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
  _"faltamos al cónyuge":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos al cónyuge
Faltáramos al cónyuge
Faltásemos al cónyuge
Faltemos al cónyuge
wij/we bedrogeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Falten
Han de menos
Hayan de menos
zij/ze ontbrekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
zij/ze schelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
zij/ze zijn absentderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze zijn afwezigderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltan"faltan al cónyuge":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Falten al cónyuge
zij/ze bedriegenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltandogerundio del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habiendo de menos
absent zijndonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ab·sent zijnd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
afwezig zijndonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: af·we·zig zijnd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
ontbrekendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ont·bre·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
schelendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: sche·lend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
faltando"faltando al cónyuge":
gerundio del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
bedriegendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: be·drie·gend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltarinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Haber de menos
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
FaltoFalté
FaltasFaltaste
FaltaFaltó
FaltamosFaltamos
FaltáisFaltasteis
FaltanFaltaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
FaltaréíaFaltaba
FaltarásíasFaltabas
FaltaráíaFaltaba
FaltaremosíamosFaltábamos
FaltaréisíaisFaltabais
FaltaráníanFaltaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
FalteFaltara
FaltesFaltaras
FalteFaltara
FaltemosFaltáramos
FaltéisFaltarais
FaltenFaltaran
FuturoPréterito imperfecto se
FaltareFaltase
FaltaresFaltases
FaltareFaltase
FaltáremosFaltásemos
FaltareisFaltaseis
FaltarenFaltasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Falta(tú)No faltes
Falte(usted)No falte
Faltemos(nosotros)No faltemos
Faltad(vosotros)No faltéis
Falten(ustedes)No falten
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
FaltadoFaltando
absent zijnwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: ab·sent zijn
Verbuiging:
absent zijn - was absent - absent geweest


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
afwezig zijnwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: af·we·zig zijn
Verbuiging:
afwezig zijn - was afwezig - afwezig geweest


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
ontbrekenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: ont·bre·ken
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
ontbreken - ontbrak - ontbroken


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
schelenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: sche·len
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
schelen - scheelde - gescheeld


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
faltar"faltar al cónyuge":
locución verbal

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
bedriegenwerkwoord (infinitief) ww
(ontrouw zijn aan de partner))
Lettergrepen: be·drie·gen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
bedriegen - bedroog - bedrogen


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn  we  w
faltaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrakderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik ontbrakeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ik ont·brak

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik scheeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ik scheel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absentderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik was absenteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ik was ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezigderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltase
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik was afwezigeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: ik was af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
faltarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltare
Habrá de menos
Hubiere de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal absent zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwezig zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontbrekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schelenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltara"faltara al cónyuge":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba al cónyuge
Faltase al cónyuge
Falté al cónyuge
Faltó al cónyuge
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroogderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
  _"faltara al cónyuge":
primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar al cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba al cónyuge
Faltase al cónyuge
Falté al cónyuge
Faltó al cónyuge
ik bedroogeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: ik be·droog

