Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

fgh

i

j

l

o

r

st

u

y

3e

a

e

i

o

uz

4e

c

dgilstx

5e

t

6e

i

7e

c

q

8e

a

o

9e

-b

di

mn

r

s

10e

_

a

e

i

o

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

PRACTICAR

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	practicarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Practico Practiqué Practicas Practicaste Practica Practicó Practicamos Practicamos Practicáis Practicasteis Practican Practicaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Practicar é ía Practicaba Practicar ás ías Practicabas Practicar á ía Practicaba Practicar emos íamos Practicábamos Practicar éis íais Practicabais Practicar án ían Practicaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Practique Practicara Practiques Practicaras Practique Practicara Practiquemos Practicáramos Practiquéis Practicarais Practiquen Practicaran Futuro Préterito imperfecto se Practicare Practicase Practicares Practicases Practicare Practicase Practicáremos Practicásemos Practicareis Practicaseis Practicaren Practicasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Practica (tú) No practiques Practique (usted) No practique Practiquemos (nosotros) No practiquemos Practicad (vosotros) No practiquéis Practiquen (ustedes) No practiquen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Practicado Practicando	1.	oefenenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: oe·fe·nen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: oefenen - oefende - geoefend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
		2.	beoefenenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: be·oe·fe·nen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: beoefenen - beoefende - beoefend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			betrachtenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: be·trach·ten In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: betrachten - betrachtte - betracht Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			in de praktijk brengenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: in de prak·tijk bren·gen Verbuiging: in de praktijk brengen - bracht in de praktijk - in de praktijk gebracht
			uitoefenenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: uit·oe·fe·nen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: uitoefenen - oefende uit - uitgeoefend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	practicar"practicar la abstinencia": locución verbal Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Abstenerse		zich onthoudenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: zich ont·hou·den Verbuiging: zich onthouden - onthield zich - zich onthouden Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
			zich onthoudenwerkwoordsvorm ww Lettergrepen: zich ont·hou·den Verbuiging: zich onthouden - onthield zich - zich onthouden Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').   wn
	practicaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefendederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué		ik oefendeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen' Lettergrepen: ik oe·fen·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oefenen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué	2.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beoefendederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué		ik beoefendeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen' Lettergrepen: ik be·oe·fen·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beoefenen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betrachttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué		ik betrachtteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten' Lettergrepen: ik be·tracht·te Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betrachten').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bracht in de praktijkderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué		ik bracht in de praktijkeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen' Lettergrepen: ik bracht in de prak·tijk
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefende uitderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaba Practicase Practicó Practiqué		ik oefende uiteerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen' Lettergrepen: ik oe·fen·de uit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitoefenen').   wn
	practicarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicare	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beoefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal betrachtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de praktijk brengenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitoefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicara"practicara la abstinencia": primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Me abstenía Me abstuve Me abstuviera Me abstuviese Practicaba la abstinencia Practicase la abstinencia Practicó la abstinencia Practiqué la abstinencia Se abstenía Se abstuviera Se abstuviese Se abstuvo		ik onthield meeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden' Lettergrepen: ik ont·hield me Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
	_"practicara la abstinencia": tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar la abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Me abstenía Me abstuve Me abstuviera Me abstuviese Practicaba la abstinencia Practicase la abstinencia Practicó la abstinencia Practiqué la abstinencia Se abstenía Se abstuviera Se abstuviese Se abstuvo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield zichderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicará"practicará la abstinencia": tercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Practicare la abstinencia Se abstendrá Se abstuviere		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich onthoudenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicabais Practicaseis Practicasteis	1.	jullie oefendentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen' Lettergrepen: jul·lie oe·fen·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oefenen').   wn
		2.	jullie beoefendentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen' Lettergrepen: jul·lie be·oe·fen·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beoefenen').   wn
			jullie betrachttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten' Lettergrepen: jul·lie be·tracht·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betrachten').   wn
			jullie brachten in de praktijktweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen' Lettergrepen: jul·lie brach·ten in de prak·tijk
			jullie oefenden uittweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen' Lettergrepen: jul·lie oe·fen·den uit Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitoefenen').   wn
	practicarais"practicarais la abstinencia": segunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Os absteníais Os abstuvierais Os abstuvieseis Os abstuvisteis Practicabais la abstinencia Practicaseis la abstinencia Practicasteis la abstinencia		jullie onthielden jetweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden' Lettergrepen: jul·lie ont·hiel·den je Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
	practicáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicábamos Practicamos Practicásemos	1.	wij/we oefendeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	wij/we beoefendeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			wij/we betrachtteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			wij/we brachten in de praktijkeerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			wij/we oefenden uiteerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicáramos"practicáramos la abstinencia": primera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Nos absteníamos Nos abstuviéramos Nos abstuviésemos Nos abstuvimos Practicábamos la abstinencia Practicamos la abstinencia Practicásemos la abstinencia		wij/we onthielden onseerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaban Practicaron Practicasen	1.	zij/ze oefendenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	zij/ze beoefendenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			zij/ze betrachttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			zij/ze brachten in de praktijkderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			zij/ze oefenden uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaren	1.	