EligeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kiest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leest uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pikt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze selecteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verkiest
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoekt uit
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! una recetaEen recept:
- Jardinera de verduras
- Puré de espinacas al estilo indio
- Endivias braseadas
- Tarta de zanahoria al perejil
- Guisantes a la llavaneras
- Espárragos con crema
- Mousse de remolacha
- Filetes de huerta
- Judías a la añoranza
- Porrusalda
- Puerros al horno
- Apios al estilo de irún
- Cardo a la navarra
- Calabacines gratinados
- Cardo con alcachofas
- Coles de Bruselas a la crema
- Acelgas a la vasca
- Menestra de verduras
- Hervido valenciano
- Pastel verde gaditano
- Gratín de tomates y mozzarella
- Espárragos gratinados
- Mousse de tomate
- Budín de verduras
- Budín de espinacas y gambas
- Zarangollo
- Batatas a la imperial
- Boniatos guisados
- Conchas de boniato
- Lombarda escabechada en vinagre dulce
- Calabacines rellenos
- Tumbet mallorquin
- Borrajas emeceeme
- Cardo de navidad
- Croquetas de coliflor
- Flan de calabacín
- Guiso de zanahorias
- Pisto malagueño
- Sauerkraut
- Mojete
- Mojete
- Crema de ortigas
- Porrusalda
- Preparaciones de Ortigas
- Puerros al estilo tatiana
- Tumbet
- Glaseado de hortalizas
- Escalibada
- Pipirrana
- Cocción de espárragos
- Repollo relleno de "fritadillas"
- Zanahorias maceradas
- Espárragos rellenos
- Albóndigas de acelgas
- Torta de calabacín
- Pastel de Espárragos trigueros y trucha ahumada
- Tomates al horno
- Puré de verduras
JardineraBox de verdurasGroenten
Groentes
Ingredientes:22
Twee patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
33
Drie zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
200200
Tweehonderd gramosGrammen de judías verdesSperziebonen
100100
Honderd gramosGrammen de coles de bruselasBrusselse spruitjes
Spruiten
Spruitjes
Spruitkool
UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken de brécolBroccoli
Italiaanse bloemkool
300300
Driehonderd gramosGrammen de espinacasSpinazie
Spinazies
2525
Vijfentwintig gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter
Un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
44
Vier huevosEieren
11
Een/22
Twee litroLiter de lecheMelk
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala
Preparación:
HervidBen op het kookpunt!
Borrel!
Kook
Kook!
Sudder!
Zied! todas lasAlle verdurasGroenten
Groentes por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen: las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels por un ladoEen flank
Een kant
Een zij
Een zijde
Een zijkant, las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen, las colesDe kolen
De kooltjes y el brécolDe broccoli
De italiaanse bloemkool por otroAnder
Andere
Nog een
Nog één, y luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo las espinacasDe spinazie. Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over hervirloKoken dejadloHen laten enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat y freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter y un chorritoEen scheutje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. En un bolEen bowl
Een kom
Een schaal batirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug los huevosDe eier
De eieren conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper y nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala. AñadidleVoeg eraan toe la lecheDe melk hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend y mezcladloMengen conDoor
Met
Per
Samen met un batidorEen garde
Een klopper manualHand-
Handboek
Handleiding
Handmatig
Handmatige. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo echadleToevoegen las verdurasDe groenten
De groentes y todo estoDit alles a un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm de plum cakeCake previamenteEerst
Vooraf untadoAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt y conDoor
Met
Per
Samen met papel vegetalVetvrij papier tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook untadoAangesmeerd
Besmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingesmeerd
Ingesmeerde
Nat gemaakt. PonedloDoe
Zet todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven regularGaat wel
Gaat zijn gangetje
Gewoon
Matig
Matige
Middelmatig
Middelmatige
Regelen
Regelmatig
Regelmatige
Regulier
Reguliere duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 4040
Veertig minutosMinuten, hasta queTot
Totdat se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand cuajadoDik gelaten worden
Gedaan stollen
Gestold
Gestolde
Gestremde melk
Wrongel. YoEgo
Ik, por lo generalIn het algemeen
Over het algemeen, lo dejo más ratoLaat hem er langer
in y cuandoAls
Tijdens
Wanneer el culoDe aars
De anus
Het achterwerk
Het billen del pastelBaksel
Gebak
Gebakje
Kleurkrijt
Pastei
Pastel
Taart
Taartje
Tekenkrijt empiezaBegin!
Begint
Breek aan!
Ga in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Pak aan!
Snijd aan!
Vang aan! a dorarseBruin worden yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! cuajadoDik gelaten worden
Gedaan stollen
Gestold
Gestolde
Gestremde melk
Wrongel.
De los siguientes palabras hay una foto:
Brécol Nuez moscada Pimienta
PuréBrij
Moes
Pap
Puree de espinacasSpinazie
Spinazies alNaar de
Naar het estiloStijl
Trant
Wijze indioBlauw
Blauwe
Indiaan
Indiaans
Indiaanse
Indisch
Indische
Indium
Indiër
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
11
Een kg. de espinacasSpinazie
Spinazies naturalesAfkomstig
Afkomstige
Echt
Naturen
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve (lavadasAfgewassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Uitgewassen y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te tallosStengels) o 22
Twee bolsasBeursgebouwen
Beurzen
Geldbuidels
Handelsbeurzen
Handtassen
Portemonnees
Tassen
Zakken de 400400
Vierhonderd gr. de espinacasSpinazie
Spinazies congeladasBevroren
Diepgevroren
Ingevroren.
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
33
Drie dientes de ajoKnoflookteentjes picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
33
Drie cucharadas soperasEetlepels
Soeplepels de mantequillaBoter
Roomboter.
11
Een cucharillaLepeltje
Theelepeltje de caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis de cominoDjintan
Djinten
Komijn
Witte komijn en polvoIn poedervorm.
55
Vijf o 66
Zes clavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers de especiaKruid
Kruiderij
Specerij.
Un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
11
Een litroLiter de caldo de polloKippenbouillon
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de agua de arroz cocidoGekookt rijstwater (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats Basmati mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever).
22
Twee vasosDrinkglazen
Glazen
Potten
Pullen
Vaten
Vazen de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! de lecheMelk.
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere.
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
Preparación:
CocerBakken
Koken las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de espinacasSpinazie
Spinazies en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend saladaGepekeld
Gezouten
Hartig
Hartige
In het zout gelegd
Ingelegd
Ingemaakt
Zilt
Zilte
Ziltig
Ziltige
Zout
Zout-
Zoutachtig
Zoutachtige
Zoute duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 11
Een minutoMinuut. EnfriarlasAfkoelen bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hasta queTot
Totdat se enfríenZij/ze bekoelen y escurrirlasLaat ze uitdruipen. DerretirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken la mantequillaDe boter
De roomboter en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el ajoDe/het knoflook y sofreírFruiten en fuego lentoLaag vuur hasta queTot
Totdat se vuelvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draait rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert zich om
Wordt transparenteDoorschijnend
Doorzichtig
Doorzichtige
Transparant
Transparante (unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1515
Vijftien minutosMinuten). SacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken la sarténDe braadpan
De koekenpan
De pan del fuegoVuur y echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen las especiasDe kruiden
De kruiderijen
De specerijen
Het kruiden (en este casoIn dit geval el cominoDe djintan
De djinten
De komijn
De witte komijn, los clavosDe draadnagels
De kruidnagelbomen
De kruidnagelen
De kruidnagels
De nagelen
De nagels
De spijkers y la nuez moscadaDe foelie
De muskaatnoot
De nootmuskaat
De pala). ConDoor
Met
Per
Samen met un batidorEen garde
Een klopper de brazoArm o en un robot de cocinaEen keukenmachine, echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y demásEn de rest juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met el caldo de polloDe kippenbouillon, el arrozDe rijst y las espinacasDe spinazie. ProseguirDoorgaan hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree finoDelicaat
Delicate
Droge sherry
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sherry
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. CombinarCombineren
Samenvoegen
Verbinden el puréDe brij
De pap
De puree conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk del caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat, la lecheDe melk y la nataDe room
De slagroom
Het puikje líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
NotasAantekeningen
Cijfers
Jij/je bemerkt
Jij/je bespeurt
Jij/je merkt
Jij/je merkt op
Jij/je noteert
Jij/je schrijft op
Jij/je stelt te boek
Jij/je tekent aan
Muzieknoten
Nota's
Noten
Notities
Opmerkingen:
OsJe
Jullie sugieroIk fluister in
Ik geef een wenk
Ik opper
Ik stel voor
Ik suggereer combinarCombineren
Samenvoegen
Verbinden distintosAfwijkend
Afwijkende
Anders
Apart
Aparte
Duidelijk
Duidelijke
Helder
Heldere
Klaar
Klare
Ongelijk
Ongelijke
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uitgesproken
Verschillend
Verschillende
Zuiver
Zuivere tiposDrukletters
Soorten
Typen
Types de especiasKruiden
Kruiderijen
Specerijen: coriandroChinese peterselie
Ketoembar
Koriander
Korianderzaad
Verse koriander molidoGekweld
Gemalen
Gemalene
Vermalen, cardamomoCardamom
Kardamom
Kardemom
Kardemon, semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden de hinojoBladvenkel
Knolvenkel
Tuinvenkel
Venkel
Venkelknol
Venkelzaad o echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen polvosGruizen
Poeders
Stoffen
Toiletpoeder de curryCurry
Kerrie comercialCommercieel
Commerciële
Handels-
Vertegenwoordiger. Puede guardarseMen kan het bewaren en el frigoríficoDe koelkast duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens dos2
Do's
Twee
Tweede o tres3
Drie díasDagen
Etmalen. Puede servirseMen kan het opdienen fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen peroDoch
Echter
Maar yo la prefieroIk heb het liever calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Café Cebolla Especias Hinojo Nuez moscada Pimienta Salar Tallos
Endivias braseadasGebraiseerd
Gegrild
Gegrilde
Gesmoord
Gesmoorde
Gestoofd
Gestoofde
Ingredientes:44
Vier endivias
22
Twee lonchasPlakken de beiconBacon
11
Een/22
Twee cebollaAjuin
Bloembol
Ui
11
Een/22
Twee chalotaSjalot
Ui
11
Een/22
Twee vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de coñacCognac
33
Drie dl de caldo de carne
22
Twee nuecesAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten de mantequillaBoter
Roomboter
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las endivias. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten un cazoEen sauspan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! a fuego vivoHoog vuur. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté a borbotonesBegint te borrelen, se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds las endivias enterasCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Integer
Integere
Jij/je deelt mede
Jij/je deelt mee
Jij/je kondigt aan
Jij/je stelt in kennis
Jij/je verwittigt
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige que se tendránMen zal houden
Zij/ze zullen gehandhaafd worden
Zij/ze zullen in stand
gehouden worden
Zij/ze zullen stilhouden
Zij/ze zullen stilstaan
Zij/ze zullen zich beheersen
Zij/ze zullen zich houden
Zij/ze zullen zich inhouden
Zij/ze zullen zich op
de been houden
Zij/ze zullen zich schrap
zetten cinco5
Vijf minutosMinuten desde queSinds vuelva a hervirWeer kookt. PasadosAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Overlopers
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Verflenste
Vergaan
Verleden
Verledens
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken y escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen.
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds de una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met una nuezEen adamsappel
Een noot
Een okkernoot
Een walnoot de mantequillaBoter
Roomboter y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius). InmediatamenteAanstonds
Dadelijk
Meteen
Onmiddellijk
Op staande voet
Rechtstreeks
Schielijk
Subiet
Zo, echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen las lonchasDe plakken de beiconBacon, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, la chalotaDe sjalot
De ui y la nuezDe adamsappel
De noot
De okkernoot
De walnoot de mantequillaBoter
Roomboter, todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van hasta queTot
Totdat empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a tomarAannemen
Aanpakken
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten colorKleur. MomentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en el queWaarin se incorporanMen voegt toe
Zij/ze sluiten zich aan
Zij/ze treden in dienst las endivias enterasCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Integer
Integere
Jij/je deelt mede
Jij/je deelt mee
Jij/je kondigt aan
Jij/je stelt in kennis
Jij/je verwittigt
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige y con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig, que se flambearánMen zal flamberen conDoor
Met
Per
Samen met coñacCognac. Dos2
Do's
Twee
Tweede minutosMinuten despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens, se cubrenBedekt men
Zij/ze beschermen zich
Zij/ze betrekken
Zij/ze dekken zich conDoor
Met
Per
Samen met el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat, se sazonanBrengt men op smaak
Men brengt op smaak conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, se tapaMen bedekt la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen cocerBakken
Koken por espacio deGedurende unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten. Antes deAlvorens te
Voor sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken, comprobarBevinden
Bewijzen
Constateren
Controleren
Nagaan
Proberen
Vaststellen
Verifiëren conDoor
Met
Per
Samen met una agujaEen geep
Een naald
Een spoorwissel
Een wissel siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el interiorDe binnenkant
De boezem
De schoot
Het binnenland
Het binnenste
Het interieur estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en su puntoMedium gebakken.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Chalota Nuez
Tarta de zanahoriaWorteltaart alNaar de
Naar het perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
Ingredientes:300300
Driehonderd gr de pasta quebrada
11
Een kg de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
11
Een huevoEi
100100
Honderd gr de nata frescaVerse room
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
PimientaPeper
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
11
Een buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende manojoBosje
Bundeltje
Handvol
Wis de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
Preparación:
CocerBakken
Koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1010
Tien minutosMinuten la pasta quebradaDe pâté brisée
Het boterdeeg. CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven y cocerlasKoken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten. EscúrrelasLaat ze uitlekken y repártelasVerdeel ze por el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds de la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje. BateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houw!
Klap!
Klop
Klop!
Mep!
Roer door!
Roer om!
Roer!
Sla! el huevoHet ei
Kip-en-eiprobleem conDoor
Met
Per
Samen met la nataDe room
De slagroom
Het puikje, salpimentaKruid met zout en
peper y echaBegin handel te drijven
met!
Gooi erop!
Gooi!
Heb aandeel in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet buiten de
deur
Jaag weg!
Keil!
Kondig aan!
Krijg!
Laat aan het lot
over!
Leg op!
Maak bekend!
Maak vast!
Neem!
Schat!
Schenk in!
Sla uit!
Smijt!
Speel een partijtje!
Speel uit!
Spreek uit!
Stort!
Strooi!
Stuur weg!
Tank!
Treed op in!
Uit!
Voeg toe!
Voegt toe
Voer op!
Wed!
Wedijver!
Werp!
Zeg!
Zend weg!
Zet buiten de deur! el ajoDe/het knoflook y el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y hornéaloBak het duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 4040
Veertig minutosMinuten en hornoKachel
Oven fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Perejil Pimienta
GuisantesDoperwten
Erwten a la llavaneras
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! seis6
Zes personasMensen
Personages
Personen)
11
Een/44
Vier de costillas de cerdoSpare ribs
Varkensribbetjes
Varkensribbetjes ('spare ribs')
33
Drie butifarrasButifarra's negrasZwart
Zwarte
100gr de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf
55
Vijf cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
11
Een/22
Twee kg de tomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
11
Een/22
Twee vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de vino blancoWitte wijn
33
Drie cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien
mentaEngelse munt
Kruizemunt
Munt
Pepermunt frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse, aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimienta negraZwarte peper, laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y
grasa de cerdoReuzel
Varkensvet
Preparación:
Se fríeBakt men
Men bakt en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y grasa de cerdoReuzel
Varkensvet la carneHet vlees troceadaIn stukjes gesneden
In stukken gesneden. Es convenienteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaamt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten las butifarrasDe butifarra's aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se os desharán(Ze) zullen uit elkaar
vallen (estoDeze
Dit noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank es queDat komt omdat
Want quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt malBeroerd
Beroerde
Boosaardig
Boosaardige
Kwaad
Kwaal
Kwalijk
Kwalijke
Moeilijk
Nadeel
Onaangenaam
Onaangename
Ramp
Schade
Schadelijk
Schadelijke
Slecht
Slechte
Verkeerd
Versleten
Weinig
Ziekte, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! un saborEen smaak excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke, peroDoch
Echter
Maar entoncesDan
Dus
Toen noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se veHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet: vosotrosGijlieden
Je
Jullie mismosEigen
Zelf
Zelfde
Zelve). A medida queNaarmate loDe
Hem
Het
U vayáis teniendoJullie gaan hebben todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde, loDe
Hem
Het
U ponéisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met una hoja de laurelEen laurier
Een laurierblad, las cinco5
Vijf cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte y unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n ramitasTakjes de mentaEngelse munt
Kruizemunt
Munt
Pepermunt. (Otra vezNog een keer
Nog eens
Nogmaals
Opnieuw
Weer: siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen la butifarraDe butifarra negraZwart
Zwarte enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank la pongáisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie doen erin
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen deshechaGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen impregnándoloDoordringend todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, adelanteAccelereert u!
Bespoedigt u!
Betaalt u vooruit!
Binnen
Gaat u voor!
Haalt u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accelereert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespoedigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betaalt vooruit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze passeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart voorbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbetert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veredelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhaast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermeerdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze versnelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervroegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet vooruit
Ik accelereer
Ik bespoedig
Ik betaal vooruit
Ik ga voor
Ik haal in
Ik leen
Ik leen uit
Ik loop voor
Ik passeer
Ik rijd voorbij
Ik schiet voor
Ik schuif uit
Ik steek uit
Ik vaar voorbij
Ik verbeter
Ik veredel
Ik verhaast
Ik vermeerder
Ik versnel
Ik vervroeg
Ik zet terug
Ik zet vooruit
Kom binnen
Leent u uit!
Leent u!
Loopt u voor!
Naar voren
Passeert u!
Rijdt u voorbij!
Schiet u voor!
Schuift u uit!
Steekt u uit!
Vaart u voorbij!
Verbetert u!
Veredelt u!
Verhaast u!
Vermeerdert u!
Versnelt u!
Vervroegt u!
Voorover
Voort
Vooruit
Voorwaarts
Zet u terug!
Zet u vooruit!.) En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan freísJullie bakken
Jullie braden
Jullie frituren
Jullie fruiten las tres3
Drie cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finamenteFijn
Keurig. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! doraditasGoudbruin
Goudbruine, añadísJullie brengen aan
Jullie doen bij
Jullie geven toe
Jullie leggen bij
Jullie mengen bij
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten ralladosGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte, el vinoDe wijn y medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. Se reduceMen kookt in a la terceraDe derde
De terts parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde a fuego vivoHoog vuur y se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd a la cazuelaIn de kookpot conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk de los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten. Se pruebaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Men probeert
Men proeft la salHet zout y se rectificaMen brengt op smaak siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node. Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los guisantesDe doperwten
De erwten. CuandoAls
Tijdens
Wanneer estos esténDezen zijn cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten, se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit una picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals habéisJullie hebben
Jullie zijn elegidoGekozen
Geselecteerd
Uitgekozen
Uitgelezen
Uitgepikt
Uitgezocht
Uitverkoren
Verkorenª
Verkozen que la butifarraDe butifarra negraZwart
Zwarte se veaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is duidelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich zien
Men ziet enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige, esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats el momentoDe oogwenk
De tel
De wijl
De wip
Het moment
Het ogenblik
Het tijdstip de añadirlaAan hem toevoegen
Voeg toe y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank removerRoeren
Verwijderen muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere a partir de ahoraVanaf nu. Se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen brevementeBeknopt
Kort
Met één woord todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Almendra Laurel Menta Pimienta negra
EspárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps con cremaIn room
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
11
Een kg de espárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps
33
Drie yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels de huevoEi
100100
Honderd gr de nata montada
LimónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
PimientaPeper
CebollinoBieslook
Fijn bieslook
Grof bieslook
Grove bieslook
Japanse bladui
Japanse bosui
Pijplook
Schaluun
Snijlook
Stengelajuin
Stengelui
Stengellook picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige a voluntadNaar believen
Naar wens
Volgens zijn wil
Preparación:
Pela losSchil de espárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps y líalosBind ze vast en pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne manojosBosjes
Bundeltjes
Handvollen
Wissen. ÉchaloGooi het a un cazoEen sauspan conDoor
Met
Per
Samen met agua saladaZilt water hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend y déjaloLaat het cocerBakken
Koken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 2020
Twintig minutosMinuten (el tiempoDe poos
De tijd
De weersomstandigheden
De werkwoordstijd
Het weder de cocciónBakken
Koken dependeBen afhankelijk!
Dat hangt er van
af
Dat hangt ervan af
Hang af!
Het hangt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt deel uit
Maak deel uit! del grosorDikte de los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps. EstaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten cuandoAls
Tijdens
Wanneer la puntaDe neus
De piek
De spits
De tip
De top
Het landhoofd
Het topje cedaCedeert u!
Geeft u toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cedeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijkt
Ik cedeer
Ik geef toe
Ik sta af
Ik wijk
Meegeeft
Staat u af!
Wijkt u! siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals la apretamosWij erop drukken
Wij/we beklemden
Wij/we beklemmen
Wij/we draaiden aan
Wij/we draaien aan
Wij/we dringen
Wij/we dringen aan
Wij/we drongen
Wij/we drongen aan
Wij/we drukken
Wij/we drukken aan
Wij/we drukken op
Wij/we drukten
Wij/we drukten aan
Wij/we drukten op
Wij/we duwden aan
Wij/we duwen aan
Wij/we knelden
Wij/we knellen
Wij/we persen
Wij/we persten
Wij/we pressen
Wij/we presten conDoor
Met
Per
Samen met los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten ponlosLeg ze en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs y cúbrelosBedek ze conDoor
Met
Per
Samen met un trapoEen doek
Een flard
Een lap
Een lomp
Een lor
Een tod
Een vod
Een vodje o un papel absorbenteEen absorberend papier
Een vloeipapier paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! eliminarAfschaffen
Elimineren
Opdoeken
Uitmaken
Uitschakelen
Uitsluiten
Verwijderen
Wegdoen
Wegwerken la humedadDe vochtigheid. A parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde, prepararemosWij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bereiden
Wij/we zullen klaarmaken
Wij/we zullen opleiden
Wij/we zullen toebereiden
Wij/we zullen voorbereiden
Zullen we bereiden la cremaDe custard
De room
De vla
Het deelteken
Het puikje
Het trema de la formaDe formaliteit
De gedaante
De manier
De vorm
De wijze siguienteAanstaand
Aanstaande
Volgend
Volgende: BateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houw!
Klap!
Klop
Klop!
Mep!
Roer door!
Roer om!
Roer!
Sla! los huevosDe eier
De eieren juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met la nataDe room
De slagroom
Het puikje y ponBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren alNaar de
Naar het Baño maríaAu bain marie
Au bain-marie, añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! el zumo de limónHet citroensap y mezclaArtsenijmengsel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mixt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tempert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermengt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwart
Melange
Meng!
Mengeling
Mengelmoes
Mengen
Mengsel
Mix
Mix!
Mixen
Mixtuur
Temper!
Temperen
Vermeng!
Vermengen
Vermenging
Verwar!
Verwarren. CalientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Stook!
Verhit!
Verwarm
Verwarm!
Warm! un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat y añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! el cebollinoDe japanse bladui
De japanse bosui
De pijplook
De schaluun
De snijlook
De stengelajuin
De stengelui
De stengellook
De/het fijn bieslook
De/het grof bieslook
De/het grove bieslook finamenteFijn
Keurig picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. SirveBaat!
Bedien!
Ben geschikt!
Ben van dienst!
Bewijs een dienst!
Deug!
Dien op
Dien op!
Dien!
Dient
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Kaart aan!
Serveer! juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebollino Cebollino Limón Pimienta
Mousse de remolachaMousse van rode bietjes
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
700700
Zevenhonderd gr de remolachaBeetwortel
Biet
Kroot
Mangelwortel
Rode bietjes crudaBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige
200200
Tweehonderd gr de patataAardappel
Pieper
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de caféArabicakoffie
Arabische koffie
Bistro
Café
Koffie
Koffiehuis de cebollinoBieslook
Fijn bieslook
Grof bieslook
Grove bieslook
Japanse bladui
Japanse bosui
Pijplook
Schaluun
Snijlook
Stengelajuin
Stengelui
Stengellook
1010
Tien cl de nata frescaVerse room
Nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
PimientaPeper
Preparación:
CocerBakken
Koken la remolachaDe beetwortel
De biet
De kroot
De mangelwortel
De rode bietjes en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 4040
Veertig minutosMinuten. DetenerAanhouden
Afhouden
Arresteren
In verzekerde bewaring nemen
Inrekenen
Onthouden
Onttrekken
Ophouden met
Stoppen
Weghouden la cocciónHet bakken
Het koken cuandoAls
Tijdens
Wanneer un cuchilloEen mes entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen fácilmenteAllicht
Gemakkelijk
Makkelijk
Met gemak en la remolachaDe beetwortel
De biet
De kroot
De mangelwortel
De rode bietjes. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte, pélalasSchil ze y envuélvelasWikkel ze en papel de aluminioAlufolie. HazBedrijf!
Bos
Breng uit!
Bundel
Doe!
Maak
Maak aan!
Maak!
Richt uit!
Voer uit! el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve procesoGeding
Gerechtszaak
Ik verwerk
Ontwikkelingsgang
Proces
Rechtsgeding
Rechtszaak
Verloop
Zaak conDoor
Met
Per
Samen met las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. PonBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! a fuego medioMatig vuur remolachaBeetwortel
Biet
Kroot
Mangelwortel
Rode bietjes y patatasAardappelen
Aardappels
Piepers envueltasBetrokken bij
Gebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Omwikkelde
Opgerold
Verpakt duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 11
Een horaTijd
Uur hasta queTot
Totdat estén hechasKlaar zijn. Pela lasSchil de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers cuandoAls
Tijdens
Wanneer aúnNog
Nog altijd
Nog steeds estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme. PásalosPasseer ze hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte. CalientaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Stook!
Verhit!
Verwarm
Verwarm!
Warm! en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan la nata frescaDe verse room, cuandoAls
Tijdens
Wanneer comienceBegint u met!
Begint u!
Bindt u aan!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Het begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik begin met
Ik bind aan
Ik breek aan
Ik ga in
Ik vang aan
Vangt u aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! el puréDe brij
De pap
De puree y bateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houw!
Klap!
Klop
Klop!
Mep!
Roer door!
Roer om!
Roer!
Sla! hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven un mousseEen mousse ligeroGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte. AñadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! la nuez moscadaDe foelie
De muskaatnoot
De nootmuskaat
De pala. EsparceBestrooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestrooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreidt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Spreid uit
Spreid uit!
Verdeel! el cebollinoDe japanse bladui
De japanse bosui
De pijplook
De schaluun
De snijlook
De stengelajuin
De stengelui
De stengellook
De/het fijn bieslook
De/het grof bieslook
De/het grove bieslook. SalpimentaKruid met zout en
peper y sirveBaat!
Bedien!
Ben geschikt!
Ben van dienst!
Bewijs een dienst!
Deug!
Dien op
Dien op!
Dien!
Dient
Help!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewijst een dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deugt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze helpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is geschikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is van dienst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kaart aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze serveert
Kaart aan!
Serveer!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Café Cebollino Cebollino Nuez moscada Patata Pimienta Remolacha
FiletesBiefstukken
Filets
Filetten
Lijsten
Moten
Plakken
Randen
Richels
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën de huertaBoomgaard
Groentetuin
Moestuin
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
11
Een 11
Een/22
Twee kg de acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen
HarinaBloem
Meel
22
Twee huevosEieren
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
LimpiaHelder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loutert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert
Louter
Louter!
Loutere
Maak schoon!
Netto-
Poets!
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinig!
Schone
Schoon
Snoei!
Veeg af!
Wrijf op!
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuiver!
Zuivere bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten quitandoAfdoend
Afhalend
Afnemend
Aftrekkend
Afzettend
Berovend
Eraf halend
Opgevend
Prijsgevend
Rissend
Ritsend
Uitdoend
Uitkrijgend
Uittrekkend
Verwijderend
Weghalend
Weglatend
Wegnemend loDe
Hem
Het
U verdeGroen
Groene y cortandoAfbrekend
Afplukkend
Afrukkend
Afsnijdend
Doorsnijdend
Hakkend
Het hoofd afslaand
Houwend
Kappend
Knippend
Onthoofdend
Plukkend
Scherend
Sectie verrichtend
Snerpend
Snijdend
Snoeiend
Uitschakelend
Wegscheurend las pencasDe geselen
De gesels en trozosIn stukken de unosVan zo´n 55
Vijf cmCentimeter
Cm
Cm., ponlasLeg ze a cocerBakken
Koken en agua saladaZilt water hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 45 minutosMinuten. PreparaBereid toe!
Bereid voor!
Bereid!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leidt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt klaar
Leid op!
Maak aan!
Maak klaar
Maak klaar! una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend y ponBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! a freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en élDaaraan
Erin las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten rebozadasBedekt (vaak met ei
en meel)
Gepaneerd en harinaBloem
Meel y huevo batidoGeklopt ei. Que aprovecheEet smakelijk
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Verde
JudíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen a la añoranzaDe nostalgie
Het verlangen
Ingredientes:400400
Vierhonderd g. de judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen (de las blancasBlank
Blanke
Wit
Witte)
44
Vier dientes de ajoKnoflookteentjes
6-8 granos de pimienta negraZwarte peperkorrels
5-6 hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de salviaBlauwe salie
Echte salie
Franse thee
Salie
Salvia
Selft
Selve
Tuinsalie
11
Een/22
Twee (mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!) guindillaChilipeper
Juut
Lombok
Rode peper
Smeris
Spaanse peper vascaBaskisch
Baskische (me refiero aIk beroep me op
Ik steun op
Ik verwijs naar esasDie alargadasAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd, finitasEindig
Eindige, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picantesGekruid
Gekruide
Gepeperd
Gepeperde
Heet
Hete
Pikant
Pikante
Pittig
Pittige
Prikkelend
Prikkelende
Scherp
Scherpe, que en el NorteHet noorden se preparan paraZij/ze bereiden zich voor
op
Zij/ze maken zich klaar
voor encurtidosAtjars
Ingelegd
Ingelegd (in azijn)
Ingelegde
Mixed pickles
Piccalilly
Tafelzuren
Zoet-zuren
Zoet-zuur
11
Een/22
Twee (mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!) tazaBeker
Kop
Kopje de aceite de oliva virgenOlijfolie vierge
Vierge olijfolie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
La nocheDe avond
De nacht antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger meMe
Mij ponéisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen en remojoIn de week, conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! que apenasAmper
Jij/je bedroeft
Kwalijk
Nauwelijks
Ternauwernood meMe
Mij las cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan!. Los toscanosInwoner van toscane
Toscaners meMe
Mij guisan(Zij) bereiden
Zij/ze bekokstoven
Zij/ze koken
Zij/ze smoren
Zij/ze stoven estaDeze
Dit recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! en una frascaFles vacíaGiet af!
Giet!
Haal uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze holt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ledigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lenst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze licht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ruimt
Hol
Hol uit!
Holle
Ijdel
Ijdele
Ingebeeld
Ingebeelde
Ledig
Ledig!
Ledige
Leeg
Leeg!
Lege
Lens!
Licht!
Onbewoond
Onbewoonde
Onvolmaakt
Onvolmaakte
Ruim!
Verlaten
Vruchteloos
Vruchteloze
Werkloos
Werkloze de 11
Een,55
Vijf litrosLiters de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de ChiantiChianti (de bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater anchaBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde y barrigonaDikbuikig
Dikbuikige). ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals nosotrosOns
We
Wij noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast talesDergelijk
Dergelijke
Dusdanig
Dusdanige
Jij/je hakt om
Jij/je legt in de
as
Jij/je velt
Jij/je verbrandt
Jij/je verwoest
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk
Zulke frascasFlessen (quizáMisschien
Mogelijk
Mogelijkerwijs
Soms
Wellicht porqueAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl tenemosWij hebben
Wij/we hebben
Wij/we houden
Wij/we houden bij
Wij/we houden erop na
Wij/we houden vast vinosWijnen muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere, muchísimoZeer veel másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus mejoresBest
Beste
Beter
Betere
Jij/je maakt beter
Jij/je overtreft
Jij/je verbetert
Jij/je veredelt) usadmeGebruik un tarroEen pot
Een potje de vidrioGlazen
Van glas de bocaBek
Mond
Monding
Opening
Snater anchaBrede
Breed
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde y de noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank menorJonger
Jongere
Jongste
Kleiner
Kleinere
Lager
Lagere
Minder
Minste capacidadAanleg
Bekwaamheid
Capaciteit
Geschiktheid
Inhoud
Inhoudsgrootte
Kundigheid
Laadvermogen
Ruimte
Talent
Vaardigheid
Vermogen (¿puedoIk kan
Ik mag sugerirosJullie suggereren que uséisJullie benutten
Jullie beschikken over
Jullie disponeren
Jullie gebruiken
Jullie wenden aan uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de esosDie en los queWie
Zij die vienen(Zij) komen
Zij/ze komen
Zij/ze komen mee los melocotones en almíbarDe perziken in stroop enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige).
TiráisJullie gooien
Jullie gooien uit
Jullie gooien weg
Jullie paffen
Jullie schieten
Jullie smijten uit
Jullie trekken
Jullie vuren
Jullie werpen omver
Jullie werpen uit el aguaHet water del día anteriorVoorgaande dag, y echáisJullie beginnen handel te
drijven met
Jullie gooien
Jullie gooien erop
Jullie hebben aandeel in
Jullie jagen weg
Jullie keilen
Jullie kondigen aan
Jullie krijgen
Jullie laten aan het
lot over
Jullie leggen op
Jullie maken bekend
Jullie maken vast
Jullie nemen
Jullie schatten
Jullie schenken in
Jullie slaan uit
Jullie smijten
Jullie spelen een partijtje
Jullie spelen uit
Jullie spreken uit
Jullie storten
Jullie strooien
Jullie sturen weg
Jullie tanken
Jullie treden op in
Jullie uiten
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe
Jullie voeren op
Jullie wedden
Jullie wedijveren
Jullie werpen
Jullie zeggen
Jullie zenden weg
Jullie zetten buiten de
deur en el frascoDe flacon
De fles
Het flesje las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen, el ajoDe/het knoflook machacaditoFijn geplet, la pimientaDe peper (dadoAangegeven
Blok
Derde macht
Dobbelsteen
Gegeven
Klontje
Kubus
Opgebracht
Teerling
Toegebracht
Toegekend
Verleend un golpecitoKlapje, simplementeEenvoudig
Eenvoudigweg
Gewoonweg
Onnozel
Simpel, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! quebrarlaHet te breken), la guindillaDe rode peper cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finitaDun
Eindig
Eindige
Heel fijn, las hojitasDe blaadjes de salviaBlauwe salie
Echte salie
Franse thee
Salie
Salvia
Selft
Selve
Tuinsalie y un parEen duo
Een koppel
Een paar
Een span
Een stel
Een stelletje
Een tweetal de pellizcosSnufjes
Snuifjes de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. LeHaar
Hem
Het
U añadísJullie brengen aan
Jullie doen bij
Jullie geven toe
Jullie leggen bij
Jullie mengen bij
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe el aceiteDe olie
De olijfolie y comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude. MeMe
Mij tapáisJullie bedekken
Jullie beleggen
Jullie dekken
Jullie dekken toe
Jullie dichten
Jullie maken dicht
Jullie stoppen
Jullie stoppen toe
Jullie stoppen vol
Jullie verstoppen el frascoDe flacon
De fles
Het flesje conDoor
Met
Per
Samen met lienzosDoeken
Lijnwaden
Linnens
Schilderijen
Schildersdoeken
Zakdoeken limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere que amarráis aJullie binden vast aan
Jullie maken vast aan la bocaDe bek
De mond
De monding
De snater del frascoFlacon
Fles
Flesje conDoor
Met
Per
Samen met una cuerdaEen koord
Een koorde
Een lijn
Een snaar
Een snoer
Een stemband
Een touw para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se salgaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lekt nadaDrijf!
