Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, ideal para senderistas

1e 0‑9 A B C D E F G H IJ K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a be hi ou w

3e ab cd e g i jlm n pr s tv z

4ea e iou

5e -b di- r s

6e me mo n nd

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
JURAMENTA ..... JURANDzVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
juramentatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjura
Conjure
Juramente
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëdigtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt een eed afderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
¡juramenta!imperativo singular del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Conjura!
¡Conjurad!
¡Juramentad!
beëdig!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beëdigen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
neem een eed af!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentara
Juramentase
Juramenté
Juramentó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëdigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentara
Juramentase
Juramenté
Juramentó
ik beëdigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik be·edig·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
  _tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentara
Juramentase
Juramenté
Juramentó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam een eed afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentara
Juramentase
Juramenté
Juramentó
ik nam een eed afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Één lettergreep
juramentabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurabais
Conjurarais
Conjuraseis
Conjurasteis
Juramentarais
Juramentaseis
Juramentasteis
jullie beëdigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie be·edig·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie namen een eed aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie na·men een eed af
juramentábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurábamos
Conjuramos
Conjuráramos
Conjurásemos
Juramentamos
Juramentáramos
Juramentásemos
wij/we beëdigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
wij/we namen een eed afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraban
Conjuraran
Conjuraron
Conjurasen
Juramentaran
Juramentaron
Juramentasen
zij/ze beëdigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze namen een eed afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurabas
Conjuraras
Conjurases
Conjuraste
Juramentaras
Juramentases
Juramentaste
jij/je beëdigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je nam een eed aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
¡juramentad!imperativo plural del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Conjura!
¡Conjurad!
¡Juramenta!
beëdig!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beëdigen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
neem een eed af!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurada
Conjuradas
Conjurado
Conjurados
Juramentadas
Juramentado
Juramentados
beëdigdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: be·edigd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
een eed afgenomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: een eed af·ge·no·men
juramentadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurada
Conjuradas
Conjurado
Conjurados
Juramentada
Juramentado
Juramentados
beëdigdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: be·edigd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
een eed afgenomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: een eed af·ge·no·men
juramentadoparticipio pasado del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurada
Conjuradas
Conjurado
Conjurados
Juramentada
Juramentadas
Juramentados
beëdigdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: be·edigd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
een eed afgenomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: een eed af·ge·no·men
juramentadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurada
Conjuradas
Conjurado
Conjurados
Juramentada
Juramentadas
Juramentado
beëdigdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: be·edigd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
een eed afgenomenonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: een eed af·ge·no·men
juramentáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuráis
Conjuréis
Juramentéis
jullie beëdigentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie nemen een eed aftweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie ne·men een eed af
juramentamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurábamos
Conjuramos
Conjuráramos
Conjurásemos
Conjuremos
Juramentábamos
Juramentáramos
Juramentásemos
Juramentemos
wij/we beëdigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurábamos
Conjuramos
Conjuráramos
Conjurásemos
Conjuremos
Juramentábamos
Juramentáramos
Juramentásemos
Juramentemos
wij/we beëdigeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurábamos
Conjuramos
Conjuráramos
Conjurásemos
Conjuremos
Juramentábamos
Juramentáramos
Juramentásemos
Juramentemos
wij/we namen een eed afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurábamos
Conjuramos
Conjuráramos
Conjurásemos
Conjuremos
Juramentábamos
Juramentáramos
Juramentásemos
Juramentemos
wij/we nemen een eed afeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuran
Conjuren
Juramenten
zij/ze beëdigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze nemen een eed afderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentandogerundio del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurando
beëdigendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: be·edi·gend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
een eed afnemendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: een eed af·ne·mend
juramentarinfinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurar
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
JuramentoJuramenté
JuramentasJuramentaste
JuramentaJuramentó
JuramentamosJuramentamos
JuramentáisJuramentasteis
JuramentanJuramentaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
JuramentaréíaJuramentaba
JuramentarásíasJuramentabas
JuramentaráíaJuramentaba
JuramentaremosíamosJuramentábamos
JuramentaréisíaisJuramentabais
JuramentaráníanJuramentaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
JuramenteJuramentara
JuramentesJuramentaras
JuramenteJuramentara
JuramentemosJuramentáramos
JuramentéisJuramentarais
JuramentenJuramentaran
FuturoPréterito imperfecto se
JuramentareJuramentase
JuramentaresJuramentases
JuramentareJuramentase
JuramentáremosJuramentásemos
JuramentareisJuramentaseis
JuramentarenJuramentasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Juramenta(tú)No juramentes
Juramente(usted)No juramente
Juramentemos(nosotros)No juramentemos
Juramentad(vosotros)No juramentéis
Juramenten(ustedes)No juramenten
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
JuramentadoJuramentando
beëdigenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: be·edi·gen
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
beëdigen - beëdigde - beëdigd


