Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Tenerife, ideal para senderistas

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bc e fgh i jklmn o pqr tu vwyz

3e -ab c d e f g i j l m no p q r s tvwyz

4e a cd- i j l mo r s tu v y

5e e en er es fu

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
SUBE ..... SUBFUSILVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
subetercera persona singular presente de indicativo del verbo 'subir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Suba
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze brengt naar bovenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven brengen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze draagt naar bovenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven dragen'
2.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt in de treinderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de trein stappen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
3.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opgaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze komt opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opkomen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze staat opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze verrijstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verrijzen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze wastderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wassen'
4.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat omhoogderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omhoog gaan'
5.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar bovenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
6Ascender
Ascender a
Monta
Montadura
Montar
Subir a
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklimmen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bestijgen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar bovenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klimmen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stijgen'
¡sube!imperativo singular del verbo 'subir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Subid!
1.breng naar boven!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'naar boven brengen'
draag naar boven!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'naar boven dragen'
2.stap in de trein!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'in de trein stappen'
stap in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'instappen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Instappen').
  wn
3.ga op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'opgaan'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opgaan').
  wn
kom op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'opkomen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opkomen').
  wn
sta op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'opstaan'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opstaan').
  wn
verrijs!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'verrijzen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Verrijzen').
  wn
was!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'wassen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Wassen').
  wn
4.ga omhoog!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'omhoog gaan'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Omhoog').
5.ga naar boven!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'naar boven gaan'
stap in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'instappen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Instappen').
  wn
6Ascender
Ascender a
Monta
Montadura
Montar
Subir a
.
beklim!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beklimmen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklimmen').
  wn
bestijg!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bestijgen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bestijgen').
  wn
ga naar boven!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'naar boven gaan'
klim!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'klimmen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Klimmen').
  wn
rijs!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'rijzen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rijzen').
  wn
stijg!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'stijgen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stijgen').
  wn
sube"sube a":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'subir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Suba a
1.hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stapt inderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
2Ascender
Ascender a
Monta
Montadura
Montar
Subir
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze bestijgtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bestijgen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat naar bovenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klimmen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rijstderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stijgen'
3Ascender
Escalar
.
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze beklimtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklimmen'
¡sube"¡sube a!":
imperativo singular del verbo 'subir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  a!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Subid a!
1.stap in!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'instappen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Instappen').
  wn
2Ascender
Ascender a
Monta
Montadura
Montar
Subir
.
bestijg!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'bestijgen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Bestijgen').
  wn
ga naar boven!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'naar boven gaan'
klim!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'klimmen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Klimmen').
  wn
rijs!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'rijzen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rijzen').
  wn
stijg!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'stijgen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Stijgen').
  wn
3Ascender
Escalar
.
beklim!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'beklimmen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Beklimmen').
  wn
sube"sube en candela":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'subir en candela'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  candela
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'candela'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Suba en candela
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zoomtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zoomen'
¡sube"¡sube en candela!":
imperativo singular del verbo 'subir en candela'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  candela!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'candela'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Subid en candela!
zoom!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'zoomen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zoomen').
  wn
sube"sube en categoría":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'subir en categoría'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  categoría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'categoría'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Ascienda
Asciende
Suba en categoría
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze avanceertderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'avanceren'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaat overderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overgaan'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze klimt in rang opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in rang opklimmen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze maakt promotiederde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'promotie maken'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze rukt opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oprukken'
¡sube"¡sube en categoría!":
imperativo singular del verbo 'subir en categoría'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  categoría!
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'categoría'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Ascended!
¡Asciende!
¡Subid en categoría!
avanceer!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'avanceren'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Avanceren').
  wn
ga over!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'overgaan'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gaan').
  wn
klim in rang op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'in rang opklimmen'
maak promotie!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'promotie maken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Promotie').
