Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

-a

b

c

d

e

f

g

h

i

j

k

l

m

n

ñ

o

p

q

r

s

t

u

v

x

y

z

3e

a

c

e

h

i

l

n

o

r

t

u

4e

a

e

i

o

5e

-

st

6e

l

li

mi

mo

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

ACRIL ..... ACRIMOz

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	acrilsustantivo   wn		acrylzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  we  w
	acrílicaadjetivo femenino singular de la palabra: acrílico Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acrílico'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Acrílicas Acrílico Acrílicos		acrylbijvoeglijk naamwoord bn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			acryl-bijvoeglijk naamwoord bn
	acrílicasadjetivo femenino plural de la palabra: acrílico Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acrílico'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Acrílica Acrílico Acrílicos		acrylbijvoeglijk naamwoord bn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			acryl-bijvoeglijk naamwoord bn
	acrílicoadjetivo masculino singular Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acrílico'   we  wn  w  spalabras relacionadas: --------------------- Acrílica Acrílicas Acrílicos		acrylbijvoeglijk naamwoord bn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			acryl-bijvoeglijk naamwoord bn
	acrílicosadjetivo masculino plural de la palabra: acrílico Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acrílico'   we  w  spalabras relacionadas: --------------------- Acrílica Acrílicas Acrílico		acrylbijvoeglijk naamwoord bn Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  we  w
			acryl-bijvoeglijk naamwoord bn
	acriminatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimine Acusa Acuse Culpa Culpe Denuncia Denuncie Inculpa Inculpe		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betichtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagt aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	¡acrimina!imperativo singular del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Acriminad! ¡Acusa! ¡Acusad! ¡Culpa! ¡Culpad! ¡Denuncia! ¡Denunciad! ¡Inculpa! ¡Inculpad!		beschuldig!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beschuldigen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			beticht!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'betichten'   wn
			klaag aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'aanklagen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminara Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminara Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik beschuldigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik be·schul·dig·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
	_tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminara Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betichttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminara Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik betichtteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik be·ticht·te   wn
	_tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminara Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagde aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminara Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik klaagde aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: ik klaag·de aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	_tercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminara Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kloeg aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminara Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik kloeg aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminarais Acriminaseis Acriminasteis Acusabais Acusarais Acusaseis Acusasteis Culpabais Culparais Culpaseis Culpasteis Denunciabais Denunciarais Denunciaseis Denunciasteis Inculpabais Inculparais Inculpaseis Inculpasteis		jullie beschuldigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie be·schul·dig·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie betichttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie be·ticht·ten   wn
			jullie klaagden aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie klaag·den aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			jullie kloegen aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie kloe·gen aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminamos Acrimináramos Acriminásemos Acusábamos Acusamos Acusáramos Acusásemos Culpábamos Culpamos Culpáramos Culpásemos Denunciábamos Denunciamos Denunciáramos Denunciásemos Inculpábamos Inculpamos Inculpáramos Inculpásemos		wij/we beschuldigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			wij/we betichtteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			wij/we klaagden aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			wij/we kloegen aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaran Acriminaron Acriminasen Acusaban Acusaran Acusaron Acusasen Culpaban Culparan Culparon Culpasen Denunciaban Denunciaran Denunciaron Denunciasen Inculpaban Inculparan Inculparon Inculpasen		zij/ze beschuldigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze betichttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			zij/ze klaagden aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			zij/ze kloegen aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaras Acriminases Acriminaste Acusabas Acusaras Acusases Acusaste Culpabas Culparas Culpases Culpaste Denunciabas Denunciaras Denunciases Denunciaste Inculpabas Inculparas Inculpases Inculpaste		jij/je beschuldigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je betichttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			jij/je klaagde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			jij/je kloeg aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	¡acriminad!imperativo plural del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Acrimina! ¡Acusa! ¡Acusad! ¡Culpa! ¡Culpad! ¡Denuncia! ¡Denunciad! ¡Inculpa! ¡Inculpad!		beschuldig!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beschuldigen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			beticht!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'betichten'   wn