Helemaal niet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zwemt
In het geheel niet
Niemendal
Niets
Niks
Op generlei wijze
Zwem! de aromaAroma
Boeket
Geur. Y meMe
Mij loDe
Hem
Het
U metéis enJullie doen in
Jullie stoppen in el hornoDe kachel
De oven a una temperaturaEen temperatuur MÍNIMAGeringst
Geringste
Heel klein stukje
Kleinst
Kleinste
Minimum-
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige (digamosLaten we opgeven
Laten we spreken
Laten we zeggen
Wij/we geven op
Wij/we spreken
Wij/we zeggen 120 º y, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank sabéisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten, al puntoHalf doorbakken
Zo mínimoGeringst
Geringste
Kleinst
Kleinste
Minimum
Minimumtemperatuur
Minst
Minste
Onbetekenend
Onbetekenende
Peuterig
Peuterige
Pietluttig
Pietluttige del termostatoThermostaat). Y allíAldaar
Daar
Daarginds
Er
Ginder
Ginds meMe
Mij loDe
Hem
Het
U dejáisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
Laat estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak de tres3
Drie (33
Drie) horasTijden
Uren (vigilandoIn de gaten houdend
Lettend op
Wakend, claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere, a partir deVanaf la horaDe tijd
Het uur y media) -Bemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats menesterNodig, añadidleVoeg eraan toe aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! MUYBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer CALIENTEGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!. Las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen estaránZe zullen zijn
Zij/ze zullen liggen
Zij/ze zullen zich bevinden
Zij/ze zullen zijn
Zij/ze zullen zitten, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el aguaHet water se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand evaporadoVerdampt
Verdampte.
Y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans viene(Het) komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt mee loDe
Hem
Het
U mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever. MeMe
Mij sacáisJullie behalen
Jullie brengen naar buiten
Jullie doen af
Jullie doen uit
Jullie dwingen af
Jullie halen
Jullie halen eruit
Jullie halen te voorschijn
Jullie halen uit
Jullie halen van
Jullie hozen
Jullie knevelen
Jullie krijgen uit
Jullie ontlenen
Jullie persen af
Jullie putten
Jullie scheppen
Jullie trekken uit
Jullie zetten af las judíasDe bonen
De herenbonen
De prinsessenbonen
De slabonen
De snijbonen
De sperziebonen
De suikerbonen (conDoor
Met
Per
Samen met el mejunjeMengsel que las rodea(Het) omringt
Begrijp!
Ga om!
Ga rond!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begrijpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat rond
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omgeeft met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze omringt
Omga!
Omgeef met!
Omgeef!
Omring!) y meMe
Mij las ponéisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer en una fuentecitaSchaal. Las dejáisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
Laat enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen. PuedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen comerseOpeten conDoor
Met
Per
Samen met:
A) Una lataEen blik
Een blikje
Een bus
Een lat
Een trommel
Een trommeltje comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals de 150 grs. de atún en aceiteTonijn in olie (de olivaOlijf
Olijfboom, ¡por DiosGod
Godheid!), a la queDat
Die
Wie
Zij die meMe
Mij habréisJullie zullen hebben
Jullie zullen zijn añadidoAangebracht
Bijgedaan
Bijgelegd
Bijgemengd
Bijgevoegd
Toegegeven
Toegevoegd una cebollaEen ajuin
Een bloembol
Een ui picaditaFijngehakt muy finaHeel fijn, la cortezaDe bast
De boomschors
De dop
De schaal
De schil
De schors ralladaGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen y una cucharaditaEen theelepeltje de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picado finoFijn gesneden.
B) Un parEen duo
Een koppel
Een paar
Een span
Een stel
Een stelletje
Een tweetal de lonchasPlakken de jamón serranoRauwe ham
Serranoham (bueno -Braaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu quiero decirIk bedoel jamón ibérico -Iberico-ham
Iberische ham salvoBehalve
Behoudens
Ik behoud
Ik berg
Ik red que hayaBeuk
Beukennootje
Gewone beuk
Groene beuk
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Ik ben
Ik heb
Is u! que compartirloHet delen conDoor
Met
Per
Samen met los suegrosDe schoonpapa's
De schoonvaders).
Los italianosDe italianen llamanNoemen
Zij/ze bellen
Zij/ze bellen aan
Zij/ze bellen op
Zij/ze benoemen
Zij/ze heten
Zij/ze kloppen
Zij/ze luiden
Zij/ze maken uit voor
Zij/ze noemen
Zij/ze praaien
Zij/ze roepen
Zij/ze roepen aan
Zij/ze roepen op
Zij/ze schellen
Zij/ze telefoneren a estaDeze
Dit cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak "FAGIOLI AL FIASCO" (judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen alNaar de
Naar het frascoFlacon
Fles
Flesje).
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Aroma Dios Granos de pimienta negra Guindilla Guindilla Haya Oliva Perejil Salvia
PorrusaldaPorrusalda
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier racionesAandelen
Delen
Jij/je rantsoeneert
Jij/je verdeelt in porties
Porties
Rantsoenen
Taksen)
11
Een/44
Vier kg de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis en trozoBonk
Brok
Eindje
Filet
Homp
Moot
Plak
Schijf
Snede
Snee
Sneetje
Stuk
Stukje
66
Zes puerrosOerpreien
Preien gordosDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat
22
Twee cucharonesGrote lepels
Opscheplepels
Pollepels de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! de escamarOntschubben el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis
Pimienta negraZwarte peper
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
El bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis estará(Het/hij/zij) zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich bevinden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zitten remojadoGeweekt
Geweekte de vísperaVooravond (12-14 horasTijden
Uren). EscurrirloLaat het uitdruipen y ponerloDoe het in
Zetten en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude; cuandoAls
Tijdens
Wanneer rompa el hervorBegint te koken retirarloEruit halen
Verwijder del fuegoVuur, sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis y guardarBehoeden
Behouden
Bewaken
Bewaren
De wacht hebben
Hoeden
Letten op
Opbergen
Passen op
Waken over el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat. El bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis se puedeMen kan desmenuzarUitrafelen
Verbrokkelen
Verkruimelen o dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige.
En un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees hondoDiep
Diepe echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen el aceiteDe olie
De olijfolie y los ajosDe loken; cuandoAls
Tijdens
Wanneer estén doradosGoudgeel zijn, quitarlosVerwijderen y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los puerrosDe oerpreien
De preien limpiosHelder
Heldere
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere y partidosAchterbannen
Afgebroken
Gedeeld
Gesplitst
Gestart
Getegen
Getogen
Kampen
Op weg gegaan
Opgesplitst
Opgestapt
Partijen
Stemmen
Verdeeld
Vertrokken
Wedstrijden
Weggegaan a trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken gruesosCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikten
Diktes
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Hoofdmachten
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheden. Darles una vueltaKeer ze om y echarlesDoe er bij el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en trozosIn stukken gordosDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige; dar una vueltaKeer om y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen las dos2
Do's
Twee
Tweede cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat y los otrosDe anderen dos2
Do's
Twee
Tweede cucharonesGrote lepels
Opscheplepels
Pollepels de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! del bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis. MachacarFijnstampen
Stampen los ajosDe loken eEn incorporarlosZe weer toevoegen conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de pimienta negraZwarte peper. ProbarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. TaparBedekken
Beleggen
Dekken
Dichten
Dichtmaken
Stoppen
Toedekken
Toestoppen
Verstoppen
Volstoppen y que se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend una horaEen tijd
Een uur, por lo menosAlthans
Minstens
Tenminste, lentamenteLangzaam. ServirlaDien op calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Bacalao Pimienta negra
PuerrosOerpreien
Preien al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier racionesAandelen
Delen
Jij/je rantsoeneert
Jij/je verdeelt in porties
Porties
Rantsoenen
Taksen)
1212
Twaalf puerrosOerpreien
Preien gordosDik
Dikke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
MantequillaBoter
Roomboter
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
1212
Twaalf lonchasPlakken de jamónHam dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
Salsa bechamelBechamel
Bechamelsaus
Pan ralladoPaneermeel
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
Preparación:
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden los puerrosDe oerpreien
De preien paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! hervirlosHen koken enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. EscurrirlosLaat ze uitdruipen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart, dejándolosZe latend enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen, y secarlosHen drogen. PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden una buenaBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende salsa bechamelBechamel
Bechamelsaus y mantenerlaHet te houden fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg del fuegoVuur sin queZonder dat llegueArriveert u!
Begint
Brengt u door!
Geeft u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze arriveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reikt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdrijft
Ik arriveer
Ik breng door
Ik geef aan
Ik kom aan
Ik land aan
Ik reik aan
Ik verdrijf
Komt u aan!
Landt u aan!
Reikt u aan!
Verdrijft u! a enfriarseAfkoelen
Bekoelen del todoGeheel. PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de hornoKachel
Oven con mantequillaMet boter. EnvolverBakeren
Betrekken bij
Impliceren
Inbakeren
Inpakken
Insluiten
Inzwachtelen
Met zich meebrengen
Oprollen
Pakken
Strengelen
Verpakken
Wikkelen
Winden cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes puerroOerprei
Prei en una lonchaEen plak de jamónHam eEn irGaan
Karren
Lopen
Rijden
Van stapel lopen
Varen
Verlopen
Zich begeven colocándolosZe plaatsend en la fuenteDe bron
De fontein
De schaal
De schotel
De welput
Het bekken
Het opdienbord de hornoKachel
Oven. CubrirlosBedek ze conDoor
Met
Per
Samen met salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop y espolvorearBepoederen
Bestrooien pan ralladoPaneermeel por encimaBovendien
Er bovenop. DorarAanbraden
Doreren al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Puerro
ApiosBleekselders
Juffrouwmerken
Selderiezaden
Selderijzaden
Selders alNaar de
Naar het estiloStijl
Trant
Wijze de irúnIrun
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier racionesAandelen
Delen
Jij/je rantsoeneert
Jij/je verdeelt in porties
Porties
Rantsoenen
Taksen)
11
Een apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime enteroCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehele getal
Heel
Hele
Ik deel mede
Ik deel mee
Ik kondig aan
Ik stel in kennis
Ik verwittig
Integer
Integere
Integriteit
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Aceite de olivaOlijfolie
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de vino blancoWitte wijn
22
Twee tomatesTomaatplanten
Tomaten
PerejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
11
Een hojitaBlaadje de laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes
PimientaPeper
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de harinaBloem
Meel
Preparación:
PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden los apiosDe bleekselders
De juffrouwmerken
De selderiezaden
De selderijzaden
De selders separándolosHen scheidend en ramasAfdelingen
Branches
Geslachten
Linies
Takken y cortandoAfbrekend
Afplukkend
Afrukkend
Afsnijdend
Doorsnijdend
Hakkend
Het hoofd afslaand
Houwend
Kappend
Knippend
Onthoofdend
Plukkend
Scherend
Sectie verrichtend
Snerpend
Snijdend
Snoeiend
Uitschakelend
Wegscheurend estasDeze
Dezen. Hacerlos hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden en un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, en la queDat
Die
Wie
Zij die habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben desleídoAangelengd
Gebonden
Opgelost la harinaDe bloem
Het meel. Los apiosDe bleekselders
De juffrouwmerken
De selderiezaden
De selderijzaden
De selders quedaránZij/ze zullen afspreken
Zij/ze zullen blijven
Zij/ze zullen in een
bepaalde toestand raken
Zij/ze zullen passen
Zij/ze zullen staan
Zij/ze zullen zijn
Zullen worden cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten a mediasHalf. EscurrirlosLaat ze uitdruipen y echarlosToevoegen en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! (quedaránZij/ze zullen afspreken
Zij/ze zullen blijven
Zij/ze zullen in een
bepaalde toestand raken
Zij/ze zullen passen
Zij/ze zullen staan
Zij/ze zullen zijn
Zullen worden cubiertosAangezuiverd
Bedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Gedekt
Somber
Sombere
Toegedekt). AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el vino blancoDe witte wijn, los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finamenteFijn
Keurig, lo mismoDito
Hetzelfde
Idem que el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, la hoja de laurelDe laurier
Het laurierblad, los ajosDe loken, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de pimientaPeper en granoGraan
Grein
Koren
Korrel
Kraal
Mee-eter
Pit
Puistje
Zaadje
Zaadkorrel y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. TaparloDe deksel erop doen y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que se hagaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt lentamenteLangzaam unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1010
Tien minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Apio Apio Laurel Perejil Pimienta
CardoCardon
Distel
Ik hekel
Ik kaard
Kardoen
Kardon
Spaanse artisjok
Speerdistel a la navarra
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier racionesAandelen
Delen
Jij/je rantsoeneert
Jij/je verdeelt in porties
Porties
Rantsoenen
Taksen)
11
Een 11
Een/22
Twee kg de cardoCardon
Distel
Ik hekel
Ik kaard
Kardoen
Kardon
Spaanse artisjok
Speerdistel
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
HarinaBloem
Meel
100100
Honderd gr de tocinoSpek
PimientaPeper
Caldo de carne
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren perfectamenteHelemaal
Juist
Volkomen
Volmaakt los cardosDe distels
De kardoenen
De kardoens
De kardons
De spaanse artisjokken
De speerdistels y una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer lavadosAfgewassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Uitgewassen cortarlosSnijd ze en trozosIn stukken y ponerlosZe doen a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, conDoor
Met
Per
Samen met una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de harinaBloem
Meel y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, rehogarSauteren
Smoren (in vet) en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan harinaBloem
Meel conDoor
Met
Per
Samen met tocinoSpek y en cuantoZodra tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik pak aan
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u aan!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u! colorKleur, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper, dejándola(Erop) latend hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden un cuarto de horaEen kwartier. AgregarBijmengen
Toevoegen los cardosDe distels
De kardoenen
De kardoens
De kardons
De spaanse artisjokken
De speerdistels hasta queTot
Totdat cuezan(Zij) koken
Bakt u!
Kookt u!
Zij/ze bakken
Zij/ze koken loDe
Hem
Het
U bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije para queOpdat
Zodat la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop haya mermadoIs ingedikt másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de suHaar
Hun
Uw
Zijn mitadHelft. SeguidamenteAanstonds
Vervolgens se serviránZe zullen worden opgediend
Zij/ze zullen gebruiken
Zij/ze zullen gelieven
Zij/ze zullen toetasten
Zij/ze zullen zich bedienen
Zij/ze zullen zichzelf inschenken
Zij/ze zullen zo goed
zijn om te.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cardo Pimienta
CalabacinesCourgettes
Zucchini's gratinadosGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd
Ingredientes: (ParaBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
44
Vier ó 55
Vijf calabacinesCourgettes
Zucchini's
3030
Dertig gr. de mantequillaBoter
Roomboter
11
Een cl. de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
3030
Dertig gr. de harinaBloem
Meel
11
Een/22
Twee l. de lecheMelk
100100
Honderd gr. de quesoKaas gruyereGruyère o emmentalEmmental
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala
Preparación:
Se lavanMen wast
Zij/ze wassen zich bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart los calabacinesDe courgettes
De zucchini's. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te pelarlosSchil ze. se rizanMen groeft conDoor
Met
Per
Samen met un rizalimonesEen canneleermes o conDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat gruesasCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige. En un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat que se usaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal gebruikelijk zijn
Men zal gebruiken luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo en el hornoDe kachel
De oven, se pone a calentarMen verwarmt la mantequillaDe boter
De roomboter y el aceiteDe olie
De olijfolie. Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los calabacinesDe courgettes
De zucchini's, se sazonanBrengt men op smaak
Men brengt op smaak conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala y se salteanMen bakt. Se espolvoreaMen bestrooit conDoor
Met
Per
Samen met harinaBloem
Meel y se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la lecheDe melk un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat templadaBezadigd
Bezadigde
Dapper en kalm
Gehard
Gematigd
Gematigde
Gestaald
Gestemd
Getemperd
Handwarm
Handwarme
Lauw
Lauwe
Lauwwarm
Lauwwarme
Mat
Matig
Matige
Matte
Moedig
Moedige. Se deja que hiervanLaat ze koken y se espolvoreanBestrooi ze de abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige queso ralladoGeraspte kaas. Se meteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt ergens in
Men plaatst el recipienteDe bak
De kom
De pot
De pul
De schaal
De vaas alNaar de
Naar het grillGrill del hornoKachel
Oven y se sirvenMen dient ze op
Zij/ze bedienen zich
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gelieven
Zij/ze schenken zichzelf in
Zij/ze tasten toe
Zij/ze zijn zo goed
om te bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart gratinadosGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd y calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme.
De los siguientes palabras hay una foto:
Nuez moscada
CardoCardon
Distel
Ik hekel
Ik kaard
Kardoen
Kardon
Spaanse artisjok
Speerdistel conDoor
Met
Per
Samen met alcachofasArtisjokken
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
11
Een cardoCardon
Distel
Ik hekel
Ik kaard
Kardoen
Kardon
Spaanse artisjok
Speerdistel
1616
Zestien alcachofasArtisjokken
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes
5050
Vijftig grs de harinaBloem
Meel
22
Twee limonesCitroenbladen
Citroenen
Limoenen
100100
Honderd grs de jamónHam en taquitosRolletjes
Un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
5050
Vijftig grs de almendra fileteada y tostadaFijn gesneden geroosterde amandel
Preparación:
Se pelaMen schilt el cardoDe cardon
De distel
De kardoen
De kardon
De spaanse artisjok
De speerdistel quitándoleEraf halend todos losAlle hilosDraden
Garens y se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt en trozosIn stukken de unosVan zo´n 22
Twee cmCentimeter
Cm
Cm.. Se limpianMen maakt schoon tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook las alcachofasDe artisjokken pasándolas por limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se pongan(Zij) worden
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden negrasZwart
Zwarte y se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds a un fondoEen aarde
Een achtergrond
Een bodem
Een diepte
Een essentiële
Een fond
Een fonds
Een grond
Een kapitaal
Een kern
Een ondergrond
Een onderrok
Een voedingsbodem
Een voornaamste blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte (aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, harinaBloem
Meel, limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon). A continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende, se cuecenWorden gekookt por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen el cardoDe cardon
De distel
De kardoen
De kardon
De spaanse artisjok
De speerdistel y las alcachofasDe artisjokken en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte, quitandoAfdoend
Afhalend
Afnemend
Aftrekkend
Afzettend
Berovend
Eraf halend
Opgevend
Prijsgevend
Rissend
Ritsend
Uitdoend
Uitkrijgend
Uittrekkend
Verwijderend
Weghalend
Weglatend
Wegnemend el trozoDe bonk
De homp
De moot
De plak
De schijf
De snede
De snee
De/het brok
De/het filet
Het eindje
Het sneetje
Het stuk
Het stukje de limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af!, en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden los 22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. Antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer el ajoDe/het knoflook se doreBruin wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bruin, se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds los taquitosRolletjes de jamónHam. Se rehogaMen verwarmt weer, se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd el cardoDe cardon
De distel
De kardoen
De kardon
De spaanse artisjok
De speerdistel y las alcachofasDe artisjokken y se salteaMen bakt. Las alcachofasDe artisjokken se puedenMen kan calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se rompanStuk gaan
Zij/ze gaan kapot. Se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat del cardoCardon
Distel
Ik hekel
Ik kaard
Kardoen
Kardon
Spaanse artisjok
Speerdistel y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat un ratoEen poos
Een poosje
Een tijdje
Eventjes en el fuegoHet vuur hasta queTot
Totdat la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop engordeDik wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mest vet
Ik maak dik
Ik maak vet
Ik mest vet
Maakt u dik!
Maakt u vet!
Mest u vet!. Se pruebaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Men probeert
Men proeft de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. Por últimoTenslotte, se emplearaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield zich bezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was werkzaam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdde zich
Men gebruikt el cardoDe cardon
De distel
De kardoen
De kardon
De spaanse artisjok
De speerdistel, y las alcachofasDe artisjokken, se napaNapa conDoor
Met
Per
Samen met la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop y se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit por encimaBovendien
Er bovenop la almendraDe amandel
De zoete amandel fileteadaGefileerd
Gefileerde y tostadaBeschuit
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toast
Tosti y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cardo Limón Perejil
Coles de BruselasBrusselse spruitjes
Spruiten
Spruitjes
Spruitkool a la cremaServido con nata o bechamel.
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
11
Een kg de coles de BruselasBrusselse spruitjes
Spruiten
Spruitjes
Spruitkool
5050
Vijftig gr de mantequillaBoter
Roomboter
11
Een/22
Twee l. de lecheMelk
11
Een/22
Twee vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Pimienta blancaWitte peper
Preparación:
Se cuecenWorden gekookt las colesDe kolen
De kooltjes duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens diez10
Tien minutosMinuten en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. Se escurrenMen laat afdruipen
Men laat uitdruipen y se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden a cocerBakken
Koken conDoor
Met
Per
Samen met la lecheDe melk duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens media horaEen half uur
Halfuur a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius). Se separanMen verwijdert
Zij/ze gaan uit elkaar
Zij/ze scheiden del fuegoVuur y se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la mantequillaDe boter
De roomboter y la nataDe room
De slagroom
Het puikje. Se sazonaMen brengt op smaak de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper y sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden en una legumbrera y se sirvenMen dient ze op
Zij/ze bedienen zich
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gelieven
Zij/ze schenken zichzelf in
Zij/ze tasten toe
Zij/ze zijn zo goed
om te.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimienta Pimienta blanca
AcelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen a la vascaDe baskische
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
11
Een,55
Vijf kg de acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen
11
Een,22
Twee kg de patataAardappel
Pieper
200200
Tweehonderd gr de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
33
Drie dl de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
44
Vier dientes de ajoKnoflookteentjes
33
Drie huevosEieren
100100
Honderd gr de harinaBloem
Meel
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten y quitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen las fibrasDe vezels a las pencasDe geselen
De gesels (separarAfscheiden
Afzonderen
Scheiden
Schiften
Uit elkaar halen loDe
Hem
Het
U verdeGroen
Groene de loDe
Hem
Het
U blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte). PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a cocerBakken
Koken por separadoAfzonderlijk
Apart
Gescheiden
Terzijde
Vaneen; el verdeGroen
Groene cambiarAfwisselen
Denatureren
Kenteren
Omwisselen
Ruilen
Variëren
Veranderen
Verkeren
Vermaken
Verwisselen
Werken
Wisselen dos vecesTwee keer
Tweemaal de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. La cocciónHet bakken
Het koken se realizaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geschiedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is aan de
hand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze valt voor
Wordt uitgevoerd conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! se cuecenWorden gekookt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men puréBrij
Moes
Pap
Puree y añadiremosWij/we zullen aanbrengen
Wij/we zullen bijdoen
Wij/we zullen bijleggen
Wij/we zullen bijmengen
Wij/we zullen bijvoegen
Wij/we zullen toegeven
Wij/we zullen toevoegen
Zullen wij toevoegen loDe
Hem
Het
U verdeGroen
Groene de la acelgaDe biet
De kroot
De snijbiet
De snijbietribben
De strandbiet
De warmoes bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridoAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen y picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. Se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men un refrito de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look conDoor
Met
Per
Samen met la mitadDe helft del aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! anteriormenteDaarvoor
Eerder
Hiervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Vroeger
Weleer indicadoAangeduid
Aangegeven
Aangewezen
Beduid
Een sein gegeven
Een teken gegeven
Gekenmerkt
Gelaten zien
Gemerkt
Geseind
Getekend
Getoond
Gewezen
Tentoongespreid
Uitgeduid
Uitgewezen
Vertoond, mezclándoloHet vermengend alNaar de
Naar het puréBrij
Moes
Pap
Puree anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere. Dar punto de salOp smaak brengen met
zout.
AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! freiremosWij/we zullen bakken
Wij/we zullen braden
Wij/we zullen frituren
Wij/we zullen fruiten
Zullen wij bakken las pencasDe geselen
De gesels rebozadasBedekt (vaak met ei
en meel)
Gepaneerd de harinaBloem
Meel y huevoEi conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk del aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y un diente de ajoEen knoflookteentje
Een teen knoflook
Een teentje knoflook. ConDoor
Met
Per
Samen met ellasHen
Ze
Zij se guarneceVersiert men el puréDe brij
De pap
De puree.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Patata Verde
Menestra de verdurasBrunoise (fijne dobbelsteentjes)
Dobbelsteentjes gesneden (groente)
Ingredientes:1212
Twaalf cebollitasSjalotten frescasBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
200200
Tweehonderd gr de guisantesDoperwten
Erwten frescosBrutaal
Brutale
Fresco's
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koeltes
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
200200
Tweehonderd gr de vainasBladscheden
Bladschedes
Doppen
Kokers
Peulen
Scheden
Schedes
Schillen (judías verdesSperziebonen)
150 gr de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
200200
Tweehonderd gr de alcachofasArtisjokken frescasBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
200200
Tweehonderd gr de espárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps
200200
Tweehonderd gr de espinacasSpinazie
Spinazies
200200
Tweehonderd gr de patatitasAardappeltjes nuevasNieuw
Nieuwe
200200
Tweehonderd gr de jamón serranoRauwe ham
Serranoham en cuadritosVierkantjes
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
PimientaPeper
44
Vier lonchasPlakken de jamónHam
JulianaDamastbloem
Julienne de lechugaGroene salade
Krop sla
Kropsla
Latuw
Sla
Preparación:
CoceremosWij zullen koken
Wij/we zullen bakken
Wij/we zullen koken las espinacasDe spinazie de antemanoBij voorbaat
Op voorhand
Van te voren
Van tevoren
Vooraf y las escurriremosWij zullen laten afdruipen
Wij/we zullen afdruipen
Wij/we zullen afgieten
Wij/we zullen laten uitlekken
Wij/we zullen uitdruipen
Wij/we zullen uitwringen. CoceremosWij zullen koken
Wij/we zullen bakken
Wij/we zullen koken tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook cortándolas en 44
Vier las alcachofasDe artisjokken en un fondoEen aarde
Een achtergrond
Een bodem
Een diepte
Een essentiële
Een fond
Een fonds
Een grond
Een kapitaal
Een kern
Een ondergrond
Een onderrok
Een voedingsbodem
Een voornaamste blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de harinaBloem
Meel y zumo de limónCitroensap, así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps loDe
Hem
Het
U haremosWij zullen maken
Wij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bedrijven
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen maken
Wij/we zullen uitbrengen
Wij/we zullen uitrichten
Wij/we zullen uitvoeren en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend y en manojosBosjes
Bundeltjes
Handvollen
Wissen. En una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan aparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! pondremosWij/we zullen aan de
praat krijgen
Wij/we zullen aandoen
Wij/we zullen aantrekken
Wij/we zullen aanzetten
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen inschakelen
Wij/we zullen leggen
Wij/we zullen neerleggen
Wij/we zullen neerzetten
Wij/we zullen op gang
brengen
Wij/we zullen opbrengen
Wij/we zullen opleggen
Wij/we zullen plaatsen
Wij/we zullen steken
Wij/we zullen stellen
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vlijen
Wij/we zullen zetten
Zullen wij doen conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! a rehogarSauteren
Smoren (in vet) las cebollitasSjalotten y los cuadraditosDe vierkantjes de jamónHam; cuandoAls
Tijdens
Wanneer se coloreenKleuren un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la julianaDamastbloem
Julienne de lechugaGroene salade
Krop sla
Kropsla
Latuw
Sla, guisantesDoperwten
Erwten, vainasBladscheden
Bladschedes
Doppen
Kokers
Peulen
Scheden
Schedes
Schillen (cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd de antemanoBij voorbaat
Op voorhand
Van te voren
Van tevoren
Vooraf) y zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels. MojarBetten
Bevochtigen
Deppen
Indompelen
Indopen
Mouilleren
Nat maken
Soppen conDoor
Met
Per
Samen met fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte o en su defectoBij afwezigheid daarvan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!; a mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! cocciónBakken
Koken añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers previamenteEerst
Vooraf peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde. RectificarAssaisoner
Door herhaalde destillatie zuiveren
Gelijkrichten
Op smaak brengen de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cuadritos Lechuga Patatita Pimienta
Hervido valencianoValenciaanse bonenhutspot
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen y grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime
44
Vier cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de 'bajoqueta' (judíaBoon
Herenboon
Joods
Joodse
Prinsessenboon
Slaboon
Snijboon
Sperzieboon
Suikerboon tiernaGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte)
11
Een/22
Twee litroLiter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
Aceite de olivaOlijfolie, vinagreAzijn
Edik y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien; se lesHen
Hun
U da aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet uit op
Zie uit op! las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien un corteEen coupon
Een scherp van een
mes
Een snee
Een snit en susHaar
Hun
Uw
Zijn extremosAangelegenheden
Buitengewone
Buitengewoon
Extreem
Extreme
Hevig
Hevige
Laatst
Laatste
Neuzen
Ongemeen
Ongemene
Overdadig
Overdadige
Overdreven
Overmatig
Overmatige
Pieken
Punten
Spitsen
Tippen
Topjes
Toppen
Toppunten
Uiteenlopend
Uiteenlopende
Uiteinden
Uiteindes
Uiterst
Uiterste
Uitersten
Verschillend
Verschillende
Verwijderd
Verwijderde; se despuntanMen dopt las judías verdesDe sperziebonen y se limpianMen maakt schoon de hilosDraden
Garens si fuera necesarioIndien nodig. Se pone a calentarMen verwarmt el aguaHet water en un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees o cacerolaBraadpan
Degenkrab
Kasserol
Kastrol
Pan
Sauspan
Steelpan y cuandoAls
Tijdens
Wanneer rompe a hervir(Het) begint te koken se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, las cebollasDe ajuinen
De bloembollen
De uien y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Todo estoDit alles se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken de veinte20
Twintig a veinticinco25
Vijfentwintig minutosMinuten, pasado este tiempoDaarna se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan las 'bajoquetas' (judías verdesSperziebonen o vainasBladscheden
Bladschedes
Doppen
Kokers
Peulen
Scheden
Schedes
Schillen) y se prolongaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt lang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gerekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt verlengd
Men zet voort la cocciónHet bakken
Het koken alNaar de
Naar het mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve ritmoRitme
Tempo lentoLangzaam
Langzame
Traag
Trage hasta queTot
Totdat las judías verdesDe sperziebonen estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte. Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op en el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht y cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes comensalTafelgenoot lo aliñaMarineert het a suHaar
Hun
Uw
Zijn gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y vinagreAzijn
Edik. MásGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus sencilloEenvoudig
Eenvoudige
Enkelvoudig
Enkelvoudige
Gemakkelijk
Gemakkelijke
Simpel
Simpele, baratoGoedkoop
Goedkope y sanoFit
Fitte
Gezond
Gezonde
Ik genees
Ik heel
Ik word beter
Valide imposibleOnbestaanbaar
Onbestaanbare
Onmogelijk
Onmogelijke
Uitgesloten. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se tienenMen heeft
Zij/ze beheersen zich
Zij/ze houden stil
Zij/ze houden zich
Zij/ze houden zich in
Zij/ze houden zich op
de been
Zij/ze staan stil
Zij/ze worden gehandhaafd
Zij/ze worden in stand
gehouden
Zij/ze zetten zich schrap judíasBonen
Herenbonen
Joods
Joodse
Prinsessenbonen
Slabonen
Snijbonen
Sperziebonen
Suikerbonen se puedenMen kan sustituirAflossen
Vervangen por 'bledes' (acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen)
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Judía
PastelBaksel
Gebak
Gebakje
Kleurkrijt
Pastei
Pastel
Taart
Taartje
Tekenkrijt verdeGroen
Groene gaditanoUit cádiz
Ingredientes:11
Een paquetePak
Pakje
Pakket de espinacasSpinazie
Spinazies
11
Een l. de lecheMelk
11
Een paquetePak
Pakje
Pakket de puréBrij
Moes
Pap
Puree sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de mantequillaBoter
Roomboter
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Queso ralladoGeraspte kaas
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui
Avecrem
Preparación:
Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte las espinacasDe spinazie conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, se refríeMen bakt op juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui previamenteEerst
Vooraf fritaGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit, y se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de avecrem y de cominos. Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de puréBrij
Moes
Pap
Puree muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik, otraAnder
Andere
Nog een
Nog één de las espinacasDe spinazie, y para terminarTen slotte otraAnder
Andere
Nog een
Nog één capaCastreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak de puréBrij
Moes
Pap
Puree. Al gustoNaar smaak se espolvoreaMen bestrooit el queso ralladoDe geraspte kaas, y se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan a gratinarGratineren
Paneren al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1010
Tien min.
De los siguientes palabras hay una foto:
Cebolla Verde
Gratín de tomatesTomaatplanten
Tomaten y mozzarellaMozarella
Mozzarella
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
33
Drie tomatesTomaatplanten
Tomaten grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime y madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe peroDoch
Echter
Maar fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
11
Een mozzarellaMozarella
Mozzarella
11
Een fileteBiefstuk
Filet
Lapje vlees
Lijst
Moot
Plak
Rand
Richel
Schijf
Snede
Snee
Sneetje de anchoaAnsjovis
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de alcaparrasKapperbomen
Kapperstruiken
Kappertjes
OréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af
11
Een/44
Vier de cebollaAjuin
Bloembol
Ui
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de pan ralladoPaneermeel
Aceite de olivaOlijfolie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, cortarlosSnijd ze en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven, eliminandoAfschaffend
Eliminerend
Opdoekend
Uitmakend
Uitschakelend
Uitsluitend
Verwijderend
Wegdoend
Wegwerkend las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen, disponerlosHen plaatsen en un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef y dejarlosHen laten reposarLaten rusten
Rusten para queOpdat
Zodat pierdanGeeft u op!
Loopt u mis!
Mist u!
Raakt u kwijt!
Verbeurt u!
Verkwist u!
Verliest u!
Verliezen
Verspeelt u!
Zij/ze geven op
Zij/ze lopen mis
Zij/ze missen
Zij/ze raken kwijt
Zij/ze verbeuren
Zij/ze verkwisten
Zij/ze verliezen
Zij/ze verspelen el aguaHet water. EscurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart la mozzarellaDe mozarella
De mozzarella y cortarlaSnijd
Snijden en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven.
PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui muy finaHeel fijn, incorporarInbouwen
Toevoegen el fileteDe biefstuk
De lijst
De moot
De plak
De rand
De richel
De schijf
De snede
De snee
De/het filet
Het lapje vlees
Het sneetje de anchoaAnsjovis cortado enGesneden in tiritasJij/je beeft van de
kou
Jij/je bibbert
Jij/je huivert
Pleisters
Reepjes, las alcaparrasDe kapperbomen
De kapperstruiken
De kappertjes picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein y otraAnder
Andere
Nog een
Nog één de pan ralladoPaneermeel. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceite de olivaOlijfolie una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de hornoKachel
Oven y disponerBeschikken
Beschikken over
Bevelen
Disponeren
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien, en una solaAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Soule
Verlaten capaCastreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak, las rodajasDe plakken
De radeermessen
De schijven de tomateTomaat
Tomaatplant alternándolasAfgewisseld conDoor
Met
Per
Samen met las de mozzarellaMozarella
Mozzarella. EspolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren y gratinarGratineren
Paneren unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n instantesMomenten
Ogenblikken
Oogwenken
Tellen
Tijdstippen
Wijlen
Wippen. RetirarIntrekken
Terugtrekken
Uithalen
Verwijderen antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer el quesoDe kaas llegue a fundirseBegint te smelten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Alcaparra Cebolla Orégano Tomate Tomate
EspárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps gratinadosGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
11
Een kg de espárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
5050
Vijftig g de mantequillaBoter
Roomboter
55
Vijf tomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe peroDoch
Echter
Maar fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware
OréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
11
Een vasoDrinkglas
Glas
Pot
Pul
Vaas
Vat de salsa de tomateKetchup
Tomatensaus (ya preparadaKant en klaar)
Una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de azúcarSuiker
22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de queso ralladoGeraspte kaas
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps, cortarlesSnijd ze un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat los tallosDe stengels y lavarlosHen wassen. En una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen 22
Twee litrosLiters de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y azúcarSuiker. HervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps de 1515
Vijftien a 2020
Twintig minutosMinuten. EscurrirlosLaat ze uitdruipen con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig sobre unBovenop een
Op een paño de cocinaTheedoek.
LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, retirarlesHaal bij ze weg el pedúnculoDe bloemsteel
De steel
Het steeltje y cortarlosSnijd ze en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. SalpimentarMet zout en peper
kruiden, espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein y dejarlosHen laten reposarLaten rusten
Rusten 55
Vijf minutosMinuten. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen y picarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen finamenteFijn
Keurig el ajoDe/het knoflook y añadirloVoeg toe a la salsa de tomateDe ketchup
De tomatensaus.
FundirDoen smelten
Smelten
Versmelten
Vloeibaar maken la mantequillaDe boter
De roomboter y repartirBezorgen
Distribueren
Ronddelen
Rondgeven
Uitdelen
Uitreiken
Verdelen la mitadDe helft en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput ovaladaOvaal de hornoKachel
Oven. ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps y verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten la salsa de tomateDe ketchup
De tomatensaus.