ruk op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'oprukken'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Oprukken').
  wn
sube"sube planeado":
tercera persona singular presente de indicativo del verbo 'subir planeado'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  planeado   spalabras relacionadas:
---------------------
Suba planeado
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze stijgt opderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstijgen'
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zweefvliegtderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweefvliegen'
¡sube"¡sube planeado!":
imperativo singular del verbo 'subir planeado'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  planeado!   spalabras relacionadas:
---------------------
¡Subid planeado!
stijg op!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'opstijgen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opstijgen').
  wn
zweefvlieg!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'zweefvliegen'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Zweefvliegen').
  wn
subentercera persona plural presente de indicativo del verbo 'subir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Suban
1.zij/ze brengen naar bovenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven brengen'
zij/ze dragen naar bovenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven dragen'
2.zij/ze stappen in de treinderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de trein stappen'
zij/ze stappen inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
3.zij/ze gaan opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opgaan'
zij/ze komen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opkomen'
zij/ze staan opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan'
zij/ze verrijzenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verrijzen'
zij/ze wassenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wassen'
4.zij/ze gaan omhoogderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omhoog gaan'
5.zij/ze gaan naar bovenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
zij/ze stappen inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
6Ascender
Ascender a
Monta
Montadura
Montar
Subir a
.
zij/ze beklimmenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklimmen'
zij/ze bestijgenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bestijgen'
zij/ze gaan naar bovenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
zij/ze klimmenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klimmen'
zij/ze rijzenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
zij/ze stijgenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stijgen'
suben"suben a":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'subir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Suban a
1.zij/ze stappen inderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
2Ascender
Ascender a
Monta
Montadura
Montar
Subir
.
zij/ze bestijgenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bestijgen'
zij/ze gaan naar bovenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
zij/ze klimmenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klimmen'
zij/ze rijzenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
zij/ze stijgenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stijgen'
3Ascender
Escalar
.
zij/ze beklimmenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklimmen'
suben"suben en candela":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'subir en candela'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  candela
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'candela'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Suban en candela
zij/ze zoomenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zoomen'
suben"suben en categoría":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'subir en categoría'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  categoría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'categoría'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asciendan
Ascienden
Suban en categoría
zij/ze avancerenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'avanceren'
zij/ze gaan overderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overgaan'
zij/ze klimmen in rang opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in rang opklimmen'
zij/ze maken promotiederde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'promotie maken'
zij/ze rukken opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oprukken'
suben"suben planeado":
tercera persona plural presente de indicativo del verbo 'subir planeado'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  planeado   spalabras relacionadas:
---------------------
Suban planeado
zij/ze stijgen opderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstijgen'
zij/ze zweefvliegenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweefvliegen'
suberinasustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'suberina'
, la  w
suberinezelfstandig naamwoord zn
  w
subessegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'subir'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subas
1.jij/je brengt naar boventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven brengen'
jij/je draagt naar boventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven dragen'
2.jij/je stapt in de treintweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in de trein stappen'
jij/je stapt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
3.jij/je gaat optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opgaan'
jij/je komt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opkomen'
jij/je staat optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstaan'
jij/je verrijsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'verrijzen'
jij/je wasttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'wassen'
4.jij/je gaat omhoogtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'omhoog gaan'
5.jij/je gaat naar boventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
jij/je stapt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
6Ascender
Ascender a
Monta
Montadura
Montar
Subir a
.
jij/je beklimttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklimmen'
jij/je bestijgttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bestijgen'
jij/je gaat naar boventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
jij/je klimttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klimmen'
jij/je rijsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je stijgttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stijgen'
subes"subes a":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'subir a'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  a
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'a'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Subas a
1.jij/je stapt intweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'instappen'
2Ascender
Ascender a
Monta
Montadura
Montar
Subir
.
jij/je bestijgttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'bestijgen'
jij/je gaat naar boventweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'naar boven gaan'
jij/je klimttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'klimmen'
jij/je rijsttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'rijzen'
jij/je stijgttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'stijgen'
3Ascender
Escalar
.
jij/je beklimttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'beklimmen'
subes"subes en candela":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'subir en candela'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  candela
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'candela'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Subas en candela
jij/je zoomttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zoomen'
subes"subes en categoría":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'subir en categoría'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  en
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'en'
  categoría
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'categoría'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Asciendas
Asciendes
Subas en categoría
jij/je avanceerttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'avanceren'
jij/je gaat overtweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'overgaan'
jij/je klimt in rang optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'in rang opklimmen'
jij/je maakt promotietweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'promotie maken'
jij/je rukt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'oprukken'
subes"subes planeado":
segunda persona singular presente de indicativo del verbo 'subir planeado'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subir'
  planeado   spalabras relacionadas:
---------------------
Subas planeado
jij/je stijgt optweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'opstijgen'
jij/je zweefvliegttweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'zweefvliegen'
subestaciónsustantivo
Plural es: subestaciones