			klaag aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'aanklagen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminadas Acriminado Acriminados Acusada Acusadas Acusado Acusados Culpada Culpadas Culpado Culpados Denunciada Denunciadas Denunciado Denunciados Inculpada Inculpadas Inculpado Inculpados		aangeklaagdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: aan·ge·klaagd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			beschuldigdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: be·schul·digd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			betichtregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: be·ticht   wn
	acriminadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminada Acriminado Acriminados Acusada Acusadas Acusado Acusados Culpada Culpadas Culpado Culpados Denunciada Denunciadas Denunciado Denunciados Inculpada Inculpadas Inculpado Inculpados		aangeklaagdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: aan·ge·klaagd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			beschuldigdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: be·schul·digd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			betichtregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: be·ticht   wn
	acriminadoparticipio pasado del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminada Acriminadas Acriminados Acusada Acusadas Acusado Acusados Culpada Culpadas Culpado Culpados Denunciada Denunciadas Denunciado Denunciados Inculpada Inculpadas Inculpado Inculpados		aangeklaagdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: aan·ge·klaagd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			beschuldigdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: be·schul·digd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			betichtregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: be·ticht   wn
	acriminadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminada Acriminadas Acriminado Acusada Acusadas Acusado Acusados Culpada Culpadas Culpado Culpados Denunciada Denunciadas Denunciado Denunciados Inculpada Inculpadas Inculpado Inculpados		aangeklaagdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: aan·ge·klaagd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			beschuldigdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: be·schul·digd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			betichtregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: be·ticht   wn
	acrimináissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminéis Acusáis Acuséis Culpáis Culpéis Denunciáis Denunciéis Inculpáis Inculpéis		jullie beschuldigentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie betichtentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie be·tich·ten   wn
			jullie klagen aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie kla·gen aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminábamos Acrimináramos Acriminásemos Acriminemos Acusábamos Acusamos Acusáramos Acusásemos Acusemos Culpábamos Culpamos Culpáramos Culpásemos Culpemos Denunciábamos Denunciamos Denunciáramos Denunciásemos Denunciemos Inculpábamos Inculpamos Inculpáramos Inculpásemos Inculpemos		wij/we beschuldigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminábamos Acrimináramos Acriminásemos Acriminemos Acusábamos Acusamos Acusáramos Acusásemos Acusemos Culpábamos Culpamos Culpáramos Culpásemos Culpemos Denunciábamos Denunciamos Denunciáramos Denunciásemos Denunciemos Inculpábamos Inculpamos Inculpáramos Inculpásemos Inculpemos		wij/we beschuldigeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			wij/we betichteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminábamos Acrimináramos Acriminásemos Acriminemos Acusábamos Acusamos Acusáramos Acusásemos Acusemos Culpábamos Culpamos Culpáramos Culpásemos Culpemos Denunciábamos Denunciamos Denunciáramos Denunciásemos Denunciemos Inculpábamos Inculpamos Inculpáramos Inculpásemos Inculpemos		wij/we betichtteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			wij/we klaagden aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminábamos Acrimináramos Acriminásemos Acriminemos Acusábamos Acusamos Acusáramos Acusásemos Acusemos Culpábamos Culpamos Culpáramos Culpásemos Culpemos Denunciábamos Denunciamos Denunciáramos Denunciásemos Denunciemos Inculpábamos Inculpamos Inculpáramos Inculpásemos Inculpemos		wij/we klagen aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminábamos Acrimináramos Acriminásemos Acriminemos Acusábamos Acusamos Acusáramos Acusásemos Acusemos Culpábamos Culpamos Culpáramos Culpásemos Culpemos Denunciábamos Denunciamos Denunciáramos Denunciásemos Denunciemos Inculpábamos Inculpamos Inculpáramos Inculpásemos Inculpemos		wij/we kloegen aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminen Acusan Acusen Culpan Culpen Denuncian Denuncien Inculpan Inculpen		zij/ze beschuldigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze betichtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			zij/ze klagen aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminandogerundio del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusando Culpando Denunciando Inculpando		aanklagendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: aan·kla·gend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			beschuldigendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: be·schul·di·gend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			betichtendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: be·tich·tend   wn
	acriminarinfinitivo de un verbo Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusar Culpar Denunciar Inculpar  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Acrimino Acriminé Acriminas Acriminaste Acrimina Acriminó Acriminamos Acriminamos Acrimináis Acriminasteis Acriminan Acriminaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Acriminar é ía Acriminaba Acriminar ás ías Acriminabas Acriminar á ía Acriminaba Acriminar emos íamos Acriminábamos Acriminar éis íais Acriminabais Acriminar án ían Acriminaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Acrimine Acriminara Acrimines Acriminaras Acrimine Acriminara Acriminemos Acrimináramos Acriminéis Acriminarais Acriminen Acriminaran Futuro Préterito imperfecto se Acriminare Acriminase Acriminares Acriminases Acriminare Acriminase Acrimináremos Acriminásemos Acriminareis Acriminaseis Acriminaren Acriminasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Acrimina (tú) No acrimines Acrimine (usted) No acrimine Acriminemos (nosotros) No acriminemos Acriminad (vosotros) No acriminéis Acriminen (ustedes) No acriminen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Acriminado Acriminando		aanklagenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: aan·kla·gen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: aanklagen - klaagde aan, kloeg aan - aangeklaagd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn
			beschuldigenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: be·schul·di·gen In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: beschuldigen - beschuldigde - beschuldigd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
			betichtenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: be·tich·ten In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: betichten - betichtte - beticht   wn
	acriminaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik beschuldigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik be·schul·dig·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betichttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik betichtteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik be·ticht·te   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagde aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik klaagde aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: ik klaag·de aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kloeg aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminase Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik kloeg aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminare Acusará Acusare Culpará Culpare Denunciará Denunciare Inculpará Inculpare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanklagenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beschuldigenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal betichtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminabais Acriminaseis Acriminasteis Acusabais Acusarais Acusaseis Acusasteis Culpabais Culparais Culpaseis Culpasteis Denunciabais Denunciarais Denunciaseis Denunciasteis Inculpabais Inculparais Inculpaseis Inculpasteis		jullie beschuldigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie be·schul·dig·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie betichttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie be·ticht·ten   wn
			jullie klaagden aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie klaag·den aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			jullie kloegen aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie kloe·gen aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acrimináramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminábamos Acriminamos Acriminásemos Acusábamos Acusamos Acusáramos Acusásemos Culpábamos Culpamos Culpáramos Culpásemos Denunciábamos Denunciamos Denunciáramos Denunciásemos Inculpábamos Inculpamos Inculpáramos Inculpásemos		wij/we beschuldigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			wij/we betichtteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			wij/we klaagden aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			wij/we kloegen aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaban Acriminaron Acriminasen Acusaban Acusaran Acusaron Acusasen Culpaban Culparan Culparon Culpasen Denunciaban Denunciaran Denunciaron Denunciasen Inculpaban Inculparan Inculparon Inculpasen		zij/ze beschuldigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze betichttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			zij/ze klaagden aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			zij/ze kloegen aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaren Acusarán Acusaren Culparán Culparen Denunciarán Denunciaren Inculparán Inculparen		zij/ze zullen aanklagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			zij/ze zullen beschuldigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze zullen betichtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminabas Acriminases Acriminaste Acusabas Acusaras Acusases Acusaste Culpabas Culparas Culpases Culpaste Denunciabas Denunciaras Denunciases Denunciaste Inculpabas Inculparas Inculpases Inculpaste		jij/je beschuldigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je betichttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			jij/je klaagde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			jij/je kloeg aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminares Acusarás Acusares Culparás Culpares Denunciarás Denunciares Inculparás Inculpares		jij/je zal aanklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			jij/je zal beschuldigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je zal betichtentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminará Acriminaré Acusará Acusare Acusaré Culpará Culpare Culparé Denunciará Denunciare Denunciaré Inculpará Inculpare Inculparé		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal aanklagenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminará Acriminaré Acusará Acusare Acusaré Culpará Culpare Culparé Denunciará Denunciare Denunciaré Inculpará Inculpare Inculparé		ik zal aanklageneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: ik zal aan·kla·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminará Acriminaré Acusará Acusare Acusaré Culpará Culpare Culparé Denunciará Denunciare Denunciaré Inculpará Inculpare Inculparé		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal beschuldigenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminará Acriminaré Acusará Acusare Acusaré Culpará Culpare Culparé Denunciará Denunciare Denunciaré Inculpará Inculpare Inculparé		ik zal beschuldigeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik zal be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
	_tercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminará Acriminaré Acusará Acusare Acusaré Culpará Culpare Culparé Denunciará Denunciare Denunciaré Inculpará Inculpare Inculparé		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal betichtenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminará Acriminaré Acusará Acusare Acusaré Culpará Culpare Culparé Denunciará Denunciare Denunciaré Inculpará Inculpare Inculparé		ik zal betichteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik zal be·tich·ten   wn
	acriminaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminare Acusare Acusaré Culpare Culparé Denunciare Denunciaré Inculpare Inculparé		ik zal aanklageneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: ik zal aan·kla·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			ik zal beschuldigeneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik zal be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			ik zal betichteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik zal be·tich·ten   wn
	acriminareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaréis Acusareis Acusaréis Culpareis Culparéis Denunciareis Denunciaréis Inculpareis Inculparéis		jullie zullen aanklagentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie zul·len aan·kla·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			jullie zullen beschuldigentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie zul·len be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie zullen betichtentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie zul·len be·tich·ten   wn
	acriminaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminareis Acusareis Acusaréis Culpareis Culparéis Denunciareis Denunciaréis Inculpareis Inculparéis		jullie zullen aanklagentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie zul·len aan·kla·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			jullie zullen beschuldigentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie zul·len be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie zullen betichtentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie zul·len be·tich·ten   wn
	acriminaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimináremos Acusaremos Acusáremos Culparemos Culpáremos Denunciaremos Denunciáremos Inculparemos Inculpáremos		wij/we zullen aanklageneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			wij/we zullen beschuldigeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			wij/we zullen betichteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acrimináremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaremos Acusaremos Acusáremos Culparemos Culpáremos Denunciaremos Denunciáremos Inculparemos Inculpáremos		wij/we zullen aanklageneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			wij/we zullen beschuldigeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			wij/we zullen betichteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminarán Acusarán Acusaren Culparán Culparen Denunciarán Denunciaren Inculparán Inculparen		zij/ze zullen aanklagenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			zij/ze zullen beschuldigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze zullen betichtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminarás Acusarás Acusares Culparás Culpares Denunciarás Denunciares Inculparás Inculpares		jij/je zal aanklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			jij/je zal beschuldigentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je zal betichtentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminaríatercera persona singular condicional del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusaría Culparía Denunciaría Inculparía		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou aanklagenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusaría Culparía Denunciaría Inculparía		ik zou aanklageneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: ik zou aan·kla·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusaría Culparía Denunciaría Inculparía		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou beschuldigenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
	_primera persona singular condicional del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusaría Culparía Denunciaría Inculparía		ik zou beschuldigeneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik zou be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
	_tercera persona singular condicional del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusaría Culparía Denunciaría Inculparía		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou betichtenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	_primera persona singular condicional del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusaría Culparía Denunciaría Inculparía		ik zou betichteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik zou be·tich·ten   wn
	acriminaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusaríais Culparíais Denunciaríais Inculparíais		jullie zouden aanklagentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie zou·den aan·kla·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			jullie zouden beschuldigentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie zou·den be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie zouden betichtentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie zou·den be·tich·ten   wn
	acriminaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusaríamos Culparíamos Denunciaríamos Inculparíamos		wij/we zouden aanklageneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			wij/we zouden beschuldigeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			wij/we zouden betichteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminaríantercera persona plural condicional del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusarían Culparían Denunciarían Inculparían		zij/ze zouden aanklagenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			zij/ze zouden beschuldigenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze zouden betichtenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminaríassegunda persona singular condicional del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acusarías Culparías Denunciarías Inculparías		jij/je zou aanklagentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			jij/je zou beschuldigentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je zou betichtentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	acriminarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaban Acriminaran Acriminasen Acusaban Acusaran Acusaron Acusasen Culpaban Culparan Culparon Culpasen Denunciaban Denunciaran Denunciaron Denunciasen Inculpaban Inculparan Inculparon Inculpasen		zij/ze beschuldigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze betichttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			