DisponerBeschikken
Beschikken over
Bevelen
Disponeren
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien encimaBovendien
Er bovenop las rodajasDe plakken
De radeermessen
De schijven de tomateTomaat
Tomaatplant, intercalándolasAfgewisseld conDoor
Met
Per
Samen met los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps. RociarArrosseren
Bedruipen
Begieten
Besprenkelen
Besproeien
Sprenkelen
Sproeien
Tremperen conDoor
Met
Per
Samen met el restoDe rest
De stomp
De stronk de la mantequillaDe boter
De roomboter fundidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt, espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met el queso ralladoDe geraspte kaas y gratinarGratineren
Paneren en el hornoDe kachel
De oven, precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a 170 Celsius duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten, aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Orégano Pimienta Tomate Tomate Verde
MousseMousse de tomateTomaat
Tomaatplant
Ingredientes:750 g TomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
11
Een CebollaAjuin
Bloembol
Ui
44
Vier HuevosEieren
44
Vier HojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de cola de pescadoGelatine
Vislijm (un sobrecitoEnvelopje de gelatinaE441
Gelatine
Gelei en polvoIn poedervorm)
11
Een CucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel harinaBloem
Meel
11
Een CucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel JerezJerez
Sherry
500500
Vijfhonderd gr GuisantesDoperwten
Erwten
250 gr PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
250 gr Judías verdesSperziebonen
11
Een ZanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
11
Een LataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne de puntas de espárragosAspergepunten
11
Een tazónBowl
Kom mayonesa.
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel mantequillaBoter
Roomboter
Preparación:
Se fríeBakt men
Men bakt en el aceiteDe olie
De olijfolie y la mantequillaDe boter
De roomboter la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a tomarAannemen
Aanpakken
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten colorKleur se le echaMen gooit erbij la harinaDe bloem
Het meel dejándola(Erop) latend dorarAanbraden
Doreren un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat. Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen cocerBakken
Koken lentamenteLangzaam hasta queTot
Totdat se consumeMen gebruikt
Opraakt el aguaHet water. EntoncesDan
Dus
Toen se pasan porMen haalt door un tamizEen zeef agregándolesAan hun toevoegend a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels de huevoEi batidasDoorgeroerd
Drijfjachten
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjachten
Omgeroerd y unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
Podagra's de carmínCochenille
E120
Karmijn
Karmijnzuur
Rood vegetalGroeisel
Plant
Plantaardig
Plantaardige
Vegetarisch
Vegetarische paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! darleGeef het colorKleur vivoIk beleef
Ik leef
Ik woon
Levend
Levende
Levendig
Levendige. Esta mezclaDit mengsel se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en un cazoEen sauspan alNaar de
Naar het baño maríaAu bain marie
Au bain-marie moviéndoloRoerend sin cesarOnophoudelijk hasta queTot
Totdat espeseBindt u!
Het wordt dik
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt dikker
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdikt
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik
Maakt u dikker!
Verdikt u!, y entoncesDan
Dus
Toen se agregaráMen zal toevoegen la cola de pescadoDe gelatine
De vislijm disueltaOpgelost
Opgeloste en un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!, la cucharadaDe eetlepel (maat)
De soeplepel de jerezJerez
Sherry, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y una cucharaditaEen theelepeltje de azúcarSuiker. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert del fuegoVuur uniéndoleEraan toevoegend las claras a punto de nieveDe eisneeuw
De stijfgeklopte eiwitten y, bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart mezcladoDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward, se vierteMen giet en un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm en forma deIn de vorm van roscaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schroefdraad
Krans (brood of taart)
Kransje
Maak schroefdraad!
Tulband, conDoor
Met
Per
Samen met dibujoDesign
Dessin
Ik beschrijf
Ik schets
Ik teken
Ik teken af
Ik teken uit
Ik trek
Ontwerp
Sketch
Tekening
Tekenkunst o lisoEffen
Gelijk
Gelijke
Glad
Gladde
Sluik
Sluike
Stijl
Stijle
Vlak
Vlakke
Vlot
Vlotte
Zonder moeilijkheden, humedecidoBevochtigd
Nat gemaakt
Vochtig gemaakt conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude. EsteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft en hieloBevriezen
Dichtvriezen
Diepvriezen
Ijs
Ijs (bevroren water)
Ik bevries
Ik doe bekoelen
Ik doe bevriezen
Ik vries
Ik vries diep
Koelheid
Vriezen (buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu, podéisJullie besnoeien
Jullie kunnen
Jullie mogen
Jullie snoeien utilizarAanwenden
Benutten
Gebruiken
Te baat nemen
Toepassen
Waarnemen el frigoríficoDe koelkast) por espacio deGedurende una horaEen tijd
Een uur. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! desmoldarloHem uit de vorm
halen se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan un momentoEen moment
Een ogenblik
Een oogwenk
Een tel
Een tijdstip
Een wijl
Een wip
Even
Eventjes
Wacht even sobre unBovenop een
Op een pañoDoek
Laken
Stof
Theedoek
Weefsel mojadoBetten
Bevochtigd
Deppen
Gebet
Gedept
Gesopt
Indompelen
Indopen
Ingedompeld
Ingedoopt
Nat
Nat gemaakt
Natte
Soppen conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend y se vuelcaMen keert om
Men stort en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs. Se rellenaMen vult el huecoDe holte
De kuil
De opening
De put
De uitholling
Het gat centralCentraal
Centrale
Essentieel
Essentiële
Fundamenteel
Fundamentele
Hoofd-
Hoofdkantoor
Middelste
Van het middelpunt conDoor
Met
Per
Samen met la mayonesaDe mayonaise (sic) adicionada deAlsmede las judías verdesDe sperziebonen cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte y picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels y patatasAardappelen
Aardappels
Piepers tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte y picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige y una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de guisantesDoperwten
Erwten. Las puntas de espárragosDe aspergepunten se rocíanBesprenkelt men de zumo de limónCitroensap y se introducen enZij/ze bemoeien zich met
Zij/ze mengen zich in la mayonesaDe mayonaise, sirviendoAankaartend
Batend
Bedienend
Deugend
Dienend
Een dienst bewijzend
Geschikt zijnd
Helpend
Opdienend
Serverend
Van dienst zijnd al mismo tiempoGelijk
Gelijktijdig
Tegelijk
Tegelijkertijd
Tevens paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! decorarDecoreren
Onderscheiden
Versieren. Alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom la mousseMousse se pondránZal men aanbrengen
Zij/ze zullen aandoen
Zij/ze zullen aantrekken
Zij/ze zullen insmeren
Zij/ze zullen opdoen
Zij/ze zullen smeren
Zij/ze zullen worden
Zij/ze zullen zich aankleden
Zij/ze zullen zich aanstellen los guisantesDe doperwten
De erwten restantesOverig
Overige
Verder
Verdere.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Tomate Tomate Zanahoria
Budín de verdurasGroentetaart
Ingredientes:55
Vijf puerrosOerpreien
Preien (soloAlleen
Enig
Enige
Enkel
Louter
Loutere
Solo
Verlaten loDe
Hem
Het
U blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte)
200200
Tweehonderd gr de zanahoriaBospeen
Breekpeen
Grove peen
Peen
Waspeen
Wilde peen
Winterpeen
Winterwortel
Wortel
300300
Driehonderd gr de coliflorBloemkool
200200
Tweehonderd gr de vainasBladscheden
Bladschedes
Doppen
Kokers
Peulen
Scheden
Schedes
Schillen (judías verdesSperziebonen)
200200
Tweehonderd gr de espinacasSpinazie
Spinazies
Un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij
150 gr de salsa de tomateKetchup
Tomatensaus
44
Vier huevosEieren enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige
44
Vier yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels
11
Een/22
Twee l. de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimienta blancaWitte peper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
Preparación:
CueceBak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Kook
Kook! las espinacasDe spinazie duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 55
Vijf minutosMinuten y escúrrelasLaat ze uitlekken bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. CueceBak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Kook
Kook! la coliflorDe bloemkool duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien minutosMinuten. CortaBreek af!
Doorsnijd!
Gebrekkig
Gebrekkige
Hak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Houw!
Kap!
Klein
Kleine
Knip!
Kort
Korte
Kortstondig
Kortstondige
Onthoofd!
Pluk af!
Pluk!
Ruk af!
Schaars
Schaarse
Schakel uit!
Scheer!
Scheur weg!
Sla het hoofd af!
Snerp!
Snij
Snijd af!
Snijd door!
Snijd!
Snoei!
Verlegen
Verricht sectie! el restoDe rest
De stomp
De stronk de la verduraDe groente en julianaDamastbloem
Julienne y cuécelaKook het duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 2020
Twintig minutosMinuten. Las coccionesHet koken se hacenDoet men
Maakt men
Zij/ze raken
Zij/ze worden en agua saladaZilt water hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend.
BateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mept
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze roert om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat
Houw!
Klap!
Klop
Klop!
Mep!
Roer door!
Roer om!
Roer!
Sla! muy bienBest
Heel goed
Prima los huevosDe eier
De eieren juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met la nataDe room
De slagroom
Het puikje y la salHet zout, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank escatimesJij/je houdt achter
Jij/je vermindert
Spaar esfuerzoBelasting
Ik span me in
Inspanning
Kracht
Krachtinspanning
Moed
Moeite
Poging ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn bien batidoGoed geklopt. MézclaloMeng het conDoor
Met
Per
Samen met el tomateDe tomaat
De tomaatplant. EscurreDruip af!
Druip uit!
Giet af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze druipt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat uitlekken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wringt uit
Laat afdruipen
Laat uitlekken!
Wring uit! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart la verduraDe groente cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken. UntaBesmeer
Besmeer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besmeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt nat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Maak nat!
Smeer aan!
Smeer door!
Smeer in!
Smeer! el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm con mantequillaMet boter. PonBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! en el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak del batidoVan het geklopte mengsel, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak de verdurasGroenten
Groentes, otraAnder
Andere
Nog een
Nog één de líquidoMet vloeistof, otraAnder
Andere
Nog een
Nog één de verdurasGroenten
Groentes, asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs llenarAanvullen
Bijwerken
Completeren
Dempen
Invullen
Spekken
Stoppen
Vol maken
Voleinden
Volmaken
Volschenken
Vullen el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm. Tapa elBedek de
Bedek het moldeAfdruk
Gietvorm
Vorm conDoor
Met
Per
Samen met papel de aluminioAlufolie y cuéceloKook het a baño maríaAu bain marie
Au bain-marie en hornoKachel
Oven a 200200
Tweehonderdº duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 11
Een horaTijd
Uur.
De los siguientes palabras hay una foto:
Apio Apio Coliflor Pimienta blanca Zanahoria
BudínPudding de espinacasSpinazie
Spinazies y gambasGamba's
Garnalen
Grote garnalen
Ingredientes:500500
Vijfhonderd gr. de espinacasSpinazie
Spinazies yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte
200200
Tweehonderd gr. de gambasGamba's
Garnalen
Grote garnalen
77
Zeven huevosEieren
200200
Tweehonderd cc. de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
PimientaPeper
AjoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
Preparación:
CocerBakken
Koken las espinacasDe spinazie en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y reservarBespreken
Bestellen
Boeken
Intekenen
Openhouden
Reserveren
Vrijhouden
Wegzetten. PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen las gambasDe gamba's
De garnalen
De grote garnalen y saltearlasBak ze
Rooster ze conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look y mantequillaBoter
Roomboter. BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan los huevosDe eier
De eieren, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen la nataDe room
De slagroom
Het puikje, salpimentarMet zout en peper
kruiden y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen las gambasDe gamba's
De garnalen
De grote garnalen y las espinacasDe spinazie cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd finamenteFijn
Keurig. MezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el conjuntoDe inrichting
De set
De troep
De verzameling
De/het complet
Het complex
Het ensemble
Het geheel
Het samenspel
Het stel
Het stelletje. UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm de mantequillaBoter
Roomboter y espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met pan ralladoPaneermeel. verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten el conjuntoDe inrichting
De set
De troep
De verzameling
De/het complet
Het complex
Het ensemble
Het geheel
Het samenspel
Het stel
Het stelletje en el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm. IntroducirAanbrengen
Binnendringen
Binnenlaten
Binnenvoeren
Inbrengen
Indoen
Inleiden
Inschuiven
Insteken
Introduceren
Invoeren
Invullen en el hornoDe kachel
De oven duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 45 minutosMinuten alNaar de
Naar het baño MaríaAu bain marie
Au bain-marie. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude conDoor
Met
Per
Samen met mayonesa o salsa tártaraSaus tartaar
Tartaarsaus.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Pimienta
ZarangolloZarangollo
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 44
Vier personasMensen
Personages
Personen)
250 gramosGrammen de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
200200
Tweehonderd gramosGrammen de calabazaBewaarpompoen
Boletus aereus
Boletus edulis
Bronskleurig eekhoorntjesbrood
Courgette
Eekhoorntjesbrood
Eikelkalebas
Gele courgette
Gewoon eekhoorntjesbrood
Grote pompoen
Kalebas
Kürbis
Mergpompoen
Muskaatpompoen
Muskuskalebas
Muskuspompoen
Pompoen
Pompoentop
Reuzenpompoen
Sierpompoen
Spaghettikalebas
Turkse muts
Winterpompoen
Zucchini
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
11
Een Pimiento rojoLombok
Paprika
Pepperoni
Rode paprika
Spaanse peper, grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
200200
Tweehonderd GramosGrammen de tomatesTomaatplanten
Tomaten madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
11
Een decilitroDeciliter
Maatje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen al gustoNaar smaak
Preparación:
En la sarténIn de pan gebakken, puestaAan de praat gekregen
Aandoen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Inschakelen
Insmeren
Leggen
Neergelegd
Neergezet
Neerleggen
Neerzetten
Op gang gebracht
Opbrengen
Opdoen
Opgebracht
Opgelegd
Opleggen
Plaatsen
Smeren
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Worden
Zetten alNaar de
Naar het fuegoVuur, se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit el aceiteDe olie
De olijfolie, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el pimientoDe chilipeper
De lombok
De paprika
De peper
De pepperoni
De peruaanse peper
De roze peper
De roze peperkorrels
De spaanse peper troceadoIn stukjes gesneden
In stukken gesneden a cuadrosBedden
Bloembedden
Bloemperken
Doeken
Kaders
Perken
Schema's
Schemata
Schilderijen
Schilderingen
Schilderstukken
Tabellen
Tuinbedden
Vierkanten. CuandoAls
Tijdens
Wanneer todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! medioDoorsnee
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Helft
Ik bemiddel
Ik rijm
Instrument
Matiging
Medium
Middel
Middelbaar
Middelbare
Middelmaat
Midden
Midden-
Milieu
Omgeving
Remedie
Tussenstof
Tweeling fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde, sin queZonder dat tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik pak aan
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u aan!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u! colorKleur, se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, la calabazaDe bewaarpompoen
De courgette
De eikelkalebas
De gele courgette
De grote pompoen
De kalebas
De kürbis
De mergpompoen
De muskaatpompoen
De muskuskalebas
De muskuspompoen
De pompoen
De pompoentop
De reuzenpompoen
De sierpompoen
De spaghettikalebas
De turkse muts
De winterpompoen
De zucchini
Het bronskleurig eekhoorntjesbrood
Het eekhoorntjesbrood
Het gewoon eekhoorntjesbrood y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! tortillaGevulde omelet
Omelet
Spaanse omelet
Struif
Tortilla.
Se va friendoMen gaat door met
bakken mientrasTerwijl se remueveMen roert conDoor
Met
Per
Samen met la espumaderaDe schuimspaan de hierroIjzeren hasta queTot
Totdat todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle esté cocido(Het) is gekookt
Is gekookt y empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a tomarAannemen
Aanpakken
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten un ligero color rubioLichtblonde kleur. LlegadoAangegeven
Aangekomen
Aangeland
Aangereikt
Doorgebracht
Gearriveerd
Verdreven a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puntoA point
Gegeven
Mespunt
Oog
Precies goed
Punt
Spikkel
Stip
Tricot, se incorporaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt in dienst
Men toevoegt
Men voegt toe el tomateDe tomaat
De tomaatplant peladoAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden y picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
Se sazonaMen brengt op smaak conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper, y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat reducirBeperken
Herleiden
Inkoken
Inkrimpen
Reduceren
Réduire
Vereenvoudigen
Zetten despacioLangzaam
Zachtjes, hasta queTot
Totdat el tomateDe tomaat
De tomaatplant quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde, alNaar de
Naar het perderKwijtraken
Mislopen
Missen
Opgeven
Verbeuren
Verkwisten
Verliezen
Verspelen la acuosidadDe waterachtigheid
De waterigheid por efecto deDoor het effekt van la reducciónDe afslag
De korting
De vermindering
Het herleiden
Het inkoken
Het inkrimpen
Het rabat
Het reduceren
Het terugdringen
Het vereenvoudigen
Het zetten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Calabaza Calabaza Calabaza Calabaza Calabaza Cebolla Pimienta Pimiento rojo
BatatasBataten
Yamswortels
Zoete aardappels a la imperialImperiaal
Imperiale
Keizerlijk
Keizerlijke
Preparación:En una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad de gratinarGratineren
Paneren bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart engrasadaBesmeerd
Doorgesmeerd
Gesmeerd
Ingevet
Ingevette con mantequillaMet boter, meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten, a partesAandelen
Bonken
Brokken
Delen
Depêches
Eindjes
Gedeelten
Gedeeltes
Hompen
Jij/je breekt af
Jij/je deelt
Jij/je gaat op weg
Jij/je gaat weg
Jij/je splitst
Jij/je splitst op
Jij/je stapt op
Jij/je start
Jij/je tijgt
Jij/je verdeelt
Jij/je vertrekt
Onderdelen
Parten
Porties
Rantsoenen
Stukjes
Stukken
Taksen
Telegrammen
Zijden
Zijdes igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort, unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n batatasBataten
Yamswortels
Zoete aardappels, unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n manzanasAppelen
Appels
Huizenblokken reinetasGoudreinetten
Goudrenetten y unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n bananasBananen
Bananenbomen
Pisangs mondadasAfgepeld
Besnoeid
Gejast
Geschild
Geschilde. MezclarloMengen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. EcharAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met paprika. SembrarBestrooien
Inzaaien
Zaaien la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak conDoor
Met
Per
Samen met pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne pellas de mantequillaBoter
Roomboter. CocerBakken
Koken al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven, conDoor
Met
Per
Samen met calorHitte
Smoorhitte
Warmte suaveMild
Milde
Zacht
Zachtaardig
Zachtaardige
Zachte
Zachtmoedig
Zachtmoedige
Zachtzinnig
Zachtzinnige
Zoel
Zoele. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn eseDat
Die gratinadoGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd
Gratineren
Paneren conDoor
Met
Per
Samen met una guarniciónEen beslag
Een bezetting
Een garnering
Een garnituur
Een garnizoen
Een stelletje de carne de vacaRundvlees o de un aveEen gevogelte
Een vogel asadaGebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde, inclusoZelfs conDoor
Met
Per
Samen met carneVlees de cazaBejaag!
Bejagen
Drijf voort!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bejaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drijft voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt jacht op
Jaag na!
Jaag!
Jagen
Maak jacht op!
Wild, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se prefiereMen prefereert, naparNapperen conDoor
Met
Per
Samen met gelatinaE441
Gelatine
Gelei y grosellaAalbes
Aalbeskleur
Klapbes
Kruisbes
Rode aalbes
Rode bes
Trosbes.
NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: La bananaDe banaan
De bananenboom
De pisang tiene que serMoet zijn de las llamadasDe appels
De convocaties
De samenscholingen
De telefoongesprekken
De telefoontjes
De zogenaamden "Plantains", que sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn las queWie
Zij die se usanWorden gebruikt
Zij/ze zijn gebruikelijk comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals legumbresPeulen
Peulvruchten y tardan enZij/ze nemen tijd om cocerseKoken de 1515
Vijftien a 3030
Dertig minutosMinuten.
De los siguientes palabras hay una foto:
Grosella
BoniatosBataten
Zoete aardappels guisadosBekokstoofd
Gekookt
Gekookte
Gesmoord
Gestoofd
Stoofpotten
Ingredientes:11
Een kg de boniatosBataten
Zoete aardappels;
100100
Honderd g de tocino entreveradoDoorregen spek
Doorregen varkenslap;
100100
Honderd g de guisantesDoperwten
Erwten desgranadosAfgeplukt
Gedopt
Gedopte;
22
Twee huevos durosHardgekookte eieren;
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui medianaDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Grote keu
Mediaan
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijn;
22
Twee tomatesTomaatplanten
Tomaten medianosDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden- peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te semillaBron
Korrel
Oorsprong
Oorzaak
Pit
Zaad
Zaadje
Zaadkorrel y picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige;
11
Een cucharaditaTheelepeltje de pimentónLombok
Paprika
Paprikapoeder
Spaanse peper
11
Een vasitoGlaasje de vino blancoWitte wijn
11
Een/44
Vier litroLiter de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
11
Een diente de ajoKnoflookteentje
Teen knoflook
Teentje knoflook
11
Een hoja de laurelLaurier
Laurierblad
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen los boniatosDe bataten
De zoete aardappels; cortarlosSnijd ze en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven de unosVan zo´n cuatro4
Vier milímetrosMillimeters de espesorConsistentie
Dichtheid
Dikte; freírlosBak ze en aceiteIn olie que los cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan!, a fuego activoHoog vuur, hasta queTot
Totdat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn ligeramente doradosLicht goudgeel peroDoch
Echter
Maar crudosAardolies
Aardoliën
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige interiormenteVan binnen; escurrirlosLaat ze uitdruipen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
En cacerolaBraadpan
Degenkrab
Kasserol
Kastrol
Pan
Sauspan
Steelpan puestaAan de praat gekregen
Aandoen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Inschakelen
Insmeren
Leggen
Neergelegd
Neergezet
Neerleggen
Neerzetten
Op gang gebracht
Opbrengen
Opdoen
Opgebracht
Opgelegd
Opleggen
Plaatsen
Smeren
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Worden
Zetten alNaar de
Naar het fuegoVuur conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten el tocinoSpek cortado enGesneden in bastoncillosStaafjes estrechosBekrompen
Benauwd
Benauwde
Eng
Enge
Kanalen
Krap
Krappe
Nauw
Nauwe
Nauwen
Smal
Smalle
Strak
Strakke
Straten
Zee-engten
Zee-engtes
Zeestraten y un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat largosBreedvoerig
Breedvoerige
Lang
Lange
Largo's
Lengten
Lengtes
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y el ajoDe/het knoflook picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige; alNaar de
Naar het empezarAanbreken
Aanpakken
Aansnijden
Aanvangen
Beginnen
Ingaan a dorarseBruin worden la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los guisantesDe doperwten
De erwten, el tomateDe tomaat
De tomaatplant y el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper; alNaar de
Naar het quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn el tomate fritoDe tomatensaus echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen el vinoDe wijn y dejarloHen laten
Laten reducirBeperken
Herleiden
Inkoken
Inkrimpen
Reduceren
Réduire
Vereenvoudigen
Zetten a la mitadDe helft.
IncorporarInbouwen
Toevoegen los boniatosDe bataten
De zoete aardappels ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit y bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart escurridosAfgedropen
Afgegoten
Gelaten uitlekken
Uitgedropen
Uitgelekt
Uitgelekte
Uitgewrongen; cubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!; sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken a fuego suaveKlein vuur y sin interrupciónOnonderbroken hasta queTot
Totdat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn cocidosEenpansgerechten
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Stamppotten así comoAlsmede
Alsook
Daarenboven
En ook
Op de koop toe
Voorts tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook los guisantesDe doperwten
De erwten; deberá(Er) zal moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal behoren te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal dienen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal horen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in de
schuld staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal moeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schuldig zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te danken
hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verplicht zijn
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschuldigd zijn quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn una salsaEen braadjus
Een dipsaus
Een jus
Een jus (lichte, bruine)
Een salsamuziek
Een saus
Een sop más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer escasaDun
Gering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame que abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige.
ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn en legumbrera o en fuenteBekken
Bron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat hondaDiep
Diepe, separandoAfscheidend
Afzonderend
Scheidend
Schiftend el laurelDe laurier
De lauwer
Het laurierblad y guarneciéndolosZe versierend conDoor
Met
Per
Samen met los huevos durosDe hardgekookte eieren cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen en cuatro4
Vier gajosParten; espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige por encimaBovendien
Er bovenop.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cebolla Hoja de laurel Perejil Pimentón
ConchasHuisjes
Kinkhoornen
Kinkhoorns
Kutten
Schalen
Schelpen
Slakkenhuizen
Vulva's de boniatoBataat
Zoete aardappel
Ingredientes:11
Een.200200
Tweehonderd kg de boniatosBataten
Zoete aardappels.
100100
Honderd g de setasFungi
Paddenstoelen
Zwammen limpiasHelder
Heldere
Jij/je loutert
Jij/je maakt schoon
Jij/je poetst
Jij/je reinigt
Jij/je snoeit
Jij/je veegt af
Jij/je wrijft op
Jij/je zuivert
Louter
Loutere
Netto-
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Schone
Schoon
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere y picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige:
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui medianaDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Grote keu
Mediaan
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijn picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige:
22
Twee tomatesTomaatplanten
Tomaten medianosDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden- peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden y picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige:
22
Twee huevos durosHardgekookte eieren picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige:
11
Een limónCitroen
Citroenblad
Limoen
Limon pequeñoKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne:
11
Een 11
Een/22
Twee decilitroDeciliter
Maatje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!:
canela en polvoKaneelpoeder:
55
Vijf galletasBiscuitjes
Biscuits
Koekjes María:
un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de hierbabuena'Spearmint'
Engelse munt
Pepermunt frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse:
perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
AsarBraden
Branden
Roosteren los boniatosDe bataten
De zoete aardappels entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen rescoldosGloed
Gloeiende houtskool o en el hornoDe kachel
De oven. En sarténBraadpan
Koekenpan
Pan puestaAan de praat gekregen
Aandoen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Inschakelen
Insmeren
Leggen
Neergelegd
Neergezet
Neerleggen
Neerzetten
Op gang gebracht
Opbrengen
Opdoen
Opgebracht
Opgelegd
Opleggen
Plaatsen
Smeren
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Worden
Zetten alNaar de
Naar het fuegoVuur conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! se fríenBakt men la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y las setasDe fungi
De paddenstoelen
De zwammen; al quedar doradasBij het goudgeel worden, después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over absorberAbsorberen
Een bedrijf overnemen
In beslag nemen
Opnemen
Opslorpen
Opslurpen
Resorberen
Slurpen la acuosidadDe waterachtigheid
De waterigheid de las setasDe fungi
De paddenstoelen
De zwammen, incorporarInbouwen
Toevoegen los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten y dejarlosHen laten freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook hasta queTot
Totdat se consumaOpraakt el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer asadosBraadstukken
Gebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde los boniatosDe bataten
De zoete aardappels pelarlosSchil ze y aplastarlosStamp ze
Ze te verpletteren totalmenteGanselijk
Geheel
Geheel en al
Totaal con la ayuda deMet behulp van un tenedorEen dol
Een vork o una espátulaEen bakspatel
Een lepelaar
Een plamuurmes
Een roerspaan
Een spaan
Een spatel
Een verfmes hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs reducirlosHen terug te brengen a un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree; mezclarlesCombinar ingredientes con una cuchara, batidora o licuadora para obtener una mezcla homogénea. el sofritoHet baksel
Het gefruite hechoAangemaakt
Actie
Bedreven
Daad
Feit
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handeling
Prestatie
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichting
Werking
Zet en la sarténIn de pan gebakken, los huevosDe eier
De eieren, hierbabuena'Spearmint'
Engelse munt
Pepermunt y perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadosBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige; sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de canelaKaneel y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals resultase(Het) resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bleek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze resulteerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproot voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertoonde zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viel uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vloeide voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze volgde
Ik bleek
Ik kwam uit
Ik kwam voort
Ik resulteerde
Ik sproot voort
Ik vertoonde me
Ik viel uit
Ik vloeide voort
Ik volgde demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste espesoDicht
Dichte
Dik
Dikke
Gebonden
Ik bind
Ik maak dikker
Ik verdik aclararBeduiden
Duidelijk maken
Ophelderen
Toelichten
Uiteenzetten
Uitleggen
Verdunnen
Verhelderen
Verklaren
Verlichten conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de leche calienteWarme melk. RepartirBezorgen
Distribueren
Ronddelen
Rondgeven
Uitdelen
Uitreiken
Verdelen esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puréBrij
Moes
Pap
Puree entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen 44
Vier ó 66
Zes conchasHuisjes
Kinkhoornen
Kinkhoorns
Kutten
Schalen
Schelpen
Slakkenhuizen
Vulva's de vieirasGrote mantels
Jakobsschelpen
Sint-jakobsschelpen (siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se disponeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bereidt zich voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich op
Men beschikt
Men schikt de ellasHen
Ze
Zij tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook las hayEr is
Er zijn
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand de porcelanaPorcelein
Porselein, acero inoxidableRoestvrij staal o alpacaAlpaca
Argentaan
Nieuwzilver, se rellenanMen vult y alisarásJij zult glad strijken
Jij/je zal glad maken
Jij/je zal glad strijken por igualDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijkteken
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort; espolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met las galletasDe biscuitjes
De biscuits
De koekjes ralladasGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte; rociarArrosseren
Bedruipen
Begieten
Besprenkelen
Besproeien
Sprenkelen
Sproeien
Tremperen conDoor
Met
Per
Samen met un hililloEen draadje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y gratinarGratineren
Paneren en el hornoDe kachel
De oven puestasAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd en una tarteraEen taartvorm o placaAanrecht
Bakblik
Bakplaat
Blad
Fotografische plaat
Plaat
Plak
Tablet de hornearBakken.
AlNaar de
Naar het servirlasDien ze op bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart gratinadasGegratineerd
Gegratineerde
Gepaneerd y calientesGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Jij/je stookt
Jij/je verhit
Jij/je verwarmt
Jij/je warmt
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Warm
Warme rociarlasZe besproeien conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de zumo de limónCitroensap.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten en fuenteBekken
Bron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput conDoor
Met
Per
Samen met servilletaServet adornadasGedecoreerd
Gesierd
Getooid
Opgesierd
Opgesmukt
Opgesmukte
Uitgedost
Versierd
Versierde con perejilMet peterselie fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde.
De los siguientes palabras hay una foto:
Boniato Canela Cebolla Hierbabuena Hierbabuena Hierbabuena Limón Perejil Setas
LombardaLombardijs
Lombardijsche
Lombardijse
Lombardisch
Lombardische
Rode kool escabechadaGemarineerd
Gemarineerde
Ingelegd
Ingelegd (in azijn)
Ingemaakt en vinagreZoet-zuur dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid
Ingredientes:Col lombardaRode kool
Rodekool cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd a tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
Sal gordaGrof zout
Vinagre de vino blancoWitte-wijnazijn
AzúcarSuiker
ClavosDraadnagels
Kruidnagelbomen
Kruidnagels
Nagelen
Nagels
Spijkers de especiaKruid
Kruiderij
Specerij
Bayas de enebroJeneverbessen
Pimienta negraZwarte peper en granoGraan
Grein
Koren
Korrel
Kraal
Mee-eter
Pit
Puistje
Zaadje
Zaadkorrel
AguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!
NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: NoNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank doyIk breng op
Ik breng toe
Ik geef
Ik geef aan
Ik ken toe
Ik verleen cantidadesBoelen
Grootheden
Hoeveelheden
Kwantiteiten
Sterkten
Sterktes puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende depende deBen afhankelijk van!
Hang af van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hangt af van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afhankelijk van la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte que queráisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden. CalculadBecijfer!
Bereken
Bereken!
Calculeer!
Cijfer!
Reken uit!
Reken!
Schat!
Tel! el vinagreDe azijn
De edik segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals el númeroHet aantal
Het getal
Het lot
Het numero
Het nummer de botesBlikken
Bokalen
Boten
Bussen
Jij/je dompelt in
Jij/je doopt in
Jij/je smijt eruit
Jij/je sopt
Potten
Schuiten
Sloepen que queráisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen prepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden, y no os preocupéisMaken jullie je geen
zorgen por siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals sobra(Het) blijft over
Ben in overvloed aanwezig!
Ben te veel!
Blijf over!
Ga te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houd over!
Overtref!, puesto queAangezien
Daar
Omdat
Vermits
Want
Wijl noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se estropea(Het) mislukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschadigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat kapot
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat stuk
Preparación:
ColocáisJullie beleggen
Jullie brengen onder
Jullie doen
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie plaatsen
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie verplaatsen
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten neer
Jullie zetten uit
Plaats la lombardaDe lombardijsche
De rode kool espolvoreadaBepoederd
Bestrooid
Bestrooide de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout en un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime, y dejáis que escurraLaat afdruipen el excesoDe buitensporigheid
De overdaad
De uitspatting
De/het uitwas
Het exces de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! unas cuantasEnige horasTijden
Uren. (SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U hiciéramosWij zouden doen
Wij/we bedreven
Wij/we brachten uit
Wij/we deden
Wij/we maakten
Wij/we maakten aan
Wij/we richtten uit
Wij/we voerden uit asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, nos(Aan) ons
Ons rebajaría(Het) zou verminderen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verlagen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou verminderen
Ik zou verlagen
Ik zou verminderen la fuerzaDe dwang
De kracht
De macht
De sterkte
De stevigheid
De verkrachting
De waarde
De weerstand del vinagreAzijn
Edik)
MientrasTerwijl, ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer a cocerBakken
Koken el vinagreDe azijn
De edik conDoor
Met
Per
Samen met las especiasDe kruiden
De kruiderijen
De specerijen
Het kruiden y añadiéndoleEraan toevoegend una cantidadEen boel
Een grootheid
Een hoeveelheid
Een kwantiteit
Een sterkte de azúcarSuiker suficienteVoldoende para queOpdat
Zodat tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast un puntoEen gegeven
Een mespunt
Een oog
Een punt
Een spikkel
Een stip
Een tricot dulceLekkernij
Liefelijk
Liefelijke
Snoep
Snoepgoed
Versnapering
Zacht
Zachte
Zoet
Zoete
Zoetigheid y loDe
Hem
Het
U rebajamosWij verdunnen
Wij/we verlaagden
Wij/we verlagen
Wij/we verminderden
Wij/we verminderen segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals la fuerzaDe dwang
De kracht
De macht
De sterkte
De stevigheid
De verkrachting
De waarde
De weerstand que tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. Tiene que quedar(Er) moet (over)blijven un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware (Que hagaBedrijft u!
Brengt u uit!
Doet
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedrijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze richt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert uit
Ik bedrijf
Ik breng uit
Ik doe
Ik maak
Ik maak aan
Ik richt uit
Ik voer uit
Maakt u aan!
Maakt u!
Richt u uit!
Voert u uit! toserHoesten).
LavamosWij wassen
Wij/we deden de was
Wij/we doen de was
Wij/we logen
Wij/we loogden
Wij/we wassen
Wij/we wassen af
Wij/we wassen uit
Wij/we wasten
Wij/we wasten af
Wij/we wasten uit la lombardaDe lombardijsche
De rode kool bajoBas
Basgitaar
Basstem
Baszanger
Diep
Gemeen
Gemene
Ik daal
Ik daal af
Ik ga af
Ik ga naar beneden
Ik geef korting
Ik kort
Ik laat neer
Ik sla af
Ik stap af
Ik stap uit
Ik trek af
Ik verlaag
Ik verzak
Ik zak
Ik zak weg
Ik zink
Klein
Klein van gestalte
Kleine
Kort
Korte
Laag
Laaghartig
Laaghartige
Lage
Onder
Zacht
Zachtjes
Zwaar
Zware el grifoDe kraan
De tap
De tapkraan conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude, escurrimosWij laten afdruipen
Wij/we dropen af
Wij/we dropen uit
Wij/we druipen af
Wij/we druipen uit
Wij/we gieten af
Wij/we goten af
Wij/we laten uitlekken
Wij/we lieten uitlekken
Wij/we wringen uit
Wij/we wrongen uit bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y leHaar
Hem
Het
U damosWij geven
Wij/we brengen op
Wij/we brengen toe
Wij/we geven
Wij/we geven aan
Wij/we kennen toe
Wij/we verlenen un hervorEen borrelen
Een koken
Een zieden de unosVan zo´n pocosGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige minutosMinuten en el vinagreDe azijn
De edik, debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn al denteAl dente
Beetgaar. VeréisJullie zullen bekijken
Jullie zullen kijken
Jullie zullen zien que conDoor
Met
Per
Samen met la salHet zout y el cocimientoHet bakken
Het koken queda(Het) blijft over
Ben!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve colorKleur moradoPaars
Paarse
Pimpelpaars
Pimpelpaarse
Violet
Violetkleurig
Violetkleurige
Violette, como siAlsof fueraBuiten
Daarbuiten
Heen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begaf zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ging
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze karde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze liep van stapel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verliep
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik begaf me
Ik gebeurde
Ik ging
Ik had plaats
Ik karde
Ik liep
Ik liep van stapel
Ik reed
Ik verliep
Ik voer
Ik vond plaats
Ik was
Over
Uiterlijk
Vandoor
Verwijderd
Voort
Weg remolachaBeetwortel
Biet
Kroot
Mangelwortel
Rode bietjes.
