Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

d

e

h

i

jlm

o

r

s

u

wyz

3e

-a

b

c

defgh

i

jk

l

m

n

oñ

p

q

r

s

t

ux

yz

4e

a

b

eip

5e

a

-

6e

ie

or

ov

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

TAMBIEN ..... TAMBOV

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	tambiénadverbio Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'también'   we  wn		eveneensbijwoord bw Lettergrepen: even·eens Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			evenzeerbijwoord bw Lettergrepen: even·zeer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			medebijwoord bw Lettergrepen: me·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			ookbijwoord bw Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
	tamborsustantivo Plural es: tambores Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tambor' , el  we  wn  w	1.	dwergtongzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: dwerg·tong Meervoud is: dwergtongen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  w
		2.	buszelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Meervoud is: bussen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			rolzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Verkleinwoord is: rolletje [rol·le·tje]], het Meervoud is: rollen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			tromzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Verkleinwoord is: trommetje [trom·me·tje]], het Meervoud is: trommen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			trommelzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: trom·mel Verkleinwoord is: trommeltje [trom·mel·tje]], het Meervoud is: trommels Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	tambor"tambor de freno": locución sustantiva Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tambor'   de Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   freno Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'freno' , el		(rem)trommelzelfstandig naamwoord zn
	tambor"tambor huasa": locución sustantiva Nombres científicos son: Uncaria guianensis, Uncaria tomentosa Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tambor'   huasa Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'huasa' , el  Wl  spalabras relacionadas: --------------------- Aun Bejuco de agua Chocó Damento Garabato Garabato amarillo Huasca Paraguayo Rangaya Samento Saventaro Torón Uña de gato Uña de gavilán  f		kattenklauwzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: kat·ten·klauw Meervoud is: kattenklauwen Latijnse plantennaam is: Uncaria tomentosa , de  F  Ws  f
	TamboraNombre (o por antonomasia) volcán de Indonesia, de 2,850 m, en la costa N de la isla Sumbawa.   w		Tamboraeigennaam (of antonomasie) en vulkaan, (Indonesië).   w
	tamboressustantivo plural de la palabra: tambor Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tambor' , los  we  w	1.	dwergtongenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: dwergtong Lettergrepen: dwerg·ton·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Dwergtong'). , de  w
		2.	bussenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: bus Lettergrepen: bus·sen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bus'). , de  wn  w
			rollenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: rol Lettergrepen: rol·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			trommelsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: trommel Lettergrepen: trom·mels Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommel'). , de  wn  w
			trommenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: trom Lettergrepen: trom·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trom'). , de  wn  w
	tamborilsustantivo Plural es: tamboriles (sustantivo). Instrumento musical de percusión semejante al pandero, pero de menor tamaño. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamboril' , el  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Pandereta		rinkelbomzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: rin·kel·bom Meervoud is: rinkelbommen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  w
			tamboereerraamzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: tam·boe·reer·raam Meervoud is: tamboereerramen , het  w
			tamboerijnzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: tam·boe·rijn Meervoud is: tamboerijnen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
	tamborileatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilee		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trommeltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	¡tamborilea!imperativo singular del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Tamborilead!		trommel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'trommelen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileara Tamborilease Tamborileé Tamborileó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trommeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileara Tamborilease Tamborileé Tamborileó		ik trommeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik trom·mel·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilearais Tamborileaseis Tamborileasteis		jullie trommeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie trom·mel·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileamos Tamborileáramos Tamborileásemos		wij/we trommeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilearan Tamborilearon Tamborileasen		zij/ze trommeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilearas Tamborileases Tamborileaste		jij/je trommeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	¡tamborilead!imperativo plural del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Tamborilea!		trommel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'trommelen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileadas Tamborileado Tamborileados		getrommeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ge·trom·meld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileada Tamborileado Tamborileados		getrommeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ge·trom·meld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileadoparticipio pasado del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileada Tamborileadas Tamborileados		getrommeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ge·trom·meld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileada Tamborileadas Tamborileado		getrommeldregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ge·trom·meld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileéis		jullie trommelentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileábamos Tamborileáramos Tamborileásemos Tamborileemos		wij/we trommeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileábamos Tamborileáramos Tamborileásemos Tamborileemos		wij/we trommeleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileen		zij/ze trommelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileandogerundio del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we		trommelendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: trom·me·lend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborilearinfinitivo de un verbo (Hacer son con los dedos imitando el ruido del tambor) Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Tamborileo Tamborileé Tamborileas Tamborileaste Tamborilea Tamborileó Tamborileamos Tamborileamos Tamborileáis Tamborileasteis Tamborilean Tamborilearon Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Tamborilear é ía Tamborileaba Tamborilear ás ías Tamborileabas Tamborilear á ía Tamborileaba Tamborilear emos íamos Tamborileábamos Tamborilear éis íais Tamborileabais Tamborilear án ían Tamborileaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Tamborilee Tamborileara Tamborilees Tamborilearas Tamborilee Tamborileara Tamborileemos Tamborileáramos Tamborileéis Tamborilearais Tamborileen Tamborilearan Futuro Préterito imperfecto se Tamborileare Tamborilease Tamborileares Tamborileases Tamborileare Tamborilease Tamborileáremos Tamborileásemos Tamborileareis Tamborileaseis Tamborilearen Tamborileasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Tamborilea (tú) No tamborilees Tamborilee (usted) No tamborilee Tamborileemos (nosotros) No tamborileemos Tamborilead (vosotros) No tamborileéis Tamborileen (ustedes) No tamborileen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Tamborileado Tamborileando		trommelenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: trom·me·len In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: trommelen - trommelde - getrommeld Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	tamborilearatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaba Tamborilease Tamborileé Tamborileó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trommeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaba Tamborilease Tamborileé Tamborileó		ik trommeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik trom·mel·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborilearátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal trommelenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileabais Tamborileaseis Tamborileasteis		jullie trommeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie trom·mel·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileábamos Tamborileamos Tamborileásemos		wij/we trommeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaban Tamborilearon Tamborileasen		zij/ze trommeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilearen		zij/ze zullen trommelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileabas Tamborileases Tamborileaste		jij/je trommeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileares		jij/je zal trommelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileará Tamborilearé		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal trommelenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileará Tamborilearé		ik zal trommeleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik zal trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborilearéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileare		ik zal trommeleneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik zal trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilearéis		jullie zullen trommelentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie zul·len trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborilearéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileareis		jullie zullen trommelentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie zul·len trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborilearemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileáremos		wij/we zullen trommeleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilearemos		wij/we zullen trommeleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilearán		zij/ze zullen trommelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilearás		jij/je zal trommelentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearíatercera persona singular condicional del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou trommelenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'tamborilear'   we		ik zou trommeleneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik zou trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborilearíaissegunda persona plural condicional del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we		jullie zouden trommelentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie zou·den trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborilearíamosprimera persona plural condicional del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we		wij/we zouden trommeleneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearíantercera persona plural condicional del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we		zij/ze zouden trommelenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearíassegunda persona singular condicional del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we		jij/je zou trommelentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilearontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaban Tamborilearan Tamborileasen		zij/ze trommeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilees		jij/je trommelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaba Tamborileara Tamborileé Tamborileó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trommeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaba Tamborileara Tamborileé Tamborileó		ik trommeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik trom·mel·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileabais Tamborilearais Tamborileasteis		jullie trommeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie trom·mel·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileábamos Tamborileamos Tamborileáramos		wij/we trommeldeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaban Tamborilearan Tamborilearon		zij/ze trommeldenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileabas Tamborilearas Tamborileaste		jij/je trommeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileabas Tamborilearas Tamborileases		jij/je trommeldetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileabais Tamborilearais Tamborileaseis		jullie trommeldentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie trom·mel·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilea Tamborileo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trommeltderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilea Tamborileo		ik trommeleerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik trom·mel Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaba Tamborileara Tamborilease		ik trommeldeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik trom·mel·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	¡tamborilee!imperativo singular del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Tamborileen!		trommelt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'trommelen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileáis		jullie trommelentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: jul·lie trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileamos		wij/we trommeleneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	¡tamborileemos!imperativo plural del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'		laten we trommelengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: la·ten we trom·me·len Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilean		zij/ze trommelenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	¡tamborileen!imperativo plural del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Tamborilee!		trommelt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'trommelen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileas		jij/je trommelttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborileosustantivo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborileo' , el  we		getrommelzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: ge·trom·mel , het  wn
	tamborileoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborilee		ik trommeleerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen' Lettergrepen: ik trom·mel Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Trommelen').   wn
	tamborileótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'tamborilear' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamborilear'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Tamborileaba Tamborileara Tamborilease		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trommeldederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'trommelen'
	tamborilessustantivo plural de la palabra: tamboril (sustantivo). Instrumento musical de percusión semejante al pandero, pero de menor tamaño. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'tamboril' , los  we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Panderetas		rinkelbommenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: rinkelbom Lettergrepen: rin·kel·bom·men Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rinkelbom'). , de  w
			tamboereerramenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: tamboereerraam Lettergrepen: tam·boe·reer·ra·men , de  w
			tamboerijnenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: tamboerijn Lettergrepen: tam·boe·rij·nen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Tamboerijn'). , de  wn  w
	TambovNombre (o por antonomasia) (pronunciación local: /tambof/), ciudad del S de Rusia, en Europa, a 420 km al SE de Moscú.   w		Tamboveigennaam (of antonomasie) en   w

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

d

e

h

i

jlm

o

r

s

u

wyz

3e

-a

b

c

defgh

i

jk

l

m

n

oñ

p

q

r

s

t

ux

yz

4e

a

b

eip

5e

a

-

6e

ie

or

ov

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

TAMBIEN ..... TAMBOV

Volgende/ Siguiente -->

arriba