Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

fgh

i

j

l

o

r

st

u

y

3e

a

e

i

ouy

4e

c

e

n

o

s

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

PLI

Volgende/ Siguiente -->

	Spaans/español		Nederlands/holandés
	plicasustantivo (sustantivo). Sobre cerrado y sellado cuyo contenido sólo debe darse a conocer en determinado momento. OBS.1 Término relacionado etimológicamente con plegar. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plica' , la  w	1.	mededeling onder couvertzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: me·de·de·ling on·der cou·vert
			verzegelde briefzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: ver·ze·gel·de brief , de
	_sustantivo Enfermedad que consiste en aglomerarse y pegarse el pelo de modo que no se puede desenredar ni cortar sin que la sangre brote.   w	2.	Poolse vlechtzelfstandig naamwoordsvorm zn Lettergrepen: Pool·se vlecht , de
	pliegatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Dobla Doble Frunce Frunza Pliegue		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plooien'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt omderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omvouwen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vouwen'
	¡pliega!imperativo singular del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Dobla! ¡Doblad! ¡Frunce! ¡Fruncid! ¡Plegad!		plooi!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'plooien' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plooien').   wn
			vouw om!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'omvouwen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Omvouwen').   wn
			vouw!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vouwen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vouwen').   wn
	pliegantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Doblan Doblen Fruncen Frunzan Plieguen		zij/ze plooienderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plooien'
			zij/ze vouwen omderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omvouwen'
			zij/ze vouwenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vouwen'
	pliegassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Doblas Dobles Frunces Frunzas Pliegues		jij/je plooittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plooien'
			jij/je vouwt omtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omvouwen'
			jij/je vouwttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vouwen'
	pliegoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Doble Doblo Frunza Frunzo Pliegue		ik plooieerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plooien' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plooien').   wn
			ik vouw omeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omvouwen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Omvouwen').   wn
			ik vouweerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'vouwen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vouwen').   wn
	pliego de condiciones"pliego de condiciones": locución sustantiva 1. m. Documento en que constan las cláusulas de un contrato o subasta. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la expresión 'pliego de condiciones' que está descrito en la palabra 'pliego' , el  w		bestekzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: be·stek Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , het  wn  w
	plieguetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Dobla Doble Doblo Frunce Frunza Frunzo Pliega Pliego		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plooitderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plooien'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Dobla Doble Doblo Frunce Frunza Frunzo Pliega Pliego		ik plooieerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plooien' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plooien').   wn
			ik vouw omeerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'omvouwen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Omvouwen').   wn
	_tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Dobla Doble Doblo Frunce Frunza Frunzo Pliega Pliego		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwt omderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'omvouwen'
			hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze vouwtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vouwen'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Dobla Doble Doblo Frunce Frunza Frunzo Pliega Pliego		ik vouweerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vouwen' Één lettergreep Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vouwen').   wn
	¡pliegue!imperativo singular del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Doble! ¡Doblen! ¡Frunza! ¡Frunzan! ¡Plieguen!		plooit u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'plooien' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plooien').   wn
			vouwt u om!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'omvouwen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Omvouwen').   wn
			vouwt u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'vouwen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vouwen').   wn
	plieguentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Doblan Doblen Fruncen Frunzan Pliegan		zij/ze plooienderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plooien'
			zij/ze vouwen omderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'omvouwen'
			zij/ze vouwenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vouwen'
	¡plieguen!imperativo plural del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Doble! ¡Doblen! ¡Frunza! ¡Frunzan! ¡Pliegue!		plooit u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'plooien' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plooien').   wn
			vouwt u om!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'omvouwen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Omvouwen').   wn
			vouwt u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'vouwen' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Vouwen').   wn
	plieguessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plegar' Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plegar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Doblas Dobles Frunces Frunzas Pliegas		jij/je plooittweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plooien'
			jij/je vouwt omtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'omvouwen'
			jij/je vouwttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'vouwen'
	PliensbachianoNombre (o por antonomasia)   w		Pliensbachieneigennaam (of antonomasie) en   w
	Plinius de"Plinius de Oudere": Nombre (o por antonomasia) Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'   Oudere		Plinius de Oudereeigennaam (of antonomasie) en (23-79), Romeins geleerde, beschreef natuurverschijnselen.   w
	plintosustantivo Plural es: plintos Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plinto' , el  we  w	1.	gordingzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: gor·ding Meervouden zijn: gordingen, gordings Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
			plintzelfstandig naamwoord zn Één lettergreep Meervoud is: plinten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands. , de  wn  w
		2.	wagenschotzelfstandig naamwoord zn Lettergrepen: wa·gen·schot Meervoud is: wagenschotten , het  w
	plintossustantivo plural de la palabra: plinto Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plinto' , los  we  w	1.	gordingenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: gording Lettergrepen: gor·din·gen Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gording'). , de  wn  w
			gordingsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: gording Lettergrepen: gor·dings Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gording'). , de  wn  w
			plintenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: plint Lettergrepen: plin·ten Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plint'). , de  wn  w
		2.	wagenschottenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: wagenschot Lettergrepen: wa·gen·schot·ten , de  w