DejamosWij laten
Wij/we laten
Wij/we laten achter
Wij/we laten begaan
Wij/we laten in de
steek
Wij/we laten los
Wij/we laten na
Wij/we laten over
Wij/we laten schieten
Wij/we leenden
Wij/we legateerden
Wij/we legateren
Wij/we lenen
Wij/we leverden op
Wij/we leveren op
Wij/we lieten
Wij/we lieten achter
Wij/we lieten begaan
Wij/we lieten in de
steek
Wij/we lieten los
Wij/we lieten na
Wij/we lieten over
Wij/we lieten schieten
Wij/we staan toe
Wij/we stonden toe
Wij/we verlaatten ons van
Wij/we verlaten
Wij/we verlaten ons van
Wij/we verlieten
Wij/we vermaakten
Wij/we vermaken
Wij/we vertrouwden toe
Wij/we vertrouwen toe
Wij/we verzuimden
Wij/we verzuimen enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat, y ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans, con la ayuda deMet behulp van un tenedor de maderaEen houten vork, la vamosWij gaan
Wij/we begeven ons
Wij/we gaan
Wij/we karren
Wij/we lopen
Wij/we lopen van stapel
Wij/we rijden
Wij/we varen
Wij/we verlopen sacandoAfdoend
Afdwingend
Afpersend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Knevelend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend y colocandoBeleggend
Doend
Door te plaatsen
Leggend
Neerleggend
Neerzettend
Onderbrengend
Plaatsend
Stekend
Stellend
Stoppend
Uitzettend
Verplaatsend
Vlijend
Zettend en botesBlikken
Bokalen
Boten
Bussen
Jij/je dompelt in
Jij/je doopt in
Jij/je smijt eruit
Jij/je sopt
Potten
Schuiten
Sloepen de cristalGlas
Kristal
Ruit bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart apretadaAangedraaid
Aangedrongen
Aangedrukt
Aangedrukte
Aangeduwd
Beklemd
Gedrongen
Gedrukt
Gedrukt op
Gekneld
Geperst
Geprest, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te prensarSamendrukken
Uitpersen, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs arribaBoven
Daarboven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt weer op
verhaal
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze landt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Kom aan!
Kom weer op verhaal!
Land aan!
Land!
Loop binnen!
Omhoog, y añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe el vinagreDe azijn
De edik del cocimientoBakken
Koken hasta queTot
Totdat la cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan!. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals queréisJullie beminnen
Jullie hebben lief
Jullie houden van
Jullie willen que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt una conservaEen inmaak másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus duraderaBestendig
Bestendige
Houdbaar
Houdbare
Sterk
Sterke
Stevig
Stevige, esterilizáisJullie steriliseren
Jullie zullen steriliseren del modoManier
Modaliteit
Modus
Trant
Wijze acostumbradoGewend geweest
Gewoon geweest
Gewoonlijk. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te esterilizarSteriliseren, aguantaDuld!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duldt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt tegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weerstaat
Houd tegen!
Houd uit!
Verdraag!
Verdraagt
Weersta! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart 22
Twee o 33
Drie semanasWeken en fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude. Y nada másNiet meer, esperoIk ben bedacht op
Ik hoop
Ik sta te wachten
Ik verwacht
Ik voorzie
Ik wacht
Ik wacht af
Ik wacht op que disfrutéisJullie genieten van
Jullie zullen genieten tantoDes te
Evenveel
Net zoveel
Punt
Zo
Zo groot
Zoveel
Zovele
Zozeer de prepararlaHet te bereiden cómoAls
Hoe
Hoe nu
Op welke manier
Op welke wijze
Waarom
Wat
Wat zeg je de consumirlaHet te consumeren o regalarlaHet cadeau te geven (Una conservaEen inmaak caseraHokvast
Hokvaste
Huis-
Huiselijk
Huiselijke
Thuis gemaakt
Van het huis
Zelf gemaakt
Zelfgemaakt
Zelfgemaakte bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart hechaAangemaakt
Bedreven
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd y bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart presentadaAangeboden
Belicht
Gepresenteerd
Geschonken
Geëtaleerd
Ingediend
Tentoongesteld
Uiteengezet
Uitgebracht
Uitgestald
Vertoond
Voorgesteld, esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un regaloEen cadeau
Een donatie
Een gave
Een geschenk
Een gift
Een schenking que siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend se agradeceMen is dankbaar, y encimaBovendien
Er bovenop sale(Het) komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt in het
zout
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pekelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zout
Ik leg in
Ik leg in het
zout
Ik maak in
Ik pekel
Ik zout
Legt u in het
zout!
Legt u in!
Maakt u in!
Pekelt u!
Zout u! baratoGoedkoop
Goedkope)
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Bayas de enebro Pimienta negra Remolacha Salar
CalabacinesCourgettes
Zucchini's rellenosAanvullingen
Farcen
Farces
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Opvulsels
Voleindingen
Vulsels
Vullingen
Ingredientes:1010
Tien calabacinesCourgettes
Zucchini's (11
Een por personaMens
Personage
Persoon)
33
Drie/44
Vier de Kg de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
44
Vier yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels de huevoEi
100100
Honderd gr de quesoKaas gruyereGruyère ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
100100
Honderd gr de piñonesPijnboompitten
Rondsels
200200
Tweehonderd gr de mantequillaBoter
Roomboter
Preparación:
PelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen y lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, cocerlasKoken en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte (2020
Twintig min). LavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen los calabacinesDe courgettes
De zucchini's y cortarlesSnijd ze el pedúnculoDe bloemsteel
De steel
Het steeltje, cortarlosSnijd ze a lo largoDe lengte y vaciarlosMaak ze leeg conDoor
Met
Per
Samen met una cucharillaEen lepeltje
Een theelepeltje, procurandoBezorgend
Moeite doend
Pogend
Proberend
Strevend
Trachtend
Uitreikend
Verschaffend
Verstrekkend
Zich beijverend
Zoekend
Zorgend dat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank romperAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel RehogarlosWarm ze weer op en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan conDoor
Met
Per
Samen met una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de mantequillaBoter
Roomboter dándolesZe gevend unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n vueltasAswentelingen
Draaien
Draaiingen
Gedraaid
Gekeerd
Gewend
Gewenteld
Gezwenkt
Keren
Omgedraaid
Omlopen
Omwentelingen
Rondgedraaid
Rondritten
Rotaties
Teruggegaan
Teruggekeerd
Teruggekomen
Teruggelopen
Teruggetrokken
Terugreizen
Toeren
Wedergekeerd
Wedergekomen
Weer gegaan
Weeromgekomen
Wendingen
Wentelingen
Wielingen
Zwenken
Zwenkingen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 55
Vijf min, colocarlosPlaats ze en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de hornoKachel
Oven enmantequilladaMet boter ingesmeerd. HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree conDoor
Met
Per
Samen met las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers, mezclarloMengen conDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter, las yemasDe botten
De eidooiers
De knoppen
De uitspruitsels, el quesoDe kaas y la pulpaDe pulp
De pulpa
De weke massa
Het vruchtvlees de los calabacinesDe courgettes
De zucchini's. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen. Se llenaMen vult conDoor
Met
Per
Samen met el puréDe brij
De pap
De puree una manga pasteleraEen roomspuit
Een spuitzak conDoor
Met
Per
Samen met la boquilla anchaDe wijde spuitmond y rellenaFarceer!
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze farceert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vult op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet op
Vul
Vul bij!
Vul in!
Vul op!
Vul!
Zet op! conDoor
Met
Per
Samen met el los calabacinesDe courgettes
De zucchini's. EspolvorearBepoederen
Bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met los piñonesDe pijnboompitten
De rondsels y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten a hornoKachel
Oven precalentadoVoorverwarmd
Voorverwarmde a 180º duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien min.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Piñones
Tumbet mallorquin
Ingredientes:11
Een Kg de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
33
Drie calabacinesCourgettes
Zucchini's
33
Drie berenjenasAubergines
Eierplanten
33
Drie o 44
Vier pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
11
Een/22
Twee kg de tomatesTomaatplanten
Tomaten rojosBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie
11
Een/22
Twee kg de boqueronesAnsjovis
Ansjovissen o sardinitaSardientje pequeñaKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
Preparación:
El tumbet se puedeMen kan hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren conDoor
Met
Per
Samen met carneVlees o pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht (cualquierEen of ander
Ieder
Welk dan ook tipoDrukletter
Soort
Type) peroDoch
Echter
Maar miMi
Mijn favoritaFavoriet esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats conDoor
Met
Per
Samen met boqueroncitosAnsjovisjes pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere. Se fríenBakt men en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y se reservanMen zet weg.
Se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften los calabacinesDe courgettes
De zucchini's tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven (se puedenMen kan pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen o noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals el gustoDe lust
De smaak
Het genoegen de cada unoElk
Elkeen
Ieder
Iedereen o segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals loDe
Hem
Het
U tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte que seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn los calabacinesDe courgettes
De zucchini's. YoEgo
Ik los peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil siempreAldoor
Altijd
Altoos
Bij voortduring
Immer
Permanent
Steeds
Voortdurend) y se fríenBakt men tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan encima deAan
Boven op
Bovenop
Op las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers (comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend capasJassen
Jij/je castreert
Jij/je ontmant
Lagen
Mantels
Pakken) Se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften las berenjenasDe aubergines
De eierplanten a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven y sin pelarIn de schil
Ongepeld
Ongeschild y se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout para queOpdat
Zodat sueltenLaat u los!
Loslaten
Maakt u los!
Zij/ze laten los
Zij/ze maken los el aguaHet water en un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef. DespuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens se fríenBakt men tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook y se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan encima deAan
Boven op
Bovenop
Op las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y los calabacinesDe courgettes
De zucchini's. Se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven y se fríenBakt men. Se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan encima deAan
Boven op
Bovenop
Op todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle lo demásHet overige. Se limpianMen maakt schoon los pescaditosVisjes, se lesHen
Hun
U quitaBeroof!
Doe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berooft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft prijs
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ritst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Krijg uit!
Laat weg!
Neem af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek af!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af! la cabezaDe kop
Het hoofd y la tripaDe pens siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime, y siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se dejanMen laat
Zij/ze geven zich over
Zij/ze verwaarlozen zich
Zij/ze wijden zich aan
iets
Zij/ze worden terneergeslagen enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige, se salanMen zout, se enharinanMen brengt meel aan
Men wentelt in meel y se fríenBakt men en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! fritosGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan encima deAan
Boven op
Bovenop
Op las verdurasDe groenten
De groentes. Se escaldanMen blancheert los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten y se pelanMen schilt, se les quitanMen verwijdert bij hen las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften a daditosDobbelsteentjes. Se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden a freírBakken
Braden
Frituren
Fruiten en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve sarténBraadpan
Koekenpan
Pan quitandoAfdoend
Afhalend
Afnemend
Aftrekkend
Afzettend
Berovend
Eraf halend
Opgevend
Prijsgevend
Rissend
Ritsend
Uitdoend
Uitkrijgend
Uittrekkend
Verwijderend
Weghalend
Weglatend
Wegnemend el excesoDe buitensporigheid
De overdaad
De uitspatting
De/het uitwas
Het exces de grasaKaarsvet
Smeer
Vet
Vette antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger, se sofríeMen fruit a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius), se sazonaMen brengt op smaak y cuandoAls
Tijdens
Wanneer estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! listoBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge se vierteMen giet por encima deAan
Boven
Over todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle lo anteriorHet voorgaande...... y BON PROFIT!!!!!!
De los siguientes palabras hay una foto:
Boqueroncito Pimientos Pimientos Rojo Verde
Borrajas emeceeme
BienGelukGoed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart que susHaar
Hun
Uw
Zijn floresBloemen
Bloesems
Flores
Jij/je bestrooit met bloem tienenZij hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze houden
Zij/ze houden bij
Zij/ze houden erop na
Zij/ze houden vast cualidadesAllooien
Eigenschappen
Kwaliteiten sudoríficasZweten bevorderend, en nuestraOns
Onze
Van ons recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! sóloAlleen
Alleen maar
Enkel
Maar
Pas
Slechts
Uitsluitend haremos uso deWij/we zullen aanwenden
Wij/we zullen benutten
Wij/we zullen gebruiken los TALLOSDe stengels, cuyoHuiscavia
Van wie
Waarvan
Wiens
Wier valor nutricioVoedingswaarde y vitamínicoVitaminenrijk esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer escasoGering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame (alNaar de
Naar het decirOpgeven
Spreken
Zeggen de los expertosDe deskundigen
De experten
De experts
De specialisten
De vaklieden
De vaklui
De vakmannen
De vakmensen) peroDoch
Echter
Maar cuyaVan wie
Waarvan
Wiens
Wier personalidadPersonaliteit
Persoonlijkheid gastronómicaGastronomisch
Gastronomische esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats apabullanteOverweldigend y seductoraVerleidelijk
Verleidelijke. PeroDoch
Echter
Maar osJe
Jullie avisoAdviesjacht
Bekendmaking
Bericht
Ik meld
Ik waarschuw
Kennisgeving
Mare
Tijding
Verwittiging
Waarschuwing: esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats una pesadezEen hinderlijkheid el procesoDe gerechtszaak
De ontwikkelingsgang
De rechtszaak
De zaak
Het geding
Het proces
Het rechtsgeding
Het verloop de preparaciónAanmaken
Bereiden
Bereiding
Bereidingswijze
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden previaVoorafgaand
Voorafgaande
Vroeger
Vroegere. Los tallosDe stengels en cuestiónBetreffend
Betrokken
Bewust
Desbetreffend
In kwestie estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn cubiertosAangezuiverd
Bedekkingen
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Bestekken
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Couverts
Donker
Donkere
Gedekt
Somber
Sombere
Toegedekt por una recalcitranteOnwillig
Onwillige
Recalcitrant
Recalcitrante
Weerbarstig
Weerspannig
Weerspannige pelusaDons
Haartjes
Nesthaar
Waas de la queDat
Die
Wie
Zij die es precisoHet is nodig desposeerlosHen ervan te ontdoen, raspandoKrassend
Raspend
Schrabbend
Schrapend
Schrappend, antes deAlvorens te
Voor cocinarlosZe te koken.
Ingredientes:
11
Een kiloKilo
Kilogram de borrajas (antes deAlvorens te
Voor deshojarlasHen te ontbladeren)
22
Twee dientes de ajoKnoflookteentjes
8080
Tachtig grs. de almendrasAmandelen
Amandels
Zoete amandelen
Zoete amandels crudasBot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige (noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank tostadasBeschuiten
Brood geroosterd
Gebraden
Gebrand
Gebruind
Geroosterd
Geroosterde
Toasten
Toasts
Tosti's y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank saladasGepekeld
Gezouten
Hartig
Hartige
In het zout gelegd
Ingelegd
Ingemaakt
Zilt
Zilte
Ziltig
Ziltige
Zout
Zout-
Zoutachtig
Zoutachtige
Zoute)
2020
Twintig grs. de ajonjolíEgyptische oliezaad
Sesam
Sesamzaad (la semillitaZaadje esaDat
Die que ponen(Zij) doen
Zij/ze brengen op
Zij/ze brengen op gang
Zij/ze doen
Zij/ze doen aan
Zij/ze krijgen aan de
praat
Zij/ze leggen
Zij/ze leggen neer
Zij/ze leggen op
Zij/ze plaatsen
Zij/ze schakelen in
Zij/ze steken
Zij/ze stellen
Zij/ze stoppen
Zij/ze trekken aan
Zij/ze vlijen
Zij/ze zetten
Zij/ze zetten aan
Zij/ze zetten neer sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u!
determinadosBepaald
Bepalend
Bepalende
Beslist
Besliste
Gedetermineerd
Nauwkeurig bepaald
Overtuigd
Overtuigde
Vastberaden panesBroden
Mikken: la venden(Zij) verkopen
Bakert u in!
Bakert u!
Men verkoopt
Omwikkelt u!
Omzwachtelt u!
Verbindt u!
Zij/ze bakeren
Zij/ze bakeren in
Zij/ze doen over
Zij/ze doen weg
Zij/ze omwikkelen
Zij/ze omzwachtelen
Zij/ze tappen
Zij/ze verbinden
Zij/ze verhandelen
Zij/ze verkopen
Zij/ze vervreemden
Zij/ze zwachtelen
Zij/ze zwachtelen in
Zwachtelt u in!
Zwachtelt u! en herbolariosKruidenwinkels)
100100
Honderd grs. de jamón ibéricoIberico-ham
Iberische ham cortado enGesneden in lonchasPlakken muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere
11
Een dl. de aceite de olivaOlijfolie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
SeparadosAfgelegen
Afgescheiden
Afgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Geschift
Geïsoleerd
Geïsoleerde
Los
Losse
Uit elkaar gehaald los tallosDe stengels de las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten y convenientementeBehoorlijk
Op passende wijze despeluzados, cortádmelosSnijd ze voor me en trozosIn stukken de la larguraDe langdurigheid
De lengte de un dedo meñiqueEen pink. En un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees meMe
Mij ponéisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y meMe
Mij los cocéisJullie bakken
Jullie koken, cosaAangelegenheid
Affaire
Ding
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze naait aan
Ik naai
Ik naai aan
Naait u aan!
Naait u!
Voorwerp
Zaak de veinte20
Twintig minutosMinuten: OJOKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!, OJOKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!, OJOKijker
Let op
Oog
Pas op
Pas op!: esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats importantísimoHeel belangrijk que la verduraDe groente quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken "al denteAl dente
Beetgaar" (estoDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats: noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pulposaPapperig
Papperige, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank fibrosaVezelig
Vezelige, crujientitaKnapperig
Knapperige alNaar de
Naar het morderlaErin bijten, jugosaSappig
Sappige....) Por elloDat
Het: siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals veisJullie bekijken
Jullie kijken
Jullie zien, en funciónAfhankelijk van del fuegoVuur y de la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, que la cosaDe aangelegenheid
De affaire
De zaak
Het ding
Het voorwerp se pasaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat heel ver
weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te ver
in figuurlijke zin
Men passeert
Slap wordt, reducidBeperk!
Herleid!
Kook in!
Krimp in!
Reduceer!
Vereenvoudig!
Verminder
Zet! el tiempoDe poos
De tijd
De weersomstandigheden
De werkwoordstijd
Het weder.
MeMe
Mij ponéisJullie brengen op
Jullie brengen op gang
Jullie doen
Jullie doen aan
Jullie krijgen aan de
praat
Jullie leggen
Jullie leggen neer
Jullie leggen op
Jullie plaatsen
Jullie schakelen in
Jullie steken
Jullie stellen
Jullie stoppen
Jullie trekken aan
Jullie vlijen
Jullie zetten
Jullie zetten aan
Jullie zetten neer simultáneamenteGelijktijdig
Tegelijkertijd el aceiteDe olie
De olijfolie en una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan a fuegoVuur noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer fuerteErg
Erge
Fiks
Fikse
Fort
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterke zijde
Sterkte
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware: cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! echáisJullie beginnen handel te
drijven met
Jullie gooien
Jullie gooien erop
Jullie hebben aandeel in
Jullie jagen weg
Jullie keilen
Jullie kondigen aan
Jullie krijgen
Jullie laten aan het
lot over
Jullie leggen op
Jullie maken bekend
Jullie maken vast
Jullie nemen
Jullie schatten
Jullie schenken in
Jullie slaan uit
Jullie smijten
Jullie spelen een partijtje
Jullie spelen uit
Jullie spreken uit
Jullie storten
Jullie strooien
Jullie sturen weg
Jullie tanken
Jullie treden op in
Jullie uiten
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe
Jullie voeren op
Jullie wedden
Jullie wedijveren
Jullie werpen
Jullie zeggen
Jullie zenden weg
Jullie zetten buiten de
deur los dientesDe tanden
De teentjes de ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look, cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere lascasLa=
De
Haar
Het
U. Las retiráisJullie halen uit
Jullie halen weg
Jullie trekken in
Jullie trekken terug
Jullie verwijderen cuandoAls
Tijdens
Wanneer se empiecenBegint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
Ze beginnen
Zij/ze beginnen
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze pakken aan
Zij/ze snijden aan
Zij/ze vangen aan a dorarAanbraden
Doreren. MomentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip en el cualWaarop meMe
Mij echaréisJullie zullen aan het
lot overlaten
Jullie zullen aandeel hebben
in
Jullie zullen aankondigen
Jullie zullen beginnen handel
te drijven met
Jullie zullen bekend maken
Jullie zullen buiten de
deur zetten
Jullie zullen een partijtje
spelen
Jullie zullen erop gooien
Jullie zullen gooien
Jullie zullen inschenken
Jullie zullen keilen
Jullie zullen krijgen
Jullie zullen nemen
Jullie zullen opleggen
Jullie zullen optreden in
Jullie zullen opvoeren
Jullie zullen schatten
Jullie zullen smijten
Jullie zullen storten
Jullie zullen strooien
Jullie zullen tanken
Jullie zullen toevoegen
Jullie zullen uiten
Jullie zullen uitslaan
Jullie zullen uitspelen
Jullie zullen uitspreken
Jullie zullen vastmaken
Jullie zullen wedden
Jullie zullen wedijveren
Jullie zullen wegjagen
Jullie zullen wegsturen
Jullie zullen wegzenden
Jullie zullen werpen
Jullie zullen zeggen en eseDat
Die mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! las almendrasDe amandelen
De amandels
De zoete amandelen
De zoete amandels previamenteEerst
Vooraf troceadasIn stukjes gesneden
In stukken gesneden, y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank pulverizadasFijngemaakt
Gemalen
Verpoederd
Verpulverd y el ajonjolíDe sesam
Het egyptische oliezaad
Het sesamzaad. Al cabo deNa
Na verloop van un parEen duo
Een koppel
Een paar
Een span
Een stel
Een stelletje
Een tweetal de minutosMinuten de frituraGebakken eten
Gefrituurd eten, meMe
Mij loDe
Hem
Het
U sacáisJullie behalen
Jullie brengen naar buiten
Jullie doen af
Jullie doen uit
Jullie dwingen af
Jullie halen
Jullie halen eruit
Jullie halen te voorschijn
Jullie halen uit
Jullie halen van
Jullie hozen
Jullie knevelen
Jullie krijgen uit
Jullie ontlenen
Jullie persen af
Jullie putten
Jullie scheppen
Jullie trekken uit
Jullie zetten af (inclusoZelfs el aceiteDe olie
De olijfolie). En la sarténIn de pan gebakken en cuestiónBetreffend
Betrokken
Bewust
Desbetreffend
In kwestie echáisJullie beginnen handel te
drijven met
Jullie gooien
Jullie gooien erop
Jullie hebben aandeel in
Jullie jagen weg
Jullie keilen
Jullie kondigen aan
Jullie krijgen
Jullie laten aan het
lot over
Jullie leggen op
Jullie maken bekend
Jullie maken vast
Jullie nemen
Jullie schatten
Jullie schenken in
Jullie slaan uit
Jullie smijten
Jullie spelen een partijtje
Jullie spelen uit
Jullie spreken uit
Jullie storten
Jullie strooien
Jullie sturen weg
Jullie tanken
Jullie treden op in
Jullie uiten
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe
Jullie voeren op
Jullie wedden
Jullie wedijveren
Jullie werpen
Jullie zeggen
Jullie zenden weg
Jullie zetten buiten de
deur el jamónDe ham, previamenteEerst
Vooraf recortadoBesnoeid
Geknipt
Gesneden
Getrimd en trocitosStukjes del tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid de una uñaEen nagel (de mujerEchtgenote
Gemalin
Mens!
Vrouw
Vrouwmens
Vrouwspersoon) y meMe
Mij los dejáisJullie laten
Jullie laten achter
Jullie laten begaan
Jullie laten in de
steek
Jullie laten los
Jullie laten na
Jullie laten over
Jullie laten schieten
Jullie legateren
Jullie lenen
Jullie leveren op
Jullie staan toe
Jullie verlaten
Jullie verlaten je van
Jullie vermaken
Jullie vertrouwen toe
Jullie verzuimen
Laat el tiempoDe poos
De tijd
De weersomstandigheden
De werkwoordstijd
Het weder precisoIk heb nodig
Juist
Juiste
Minutieus
Minutieuze
Precies
Precieze
Scherp
Scherpe
Secure
Secuur
Stipt
Stipte
Zorgvuldig
Zorgvuldige para queOpdat
Zodat empiecenBegint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan!
Ze beginnen
Zij/ze beginnen
Zij/ze breken aan
Zij/ze gaan in
Zij/ze pakken aan
Zij/ze snijden aan
Zij/ze vangen aan a "sudarSuéren
Transpireren
Zweten", peroDoch
Echter
Maar que NONee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se fríanAfkoelen
Bakken. EcháisJullie beginnen handel te
drijven met
Jullie gooien
Jullie gooien erop
Jullie hebben aandeel in
Jullie jagen weg
Jullie keilen
Jullie kondigen aan
Jullie krijgen
Jullie laten aan het
lot over
Jullie leggen op
Jullie maken bekend
Jullie maken vast
Jullie nemen
Jullie schatten
Jullie schenken in
Jullie slaan uit
Jullie smijten
Jullie spelen een partijtje
Jullie spelen uit
Jullie spreken uit
Jullie storten
Jullie strooien
Jullie sturen weg
Jullie tanken
Jullie treden op in
Jullie uiten
Jullie voegen bij
Jullie voegen toe
Jullie voeren op
Jullie wedden
Jullie wedijveren
Jullie werpen
Jullie zeggen
Jullie zenden weg
Jullie zetten buiten de
deur el ajilimójili sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los tallitosStengeltjes de las borrajasDe bernagie
De borage
De komkommerkruiden
Het komkommerkruid, artísticamenteArtistiek dispuestosBekwaam
Bekwame
Bereid
Bereide
Beschikt
Beschikt over
Bevolen
Gedisponeerd
Genegen
Geplaatst
Gerangschikt
Geschikt
Geschikte
Klaargemaakt
Opgetooid
Opgetooide
Voltooid en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Ajonjolí Almendra Borrajas Salar
CardoCardon
Distel
Ik hekel
Ik kaard
Kardoen
Kardon
Spaanse artisjok
Speerdistel de navidadKerstfeest
Kerstmis
Kersttijd
Ingredientes:CardoCardon
Distel
Ik hekel
Ik kaard
Kardoen
Kardon
Spaanse artisjok
Speerdistel
HarinaBloem
Meel
LecheMelk
AjoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
LimpiarAfvegen
Louteren
Opwrijven
Poetsen
Reinigen
Schoonmaken
Snoeien
Zuiveren bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el cardoDe cardon
De distel
De kardoen
De kardon
De spaanse artisjok
De speerdistel, dejándolo(Erop) latend en un barreñoEen aardewerk pot
Een kom
Een vont conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y un chorritoEen scheutje de zumo de limónCitroensap. CortarloSnijd
Snijden en trozosIn stukken y ponerloDoe het in
Zetten a cocerBakken
Koken en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! tiernoGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte.
En una sarténEen braadpan
Een koekenpan
Een pan, ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y refreírWeer bakken un parEen duo
Een koppel
Een paar
Een span
Een stel
Een stelletje
Een tweetal de dientes de ajoKnoflookteentjes en láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de harinaBloem
Meel y antes de queAleer
Alvorens
Alvorens te
Eer
Voor
Vooraleer se doreBruin wordt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt bruin un chorritoEen scheutje de lecheMelk, dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van cocerBakken
Koken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n minutosMinuten hasta tenerTot verkregen wordt una bechamelEen bechamel
Een bechamelsaus
Een béchamelsaus
Een bloemkoolsaus ligeraGering
Geringe
Licht
Lichte
Lichtzinnig
Lichtzinnige
Luchtig
Luchtige
Wuft
Wufte, desleírAanlengen
Binden
Liéren
Oplossen estaDeze
Dit salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat del caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat de cocerBakken
Koken el cardoDe cardon
De distel
De kardoen
De kardon
De spaanse artisjok
De speerdistel y rectificarAssaisoner
Door herhaalde destillatie zuiveren
Gelijkrichten
Op smaak brengen de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen estaDeze
Dit salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop alNaar de
Naar het cardoCardon
Distel
Ik hekel
Ik kaard
Kardoen
Kardon
Spaanse artisjok
Speerdistel y buen provechoEet smakelijk.
En algunasEen of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Enkele
Sommige casasFamilies
Geslachten
Huizen
Jij/je casseert
Jij/je huwelijkt uit
Jij/je trouwt
Jij/je verbindt
Jij/je verbindt in de
echt
Jij/je verklaart nietig
Jij/je vernietigt
Jij/je voegt samen
Panden
Tehuizen, a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs se le añadeMen voegt er aan
toe
Men voegt eraan toe un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de almendraAmandel
Zoete amandel molidaGekweld
Gemalen
Vermalen, noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank séBen!
Gebeur!
Heb plaats!
Ik ken
Ik smaak
Ik weet
Vind plaats! en queWaarin momentoMoment
Ogenblik
Oogwenk
Tel
Tijdstip
Wijl
Wip se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd, peroDoch
Echter
Maar supongo queIk veronderstel dat se debeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft veel verplichtingen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te wijten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is veel veplicht añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen junto aAan
Bij
Dichtbij
Naast
Nabij
Vlakbij la harinaDe bloem
Het meel en el momentoDe oogwenk
De tel
De wijl
De wip
Het moment
Het ogenblik
Het tijdstip de hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Ajo Ajo Almendra Cardo Casa
Croquetas de coliflorBloemkool
Preparación:En el recetarioHet receptenboek manuscritoHandschrift
Kopij
Manuscript
Met de hand geschreven de miMi
Mijn propiedadBezit
Bezitting
Boerderij
Eigendom
Eigendomsrecht
Goed
Landgoed, fechadoGedagtekend
Gedateerd en 1896, figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor! estaDeze
Dit que, por suHaar
Hun
Uw
Zijn originalidadOriginaliteit (al menosAlthans
Tenminste a míMe
Mij meMe
Mij loDe
Hem
Het
U parece(Hij) lijkt op
Heb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit!) es merecedora deHeeft recht op difusiónDiffunderen
Diffusie
Langdradigheid
Verbreiding
Verspreiding
Verstrooiing
Verwardheid:
"Se cueceMen kookt
Wordt gekookt la coliflorDe bloemkool en caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat y se tieneHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beheerst zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt zich op
de been
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt gehandhaafd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt in stand
gehouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet zich schrap
Men heeft hasta queTot
Totdat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt cocidaBakken
Gebakken
Gekookt
Gekookte
Koken, peroDoch
Echter
Maar deshechaGesmolten
Uit elkaar gehaald
Uit elkaar gevallen. Se sacaMen haalt eruit
Men haalt uit y se picaHakt men
Men prikt comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la carneHet vlees de las albóndigasDe bitterballen
De gehaktballetjes
De vleesballetjes. Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan mantequillaBoter
Roomboter en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan, se cortaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Men snijdt un poquitoEen beetje
Een klein beetje
Ietwat
Lichtelijk
Zier de jamónHam muy menudoHeel klein y cebollaAjuin
Bloembol
Ui lo mismoDito
Hetzelfde
Idem, se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit en la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht y se mareaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft op zee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt duizelig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt misselijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt zeeziek
Men schommelt un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat; despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens se le echaMen gooit erbij perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, se leHaar
Hem
Het
U daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! una vueltaEen aswenteling
Een draai
Een draaiing
Een keer
Een omloop
Een omwenteling
Een rondrit
Een rotatie
Een terugkeer
Een terugreis
Een toer
Een wending
Een wenteling
Een wieling
Een zwenk
Een zwenking y se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer entoncesDan
Dus
Toen la coliflorDe bloemkool y una poquitaBeetje de harinaBloem
Meel. Se mareaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft op zee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt duizelig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt misselijk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt zeeziek
Men schommelt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat, se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer una pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige de canelaKaneel y caldo del cocidoBouillon van het kooksel. DaBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! un hervorEen borrelen
Een koken
Een zieden todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen. Se sazonaMen brengt op smaak y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat espesitoDik. Se apartaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit de
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert zich af
Men haalt weg
Men zet apart, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer loDe
Hem
Het
U estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit!, se leHaar
Hem
Het
U pone(Hij) plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op gang
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt aan de
praat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer una o dos2
Do's
Twee
Tweede yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels de huevoEi, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte. Se mueveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beweegt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verroert zich
Men roert muy bienBest
Heel goed
Prima, se echaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat liggen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat zich door
zijn toorn meeslepen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze springt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt alles in
de war
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt broeds
Men gooit en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput llanaEenvoudig
Eenvoudige
Effen
Plat
Platte
Simpel
Simpele
Troffel
Vlak
Vlakke y cuandoAls
Tijdens
Wanneer estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn fríasAfgekoeld
Afgekoelde
Jij/je bakt
Jij/je braadt
Jij/je frituurt
Jij/je fruit
Kil
Kille
Koud
Koude se formanVormt men las croquetasDe kroketten: se mojanMen doopt in
Zij/ze worden nat en clara de huevoEiwit, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo conDoor
Met
Per
Samen met pan ralladoPaneermeel, y se fríenBakt men.
SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se leHaar
Hem
Het
U puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten, en vez deIn plaats van
In stede van caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat, lecheMelk."
De los siguientes palabras hay una foto:
Canela Cebolla Coliflor Perejil
FlanFlan
Karamelpudding
Karamelpuddinkje
Vla
Vlaai
Vlade de calabacínCourgette
Zucchini
Ingredientes:11
Een Kg aproximadamenteCirca
Een stuk of
Ongeveer
Plusminus
Zowat de calabacínCourgette
Zucchini, una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer peladoAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y quitadasAfgedaan
Afgehaald
Afgenomen
Afgetrokken
Afgezet
Beroofd
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen las simientesDe zaadjes
De zaden.
300300
Driehonderd gr de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, a poder serAls het zou kunnen variedadAfwisselen
Afwisseling
Variatie
Variëren
Variëteit
Verscheidenheid
Werken spunta o kennebec.
100100
Honderd gr mantequillaBoter
Roomboter.
100100
Honderd gr quesoKaas gruyereGruyère, ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
100100
Honderd gr queso parmesanoParmezaanse kaas, ralladoGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
66
Zes huevosEieren
Pulgarada de nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala.
Pan ralladoPaneermeel
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper.
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden en un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds conDoor
Met
Per
Samen met la salHet zout, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el aguaHet water yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen el calabacínDe courgette
De zucchini y la todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle partido enVerdeeld in trozosBonken
Brokken
Eindjes
Filets
Hompen
Moten
Plakken
Schijven
Sneden
Sneetjes
Sneeën
Stukjes
Stukken. CuandoAls
Tijdens
Wanneer termineBesluit u!
Beëindigt u!
Eindigt
Eindigt u!
Handelt u af!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beëindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze eindigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze handelt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voleindigt
Ik besluit
Ik beëindig
Ik eindig
Ik handel af
Ik loop af
Ik maak af
Ik maak uit
Ik sluit af
Ik voleindig
Loopt u af!
Maakt u af!
Maakt u uit!
Sluit u af!