zij/ze klaagden aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			zij/ze kloegen aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimines Acusas Acuses Culpas Culpes Denuncias Denuncies Inculpas Inculpes		jij/je beschuldigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je betichttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			jij/je klaagt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik beschuldigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik be·schul·dig·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betichttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik betichtteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik be·ticht·te   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagde aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik klaagde aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: ik klaag·de aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	_tercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kloeg aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminé Acriminó Acusaba Acusara Acusase Acusé Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpé Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé Inculpó		ik kloeg aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminabais Acriminarais Acriminasteis Acusabais Acusarais Acusaseis Acusasteis Culpabais Culparais Culpaseis Culpasteis Denunciabais Denunciarais Denunciaseis Denunciasteis Inculpabais Inculparais Inculpaseis Inculpasteis		jullie beschuldigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie be·schul·dig·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie betichttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie be·ticht·ten   wn
			jullie klaagden aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie klaag·den aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			jullie kloegen aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie kloe·gen aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminábamos Acriminamos Acrimináramos Acusábamos Acusamos Acusáramos Acusásemos Culpábamos Culpamos Culpáramos Culpásemos Denunciábamos Denunciamos Denunciáramos Denunciásemos Inculpábamos Inculpamos Inculpáramos Inculpásemos		wij/we beschuldigdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			wij/we betichtteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			wij/we klaagden aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			wij/we kloegen aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaban Acriminaran Acriminaron Acusaban Acusaran Acusaron Acusasen Culpaban Culparan Culparon Culpasen Denunciaban Denunciaran Denunciaron Denunciasen Inculpaban Inculparan Inculparon Inculpasen		zij/ze beschuldigdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze betichttenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			zij/ze klaagden aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			zij/ze kloegen aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminabas Acriminaras Acriminaste Acusabas Acusaras Acusases Acusaste Culpabas Culparas Culpases Culpaste Denunciabas Denunciaras Denunciases Denunciaste Inculpabas Inculparas Inculpases Inculpaste		jij/je beschuldigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je betichttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			jij/je klaagde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			jij/je kloeg aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminabas Acriminaras Acriminases Acusabas Acusaras Acusases Acusaste Culpabas Culparas Culpases Culpaste Denunciabas Denunciaras Denunciases Denunciaste Inculpabas Inculparas Inculpases Inculpaste		jij/je beschuldigdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je betichttetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			jij/je klaagde aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			jij/je kloeg aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminabais Acriminarais Acriminaseis Acusabais Acusarais Acusaseis Acusasteis Culpabais Culparais Culpaseis Culpasteis Denunciabais Denunciarais Denunciaseis Denunciasteis Inculpabais Inculparais Inculpaseis Inculpasteis		jullie beschuldigdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie be·schul·dig·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie betichttentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie be·ticht·ten   wn
			jullie klaagden aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie klaag·den aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			jullie kloegen aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie kloe·gen aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimina Acrimino Acusa Acuse Acuso Culpa Culpe Culpo Denuncia Denuncie Denuncio Inculpa Inculpe Inculpo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimina Acrimino Acusa Acuse Acuso Culpa Culpe Culpo Denuncia Denuncie Denuncio Inculpa Inculpe Inculpo		ik beschuldigeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik be·schul·dig Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimina Acrimino Acusa Acuse Acuso Culpa Culpe Culpo Denuncia Denuncie Denuncio Inculpa Inculpe Inculpo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betichtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimina Acrimino Acusa Acuse Acuso Culpa Culpe Culpo Denuncia Denuncie Denuncio Inculpa Inculpe Inculpo		ik betichteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik be·ticht   wn
			ik klaag aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimina Acrimino Acusa Acuse Acuso Culpa Culpe Culpo Denuncia Denuncie Denuncio Inculpa Inculpe Inculpo		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagt aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminéprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminase Acusaba Acusara Acusase Acusé Culpaba Culpara Culpase Culpé Denunciaba Denunciara Denunciase Denuncié Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpé		ik beschuldigdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik be·schul·dig·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			ik betichtteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik be·ticht·te   wn