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestación'
, la  w
onderstationzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: on·der·sta·ti·on
Meervoud is: onderstations

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  w
subestación"subestación eléctrica":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestación'
  eléctrica
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'eléctrica'
, la  w
elektrisch onderstationzelfstandig naamwoordsvorm zn
Lettergrepen: elek·trisch on·der·sta·ti·on
, het  w
subestacionessustantivo plural de la palabra: subestación

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestación'
  we  w
onderstationsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: onderstation
Lettergrepen: on·der·sta·ti·ons

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderstation').
, de  w
subestimatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestime
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschatderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
¡subestima!imperativo singular del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Subestimad!
onderschat!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'onderschatten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimara
Subestimase
Subestimé
Subestimó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschattederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimara
Subestimase
Subestimé
Subestimó
ik onderschatteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik on·der·schat·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimáis
Subestimarais
Subestimaseis
Subestimasteis
Subestiméis
jullie onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimamos
Subestimáramos
Subestimásemos
Subestimemos
wij/we onderschatteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestiman
Subestimaran
Subestimaron
Subestimasen
Subestimen
zij/ze onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaras
Subestimases
Subestimaste
jij/je onderschattetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
¡subestimad!imperativo plural del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Subestima!
onderschat!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'onderschatten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimadaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimadas
Subestimado
Subestimados
onderschatregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: on·der·schat

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimadasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimada
Subestimado
Subestimados
onderschatregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: on·der·schat

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimadoparticipio pasado del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimada
Subestimadas
Subestimados
onderschatregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: on·der·schat

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimadosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimada
Subestimadas
Subestimado
onderschatregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: on·der·schat

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimáissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimabais
Subestimarais
Subestimaseis
Subestimasteis
Subestiméis
jullie onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimamosprimera persona plural presente de indicativo del verbo 'subestimar'
primera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimábamos
Subestimáramos
Subestimásemos
Subestimemos
wij/we onderschatteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
eerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaban
Subestimaran
Subestimaron
Subestimasen
Subestimen
zij/ze onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimandogerundio del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn
onderschattendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: on·der·schat·tend

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimarinfinitivo de un verbo
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
SubestimoSubestimé
SubestimasSubestimaste
SubestimaSubestimó
SubestimamosSubestimamos
SubestimáisSubestimasteis
SubestimanSubestimaron
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
SubestimaréíaSubestimaba
SubestimarásíasSubestimabas
SubestimaráíaSubestimaba
SubestimaremosíamosSubestimábamos
SubestimaréisíaisSubestimabais
SubestimaráníanSubestimaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
SubestimeSubestimara
SubestimesSubestimaras
SubestimeSubestimara
SubestimemosSubestimáramos
SubestiméisSubestimarais
SubestimenSubestimaran
FuturoPréterito imperfecto se
SubestimareSubestimase
SubestimaresSubestimases
SubestimareSubestimase
SubestimáremosSubestimásemos
SubestimareisSubestimaseis
SubestimarenSubestimasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Subestima(tú)No subestimes
Subestime(usted)No subestime
Subestimemos(nosotros)No subestimemos
Subestimad(vosotros)No subestiméis
Subestimen(ustedes)No subestimen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
SubestimadoSubestimando
onderschattenwerkwoord (infinitief) ww
Lettergrepen: on·der·schat·ten
In één of meer van de volgende betekenissen:
-