Voleindigt u! la cocciónHet bakken
Het koken, escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart estosDeze
Dezen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! eliminarAfschaffen
Elimineren
Opdoeken
Uitmaken
Uitschakelen
Uitsluiten
Verwijderen
Wegdoen
Wegwerken la mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere cantidadBoel
Grootheid
Hoeveelheid
Kwantiteit
Sterkte posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. PasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle por el pasapurésDe pureerzeef
De pureerzeven
De pureestamper
De zeef (om puree
te maken)
De zeven (om puree
te maken) y salpimentarMet zout en peper
kruiden esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puréBrij
Moes
Pap
Puree, probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken antesAlvorens
Allereerst
Eerder
Eerst
Liever
Ten eerste
Veeleer
Vooraf
Vooreerst
Vroeger la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout que seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt necesariaBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl en el hervidoHet borrelen
Het koken
Het zieden yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds habíamosHadden wij
Wij/we hadden
Wij/we waren puestoAan de praat gekregen
Aangedaan
Aangetrokken
Aangezet
Ambt
Baan
Betrekking
Gedaan
Gelegd
Geplaatst
Gesteld
Gestoken
Gestopt
Gevlijd
Gezet
Ingeschakeld
Marktkraam
Neergelegd
Neergezet
Op gang gebracht
Opgebracht
Opgelegd
Plaats
Post
Stalletje
Stand
Wachtpost
Werkkring salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la nuez moscadaDe foelie
De muskaatnoot
De nootmuskaat
De pala, 5050
Vijftig gramosGrammen de mantequillaBoter
Roomboter y los quesosDe kazen ralladosGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte. BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart los huevosDe eier
De eieren y añadirlosVoeg ze toe alNaar de
Naar het puréBrij
Moes
Pap
Puree. ConDoor
Met
Per
Samen met la mantequillaDe boter
De roomboter restanteOvergebleven
Overig
Overige
Verder
Verdere derretidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt, untarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm en el queWaarin vayamos aLaten we gaan naar
Wij/we gaan naar hornearBakken esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind flanFlan
Karamelpudding
Karamelpuddinkje
Vla
Vlaai
Vlade, que puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput de hornoKachel
Oven o una flaneraEen flanvorm etcEnzovoorts. y pasaremosWij zullen passeren
Wij/we zullen aangeven
Wij/we zullen aanreiken
Wij/we zullen doorbrengen
Wij/we zullen doorlaten
Wij/we zullen gebeuren
Wij/we zullen inhalen
Wij/we zullen langsgaan
Wij/we zullen langskomen
Wij/we zullen omkomen
Wij/we zullen overgaan
Wij/we zullen overkomen
Wij/we zullen oversteken
Wij/we zullen passeren
Wij/we zullen verdrijven
Wij/we zullen vergaan
Wij/we zullen verlopen
Wij/we zullen verstrijken
Wij/we zullen voorbijgaan pan ralladoPaneermeel para queOpdat
Zodat quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt adheridoErbij gekomen
Vastgekleefd
Vastgekleefde
Vastgeplakt
Vastgeplakte a la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak. LlenaremosWij zullen vullen
Wij/we zullen aanvullen
Wij/we zullen bijwerken
Wij/we zullen completeren
Wij/we zullen dempen
Wij/we zullen invullen
Wij/we zullen spekken
Wij/we zullen stoppen
Wij/we zullen vol maken
Wij/we zullen voleinden
Wij/we zullen volmaken
Wij/we zullen volschenken
Wij/we zullen vullen el moldeDe afdruk
De gietvorm
De vorm conDoor
Met
Per
Samen met el puréDe brij
De pap
De puree, y la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak del mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve loDe
Hem
Het
U regaremosWij zullen besproeien
Wij/we zullen arroseren
Wij/we zullen begieten
Wij/we zullen besprenkelen
Wij/we zullen besproeien
Wij/we zullen bevloeien
Wij/we zullen gieten
Wij/we zullen sproeien
Wij/we zullen water geven
Wij/we zullen wateren conDoor
Met
Per
Samen met la pocaGering
Geringe
Klein
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige mantequillaBoter
Roomboter que nos(Aan) ons
Ons quedaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afspreken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal blijven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in een
bepaalde toestand raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal passen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal overblijven y espolvorearemosWij zullen bestrooien
Wij/we zullen bepoederen
Wij/we zullen bestrooien conDoor
Met
Per
Samen met pan ralladoPaneermeel. HornearemosWij zullen bakken
Wij/we zullen bakken el flan a temperaturaTemperatuur mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm!/altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven y loDe
Hem
Het
U consideraremosWij zullen beschouwen
Wij/we zullen beschouwen
Wij/we zullen beschouwen als
Wij/we zullen nagaan
Wij/we zullen overwegen
Wij/we zullen rekening houden
met que estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bien cocidoGoed gekookt cuandoAls
Tijdens
Wanneer la agujaDe geep
De naald nos(Aan) ons
Ons salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! limpiaHelder
Heldere
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loutert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt schoon
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze poetst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reinigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert
Louter
Louter!
Loutere
Maak schoon!
Netto-
Poets!
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinig!
Schone
Schoon
Snoei!
Veeg af!
Wrijf op!
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuiver!
Zuivere. ServirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!.
NotaAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se os tostase(Het) werd bruin muchoErg
Fiks
Flink
Hard
Veel
Vele
Zeer
Zere la superficieDe buitenzijde
De oppervlakte
Het oppervlak y todavíaEvenwel
Niettemin
Nochtans
Nog
Nog altijd
Nog steeds
Toch consideráisJullie beschouwen
Jullie beschouwen als
Jullie gaan na
Jullie houden rekening met
Jullie overwegen que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! bien cocidoGoed gekookt, loDe
Hem
Het
U cubrísJullie bedekken
Jullie beleggen
Jullie beschermen
Jullie dekken
Jullie dekken toe
Jullie zuiveren aan conDoor
Met
Per
Samen met un papelEen papier
Een rol de barba humedecidoBevochtigd
Nat gemaakt
Vochtig gemaakt. OtrosAnder
Andere
Anderen
Nog één quesosKazen tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se puedenMen kan usarAanwenden
Benutten
Beschikken over
Disponeren
Gebruiken, peroDoch
Echter
Maar que seanGebeurt u!
Heeft u plaats!
Is u!
Vindt u plaats!
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn fuertesErg
Erge
Fiks
Fikse
Forten
Geducht
Geduchte
Hard
Harde
Heet
Hete
Koppig
Koppige
Krachtig
Krachtige
Luid
Luide
Pittig
Pittige
Sterk
Sterke
Sterkten
Sterktes
Stevig
Stevige
Straf
Straffe
Zwaar
Zware.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Calabacín Calabacín Nuez moscada Pimienta
GuisoGerecht
Ik bekokstoof
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
AtenciónAandachtAcht
Affectie
Attentie
Bedienen
Genegenheid
Goodwill
Helpen
Opletten
Oplettendheid
Oppassen
Welwillendheid a estaDeze
Dit recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! mallorquinaVan mallorca.
Preparación:
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un sofritoEen baksel de una cebollaEen ajuin
Een bloembol
Een ui, un tomateEen tomaat
Een tomaatplant y tres3
Drie dientes de ajoKnoflookteentjes. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen un manojoEen bosje
Een bundeltje
Een handvol
Een wis de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte previamenteEerst
Vooraf raspadasGekrast
Geraspt
Geraspte
Geschraapt
Geschrabd
Geschrapt y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd a discosCd's
Discotheken
Discussen
Grammofoonplaten
Kiesschijven
Platen
Schijven de un centímetroEen centimeter
Een cm
Een cm.. CubrirAanzuiveren
Bedekken
Beleggen
Beschermen
Dekken
Toedekken conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. SalarIn het zout leggen
Inleggen
Inmaken
Pekelen
Zouten. Fuego medioMatig vuur hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen un puñadoEen handvol de piñonesPijnboompitten
Rondsels y otroAnder
Andere
Nog een
Nog één de pasasJij/je brengt door
Jij/je gaat langs
Jij/je gaat over
Jij/je gaat voorbij
Jij/je gebeurt
Jij/je geeft aan
Jij/je haalt in
Jij/je komt langs
Jij/je komt om
Jij/je laat door
Jij/je overkomt
Jij/je passeert
Jij/je reikt aan
Jij/je steekt over
Jij/je verdrijft
Jij/je vergaat
Jij/je verloopt
Jij/je verstrijkt
Rozijnen y cocerBakken
Koken cinco5
Vijf minutosMinuten másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. El aguaHet water haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is de quedarAfspreken
Blijven
In een bepaalde toestand
raken
Passen
Staan
Worden
Zijn reducidaBeperkt
Gereduceerd
Gezet
Herleid
Ingekookt
Ingekookte
Ingekrompen
Vereenvoudigd a una salsaEen braadjus
Een dipsaus
Een jus
Een jus (lichte, bruine)
Een salsamuziek
Een saus
Een sop más bienBij voorkeur
Eer
Liefst
Liever
Veeleer escasaDun
Gering
Geringe
Klein
Kleine
Pover
Povere
Schaars
Schaarse
Weinig
Weinige
Zeldzaam
Zeldzame.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Piñones Salar
Pisto malagueñoVan malaga
Ingredientes:11
Een berenjenaAubergine
Eierplant
11
Een calabacínCourgette
Zucchini medianoDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui medianoDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
11
Een pimiento rojoLombok
Paprika
Pepperoni
Rode paprika
Spaanse peper
11
Een pimiento verdeGroene paprika
11
Een kg de tomate rojoTomaat
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
La berenjenaDe eierplant y el calabacínDe courgette
De zucchini se pelanMen schilt y se picanHakt men en cuadritosVierkantjes y se echanMen gooit
Zij/ze beginnen
Zij/ze gaan liggen
Zij/ze laten zich door
zijn toorn meeslepen
Zij/ze nemen
Zij/ze springen
Zij/ze storten zich
Zij/ze sturen alles in
de war
Zij/ze wedden
Zij/ze wedijveren
Zij/ze werpen zich
Zij/ze wijden zich
Zij/ze worden broeds en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout un ratitoOgenblikje. Se fríenBakt men lentamenteLangzaam hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! blandosMals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte y se cuelanMen zeeft
Zij/ze dringen voor
Zij/ze vergissen zich y reservamosWij zetten weg
Wij/we bespraken
Wij/we bespreken
Wij/we bestelden
Wij/we bestellen
Wij/we boeken
Wij/we boekten
Wij/we hielden open
Wij/we hielden vrij
Wij/we houden open
Wij/we houden vrij
Wij/we reserveerden
Wij/we reserveren
Wij/we tekenden in
Wij/we tekenen in
Wij/we zetten weg el aceiteDe olie
De olijfolie
PicamosWij hakken
Wij/we hakken
Wij/we hakken fijn
Wij/we hakten
Wij/we hakten fijn
Wij/we jeuken
Wij/we jeukten
Wij/we kriebelden
Wij/we kriebelen
Wij/we krieuwelden
Wij/we krieuwelen
Wij/we pikken
Wij/we pikten
Wij/we priemden
Wij/we priemen
Wij/we prikken
Wij/we prikten
Wij/we snipperden
Wij/we snipperen
Wij/we staken
Wij/we steken
Wij/we wriemelden
Wij/we wriemelen la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui y los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers y los freímosWij bakken
Wij/we bakken
Wij/we bakten
Wij/we braadden
Wij/we braden
Wij/we frituren
Wij/we frituurden
Wij/we fruiten
Wij/we fruitten en el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, se cuelanMen zeeft
Zij/ze dringen voor
Zij/ze vergissen zich y en esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! freímosWij bakken
Wij/we bakken
Wij/we bakten
Wij/we braadden
Wij/we braden
Wij/we frituren
Wij/we frituurden
Wij/we fruiten
Wij/we fruitten los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten conDoor
Met
Per
Samen met la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel, cuandoAls
Tijdens
Wanneer el tomateDe tomaat
De tomaatplant yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! fritoGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde, se pasa porMen haalt door el chinoDe chinees
De chinois
Het chinees eEn se le agregaMen voegt eraan toe
Men voegt toe estoDeze
Dit a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle lo anteriorHet voorgaande juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
EstaDeze
Dit recetaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft een recept
voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft voor
Recept
Schrijf een recept voor!
Schrijf voor! de MálagaMalaga
Málaga
Málaga-wijn esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats impresionanteIndrukwekkend
Indrukwekkende. PruébalaProbeer het.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Berenjena Calabacín Calabacín Cebolla Cuadritos Pimiento rojo Tomate rojo
SauerkrautZuurkool
Ingredientes: (cantidadesBoelenGrootheden
Hoeveelheden
Kwantiteiten
Sterkten
Sterktes paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! un kiloEen kilo
Een kilogram)
11
Een kiloKilo
Kilogram de colKool
Wilde kool
2525
Vijfentwintig gramosGrammen de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de bayas de enebroJeneverbessen
44
Vier hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer
una cucharadaEen eetlepel (maat)
Een soeplepel de pimientaPeper en granoGraan
Grein
Koren
Korrel
Kraal
Mee-eter
Pit
Puistje
Zaadje
Zaadkorrel
Preparación:
CorteAfbreken
Afplukken
Afrukken
Breekt u af!
Coupon
Doorsnijden
Doorsnijdt u!
Hakken
Hakt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doorsnijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kapt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knipt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoofdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat het hoofd
af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snerpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snoeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verricht sectie
Hof
Hofhouding
Hofstad
Houwen
Houwt u!
Ik breek af
Ik doorsnijd
Ik hak
Ik houw
Ik kap
Ik knip
Ik onthoofd
Ik pluk
Ik pluk af
Ik ruk af
Ik schakel uit
Ik scheer
Ik scheur weg
Ik sla het hoofd
af
Ik snerp
Ik snijd
Ik snijd af
Ik snijd door
Ik snoei
Ik verricht sectie
Kappen
Kapt u!
Knippen
Knipt u!
Onthoofden
Onthoofdt u!
Plukken
Plukt u af!
Plukt u!
Residentie
Rukt u af!
Schakelt u uit!
Scheert u!
Scheren
Scherp van een mes
Scheurt u weg!
Slaat u het hoofd
af!
Snede
Snee
Snerpen
Snerpt u!
Snijden
Snijdt u af!
Snijdt u door!
Snijdt u!
Snit
Snoeien
Snoeit u!
Uitschakelen
Verricht u sectie!
Wegscheuren en tiritasJij/je beeft van de
kou
Jij/je bibbert
Jij/je huivert
Pleisters
Reepjes las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de colKool
Wilde kool eliminandoAfschaffend
Eliminerend
Opdoekend
Uitmakend
Uitschakelend
Uitsluitend
Verwijderend
Wegdoend
Wegwerkend las imperfectasGebrekkig
Gebrekkige
Ondeugdelijk
Ondeugdelijke o verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes ,el troncoDe boomstam
De romp
De stam y los nerviosDe bladnerven
De nerven
De ribbels
De ribben
De zenuwen duros5-pesetamunten
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
Taaie. MézclelasMeng ze conDoor
Met
Per
Samen met la salHet zout y póngalasDoe ze en un bolEen bowl
Een kom
Een schaal de lozaAardewerk
Faience
Gevernist aardewerk
Geëmailleerd aardewerk
Plateelwerk bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren aplastándolasZe verpletterend bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y alternándolasAfgewisseld conDoor
Met
Per
Samen met las bayas de enebroDe jeneverbessen, las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer y la pimientaDe peper. CúbralasBedek ze conDoor
Met
Per
Samen met una gasaEen gaas dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u! y coloqueBelegt u!
Brengt u onder!
Doet u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt onder
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verplaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vlijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet neer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet uit
Ik beleg
Ik breng onder
Ik doe
Ik leg
Ik leg neer
Ik plaats
Ik steek
Ik stel
Ik stop
Ik verplaats
Ik vlij
Ik zet
Ik zet neer
Ik zet uit
Legt u neer!
Legt u!
Plaats
Plaatst u!
Steekt u!
Stelt u!
Stopt u!
Verplaatst u!
Vlijt u!
Zet u neer!
Zet u uit!
Zet u! encimaBovendien
Er bovenop un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs conDoor
Met
Per
Samen met un pesoEen gewicht
Een peso
Een zwaarte. DejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! el contenedorDe container en un sitioEen beleg
Een belegeren
Een belegering
Een buitenhuis
Een landhuis
Een ligging
Een locatie
Een lokaal
Een lokaliteit
Een oord
Een plaats
Een plek
Een ruimte
Een website cálidoWarm
Warme, y presioneDringt u!
Drukt u!
Duwt u aan!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dringt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drukt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duwt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze knelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oefent druk uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze perst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze prest
Ik dring
Ik druk
Ik duw aan
Ik knel
Ik oefen druk uit
Ik pers
Ik pres
Knelt u!
Oefent u druk uit!
Pers
Perst u!
Prest u! de vez en cuandoAf en toe
Bijwijlen
Van tijd tot tijd el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht. TranscurridoNaar verloop van
Omgekomen
Overgegaan
Vergaan
Verlopen
Verstreken una semanaEen week, retireHaal weg
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik haal uit
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder
Trekt u in!
Trekt u terug!
Verwijdert u! el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht y la gasaHet gaas y elimineDoekt u op!
Doet u weg!
Elimineert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze elimineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt weg
Ik doe weg
Ik doek op
Ik elimineer
Ik maak uit
Ik schaf af
Ik schakel uit
Ik sluit uit
Ik verwijder
Ik werk weg
Maakt u uit!
Schaft u af!
Schakelt u uit!
Sluit u uit!
Verwijder
Verwijdert u!
Werkt u weg! la espumaDe mousse
Het schuim que se haya(Het) is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gedraagt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt het met
iemand aan de stok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze meet zich met
iemand formadoAangegaan
Geformeerd
Geparadeerd
Gepraald
Geprijkt
Gepronkt
Gevormd, retireHaal weg
Haalt u uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Ik haal uit
Ik trek in
Ik trek terug
Ik verwijder
Trekt u in!
Trekt u terug!
Verwijdert u! tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook la películaDe film
De rolprent que se habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal het met
iemand aan de stok krijgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich gedragen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zich met
iemand meten formadoAangegaan
Geformeerd
Geparadeerd
Gepraald
Geprijkt
Gepronkt
Gevormd alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom, cubraBedekt
Bedekt u!
Belegt u!
Beschermt u!
Dekt u toe!
Dekt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze belegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschermt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dekt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zuivert aan
Ik bedek
Ik beleg
Ik bescherm
Ik dek
Ik dek toe
Ik zuiver aan
Zuivert u aan! el bolDe bowl
De kom
De schaal conDoor
Met
Per
Samen met una gasaEen gaas nuevaNieuw
Nieuwe
Nieuws y un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs limpioHelder
Heldere
Ik louter
Ik maak schoon
Ik poets
Ik reinig
Ik snoei
Ik veeg af
Ik wrijf op
Ik zuiver
Louter
Loutere
Louteren
Netto-
Opwrijven
Poetsen
Proper
Propere
Pure
Puur
Rein
Reine
Reinigen
Schone
Schoon
Schoonmaken
Snoeien
Zindelijk
Zindelijke
Zuiver
Zuivere
Zuiveren apoyeDruk aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ondersteunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rugsteunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schraagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staaft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stut
Ik ondersteun
Ik rugsteun
Ik schraag
Ik staaf
Ik steun
Ik stut
Ondersteunt u!
Rugsteunt u!
Schraagt u!
Staaft u!
Steunt u!
Stut u! el pesoDe peso
De zwaarte
Het gewicht y dejeAchterlaten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Ik laat
Ik laat achter
Ik laat begaan
Ik laat in de
steek
Ik laat los
Ik laat na
Ik laat over
Ik laat schieten
Ik leen
Ik legateer
Ik lever op
Ik sta toe
Ik verlaat
Ik verlaat me van
Ik vermaak
Ik vertrouw toe
Ik verzuim
Laat
Laat u achter!
Laat u begaan!
Laat u in de
steek!
Laat u los!
Laat u na!
Laat u over!
Laat u schieten!
Laat u!
Laten
Leent u!
Legateert u!
Legateren
Lenen
Levert u op!
Loslaten
Nalaten
Nasmaak
Opleveren
Overlaten
Staat u toe!
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaat u zich van!
Verlaat u!
Verlaten
Vermaakt u!
Vermaken
Vertrouwt u toe!
Verzuimen
Verzuimt u! fermentarFermenteren
Gisten
Laten gisten
Werken la verduraDe groente duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 33
Drie o 44
Vier semanasWeken másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus ,cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes semanaWeek elimineDoekt u op!
Doet u weg!
Elimineert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doekt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze elimineert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schaft af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schakelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwijdert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werkt weg
Ik doe weg
Ik doek op
Ik elimineer
Ik maak uit
Ik schaf af
Ik schakel uit
Ik sluit uit
Ik verwijder
Ik werk weg
Maakt u uit!
Schaft u af!
Schakelt u uit!
Sluit u uit!
Verwijder
Verwijdert u!
Werkt u weg! la espumaDe mousse
Het schuim y la películaDe film
De rolprent que seguirán formándoseZich zullen blijven vormen hasta queTot
Totdat haya concluidoIs beëindigd el procesoDe gerechtszaak
De ontwikkelingsgang
De rechtszaak
De zaak
Het geding
Het proces
Het rechtsgeding
Het verloop de fermentaciónFermentatie
Fermenteren
Gisten
Gisting
Werken.
ConserveBehoudt u!
Bergt u!
Bespreekt u!
Bestelt u!
Bewaar
Bewaart u!
Boekt u!
Conserveert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bergt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespreekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bewaart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze boekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze conserveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt open
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderhoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze reserveert
Houdt u open!
Houdt u over!
Houdt u vrij!
Ik behoud
Ik berg
Ik bespreek
Ik bestel
Ik bewaar
Ik boek
Ik conserveer
Ik houd open
Ik houd over
Ik houd vrij
Ik onderhoud
Ik reserveer
Onderhoudt u!
Reserveert u! el sauerkrautDe zuurkool en un sitioEen beleg
Een belegeren
Een belegering
Een buitenhuis
Een landhuis
Een ligging
Een locatie
Een lokaal
Een lokaliteit
Een oord
Een plaats
Een plek
Een ruimte
Een website frescoBrutaal
Brutale
Fresco
Fris
Frisse
Koel
Koele
Koelte
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één o dos2
Do's
Twee
Tweede mesesMaanden, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! una conservaciónEen behoud
Een behouden
Een bergen
Een bespreken
Een bewaren
Een bewaring
Een boeken
Een conservatie
Een conserveren
Een conservering
Een handhaving
Een instandhouding
Een onderhouden
Een openhouden
Een overhouden
Een reserveren
Een vrijhouden másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus largaBreedvoerig
Breedvoerige
Dien toe!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hijst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat vrij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze viert
Hijs!
Laat los!
Laat vrij!
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vier!
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde enváseloVerpak het.
De los siguientes palabras hay una foto:
Bayas de enebro Cada Cada Col Laurel Pimienta Verde
MojeteMojete
Ingredientes:11
Een LataBlik
Blikje
Bus
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klopt
Ik klop
Klopt u!
Lat
Trommel
Trommeltje de kiloKilo
Kilogram de tomateTomaat
Tomaatplant naturalAard
Afkomstig
Afkomstige
Echt
Natuur
Natuurlijk
Natuurlijke
Naïef
Naïeve
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui
100100
Honderd gr. de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis, en finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te desalarOntzouten
5050
Vijftig gr. de aceitunasOlijven sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te huesoBeen
Bot
Graat
Kern
Knok
Pit
Schonk
AceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout.
Preparación:
PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen finamenteFijn
Keurig la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en un cuencoEen kom los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te pepitasZaadjes
Zaden, trabajarArbeiden
Bewerken
Werken conDoor
Met
Per
Samen met un tenedorEen dol
Een vork tomateTomaat
Tomaatplant y cebollaAjuin
Bloembol
Ui, machacandoFijnstampend
Prakkend
Stampend el conjuntoDe inrichting
De set
De troep
De verzameling
De/het complet
Het complex
Het ensemble
Het geheel
Het samenspel
Het stel
Het stelletje. AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis y las aceitunasDe olijven troceadasIn stukjes gesneden
In stukken gesneden. AliñarAanmaken (sla, saus)
Marineren conDoor
Met
Per
Samen met el aceiteDe olie
De olijfolie, probarAanpassen
Aantonen
Adstrueren
Beproeven
Bewijzen
Bezoeken
Op de proef stellen
Passen
Proberen
Proeven
Staven
Toetsen
Uitproberen
Uitwijzen
Waarmaken y sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals hiciera faltaHet was nodig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was nodig
Ik was nodig, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl el bacalaoDe gul
De kabeljauw
De klipvis
De stokvis leHaar
Hem
Het
U proporcionaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afmeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal afwegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal bezorgen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal evenredig maken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal fourneren
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal in orde
brengen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal verschaffen
Zal verschaffen la salHet zout y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats probableWaarschijnlijk
Waarschijnlijke que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus.
De los siguientes palabras hay una foto:
Aceituna Bacalao Cebolla Tomate Tomate
MojeteMojete
Ingredientes:66
Zes cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien, medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
66
Zes pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers morronesChilipepers
Pepers
Spaanse pepers.
55
Vijf dientes de ajoKnoflookteentjes
77
Zeven cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceite de olivaOlijfolie
Dos2
Do's
Twee
Tweede pulgaradas de cominos
El zumoHet vruchtensap de un limónEen citroen
Een citroenblad
Een limoen
11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel de vinagre de vinoWijnazijn
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
UnasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n ramitasTakjes de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie
Preparación:
UntarAansmeren
Besmeren
Doorsmeren
Insmeren
Nat maken
Smeren una placa de hornoEen bakblik
Een bakplaat conDoor
Met
Per
Samen met un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en la mismaEigen
Zelf
Zelfde
Zelve los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers y cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! asarBraden
Branden
Roosteren a hornoKachel
Oven 175 gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen centígradosCentesimaal
Centesimale
Honderddelig
Honderddelige. UnosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 1010
Tien minutosMinuten antes deAlvorens te
Voor terminarAfhandelen
Aflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen suHaar
Hun
Uw
Zijn asadoBraadstuk
Gebraad
Gebraden
Gebraden vlees
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten 33
Drie dientes de ajoKnoflookteentjes a asarBraden
Branden
Roosteren. QuitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen la pielDe dop
De huid
De pels
De schaal
De schil
De schors
De vacht
Het bont
Het dierenvel
Het vel y pepitasZaadjes
Zaden a los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers, pelarAfpellen
Jassen
Pellen
Schillen los ajosDe loken asadosBraadstukken
Gebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde. CebollasAjuinen
Bloembollen
Uien, ajosLoken y pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers cortarlosSnijd ze en finaDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere julianaDamastbloem
Julienne y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten el conjuntoDe inrichting
De set
De troep
De verzameling
De/het complet
Het complex
Het ensemble
Het geheel
Het samenspel
Het stel
Het stelletje en una cazuela de barroEen aardewerk schaaltje.
MachacarFijnstampen
Stampen en un morteroEen houwitser
Een metselkalk
Een mortel
Een mortier
Een specie
Een vijzel los dosAlle twee de
Allebei
Beide
De do's dientes de ajoKnoflookteentjes crudosAardolies
Aardoliën
Bot
Botte
Cru
Crue
Grof
Grove
Naturel
Naturelle
Onbehouwen
Onbewerkt
Onbewerkte
Ongekookt
Ongekookte
Rauw
Rauwe
Ruig
Ruige
Ruw
Ruwe
Snauwerig
Snauwerige, juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen conDoor
Met
Per
Samen met los cominos hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs obtenerBehalen
Buitmaken
Genieten
Krijgen
Ontvangen
Toucheren
Verkrijgen
Verwerven una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje, desleírAanlengen
Binden
Liéren
Oplossen el limónDe citroen
De limoen
Het citroenblad en estaDeze
Dit pastaBeslag
Deeg
Deegwaar
Deegwaren
Gebak
Graas!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze graast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weidt
Pasta
Weid!
Zoet broodje y añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el aceite de olivaDe olijfolie y el vinagreDe azijn
De edik, ligarAansluiten
Binden
Liëren
Vastbinden
Vastmaken
Verbinden muy bienBest
Heel goed
Prima todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle estosDeze
Dezen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten y salarIn het zout leggen
Inleggen
Inmaken
Pekelen
Zouten al gustoNaar smaak.
VerterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! las verdurasDe groenten
De groentes y espolvorearBepoederen
Bestrooien con perejilMet peterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
De los siguientes palabras hay una foto:
Perejil Pimientos Pimientos Salar
CremaCremeer!
Crème
Custard
Deelteken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze cremeert
Puikje
Room
Trema
Vla de ortigasBrandnetels
Grote brandnetels
Kleine brandnetels
Netelen
Netels
Preparación:CueceBak!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Kook
Kook! las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend, tiraBand
Gooi uit!
Gooi weg!
Gooi!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze paft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vuurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt omver
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt uit
Paf!
Reep
Reepje
Schiet!
Smijt uit!
Streep
Strook
Trek!
Vuur!
Wapenbalk
Werp omver!
Werp uit! el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat y tritúralasPureer ze. EstaDeze
Dit esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la baseDe base
De basis
De grond
De grondslag
Het grondvlak de la cremaDe custard
De room
De vla
Het deelteken
Het puikje
Het trema. PuedesJe kunt
Jij/je kant
Jij/je mag prepararlaHet te bereiden conDoor
Met
Per
Samen met lecheMelk o crema de lecheRoom van melk o un caldo de carneEen vleesbouillon o una bechamelEen bechamel
Een bechamelsaus
Een béchamelsaus
Een bloemkoolsaus claraDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere y añadirleAan hem toevoegen, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper y queso ralladoGeraspte kaas.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Pimienta
PorrusaldaPorrusalda
Ingredientes:11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de puerrosOerpreien
Preien
11
Een/22
Twee kiloKilo
Kilogram de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers
un vasoEen drinkglas
Een glas
Een pot
Een pul
Een vaas
Een vat (de los de vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn, peroDoch
Echter
Maar noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank llenoCompleet
Complete
Ik completeer
Ik demp
Ik maak vol
Ik schenk vol
Ik spek
Ik stop
Ik voleind
Ik vul
Ik vul aan
Ik vul in
Ik werk bij
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volle
Volledig
Volledige) de aceite de olivaOlijfolie
dos2
Do's
Twee
Tweede dientes de ajoKnoflookteentjes y una hoja de laurelEen laurier
Een laurierblad
un pellizcoEen afplukken
Een klemmen
Een knijpen
Een nijpen
Een oprapen
Een plukken
Een snufje
Een snuifje
Een tokkelen de pimentón dulcePaprika mild
Spaanse peper, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Preparación:
Se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en una cacerolaEen braadpan
Een degenkrab
Een kasserol
Een kastrol
Een pan
Een sauspan
Een steelpan hondaDiep
Diepe el aceiteDe olie
De olijfolie a calentarStoken
Verhitten
Verwarmen
Warmen, a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende se fríeBakt men
Men bakt el ajoDe/het knoflook (pelado pero no cortadoGeschild maar niet gesneden) y se retiraHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blaast de aftocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krabbelt terug
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt zich uit
de voeten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt zich terug
Men haalt weg
Men verwijdert cuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a dorarAanbraden
Doreren. Se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los puerrosDe oerpreien
De preien lavadosAfgewassen
De was gedaan
Geloogd
Gewassen
Uitgewassen, secadosAfgedroogd
Afgeveegd
Afgewist
Drooggemaakt
Gedroogd
Gedroogde
Geveegd
Gewist
Uitgedroogd, quitadasAfgedaan
Afgehaald
Afgenomen
Afgetrokken
Afgezet
Beroofd
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen las raícesDe radices
De stammen
De wortels
De wortels (deel van
plant) y cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven, y las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde y cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd a cuadritosVierkantjes. Se rehogaMen verwarmt weer todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle sin queZonder dat tomeAccepteert u!
Drinkt u!
Gebruikt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accepteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze drinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze nuttigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontvangt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slikt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snuift op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vat aan
Ik accepteer
Ik drink
Ik gebruik
Ik krijg binnen
Ik neem
Ik neem aan
Ik neem af
Ik neem in
Ik nuttig
Ik ontvang
Ik pak
Ik pak aan
Ik raap op
Ik sla in
Ik slik in
Ik snuif op
Ik vat
Ik vat aan
Krijgt u binnen!
Neemt
Neemt u aan!
Neemt u af!
Neemt u in!
Neemt u!
Nuttigt u!
Ontvangt u!
Pakt u aan!
Pakt u!
Raapt u op!
Slaat u in!
Slikt u in!
Snuift u op!
Vat u aan!
Vat u! demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste colorKleur, y se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la pimientaDe peper y el laurelDe laurier
De lauwer
Het laurierblad y se le dan un par de vueltasRoert een paar keer
om.
AñadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe un litroEen liter de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend y se dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft zich over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwaarloost zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wijdt zich aan
iets
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt terneergeslagen
Men laat cocer a fuego lentoOp een zacht vuurtje
(85 graden celsius) koken unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 45 minutosMinuten. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! majamosWij stampen fijn
Wij/we stampen fijn
Wij/we stampten fijn
Wij/we vermaalden
Wij/we vermalen el ajoDe/het knoflook conDoor
Met
Per
Samen met el pimentónDe lombok
De paprika
De spaanse peper añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat del caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat de la cocciónHet bakken
Het koken, luegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo vertimosGieten wij
Wij/we goten
Wij/we goten in
Wij/we plengden
Wij/we schonken
Wij/we schonken in
Wij/we stortten
Wij/we strooiden
Wij/we vergoten estoDeze
Dit alNaar de
Naar het guisoGerecht
Ik bekokstoof
Ik kook
Ik smoor
Ik stoof
Stoofgerecht
Stoofpot, rectificamosBrengen wij op smaak
Wij/we brachten op smaak
Wij/we brengen op smaak
Wij/we richten gelijk
Wij/we richtten gelijk
Wij/we zuiverden door herhaalde
destillatie
Wij/we zuiveren door herhaalde
destillatie, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats necesarioBenodigd
Benodigde
Nodig
Nodige
Noodzakelijk
Noodzakelijke
Van node, de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y servimosDienen wij op
Wij/we baatten
Wij/we baten
Wij/we bedienden
Wij/we bedienen
Wij/we bewezen een dienst
Wij/we bewijzen een dienst
Wij/we deugden
Wij/we deugen
Wij/we dienden
Wij/we dienden op
Wij/we dienen
Wij/we dienen op
Wij/we helpen
Wij/we hielpen
Wij/we kaarten aan
Wij/we kaartten aan
Wij/we serveerden
Wij/we serveren
Wij/we waren geschikt
Wij/we waren van dienst
Wij/we zijn geschikt
Wij/we zijn van dienst.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cuadritos Pimentón dulce Pimienta
PreparacionesBereidingen
Bereidingswijzen de OrtigasBrandnetels
Grote brandnetels
Kleine brandnetels
Netelen
Netels
Este escritoDit geschrift esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurtHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats consecuenciaAfloop
Besluit
Consequentie
Gevolg
Resultaat
Uitkomst
Uitvloeisel
Voortvloeisel de miMi
Mijn búsquedaZoektocht de una recetaEen recept de ensaladaSalade
Slaatje de ortigasBrandnetels
Grote brandnetels
Kleine brandnetels
Netelen
Netels, que un compañeroEen ambtgenoot
Een collega
Een gezel
Een kameraad
Een kornuit
Een maat
Een makker
Een metgezel
Een partner
Een vakgenoot pedía(Hij) vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze riep in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlangde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzocht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagdeª
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagdeª aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vraagdeª om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vroeg om
Ik bedelde
Ik bestelde
Ik riep in
Ik verlangde
Ik verzocht
Ik vraagdeª
Ik vraagdeª aan
Ik vraagdeª om
Ik vroeg
Ik vroeg aan
Ik vroeg om. Y meMe
Mij haHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is parecidoEender
Eendere
Er uitgezien
Er uitgezien als
Geleken
Gelijkend
Gelijkende
Gelijksoortig
Gelijksoortige
Gelijkvormig
Gelijkvormige
Geschenen
Gestaan tegenover
Gevonden
Het uiterlijk gehad van
Lijkend op
Overgekomen
Soortgelijk
Soortgelijke
Soortgelijks
Toegeschenen
Voorgekomen curiosoBenieuwd
Benieuwde
Bezienswaardig
Bezienswaardige
Curieus
Curieuze
Merkwaardig
Nieuwsgierig
Nieuwsgierige
Typisch
Typische
Vreemd
Vreemde
Vreemdsoortig
Vreemdsoortige eEn interesanteBelangrijk
Belangrijke
Belangwekkend
Belangwekkende
Interessant
Interessante lo leídoHet gelezene en "El Dioscorides Renovado" libroBoek
Ik bevrijd de plantasEtages
Jij/je plant
Jij/je plant aan
Jij/je poot
Planten
Verdiepingen
Voetzolen
Zolen medicinalesMedicinaal
Medicinale del Dr. Pio Font Quer, farmacéuticoApotheker
Farmaceut
Farmaceutisch
Farmaceutische LeridanoUit lerida.