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
een eed afnemenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: een eed af·ne·men
Verbuiging:
een eed afnemen - nam een eed af - een eed afgenomen

juramentaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentaba
Juramentase
Juramenté
Juramentó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëdigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentaba
Juramentase
Juramenté
Juramentó
ik beëdigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik be·edig·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentaba
Juramentase
Juramenté
Juramentó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam een eed afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentaba
Juramentase
Juramenté
Juramentó
ik nam een eed afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Één lettergreep
juramentarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurará
Conjurare
Juramentare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beëdigenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een eed afnemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurabais
Conjurarais
Conjuraseis
Conjurasteis
Juramentabais
Juramentaseis
Juramentasteis
jullie beëdigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie be·edig·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie namen een eed aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie na·men een eed af
juramentáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurábamos
Conjuramos
Conjuráramos
Conjurásemos
Juramentábamos
Juramentamos
Juramentásemos
wij/we beëdigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
wij/we namen een eed afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraban
Conjuraran
Conjuraron
Conjurasen
Juramentaban
Juramentaron
Juramentasen
zij/ze beëdigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze namen een eed afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurarán
Conjuraren
Juramentaren
zij/ze zullen beëdigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze zullen een eed afnemenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurabas
Conjuraras
Conjurases
Conjuraste
Juramentabas
Juramentases
Juramentaste
jij/je beëdigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je nam een eed aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurarás
Conjurares
Juramentares
jij/je zal beëdigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je zal een eed afnementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurará
Conjurare
Conjuraré
Juramentará
Juramentaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beëdigenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurará
Conjurare
Conjuraré
Juramentará
Juramentaré
ik zal beëdigeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik zal be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
  _tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurará
Conjurare
Conjuraré
Juramentará
Juramentaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een eed afnemenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurará
Conjurare
Conjuraré
Juramentará
Juramentaré
ik zal een eed afnemeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: ik zal een eed af·ne·men
juramentaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurare
Conjuraré
Juramentare
ik zal beëdigeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik zal be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
ik zal een eed afnemeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: ik zal een eed af·ne·men
juramentareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurareis
Conjuraréis
Juramentaréis
jullie zullen beëdigentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie zullen een eed afnementweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len een eed af·ne·men
juramentaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurareis
Conjuraréis
Juramentareis
jullie zullen beëdigentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie zullen een eed afnementweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie zul·len een eed af·ne·men
juramentaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraremos
Conjuráremos
Juramentáremos
wij/we zullen beëdigeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
wij/we zullen een eed afnemeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraremos
Conjuráremos
Juramentaremos
wij/we zullen beëdigeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
wij/we zullen een eed afnemeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurarán
Conjuraren
Juramentarán
zij/ze zullen beëdigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze zullen een eed afnemenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurarás
Conjurares
Juramentarás
jij/je zal beëdigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je zal een eed afnementweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentaríatercera persona singular condicional del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beëdigenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraría
ik zou beëdigeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik zou be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
  _tercera persona singular condicional del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een eed afnemenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
  _primera persona singular condicional del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraría
ik zou een eed afnemeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: ik zou een eed af·ne·men
juramentaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraríais
jullie zouden beëdigentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie zouden een eed afnementweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie zou·den een eed af·ne·men
juramentaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraríamos
wij/we zouden beëdigeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
wij/we zouden een eed afnemeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentaríantercera persona plural condicional del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurarían
zij/ze zouden beëdigenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze zouden een eed afnemenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentaríassegunda persona singular condicional del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurarías
jij/je zou beëdigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je zou een eed afnementweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraban
Conjuraran
Conjuraron
Conjurasen
Juramentaban
Juramentaran
Juramentasen
zij/ze beëdigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze namen een eed afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuras
Conjures
Juramentes
jij/je beëdigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je neemt een eed aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentaba
Juramentara
Juramenté
Juramentó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëdigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentaba
Juramentara
Juramenté
Juramentó
ik beëdigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik be·edig·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
  _tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentaba
Juramentara
Juramenté
Juramentó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam een eed afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Conjuró
Juramentaba
Juramentara
Juramenté
Juramentó
ik nam een eed afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Één lettergreep
juramentaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurabais
Conjurarais
Conjuraseis
Conjurasteis
Juramentabais
Juramentarais
Juramentasteis
jullie beëdigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie be·edig·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie namen een eed aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie na·men een eed af
juramentásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurábamos
Conjuramos
Conjuráramos
Conjurásemos
Juramentábamos
Juramentamos
Juramentáramos
wij/we beëdigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
wij/we namen een eed afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraban
Conjuraran
Conjuraron
Conjurasen
Juramentaban
Juramentaran
Juramentaron
zij/ze beëdigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze namen een eed afderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurabas
Conjuraras
Conjurases
Conjuraste
Juramentabas
Juramentaras
Juramentaste
jij/je beëdigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je nam een eed aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurabas
Conjuraras
Conjurases
Conjuraste
Juramentabas
Juramentaras
Juramentases
jij/je beëdigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je nam een eed aftweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjurabais
Conjurarais
Conjuraseis
Conjurasteis
Juramentabais
Juramentarais
Juramentaseis
jullie beëdigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie be·edig·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie namen een eed aftweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie na·men een eed af
juramentetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjura
Conjure
Conjuro
Juramenta
Juramento
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëdigtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjura
Conjure
Conjuro
Juramenta
Juramento
ik beëdigeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik be·edig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
ik neem een eed afeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Één lettergreep
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjura
Conjure
Conjuro
Juramenta
Juramento
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt een eed afderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuré
Juramentaba
Juramentara
Juramentase
ik beëdigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik be·edig·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
ik nam een eed afeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Één lettergreep
¡juramente!imperativo singular del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Conjure!
¡Conjuren!
¡Juramenten!
beëdigt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beëdigen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
neemt u een eed af!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuráis
Conjuréis
Juramentáis
jullie beëdigentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: jul·lie be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
jullie nemen een eed aftweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: jul·lie ne·men een eed af
juramentemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuramos
Conjuremos
Juramentamos
wij/we beëdigeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
wij/we nemen een eed afeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
¡juramentemos!imperativo plural del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Conjuremos!
laten we beëdigengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: la·ten we be·edi·gen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
laten we een eed afnemengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een eed afnemen'
Lettergrepen: la·ten we een eed af·ne·men
juramententercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuran
Conjuren
Juramentan
zij/ze beëdigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
zij/ze nemen een eed afderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
¡juramenten!imperativo plural del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Conjure!
¡Conjuren!
¡Juramente!
beëdigt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beëdigen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
neemt u een eed af!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuras
Conjures
Juramentas
jij/je beëdigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
jij/je neemt een eed aftweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentosustantivo
Plural es: juramentos

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramento'
, el  we  wn  w
1.eedzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: eden

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
2.vloekzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: vloeken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
juramentoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjure
Conjuro
Juramente
ik beëdigeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
Lettergrepen: ik be·edig

