Klein woordenboek Spaans-Nederlands en vv met 346918 woorden

Ga naar woordenboek Nederlands-Spaans; Ir a diccionario holandés-español.

Klik op de eerste letter van het gezochte Spaanse woord uit de rij aangeduid met 1e. Indien de rij met 2e, 3e, 4e etc. aanwezig is, kies dan ook de tweede, derde, vierde ... letter.
Elija el primer carácter de la palabra española buscada de la fila indicada con 1e. Cuando también hay una fila indicada con 2e, 3e, 4e, etc. elija el segundo, tercer, cuarto ... carácter.

Laatst gewijzigd:   16 Jan 2020  ; última actualización: 16 Jan 2020.

Que agradable es vivir en Tenerife

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e hi jlm o r s u wyz

3e -abc e fgj kl m n p r st vwxz

4e aeiou

5e b-

6e la le lo s_ sv

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
TITULA ..... TITUSVzVolgende/ Siguiente -->

Spaans/españolNederlands/holandés
titulatercera persona singular presente de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titule
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft een titel aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
¡titula!imperativo singular del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Titulad!
geef een titel aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulabatercera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulara
Titulase
Titulé
Tituló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een titel aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
  _primera persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulara
Titulase
Titulé
Tituló
ik gaf een titel aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik gaf een ti·tel aan
titulabaissegunda persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titularais
Titulaseis
Titulasteis
jullie gaven een titel aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie ga·ven een ti·tel aan
titulábamosprimera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulamos
Tituláramos
Titulásemos
wij/we gaven een titel aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulabantercera persona plural preterito imperfecto de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titularan
Titularon
Titulasen
zij/ze gaven een titel aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulabassegunda persona singular preterito imperfecto de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titularas
Titulases
Titulaste
jij/je gaf een titel aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
¡titulad!imperativo plural del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Titula!
geef een titel aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel geven aan'
tituladaforma conjugada (femenino singular) del participio pasado del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Tituladas
Titulado
Titulados
een titel gegeven aanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: een ti·tel ge·ge·ven aan
tituladasforma conjugada (femenino plural) del participio pasado del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulada
Titulado
Titulados
een titel gegeven aanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: een ti·tel ge·ge·ven aan
tituladoparticipio pasado del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulada
Tituladas
Titulados
een titel gegeven aanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: een ti·tel ge·ge·ven aan
tituladosforma conjugada (masculino plural) del participio pasado del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulada
Tituladas
Titulado
een titel gegeven aanonregelmatig voltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: een ti·tel ge·ge·ven aan
tituláissegunda persona plural presente de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tituléis
jullie geven een titel aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie ge·ven een ti·tel aan
titulamosprimera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulábamos
Tituláramos
Titulásemos
Titulemos
wij/we gaven een titel aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
  _primera persona plural presente de indicativo del verbo 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulábamos
Tituláramos
Titulásemos
Titulemos
wij/we geven een titel aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulantercera persona plural presente de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulen
zij/ze geven een titel aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulandogerundio del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn
een titel gevend aanonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: een ti·tel ge·vend aan
titulándomegerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulándonos
Titulándoos
Titulándose
Titulándote
1.de titel hebbendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: de ti·tel heb·bend
2.een titel behalendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel behalen'
Lettergrepen: een ti·tel be·ha·lend
een titel krijgendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel krijgen'
Lettergrepen: een ti·tel krij·gend
titulándonosgerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulándome
Titulándoos
Titulándose
Titulándote
1.de titel hebbendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: de ti·tel heb·bend
2.een titel behalendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel behalen'
Lettergrepen: een ti·tel be·ha·lend
een titel krijgendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel krijgen'
Lettergrepen: een ti·tel krij·gend
titulándoosgerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulándome
Titulándonos
Titulándose
Titulándote
1.de titel hebbendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: de ti·tel heb·bend
2.een titel behalendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel behalen'
Lettergrepen: een ti·tel be·ha·lend
een titel krijgendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel krijgen'
Lettergrepen: een ti·tel krij·gend
titulándosegerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulándome
Titulándonos
Titulándoos
Titulándote
1.de titel hebbendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: de ti·tel heb·bend
2.een titel behalendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel behalen'
Lettergrepen: een ti·tel be·ha·lend
een titel krijgendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel krijgen'
Lettergrepen: een ti·tel krij·gend
titulándotegerundio del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulándome
Titulándonos
Titulándoos
Titulándose
1.de titel hebbendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: de ti·tel heb·bend
2.een titel behalendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel behalen'
Lettergrepen: een ti·tel be·ha·lend
een titel krijgendonvoltooid deelwoord van het werkwoord 'een titel krijgen'
Lettergrepen: een ti·tel krij·gend
¡titulaos!imperativo plural del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Titúlate!
1.heb de titel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'de titel hebben'
2.behaal een titel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel behalen'
krijg een titel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel krijgen'
titularsustantivo
Plural es: titulares