A la familiaDe familie
Het gezin
Het huis
Het huisgezin de las Urticáceas pertenecen(Zij) behoren toe
Zij/ze behoren
Zij/ze behoren toe
Zij/ze behoren toe aan
Zij/ze behoren tot
Zij/ze komen toe aan la: Ortiga MayorBrandnetel
Grote brandnetel (Urtica Dioica), altaHoge
Hoog
Lang
Lange
Oudste
Verheven de másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus de 11
Een metroMeter
Metro
Metrum
Versmaat, renueva(Het) vernieuwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze renoveert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vernieuwt
Renoveer!
Vernieuw! todos losAlle añosJaren la cepaDe stam van een
wijnstok
De wijnstok
De wingerd de granGroot
Grote grosorDikte y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats la másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus urticariante de todasCompleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle. Y la Ortiga MenorDe kleine brandnetel (Urtica Urens) rara vezZelden mayorGroot
Grootst
Grote
Groter
Majoor
Oudere de 22
Twee palmosPalmtakken
Spannen
Spanningen
Spanwijdten
Spanwijdtes, anualEen jaar durend
Eenjarig
Eenjarige
Jaarlijks
Jaarlijkse y de cepa delgadaDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere.
SuHaar
Hun
Uw
Zijn acciónAandeel
Actie
Daad
Eis
Gedoe
Gevecht
Handeling
Kamp
Optreden
Prestatie
Slag
Strijd
Toedoen
Treffen
Veldslag
Verrichting
Werking
Zet urticaria es debida aWordt veroorzaakt door la existenciaDe existentie
Het aanzijn
Het bestaan en la baseDe base
De basis
De grond
De grondslag
Het grondvlak de cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes peloBeharing
Haar
Haardos
Ik jas
Ik pel
Ik pel af
Ik schil de: HistaminaHistamine y AcetilcolinaAcetylcholine; y noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank de ácido FórmicoE236
Mierenzuur comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals antiguamenteEertijds
Voorheen
Vroeger se creíaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dacht dat ze
zijn
Men geloofde.
ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! combatirBestrijden
Het opnemen tegen
Kampen
Strijd voeren
Strijden
Vechten las ortigaduras involuntariasGedwongen
Onvrijwillig
Onvrijwillige en el PirineoPyreneeën CatalánCatalaan
Catalaans
Catalaanse se frotanMen wrijft
Zij/ze wrijven in las zonasDe streken
De wijken
De zonen
De zones dañadasBeschadigd
Bezeerd conDoor
Met
Per
Samen met hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten del arros del pardal o de paret. En otrosAnder
Andere
Anderen
Nog één sitiosBelegeringen
Beleggen
Buitenhuizen
Landhuizen
Liggingen
Locaties
Lokalen
Lokaliteiten
Oorden
Plaatsen
Plekken
Ruimten
Ruimtes
Websites se usanWorden gebruikt
Zij/ze zijn gebruikelijk las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de las malvasDe kaasjeskruiden
De maluwen, frecuentesFrequent
Frequente
Jij/je bezoekt
Jij/je komt over de
vloer
Veel voorkomend
Veelvuldig
Veelvuldige y fácilesGemakkelijk
Gemakkelijke
Licht
Lichte
Makkelijk
Makkelijke
Vlot
Vlotte de identificarIdentificeren
Vereenzelvigen.
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals CocinarlasZe te koken:
ComoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals verduraGroente, al igualNet zoals que las espinacasDe spinazie. Se hiervenMen kookt las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten en aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! conDoor
Met
Per
Samen met una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. Se digiereMen verteert conDoor
Met
Per
Samen met granGroot
Grote facilidadAanleg
Faciliteit
Gelegenheid
Gemak
Gemakkelijkheid
Geschikte gelegenheid
Meegaandheid
Toeschietelijkheid
Vlotheid
Voorziening
Zwakheid y esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats especialmenteIn het bijzonder
Inzonderheid
Vooral útilBevorderlijk
Bevorderlijke
Bruikbaar
Bruikbare
Dienstig
Dienstige
Geschikt
Geschikte
Nuttig
Nuttige paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los gotosos, reumáticosReumatisch
Reumatische y sobre todoBovenal
Hoofdzakelijk
In het bijzonder
Inzonderheid
Vooral
Voornamelijk paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! los diabéticosDe diabetici, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende figuraAfbeelding
Beeld
Beeld af!
Belachelijke vent
Blink uit!
Figureer!
Figuur
Geef voor!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beeldt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blinkt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze figureert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veinst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vormt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wendt voor
Plaat
Prent
Stel voor!
Veins!
Voorstelling
Vorm!
Wend voor! entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las plantasDe etages
De planten
De verdiepingen
De voetzolen
De zolen hipoglucemiantes (disminuyeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slinkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze taant
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verflauwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermindert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt minder
Houd achter!
Loop af!
Neem af!
Slink!
Taan!
Verflauw!
Verlaag!
Verminder!
Vermindert
Word minder! el azúcarDe suiker en la sangreHet bloed).
A estosDeze
Dezen últimosAchterste
Jongstleden
Laatste se les recomiendaRaadt men aan beberDrinken
Gebruiken del caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat de la cocciónHet bakken
Het koken, 22
Twee tazasBekers
Kopjes
Koppen/díaDag
Etmaal. SinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te endulzarVerzoeten
Zacht maken. Los demásDe anderen puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen tomarloHet nemen asíAldus
Dan
Dermate
Dus
Ik greep
Ik greep aan
Ik greep vast
Ik nam
Ik nam beet
Ik pakte
Ik pakte aan
Ik pakte beet
Ik raapte op
Ik vatte
Ik vatte aan
Zo
Zodanig, o bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals:
jarabeSiroop
Stroop de OrtigasBrandnetels
Grote brandnetels
Kleine brandnetels
Netelen
Netels
AñadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen alNaar de
Naar het aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! y filtradaGefilterd
Gefilterde
Gefiltreerd
Gezeefd
Gezegen de la cocciónHet bakken
Het koken el dobleBuigt u door!
Buigt u krom!
Buigt u om!
Buigt u!
Dubbel
Dubbele
Dubbelganger
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt krom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze buigt om
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kromt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze synchroniseert na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verbuigt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt dubbel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt om
Ik buig
Ik buig door
Ik buig krom
Ik buig om
Ik krom
Ik plooi
Ik synchroniseer na
Ik verbuig
Ik vouw
Ik vouw dubbel
Ik vouw om
Kromt u!
Plooit u!
Synchroniseert u na!
Tweeledig
Tweeledige
Tweevoudig
Tweevoudige
Verbuigt u!
Vouwt u dubbel!
Vouwt u om!
Vouwt u! de pesoGewicht
Ik ben zwaar
Ik bepaal het gewicht
Ik weeg
Ik weeg af
Peso
Zwaarte de azúcarSuiker. MoverBewegen
Roeren
Verroeren hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs diluirVerdunnen
Versnijden
Verwateren. De esta maneraZo puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt conservarseBewaren duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus tiempoPoos
Tijd
Weder
Weer
Weersomstandigheden
Werkwoordstijd.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Cada Cada Ortiga mayor
PuerrosOerpreien
Preien alNaar de
Naar het estiloStijl
Trant
Wijze tatiana
Preparación:Se envuelvenMen wikkelt los puerrosDe oerpreien
De preien uno por unoÉén voor één en lonchasPlakken de jamón yorkGekookte ham
Yorkham y los ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput (apta para hornoOvenbestendig), a continuaciónBijgevolg
Daarna
Derhalve
Dus
Vervolgens
Zodoende hacemosMaken wij
Wij/we bedrijven
Wij/we brengen uit
Wij/we doen
Wij/we maken
Wij/we maken aan
Wij/we richten uit
Wij/we voeren uit una bechamelEen bechamel
Een bechamelsaus
Een béchamelsaus
Een bloemkoolsaus, en el caso deIn het geval dat estarLiggen
Zich bevinden
Zijn
Zitten en "operaciónBewerking
Ingreep
Operatie
Opereren veranoZomer", osJe
Jullie recomiendoBeveel ik aan
Ik beveel aan
Ik raad aan
Ik recommandeer
Ik teken aan que la sustituyáisJullie lossen af
Jullie vervangen por una bechamelEen bechamel
Een bechamelsaus
Een béchamelsaus
Een bloemkoolsaus de dietaDieet, y al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven!!! estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu.
Tumbet
Ingredientes:PatatasAardappelen
Aardappels
Piepers
berenjenasAubergines
Eierplanten
pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers
tomatesTomaatplanten
Tomaten
ajosLoken
laurelLaurel
Laurier
Laurierblad
Lauwer.
Preparación:
Se pelanMen schilt las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften a rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, se salanMen zout y se fríenBakt men. LuegoAlras
Daarna
Daarop
Dadelijk
Dan ook
Dus
Onverwijld
Terstond
Zo se colocanMen plaatst
Zij/ze trekken aan en una bandejaEen bakblik
Een bakplaat
Een blad
Een dienblad
Een presenteerblad
Een schenkblad
Een theeblad. ConDoor
Met
Per
Samen met el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige, se van tratandoGaat men behandelen el restoDe rest
De stomp
De stronk de las verdurasDe groenten
De groentes. Las berenjenasDe aubergines
De eierplanten, cortadasAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven (sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig redondoGevuld
Gevulde
Rond
Ronde), sazonadasGeassaisoneerd
Gekruid
Gekruide
Goed gekruid
Op smaak gebracht conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, tambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se fríenBakt men y se ponenDoet erbij
Men legt
Men plaatst
Worden gedaan
Zij/ze doen aan
Zij/ze doen op
Zij/ze kleden zich aan
Zij/ze smeren
Zij/ze smeren in
Zij/ze stellen zich aan
Zij/ze trekken aan
Zij/ze worden encima deAan
Boven op
Bovenop
Op las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. Los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers, troceadosIn stukjes gesneden
In stukken gesneden a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei, el mismoEigen
Zelf
Zelfde
Zelfs
Zelve tratoBehandeling
Bejegenen
Beredeneren
Betitelen
Handelen
Handelwijze
Hanteren
Ik bejegen
Ik beredeneer
Ik betitel
Ik drijf handel
Ik ga om met
Ik handel
Ik handel over
Ik hanteer
Ik heb in handen
Ik maak in orde
Ik maak uit
Ik omga met
Ik poog
Ik probeer
Ik scheld uit
Ik spreek aan
Ik tracht
Ik verzorg
Ik zet uiteen
Omgang
Pogen
Proberen
Trachten
Uiteenzetten
Uitmaken
Uitschelden
Verzorgen. AlNaar de
Naar het terminarAfhandelen
Aflopen
Afmaken
Afsluiten
Besluiten
Beëindigen
Eindigen
Uitmaken
Voleindigen, siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals el aceiteDe olie
De olijfolie de la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats excesivoOvercompleet
Overcomplete
Overdadig
Overdreven
Overmatig, escurrirloLaat het uitdruipen. Los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde, cortadosAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd, se mezclanMen mengt
Zij/ze bewegen zich onder
de mensen
Zij/ze mengen zich
Zij/ze mengen zich dooreen
Zij/ze vermaagschappen zich
Zij/ze vermengen zich conDoor
Met
Per
Samen met unos cuantosEnige ajosLoken y conDoor
Met
Per
Samen met el laurelDe laurier
De lauwer
Het laurierblad y se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men una salsaEen braadjus
Een dipsaus
Een jus
Een jus (lichte, bruine)
Een salsamuziek
Een saus
Een sop, sazonadaGeassaisoneerd
Gekruid
Gekruide
Goed gekruid
Op smaak gebracht conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, a fuego lentoOp een zacht vuurtje
Op een zacht vuurtje
(85 graden celsius) hasta queTot
Totdat se espeseHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt dik. EstaDeze
Dit salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop se vierteMen giet encima deAan
Boven op
Bovenop
Op la bandejaDe bakplaat
Het bakblik
Het blad
Het dienblad
Het presenteerblad
Het schenkblad
Het theeblad que contenía(Het) bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedwong
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behelsde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beteugelde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betoomde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevatte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield in toom
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hield weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze impliceerde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthield
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrok
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze toomde in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vervatte
Ik bedwong
Ik behelsde
Ik beteugelde
Ik betoomde
Ik bevatte
Ik hield
Ik hield af
Ik hield in
Ik hield in toom
Ik hield weg
Ik impliceerde
Ik onthield
Ik onttrok
Ik toomde in
Ik vervatte los pisosDe appartementen
De etages
De flats
De verdiepingen
De vloeren del restoIk haal af
Ik neem weg
Ik ris
Ik rits
Rest
Stomp
Stronk. EsHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer buenoBraaf
Brave
Enfin
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nou
Nou ja
Nuttig
Nuttige
Voldoende
Wel
Welaan
Welnu conDoor
Met
Per
Samen met chuletasKarbonaden
Karbonades
Koteletten
Ribben
Ribstukken
Spiekbrieven de corderoLam
Lam van god
Lamsvlees fritasGebakken
Gebraden
Gefrituurd
Gefrituurde
Gefruit. Y un buenBraaf
Brave
Gezond
Gezonde
Goed
Goede
Goeie
Groot
Grote
Lekker
Lekkere
Nog bruikbaar
Nuttig
Nuttige
Voldoende vinoHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kwam mee
Wijn de Binisalem.
De los siguientes palabras hay una foto:
Laurel Pimientos Pimientos
GlaseadoGeglaceerd
Geglaceerde
Glacé
Glanzend gemaakt de hortalizasGroenten
Groentes
Tuingroente
Preparación:GlasearGlaceren
Glanzend maken unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne, unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels o unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n nabosConsumptieknollen
Herfstrapen
Kabu's
Knolrapen
Knollen
Koolrapen
Meirapen
Rapen
Tuinrapen torneadosGedraaid, consiste enBen gegrond op!
Ben het gevolg van!
Ben opgesloten in!
Berust op!
Besta uit!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze berust op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is gegrond op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is het gevolg
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is opgesloten in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze steunt op
Lig aan!
Steun op! cocerlosKoken conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, mantequillaBoter
Roomboter y azúcarSuiker hasta queTot
Totdat el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag de cocciónBakken
Koken se reduzcaInkookt y napeNappeert las hortalizasDe groenten
De groentes
De tuingroente conDoor
Met
Per
Samen met una brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende y caramelizadaGekarameliseerd
Gekarameliseerde
Gekaramelliseerd capaCastreer!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze castreert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ontmant
Jas
Laag
Mantel
Ontman!
Pak.
Las cebollitasSjalotten, glaseadasGeglaceerd
Geglaceerde
Glanzend gemaakt en blancoBlank
Blanke
Doel
Doelstelling
Doelwit
Honk
Mikpunt
Schietschijf
Schijf
Trefpunt
Wit
Witte, (conDoor
Met
Per
Samen met el jarabeDe siroop
De stroop mantenidoErop nagehouden
Gehouden
Onderhouden claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere) se utilizanGebruikt men
Zij/ze maken gebruik en platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen conDoor
Met
Per
Samen met salsa blanca (blanqueta) -Fricassée siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se prosigueMen voortgaat un pocoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Nogal
Tamelijk
Wat la cocciónHet bakken
Het koken, se haceDoet men
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Maakt men más o menosMeer of minder
Ongeveer oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere y se obtienenVerkrijgt men unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n cebollasAjuinen
Bloembollen
Uien, glaseadasGeglaceerd
Geglaceerde
Glanzend gemaakt en oscuroDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere, que intervienenTreden op
Zij/ze bemiddelen
Zij/ze doen zich voor
Zij/ze grijpen in
Zij/ze interveniëren
Zij/ze komen tussenbeide
Zij/ze mengen zich in
Zij/ze nemen deel
Zij/ze nemen deel aan, por ejemploBij voorbeeld
Bijvoorbeeld, en las guarnicionesDe beslagen
De bezettingen
De garneringen
De garnituren
De garnizoenen
De stelletjes de platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen conDoor
Met
Per
Samen met salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop oscuraDonker
Donkere
Duister
Duistere
Somber
Sombere (salteadoGesauteerd
Gesauteerde
Roergebakken de terneraKalf
Kalfsvlees
Rundvlees (soms kalfsvlees)
Vrouwelijk kalf, caldereta marinera).
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Caldereta
Escalibada
EsteDezeDit
Oosten
Oostenwind platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs de la cocinaDe keuken
De kookgelegenheid
De oven
Het fornuis catalanaCatalaans
Catalaanse oficiadoDe mis gelezen
Dienst gedaan
Geofficieerd
Gevierd
Officieel medegedeeld conDoor
Met
Per
Samen met hortalizasGroenten
Groentes
Tuingroente asadasGebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde alNaar de
Naar het rescoldoGloed
Gloeiende houtskool de carbón vegetalE153
Koolstof, (de dondeVan waar
Waarvandaan debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! de tomarAannemen
Aanpakken
Aanvatten
Accepteren
Afnemen
Binnenkrijgen
Drinken
Gebruiken
Innemen
Inslaan
Inslikken
Nemen
Nuttigen
Ontvangen
Oprapen
Opsnuiven
Pakken
Vatten el nombreDe benaming
De naam
De voornaam
Het naamwoord ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl escalibar significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor! removerRoeren
Verwijderen las brasasDe houtskolen paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! avivarlasHen tot leven te
wekken y caliu en catalánCatalaan
Catalaans
Catalaanse significaBeduid!
Beteken!
Betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beduidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betekent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat voor
Sta voor! rescoldoGloed
Gloeiende houtskool). Después deAan
Achter
Na
Na verloop van
Over asadosBraadstukken
Gebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde se desgarranScheurt men uit elkaar conDoor
Met
Per
Samen met los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers, se aderezanKruidt men de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige.
Se puedeMen kan comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals entremésAmuse
Voorgerecht, conDoor
Met
Per
Samen met acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen de bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis desmenuzadoUitgerafeld
Uitgerafelde
Verbrokkeld
Verbrokkelde
Verkruimeld
Verkruimelde (esqueixat) o acompañamientoAccompagnement
Accompagneren
Begeleiden
Begeleiding
Meegaan
Meelopen
Vergezellen de platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen de pescadoDode vis
Gevist
Vis
Vis (dood)
Visgerecht, carnesVlezen a la parrillaGegrild
Van de grill, butifarrasButifarra's, conejoKonijn
Kut
Vulva, polloKip
Kippenvlees
Kuiken etcEnzovoorts.
La escalibada aliñadaAangemaakt (sla, saus)
Gemarineerd
Gemarineerde conDoor
Met
Per
Samen met ali oliSalsa fría que se prepara en mortero (imprescindible que sea de mármol o loza). Se compone de dientes de ajo y sal que se machacan hasta conseguir una pasta a la que se le va añadiendo aceite de oliva gota a gota, sin dejar de mover, siempre en el mismo sentido, hasta obtener una mezcla homogénea. Se termina añadiendo unas gotas de limón. En teoría, el alioli se prepara solo con ajos y aceite, pero por la dificultad de ligarlos, resulta más fácil montar esta salsa añadiendo yema de huevo o un poco de patata cocida. Por su dificultad, en muchas ocasiones lo que se prepara es un falso alioli : mayonesa perfumada con ajo triturado. Combina bien con las carnes a la brasa, pescados, arroces y patatas hervidas. Ver mayonesa y alioli all i pebresalsa de ajo y pimienta para acompañar tanto carnes como pescados. Su uso actual se asocia a la forma de preparar la anguila en la zona de la albufera valenciana. daBreng op!
Breng toe!
Geef aan!
Geef!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verleent
Ken toe!
Verleen! un resultadoEen afloop
Een gevolg
Een resultaat
Een uitkomst
Een uitvloeisel
Een voortvloeisel excelenteBriljant
Briljante
Excellent
Excellente
Kostelijk
Kostelijke
Tiptop
Tof
Toffe
Uitmuntend
Uitmuntende
Uitstekend
Uitstekende
Voortreffelijk
Voortreffelijke, claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin! el ajoDe/het knoflook.
Ingredientes:
22
Twee pimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes
11
Een pimientoChilipeper
Lombok
Paprika
Peper
Pepperoni
Peruaanse peper
Roze peper
Roze peperkorrels
Spaanse peper grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie
33
Drie berenjenasAubergines
Eierplanten medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
22
Twee tomatesTomaatplanten
Tomaten grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime, de carneVlees prietaDicht
Dichte
Gierig
Gierige
In elkaar gedrukt
Nauw
Nauwe
Stevig
Stevige
Vrekkig
Vrekkige
Zeer donker
Zwartachtig
Zwartachtige, peroDoch
Echter
Maar algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe.
11
Een cebollaAjuin
Bloembol
Ui grandeGroot
Grote
Ruim
Ruime
44
Vier patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
150 cc. de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!
44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de vinagreAzijn
Edik
PimientaPeper recién molidaVersgemalen
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten todas lasAlle hortalizasGroenten
Groentes
Tuingroente a asarBraden
Branden
Roosteren en el hornoDe kachel
De oven, preferiblementeBij voorkeur
Liever siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals se puedeMen kan, asarlasBak ze
Braad ze
Gril ze alNaar de
Naar het rescoldoGloed
Gloeiende houtskool de carbónBrand
Houtskool
Kool
Korenbrand de encinaEikenhout
Steeneik, adquiriránZij zullen krijgen
Zij/ze zullen aankopen
Zij/ze zullen behalen
Zij/ze zullen buitmaken
Zij/ze zullen kopen
Zij/ze zullen krijgen
Zij/ze zullen verkrijgen
Zij/ze zullen verwerven un aromaEen aroma
Een geur que noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank loDe
Hem
Het
U puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen adquirirAankopen
Behalen
Buitmaken
Kopen
Krijgen
Verkrijgen
Verwerven en un hornoEen kachel
Een oven eléctricoElektrisch
Elektrische o de gasGas. Las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers las laváisJullie doen de was
Jullie logen
Jullie wassen
Jullie wassen af
Jullie wassen uit
Wassen jullie y asáisBraden jullie
Jullie braden
Jullie branden
Jullie roosteren conDoor
Met
Per
Samen met suHaar
Hun
Uw
Zijn pielBont
Dierenvel
Dop
Huid
Leer
Pels
Schaal
Schil
Schors
Vacht
Vel. PimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers, tomatesTomaatplanten
Tomaten y berenjenasAubergines
Eierplanten los untáisJullie besmeren
Jullie maken nat
Jullie smeren
Jullie smeren aan
Jullie smeren door
Jullie smeren in
Smeren jullie in ligeramenteLicht
Onbesuisd
Overijld
Vluchtig
Vlug conDoor
Met
Per
Samen met aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!. La cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui se asaBraadt men enteraCompleet
Complete
Deel mede!
Deel mee!
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mede
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt mee
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt in kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwittigt
Integer
Integere
Kondig aan!
Stel in kennis!
Verwittig!
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige. Una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer asadasGebraden
Gebrand
Gegrild
Gegrilde
Geroosterd
Geroosterde las hortalizasDe groenten
De groentes
De tuingroente lesHen
Hun
U quitáisJullie beroven
Jullie doen af
Jullie doen uit
Jullie geven op
Jullie geven prijs
Jullie halen af
Jullie halen weg
Jullie krijgen uit
Jullie laten weg
Jullie nemen af
Jullie nemen weg
Jullie rissen
Jullie ritsen
Jullie trekken af
Jullie trekken uit
Jullie verwijderen
Jullie zetten af
Verwijderen jullie el pellejoDe huid
De pels
De vacht
Het dierenvel
Het vel a todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle menos aBehalve van las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers. QuitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen el pedúnculoDe bloemsteel
De steel
Het steeltje y semillasBronnen
Korrels
Oorsprongen
Oorzaken
Pitten
Zaadjes
Zaadkorrels
Zaden a los pimientosDe chilipepers
De lomboks
De paprika's
De pepers
De pepperoni's
De peruaanse pepers
De roze pepers
De spaanse pepers y hacéis tirasJullie rafelen uit
Jullie verbrokkelen algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime conDoor
Met
Per
Samen met los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers, ponerlosZe doen en un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs. Las berenjenasDe aubergines
De eierplanten una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer removidoGeroerd
Verwijderd el pedúnculoDe bloemsteel
De steel
Het steeltje y trocearlasIn stukjes snijden en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken, ponerlasZe doen en otroAnder
Andere
Nog een
Nog één platoBord
Eten
Etenswaar
Gang
Gerecht
Schaal
Schotel
Spijs. Los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten trocearlosIn stukjes snijden, aunqueAlhoewel
Hoewel
Ofschoon
Ook al previamenteEerst
Vooraf lesHen
Hun
U habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn quitadoAfgedaan
Afgehaald
Afgenomen
Afgetrokken
Afgezet
Beroofd
Gerist
Geritst
Opgegeven
Prijsgegeven
Uitgedaan
Uitgekregen
Uitgetrokken
Verwijderd
Verwijderde
Weggehaald
Weggelaten
Weggenomen las semillasDe bronnen
De korrels
De oorsprongen
De oorzaken
De pitten
De zaadjes
De zaadkorrels
De zaden, la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui leHaar
Hem
Het
U quitáisJullie beroven
Jullie doen af
Jullie doen uit
Jullie geven op
Jullie geven prijs
Jullie halen af
Jullie halen weg
Jullie krijgen uit
Jullie laten weg
Jullie nemen af
Jullie nemen weg
Jullie rissen
Jullie ritsen
Jullie trekken af
Jullie trekken uit
Jullie verwijderen
Jullie zetten af
Verwijderen jullie una capaEen jas
Een laag
Een mantel
Een pak y la troceáisJullie snijden in stukken
Snijden jullie in stukken en gajosParten o láminasBladen
Folies
Lamellen
Mesjes
Plaatjes
Plakjes gruesasCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige.
TodoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle se poneDoet erbij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kleedt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt zich aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze trekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wordt
Men legt
Men plaatst
Wordt gedaan en platosBorden
Etenswaren
Gangen
Gerechten
Schalen
Schotels
Spijzen a parteAandeel
Bonk
Breek af!
Brok
Deel
Deel!
Depêche
Eindje
Ga op weg!
Ga weg!
Gedeelte
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze deelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze splitst op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdeelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Homp
Onderdeel
Part
Portie
Rantsoen
Splits op!
Splits!
Stap op!
Start!
Stuk
Stukje
Taks
Telegram
Tijg!
Verdeel!
Vertrek!
Zijde ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl alNaar de
Naar het sazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen loDe
Hem
Het
U haremosWij zullen maken
Wij/we zullen aanmaken
Wij/we zullen bedrijven
Wij/we zullen doen
Wij/we zullen maken
Wij/we zullen uitbrengen
Wij/we zullen uitrichten
Wij/we zullen uitvoeren independientementeOnafhankelijk. SazonarAssaisoner
Assaisoneren
Kruiden
Op smaak brengen cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes ingredienteBestanddeel
Ingrediënt conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper, (se leHaar
Hem
Het
U puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten ajoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals gusta(U) wilt
Behaag!
Beval!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houd van!
Proef!
Sta aan!
Vind leuk!
Zin!), unasEen paar
Enen
Enig
Enige
Enkele
Jij/je brengt samen
Jij/je verbindt
Jij/je verenigt
Jij/je voegt aaneen
Sommige
Zo'n gotasDroppels
Droppen
Druppels
Likken
Podagra's de vinagreAzijn
Edik y el aceiteDe olie
De olijfolie. Las patatasDe aardappelen
De aardappels
De piepers las cortáisJullie breken af
Jullie doorsnijden
Jullie hakken
Jullie houwen
Jullie kappen
Jullie knippen
Jullie onthoofden
Jullie plukken
Jullie plukken af
Jullie rukken af
Jullie schakelen uit
Jullie scheren
Jullie scheuren weg
Jullie slaan het hoofd
af
Jullie snerpen
Jullie snijden
Jullie snijden af
Jullie snijden door
Jullie snoeien
Jullie verrichten sectie
Snijden jullie por la mitadDe helft, las vaciáisJullie gieten
Jullie gieten af
Jullie halen uit
Jullie hollen uit
Jullie ledigen
Jullie legen
Jullie lenzen
Jullie lichten
Jullie ruimen en trozosIn stukken gruesosCorpulent
Corpulente
Dik
Dikke
Dikten
Diktes
Gezet
Gezette
Grof
Groot
Grossen
Grote
Grove
Hoofdmachten
Lijvig
Lijvige
Omvangrijk
Omvangrijke
Vet
Vette
Vettig
Vettige
Zwaarlijvig
Zwaarlijvige
Zwaarlijvigheden, los sazonáisJullie assaisoneren
Jullie brengen op smaak
Jullie kruiden igual queEvenals
Zoals los otrosDe anderen ingredientesBestanddelen
Ingrediënten y volvéis aJullie gaan terug naar
Jullie gaan weer
Jullie keren terug naar
Jullie komen terug naar ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten los trozosDe bonken
De brokken
De eindjes
De filets
De hompen
De moten
De plakken
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën
De stukjes
De stukken en las mediasDe kousen patatasAardappelen
Aardappels
Piepers vaciadasAfgegoten
Gegoten
Geledigd
Geleegd
Geleegde
Gelensd
Gelicht
Geruimd
Uitgehaald
Uitgehold. ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn la escalibada, en una fuenteEen bekken
Een bron
Een fontein
Een opdienbord
Een schaal
Een schotel
Een wel
Een welput redondaGevuld
Gevulde
Rond
Ronde, que acomode(Het) geeft plaats
Accommodeert u!
Adapteert u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze accommodeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze adapteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt gelegen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plaatst
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze situeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stationeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzoent
Ik accommodeer
Ik adapteer
Ik kom gelegen
Ik leg
Ik leg bij
Ik pas
Ik pas aan
Ik plaats
Ik schik
Ik situeer
Ik stationeer
Ik verzoen
Komt u gelegen!
Legt u bij!
Legt u!
Past u aan!
Past u!
Plaatst u!
Schikt u!
Situeert u!
Stationeert u!
Verzoent u! los ingredientesDe bestanddelen
De ingrediënten, colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten conDoor
Met
Per
Samen met simetríaSymmetrie y gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak las hortalizasDe groenten
De groentes
De tuingroente, yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds preparadasAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Toebereid
Toebereide
Voorbereid y debidamenteBehoorlijk
Op de juiste wijze sazonadasGeassaisoneerd
Gekruid
Gekruide
Goed gekruid
Op smaak gebracht, en los bordesDe banden
De boorden
De kanten
De randen
De rands
De zomen de la fuenteDe bron
De fontein
De schaal
De schotel
De welput
Het bekken
Het opdienbord colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten las mediasDe kousen patatasAardappelen
Aardappels
Piepers, regarArroser
Arroseren
Begieten
Besprenkelen
Besproeien
Bevloeien
Gieten
Sproeien
Water geven
Wateren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle conDoor
Met
Per
Samen met un hililloEen draadje de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! para queOpdat
Zodat el platoDe etenswaar
De gang
De schaal
De schotel
De spijs
Het bord
Het eten
Het gerecht quedeBlijft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Ik ben
Ik blijf
Ik pas
Ik raak in een
bepaalde toestand
Ik spreek af
Ik sta
Is u!
Overblijft
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Wordt brillanteBriljant
Briljante
Geniaal
Geniale
Glimmend
Glimmende.
Se puedeMen kan servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! o fríoAfgekoeld
Afgekoelde
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Kou
Koud
Koude.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Bacalao Cada Cada Cebolla Encina Perejil Pimienta Pimiento Pimiento Pimientos Pimientos Pollo Rojo Verde
PipirranaPipirrana
PipirranaPipirrana, parece(Hij) lijkt opHeb het uiterlijk van!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft het uiterlijk
van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voor
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lijkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schijnt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat tegenover
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziet er uit
als
Kom over!
Kom voor!
Lijk!
Schijn toe!
Schijn!
Sta tegenover!
Vind!
Zie er uit als!
Zie er uit! serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn que esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats un platoEen bord
Een eten
Een etenswaar
Een gang
Een gerecht
Een schaal
Een schotel
Een spijs que provieneAfkomstig is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is afkomstig van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt voort de la ManchaDe moet
De mop
De smet
Het plekje y másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus concretamenteIn concreto de la provinciaDe gouw
De provincie
Het gewest de JaénJaén, talDergelijk
Dergelijke
Deze
Die
Dusdanig
Dusdanige
Op zulk een wijze
Zo
Zo een
Zo'n
Zodanig
Zodanige
Zulk comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals la describoIk beschrijf sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl conDoor
Met
Per
Samen met bacalaoGul
Kabeljauw
Klipvis
Stokvis que yoEgo
Ik conozcaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bekend met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leert kennen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt kennis
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze weet
Ik ben bekend met
Ik ken
Ik leer kennen
Ik maak kennis
Ik weet
Is u bekend met!
Kent u!
Leert u kennen!
Maakt u kennis!
U kent
Weet u! existenEr bestaan
Zij/ze bestaan la de Caravaca y la murcianaVan murcia.
Ingredientes:
PimientosChilipepers
Lomboks
Paprika's
Pepers
Pepperoni's
Peruaanse pepers
Roze peperkorrels
Roze pepers
Spaanse pepers verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes y algunoEen enkele
Een of ander
Een of andere
Een zeker
Enigerlei
Iemand
Sommige
Één of andere rojoBlozend
Blozende
Rode
Rood
Rooie.
CebollaAjuin
Bloembol
Ui o cebolletasJapanse bladuien
Japanse bosuien
Stengelajuinen
Stengeluien
Uien
Zilveruitjes
tomatesTomaatplanten
Tomaten
pepinosAugurken
Augurkjes
Cornichons
Eivormige komkommers
Komkommers
AjosLoken al gustoNaar smaak
Aceite de olivaOlijfolie, paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! miMi
Mijn gustoGenoegen
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Lust
Smaak uno1
Een
Eenheid
Enig
Enige
Iemand
Ik breng samen
Ik verbind
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Men
Één de 22
Twee gradosGraden
Rangen
Standen
Statussen
Trappen.
VinagreAzijn
Edik, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y una pulgarada de albahacaBasilicum
Baziel
Bazielkruid
Koningskruid frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse
Preparación:
PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen todos losAlle ingredientesBestanddelen
Ingrediënten muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer menudosFijn
Fijne
Klein
Kleine
Pens
Pens (maag)
Pensen
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere, aliñarAanmaken (sla, saus)
Marineren al gustoNaar smaak y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van en maceraciónMacereren, hasta queTot
Totdat todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el conjuntoDe inrichting
De set
De troep
De verzameling
De/het complet
Het complex
Het ensemble
Het geheel
Het samenspel
Het stel
Het stelletje se impregneWordt geïmpregneerd bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
DuranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens el procesoDe gerechtszaak
De ontwikkelingsgang
De rechtszaak
De zaak
Het geding
Het proces
Het rechtsgeding
Het verloop de maceraciónMacereren tenerlaTe doen
Te hebben en el frigoríficoDe koelkast tapadaBedekt
Bedekte
Belegd
Dichtgemaakt
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Toegedekt
Toegestopt
Verstopt
Volgestopt hasta queTot
Totdat esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart fresquitaFris
Koud.
Se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals una ensaladaEen salade
Een slaatje.
De los siguientes palabras hay una foto:
Albahaca Bacalao Cebolla Pepino Pimientos Pimientos Rojo Verde
CocciónBakken
Koken de espárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps
Preparación:ParaBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! cocerBakken
Koken los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps, primero1e
Allereerst
Eerst
Eerste
Oorspronkelijk
Oorspronkelijke
Ten eerste
Uitstekend
Uitstekende
Vooraf
Vooreerst
Voorgerecht
Voortreffelijk
Voortreffelijke debesDebetzijden
Debetzijdes
Jij/je behoort te
Jij/je bent schuldig
Jij/je bent verplicht om
te
Jij/je bent verschuldigd
Jij/je dient
Jij/je hebt te danken
Jij/je hoort
Jij/je moet
Jij/je staat in de
schuld
Moet je limpiarlosZe schoonmaken, raspandoKrassend
Raspend
Schrabbend
Schrapend
Schrappend conDoor
Met
Per
Samen met un peladorEen schiller desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la puntaDe neus
De piek
De spits
De tip
De top
Het landhoofd
Het topje, en sentidoAangevoeld
Besef
Betekenis
Bewustzijn
Bezinning
Gemerkt
Gevoeld
Gewaargeworden
Portee
Significantie
Zin
Zintuig contrarioNadelig
Nadelige
Ongunstig
Ongunstige
Strijdig
Strijdige
Tegendeel
Tegengesteld
Tegengestelde
Tegenovergestelde
Tegenstander a estaDeze
Dit. Los lavasJij/je doet de was
Jij/je loogt
Jij/je wast
Jij/je wast af
Jij/je wast uit
Was je conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude y los escurresJij/je druipt af
Jij/je druipt uit
Jij/je giet af
Jij/je laat uitlekken
Jij/je wringt uit. Se atanMen bindt
Men bindt vast formandoAangaand
Formerend
Paraderend
Pralend
Prijkend
Pronkend
Vormend manojosBosjes
Bundeltjes
Handvollen
Wissen, y se cortanMen snijdt
Men snijdt ze
Zij/ze laten knippen
Zij/ze schiften los troncosDe boomstammen
De rompen
De stammen para queOpdat
Zodat quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle igualesDergelijk
Dergelijke
Dito
Eender
Eendere
Effen
Egaal
Egale
Gelijk
Gelijk en gelijkvormig
Gelijke
Gelijken
Gelijkmatig
Gelijkmatige
Gelijktekens
Om het even
Onverschillig
Onverschillige
Van dezelfde soort. Se cuecenWorden gekookt en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend conDoor
Met
Per
Samen met salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout (1515
Vijftien g de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout por unosEen paar
Eenheden
Enen
Enig
Enige
Enkel
Enkele
Sommige
Zo'n 22
Twee y1/22
Twee L de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!). SumérgelosDompel ze onder con cuidadoVoorzichtig
Zorgvuldig cuandoAls
Tijdens
Wanneer el aguaHet water hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u!, tapa la cazuelaDoe de deksel op
de kookpot y esperaAfwachten
Ben bedacht op!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is bedacht op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat te wachten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voorziet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wacht op
Hoop!