	PliocenoNombre (o por antonomasia) (adjetivo, sustantivo). Dícese del último período de la era terciaria, durante el cual casi alcanzan su configuración actual los continentes, océanos y mares. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA   w		plioceeneigennaam (of antonomasie) en Lettergrepen: pli·o·ceen Het Plioceen (Grieks: 'het nieuwere') is een tijdperk in de geologische tijdschaal, dat duurde van 5,332 tot 2,588 miljoen jaar geleden (Ma). Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	plisatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plise		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	¡plisa!imperativo singular del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Plisad!		plisseer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisara Plisase Plisé Plisó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	_primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a.   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisara Plisase Plisé Plisó		ik plisseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisarais Plisaseis Plisasteis		jullie plisseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisamos Plisáramos Plisásemos		wij/we plisseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaran Plisaron Plisasen		zij/ze plisseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaras Plisases Plisaste		jij/je plisseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	¡plisad!imperativo plural del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Plisa!		plisseer!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Plisadas Plisado Plisados		geplisseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge·plis·seerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Plisada Plisado Plisados		geplisseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge·plis·seerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisadoparticipio pasado del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisada Plisadas Plisados		geplisseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge·plis·seerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  spalabras relacionadas: --------------------- Plisada Plisadas Plisado		geplisseerdregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ge·plis·seerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Pliséis		jullie plisserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisábamos Plisáramos Plisásemos Plisemos		wij/we plisseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	_primera persona plural presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a.   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisábamos Plisáramos Plisásemos Plisemos		wij/we plissereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisen		zij/ze plisserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisandogerundio del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn		plisserendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: plis·se·rend Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisarinfinitivo de un verbo (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  ci conjugaciones del INDICATIVO Presente Préterito indefinido Pliso Plisé Plisas Plisaste Plisa Plisó Plisamos Plisamos Plisáis Plisasteis Plisan Plisaron Futuro/Condicional Préterito imperfecto  Plisar é ía Plisaba Plisar ás ías Plisabas Plisar á ía Plisaba Plisar emos íamos Plisábamos Plisar éis íais Plisabais Plisar án ían Plisaban   cs conjugaciones del SUBJUNTIVO Presente Préterito imperfect ra Plise Plisara Plises Plisaras Plise Plisara Plisemos Plisáramos Pliséis Plisarais Plisen Plisaran Futuro Préterito imperfecto se Plisare Plisase Plisares Plisases Plisare Plisase Plisáremos Plisásemos Plisareis Plisaseis Plisaren Plisasen   cp conjugaciones del IMPERATIVO afirmativo negativo Plisa (tú) No plises Plise (usted) No plise Plisemos (nosotros) No plisemos Plisad (vosotros) No pliséis Plisen (ustedes) No plisen Formas impersonales participio pasado     Gerundio Plisado Plisando		plisserenwerkwoord (infinitief) ww Lettergrepen: plis·se·ren In één of meer van de volgende betekenissen: - Verbuiging: plisseren - plisseerde - geplisseerd Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.   wn  w
	plisaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaba Plisase Plisé Plisó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a.   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaba Plisase Plisé Plisó		ik plisseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisare		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisabais Plisaseis Plisasteis		jullie plisseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisábamos Plisamos Plisásemos		wij/we plisseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaban Plisaron Plisasen		zij/ze plisseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaren		zij/ze zullen plisserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisabas Plisases Plisaste		jij/je plisseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisares		jij/je zal plisserentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisará Plisaré		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	_primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a.   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisará Plisaré		ik zal plissereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisare		ik zal plissereneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik zal plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaréis		jullie zullen plisserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisareis		jullie zullen plisserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie zul·len plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisáremos		wij/we zullen plissereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaremos		wij/we zullen plissereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisarán		zij/ze zullen plisserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisarás		jij/je zal plisserentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisaríatercera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou plisserenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	_primera persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a.   we  wn		ik zou plissereneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik zou plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn		jullie zouden plisserentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie zou·den plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn		wij/we zouden plissereneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisaríantercera persona plural condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn		zij/ze zouden plisserenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisaríassegunda persona singular condicional del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn		jij/je zou plisserentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaban Plisaran Plisasen		zij/ze plisseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plises		jij/je plisseerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaba Plisara Plisé Plisó		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	_primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a.   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaba Plisara Plisé Plisó		ik plisseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisabais Plisarais Plisasteis		jullie plisseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisábamos Plisamos Plisáramos		wij/we plisseerdeneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaban Plisaran Plisaron		zij/ze plisseerdenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisabas Plisaras Plisaste		jij/je plisseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisabas Plisaras Plisases		jij/je plisseerdetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisabais Plisarais Plisaseis		jullie plisseerdentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·seer·den Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisa Pliso		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plisseertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	_primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a.   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisa Pliso		ik plisseereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	pliséprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaba Plisara Plisase		ik plisseerdeeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer·de Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	¡plise!imperativo singular del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Plisen!		plisseert u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	pliséissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisáis		jullie plisserentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: jul·lie plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisamos		wij/we plissereneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	¡plisemos!imperativo plural del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'		laten we plisserengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: la·ten we plis·se·ren Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisan		zij/ze plisserenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	¡plisen!imperativo plural del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   spalabras relacionadas: --------------------- ¡Plise!		plisseert u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'plisseren' Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisas		jij/je plisseerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'plisseren'
	plisoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plise		ik plisseereerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren' Lettergrepen: ik plis·seer Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Plisseren').   wn
	plisótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'plisar' (verbo transitivo). Adornar una tela, papel, etc., haciendo cierto número de pliegues. FAM. Plisado, -a, plisador, -a. Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'plisar'   we  wn  spalabras relacionadas: --------------------- Plisaba Plisara Plisase		hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze plisseerdederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'plisseren'

1e

0‑9

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

Ñ

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

ß

2e

0‑9

a

e

fgh

i

j

l

o

r

st

u

y

3e

a

e

i

ouy

4e

c

e

n

o

s

<-- Vorige/ Anterior

palabras comenzando con woorden beginnend met

PLI

Volgende/ Siguiente -->

arriba