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  w  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
TituloTitulé
TitulasTitulaste
TitulaTituló
TitulamosTitulamos
TituláisTitulasteis
TitulanTitularon
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
TitularéíaTitulaba
TitularásíasTitulabas
TitularáíaTitulaba
TitularemosíamosTitulábamos
TitularéisíaisTitulabais
TitularáníanTitulaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
TituleTitulara
TitulesTitularas
TituleTitulara
TitulemosTituláramos
TituléisTitularais
TitulenTitularan
FuturoPréterito imperfecto se
TitulareTitulase
TitularesTitulases
TitulareTitulase
TituláremosTitulásemos
TitulareisTitulaseis
TitularenTitulasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Titula(tú)No titules
Titule(usted)No titule
Titulemos(nosotros)No titulemos
Titulad(vosotros)No tituléis
Titulen(ustedes)No titulen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
TituladoTitulando
1.rechthebbendezelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: recht·heb·ben·de
Meervoud is: rechthebbenden

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn
  _sustantivo
  we  wn  w
2.drager van titelzelfstandig naamwoordsvorm zn
Lettergrepen: dra·ger van ti·tel
3.vette letterzelfstandig naamwoordsvorm zn
Lettergrepen: vet·te let·ter
, de
titularadjetivo singular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulares
  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
TituloTitulé
TitulasTitulaste
TitulaTituló
TitulamosTitulamos
TituláisTitulasteis
TitulanTitularon
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
TitularéíaTitulaba
TitularásíasTitulabas
TitularáíaTitulaba
TitularemosíamosTitulábamos
TitularéisíaisTitulabais
TitularáníanTitulaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
TituleTitulara
TitulesTitularas
TituleTitulara
TitulemosTituláramos
TituléisTitularais
TitulenTitularan
FuturoPréterito imperfecto se
TitulareTitulase
TitularesTitulases
TitulareTitulase
TituláremosTitulásemos
TitulareisTitulaseis
TitularenTitulasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Titula(tú)No titules
Titule(usted)No titule
Titulemos(nosotros)No titulemos
Titulad(vosotros)No tituléis
Titulen(ustedes)No titulen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
TituladoTitulando
1.in het bezit van titelbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: in het be·zit van ti·tel
titulairbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: ti·tu·lair

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
titulaireVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Titulair
Lettergrepen: ti·tu·lai·re

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Titulair').
  wn
2.gediplomeerdbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: ge·di·plo·meerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
gediplomeerdeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Gediplomeerd
Lettergrepen: ge·di·plo·meer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gediplomeerd').
  wn
officieelbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: of·fi·ci·eel

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
officiëleVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Officieel
Lettergrepen: of·fi·ci·e·le

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Officieel').
  wn
titularinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  w  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
TituloTitulé
TitulasTitulaste
TitulaTituló
TitulamosTitulamos
TituláisTitulasteis
TitulanTitularon
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
TitularéíaTitulaba
TitularásíasTitulabas
TitularáíaTitulaba
TitularemosíamosTitulábamos
TitularéisíaisTitulabais
TitularáníanTitulaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
TituleTitulara
TitulesTitularas
TituleTitulara
TitulemosTituláramos
TituléisTitularais
TitulenTitularan
FuturoPréterito imperfecto se
TitulareTitulase
TitularesTitulases
TitulareTitulase
TituláremosTitulásemos
TitulareisTitulaseis
TitularenTitulasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Titula(tú)No titules
Titule(usted)No titule
Titulemos(nosotros)No titulemos
Titulad(vosotros)No tituléis
Titulen(ustedes)No titulen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
TituladoTitulando
een titel geven aanwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: een ti·tel ge·ven aan
Verbuiging:
een titel geven aan - gaf een titel aan - een titel gegeven aan