Hopen
Sta te wachten!
Verwacht!
Verwachten
Verwachting
Vooruitzicht
Voorzie!
Voorzien
Wacht
Wacht af!
Wacht op!
Wacht!
Wachten a que vuelva a recuperarWeer hervindt
Weer herwint el hervorHet borrelen
Het koken
Het zieden; entoncesDan
Dus
Toen la destapasHaal je de deksel
eraf
Jij/je neemt de deksel
af
Jij/je ontkurkt
Jij/je opent y los dejas deJij/je stopt met 1515
Vijftien a 2020
Twintig minutosMinuten (va aHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar depender deAfhangen van
Afhankelijk zijn van la cantidadDe boel
De grootheid
De hoeveelheid
De kwantiteit
De sterkte y el grosorDe dikte) conDoor
Met
Per
Samen met el fuego medioHet matig vuur. Se sabeMen weet que estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn, pinchándolosZe prikkend conDoor
Met
Per
Samen met un alfilerEen naald
Een speld, que los debe(Het) moet
Behoor te!
Ben schuldig!
Ben verplicht om te!
Ben verschuldigd!
Debet
Debetzijde
Dien!
Heb te danken!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behoort te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze dient
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft te danken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze hoort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is schuldig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verplicht om
te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is verschuldigd
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze moet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat in de
schuld
Hoor!
Moet!
Sta in de schuld! atravesar(Zij) doorsnijden
Afleggen
Aflopen
Doorgaan
Doorkomen
Doorkruisen
Doormaken
Doortrekken
Er door gaan
Gaan door
Overgaan
Overlopen
Oversteken
Te boven gaan con facilidadGemakkelijk
Meegaand
Toeschietelijk
Vlot.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua
RepolloSluitkool relleno deGevuld met "fritadillas"
Ingredientes:11
Een repolloSluitkool de 800800
Achthonderd grs.
150 grs. de carneVlees de magroMager
Mager (van vlees)
Magere de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finitaDun
Eindig
Eindige
Heel fijn
MediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! tazaBeker
Kop
Kopje de vino finoSherry de JerezJerez
Sherry
33
Drie chalotasSjalotten
MediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! tazaBeker
Kop
Kopje de aceite de oliva virgen extraExtra vierge olijfolie
Olijfolie eerste persing
Olijfolie extra vierge
150 grs. de tocinoSpek de cerdo IBÉRICOIberisch varken, picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finitoEindig
Eindige
Heel fijn. SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank esHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats cerdo ibéricoIberisch varken, sustituidLos af!
Vervang
Vervang! por pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap.
150 grs. de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap de cerdoBeer
Mannetjesvarken
Varken
Varkensvlees
Zwijn, cortadaAfgebroken
Afgeplukt
Afgerukt
Afgesneden
Doorgesneden
Doorsneden
Gehakt
Gehouwen
Gekapt
Geknipt
Geplukt
Geschoren
Gesneden
Gesnerpt
Gesnoeid
Het hoofd afgeslagen
Onthoofd
Sectie verricht
Uitgeschakeld
Versneden
Weggescheurd en tirasBanden
Jij/je gooit
Jij/je gooit uit
Jij/je gooit weg
Jij/je paft
Jij/je schiet
Jij/je smijt uit
Jij/je trekt
Jij/je vuurt
Jij/je werpt omver
Jij/je werpt uit
Reepjes
Repen
Strepen
Stroken
Wapenbalken muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer finasDelicaat
Delicate
Dun
Dunne
Effen
Fijn
Fijne
Gelijk
Gelijke
Gevoelig
Gevoelige
Glad
Gladde
Iel
Iele
Kies
Kiese
Kieskeurig
Kieskeurige
Luchtig
Luchtige
Mager
Magere
Rein
Reine
Schraal
Schrale
Sluik
Sluike
Sprietig
Sprietige
Tactvol
Tactvolle
Teder
Tedere
Teer
Tere
Zonder moeilijkheden
Zuiver
Zuivere, cuantoHoe
Hoeveel ook
Hoezeer
Kwantum másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus largasBreedvoerig
Breedvoerige
Jij/je dient toe
Jij/je geeft
Jij/je hijst
Jij/je laat los
Jij/je laat vrij
Jij/je viert
Lang
Lange
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde, mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever (sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn -comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals veréisJullie zullen bekijken
Jullie zullen kijken
Jullie zullen zien- paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! envolverBakeren
Betrekken bij
Impliceren
Inbakeren
Inpakken
Insluiten
Inzwachtelen
Met zich meebrengen
Oprollen
Pakken
Strengelen
Verpakken
Wikkelen
Winden)
11
Een cucharaditaTheelepeltje de perejilBladpeterselie
Krulpeterselie
Peterselie
Pieterselie
Tuinpeterselie finamenteFijn
Keurig picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
PimientaPeper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen
Nuez moscadaFoelie
Muskaatnoot
Nootmuskaat
Pala ralladaGeraspt
Geraspte
Gestreept
Gestreepte
22
Twee litrosLiters de caldo de polloKippenbouillon (valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon Avecrem, peroDoch
Echter
Maar...)
150 grs. de nabosConsumptieknollen
Herfstrapen
Kabu's
Knolrapen
Knollen
Koolrapen
Meirapen
Rapen
Tuinrapen
150 grs. de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels DelgadasDun
Dunne
Rank
Ranke
Slank
Slanke
Tenger
Tengere
150 grs. de judías verdesSperziebonen tiernasGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte
150 grs. de patatasAardappelen
Aardappels
Piepers (elegidKies
Kies uit!
Kies!
Lees uit!
Pik uit!
Selecteer!
Verkies!
Zoek uit! las más pequeñasKleiner)
Preparación:
TrasAan
Achter
Na
Na verloop van
Over lavarAfwassen
De was doen
Logen
Uitwassen
Wassen el repolloDe sluitkool, conDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes alargadoAangegeven
Aangereikt
Afgedragen
Doorgebracht
Doorgetrokken
Doortrokken
Gerekt
Lange
Langer gemaakt
Overgegeven
Overhandigd
Ter hand gesteld
Toegereikt
Uitgelegd
Uitgerekt
Uitgetrokken
Verdreven
Verlengd y muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer afiladoAangezet
Aanzetten
Bijtend
Bijtende
Doordringend
Doordringende
Fel
Felle
Gescherpt
Geslepen
Gewet
Gure
Guur
Schel
Schelle
Scherp
Scherpe
Scherpen
Schril
Schrille
Slijpen
Snerpend
Snerpende
Wetten quitadBeroof!
Doe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Krijg uit!
Laat weg!
Neem af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek af!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af!, desdeAan
Door
Met ingang van
Op
Sedert
Sinds
Uit
Van
Vanaf
Vanuit la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje de atrásAan de achterkant
Aan het einde
Achter
Achteraan
Achterin
Achteruit
Achterwaarts
Rugwaarts
Terug -el tallo-De stengel un trozoEen bonk
Een brok
Een eindje
Een filet
Een homp
Een moot
Een plak
Een schijf
Een snede
Een snee
Een sneetje
Een stuk
Een stukje del troncoBoomstam
Romp
Stam sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te desbaratarloHet in de war
te maken. DepositadloPlaats het en un pucherete y cubridloBedek het de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! fríaAfgekoeld
Afgekoelde
Bakt u!
Braadt u!
Frituurt u!
Fruit u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze braadt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze frituurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze fruit
Ik bak
Ik braad
Ik frituur
Ik fruit
Kil
Kille
Koud
Koude. AlNaar de
Naar het fuegoVuur, y cuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a hervirBorrelen
Koken
Op het kookpunt zijn
Sudderen
Zieden, retiradloHaal het eraf. En un lebrilloEen kom
Een schaal
Een vont ponedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! la carneHet vlees de magroMager
Mager (van vlees)
Magere picadaBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, el tocinoSpek de cerdo ibéricoIberisch varken picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige, el perejilDe bladpeterselie
De krulpeterselie
De peterselie
De pieterselie
De tuinpeterselie, las chalotasSjalotten picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige finitasEindig
Eindige, la salHet zout, la pimientaDe peper, la nuez moscadaDe foelie
De muskaatnoot
De nootmuskaat
De pala, el vino finoDe sherry y el aceiteDe olie
De olijfolie. AmasadKneed
Kneed deeg!
Kneed! bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
SacadBehaal!
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Dwing af!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Hoos!
Knevel!
Krijg uit!
Ontleen!
Pers af!
Put!
Schep!
Trek uit!
Zet af! el repolloDe sluitkool del pucheroEenpansgerecht met groenten
Eenpansgerecht met groenten en
vlees y, sobre laOp de
Op het pilaAanrecht
Batterij
Boel
Cel
Depot
Drom
Element
Entrepot
Hoop
Keukenaanrecht
Massa
Menigte
Opslagplaats
Schare
Stapel
Tas
Troep
Veem, apretadloDuw aan conDoor
Met
Per
Samen met las manosDe handen cubiertasAangezuiverd
Banden
Bedekt
Bedekte
Belegd
Beschermd
Betrokken
Bewolkt
Bewolkte
Briefomslagen
Buitenbanden
Couverten
Daken
Dekken
Donker
Donkere
Enveloppen
Gedekt
Repen
Scheepsdekken
Somber
Sombere
Strippen
Strips
Stroken
Toegedekt
Verdekken
Windselen
Windsels conDoor
Met
Per
Samen met un paño de cocinaEen theedoek para queOpdat
Zodat suelteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt los
Ik laat los
Ik maak los
Laat u los!
Loslaat
Maakt u los! todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el aguaHet water (vuelvo a deciros que procuréisNogmaals zeg ik jullie
te trachten noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank desbaratarloHet in de war
te maken). ConDoor
Met
Per
Samen met la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg del picadoBoos
Boze
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere, y empezandoAanbrekend
Aanpakkend
Aansnijdend
Aanvangend
Beginnend
Ingaand por el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden, id rellenandoGa vullen entreGaat u binnen!
Gaat u in!
Gaat u naar binnen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt binnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt in
Ik ga binnen
Ik ga in
Ik ga naar binnen
Ik kom binnen
Ik kom in
Ik loop binnen
Ik rijd binnen
Ik rijd in
Komt u binnen!
Komt u in!
Loopt u binnen!
Onder
Rijdt u binnen!
Rijdt u in!
Tussen las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten recomponiendoReparerend
Verhelpend
Weer in orde brengend
Weer samenstellend la formaDe formaliteit
De gedaante
De manier
De vorm
De wijze del repolloSluitkool. CuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u!, más o menosMeer of minder
Ongeveer, redonditoRond, colocadBeleg!
Breng onder!
Doe!
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet! periféricamenteAan de rand las tirasDe banden
De reepjes
De repen
De strepen
De stroken
De wapenbalken de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap, cruzándolasZe kruisend, y atadBind vast
Bind vast!
Bind!
Knoop!
Maak vast!
Sluit aan!
Strik!
Verbind! -apoyándoosJe steunend
Leunend en ellasHen
Ze
Zij- el convoluto (nuevamenteAlweer
Nogmaals
Opnieuw
Van voren af aan
Weder
Wederom
Weer para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank se desbarateHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt onbezonnen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt onbezonnen op) conDoor
Met
Per
Samen met un bramantitoTouwtje. En el pucherete antedichoVoornoemd, colocadBeleg!
Breng onder!
Doe!
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet! el convoluto y añadidBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! los 22
Twee litrosLiters de caldoBouillon
Consommé
Heldere soep
Ongebonden soep
Vleesnat. CocedBak!
Kook
Kook!, tapadoBedekken
Bedekt
Bedekte
Belegd
Dekken
Dichten
Dichtgemaakt
Dichtmaken
Gedekt
Gedicht
Gestopt
Stoppen
Toedekken
Toegedekt
Toegestopt
Toestoppen
Verstoppen
Verstopt
Volgestopt
Volstoppen y a fuego suaveKlein vuur, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens dos2
Do's
Twee
Tweede horasTijden
Uren. DestapadHaal de deksel eraf
Neem de deksel af!
Ontkurk!
Open! ahoraNou
Nu
Tegenwoordig
Thans y dejad que siga cociendoLaat verder koken. PasadosAangegeven
Aangereikt
Afgelopen
Bedorven
Doorgebracht
Doorgelaten
Gebeurd
Gepasseerd
Gewezen
Ingehaald
Laatstleden
Langsgegaan
Langsgekomen
Na
Omgekomen
Overgegaan
Overgestoken
Overkomen
Overlopers
Te gaar
Verdreven
Verflenst
Verflenste
Vergaan
Verleden
Verledens
Verlopen
Verschenen
Verstreken
Vervlogen
Verwelkt
Verwelkte
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorbij
Voorbije
Voorbijgegaan
Voorgaand
Voorgaande
Voormalig
Voormalige
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere 33
Drie/44
Vier de horaTijd
Uur, añadidBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels (peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde, claroAanschouwelijk
Duidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Moment waarop het niet
regent
Natuurlijk
Onbewolkt
Onbewolkte
Open plek
Opklaring
Ronde venster
Tussenruimte
Uitgesproken
Zonneklaar
Zuiver
Zuivere). Pasado 1/4 de hora de este último añadidoEen kwartier na deze
laatste toevoeging, ponedBreng op gang!
Breng op!
Doe
Doe aan!
Doe!
Krijg aan de praat!
Leg neer!
Leg op!
Leg!
Plaats!
Schakel in!
Steek!
Stel!
Stop!
Trek aan!
Vlij!
Zet aan!
Zet neer!
Zet! las judías verdesDe sperziebonen, los nabosDe consumptieknollen
De herfstrapen
De kabu's
De knolrapen
De knollen
De koolrapen
De meirapen
De rapen
De tuinrapen y las patatitasAardappeltjes debidamenteBehoorlijk
Op de juiste wijze peladasAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde/osJe
Jullie. Dejad que cuezaLaat koken, aúnNog
Nog altijd
Nog steeds, media horaEen half uur
Halfuur másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus. SacadBehaal!
Breng naar buiten!
Doe af!
Doe uit!
Dwing af!
Haal eruit!
Haal te voorschijn!
Haal uit
Haal uit!
Haal van!
Haal!
Hoos!
Knevel!
Krijg uit!
Ontleen!
Pers af!
Put!
Schep!
Trek uit!
Zet af! el convoluto y ponedloDoe
Zet en una fuente de servirEen opdienschaal hondaDiep
Diepe. QuitadBeroof!
Doe af!
Doe uit!
Geef op!
Geef prijs!
Haal af!
Haal weg!
Krijg uit!
Laat weg!
Neem af!
Neem weg!
Ris!
Rits!
Trek af!
Trek uit!
Verwijder
Verwijder!
Zet af! las cuerdecitasKoordjes y las lonchasDe plakken de pancetaDoorregen spek
Doorregen varkenslap. ColocadBeleg!
Breng onder!
Doe!
Leg neer!
Leg!
Plaats
Plaats!
Steek!
Stel!
Stop!
Verplaats!
Vlij!
Zet neer!
Zet uit!
Zet! las verdurasDe groenten
De groentes -loDe
Hem
Het
U másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus artísticamenteArtistiek que sepáisJullie kennen
Jullie smaken
Jullie weten- alrededorBuitenwijk
Eromheen
Omstreek
Rondom. RociadBedruip!
Begiet!
Besprenkel!
Besproei
Besproei!
Sprenkel!
Sproei! el todoDe de gehele hoeveelheid
De de hele hoeveelheid
Het alles
Het geheel
Het totaal conDoor
Met
Per
Samen met el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat de la cocciónHet bakken
Het koken (desengrasadoOntvet
Van vet ontdaan siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals vieraisJullie bekeken
Jullie keken
Jullie zagen que eraDeel
Dorsvloer
Era
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze had plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vond plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze was
Ik gebeurde
Ik had plaats
Ik vond plaats
Ik was
Jaartelling
Tijdrekening
Was menesterNodig).
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Nuez moscada Patatita Perejil Pimienta Repollo Tronco
ZanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels maceradasGekneed
Gemacereerd
Gemacereerde
Geweekt
Zacht gemaakt
Ingredientes:11
Een/44
Vier de zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels pequeñasKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne (puedenKunnen
Zij/ze kunnen
Zij/ze mogen usarseGebruikelijk zijn
Gebruiken congeladasBevroren
Diepgevroren
Ingevroren, que se puedenMen kan encontrarAantreffen
Bevinden
Ontmoeten
Tegemoet treden
Tegenkomen
Treffen
Vinden de un tamañoEen afmeting
Een bestek
Een formaat
Een grootheid
Een grootte
Een omvang
Een uitgebreidheid muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer adecuadoAangepast
Adequaat
Adequate
Afdoend
Afdoende
Bruikbaar
Bruikbare
Doeltreffend
Doeltreffende
Effectief
Effectieve
Geschikt
Geschikte
Werkdadig
Werkdadige
Werkzaam
Werkzame).
AjoIk frommel
Ik kreukel
Ik verfomfaai
Ik verfrommel
Ik verkreukel
Knoflook
Look (2-4 dientesJij/je voorziet van tanden
Tanden
Teentjes, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid y aficiónHobby
Knutselwerk
Liefhebberij a esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind saborSmaak).
Aceite de olivaOlijfolie (33
Drie o 44
Vier cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels)
VinagreAzijn
Edik (11
Een o 22
Twee cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels, segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals guste(Het) bevalt
Behaagt u!
Bevalt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze behaagt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze proeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt leuk
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zint
Houdt u van!
Ik behaag
Ik beval
Ik houd van
Ik proef
Ik sta aan
Ik vind leuk
Ik zin
Proeft u!
Staat u aan!
Vindt u leuk!
Zint u! más o menosMeer of minder
Ongeveer ácidoZure
Zuur)
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout (11
Een/22
Twee cucharaditaTheelepeltje)
Pimienta de CayenaCayennepeper
Spaanse peper
Tabascopeper molidaGekweld
Gemalen
Vermalen (11
Een/22
Twee cucharaditaTheelepeltje)
OréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein (11
Een cucharadaEetlepel (maat)
Soeplepel)
Preparación:
Se hiervenMen kookt las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels 5-8 minutosMinuten, sinGespeend van
Ontbloot van
Verstoken van
Zonder
Zonder te pasarseHeel ver weg gaan
in ruimtelijke zin
Te ver gaan in
figuurlijke zin
Teveel gebruiken, para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn demasiadoAl te
Bovenmatig
Bovenmatige
Buitensporig
Buitensporige
Hevig
Hevige
Hoogst
Hoogste
Overdreven
Te
Te erg
Te veel
Te zeer
Uiterst
Uiterste blandasJij/je slingert
Jij/je swingt
Jij/je zwaait
Mals
Malse
Murw
Murwe
Week
Weke
Zacht
Zacht (gekookt)
Zachte. (SiAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals sonBericht
Geluid
Klank
Manier
Ruchtbaar worden
Smoes
Toon
Uitvlucht
Voorwendsel
Wijze
Zij/ze gebeuren
Zij/ze hebben plaats
Zij/ze vinden plaats
Zij/ze zijn
Zijn algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat grandesGroot
Grote
Ruim
Ruime, pelarlasSchil ze y trocearlasIn stukjes snijden previamenteEerst
Vooraf en forma deIn de vorm van palitosStokjes de 4-5 cmCentimeter
Cm
Cm. de largoBreedvoerig
Breedvoerige
Ik dien toe
Ik geef
Ik hijs
Ik laat los
Ik laat vrij
Ik vier
In de lengte
In de verte
Lang
Lange
Languit
Langzamerhand
Largo
Lengte
Op de lange duur
Op den duur
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Uitvoerig
Uitvoerige
Vrijgevig
Vrijgevige
Wijd
Wijde
Wijdlopig y 11
Een cmCentimeter
Cm
Cm. de anchoBrede
Breed
Breedte
Ruim
Ruime
Wijd
Wijde). DejarlasHen laten escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen.
PicarFijnhakken
Hakken
Jeuken
Kriebelen
Krieuwelen
Pikken
Priemen
Prikken
Snipperen
Steken
Wriemelen muy finoHeel fijn el ajoDe/het knoflook (mejorBest
Beste
Beter
Betere
Liever aúnNog
Nog altijd
Nog steeds, machacarloStamp het fijn en el morteroDe houwitser
De metselkalk
De mortel
De specie
De vijzel
De/het mortier), y mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren muy bienBest
Heel goed
Prima conDoor
Met
Per
Samen met el aceiteDe olie
De olijfolie, vinagreAzijn
Edik, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimienta de CayenaCayennepeper
Spaanse peper
Tabascopeper y oréganoOregano
Wilde majoraan
Wilde marjolein. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten las zanahoriasDe penen
De wortelen
De wortels en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat o fuenteBekken
Bron
Fontein
Opdienbord
Schaal
Schotel
Wel
Welput de ciertaGewis
Gewisse
Stellig
Stellige
Vast
Vaste
Vaststaand
Vaststaande
Verzekerd
Verzekerde
Wis
Wisse
Zeker
Zekere profundidadDiepte, añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen el aliñoDe dressing anteriormenteDaarvoor
Eerder
Hiervoor
Indertijd
Vooraan
Voorheen
Vroeger
Weleer preparadoAangemaakt
Bereid
Geprepareerd
Geprepareerde
Klaar
Klaargemaakt
Klaargemaakte
Klare
Opgeleid
Preparaat
Toebereid
Toebereide
Voorbereid y removerRoeren
Verwijderen para queOpdat
Zodat se impregnenWorden geïmpregneerd bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van macerarKneden
Maceren
Macereren
Weken
Zacht maken duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 2424
Vierentwintig h., y yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds tenéisHebben jullie
Jullie hebben
Jullie houden
Jullie houden bij
Jullie houden erop na
Jullie houden vast un ricoFijn
Fijne
Gefortuneerd
Gefortuneerde
Heerlijk
Lekker
Lekkere
Rijk
Rijke
Smakelijk
Smakelijke
Van goede smaak getuigend
Vermogend
Vermogende aperitivoAperitief
Borrel
Hors-d'oeuvre
Voorgerecht.
De los siguientes palabras hay una foto:
Ajo Ajo Orégano Pimienta de cayena Pimienta de cayena
EspárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps rellenosAanvullingen
Farcen
Farces
Gedempt
Gedempte
Gevuld
Gevulde
Opvulsels
Voleindingen
Vulsels
Vullingen
Preparación:Se partenWorden gedeeld
Zij/ze splijten los espárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps por la mitadDe helft y se rellenanMen vult de bechamelBechamel
Bechamelsaus
Béchamelsaus
Bloemkoolsaus conDoor
Met
Per
Samen met gambasGamba's
Garnalen
Grote garnalen.
Los envuelves enJe wikkelt ze in hojasBlaadjes
Bladen
Bladeren
Blaren
Folies
Formulieren
Kleppen
Klingen
Lamellen
Lemmers
Lemmeten
Mesjes
Plaatjes
Schuiven
Vellen
Vragenformulieren
Vragenlijsten de lechugaGroene salade
Krop sla
Kropsla
Latuw
Sla blanqueadaGeblancheerd
Geblancheerde
Gebleekt. Se rebozanMen bedekt (door wentelen) y se fríenBakt men.
Se sirvenMen dient ze op
Zij/ze bedienen zich
Zij/ze gebruiken
Zij/ze gelieven
Zij/ze schenken zichzelf in
Zij/ze tasten toe
Zij/ze zijn zo goed
om te sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! salsaBraadjus
Dipsaus
Jus
Jus (lichte, bruine)
Salsamuziek
Saus
Sop de mariscoSchaaldier
Schelpdier
Zeevrucht.
De los siguientes palabras hay una foto:
Lechuga
AlbóndigasBitterballen
Gehaktballetjes
Vleesballetjes de acelgasBieten
Kroten
Snijbieten
Strandbieten
Warmoezen
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! 66
Zes personasMensen
Personages
Personen)
22
Twee kg de la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje verdeGroen
Groene de las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de acelgaBiet
Kroot
Snijbiet
Snijbietribben
Strandbiet
Warmoes
100100
Honderd gr de tocinoSpek
66
Zes clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere de huevoEi (reservamosWij zetten weg
Wij/we bespraken
Wij/we bespreken
Wij/we bestelden
Wij/we bestellen
Wij/we boeken
Wij/we boekten
Wij/we hielden open
Wij/we hielden vrij
Wij/we houden open
Wij/we houden vrij
Wij/we reserveerden
Wij/we reserveren
Wij/we tekenden in
Wij/we tekenen in
Wij/we zetten weg las 66
Zes yemasBotten
Eidooiers
Knoppen
Uitspruitsels)
1010
Tien cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de harinaBloem
Meel
3030
Dertig cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de salsa de tomateKetchup
Tomatensaus
66
Zes cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de sidraAppelwijn
Appelwijn (alcoholvrij)
Cider secaDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis! (o vino blancoWitte wijn)
22
Twee pellizcosSnufjes
Snuifjes de pimientaPeper
22
Twee cucharillasLepeltjes
Theelepeltjes rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de bicarbonatoBicarbonaat
Zuiveringszout
Preparación:
QuitarAfdoen
Afhalen
Afnemen
Aftrekken
Afzetten
Beroven
Opgeven
Prijsgeven
Rissen
Ritsen
Uitdoen
Uitkrijgen
Uittrekken
Verwijderen
Weghalen
Weglaten
Wegnemen a las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes los hilosDe draden
De garens eEn impurezasOnzuiverheden y limpiarlasZe schoonmaken conDoor
Met
Per
Samen met aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! frescaBrutaal
Brutale
Fris
Frisse
Koel
Koele
Luchtig
Luchtige
Onbedorven
Vers
Verse.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten un pucheroEen eenpansgerecht met groenten
Een eenpansgerecht met groenten
en vlees en el fuegoHet vuur conDoor
Met
Per
Samen met bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!; cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! hirviendoBorrelend
Kokend
Kokend heet
Kokende
Op het kookpunt zijnd
Sudderend
Ziedend echaBegin handel te drijven
met!
Gooi erop!
Gooi!
Heb aandeel in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint handel te
drijven met
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gooit erop
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft aandeel in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze jaagt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keilt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kondigt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze krijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat aan het
lot over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt bekend
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt vast
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smijt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt een partijtje
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze speelt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze strooit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuurt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tankt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt op in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedijvert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wedt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze werpt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zendt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet buiten de
deur
Jaag weg!
Keil!
Kondig aan!
Krijg!
Laat aan het lot
over!
Leg op!
Maak bekend!
Maak vast!
Neem!
Schat!
Schenk in!
Sla uit!
Smijt!
Speel een partijtje!
Speel uit!
Spreek uit!
Stort!
Strooi!
Stuur weg!
Tank!
Treed op in!
Uit!
Voeg toe!
Voegt toe
Voer op!
Wed!
Wedijver!
Werp!
Zeg!
Zend weg!
Zet buiten de deur! loDe
Hem
Het
U verdeGroen
Groene de las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten masDoch
Echter
Maar
Plus dos2
Do's
Twee
Tweede cucharillasLepeltjes
Theelepeltjes rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de bicarbonatoBicarbonaat
Zuiveringszout. A los 2525
Vijfentwintig minutosMinuten de cocciónBakken
Koken refrescarlasHen afkoelen
Hen laten schrikken bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens escurrirlasLaat ze uitdruipen (el aguaHet water noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank valeAfgesproken
Akkoord
Ben waard!
Goed
Het is goed
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is waard
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kost
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loont
In orde
Kost!
Loon!
Oké
Prima
Top
Waardebon).
ColocarlasPlaats ze en un chinoEen chinees
Een chinois; hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand para queOpdat
Zodat salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle el aguaHet water posibleBestaanbaar
Bestaanbare
Mogelijk
Mogelijke. En una tablaEen bord
Een deel
Een lijst
Een plank
Een tabel
Een tablet
Een tafel se picanHakt men bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart conDoor
Met
Per
Samen met un cuchilloEen mes y se vuelven(Zij) worden
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om a meter enDoen in
Stoppen in el chinoDe chinees
De chinois
Het chinees haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten una servilletaEen servet en la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa y echarAan het lot overlaten
Aandeel hebben in
Aankondigen
Beginnen handel te drijven
met
Bekend maken
Buiten de deur zetten
Een partijtje spelen
Erop gooien
Gooien
Inschenken
Keilen
Krijgen
Nemen
Opleggen
Optreden in
Opvoeren
Schatten
Smijten
Storten
Strooien
Tanken
Toevoegen
Uiten
Uitslaan
Uitspelen
Uitspreken
Vastmaken
Wedden
Wedijveren
Wegjagen
Wegsturen
Wegzenden
Werpen
Zeggen en el centroDe middelmaat
El centro
Het binnenste
Het centreren
Het centrum
Het middelpunt
Het midden las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten que estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn en el chinoDe chinees
De chinois
Het chinees yaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige. RecogerAfhalen
Bijeenbrengen
Binnenhalen
Ophalen
Oprapen
Rapen
Uithalen
Verzamelen la servilletaHet servet, quedandoAfsprekend
Blijvend
In een bepaalde toestand
rakend
Overhoudend
Passend
Staand
Zijnd dentroBinnen
Daarbinnen
Erin las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten; hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren una pelotaEen bal
Een speelbal, y encima deAan
Boven op
Bovenop
Op la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa hacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren presiónAandraaien
Aandrang
Aandrukken
Drang
Dringen
Druk
Drukken
Ineendringen
Ineendrukken
Knel
Knellen
Persen
Pressen
Pressie
Samendrukken
Samenknijpen para queOpdat
Zodat salgaEruit komt
Gaat u af!
Gaat u buiten!
Gaat u naar buiten!
Gaat u op weg!
Gaat u uit!
Gaat u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar buiten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat op weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt er mee
weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze loopt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze start
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tijgt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze treedt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vaart uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verschijnt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrekt
Ik ga af
Ik ga buiten
Ik ga naar buiten
Ik ga op weg
Ik ga uit
Ik ga weg
Ik kom er mee
weg
Ik kom uit
Ik loop uit
Ik rijd af
Ik rijd uit
Ik rijd weg
Ik stap op
Ik stap uit
Ik start
Ik stijg uit
Ik tijg
Ik treed uit
Ik vaar uit
Ik verschijn
Ik vertrek
Komt u er mee
weg!
Komt u uit!
Loopt u uit!
Rijdt u af!
Rijdt u uit!
Rijdt u weg!
Stapt u op!
Stapt u uit!
Start u!
Stijgt u uit!
Tijgt u!
Treedt u uit!
Vaart u uit!
Verschijnt u!
Vertrekt u! algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water!. SoltarLoslaten
Losmaken la servilletaHet servet y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van las acelgasDe bieten
De kroten
De snijbieten
De strandbieten en una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan; añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen los 100100
Honderd gr de tocinoSpek muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picaditoFijngehakt
Heel fijn gesneden, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, dos2
Do's
Twee
Tweede pellizcosSnufjes
Snuifjes de pimientaPeper y 1010
Tien cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de harinaBloem
Meel. ConDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand, amasarDeeg kneden
Kneden todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, espolvorearBepoederen
Bestrooien la mesaDe bank
De ezel
De schraag
De stander
De stellage
De tafel
De werkbank
La mesa conDoor
Met
Per
Samen met bastanteBehoorlijk
Genoeg
Nogal
Tamelijk
Tamelijk veel
Tamelijk wat
Tamelijke
Voldoende
Vrij
Vrije harinaBloem
Meel y conDoor
Met
Per
Samen met una cucharaEen eetlepel
Een lepel
Een soeplepel sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken
montoncitosHoopjes (del tamañoAfmeting
Bestek
Dusdanig
Dusdanige
Formaat
Grootheid
Grootte
Omvang
Uitgebreidheid de tres3
Drie nuecesAdamsappels
Noten
Okkernoten
Walnoten); una vezEen beurt
Een file
Een gelid
Een keer
Een maal
Een reeks
Een rij
Een toerbeurt
Eenmaal
Eens
Ooit
Wel eens
Één keer que todaAlles
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle la masaDe massa
De/het pasta
Het beslag
Het deeg estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! en montoncitosHoopjes, espolvorearBepoederen
Bestrooien por encima deAan
Boven
Over ellosHen
Ze
Zij conDoor
Met
Per
Samen met harinaBloem
Meel, redondearlosHen rond makend conDoor
Met
Per
Samen met la manoDe hand y cuandoAls
Tijdens
Wanneer se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand redondeadoAfgerond
Afgeronde
Rondgemaakt todosAl de
Alle
Allemaal
Allen
Compleet
Complete
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Totaal
Totale
Totalen
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle, se vuelven(Zij) worden
Zij/ze draaien om
Zij/ze draaien rond
Zij/ze keren om
Zij/ze keren zich om a pasarAangeven
Aanreiken
Doorbrengen
Doorlaten
Gebeuren
Inhalen
Langsgaan
Langskomen
Omkomen
Overgaan
Overkomen
Oversteken
Passeren
Verdrijven
Vergaan
Verlopen
Verstrijken
Voorbijgaan por harinaBloem
Meel y despuésAchteraf
Daarna
Daarop
Dan
Na
Naderhand
Vervolgens por las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart batidasDoorgeroerd
Drijfjachten
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Klopjachten
Omgeroerd (duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens dos2
Do's
Twee
Tweede minutosMinuten); segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals se hanZij/ze gedragen zich
Zij/ze krijgen het met
iemand aan de stok
Zij/ze meten zich met
iemand pasado porGehaald door las clarasDuidelijk
Duidelijke
Hel
Helder
Heldere
Helle
Klaar
Klaarblijkelijk
Klaarblijkelijke
Klare
Licht
Lichte
Onbewolkt
Onbewolkte
Uitgesproken
Zuiver
Zuivere se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich friendoBakkend
Bradend
Friturend
Fruitend en abundanteAbundant
Abundante
Overvloedig
Overvloedige
Rijk
Rijke
Rijkelijk
Rijkelijke
Ruim
Ruime
Uitbundig
Uitbundige
Weelderig
Weelderige
Welig
Welige aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! y pocasGering
Geringe
Luttel
Luttele
Weinig
Weinige a la vezTegelijk y segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich friendoBakkend
Bradend
Friturend
Fruitend se vanMen gaat
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich sacandoAfdoend
Afdwingend
Afpersend
Afzettend
Behalend
Eruit halend
Halend
Halend uit
Halend van
Hozend
Knevelend
Naar buiten brengend
Ontlenend
Puttend
Scheppend
Te voorschijn halend
Trekkend
Uitdoend
Uithalend
Uitkrijgend
Uittrekkend a una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan conDoor
Met
Per
Samen met una espumaderaEen schuimspaan.
ColocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten una cazuelaEen braadpan
Een eenpansgerecht
Een kasserol
Een lage kookpot
Een ovenschotel
Een steelpan en el fuegoHet vuur conDoor
Met
Per
Samen met 66
Zes cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!; cuandoAls
Tijdens
Wanneer esté(Het) is
Bevindt u zich!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Ik ben
Ik bevind me
Ik lig
Ik zit
Is u!
Ligt u!
Zit u! calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u! añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! mediaBemiddel!
Doorsnee-
Gemiddeld
Gemiddelde
Half
Half doorbakken
Halve
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemiddelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijmt
Kous
Medium
Middelbaar
Middelbare
Midden-
Rijm! cebollaAjuin
Bloembol
Ui muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer picaditaFijngehakt; cuandoAls
Tijdens
Wanneer empieceBegint
Begint u!