			ik klaagde aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: ik klaag·de aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			ik kloeg aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	¡acrimine!imperativo singular del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Acriminen! ¡Acuse! ¡Acusen! ¡Culpe! ¡Culpen! ¡Denuncie! ¡Denuncien! ¡Inculpe! ¡Inculpen!		beschuldigt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beschuldigen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			beticht u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'betichten'   wn
			klaagt u aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'aanklagen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminéissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimináis Acusáis Acuséis Culpáis Culpéis Denunciáis Denunciéis Inculpáis Inculpéis		jullie beschuldigentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: jul·lie be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			jullie betichtentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: jul·lie be·tich·ten   wn
			jullie klagen aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: jul·lie kla·gen aan Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminamos Acusamos Acusemos Culpamos Culpemos Denunciamos Denunciemos Inculpamos Inculpemos		wij/we beschuldigeneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			wij/we betichteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			wij/we klagen aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	¡acriminemos!imperativo plural del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Acusemos! ¡Culpemos! ¡Denunciemos! ¡Inculpemos!		laten we aanklagengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'aanklagen' Lettergrepen: la·ten we aan·kla·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
			laten we beschuldigengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: la·ten we be·schul·di·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			laten we betichtengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: la·ten we be·tich·ten   wn
	acriminentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminan Acusan Acusen Culpan Culpen Denuncian Denuncien Inculpan Inculpen		zij/ze beschuldigenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			zij/ze betichtenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			zij/ze klagen aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	¡acriminen!imperativo plural del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Acrimine! ¡Acuse! ¡Acusen! ¡Culpe! ¡Culpen! ¡Denuncie! ¡Denuncien! ¡Inculpe! ¡Inculpen!		beschuldigt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'beschuldigen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			beticht u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'betichten'   wn
			klaagt u aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'aanklagen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminas Acusas Acuses Culpas Culpes Denuncias Denuncies Inculpas Inculpes		jij/je beschuldigttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			jij/je betichttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			jij/je klaagt aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acriminoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acrimine Acuse Acuso Culpe Culpo Denuncie Denuncio Inculpe Inculpo		ik beschuldigeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen' Lettergrepen: ik be·schul·dig Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beschuldigen').   wn
			ik betichteerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten' Lettergrepen: ik be·ticht   wn
			ik klaag aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Aanklagen').   wn
	acriminótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'acriminar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acriminar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Acriminaba Acriminara Acriminase Acusaba Acusara Acusase Acusó Culpaba Culpara Culpase Culpó Denunciaba Denunciara Denunciase Denunció Inculpaba Inculpara Inculpase Inculpó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beschuldigdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beschuldigen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze betichttederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'betichten'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klaagde aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze kloeg aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'aanklagen'
	acrimoniasustantivo Plural es: acrimonias Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acrimonia' , la  we		felheidzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: fel·heid Meervoud is: felheden , de  wn  w
			guurheidzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: guur·heid Meervoud is: guurheden , de  wn  w
			schelheidzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: schel·heid Meervoud is: schelheden , de  wn  w
			scherpheidzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: scherp·heid Meervoud is: scherpheden , de  wn  w
			scherptezelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: scherp·te Meervouden zijn: scherpten, scherptes Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			schrilheidzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: schril·heid , de  w
	acrimoniassustantivo plural de la palabra: acrimonia Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'acrimonia' , las  we		felhedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: felheid Lettergrepen: fel·he·den , de  wn  w
			guurhedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: guurheid Lettergrepen: guur·he·den , de  wn  w
			schelhedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: schelheid Lettergrepen: schel·he·den , de  wn  w
			scherphedenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: scherpheid Lettergrepen: scherp·he·den , de  wn  w
			scherptenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: scherpte Lettergrepen: scherp·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Scherpte'). , de  wn  w
			scherptesMeervoud van het zelfstandig naamwoord: scherpte Lettergrepen: scherp·tes Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Scherpte'). , de  wn  w

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

-a

b

c

d

e

f

g

h

i

j

k

l

m

n

ñ

o

p

q

r

s

t

u

v

x

y

z

3e

a

c

e

h

i

l

n

o

r

t

u

4e

a

e

i

o

5e

-

st

6e

l

li

mi

mo

<-- Vorige/ Anterior

palabras de woorden van

ACRIL ..... ACRIMOz

Volgende/ Siguiente -->

arriba