titularatercera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaba
Titulase
Titulé
Tituló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een titel aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaba
Titulase
Titulé
Tituló
ik gaf een titel aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik gaf een ti·tel aan
titularátercera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulare
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een titel geven aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularaissegunda persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulabais
Titulaseis
Titulasteis
jullie gaven een titel aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie ga·ven een ti·tel aan
tituláramosprimera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulábamos
Titulamos
Titulásemos
wij/we gaven een titel aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularantercera persona plural preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaban
Titularon
Titulasen
zij/ze gaven een titel aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularántercera persona plural futuro de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titularen
zij/ze zullen een titel geven aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularassegunda persona singular preterito de subjuntivo (ra) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulabas
Titulases
Titulaste
jij/je gaf een titel aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularássegunda persona singular futuro de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulares
jij/je zal een titel geven aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularetercera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulará
Titularé
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zal een titel geven aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
  _primera persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulará
Titularé
ik zal een titel geven aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik zal een ti·tel ge·ven aan
titularéprimera persona singular futuro de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulare
ik zal een titel geven aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik zal een ti·tel ge·ven aan
titulareissegunda persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titularéis
jullie zullen een titel geven aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie zul·len een ti·tel ge·ven aan
titularéissegunda persona plural futuro de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulareis
jullie zullen een titel geven aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie zul·len een ti·tel ge·ven aan
titularemosprimera persona plural futuro de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tituláremos
wij/we zullen een titel geven aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
tituláremosprimera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titularemos
wij/we zullen een titel geven aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularentercera persona plural futuro de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titularán
zij/ze zullen een titel geven aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularessustantivo plural de la palabra: titular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  w
rechthebbendenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: rechthebbende
Lettergrepen: recht·heb·ben·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rechthebbende').
, de  wn
titularesadjetivo plural de la palabra: titular

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Titular
1.in het bezit van titelbijvoeglijk naamwoordsvorm bn
Lettergrepen: in het be·zit van ti·tel
titulairbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: ti·tu·lair

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
titulaireVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Titulair
Lettergrepen: ti·tu·lai·re

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Titulair').
  wn
2.gediplomeerdbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: ge·di·plo·meerd

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
gediplomeerdeVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Gediplomeerd
Lettergrepen: ge·di·plo·meer·de

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Gediplomeerd').
  wn
officieelbijvoeglijk naamwoord bn
Lettergrepen: of·fi·ci·eel

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
  wn
officiëleVerbuiging van het bijvoeglijk naamwoord: Officieel
Lettergrepen: of·fi·ci·e·le

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Officieel').
  wn
titularessegunda persona singular futuro de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titularás
jij/je zal een titel geven aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige toekomende tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularíatercera persona singular condicional del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze zou een titel geven aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
  _primera persona singular condicional del verbo 'titular'
  we  wn
ik zou een titel geven aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik zou een ti·tel ge·ven aan
titularíaissegunda persona plural condicional del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn
jullie zouden een titel geven aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie zou·den een ti·tel ge·ven aan
titularíamosprimera persona plural condicional del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn
wij/we zouden een titel geven aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularíantercera persona plural condicional del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn
zij/ze zouden een titel geven aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularíassegunda persona singular condicional del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn
jij/je zou een titel geven aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden toekomende tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularontercera persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaban
Titularan
Titulasen
zij/ze gaven een titel aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titularseinfinitivo de un verbo