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltará"faltará al cónyuge":
tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltare al cónyuge
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedriegenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabais
Faltaseis
Faltasteis
Habíais de menos
Hubierais de menos
Hubieseis de menos
Hubisteis de menos
jullie ontbrakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: jul·lie ont·bra·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
jullie scheeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie scheel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
jullie waren absenttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie waren afwezigtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
faltarais"faltarais al cónyuge":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabais al cónyuge
Faltaseis al cónyuge
Faltasteis al cónyuge
jullie bedrogentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: jul·lie be·dro·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltamos
Faltásemos
Habíamos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we ontbrakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
wij/we scheeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
wij/we waren absenteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we waren afwezigeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltáramos"faltáramos al cónyuge":
primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos al cónyuge
Faltamos al cónyuge
Faltásemos al cónyuge
wij/we bedrogeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaban
Faltaron
Faltasen
Habían de menos
Hubieran de menos
Hubieron de menos
Hubiesen de menos
zij/ze ontbrakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
zij/ze scheeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
zij/ze waren absentderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze waren afwezigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaren
Habrán de menos
Hubieren de menos
zij/ze zullen absent zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze zullen afwezig zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
zij/ze zullen ontbrekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
zij/ze zullen schelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltaran"faltaran al cónyuge":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaban al cónyuge
Faltaron al cónyuge
Faltasen al cónyuge
zij/ze bedrogenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltarán"faltarán al cónyuge":
tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaren al cónyuge
zij/ze zullen bedriegenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabas
Faltases
Faltaste
Habías de menos
Hubieras de menos
Hubieses de menos
Hubiste de menos
jij/je ontbraktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
jij/je scheeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
jij/je was absenttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je was afwezigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltares
Habrás de menos
Hubieres de menos
jij/je zal absent zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je zal afwezig zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
jij/je zal ontbrekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
jij/je zal schelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltaras"faltaras al cónyuge":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabas al cónyuge
Faltases al cónyuge
Faltaste al cónyuge
jij/je bedroogtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltarás"faltarás al cónyuge":
segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltares al cónyuge
jij/je zal bedriegentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará
Faltaré
Habrá de menos
Habré de menos
Hubiere de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal absent zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará
Faltaré
Habrá de menos
Habré de menos
Hubiere de menos
ik zal absent zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ik zal ab·sent zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará
Faltaré
Habrá de menos
Habré de menos
Hubiere de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwezig zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará
Faltaré
Habrá de menos
Habré de menos
Hubiere de menos
ik zal afwezig zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: ik zal af·we·zig zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará
Faltaré
Habrá de menos
Habré de menos
Hubiere de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal ontbrekenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará
Faltaré
Habrá de menos
Habré de menos
Hubiere de menos
ik zal ontbrekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ik zal ont·bre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará
Faltaré
Habrá de menos
Habré de menos
Hubiere de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schelenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará
Faltaré
Habrá de menos
Habré de menos
Hubiere de menos
ik zal scheleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ik zal sche·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
faltaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltare
Habré de menos
Hubiere de menos
ik zal absent zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ik zal ab·sent zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
ik zal afwezig zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: ik zal af·we·zig zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
ik zal ontbrekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ik zal ont·bre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
ik zal scheleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ik zal sche·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
faltare"faltare al cónyuge":
tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará al cónyuge
Faltaré al cónyuge
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bedriegenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
  _"faltare al cónyuge":
primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar al cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltará al cónyuge
Faltaré al cónyuge
ik zal bedriegeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: ik zal be·drie·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltaré"faltaré al cónyuge":
primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltare al cónyuge
ik zal bedriegeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: ik zal be·drie·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaréis
Habréis de menos
Hubiereis de menos
jullie zullen absent zijntweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ab·sent zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie zullen afwezig zijntweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie zul·len af·we·zig zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
jullie zullen ontbrekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ont·bre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
jullie zullen schelentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len sche·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
faltaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltareis
Habréis de menos
Hubiereis de menos
jullie zullen absent zijntweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ab·sent zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie zullen afwezig zijntweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie zul·len af·we·zig zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
jullie zullen ontbrekentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: jul·lie zul·len ont·bre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
jullie zullen schelentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len sche·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
faltareis"faltareis al cónyuge":
segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaréis al cónyuge
jullie zullen bedriegentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·drie·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltaréis"faltaréis al cónyuge":
segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltareis al cónyuge
jullie zullen bedriegentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·drie·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltáremos
Habremos de menos
Hubiéremos de menos
wij/we zullen absent zijneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we zullen afwezig zijneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
wij/we zullen ontbrekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
wij/we zullen scheleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaremos
Habremos de menos
Hubiéremos de menos
wij/we zullen absent zijneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we zullen afwezig zijneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
wij/we zullen ontbrekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
wij/we zullen scheleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltaremos"faltaremos al cónyuge":
primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltáremos al cónyuge
wij/we zullen bedriegeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltáremos"faltáremos al cónyuge":
primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaremos al cónyuge
wij/we zullen bedriegeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltarán
Habrán de menos
Hubieren de menos
zij/ze zullen absent zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze zullen afwezig zijnderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
zij/ze zullen ontbrekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
zij/ze zullen schelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltaren"faltaren al cónyuge":
tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltarán al cónyuge
zij/ze zullen bedriegenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltarás
Habrás de menos
Hubieres de menos
jij/je zal absent zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je zal afwezig zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
jij/je zal ontbrekentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
jij/je zal schelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltares"faltares al cónyuge":
segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltarás al cónyuge
jij/je zal bedriegentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltaríatercera persona singular condicional del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habría de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou absent zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
  _primera persona singular condicional del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habría de menos
ik zou absent zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ik zou ab·sent zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
  _tercera persona singular condicional del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habría de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou afwezig zijnderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
  _primera persona singular condicional del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habría de menos
ik zou afwezig zijneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: ik zou af·we·zig zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
  _tercera persona singular condicional del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habría de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou ontbrekenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
  _primera persona singular condicional del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habría de menos
ik zou ontbrekeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ik zou ont·bre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habría de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou schelenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habría de menos
ik zou scheleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ik zou sche·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
faltaría"faltaría al cónyuge":
tercera persona singular condicional del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou bedriegenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
  _"faltaría al cónyuge":
primera persona singular condicional del verbo 'faltar al cónyuge'
ik zou bedriegeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: ik zou be·drie·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habríais de menos
jullie zouden absent zijntweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ab·sent zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie zouden afwezig zijntweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie zou·den af·we·zig zijn