zij/ze zullen oefenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	zij/ze zullen beoefenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			zij/ze zullen betrachtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			zij/ze zullen in de praktijk brengenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			zij/ze zullen uitoefenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicaran"practicaran la abstinencia": tercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Practicaban la abstinencia Practicaron la abstinencia Practicasen la abstinencia Se abstenían Se abstuvieran Se abstuvieron Se abstuviesen		zij/ze onthielden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicarán"practicarán la abstinencia": tercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Practicaren la abstinencia Se abstendrán Se abstuvieren		zij/ze zullen zich onthoudenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicabas Practicases Practicaste	1.	jij/je oefendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	jij/je beoefendetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			jij/je betrachttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			jij/je bracht in de praktijktweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			jij/je oefende uittweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicares	1.	jij/je zal oefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	jij/je zal beoefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			jij/je zal betrachtentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			jij/je zal in de praktijk brengentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			jij/je zal uitoefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicaras"practicaras la abstinencia": segunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Practicabas la abstinencia Practicases la abstinencia Practicaste la abstinencia Te abstenías Te abstuvieras Te abstuvieses Te abstuviste		jij/je onthield jetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicarás"practicarás la abstinencia": segunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Practicares la abstinencia Te abstendrás Te abstuvieres		jij/je zal je onthoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal oefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré		ik zal oefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen' Lettergrepen: ik zal oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oefenen').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré	2.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beoefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré		ik zal beoefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen' Lettergrepen: ik zal be·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beoefenen').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal betrachtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré		ik zal betrachteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten' Lettergrepen: ik zal be·trach·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betrachten').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de praktijk brengenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré		ik zal in de praktijk brengeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen' Lettergrepen: ik zal in de prak·tijk bren·gen
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal uitoefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicará Practicaré		ik zal uitoefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen' Lettergrepen: ik zal uit·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitoefenen').   wn
	practicaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicare	1.	ik zal oefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen' Lettergrepen: ik zal oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oefenen').   wn
		2.	ik zal beoefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen' Lettergrepen: ik zal be·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beoefenen').   wn
			ik zal betrachteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten' Lettergrepen: ik zal be·trach·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betrachten').   wn
			ik zal in de praktijk brengeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen' Lettergrepen: ik zal in de prak·tijk bren·gen
			ik zal uitoefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen' Lettergrepen: ik zal uit·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitoefenen').   wn
	practicare"practicare la abstinencia": tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Me abstendré Me abstuviere Practicará la abstinencia Practicaré la abstinencia Se abstendrá Se abstuviere		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich onthoudenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	_"practicare la abstinencia": primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar la abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Me abstendré Me abstuviere Practicará la abstinencia Practicaré la abstinencia Se abstendrá Se abstuviere		ik zal me onthoudeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden' Lettergrepen: ik zal me ont·hou·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
	practicaré"practicaré la abstinencia": primera persona singular futuro de indicativo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Me abstendré Me abstuviere Practicare la abstinencia		ik zal me onthoudeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden' Lettergrepen: ik zal me ont·hou·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
	practicareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaréis	1.	jullie zullen oefenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen' Lettergrepen: jul·lie zul·len oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oefenen').   wn
		2.	jullie zullen beoefenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen' Lettergrepen: jul·lie zul·len be·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beoefenen').   wn
			jullie zullen betrachtentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten' Lettergrepen: jul·lie zul·len be·trach·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betrachten').   wn
			jullie zullen in de praktijk brengentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen' Lettergrepen: jul·lie zul·len in de prak·tijk bren·gen
			jullie zullen uitoefenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen' Lettergrepen: jul·lie zul·len uit·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitoefenen').   wn
	practicaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicareis	1.	jullie zullen oefenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen' Lettergrepen: jul·lie zul·len oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oefenen').   wn
		2.	jullie zullen beoefenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen' Lettergrepen: jul·lie zul·len be·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beoefenen').   wn
			jullie zullen betrachtentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten' Lettergrepen: jul·lie zul·len be·trach·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betrachten').   wn
			jullie zullen in de praktijk brengentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen' Lettergrepen: jul·lie zul·len in de prak·tijk bren·gen
			jullie zullen uitoefenentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen' Lettergrepen: jul·lie zul·len uit·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitoefenen').   wn
	practicareis"practicareis la abstinencia": segunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Os abstendréis Os abstuviereis Practicaréis la abstinencia		jullie zullen je onthoudentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden' Lettergrepen: jul·lie zul·len je ont·hou·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
	practicaréis"practicaréis la abstinencia": segunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Os abstendréis Os abstuviereis Practicareis la abstinencia		jullie zullen je onthoudentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden' Lettergrepen: jul·lie zul·len je ont·hou·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
	practicaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicáremos	1.	wij/we zullen oefeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	wij/we zullen beoefeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			wij/we zullen betrachteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			wij/we zullen in de praktijk brengeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			wij/we zullen uitoefeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaremos	1.	wij/we zullen oefeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	wij/we zullen beoefeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			wij/we zullen betrachteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			wij/we zullen in de praktijk brengeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			wij/we zullen uitoefeneneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicaremos"practicaremos la abstinencia": primera persona plural futuro de indicativo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Nos abstendremos Nos abstuviéremos Practicáremos la abstinencia		wij/we zullen ons onthoudeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicáremos"practicáremos la abstinencia": primera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Nos abstendremos Nos abstuviéremos Practicaremos la abstinencia		wij/we zullen ons onthoudeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicarán	1.	zij/ze zullen oefenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	zij/ze zullen beoefenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			zij/ze zullen betrachtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			zij/ze zullen in de praktijk brengenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			zij/ze zullen uitoefenenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicaren"practicaren la abstinencia": tercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Practicarán la abstinencia Se abstendrán Se abstuvieren		zij/ze zullen zich onthoudenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicarás	1.	jij/je zal oefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	jij/je zal beoefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			jij/je zal betrachtentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			jij/je zal in de praktijk brengentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			jij/je zal uitoefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicares"practicares la abstinencia": segunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Practicarás la abstinencia Te abstendrás Te abstuvieres		jij/je zal je onthoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicaríatercera persona singular condicional del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn	1.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou oefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn		ik zou oefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen' Lettergrepen: ik zou oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oefenen').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn	2.	hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beoefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn		ik zou beoefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen' Lettergrepen: ik zou be·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beoefenen').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou betrachtenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
	_primera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn		ik zou betrachteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten' Lettergrepen: ik zou be·trach·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betrachten').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou in de praktijk brengenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn		ik zou in de praktijk brengeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen' Lettergrepen: ik zou in de prak·tijk bren·gen
	_tercera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou uitoefenenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'practicar'   we  wn		ik zou uitoefeneneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen' Lettergrepen: ik zou uit·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitoefenen').   wn
	practicaría"practicaría la abstinencia": tercera persona singular condicional del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Me abstendría Se abstendría		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou zich onthoudenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	_"practicaría la abstinencia": primera persona singular condicional del verbo 'practicar la abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Me abstendría Se abstendría		ik zou me onthoudeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden' Lettergrepen: ik zou me ont·hou·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
	practicaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn	1.	jullie zouden oefenentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen' Lettergrepen: jul·lie zou·den oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oefenen').   wn
		2.	jullie zouden beoefenentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen' Lettergrepen: jul·lie zou·den be·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beoefenen').   wn
			jullie zouden betrachtentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten' Lettergrepen: jul·lie zou·den be·trach·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Betrachten').   wn
			jullie zouden in de praktijk brengentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen' Lettergrepen: jul·lie zou·den in de prak·tijk bren·gen
			jullie zouden uitoefenentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen' Lettergrepen: jul·lie zou·den uit·oe·fe·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Uitoefenen').   wn
	practicaríais"practicaríais la abstinencia": segunda persona plural condicional del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Os abstendríais		jullie zouden je onthoudentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden' Lettergrepen: jul·lie zou·den je ont·hou·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onthouden').
	practicaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn	1.	wij/we zouden oefeneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	wij/we zouden beoefeneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			wij/we zouden betrachteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			wij/we zouden in de praktijk brengeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			wij/we zouden uitoefeneneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicaríamos"practicaríamos la abstinencia": primera persona plural condicional del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Nos abstendríamos		wij/we zouden ons onthoudeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicaríantercera persona plural condicional del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn	1.	zij/ze zouden oefenenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	zij/ze zouden beoefenenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			zij/ze zouden betrachtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			zij/ze zouden in de praktijk brengenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			zij/ze zouden uitoefenenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicarían"practicarían la abstinencia": tercera persona plural condicional del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Se abstendrían		zij/ze zouden zich onthoudenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicaríassegunda persona singular condicional del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn	1.	jij/je zou oefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	jij/je zou beoefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			jij/je zou betrachtentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			jij/je zou in de praktijk brengentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			jij/je zou uitoefenentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicarías"practicarías la abstinencia": segunda persona singular condicional del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Te abstendrías		jij/je zou je onthoudentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'
	practicarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'practicar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Practicaban Practicaran Practicasen	1.	zij/ze oefendenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oefenen'
		2.	zij/ze beoefendenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beoefenen'
			zij/ze betrachttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betrachten'
			zij/ze brachten in de praktijkderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de praktijk brengen'
			zij/ze oefenden uitderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'uitoefenen'
	practicaron"practicaron la abstinencia": tercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'practicar la abstinencia' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'practicar'   la Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'la'   abstinencia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'abstinencia'   spalabras relacionadas: --------------------- Practicaban la abstinencia Practicaran la abstinencia Practicasen la abstinencia Se abstenían Se abstuvieran Se abstuvieron Se abstuviesen		zij/ze onthielden zichderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'zich onthouden'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

fgh

i

j

l

o

r

st

u

y

3e

a

e

i

o

uz

4e

c

dgilstx

5e

t

6e

i

7e

c

q

8e

a

o

9e

-b

di

mn

r

s

10e

_

a

e

i

o

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

PRACTICAR

Volgende/ Siguiente -->

arriba