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  ci
conjugaciones del INDICATIVO
PresentePréterito indefinido
Me tituloMe titulé
Te titulasTe titulaste
Se titulaSe tituló
Nos titulamosNos titulamos
Os tituláisOs titulasteis
Se titulanSe titularon
Futuro/CondicionalPréterito imperfecto 
Me titularéíaMe titulaba
Te titularásíasTe titulabas
Se titularáíaSe titulaba
Nos titularemosíamosNos titulábamos
Os titularéisíaisOs titulabais
Se titularáníanSe titulaban
  cs
conjugaciones del SUBJUNTIVO
PresentePréterito imperfect ra
Me tituleMe titulara
Te titulesTe titularas
Se tituleSe titulara
Nos titulemosNos tituláramos
Os tituléisOs titularais
Se titulenSe titularan
FuturoPréterito imperfecto se
Me titulareMe titulase
Te titularesTe titulases
Se titulareSe titulase
Nos tituláremosNos titulásemos
Os titulareisOs titulaseis
Se titularenSe titulasen
  cp
conjugaciones del IMPERATIVO
afirmativonegativo
Titúlate(tú)No te titules
Titúlese(usted)No se titule
Titulémonos(nosotros)No nos titulemos
Titulaos(vosotros)No os tituléis
Titúlense(ustedes)No se titulen
Formas impersonales
participio pasado    Gerundio
TituladoTitulándome,... etc.
1.de titel hebbenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: de ti·tel heb·ben
Verbuiging:
de titel hebben - had de titel - de titel gehad

2.een titel behalenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: een ti·tel be·ha·len
Verbuiging:
een titel behalen - behaalde een titel - een titel behaald

een titel krijgenwerkwoordsvorm ww
Lettergrepen: een ti·tel krij·gen
Verbuiging:
een titel krijgen - kreeg een titel - een titel gekregen

titulassegunda persona singular presente de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titules
jij/je geeft een titel aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulasetercera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaba
Titulara
Titulé
Tituló
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een titel aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
  _primera persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaba
Titulara
Titulé
Tituló
ik gaf een titel aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik gaf een ti·tel aan
titulaseissegunda persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulabais
Titularais
Titulasteis
jullie gaven een titel aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie ga·ven een ti·tel aan
titulásemosprimera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulábamos
Titulamos
Tituláramos
wij/we gaven een titel aaneerste persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulasentercera persona plural preterito de subjuntivo (se) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaban
Titularan
Titularon
zij/ze gaven een titel aanderde persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulasessegunda persona singular preterito de subjuntivo (se) del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulabas
Titularas
Titulaste
jij/je gaf een titel aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulastesegunda persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulabas
Titularas
Titulases
jij/je gaf een titel aantweede persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
titulasteissegunda persona plural preterito indefinido de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulabais
Titularais
Titulaseis
jullie gaven een titel aantweede persoon meervoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie ga·ven een ti·tel aan
¡titúlate!imperativo singular del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Titulaos!
1.heb de titel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'de titel hebben'
2.behaal een titel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een titel behalen'
krijg een titel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een titel krijgen'
tituleprimera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titula
Titulo
ik geef een titel aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik geef een ti·tel aan
  _tercera persona singular presente de subjuntivo del verbo 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titula
Titulo
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze geeft een titel aanderde persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
tituléprimera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaba
Titulara
Titulase
ik gaf een titel aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik gaf een ti·tel aan
¡titule!imperativo singular del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Titulen!
geeft u een titel aan!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een titel geven aan'
tituléissegunda persona plural presente de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Tituláis
jullie geven een titel aantweede persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: jul·lie ge·ven een ti·tel aan
¡titulémonos!imperativo plural del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
1.laten we de titel hebbengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'de titel hebben'
Lettergrepen: la·ten we de ti·tel heb·ben
2.laten we een titel behalengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel behalen'
Lettergrepen: la·ten we een ti·tel be·ha·len
laten we een titel krijgengebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel krijgen'
Lettergrepen: la·ten we een ti·tel krij·gen
titulemosprimera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulamos
wij/we geven een titel aaneerste persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
¡titulemos!imperativo plural del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
laten we een titel geven aangebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: la·ten we een ti·tel ge·ven aan
titulentercera persona plural presente de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulan
zij/ze geven een titel aanderde persoon meervoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
¡titulen!imperativo plural del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Titule!
geeft u een titel aan!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel geven aan'
¡titúlense!imperativo plural del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Titúlese!
1.heeft u de titel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'de titel hebben'
2.behaalt u een titel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel behalen'
krijgt u een titel!gebiedende wijs meervoud van het werkwoord 'een titel krijgen'
titulessegunda persona singular presente de subjuntivo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulas
jij/je geeft een titel aantweede persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aanvoegende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
¡titúlese!imperativo singular del verbo 'titularse'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  spalabras relacionadas:
---------------------
¡Titúlense!
1.heeft u de titel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'de titel hebben'
2.behaalt u een titel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een titel behalen'
krijgt u een titel!gebiedende wijs enkelvoud van het werkwoord 'een titel krijgen'
tituloprimera persona singular presente de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titule
ik geef een titel aaneerste persoon enkelvoud onvoltooid tegenwoordige tijd (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
Lettergrepen: ik geef een ti·tel aan
titulótercera persona singular preterito indefinido de indicativo del verbo 'titular'