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
jullie zouden ontbrekentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: jul·lie zou·den ont·bre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
jullie zouden schelentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den sche·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
faltaríais"faltaríais al cónyuge":
segunda persona plural condicional del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
jullie zouden bedriegentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den be·drie·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habríamos de menos
wij/we zouden absent zijneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we zouden afwezig zijneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
wij/we zouden ontbrekeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
wij/we zouden scheleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltaríamos"faltaríamos al cónyuge":
primera persona plural condicional del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
wij/we zouden bedriegeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltaríantercera persona plural condicional del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habrían de menos
zij/ze zouden absent zijnderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze zouden afwezig zijnderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
zij/ze zouden ontbrekenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
zij/ze zouden schelenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltarían"faltarían al cónyuge":
tercera persona plural condicional del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
zij/ze zouden bedriegenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltaríassegunda persona singular condicional del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Habrías de menos
jij/je zou absent zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je zou afwezig zijntweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
jij/je zou ontbrekentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
jij/je zou schelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltarías"faltarías al cónyuge":
segunda persona singular condicional del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
jij/je zou bedriegentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaban
Faltaran
Faltasen
Habían de menos
Hubieran de menos
Hubieron de menos
Hubiesen de menos
zij/ze ontbrakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
zij/ze scheeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
zij/ze waren absentderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze waren afwezigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltaron"faltaron al cónyuge":
tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaban al cónyuge
Faltaran al cónyuge
Faltasen al cónyuge
zij/ze bedrogenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltassustantivo plural de la palabra: falta

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'falta'
, las  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Deficiencias
Equivocaciones
Errores
Fallos
Yerros
1.foutenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: fout
Lettergrepen: fou·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Fout').
, de  wn  w
2.afwezighedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: afwezigheid
Lettergrepen: af·we·zig·he·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezigheid').
, de  wn  w
euvelenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: euvel
Lettergrepen: eu·ve·len

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Euvel').
, de  wn  w
euvelsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: euvel
Lettergrepen: eu·vels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Euvel').
, de  wn  w
gebrekenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: gebrek
Lettergrepen: ge·bre·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gebrek').
, de  wn  w
manco'sMeervoud van het zelfstandig naamwoord: manco
Lettergrepen: man·co's

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Manco').
, de  wn  w
mankementenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: mankement
Lettergrepen: man·ke·men·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Mankement').
, de  wn  w
tekortenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: tekort
Lettergrepen: te·kor·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Tekort').
, de  wn  w
tekortkomingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: tekortkoming
Lettergrepen: te·kort·ko·min·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Tekortkoming').
, de  wn  w
faltassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltes
Has de menos
Hayas de menos
jij/je bent absenttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je bent afwezigtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
jij/je ontbreekttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
jij/je scheelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
faltas"faltas al cónyuge":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltes al cónyuge
jij/je bedriegttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontbrakderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik ontbrakeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: ik ont·brak