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beëdigen').
  wn
ik neem een eed afeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
Één lettergreep
juramentótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'juramentar'
(verbo transitivo). Tomar juramento a alguien.
FAM. Juramentado, -a.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramentar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Conjuraba
Conjurara
Conjurase
Conjuró
Juramentaba
Juramentara
Juramentase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëdigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beëdigen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nam een eed afderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afnemen'
juramentossustantivo plural de la palabra: juramento

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'juramento'
, los  we  w
1.edenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: eed
Één lettergreep

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
2.vloekenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: vloek
Lettergrepen: vloe·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
juramosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'jurar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Blasfemábamos
Blasfemamos
Blasfemáramos
Blasfemásemos
Blasfememos
Jurábamos
Juráramos
Jurásemos
Juremos
1Blasfemar.wij/we vloekeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vloeken'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'jurar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Blasfemábamos
Blasfemamos
Blasfemáramos
Blasfemásemos
Blasfememos
Jurábamos
Juráramos
Jurásemos
Juremos
wij/we vloekteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vloeken'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'jurar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Jurábamos
Juráramos
Jurásemos
Juremos
2.wij/we bezwereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezweren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'jurar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Jurábamos
Juráramos
Jurásemos
Juremos
wij/we bezwoereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezweren'
3.wij/we legden een eed afeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afleggen'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'jurar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Jurábamos
Juráramos
Jurásemos
Juremos
wij/we leggen een eed afeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afleggen'
wij/we zwereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren'
  _primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'jurar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Jurábamos
Juráramos
Jurásemos
Juremos
wij/we zwoereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren'
juramos"juramos por":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'jurar por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Jurábamos por
Juráramos por
Jurásemos por
Juremos por
wij/we zweren opeerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren op'
  _"juramos por":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'jurar por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Jurábamos por
Juráramos por
Jurásemos por
Juremos por
wij/we zwoeren opeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren op'
juramos"juramos que":
primera persona plural presente de indicativo del verbo 'jurar que'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  que
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'que'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Jurábamos que
Juráramos que
Jurásemos que
Juremos que
wij/we zweren dateerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren dat'
  _"juramos que":
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'jurar que'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Jurábamos que
Juráramos que
Jurásemos que
Juremos que
wij/we zwoeren dateerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren dat'
jurantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'jurar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Blasfeman
Blasfemen
Juren
1Blasfemar.zij/ze vloekenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vloeken'
2.zij/ze bezwerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bezweren'
3.zij/ze leggen een eed afderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een eed afleggen'
zij/ze zwerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren'
juran"juran por":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'jurar por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Juren por
zij/ze zweren opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren op'
juran"juran que":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'jurar que'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  que
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'que'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Juren que
zij/ze zweren datderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweren dat'
jurandogerundio del verbo 'jurar'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Blasfemando
1Blasfemar.vloekendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'vloeken'
Lettergrepen: vloe·kend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vloeken').
  wn
2.bezwerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'bezweren'
Lettergrepen: be·zwe·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bezweren').
  wn
3.een eed afleggendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een eed afleggen'
Lettergrepen: een eed af·leg·gend
zwerendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zweren'
Lettergrepen: zwe·rend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zweren').
  wn
jurando"jurando por":
gerundio del verbo 'jurar por'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  por
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'por'
zwerend oponvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zweren op'
Lettergrepen: zwe·rend op

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zweren').
jurando"jurando que":
gerundio del verbo 'jurar que'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'jurar'
  que
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'que'
zwerend datonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'zweren dat'
Lettergrepen: zwe·rend dat

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zweren').

1e 0‑9 A B C D E F G H IJ K L M N Ñ O P Q R S T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a be hi ou w

3e ab cd e g i jlm n pr s tv z

4ea e iou

5e -b di- r s

6e me mo n nd

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
JURAMENTA ..... JURANDzVolgende/ Siguiente -->

arriba