Verbuiging:
onderschatten - onderschatte - onderschat


Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
subestimaratercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaba
Subestimase
Subestimé
Subestimó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschattederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaba
Subestimase
Subestimé
Subestimó
ik onderschatteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik on·der·schat·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimarátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onderschattenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimaraissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimabais
Subestimáis
Subestimaseis
Subestimasteis
Subestiméis
jullie onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimáramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimábamos
Subestimamos
Subestimásemos
Subestimemos
wij/we onderschatteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimarantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaban
Subestiman
Subestimaron
Subestimasen
Subestimen
zij/ze onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimarántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaren
zij/ze zullen onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimarassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimabas
Subestimases
Subestimaste
jij/je onderschattetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimarássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimares
jij/je zal onderschattentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimaretercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimará
Subestimaré
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal onderschattenderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimará
Subestimaré
ik zal onderschatteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik zal on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimaréprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimare
ik zal onderschatteneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik zal on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaréis
jullie zullen onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimaréissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimareis
jullie zullen onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie zul·len on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimaremosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimáremos
wij/we zullen onderschatteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimáremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaremos
wij/we zullen onderschatteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimarentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimarán
zij/ze zullen onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimaressegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimarás
jij/je zal onderschattentweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimaríatercera persona singular condicional del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou onderschattenderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
  _primera persona singular condicional del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.
  we  wn
ik zou onderschatteneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik zou on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimaríaissegunda persona plural condicional del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn
jullie zouden onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie zou·den on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimaríamosprimera persona plural condicional del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn
wij/we zouden onderschatteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimaríantercera persona plural condicional del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn
zij/ze zouden onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimaríassegunda persona singular condicional del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn
jij/je zou onderschattentweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimarontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaban
Subestiman
Subestimaran
Subestimasen
Subestimen
zij/ze onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimes
jij/je onderschattweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaba
Subestimara
Subestimé
Subestimó
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschattederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaba
Subestimara
Subestimé
Subestimó
ik onderschatteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik on·der·schat·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimabais
Subestimáis
Subestimarais
Subestimasteis
Subestiméis
jullie onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimábamos
Subestimamos
Subestimáramos
Subestimemos
wij/we onderschatteneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaban
Subestiman
Subestimaran
Subestimaron
Subestimen
zij/ze onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimabas
Subestimaras
Subestimaste
jij/je onderschattetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimabas
Subestimaras
Subestimases
jij/je onderschattetweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimabais
Subestimáis
Subestimarais
Subestimaseis
Subestiméis
jullie onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimetercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestima
Subestimo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschatderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
  _primera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestima
Subestimo
ik onderschateerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik on·der·schat

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestiméprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaba
Subestimara
Subestimase
ik onderschatteeerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik on·der·schat·te

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
¡subestime!imperativo singular del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Subestimen!
onderschat u!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'onderschatten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestiméissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimabais
Subestimáis
Subestimarais
Subestimaseis
Subestimasteis
jullie onderschattentweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: jul·lie on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimábamos
Subestimamos
Subestimáramos
Subestimásemos
wij/we onderschatteneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
¡subestimemos!imperativo plural del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
laten we onderschattengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: la·ten we on·der·schat·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaban
Subestiman
Subestimaran
Subestimaron
Subestimasen
zij/ze onderschattenderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
¡subestimen!imperativo plural del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Subestime!
onderschat u!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'onderschatten'

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimas
jij/je onderschattweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subestimoprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestime
ik onderschateerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
Lettergrepen: ik on·der·schat

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Onderschatten').
  wn
subestimótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'subestimar'
(verbo transitivo). Estimar a alguien o algo por debajo del valor que tiene.
ANT. Sobrestimar.

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subestimar'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Subestimaba
Subestimara
Subestimase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze onderschattederde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'onderschatten'
subfusilsustantivo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'subfusil'
, el  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Metralleta
machinepistoolzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ma·chi·ne·pis·tool
Meervoud is: machinepistolen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
pistoolmitrailleurzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: pis·tool·mi·trail·leur
Meervoud is: pistoolmitrailleurs

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q RS T U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a bc e fgh i jklmn o pqr tu vwyz

3e -ab c d e f g i j l m no p q r s tvwyz

4e a cd- i j l mo r s tu v y

5e e en er es fu

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
SUBE ..... SUBFUSILVolgende/ Siguiente -->

arriba