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik scheeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: ik scheel·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was absentderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik was absenteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: ik was ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was afwezigderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba
Faltara
Falté
Faltó
Había de menos
Hube de menos
Hubiera de menos
Hubiese de menos
Hubo de menos
ik was afwezigeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: ik was af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
faltase"faltase al cónyuge":
tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba al cónyuge
Faltara al cónyuge
Falté al cónyuge
Faltó al cónyuge
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedroogderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
  _"faltase al cónyuge":
primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar al cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaba al cónyuge
Faltara al cónyuge
Falté al cónyuge
Faltó al cónyuge
ik bedroogeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: ik be·droog

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabais
Faltarais
Faltasteis
Habíais de menos
Hubierais de menos
Hubieseis de menos
Hubisteis de menos
jullie ontbrakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: jul·lie ont·bra·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
jullie scheeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie scheel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
jullie waren absenttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie waren afwezigtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
faltaseis"faltaseis al cónyuge":
segunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabais al cónyuge
Faltarais al cónyuge
Faltasteis al cónyuge
jullie bedrogentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: jul·lie be·dro·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we
faltásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos
Faltamos
Faltáramos
Habíamos de menos
Hubiéramos de menos
Hubiésemos de menos
Hubimos de menos
wij/we ontbrakeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
wij/we scheeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
wij/we waren absenteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
wij/we waren afwezigeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltásemos"faltásemos al cónyuge":
primera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltábamos al cónyuge
Faltamos al cónyuge
Faltáramos al cónyuge
wij/we bedrogeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaban
Faltaran
Faltaron
Habían de menos
Hubieran de menos
Hubieron de menos
Hubiesen de menos
zij/ze ontbrakenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
zij/ze scheeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
zij/ze waren absentderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
zij/ze waren afwezigderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltasen"faltasen al cónyuge":
tercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltaban al cónyuge
Faltaran al cónyuge
Faltaron al cónyuge
zij/ze bedrogenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabas
Faltaras
Faltaste
Habías de menos
Hubieras de menos
Hubieses de menos
Hubiste de menos
jij/je ontbraktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
jij/je scheeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'schelen'
jij/je was absenttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je was afwezigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltases"faltases al cónyuge":
segunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabas al cónyuge
Faltaras al cónyuge
Faltaste al cónyuge
jij/je bedroogtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabas
Faltaras
Faltases
Habías de menos
Hubieras de menos
Hubieses de menos
Hubiste de menos
jij/je ontbraktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
jij/je scheeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
jij/je was absenttweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
jij/je was afwezigtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
faltaste"faltaste al cónyuge":
segunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabas al cónyuge
Faltaras al cónyuge
Faltases al cónyuge
jij/je bedroogtweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
faltasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabais
Faltarais
Faltaseis
Habíais de menos
Hubierais de menos
Hubieseis de menos
Hubisteis de menos
jullie ontbrakentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'ontbreken'
Lettergrepen: jul·lie ont·bra·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Ontbreken').
  wn
jullie scheeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'schelen'
Lettergrepen: jul·lie scheel·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Schelen').
  wn
jullie waren absenttweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'absent zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren ab·sent

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Absent').
jullie waren afwezigtweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'afwezig zijn'
Lettergrepen: jul·lie wa·ren af·we·zig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Afwezig').
faltasteis"faltasteis al cónyuge":
segunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'faltar al cónyuge'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'faltar'
  al
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'al'
  cónyuge
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'cónyuge'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Faltabais al cónyuge
Faltarais al cónyuge
Faltaseis al cónyuge
jullie bedrogentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bedriegen'
Lettergrepen: jul·lie be·dro·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bedriegen').
  wn  we

1e 0‑9 A B C D EF G H I J K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9a e i l o r t u y

3e b c e ghijkl m n q r s tu vyz

4e acdik l ost u

5ea eo

6e _ b d i m n r s

<-- Vorige/ Anteriorpalabras comenzando con
woorden beginnend met
FALTAVolgende/ Siguiente -->

arriba