Breekt u aan!
Gaat u in!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begint
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze breekt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze pakt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze snijdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vangt aan
Ik begin
Ik breek aan
Ik ga in
Ik pak aan
Ik snijd aan
Ik vang aan
Pakt u aan!
Snijdt u aan!
Vangt u aan! a dorarseBruin worden añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! 33
Drie cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels rasasAfgestreken
Jij/je strijkt af de harinaBloem
Meel. ConDoor
Met
Per
Samen met una espumaderaEen schuimspaan revolverOmroeren
Roeren todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle y añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! 66
Zes cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de sidraAppelwijn
Appelwijn (alcoholvrij)
Cider secaDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Droog af!
Droog uit!
Droog!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze droogt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt droog
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze veegt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wist af
Maak droog!
Veeg af!
Veeg!
Wis af!
Wis! (o vino blancoWitte wijn) másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus las albóndigasDe bitterballen
De gehaktballetjes
De vleesballetjes; añadeBreng aan!
Doe bij!
Geef toe!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mengt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze voegt toe
Leg bij!
Meng bij!
Voeg bij!
Voeg toe
Voeg toe! 3030
Dertig cucharadasEetlepels (maat)
Soeplepels de salsa de tomateKetchup
Tomatensaus. DejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! que hiervaBorrelt u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze borrelt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is op het
kookpunt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze suddert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ziedt
Ik ben op het
kookpunt
Ik borrel
Ik kook
Ik sudder
Ik zied
Is u op het
kookpunt!
Kookt
Kookt u!
Suddert u!
Ziedt u! todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle juntoIk breng bijeen
Ik breng samen
Ik stel samen
Ik verenig
Ik voeg aaneen
Ik voeg bijeen
Ik voeg samen
Ik zet ineen
Samen duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens 1515
Vijftien a 2020
Twintig minutosMinuten. Se pruebaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Men probeert
Men proeft de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y se sirveHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men dient op.
De los siguientes palabras hay una foto:
Acelga Acelga Agua Cebolla Montoncito Nuez Pimienta Verde
TortaCake
Koek
Taart de calabacínCourgette
Zucchini
Ingredientes:44
Vier HuevosEieren
150 g de mantequillaBoter
Roomboter
33
Drie CalabacinesCourgettes
Zucchini's
100100
Honderd g de piñonesPijnboompitten
Rondsels
250 g de azúcarSuiker
200200
Tweehonderd g de harinaBloem
Meel
11
Een sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! de levadura en polvoRijsmiddel in poedervorm
salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout
Preparación:
Los calabacinesDe courgettes
De zucchini's se pelanMen schilt y se troceanMen snijdt in stukjes
Snijdt men in stukjes.
En un cuencoEen kom mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren los huevosDe eier
De eieren batidosDoorgeroerd
Gehouwen
Geklapt
Geklopt
Geklopte
Gemept
Geroerd
Geslagen
Milkshakes
Omgeroerd conDoor
Met
Per
Samen met el azúcarDe suiker, y ponerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten en élDaaraan
Erin los trozosDe bonken
De brokken
De eindjes
De filets
De hompen
De moten
De plakken
De schijven
De sneden
De sneetjes
De sneeën
De stukjes
De stukken de calabacínCourgette
Zucchini. Con ayuda deMet behulp van la batidoraDe blender
De mixer se trituraMen pureert todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart.
A esta mezclaDit mengsel se añadeHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sluit zich aan
Men voegt toe
Worden toegevoegd la mantequillaDe boter
De roomboter fundidaGedaan smelten
Gesmolten
Versmolten
Vloeibaar gemaakt y revolviendoOmroerend
Roerend, agregarBijmengen
Toevoegen la harinaDe bloem
Het meel, mezcladaDoor elkaar gegooid
Gemengd
Gemengde
Gemixt
Getemperd
Vermengd
Verward conDoor
Met
Per
Samen met la levaduraDe gist
De zuurdesem
Het rijsmiddel y una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, hastaJa zelfs
Tot
Tot aan
Tot zelfs
Zelfs formarAangaan
Formeren
Paraderen
Pralen
Prijken
Pronken
Vormen una pastaEen beslag
Een deeg
Een deegwaar
Een gebak
Een pasta
Een zoet broodje.
FinalmenteEindelijk
Per saldo
Ten slotte
Tenslotte se añadenWorden toegevoegd
Zij/ze sluiten zich aan los piñonesDe pijnboompitten
De rondsels.
EngrasarBesmeren
Doorsmeren
Invetten
Smeren un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm con mantequillaMet boter, y verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten en élDaaraan
Erin la pastaDe deegwaar
De deegwaren
De/het pasta
Het beslag
Het deeg
Het gebak
Het zoet broodje.
Se cueceMen kookt
Wordt gekookt en el hornoDe kachel
De oven, previamenteEerst
Vooraf calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!, a 180 °, duranteBij
Gedurende
Onder
Tijdens una media horaEen halfuur.
De los siguientes palabras hay una foto:
Calabacín Calabacín Piñones
Pastel de Espárragos trigueros y truchaBeekforel
Forel
Gewone forel ahumadaGerookt
Gerookte
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! seis6
Zes personasMensen
Personages
Personen)
Un manojoEen bosje
Een bundeltje
Een handvol
Een wis de EspárragosAsperges
Pinnen
Tappen
Taps trigueros tiernísimos
Dos2
Do's
Twee
Tweede o tres3
Drie lonchasPlakken de truchaBeekforel
Forel
Gewone forel ahumadaGerookt
Gerookte
Cinco5
Vijf huevosEieren
Un chorroEen scheut de nataCrème
Puikje
Room
Slagroom líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper
Cinco5
Vijf tomatesTomaatplanten
Tomaten muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in! y azúcarSuiker
Preparación:
CortarAfbreken
Afplukken
Afrukken
Afsnijden
Doorsnijden
Hakken
Het hoofd afslaan
Houwen
Kappen
Knippen
Onthoofden
Plukken
Scheren
Sectie verrichten
Snerpen
Snijden
Snoeien
Uitschakelen
Wegscheuren la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje verdeGroen
Groene duraBeklijf!
Blijf aan!
Blijf!
Duur voort!
Duur!
Grimmig
Grimmige
Gure
Guur
Hard
Harde
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze duurt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stand
Houd aan!
Houd stand!
Moeilijk
Moeilijke
Ongevoelig
Ongevoelige
Resistent
Resistente
Scherp
Scherpe
Stug
Stugge
Taai
Taaie de los EspárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps trigueros y hervirlosHen koken hasta queTot
Totdat estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! tiernosGevoelig
Gevoelige
Goed gaar
Mals
Malse
Murw
Murwe
Teder
Tedere
Week
Weke
Zacht
Zachte. SacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken y escurrirAfdruipen
Afgieten
Laten uitlekken
Uitdruipen
Uitwringen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart. BatirDoorroeren
Houwen
Klappen
Kloppen
Meppen
Omroeren
Roeren
Slaan los huevosDe eier
De eieren y mezclarDoor elkaar gooien
Mengen
Mixen
Temperen
Vermengen
Verwarren conDoor
Met
Per
Samen met la nataDe room
De slagroom
Het puikje líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere. SalpimentarMet zout en peper
kruiden. En un moldeEen afdruk
Een gietvorm
Een vorm de bizcocho de fondoAarde
Achtergrond
Bodem
Diepte
Essentiële
Fond
Fonds
Grond
Kapitaal
Kern
Ondergrond
Onderrok
Voedingsbodem
Voornaamste antiadherenteAntiaanbak, colocarBeleggen
Doen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Onderbrengen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Uitzetten
Verplaatsen
Vlijen
Zetten por capasJassen
Jij/je castreert
Jij/je ontmant
Lagen
Mantels
Pakken los EspárragosDe asperges
De pinnen
De tappen
De taps trigueros enterosCompleet
Complete
Gaaf
Gave
Geheel
Gehele
Gehelen
Heel
Hele
Integer
Integere
Integriteiten
Vol
Volkomen
Volslagen
Volvet
Volvette
Volle
Volledig
Volledige, alternandoAfgewisseld
Afwisselend
Alternerend conDoor
Met
Per
Samen met la truchaDe beekforel
De forel
De gewone forel. VolcarKantelen
Omgooien
Omkeren
Omslaan
Omvallen
Omvergooien
Ten val brengen
Uitstorten la mezclaDe mengeling
De mix
De mixtuur
De vermenging
De/het melange
De/het mengelmoes
Het artsenijmengsel
Het mengen
Het mengsel
Het mixen
Het temperen
Het vermengen
Het verwarren de huevoEi y nataCrème
Puikje
Room
Slagroom líquidaNetto-
Vloeibaar
Vloeibare
Zuiver
Zuivere y directamenteDirect
Rechtaan
Rechtstreeks
Regelrecht alNaar de
Naar het baño maríaAu bain marie
Au bain-marie conDoor
Met
Per
Samen met fuegoVuur bAjíesimo hasta queTot
Totdat cuajeDoet u stollen!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet stollen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat dik worden
Ik doe stollen
Ik laat dik worden
Laat u dik worden!
Stolt. PonerAan de praat krijgen
Aandoen
Aantrekken
Aanzetten
Doen
Inschakelen
Leggen
Neerleggen
Neerzetten
Op gang brengen
Opbrengen
Opleggen
Plaatsen
Steken
Stellen
Stoppen
Vlijen
Zetten un pesoEen gewicht
Een peso
Een zwaarte encimaBovendien
Er bovenop y dejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van enfriarAfkoelen
Koelen
Laten afkoelen. PrepararAanmaken
Bereiden
Klaarmaken
Opleiden
Toebereiden
Voorbereiden una fritada conDoor
Met
Per
Samen met los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten peladosAfgepeld
Gejast
Gepeld
Gepelde
Geschild
Geschilde, despepitadosOntpit
Ontpitte y troceadosIn stukjes gesneden
In stukken gesneden, conDoor
Met
Per
Samen met algoEen beetje
Een weinig
Enigszins
Iets
Ietwat
Nogal
Tamelijk
Wat de aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, la salHet zout y el azúcarDe suiker. Se desmoldaráMen zal uit de
vorm nemen el pastelDe pastei
De taart
Het baksel
Het gebak
Het gebakje
Het kleurkrijt
Het taartje
Het tekenkrijt y se cortaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schiften
Men zal snijden en rodajasPlakken
Radeermessen
Schijven conDoor
Met
Per
Samen met mil1000
Duizend cuidadosBekommernissen
Bewaakt
Bezorgd geweest
Gepast op
Gezorgd
Gezorgd voor
Opgelet
Opgepast
Verontrustingen
Verpleegd
Verzorgd
Verzorgde
Zich bekommerd
Zorg gedragen
Zorgen
Zorgvuldigheden paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank romperAfbreken
Breken
Doorbreken
Kapot maken
Kapotmaken
Schenden
Scheuren
Stukbreken
Verbreken la formaDe formaliteit
De gedaante
De manier
De vorm
De wijze. Queda(Het) blijft over
Ben!
Blijf!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze past
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze raakt in een
bepaalde toestand
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze spreekt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat
Pas!
Raak in een bepaalde
toestand!
Spreek af!
Sta!
Stil
Stille
Wordt cachondísimoSuper geil: conDoor
Met
Per
Samen met redondosGevuld
Gevulde
Rond
Ronde verdesGroen
Groene
Groenen
Verdes y rayasBanden
Haarscheidingen
Jij/je krast
Jij/je schraapt
Jij/je schrabt
Jij/je schrapt
Jij/je trekt
Jij/je trekt een streep
Jij/je wrijft los
Repen
Roggen
Scheidingen
Strepen
Stroken
Wapenbalken rosasBottelrozen
Rozen, envueltoBetrokken bij
Gebakerd
Gepakt
Gestrengeld
Gewikkeld
Gewonden
Geïmpliceerd
Ingebakerd
Ingepakt
Ingesloten
Ingezwachteld
Met zich meegebracht
Omwikkeld
Omwikkelde
Opgerold
Verpakt en el amarilloHet geel del huevoEi. No hace faltaHet is niet nodig que se sirvaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bedient zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebruikt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gelieft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is zo goed
om te
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt zichzelf in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tast toe
Men opdient calienteGloeiend
Gloeiende
Heet
Hete
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stookt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verhit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verwarmt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze warmt
Ik stook
Ik verhit
Ik verwarm
Ik warm
Smoorheet
Smoorhete
Snikheet
Snikhete
Stookt u!
Verhit u!
Verwarmt u!
Warm
Warme
Warmt u!. PonerlosZe doen en los platosDe borden
De etenswaren
De gangen
De gerechten
De schalen
De schotels
De spijzen y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn la fritada de tomatesTomaatplanten
Tomaten a un costadoEen flank
Een kant
Een zij
Een zijde
Een zijkant. Un blancoEen blanke
Een doel
Een doelstelling
Een doelwit
Een honk
Een mikpunt
Een schietschijf
Een schijf
Een trefpunt
Een witte secoDor
Dore
Dorre
Droge
Droog
Ik droog
Ik droog af
Ik droog uit
Ik maak droog
Ik veeg
Ik veeg af
Ik wis
Ik wis af catalánCatalaan
Catalaans
Catalaanse le vendríaZou erbij passen muy bienBest
Heel goed
Prima, comoAangezien
Als
Gelijk
Hoe
Ik bik
Ik eet
Ik gebruik
Ik gebruik het middagmaal
Ik lunch
Ik nuttig
Ik vreet
Naar
Op welke manier
Op welke wijze
Wanneer
Zoals un Raimat Chardonnay.
De los siguientes palabras hay una foto:
Pimienta Rosa Verde
TomatesTomaatplanten
Tomaten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven
Ingredientes: (paraBaart u!Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! seis6
Zes personasMensen
Personages
Personen)
Seis6
Zes hermososFraai
Fraaie
Knap
Knappe
Mooi
Mooie
Net
Nette
Schone
Schoon tomatesTomaatplanten
Tomaten noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer madurosBelegen
Bezonken
Rijp
Rijpe
Tres3
Drie cuartosKamers
Kwarten
Kwartieren
Lokalen
Vertrekken
Vierde delen
Vierden
Vierendelen
Woningen de kiloKilo
Kilogram de queso de BurgosBurgos
Tres3
Drie latasBlikjes
Blikken
Bussen
Jij/je klopt
Latten
Trommels
Trommeltjes de anchoasAnsjovissen en aceiteIn olie
Una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de curryCurry
Kerrie
SalGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout y pimientaPeper y azúcarSuiker
Una ramitaEen takje de albahacaBasilicum
Baziel
Bazielkruid
Koningskruid
Preparación:
HacerAanmaken
Bedrijven
Doen
Maken
Uitbrengen
Uitrichten
Uitvoeren un agujeroEen gat
Een naaldenkoker
Een naaldenkussentje
Een naaldenmaker
Een naaldenverkoper
Een oog en cadaCadeolieboom
Elk
Elke
Iedere
Jeneverbessenstruik
Stekelige jeneverbes tomateTomaat
Tomaatplant por la parteDe bonk
De homp
De portie
De taks
De zijde
De/het brok
Het aandeel
Het deel
Het eindje
Het gedeelte
Het onderdeel
Het rantsoen
Het stuk
Het stukje del pedúnculoBloemsteel
Steel
Steeltje y conDoor
Met
Per
Samen met una cucharitaEen lepeltje
Een theelepel, sacarles la pulpaDe pulp
De pulpa
De weke massa
Het vruchtvlees, que pasaremosWij zullen passeren
Wij/we zullen aangeven
Wij/we zullen aanreiken
Wij/we zullen doorbrengen
Wij/we zullen doorlaten
Wij/we zullen gebeuren
Wij/we zullen inhalen
Wij/we zullen langsgaan
Wij/we zullen langskomen
Wij/we zullen omkomen
Wij/we zullen overgaan
Wij/we zullen overkomen
Wij/we zullen oversteken
Wij/we zullen passeren
Wij/we zullen verdrijven
Wij/we zullen vergaan
Wij/we zullen verlopen
Wij/we zullen verstrijken
Wij/we zullen voorbijgaan a la batidoraDe blender
De mixer y trituraremosWij zullen pureren
Wij/we zullen fijnstampen
Wij/we zullen pureren
Wij/we zullen stampen muy bienBest
Heel goed
Prima. Los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten se pondránZal men aanbrengen
Zij/ze zullen aandoen
Zij/ze zullen aantrekken
Zij/ze zullen insmeren
Zij/ze zullen opdoen
Zij/ze zullen smeren
Zij/ze zullen worden
Zij/ze zullen zich aankleden
Zij/ze zullen zich aanstellen boca abajoOp de buik para queOpdat
Zodat sueltenLaat u los!
Loslaten
Maakt u los!
Zij/ze laten los
Zij/ze maken los el líquidoDe vloeistof
Het netto bedrag. Se pasaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat heel ver
weg in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te ver
in figuurlijke zin
Men passeert
Slap wordt esteDeze
Dit
Oosten
Oostenwind puréBrij
Moes
Pap
Puree por un coladorEen filter
Een vergiet
Een zeef para queOpdat
Zodat noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank quedenBlijft u!
Is u!
Overblijven
Past u!
Raakt u in een
bepaalde toestand!
Spreekt u af!
Staat u!
Worden
Zij/ze blijven
Zij/ze passen
Zij/ze raken in een
bepaalde toestand
Zij/ze spreken af
Zij/ze staan
Zij/ze zijn pepitasZaadjes
Zaden y se haráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal raken
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal worden
Men zal maken una salsitaEen sausje de tomateTomaat
Tomaatplant con ellaDaarmee, aceiteHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze oliet in
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze smeert door
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vet in
Ik olie
Ik olie in
Ik smeer
Ik smeer door
Ik vet in
Olie
Oliet u in!
Oliet u!
Olijfolie
Smeert u door!
Smeert u!
Vet u in!, salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout, pimientaPeper, una pizcaEen kleine beetje
Een snufje de azúcarSuiker, un toqueEen aanraking
Een aanslag de curry en polvoKerriepoeder y las hojasDe blaadjes
De bladen
De bladeren
De blaren
De folies
De formulieren
De kleppen
De klingen
De lamellen
De lemmers
De lemmeten
De mesjes
De plaatjes
De schuiven
De vellen
De vragenformulieren
De vragenlijsten de albahacaBasilicum
Baziel
Bazielkruid
Koningskruid picadasBoos
Boze
Dragrace
Fijngehakt
Gehakt
Gehakte
Gejeukt
Gekriebeld
Gekrieuweld
Gepikt
Gepriemd
Geprikt
Gesnipperd
Gestoken
Gewriemeld
Giftig
Giftige a manoHand
Ik loop
Ik stroom
Ik vliet
Ik vloei (conDoor
Met
Per
Samen met los dedosDe tenen
De vingeren
De vingers, puesDus
Ergo
Nou
Ook weer
Toch
Toch wel
Want
Wel
Zodoende segúnAl naar gelang
Blijkens
Ingevolge
Langs
Naar
Volgens
Zoals los italianosDe italianen, estaDeze
Dit hierbaGras
Kruid noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt serGebeuren
Plaatshebben
Plaatsvinden
Wezen
Wezenlijkheid
Worden
Zijn tocadaAangekomen
Aangeraakt
Aangeroerd
Aangeslagen
Aangezeten
Beroerd
Bespeeld
Gegaan
Geklept
Geklonken
Geraakt
Geslagen
Gespeeld
Getoucheerd
Overgegaan
Uitgevoerd
Voorgespeeld nuncaNimmer
Nooit por metalesMetalen). El queso de BurgosDe burgos se cortaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal laten knippen
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal schiften
Men zal snijden en daditosDobbelsteentjes noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank muyBijster
Bijzonder
Erg
Heel
Terdege
Zeer pequeñosKlein
Kleine
Luttel
Luttele
Min
Minne y se pasaráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal heel ver
weg gaan in ruimtelijke zin
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal te ver
gaan in figuurlijke zin
Men zal overbrengen a un bolEen bowl
Een kom
Een schaal en dondeWaarin habremosWij zullen hebben
Wij/we zullen hebben
Wij/we zullen zijn vertidoGegoten
Geplengd
Geschonken
Gestort
Gestrooid
Gieten
Ingegoten
Ingeschonken
Schenken
Storten
Vergoten la salsaDe braadjus
De dipsaus
De jus
De jus (lichte, bruine)
De salsamuziek
De saus
Het sop anteriorVerleden
Voorafgaand
Voorafgaande
Voorgaand
Voorgaande
Voornoemd
Vorig
Vorige
Vroeger
Vroegere. EmpaparDoordrenken
Doorweken
Indompelen
Indopen
Opslorpen
Soppen bienGeluk
Goed
Goede zaak
Nu goed
Welvaart el quesoDe kaas con ellaDaarmee. RellenarBijvullen
Farceren
Invullen
Opvullen
Opzetten
Vullen conDoor
Met
Per
Samen met estoDeze
Dit los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten y disponerlosHen plaatsen en una cazuela de barroEen aardewerk schaaltje y meterDoen
Leggen
Leggen in
Plaatsen
Steken
Steken in
Stellen
Stoppen
Zetten al hornoGebakken in de oven
In de oven gebakken
In de oven gebakken/gebraden
Naar de oven previamente calentadoVoorverwarmd a 200200
Tweehonderdº. DejarAchterlaten
Hen laten
In de steek laten
Laten
Laten begaan
Laten schieten
Legateren
Lenen
Loslaten
Nalaten
Opleveren
Overlaten
Toestaan
Toevertrouwen
Verlaten
Vermaken
Verzuimen
Zich verlaten van que se vayanZij gaan
Zij/ze gaan af
Zij/ze gaan weg
Zij/ze vertrekken
Zij/ze verwijderen zich haciendoAanmakend
Bedrijvend
Doend
Makend
Uitbrengend
Uitrichtend
Uitvoerend alrededor deOmheen
Ongeveer
Rondom media horaEen half uur
Halfuur.
CuandoAls
Tijdens
Wanneer estén(Ze) zijn
Bevindt u zich!
Is u!
Ligt u!
Zij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zit u! casiBijkans
Bijna
Haast
Schier
Vrijwel
Welhaast
Zo goed als
Zowat hechosAangemaakt
Acties
Bedreven
Daden
Feiten
Gedaan
Gedane
Gemaakt
Handelingen
Prestaties
Uitgebracht
Uitgericht
Uitgevoerd
Verrichtingen
Werkingen
Zetten, disponerBeschikken
Beschikken over
Bevelen
Disponeren
Klaarmaken
Plaatsen
Rangschikken
Voltooien las anchoasDe ansjovissen en buclesHaarkrullen
Haarlokken
Krullen
Lokken sobreAan
Blijft u over!
Boven
Briefomslag
Couvert
Envelop
Enveloppe
Gaat u te boven!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat te boven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is in overvloed
aanwezig
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is te veel
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze overtreft
Houdt u over!
Ik ben in overvloed
aanwezig
Ik ben te veel
Ik blijf over
Ik ga te boven
Ik houd over
Ik overtref
In
Is u in overvloed
aanwezig!
Is u te veel!
Met
Op
Over
Overtreft u! los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten. GratinarGratineren
Paneren dos2
Do's
Twee
Tweede minutosMinuten. sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken del hornoKachel
Oven y servirAankaarten
Baten
Bedienen
Deugen
Dienen
Een dienst bewijzen
Geschikt zijn
Helpen
Opdienen
Serveren
Van dienst zijn.
NOTAAantekening
Bemerk!
Bespeur!
Cijfer
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bemerkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bespeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze merkt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze noteert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schrijft op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt te boek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze tekent aan
Merk op!
Merk!
Muzieknoot
Noot
Nota
Noteer!
Notitie
Opmerking
Schrijf op!
Stel te boek!
Teken aan!: AlNaar de
Naar het sacarAfdoen
Afdwingen
Afpersen
Afzetten
Behalen
Eruit halen
Halen
Halen uit
Halen van
Hozen
Knevelen
Naar buiten brengen
Ontlenen
Putten
Scheppen
Te voorschijn halen
Uitdoen
Uithalen
Uitkrijgen
Uittrekken la cazuelaDe braadpan
De kasserol
De lage kookpot
De ovenschotel
De steelpan
Het eenpansgerecht del hornoKachel
Oven veremosWij zullen zien
Wij/we zullen bekijken
Wij/we zullen kijken
Wij/we zullen zien que el quesoDe kaas y el tomateDe tomaat
De tomaatplant hanHan
Hebben
Zij/ze hebben
Zij/ze zijn soltadoLosgelaten
Losgemaakt muchísimaZeer veel aguaBederf!
Begiet!
Besproei!
Bevloei!
Geef water!
Giet!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bederft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze begiet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevloeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze giet
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze lengt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze sproeit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verdunt met water
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze watert
Leng aan!
Sproei!
Verdun met water!
Water
Water! y jugoBraadjus
Dipsaus
Jus
Sap
Saus
Vleessaus, que habráHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal hebben
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal zijn
Zal hebben inundadoOverstroomd el fondoDe aarde
De achtergrond
De bodem
De diepte
De grond
De kern
De ondergrond
De onderrok
De voedingsbodem
De voornaamste
De/het fond
Het essentiële
Het fonds. YoEgo
Ik noNee
Neen
Niet
Nietwaar
No
Of men wil of
niet
Tegen wil en dank utilizoIk benut
Ik gebruik
Ik neem te baat
Ik neem waar
Ik pas toe
Ik wend aan para nadaVooral niet estaDeze
Dit sopitaSoepje, peroDoch
Echter
Maar siAls
Indien
Ingeval
Of
Op de manier van
Op de wijze van
Terwijl
Wanneer
Zoals alguienEen of ander
Een zeker
Iemand se decideHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beslist
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze besluit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt uit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze neemt zich voor
Men besluit a reducirlaHet in te koken y verterGieten
Ingieten
Inschenken
Plengen
Schenken
Storten
Strooien
Vergieten este concentradoDit concentraat por encima deAan
Boven
Over los tomatesDe tomaatplanten
De tomaten, bienvenidaWelkom
Welkome
Welkomst- seaGebeurt u!
Heeft u plaats!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gebeurt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft plaats
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vindt plaats
Ik ben
Ik gebeur
Ik heb plaats
Ik vind plaats
Is
Is u!
Vindt u plaats!
Wordt la ideaDe gewaarwording
De notie
De opvatting
De voorstelling
Het begrip
Het benul
Het besef
Het denkbeeld
Het inzicht.
De los siguientes palabras hay una foto:
Agua Albahaca Cada Cada Pedúnculo Pimienta Tomate Tomate
PuréBrij
Moes
Pap
Puree de verdurasGroenten
Groentes
Ingredientes:22
Twee zanahoriasBospenen
Breekpenen
Grove penen
Penen
Waspenen
Wilde penen
Winterpenen
Winterwortelen
Winterwortels
Wortelen
Wortels
11
Een naboConsumptieknol
Herfstraap
Japanse raapjes
Kabu
Knol
Knolraap
Koolraap
Meiraap
Raap
Tuinraap
11
Een ramaAfdeling
Branche
Geslacht
Linie
Tak de apioBladselderij
Bleekselder
Bleekselderij
Eppe
Groene selderij
Juffrouwmerk
Knolselderij
Selder
Selderie
Selderiezaad
Selderij
Selderijzaad
Snijselderij
Struikselderij
Wilde selderie
Wilde selderij
Witte selderij
22
Twee patatasAardappelen
Aardappels
Piepers medianasDoorsnee-
Gemiddeld
Gemiddeld groot
Gemiddelde
Medianen
Middelbaar
Middelbare
Middelgroot
Middelgrote
Midden-
Zwaartelijnen
2-3 calabacinesCourgettes
Zucchini's
Preparación:
Se lavanMen wast
Zij/ze wassen zich, pelanSchillen
Zij/ze jassen
Zij/ze pellen
Zij/ze pellen af
Zij/ze schillen y cortanSnijden
Zij/ze breken af
Zij/ze doorsnijden
Zij/ze hakken
Zij/ze houwen
Zij/ze kappen
Zij/ze knippen
Zij/ze onthoofden
Zij/ze plukken
Zij/ze plukken af
Zij/ze rukken af
Zij/ze schakelen uit
Zij/ze scheren
Zij/ze scheuren weg
Zij/ze slaan het hoofd
af
Zij/ze snerpen
Zij/ze snijden
Zij/ze snijden af
Zij/ze snijden door
Zij/ze snoeien
Zij/ze verrichten sectie las verdurasDe groenten
De groentes. Se hierveMen kookt todoAllemaal
Alles
Compleet
Complete
De gehele hoeveelheid
De hele hoeveelheid
Gans
Ganse
Geheel
Gehele
Heel
Hele
Totaal
Totale
Vol
Volkomen
Volslagen
Volle como siAlsof hiciéramosWij zouden doen
Wij/we bedreven
Wij/we brachten uit
Wij/we deden
Wij/we maakten
Wij/we maakten aan
Wij/we richtten uit
Wij/we voerden uit un caldoEen bouillon
Een consommé
Een heldere soep
Een ongebonden soep
Een vleesnat, rectificamosBrengen wij op smaak
Wij/we brachten op smaak
Wij/we brengen op smaak
Wij/we richten gelijk
Wij/we richtten gelijk
Wij/we zuiverden door herhaalde
destillatie
Wij/we zuiveren door herhaalde
destillatie de salGa af!
Ga buiten!
Ga naar buiten!
Ga op weg!
Ga uit!
Ga weg!
Kom er mee weg!
Kom uit!
Loop uit!
Rijd af!
Rijd uit!
Rijd weg!
Stap op!
Stap uit!
Start!
Stijg uit!
Tijg!
Treed uit!
Vaar uit!
Verschijn!
Vertrek!
Zout. AparteAfgezonderd
Afgezonderde
Afzonderlijk
Afzonderlijke
Apart
Aparte
Behalve
Bijzonder
Bijzondere
Gescheiden
Haalt u weg!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze haalt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onthoudt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onttrekt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze scheidt af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schift
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schuift opzij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet weg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zondert af
Houdt u af!
Houdt u weg!
Ik haal weg
Ik houd af
Ik houd weg
Ik onthoud
Ik onttrek
Ik scheid
Ik scheid af
Ik schift
Ik schuif opzij
Ik zet weg
Ik zonder af
Los
Losse
Onthoudt u!
Onttrekt u!
Opzij
Scheidt u af!
Scheidt u!
Schift u!
Schuift u opzij!
Terzijde
Zet u weg!
Zondert u af! sofreímosFruiten we
Wij/we fruiten
Wij/we fruitten una cebollaEen ajuin
Een bloembol
Een ui trinchadaGetrancheerd
Voorgesneden en aceiteIn olie de olivaOlijf
Olijfboom. CuandoAls
Tijdens
Wanneer las verdurasDe groenten
De groentes estánZij/ze bevinden zich
Zij/ze liggen
Zij/ze zijn
Zij/ze zitten
Zijn cocidasGebakken
Gekookt
Gekookte las ponemosWij doen
Wij/we brengen op
Wij/we brengen op gang
Wij/we doen
Wij/we doen aan
Wij/we krijgen aan de
praat
Wij/we leggen
Wij/we leggen neer
Wij/we leggen op
Wij/we plaatsen
Wij/we schakelen in
Wij/we steken
Wij/we stellen
Wij/we stoppen
Wij/we trekken aan
Wij/we vlijen
Wij/we zetten
Wij/we zetten aan
Wij/we zetten neer en un recipienteEen bak
Een kom
Een pot
Een pul
Een schaal
Een vaas
Een vat (el apioDe bladselderij
De bleekselder
De bleekselderij
De eppe
De groene selderij
De knolselderij
De selder
De selderie
De selderij
De snijselderij
De struikselderij
De wilde selderie
De wilde selderij
De witte selderij
Het juffrouwmerk
Het selderiezaad
Het selderijzaad loDe
Hem
Het
U retiramosVerwijderen we
Wij/we haalden uit
Wij/we halen uit
Wij/we trekken in
Wij/we trekken terug
Wij/we trokken in
Wij/we trokken terug
Wij/we verwijderden
Wij/we verwijderen, ya queAangezien
Daar
Daar immers
Hoewel
Ofschoon
Omdat
Vermits
Want
Wijl sinoDoch
Echter
Maar dejaHij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat achter
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat begaan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat in de
steek
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat los
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat over
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze laat schieten
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze leent
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legateert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze levert op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verlaat zich van
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vermaakt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vertrouwt toe
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verzuimt
Laat
Laat achter!
Laat begaan!
Laat in de steek!
Laat los!
Laat na!
Laat over!
Laat schieten!
Laat!
Leen!
Legateer!
Lever op!
Sta toe!
Verlaat je van!
Verlaat!
Vermaak!
Vertrouw toe!
Verzuim! hebrasDraadjes
Vezels) y lesHen
Hun
U añadimosWij voegen toe
Wij/we brachten aan
Wij/we brengen aan
Wij/we deden bij
Wij/we doen bij
Wij/we gaven toe
Wij/we geven toe
Wij/we legden bij
Wij/we leggen bij
Wij/we mengden bij
Wij/we mengen bij
Wij/we voegden bij
Wij/we voegden toe
Wij/we voegen bij
Wij/we voegen toe la cebollaDe ajuin
De bloembol
De ui, loDe
Hem
Het
U trituramosWij pureren
Wij/we pureerden
Wij/we pureren
Wij/we stampen
Wij/we stampen fijn
Wij/we stampten
Wij/we stampten fijn conDoor
Met
Per
Samen met la batidoraDe blender
De mixer añadiendoAanbrengend
Bijdoend
Bijleggend
Bijmengend
Bijvoegend
Toegevend
Toevoegend el caldoDe bouillon
De consommé
De heldere soep
De ongebonden soep
Het vleesnat de las verdurasDe groenten
De groentes, hasta queTot
Totdat tengaAlstublieft
Heeft
Heeft u!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze heeft
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt bij
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt erop na
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt vast
Houdt u bij!
Houdt u erop na!
Houdt u vast!
Houdt u!
Ik heb
Ik houd
Ik houd bij
Ik houd erop na
Ik houd vast la consistenciaDe consistentie
De samenhang
De stevigheid
De vastheid
Het verband de un puréEen brij
Een moes
Een pap
Een puree (másGaat wel
Langer
Langst
Liever
Meer
Meest
Plus líquidoNetto bedrag
Netto-
Vloeibaar
Vloeibare
Vloeistof
Zuiver
Zuivere que una papillaEen brij
Een moes
Een pap
Een papje peroDoch
Echter
Maar menosBehalve
Bij uitzondering
Gaat wel
Min
Minder
Minst
Minus
Op ... na
Uitgezonderd que una sopaEen soep). Y YaAl
Alreeds
Alvast
Langer
Meer
Reeds estáBen!
Bevind je!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevindt zich
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze is
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze ligt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zit
Is
Lig!
Zit! listoBereid
Bereide
Bijdehand
Bijdehante
Gerede
Gereed
Klaar
Klare
Rap
Rappe
Scherpzinnig
Scherpzinnige
Vlug
Vlugge paraBaart u!
Bevalt u!
Blijf staan!
Brengt u teweeg!
Brengt u voort!
Doe ophouden!
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze baart
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bevalt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze blijft staan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt teweeg
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt voort
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze doet ophouden
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt aan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt halt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt op
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze houdt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze keert
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze legt stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze schenkt het leven
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze slaat af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stelt buiten werking
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stopt
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stuit
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet af
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stil
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zet stop
Houd aan!
Houd halt!
Houd op!
Houd stil!
Ik baar
Ik beval
Ik breng teweeg
Ik breng voort
Ik schenk het leven
Keer!
Leg stil!
Om
Om te
Schenkt u het leven!
Sla af!
Sta stil!
Stel buiten werking!
Stop!
Stuit!
Ten behoeve van
Voor
Zet af!
Zet stil!
Zet stop! comerBikken
Eten
Gebruiken
Het middagmaal gebruiken
Lunchen
Nuttigen
Vreten.
TambiénEveneens
Evenzeer
Mede
Ook se leHaar
Hem
Het
U puede(Het) kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kan
Hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze mag
Kan!
Mag!
U kunt añadirAanbrengen
Bijdoen
Bijleggen
Bijmengen
Bijvoegen
Toegeven
Toevoegen 2-3 quesitosKaasjes, o crema de lecheRoom van melk, o ponerles judías verdesSperziebonen uOf otroAnder
Andere
Nog een
Nog één tipoDrukletter
Soort
Type de verduraGroente.
De los siguientes palabras hay una foto:
Apio Apio Nabo Oliva