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'titular'
  we  wn  spalabras relacionadas:
---------------------
Titulaba
Titulara
Titulase
hij/u/men/het/er/ge/gij/'t/zij/ze gaf een titel aanderde persoon enkelvoud onvoltooid verleden tijd (onregelmatig) (aantonende wijs) van het werkwoord 'een titel geven aan'
títulosustantivo
Plural es: títulos

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'título'
, el  we  wn  w
1.diplomazelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: di·plo·ma
Verkleinwoord is: diplomaatje [di·plo·ma·tje]], het
Meervoud is: diploma's

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
2Epígrafe.rubriekzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ru·briek
Meervoud is: rubrieken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
3Inscripción.kopzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Verkleinwoord is: Kopje, het
Meervoud is: koppen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  we  w
opschriftzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: op·schrift
Meervoud is: opschriften

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
4Leyenda
Subtítulo
.
kopzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Verkleinwoord is: Kopje, het
Meervoud is: koppen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  we  w
titelzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ti·tel
Verkleinwoord is: titeltje [ti·tel·tje]], het
Meervoud is: titels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
5.graadzelfstandig naamwoord zn
Één lettergreep
Meervoud is: graden

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
título"título de doctor":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'título'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  doctor
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'doctor'
  w
doctorstitelzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: doc·tors·ti·tel

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  w
título"título de propiedad":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'título'
  de
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'de'
  propiedad
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'propiedad'
, el  w
eigendomstitelzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: ei·gen·doms·ti·tel
título"título valor":
locución sustantiva

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'título'
  valor
Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'valor'
, el  w  spalabras relacionadas:
---------------------
Efecto negociable
waardepapierzelfstandig naamwoord zn
Lettergrepen: waar·de·pa·pier

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, het  wn  w
títulossustantivo plural de la palabra: título

Haga clic para acceso al Dicconario de la Lengua Española de la REAL ACADEMIA ESPAÑOLA para la palabra 'título'
, los  we  w
1.diploma'sMeervoud van het zelfstandig naamwoord: diploma
Lettergrepen: di·plo·ma's

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Diploma').
, de  wn  w
2.rubriekenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: rubriek
Lettergrepen: ru·brie·ken

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Rubriek').
, de  wn  w
3.koppenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: kop
Lettergrepen: kop·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
opschriftenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: opschrift
Lettergrepen: op·schrif·ten

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Opschrift').
, de  wn  w
4.koppenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: kop
Lettergrepen: kop·pen

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands.
, de  wn  w
titelsMeervoud van het zelfstandig naamwoord: titel
Lettergrepen: ti·tels

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Titel').
, de  wn  w
5.gradenMeervoud van het zelfstandig naamwoord: graad
Lettergrepen: gra·den

Klik voor toegang tot onlinewoordenboek Van Dale Hedendaags Nederlands (voor het woord 'Graad').
, de  wn  w
Titus"Titus Lucretius Carus":
Nombre (o por antonomasia)

Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Titus'
  Lucretius
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Lucretius'
  Carus
Haga clic para artículo en Wikipedia posiblemente relacionado sobre 'Carus'
  w
Titus Lucretius Caruseigennaam (of antonomasie) en
natuurkundige,.
  w
TitusvilleNombre (o por antonomasia)
(pronunciación local: /táitusvil/), ciudad del E del estado de Florida (Estados Unidos), a 55 km al E de Orlando.
Titusvilleeigennaam (of antonomasie) en
  w

1e 0‑9 A B C D E F G H I J K L M N Ñ O P Q R ST U V W X Y Z ß

2e 0‑9 a d e hi jlm o r s u wyz

3e -abc e fgj kl m n p r st vwxz

4e aeiou

5e b-

6e la le lo s_ sv

<-- Vorige/ Anteriorpalabras de
woorden van
TITULA ..... TITUSVzVolgende/ Siguiente -->

arriba